Bultenlandsch Overzicht.
ongeseer 8 uren rullen sflsggsn, ie plaatsen rijtuigen
met buffetten en retirade*.
Het orsrlgden wordt bericht ran Annie Foore,
wier romans en novellen steeds zoovele lezers en
vooral lezeressen vonden. Haar eigenlijke naam was
Franoiska Johanna Jacoba Alberta Junius. Zij was
de dochter van den Tielsohen predikant van dien
naam en werd geboren 26 Maart 1847. In Februari
van 1873 trad zij in het huwelijk met den ingenieur
J. D. IJzerman, met wien zij kort daarop naar Java
vertrok.
l)e arrondisseraents-rechtbank te Assen heeft
Maandag een vonnis gewezen, dat, mocht de hoogste
rechter hot bevestigen, dreigt een geheelen ommekeer
te zullen teweegbrengen in de plaatselijke politiezorg
voor de openbare gezondheid. Zjj overwoog, dat het
in beslag nemen en begraven van voor de gezond
heid schadelijk vleeach niet is aan te merken als een
politiemaatregel, maar als onteigening, die niet kan
worden toegelaten zonder voorafgaande schadeloos
stelling, en dat de keurmeester, die dit vleech in
beslag nam, alzoo heeft verricht eene onrechtmatige
daad, waarvoor de gemeente die hem aanstelde ver
antwoordelijk is.
Voortaan zullen dus vleesch, visch en andere
eetbare waren, omdat zij, hoe bedorven en onbruik
baar ook, nimmer gezegd kunnen worden geheel
waardeloos te zijn (voor de mest b. v.,) alvorens in
beslag genomen en onbruikbaar gemaakt te kunnen
worden, onteigend moeten worden, na voorafgaande
verklaring bij de wet, dat het algemeen nut de
onteigening vordert, daar het geval, in welke die
voorafgaande verklaring niet wordt vereischt (besmet
ting, brand, oorlog en watersnood) hier niet aanwe
zig ie-
Een lange reis! Uit Hellevoetsluis werd den
19n Maart'18 80 een brief verzonden naar Amerika.
Ruim tien jaar daarna, den 2n Juni 1890, is hij,
na een reeks van buitenlandsche postkantoren ge
passeerd te hebben, aan den afzender als onbestel
baar terugbezorgd.
In het Nederlandsch museum van het Rijksmuseum
te Amsterdam is geplaatst een geschenk van baron
Smouckaert, opperstalmeester van den Koning, be
staande uit era uitgebreide verzameling uniformen in
deze eeuw bij de verschillende wapens in gebruik.
Men vindt er onder van de lanciers, kurassiers,
de oude huzaren. Een overleden dienstpaard van
baron Suouckaertis opgezet en draagt nu een huzaar
in oen uniform van zestig jaar 1~J
Er is een artikel in het wetboek van elk gezin,
dat nog al eens moeilijkheden veroorzaakt, en
dat is 't artikol, dat over de fijne wasch handelt.
De zachtzinnigste, minst bemoeizuchtige heeren
zijn op 't punt van hun fijn linnengoed soms de
lastigste beerschers aangebrande soep, rauwe roast-
beaf, aardappelen zonder zout, de schoonmaak van
men'eers privaat-kantoor, ruzie in de keuken, het
breken van zijn meerschuimen tabakspijp, de dure
modiste-rekening, dat alles kan een vredelievend
huisvader nog verdragen en vergeven; maar slecht
gestreken en gebrekkig gestijfd of betwistbaar wit
gewasschen overhemden, boorden en manchetten,
neen, dat is onoverkomelijk voor een net mensoh
en wie weet dan ook hoeveel eehtschoidingen er al
zjjn uitgesproken, waarvan waaohvrouwen, bleekers
en strijksters de auctores intelleotuales zjjn
Daarom vinden wij het een ware uitkomst voor
de maatschappij, dat er oen firma Mey en Edlich
bestaat, wier reusachtige fabriek en omvangrijke
eiport-liandel waarvan een geïllustreerde prijs
courant gratis verkrijgbaar is aan alle bezwaren
op dit gebied voor goed een einde maakt.
