Bultenlandsch Overzicht. ongeseer 8 uren rullen sflsggsn, ie plaatsen rijtuigen met buffetten en retirade*. Het orsrlgden wordt bericht ran Annie Foore, wier romans en novellen steeds zoovele lezers en vooral lezeressen vonden. Haar eigenlijke naam was Franoiska Johanna Jacoba Alberta Junius. Zij was de dochter van den Tielsohen predikant van dien naam en werd geboren 26 Maart 1847. In Februari van 1873 trad zij in het huwelijk met den ingenieur J. D. IJzerman, met wien zij kort daarop naar Java vertrok. l)e arrondisseraents-rechtbank te Assen heeft Maandag een vonnis gewezen, dat, mocht de hoogste rechter hot bevestigen, dreigt een geheelen ommekeer te zullen teweegbrengen in de plaatselijke politiezorg voor de openbare gezondheid. Zjj overwoog, dat het in beslag nemen en begraven van voor de gezond heid schadelijk vleeach niet is aan te merken als een politiemaatregel, maar als onteigening, die niet kan worden toegelaten zonder voorafgaande schadeloos stelling, en dat de keurmeester, die dit vleech in beslag nam, alzoo heeft verricht eene onrechtmatige daad, waarvoor de gemeente die hem aanstelde ver antwoordelijk is. Voortaan zullen dus vleesch, visch en andere eetbare waren, omdat zij, hoe bedorven en onbruik baar ook, nimmer gezegd kunnen worden geheel waardeloos te zijn (voor de mest b. v.,) alvorens in beslag genomen en onbruikbaar gemaakt te kunnen worden, onteigend moeten worden, na voorafgaande verklaring bij de wet, dat het algemeen nut de onteigening vordert, daar het geval, in welke die voorafgaande verklaring niet wordt vereischt (besmet ting, brand, oorlog en watersnood) hier niet aanwe zig ie- Een lange reis! Uit Hellevoetsluis werd den 19n Maart'18 80 een brief verzonden naar Amerika. Ruim tien jaar daarna, den 2n Juni 1890, is hij, na een reeks van buitenlandsche postkantoren ge passeerd te hebben, aan den afzender als onbestel baar terugbezorgd. In het Nederlandsch museum van het Rijksmuseum te Amsterdam is geplaatst een geschenk van baron Smouckaert, opperstalmeester van den Koning, be staande uit era uitgebreide verzameling uniformen in deze eeuw bij de verschillende wapens in gebruik. Men vindt er onder van de lanciers, kurassiers, de oude huzaren. Een overleden dienstpaard van baron Suouckaertis opgezet en draagt nu een huzaar in oen uniform van zestig jaar 1~J Er is een artikel in het wetboek van elk gezin, dat nog al eens moeilijkheden veroorzaakt, en dat is 't artikol, dat over de fijne wasch handelt. De zachtzinnigste, minst bemoeizuchtige heeren zijn op 't punt van hun fijn linnengoed soms de lastigste beerschers aangebrande soep, rauwe roast- beaf, aardappelen zonder zout, de schoonmaak van men'eers privaat-kantoor, ruzie in de keuken, het breken van zijn meerschuimen tabakspijp, de dure modiste-rekening, dat alles kan een vredelievend huisvader nog verdragen en vergeven; maar slecht gestreken en gebrekkig gestijfd of betwistbaar wit gewasschen overhemden, boorden en manchetten, neen, dat is onoverkomelijk voor een net mensoh en wie weet dan ook hoeveel eehtschoidingen er al zjjn uitgesproken, waarvan waaohvrouwen, bleekers en strijksters de auctores intelleotuales zjjn Daarom vinden wij het een ware uitkomst voor de maatschappij, dat er oen firma Mey en Edlich bestaat, wier reusachtige fabriek en omvangrijke eiport-liandel waarvan een geïllustreerde prijs courant gratis verkrijgbaar is aan alle bezwaren op dit gebied voor goed een einde maakt. De genoemde firma, te Eeipzig-Plagwitz, fabri ceert boorden, manchetten en voorhemdjes van een sterk perkament-achtig papier, met een dun weefsel orertogen, dat als twee droppelen water op fijn lin nen geljjkt. Door den glans en de krijtwitte kleur kan men dit geïmiteerd linnengoed, dat zeer lioht, buigzaam en door de solide bewerking van de knoops gaten vooral, gemakkelijk in 't dragen is, een week gebruiken en dan werpt men 't weg en neemt nieuwe artikelenmen is er dus altijd netjes door en het perkament-linnengoed kost niet meer dan men voor 't wasschen van ander linnen betaalt, (boorden bijv, van 85 tot 40 cents per dozijn). Dank zij deze uitvinding kan men zijn jongens netjes in 't linnen steken, zonder te vreesen, dat zij bij het werk door een inktvlak, of bij het spelen of veohten door een scheur een vrij kostbaar over hemd bedervenvan standjes met de Btrijketers, van ontevredenheid met den heer des huizes behoeft geen sprake meer te zijn. Het kan wel niet anders of ook in ons kraakzin delijk land zal Mey's fabrikaat spoedig populair zijn Blijkens de 70e jaarrekening van het Zuidhol landsch Fonds voor weduwen en nagelaten kinderen van onderwijzers, over den jare 1889/90, bedroegen de ontvangsten/ 12.341.26'/,, de uifgaven/7618.83, saldo credit alzoo 4644.90'/,. De staat van het fonds vermeldt aan baten 196,674.96'/,, aan lasten 149.480.09, vootdeelig dekkingalot alzoo ƒ47.294.871/,- Hot aantal deelhebbers verminderde met 7 en bedroeg op 1 April 1890 184. Het aan tal trokkende weduwen bedraagt 50, terwijl voor 26 kinderen toelagen worden uitbetaald. Prof. Parlsi van de Universiteit te Athene heeft ontdekt, dat de kokosnoot sterk lintworm afdrijvende eigenschappen bezit. Na eerst de melk der vrucht gedronken te hebben at hij ook de vrucht zelve. Twee uur later werd hij een gevoel van misselpheid gewaar, dat gepaard ging met een lichten graad van buikloop. Den volgenden morgen kwam een lintworm mot kop en al te voorschijn. Hij was destijds in Abysinië en later na zijne terugkomst te Athene werd het middel herhaaldelijk met goed gevolg door hem voorgeschreven. Het verdient volgens hem de voorkeur boven andere wormafdrijvende middelen, omdat geen voorafgaand diëet noodig is. In allo behandelde gevallen kwam de lintworm in zijn geheel te voorschijn op den morgen, die volgde na de toepassing van het middel. (Maandblad.) verschilt tot het leedwezen der mannen opnieuw buitengewoon van zijn onmiddellijke voorgangen Veelal dragen de dames hoeden die uit niets tb bloemen bestaan, en over het algemeen is het model klein, hoewel men ook wel eens Rembrandthoedsi ziet. Stroo valt zeer in den smaak, en men merkt zelfs amazones op, die den akeligen hoogen hoed door luohtiger hoofddeksel vervingen. Jerseys worden van den zomer weinig gedragen, doch in plaats daarvan hebben wjj tailles, die geheel den vorm van heerenovorhemden hebben. ZijijjuU den regel gestreept, met staanden boord en worda met een strikdaa gedragen, terwijl het lint van det hoed of met het patroon van de das, of met de de etreep der taille strookt. Om de taillle zelf dragen de dames een lederen ceinture terwijl de rol in den regel donker is. Gaan de damos uit, dat dragen zij gewoonlijk een open jacquelte dat ntuv om de taille sluit, lioht van kleur en met roods of blauwe zijde gevoerd is. Uit toilet wordt intussoha alléén in de morgenuren, d. w. z. vóór diner gedragen, en dan door bruin lederen schoenen voltooid. Een correspondent uit Londen schrijft over de toilet ten aldaarOfschoon ik mij in dit opzicht niet gaarne voor een kenner wil uitgeven, heb ik toch opgemerkt, dat b(j de dames de coiffure nagenoeg onvoranderd blijft, maar de hoed handhaaft zijn reputatie en „Gelria" sobrijtt: „De afdeeling 's Graveuhage van Volhondmeqt, een antwoord zoekende opv de vraag met welkt bezwaren de openbare school in haar onmiddellijk, omgeving heeft te kampen, noedigde ouders onderwijzers uit om inlichtingen te geven. D, ouders lieten zich onbetuigd, maar de schoolhoofd® garen voer het meerendeel wat hun uit hun ervariig ten dienste stond. Daaruit bloek, dat de armoede der ouders grooteo invloed heeft op het sohoolvw- zuim. Maar meer nog hun onverschilligheid. Tin December 1887 tot denzelfden datum in verlieten 2380 kinderen de scholen voor on- en minvermogenden, slechts 478 van hen hadden hun leertijd