De genoemde firma, te Eeipzig-Plagwitz, fabri
ceert boorden, manchetten en voorhemdjes van een
sterk perkament-achtig papier, met een dun weefsel
orertogen, dat als twee droppelen water op fijn lin
nen geljjkt. Door den glans en de krijtwitte kleur
kan men dit geïmiteerd linnengoed, dat zeer lioht,
buigzaam en door de solide bewerking van de knoops
gaten vooral, gemakkelijk in 't dragen is, een week
gebruiken en dan werpt men 't weg en neemt nieuwe
artikelenmen is er dus altijd netjes door en het
perkament-linnengoed kost niet meer dan men voor
't wasschen van ander linnen betaalt, (boorden bijv,
van 85 tot 40 cents per dozijn).
Dank zij deze uitvinding kan men zijn jongens
netjes in 't linnen steken, zonder te vreesen, dat zij
bij het werk door een inktvlak, of bij het spelen
of veohten door een scheur een vrij kostbaar over
hemd bedervenvan standjes met de Btrijketers, van
ontevredenheid met den heer des huizes behoeft geen
sprake meer te zijn.
Het kan wel niet anders of ook in ons kraakzin
delijk land zal Mey's fabrikaat spoedig populair zijn
Blijkens de 70e jaarrekening van het Zuidhol
landsch Fonds voor weduwen en nagelaten kinderen
van onderwijzers, over den jare 1889/90, bedroegen
de ontvangsten/ 12.341.26'/,, de uifgaven/7618.83,
saldo credit alzoo 4644.90'/,. De staat van het
fonds vermeldt aan baten 196,674.96'/,, aan
lasten 149.480.09, vootdeelig dekkingalot alzoo
ƒ47.294.871/,- Hot aantal deelhebbers verminderde
met 7 en bedroeg op 1 April 1890 184. Het aan
tal trokkende weduwen bedraagt 50, terwijl voor 26
kinderen toelagen worden uitbetaald.
Prof. Parlsi van de Universiteit te Athene heeft
ontdekt, dat de kokosnoot sterk lintworm afdrijvende
eigenschappen bezit. Na eerst de melk der vrucht
gedronken te hebben at hij ook de vrucht zelve.
Twee uur later werd hij een gevoel van misselpheid
gewaar, dat gepaard ging met een lichten graad van
buikloop. Den volgenden morgen kwam een lintworm
mot kop en al te voorschijn.
Hij was destijds in Abysinië en later na zijne
terugkomst te Athene werd het middel herhaaldelijk
met goed gevolg door hem voorgeschreven. Het
verdient volgens hem de voorkeur boven andere
wormafdrijvende middelen, omdat geen voorafgaand
diëet noodig is.
In allo behandelde gevallen kwam de lintworm in
zijn geheel te voorschijn op den morgen, die volgde
na de toepassing van het middel. (Maandblad.)
verschilt tot het leedwezen der mannen opnieuw
buitengewoon van zijn onmiddellijke voorgangen
Veelal dragen de dames hoeden die uit niets tb
bloemen bestaan, en over het algemeen is het model
klein, hoewel men ook wel eens Rembrandthoedsi
ziet. Stroo valt zeer in den smaak, en men merkt
zelfs amazones op, die den akeligen hoogen hoed
door luohtiger hoofddeksel vervingen.
Jerseys worden van den zomer weinig gedragen,
doch in plaats daarvan hebben wjj tailles, die geheel
den vorm van heerenovorhemden hebben. ZijijjuU
den regel gestreept, met staanden boord en worda
met een strikdaa gedragen, terwijl het lint van det
hoed of met het patroon van de das, of met de
de etreep der taille strookt. Om de taillle zelf
dragen de dames een lederen ceinture terwijl de rol
in den regel donker is. Gaan de damos uit, dat
dragen zij gewoonlijk een open jacquelte dat ntuv
om de taille sluit, lioht van kleur en met roods of
blauwe zijde gevoerd is. Uit toilet wordt intussoha
alléén in de morgenuren, d. w. z. vóór diner gedragen,
en dan door bruin lederen schoenen voltooid.