volbracht, 244 gingen naar andere scholeu over, 958 hebben de school verlaten zonder voldoend lager onderwijs te ontvangen. Grootcndeele is hier- vm gebrek aan belangstelling bij de ouders de schold De klacht daarover is dan ook algemeen, evenals over het feit, dat de school [niet bjj machte is goed tl maken wat aan de opvoeding in den huiseljjken kring ontbreekt. Altijd weer blijkt het, hoe noodzakelijk ds in voering van leerplicht is, wil men van de koeten, aan het onderwijs besteed, goede vruchten plukken Want wat geeft het, of een kind al dikwijls not zeer onregelmatig naar school gaat, als het vsd te vroeg het onderwijs moet missen? En juist c kindereu, die door hun geboorte het meest misded zjjn, worden ook nu weer het eerst van de voordeel, verstoken die de wet zou versohaffen bjj gebrek as voldoende zorg van de zjjde der ouders. Wat ten slotto de verhouding tusschen de overhei en de scholen te 's-Gravenhage betreft, blijkt, d, nog ongoveer 13 pCt. der aanvragen, om jolaateingop scholen voor on- en minvermogenden moeeten wore® geweigerd, en die toestand, wat de bewaarschool betreft, nog veel erger is. Overal was voldoen onderwijzend personeel aanwezig, maar alle schooi hoofden achtten het bij de wet gevorderd aanti onderwijzers „onvoldoende". Dit voor rekening van de heeren die one met jongste wet op het lager onderwijs gezegend hebben Visch, die eenigen tijd met ijs in aanraking geweest, moet te Londen moermalcn de oorzaak i rend blinkend was geworden van o, zooveel graven: „Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht, ga in de- vreugde uws Heeren." IX. Het was vroeg in den morgen, ongeveer een week na de begrafenis, dat mijnheer Dent, die een nur vroeger uitgegaan was om den morgentrein naar Boston te halen, haastig naar TV ïllowbrook terug keerde en Fanny, de werkmeid, die hij met stoffer en blik in het voorhuis vond, dadelijk naar bare meesteres zond. „Zeg juffrouw Prudence, dat ik haar even in de bibliotheek wou spreken." Deze verandering in de plannen van liaar voogd zoowel als de boodschap zelve, die iets zeer buiten gewoons was, deed Prudence gebeel verwonderd staan. Zij had het valies voor den heer Dent gepakt voor eene afwezigheid van eenige dagen en zij wist wel, dat het geen kleinigheid kon zijn, die hem zijne reis deed opgeven of uitstellen. Wat kon het zijn? Zij was juist bezig haar bloemen op de venster bank te verzorgen, toen Fanny met de boodschap binnenkwam. u:: „Hij is zeker te laat gekomen, zei Prudence bn zichzelvc. Maar mijnheer Dent was naar de stad gegaan, een uur vroeger dan noodig was om den sneltrein te halen. „Of misschien heeft thijnheer Dillingham geschreven, dat hij toch maafr Jiet zal komen." Plotseling vloog haar eene gedachte door het hoofd, waardoor zij haast den pot met jonquilles liet vallen, dien zij van de jardiniere opnam. „Hg heeft wat van John Dent gehoord." Als een vriend sterft en begraven wordt, is hot met hem gedaan. Wij missen hem een tijdlang in in ons dagelijksch levenwe treuren om hem, bjj tusschenpoozen, die gelukkig steeds grooter worden we houden vast aan de streelende gedachte, dat wij hem in volmaakter gewesten zullen weerzien j maar wat hier de aarde aangaat, is het met hem gedaan. Hoe lief wij hem hadden en hoe na wij ons aan hem verbonden gevoelden, de tijd komt, wanneer hg geen plaats meer inneemt in onze dagelijksche gedachten, hij houdt zelfs op in het afgetrokkene voor ons te bestaan. Wjj gaan niet meer met bloemen en tranen naar het stille kerkhof; slechts de regendroppels en de sneeuwvlokken vallen er neder, aan de rozen kleurige vingeren der lente laten wij de zorg over, den eenzampn grafheuvel te dekken. Maar als jonze vriend op onverklaarbare wijze ver dwijnt, in het midden eener bevolkte stad; of een zeereis onderneemt en nooit weer iets van zich laat hooren, dan blijft zijne herinnering met zeldzame kracht in het leven. Hij