Een correspondent uit Londen schrijft over de toilet
ten aldaarOfschoon ik mij in dit opzicht niet gaarne
voor een kenner wil uitgeven, heb ik toch opgemerkt,
dat b(j de dames de coiffure nagenoeg onvoranderd
blijft, maar de hoed handhaaft zijn reputatie en
„Gelria" sobrijtt:
„De afdeeling 's Graveuhage van Volhondmeqt,
een antwoord zoekende opv de vraag met welkt
bezwaren de openbare school in haar onmiddellijk,
omgeving heeft te kampen, noedigde ouders
onderwijzers uit om inlichtingen te geven. D,
ouders lieten zich onbetuigd, maar de schoolhoofd®
garen voer het meerendeel wat hun uit hun ervariig
ten dienste stond. Daaruit bloek, dat de armoede
der ouders grooteo invloed heeft op het sohoolvw-
zuim. Maar meer nog hun onverschilligheid. Tin
December 1887 tot denzelfden datum in
verlieten 2380 kinderen de scholen voor on- en
minvermogenden, slechts 478 van hen hadden hun
leertijd volbracht, 244 gingen naar andere scholeu
over, 958 hebben de school verlaten zonder voldoend
lager onderwijs te ontvangen. Grootcndeele is hier-
vm gebrek aan belangstelling bij de ouders de schold
De klacht daarover is dan ook algemeen, evenals over
het feit, dat de school [niet bjj machte is goed tl
maken wat aan de opvoeding in den huiseljjken kring
ontbreekt.
Altijd weer blijkt het, hoe noodzakelijk ds in
voering van leerplicht is, wil men van de koeten,
aan het onderwijs besteed, goede vruchten plukken
Want wat geeft het, of een kind al dikwijls not
zeer onregelmatig naar school gaat, als het vsd
te vroeg het onderwijs moet missen? En juist c
kindereu, die door hun geboorte het meest misded
zjjn, worden ook nu weer het eerst van de voordeel,
verstoken die de wet zou versohaffen bjj gebrek as
voldoende zorg van de zjjde der ouders.
Wat ten slotto de verhouding tusschen de overhei
en de scholen te 's-Gravenhage betreft, blijkt, d,
nog ongoveer 13 pCt. der aanvragen, om jolaateingop
scholen voor on- en minvermogenden moeeten wore®
geweigerd, en die toestand, wat de bewaarschool
betreft, nog veel erger is. Overal was voldoen
onderwijzend personeel aanwezig, maar alle schooi
hoofden achtten het bij de wet gevorderd aanti
onderwijzers „onvoldoende".
Dit voor rekening van de heeren die one met
jongste wet op het lager onderwijs gezegend hebben
Visch, die eenigen tijd met ijs in aanraking
geweest, moet te Londen moermalcn de oorzaak i
rend blinkend was geworden van o, zooveel graven:
„Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht, ga in de-
vreugde uws Heeren."
IX.
Het was vroeg in den morgen, ongeveer een week
na de begrafenis, dat mijnheer Dent, die een nur
vroeger uitgegaan was om den morgentrein naar
Boston te halen, haastig naar TV ïllowbrook terug
keerde en Fanny, de werkmeid, die hij met stoffer
en blik in het voorhuis vond, dadelijk naar bare
meesteres zond.
„Zeg juffrouw Prudence, dat ik haar even in de
bibliotheek wou spreken."
Deze verandering in de plannen van liaar voogd
zoowel als de boodschap zelve, die iets zeer buiten
gewoons was, deed Prudence gebeel verwonderd staan.
Zij had het valies voor den heer Dent gepakt voor
eene afwezigheid van eenige dagen en zij wist wel,
dat het geen kleinigheid kon zijn, die hem zijne
reis deed opgeven of uitstellen. Wat kon het zijn?
Zij was juist bezig haar bloemen op de venster
bank te verzorgen, toen Fanny met de boodschap
binnenkwam. u::
„Hij is zeker te laat gekomen, zei Prudence bn
zichzelvc. Maar mijnheer Dent was naar de stad
gegaan, een uur vroeger dan noodig was om den
sneltrein te halen. „Of misschien heeft thijnheer
Dillingham geschreven, dat hij toch maafr Jiet zal
komen." Plotseling vloog haar eene gedachte door
het hoofd, waardoor zij haast den pot met jonquilles
liet vallen, dien zij van de jardiniere opnam.
„Hg heeft wat van John Dent gehoord."
Als een vriend sterft en begraven wordt, is hot
met hem gedaan. Wij missen hem een tijdlang in
in ons dagelijksch levenwe treuren om hem, bjj
tusschenpoozen, die gelukkig steeds grooter worden
we houden vast aan de streelende gedachte, dat wij
hem in volmaakter gewesten zullen weerzien j maar
wat hier de aarde aangaat, is het met hem gedaan.
Hoe lief wij hem hadden en hoe na wij ons aan hem
verbonden gevoelden, de tijd komt, wanneer hg geen
plaats meer inneemt in onze dagelijksche gedachten,
hij houdt zelfs op in het afgetrokkene voor ons te
bestaan. Wjj gaan niet meer met bloemen en tranen
naar het stille kerkhof; slechts de regendroppels en
de sneeuwvlokken vallen er neder, aan de rozen
kleurige vingeren der lente laten wij de zorg over,
den eenzampn grafheuvel te dekken.
Maar als jonze vriend op onverklaarbare wijze ver
dwijnt, in het midden eener bevolkte stad; of een
zeereis onderneemt en nooit weer iets van zich laat
hooren, dan blijft zijne herinnering met zeldzame
kracht in het leven. Hij kan naar alle raenschelijke
berekeningen dood voor ons zijn, wij hebben hem
toch niet verloren. Het schellon te middernacht zou
zijn schellen kunnen zijn, de naderende voetstap kon
zijn voetstap wezende onverwachte brief met vreemde
postmerken zou wel van hem kunnen zijn. Hij spookt
om ons, zooals de dooden dat nooit kunnen.
De vrouw, wier man gisteren stierf, kan bun
'tjaar hertrouwd zjjn. Zoudt gij denken, dat erf
week voorbjjgaat, waarin de vrouw, wier man»
jaar geleden op geheimzinnige wjjze verdween,®
aan hem denkt? Er zijn oogonblikken, dat het op*
gaan van een deur haar ontsteld doet opspring»
Er is geen werkeljjke afwezigheid dan de
alleen. a
Bjjna drie jaar of eigenlijk twee-en-eeo-l
jaar, spookte John Dent's schaduw min of meer
Prudence, bjjna aanhoudend had zij er over
dacht, hoe er kans bestond, dat hij plotselu|
voorschijn kwam uit de duisternis, die hem on
en hij waa met al zjjn doen en laten bjjna g
oogenblik uit haar gedachte. Zoolang zij hem I
weerzag of zeker wist, dat hjj dood was, zou zjj
zeker blijven verwachten. Dit stond "iet i»
minste verband met eenigen wensch of eenige bege®
dat hjj om hare hand vragen zou daarvan a
hij geheel afgezien; hjj had haar geschreven,"»
nooit meer een voet te Rivermouth zou zetten-
bjj diep ongelukkig was. Het lag volstrekt B'
Prudenco's aard, zich te vleien met eon hoep-
hij zelf in een oogenblik van zwakheid of van o»
heid zelf had opgegoven.
(Wordt verwijft
geweest van hevige vergiftigings-gevallen, terwjjl
aldaar nooit nadeelige verschijnselen werden waarge
nomen na het nuttigen van visch, die nut op ijs ge
legen had. Lawrence-Hamilton schrijft dit toe aan
de nadeelige inwerking van het smeltwater, dat,
vooral wanneer de zuiverheid van het ijs niet boven
twijfel verheven is, een menigte bacteriën bevat, die
verrotting doen ontstaan en zoo aanleiding geven tot
de vorming van de als visehvergift bokende, zoo
zeer gevreesde dierlijke alcaloïden.