kan naar alle raenschelijke berekeningen dood voor ons zijn, wij hebben hem toch niet verloren. Het schellon te middernacht zou zijn schellen kunnen zijn, de naderende voetstap kon zijn voetstap wezende onverwachte brief met vreemde postmerken zou wel van hem kunnen zijn. Hij spookt om ons, zooals de dooden dat nooit kunnen. De vrouw, wier man gisteren stierf, kan bun 'tjaar hertrouwd zjjn. Zoudt gij denken, dat erf week voorbjjgaat, waarin de vrouw, wier man» jaar geleden op geheimzinnige wjjze verdween,® aan hem denkt? Er zijn oogonblikken, dat het op* gaan van een deur haar ontsteld doet opspring» Er is geen werkeljjke afwezigheid dan de alleen. a Bjjna drie jaar of eigenlijk twee-en-eeo-l jaar, spookte John Dent's schaduw min of meer Prudence, bjjna aanhoudend had zij er over dacht, hoe er kans bestond, dat hij plotselu| voorschijn kwam uit de duisternis, die hem on en hij waa met al zjjn doen en laten bjjna g oogenblik uit haar gedachte. Zoolang zij hem I weerzag of zeker wist, dat hjj dood was, zou zjj zeker blijven verwachten. Dit stond "iet i» minste verband met eenigen wensch of eenige bege® dat hjj om hare hand vragen zou daarvan a hij geheel afgezien; hjj had haar geschreven,"» nooit meer een voet te Rivermouth zou zetten- bjj diep ongelukkig was. Het lag volstrekt B' Prudenco's aard, zich te vleien met eon hoep- hij zelf in een oogenblik van zwakheid of van o» heid zelf had opgegoven. (Wordt verwijft geweest van hevige vergiftigings-gevallen, terwjjl aldaar nooit nadeelige verschijnselen werden waarge nomen na het nuttigen van visch, die nut op ijs ge legen had. Lawrence-Hamilton schrijft dit toe aan de nadeelige inwerking van het smeltwater, dat, vooral wanneer de zuiverheid van het ijs niet boven twijfel verheven is, een menigte bacteriën bevat, die verrotting doen ontstaan en zoo aanleiding geven tot de vorming van de als visehvergift bokende, zoo zeer gevreesde dierlijke alcaloïden. Het zou nuttig zjjn, meerdere onderzoekingen omtrent dit onderwerp te doen, vooral nu, bjj het intreden van het warme jaargetjjde. veelvuldig ijs gebezigd wordt, om visch te conservecreu. Een nauw lettend toezicht op de hoedanigheid van het ijs blijkt in ieder geval dringend noodzakelijk. {Maandblad.) In de Milit. Spectator van Juni geeft Prof. C. B. Sprayt een oritiek van een vlugschrift, onlangs ver schenen en waarin het vraagstuk van den pers. dienst plicht en de legerorganisatie van alle mogeljjke zijden door een „staatsburger' werden beschouwd. Prof. Spr. schrijft boven zjjn opstel: „de Pers. D. voor de vierschaar der oud-Hollandscbe deftigheid. Hg gaat na, hoe de staatsburger de oude en afgezaagde argu menten tegen P. D. herhaalt, als waren ze nooit wederlegd; hoe hjj de nadeelen er van nauwkeurig opspoort en overdrjjft, maar voor de lichtzijden in 't geheel geen oog heefthoe hij zich zelf vaak tegenspreekt, on wat hij vreeselijk acht voor den middenstand en de meergegoeden en een Üvndeleben noemt, geschikt schijnt te vinden voor de onvermo- genden. Prof. 8. eindigt zijn beschouwing aldus: „Hoezeer ook van meening met den staatsburger verschillende, kan ik in zooverre met hem mede gaan, dat het vraagstuk van den persoonlijken dienst plicht niet in de allereerste plaats floor overwegingen van militairen aard moet uitgemaakt worden. Inder daad staat hierbij het jonge Nederland tegenover het oude. En daar het oude alle dagen terrein verliest, zal de persoonlijke dienstplicht ingevoerd worden, ook al ware die maatregel uit een krijgskundig oogpunt niet zoo dringend noodig, als hij werkelijk noodig is. „De nieuwe kieswet heeft in dit opzieht een groote verandering teweeg gebracht. Zoolang de oude kies wet aan do kleine burgerij het stemrecht onthield, konden dergelijke overwegingen, als de Staatsburger ten beste geeft, veel voor het behoud der dienstver- vanging doen. Want zij strookten mer het vermeend standsbeiang