Het zou nuttig zjjn, meerdere onderzoekingen
omtrent dit onderwerp te doen, vooral nu, bjj het
intreden van het warme jaargetjjde. veelvuldig ijs
gebezigd wordt, om visch te conservecreu. Een nauw
lettend toezicht op de hoedanigheid van het ijs blijkt
in ieder geval dringend noodzakelijk.
{Maandblad.)
In de Milit. Spectator van Juni geeft Prof. C. B.
Sprayt een oritiek van een vlugschrift, onlangs ver
schenen en waarin het vraagstuk van den pers. dienst
plicht en de legerorganisatie van alle mogeljjke zijden
door een „staatsburger' werden beschouwd. Prof.
Spr. schrijft boven zjjn opstel: „de Pers. D. voor de
vierschaar der oud-Hollandscbe deftigheid. Hg gaat
na, hoe de staatsburger de oude en afgezaagde argu
menten tegen P. D. herhaalt, als waren ze nooit
wederlegd; hoe hjj de nadeelen er van nauwkeurig
opspoort en overdrjjft, maar voor de lichtzijden in
't geheel geen oog heefthoe hij zich zelf vaak
tegenspreekt, on wat hij vreeselijk acht voor den
middenstand en de meergegoeden en een Üvndeleben
noemt, geschikt schijnt te vinden voor de onvermo-
genden. Prof. 8. eindigt zijn beschouwing aldus:
„Hoezeer ook van meening met den staatsburger
verschillende, kan ik in zooverre met hem mede
gaan, dat het vraagstuk van den persoonlijken dienst
plicht niet in de allereerste plaats floor overwegingen
van militairen aard moet uitgemaakt worden. Inder
daad staat hierbij het jonge Nederland tegenover het
oude. En daar het oude alle dagen terrein verliest,
zal de persoonlijke dienstplicht ingevoerd worden,
ook al ware die maatregel uit een krijgskundig
oogpunt niet zoo dringend noodig, als hij werkelijk
noodig is.
„De nieuwe kieswet heeft in dit opzieht een groote
verandering teweeg gebracht. Zoolang de oude kies
wet aan do kleine burgerij het stemrecht onthield,
konden dergelijke overwegingen, als de Staatsburger
ten beste geeft, veel voor het behoud der dienstver-
vanging doen. Want zij strookten mer het vermeend
standsbeiang van de groote meerderheid der kiezers.
Thans zijn zij voor de zaak, die hij verdedigt, ge
vaarlijk. Want zij strijden met het vermeend stands-
belang van de groote meerderheid der kiezers. De
kleine burgerman is over het algemeen alles behalve
ingenomen met de dienst ver ranging, die hem de
moeilijke keus laat of voor een remplwjant meer
geld uit te geven dan hij missen kan, of zijn zoon
naar de kazerne te zenden in een gezelschap, dat
hij beneden zich acht. Breidt men hot kiesrecht nog
een weinig uit, dan komt men in kringen, waar het
bestaan der plaatevervanging ronduit een schande
genoemd wordt, omdat die lieden hun kinderen
naar de kazerne moeten zenden en tevens bemer
ken 4at de meergegoeden hun zonen daarvoor
bewaren, alsof ei; een besmetteljjke ziekte heerschte.
Het staatkundig ideaal van den Staatsburger heeft
deer het voorloopig kiesreglement van 1887 zulk een
knak gekregen, dat het inderdaad verwonderlijk is,
dat hij er thans nog eenigen invloed aan toeschrij
ven kan.
„En dus kan men mij te gemoet voeren
zal deze belangrijke hervorming, die zoo lang door
het eene standsbelahg is tegengehouden, ingevoerd
worden ter wille van het andere standsbeiang?