van de groote meerderheid der kiezers. Thans zijn zij voor de zaak, die hij verdedigt, ge vaarlijk. Want zij strijden met het vermeend stands- belang van de groote meerderheid der kiezers. De kleine burgerman is over het algemeen alles behalve ingenomen met de dienst ver ranging, die hem de moeilijke keus laat of voor een remplwjant meer geld uit te geven dan hij missen kan, of zijn zoon naar de kazerne te zenden in een gezelschap, dat hij beneden zich acht. Breidt men hot kiesrecht nog een weinig uit, dan komt men in kringen, waar het bestaan der plaatevervanging ronduit een schande genoemd wordt, omdat die lieden hun kinderen naar de kazerne moeten zenden en tevens bemer ken 4at de meergegoeden hun zonen daarvoor bewaren, alsof ei; een besmetteljjke ziekte heerschte. Het staatkundig ideaal van den Staatsburger heeft deer het voorloopig kiesreglement van 1887 zulk een knak gekregen, dat het inderdaad verwonderlijk is, dat hij er thans nog eenigen invloed aan toeschrij ven kan. „En dus kan men mij te gemoet voeren zal deze belangrijke hervorming, die zoo lang door het eene standsbelahg is tegengehouden, ingevoerd worden ter wille van het andere standsbeiang? Inderdaad, Ik vrees dat het zoo gaan zal. Het zou mij vrij wat aangenamer geweest zijn, als de oude kiezers de teekenen der tijden beter begrepen, hunne vooroordeelen op zij gezet en den persoonlijken dienst plicht ingevoerd hadden. Maar dit is nu eenmaal niet geschied. Zij hebben zich laten leiden door de overwegingen, die de Staatsburger met zooveel open hartigheid uiteenzet. „De persoonlijke dienstplicht is een gruwel in de oogen van den typischen ouderwetschen deftigen Hollander uit de regeereude standen. Dat wisten wjj al lang, voordat de Staatsburger het ons op zijne wijze mededeelde. Want men heeft dien maat regel tegengehouden mei al de macht der inertie, die in ons land zeer groot is. Men liet de voor standers praten en schrijven, en deed er het zwij gen toe. „Thans is die ban gebroken. En al heeft de Neder- landsche deftigheid bij deze zaak den onverwachten steun gekregon van de Roomsch-Katholieke geeste lijkheid, die bjj ons te lande en in België door een zonderling misverstand van den persoonlijken dienst plicht gevaar ducht voor de Kerk, toch kan dit slechts een uitstel van executie zijn. Zij moet om den persoonlijken dienstplicht te ontgaan niets minder doen dan de behoorlijke zorg voor 's lande weerbaarheid nog een'ge maanden of jaren uitstellen. Men moet niet alleen deftig, maar ook bijster onnadenkend zijn om niet te begrijpen, dat men zoodoende zijn eigen graf graaft." In een Naschrift spreekt prof. Sprayt nog kort over de later verschenen brochure van dr. Schaap man. Hjj wijs er op, hoe deze om louter poli tieke redenen, de noodzakelijkheid zich te schikken naar zijn conservatieve partijgenooten den P. D. bestrijdt en toch twee krachtige argumenten er vóór aan toont, door te erkennen, dat hij „het meest gevoelt voor den man die persoonlijk zijn last draagt," en dat de afschaffing der plaatsvervanging het goede gevolg zou hebben, dat de belangstelling in het leger warmer werd. De brochure is dan ook niet gewijd aan den P. 1)., maar aan het „partijbelang der Katholieken", dat nu, evenals voorheen het standsbeiang der meer gegoeden, de militaire hervorming moet tegenhouden. Blijkbaar had dr. Schaapman het anders gewild, maar „hij is niet bestand geweest tegen de conservatieve strooming in zijn partij, die zich wellicht verzekerd had van wie weet hoe hooge? autoriteiten. Men denke aan den raad, door De Tijd tot beslech ting van den broedertwist gegeven (de beslissing te vragen van de bisschoppen). „Maar wat er ook achter de schermen zij voorge vallen, de oud-Hollandsche deftigheid kan in 't ver volg ook*op dr. Schaepman's steun rekenen. Dat de oude matrone haar pleit desalniettemin, na korter of langer tijd, verliest, moet den heer