Inderdaad, Ik vrees dat het zoo gaan zal. Het zou
mij vrij wat aangenamer geweest zijn, als de oude
kiezers de teekenen der tijden beter begrepen, hunne
vooroordeelen op zij gezet en den persoonlijken dienst
plicht ingevoerd hadden. Maar dit is nu eenmaal
niet geschied. Zij hebben zich laten leiden door de
overwegingen, die de Staatsburger met zooveel open
hartigheid uiteenzet.
„De persoonlijke dienstplicht is een gruwel in de
oogen van den typischen ouderwetschen deftigen
Hollander uit de regeereude standen. Dat wisten
wjj al lang, voordat de Staatsburger het ons op
zijne wijze mededeelde. Want men heeft dien maat
regel tegengehouden mei al de macht der inertie,
die in ons land zeer groot is. Men liet de voor
standers praten en schrijven, en deed er het zwij
gen toe.
„Thans is die ban gebroken. En al heeft de Neder-
landsche deftigheid bij deze zaak den onverwachten
steun gekregon van de Roomsch-Katholieke geeste
lijkheid, die bjj ons te lande en in België door een
zonderling misverstand van den persoonlijken dienst
plicht gevaar ducht voor de Kerk, toch kan dit
slechts een uitstel van executie zijn. Zij moet
om den persoonlijken dienstplicht te ontgaan
niets minder doen dan de behoorlijke zorg voor
's lande weerbaarheid nog een'ge maanden of jaren
uitstellen. Men moet niet alleen deftig, maar ook
bijster onnadenkend zijn om niet te begrijpen, dat
men zoodoende zijn eigen graf graaft."
In een Naschrift spreekt prof. Sprayt nog kort
over de later verschenen brochure van dr. Schaap
man. Hjj wijs er op, hoe deze om louter poli
tieke redenen, de noodzakelijkheid zich te schikken
naar zijn conservatieve partijgenooten den P. D.
bestrijdt en toch twee krachtige argumenten er vóór aan
toont, door te erkennen, dat hij „het meest gevoelt voor
den man die persoonlijk zijn last draagt," en dat de
afschaffing der plaatsvervanging het goede gevolg zou
hebben, dat de belangstelling in het leger warmer
werd. De brochure is dan ook niet gewijd aan den
P. 1)., maar aan het „partijbelang der Katholieken",
dat nu, evenals voorheen het standsbeiang der meer
gegoeden, de militaire hervorming moet tegenhouden.
Blijkbaar had dr. Schaapman het anders gewild, maar
„hij is niet bestand geweest tegen de conservatieve
strooming in zijn partij, die zich wellicht verzekerd
had van wie weet hoe hooge? autoriteiten.
Men denke aan den raad, door De Tijd tot beslech
ting van den broedertwist gegeven (de beslissing te
vragen van de bisschoppen).
„Maar wat er ook achter de schermen zij voorge
vallen, de oud-Hollandsche deftigheid kan in 't ver
volg ook*op dr. Schaepman's steun rekenen. Dat de
oude matrone haar pleit desalniettemin, na korter of
langer tijd, verliest, moet den heer Schaepman vol
maakt evident zijn. Vandaar de bitterheid tegen
zijn blinde onderbevelhebbers, die zoo duidelijk in
zijn brochure doorstraalt."
Met het oog op de opening van het badse'zoen te
Soheveningen is de Zeesluis op last van het Haagsche
gemeentebestuur gesloten, zoodat gedurende 4 maan
den niet zal worden gespuid.
binnen een groot kwartier, zoodat om 9 uur de
voorstelling kon voortgezet worden met de opvoering
van Koning Koko, alsof er niets gebeurd ware. Het
Salon was weder gevuld, en nog voller dan voor den
brand, want vele maakten van de gelegenheid ge
bruik om gratis een representatie bjj te wonen.
Uit dezen brand valt dit te leerenLaat bij een
dergelijk onheil de tooneelbediening niet werkeloos
blijven. Zjj is met alles bekend en weet hoe en waar
gered kan worden.
Dit is trouwenB voor niemand, die het tooneel kent,
een geheim.