Schaepman vol maakt evident zijn. Vandaar de bitterheid tegen zijn blinde onderbevelhebbers, die zoo duidelijk in zijn brochure doorstraalt." Met het oog op de opening van het badse'zoen te Soheveningen is de Zeesluis op last van het Haagsche gemeentebestuur gesloten, zoodat gedurende 4 maan den niet zal worden gespuid. binnen een groot kwartier, zoodat om 9 uur de voorstelling kon voortgezet worden met de opvoering van Koning Koko, alsof er niets gebeurd ware. Het Salon was weder gevuld, en nog voller dan voor den brand, want vele maakten van de gelegenheid ge bruik om gratis een representatie bjj te wonen. Uit dezen brand valt dit te leerenLaat bij een dergelijk onheil de tooneelbediening niet werkeloos blijven. Zjj is met alles bekend en weet hoe en waar gered kan worden. Dit is trouwenB voor niemand, die het tooneel kent, een geheim. Omtrent den brand in het „Salon des Variétés" te Amsterdam tijdens de voorstelling van Woensdag avond, lezen wij in 't Nieuws van den Dag Slechts door den moed en de kordaatheid van den chefmachinist Frits Bartelmeyer werd de brand ge stuit. Ouder het spelen van het voorstukje vatte een der sparreboomen op den voorgrond van het tooneel vuur en hjj stond weldra geheel in vlam en bracht die op het tooneelacherm over. Bartelmeyer, dit ziende, kroop door de vlammen de friozen in, gevolgd en bijgestaan door den gasfitter Brey, den inspiciënt De Haas Jr. en de changeerders Jans en Jan van don Berg. Zij trokken de brandende flarden af en sneden (1e touwen los, zoodat de gordijn op den grond stortte. Meer dood dan levend Hetende onversaagden zich uit de hoogte neer, om het bran dende scherm uit te trappen. Ook de tweede gor- djjn, de advertentiegordijn, was in brand geraaakt, doch hier werd het voortwoeden der vlam snel ge- 9tUAlle genoemden hebben min of meer ernstige brand wonden, kneuzingen en sohade aan kleeding bekomen, vooral Frits Bartelmeyer, aan wiens onversaagd op treden het behoud van het „Salon des Variétés," en misschien van het geheel omliggend buurtje, te danken is. De directie van het Salon heeft dan ook aan hém een milde belooning geschonken. Het publiek zoodra het de vlam bemerkte, in een oogenblik tjjds de zaal uit, want in het Salon valt men let terlijk met da deur in huis. Geen enkel ongeluk kwam voor. Enkelen der aanwezigen kwamen zolfs teru» en hielpen, van de loge af, met emmers water blusschen. In ongelooflijk korten tijd, was een reeks stoomspuiten en wagens met brandweermannen aan wezig, doch toen viel er niets meer te blusschen. Allesis door de tegenwoordigheid van geest van enkelen zóó snel gegaan, dat zelfs de gewone auto- ritoiten geen tijd hadden om op de gewone wijze aanwezig te zijn. Toen de brand begon, stond juffrouw Anna Beu kers nlleeen op het tooneel, bezig met haar créatie. Zoodra zij den vuurgloed zag, had zjj de kracht, zoo hard ze kon, weg te loopen, de kleedkamer voorbij, da straat on De heer Pilger hoorde in zijn kleed- kanaer het geroepBrand®! WaterOnmiddellijk snronz hjj in de uniform van Fransch officier, met de sabel aan, op de kleedbank, opende hot venster, daalde de brandladder af en kwam behouden op straat Toen ging hij het achtergebouw binnen, waarschuwde en nam de dames mede, die zich nog ia de kleedkamer bevonden, onbewust van het gevaar. De geheele brand, die zoo gelukkig afliep, had den schijn alsof er proef genomen werd in welk een korten tijd het publiek van het „Salon des Variétés» bjj eenig onheil op straat zou zgn en hoe de too neelbediening zich zou weren. Ware het werkelijk een proef geweest, dan zouden tooneeldirectie politie, brandweer en assurantie per dagorder aan allen haar hooge tevredenheid hebben kunnen betuigen. Want merkwaardig is het, dat al het gebeurde plaats vond De Stand, meent te mogen voorspellen, dat de 8poorwegovereenkom8ten door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen zullen worden. De