Omtrent den brand in het „Salon des Variétés"
te Amsterdam tijdens de voorstelling van Woensdag
avond, lezen wij in 't Nieuws van den Dag
Slechts door den moed en de kordaatheid van den
chefmachinist Frits Bartelmeyer werd de brand ge
stuit. Ouder het spelen van het voorstukje vatte
een der sparreboomen op den voorgrond van het
tooneel vuur en hjj stond weldra geheel in vlam en
bracht die op het tooneelacherm over. Bartelmeyer,
dit ziende, kroop door de vlammen de friozen in,
gevolgd en bijgestaan door den gasfitter Brey, den
inspiciënt De Haas Jr. en de changeerders Jans en
Jan van don Berg. Zij trokken de brandende flarden
af en sneden (1e touwen los, zoodat de gordijn op
den grond stortte. Meer dood dan levend Hetende
onversaagden zich uit de hoogte neer, om het bran
dende scherm uit te trappen. Ook de tweede gor-
djjn, de advertentiegordijn, was in brand geraaakt,
doch hier werd het voortwoeden der vlam snel ge-
9tUAlle genoemden hebben min of meer ernstige brand
wonden, kneuzingen en sohade aan kleeding bekomen,
vooral Frits Bartelmeyer, aan wiens onversaagd op
treden het behoud van het „Salon des Variétés," en
misschien van het geheel omliggend buurtje, te danken
is. De directie van het Salon heeft dan ook aan
hém een milde belooning geschonken. Het publiek
zoodra het de vlam bemerkte, in een oogenblik
tjjds de zaal uit, want in het Salon valt men let
terlijk met da deur in huis. Geen enkel ongeluk
kwam voor. Enkelen der aanwezigen kwamen zolfs
teru» en hielpen, van de loge af, met emmers water
blusschen. In ongelooflijk korten tijd, was een reeks
stoomspuiten en wagens met brandweermannen aan
wezig, doch toen viel er niets meer te blusschen.
Allesis door de tegenwoordigheid van geest van
enkelen zóó snel gegaan, dat zelfs de gewone auto-
ritoiten geen tijd hadden om op de gewone wijze
aanwezig te zijn.
Toen de brand begon, stond juffrouw Anna Beu
kers nlleeen op het tooneel, bezig met haar créatie.
Zoodra zij den vuurgloed zag, had zjj de kracht, zoo
hard ze kon, weg te loopen, de kleedkamer voorbij,
da straat on De heer Pilger hoorde in zijn kleed-
kanaer het geroepBrand®! WaterOnmiddellijk
snronz hjj in de uniform van Fransch officier, met
de sabel aan, op de kleedbank, opende hot venster,
daalde de brandladder af en kwam behouden op
straat Toen ging hij het achtergebouw binnen,
waarschuwde en nam de dames mede, die zich nog
ia de kleedkamer bevonden, onbewust van het gevaar.
De geheele brand, die zoo gelukkig afliep, had
den schijn alsof er proef genomen werd in welk een
korten tijd het publiek van het „Salon des Variétés»
bjj eenig onheil op straat zou zgn en hoe de too
neelbediening zich zou weren. Ware het werkelijk
een proef geweest, dan zouden tooneeldirectie politie,
brandweer en assurantie per dagorder aan allen haar
hooge tevredenheid hebben kunnen betuigen. Want
merkwaardig is het, dat al het gebeurde plaats vond
De Stand, meent te mogen voorspellen, dat de
8poorwegovereenkom8ten door de Eerste en Tweede
Kamer aangenomen zullen worden.
De minister van waterstaat zal daarvoor in de
Tweede Kamer op bijna de geheele rechterzijde kun
nen rekenen. Uit haar boezem hoeft zich tot nog toe
geen stem tegen de overeenkomsten doen hooren,
bij weifeling zullen de leden der rechterzijde allicht
geneigd zijn moer vertrouwen te stellen in het advies
van den Minister, die zooals ook uit de memories
blijkt, een uitmuntend expert is, dan in de onge
vraagde adviezen van de experts onder de publicisten.