minister van waterstaat zal daarvoor in de Tweede Kamer op bijna de geheele rechterzijde kun nen rekenen. Uit haar boezem hoeft zich tot nog toe geen stem tegen de overeenkomsten doen hooren, bij weifeling zullen de leden der rechterzijde allicht geneigd zijn moer vertrouwen te stellen in het advies van den Minister, die zooals ook uit de memories blijkt, een uitmuntend expert is, dan in de onge vraagde adviezen van de experts onder de publicisten. Yan de 100 leden toch zal ten hoogste een tiental zoo doorkneed zijn in de spoorwegpolitiek, dat een zelfstandig oordeel over de voorstellen kan geveld worden de overige 90 zullen een contradictoir debat aanhooren tusschen experts die de lichtzijden en experts, die de schaduwzijden uiteenzetten. Eenquaestie van vertrouwen alzoo. En dan is het natuurlek, dat een kamerlid eerder het advies volgt van een minis ter-geestverwant dau van d« N. R. C.% vooral wan neer hij bedenkt dat verwerping den val van minis ter Havelaar en alzoo verzwakking van het minis terie ten gevolge zal hebban. Voor hem, die in het onzekere is, of verwerping dan wel aanneming in 's lands belang is moet en mag het politiek argument wegen. Voegt zich nu bij de rechterzjjde het deel der linkerzijde, dat instemt met het gevoelen van het Handelsblad, dan is eene aanzienlijke meerderheid te verwachten. De stemmenoijfers zullen alleen iets lager zjjn (fan anders, wijl de Kamerleden, die rechtstreeks bij de directie van een der drie maatschappijen zijn betrokken, in den regel aan zulk een stemming niet zullen deelnemen. En dan is er geen enkele reden, waarom de Eerste Kamer de overeenkomsten niet zou aannemen. Al onderschat De Stand, niet den invloed, door den heer Tak van Poortvliet nog steeds op de Eerste Kamer uitgeoefend, toch acht het blad dien invlood niet zoo overwegend, dat men tot verwerping zal besluiten. En dit te minder, daar toch feiteljjk de beslissing om deze spil zal draaien, of de bedreigde naasting fictief dan wol ernstig gemeend is, terwjjl het finan- cieele argument geheel op den achtergrond is ge raakt. De vraag is thans alleen of, zoo de twee maatschappijen die ons spoorwegnet exploiteeren zullen, te kwader ure onder één deken gingen slapen, de naasting uitvoerbaar zou zjjn. Coalitie is, zij het wellicht ook voor slechts enkele jaren, mogelijk en kan dan aanmerkelijko schade aan handel, landbouw en nijverheid veroorzaken. Om aan dit gevaar te ontkomen, kan de Staat tot naasting overgaan. Is dit oen wassen neus, dan is natuurlijk het ontwerp onaannemeljjkzoo niet, dan is alle gevaar voor de toekomst weggenomen en staat niets aan de aanne ming in den weg. Dan behoeft nog niet dadelijk tot naasting te worden overgegaan; reeds de bedrei ging zal uitwerken wat de naasting als straf met zich zou brengen. De Stand, acht het daarom hoogt verkeord, dat de tegenstanders reeds nu zonder het te bedoelen aan de maatschappijen te verstaan geven, dat zij zich over die naasting niet behoeven bezorgd te maken, daar er toch niets van komt. „Ons zegi de Stand., is dit niet ongevallig, omdat het o. i. de mogelijkheid vorhoogt, dat het vroeg of laat tot Staatsexploitatie, die we voorstaan, komen zalmaar voor den Minister en voor de voorstanders van het ontwerp is het van het hoog belang, dat deze verzwakkende indruk niet voortwerke. „De Minister mag geen zweem van twjjfel laten voorbestaan over zijn ernstig voornemen en vasten wil. om, bleek het noodig, de naasting gevolgd door Staatsexploitatie, door te zetten. „Alleen daardoor bljjft het ontwerp serieus. „En hoe duidelijk het den Minister gelukt, de mogelijkheid van zulk een naasting van Staats exploitatie in het lioht te stollen, hoe meer hjj de kansen op aanneming van zjjn ontwerp verhoo- gen zal.* De President der Eransche republiek heeft een decreet onderteekend, waarbij gedeeltelijke of geheele

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2