Yan de 100 leden toch zal ten hoogste een tiental
zoo doorkneed zijn in de spoorwegpolitiek, dat een
zelfstandig oordeel over de voorstellen kan geveld
worden de overige 90 zullen een contradictoir debat
aanhooren tusschen experts die de lichtzijden en
experts, die de schaduwzijden uiteenzetten. Eenquaestie
van vertrouwen alzoo. En dan is het natuurlek, dat
een kamerlid eerder het advies volgt van een minis
ter-geestverwant dau van d« N. R. C.% vooral wan
neer hij bedenkt dat verwerping den val van minis
ter Havelaar en alzoo verzwakking van het minis
terie ten gevolge zal hebban.
Voor hem, die in het onzekere is, of verwerping
dan wel aanneming in 's lands belang is moet en
mag het politiek argument wegen.
Voegt zich nu bij de rechterzjjde het deel der
linkerzijde, dat instemt met het gevoelen van het
Handelsblad, dan is eene aanzienlijke meerderheid te
verwachten. De stemmenoijfers zullen alleen iets lager
zjjn (fan anders, wijl de Kamerleden, die rechtstreeks
bij de directie van een der drie maatschappijen zijn
betrokken, in den regel aan zulk een stemming niet
zullen deelnemen.
En dan is er geen enkele reden, waarom de Eerste
Kamer de overeenkomsten niet zou aannemen. Al
onderschat De Stand, niet den invloed, door den
heer Tak van Poortvliet nog steeds op de Eerste
Kamer uitgeoefend, toch acht het blad dien invlood
niet zoo overwegend, dat men tot verwerping zal
besluiten.
En dit te minder, daar toch feiteljjk de beslissing
om deze spil zal draaien, of de bedreigde naasting
fictief dan wol ernstig gemeend is, terwjjl het finan-
cieele argument geheel op den achtergrond is ge
raakt. De vraag is thans alleen of, zoo de twee
maatschappijen die ons spoorwegnet exploiteeren
zullen, te kwader ure onder één deken gingen slapen,
de naasting uitvoerbaar zou zjjn. Coalitie is, zij het
wellicht ook voor slechts enkele jaren, mogelijk en
kan dan aanmerkelijko schade aan handel, landbouw
en nijverheid veroorzaken. Om aan dit gevaar te
ontkomen, kan de Staat tot naasting overgaan. Is
dit oen wassen neus, dan is natuurlijk het ontwerp
onaannemeljjkzoo niet, dan is alle gevaar voor de
toekomst weggenomen en staat niets aan de aanne
ming in den weg. Dan behoeft nog niet dadelijk
tot naasting te worden overgegaan; reeds de bedrei
ging zal uitwerken wat de naasting als straf met
zich zou brengen.
De Stand, acht het daarom hoogt verkeord, dat
de tegenstanders reeds nu zonder het te bedoelen
aan de maatschappijen te verstaan geven, dat zij zich
over die naasting niet behoeven bezorgd te maken,
daar er toch niets van komt.
„Ons zegi de Stand., is dit niet ongevallig, omdat
het o. i. de mogelijkheid vorhoogt, dat het vroeg of
laat tot Staatsexploitatie, die we voorstaan, komen
zalmaar voor den Minister en voor de voorstanders
van het ontwerp is het van het hoog belang, dat
deze verzwakkende indruk niet voortwerke.
„De Minister mag geen zweem van twjjfel laten
voorbestaan over zijn ernstig voornemen en vasten
wil. om, bleek het noodig, de naasting gevolgd door
Staatsexploitatie, door te zetten.
„Alleen daardoor bljjft het ontwerp serieus.
„En hoe duidelijk het den Minister gelukt, de
mogelijkheid van zulk een naasting van Staats
exploitatie in het lioht te stollen, hoe meer hjj de
kansen op aanneming van zjjn ontwerp verhoo-
gen zal.*
De President der Eransche republiek heeft een
decreet onderteekend, waarbij gedeeltelijke of geheele