BINNENLAND. Biittenlandscii Overzicht. ting ran den werkdag tot 10 aren, maar eer der niet." Zoo denken de meesten, en het laat zich gemakkelijk verklaren. Men is wel verplicht vele uren te werken, als het loon gering is en de behoeften van het gezin talrjjk zjjn. 2o. Een tweede oorzaak ligt in de wisselende vraag naar werkkracht. In streken met een uitgebreide fabrieksnijverheid, die veel voor uitvoer werkt, kan de arbeid gelijkmatiger over het gCheele jaar worden verdeeld, dan in stre ken, waar de industrie in plaatselijke behoeften moet vóórzien, behoeften, die klimmen èn dalen met het wisselen der seizoenen en andere om standigheden. Men kan weren en spinnen in iedere maand, maar gemeenlijk niet metselen in den winter. Men kan katoenen stoffen in voorraad maken, maar geen artikelen die sterk aan mode onderhevig zijn. Een smid heeft het druk als de kachels gezet moeten worden, een schilder in den schoonmaaktjjd. Een fa brikant van ijzeren werktuigen, die zich veel met reparatiewerk bezighoudt, zal op eens de handen vol hebben, als toevallig verscheidene zijner klanten te gelgk zjjne diensten inroepen, straks zal hjj reikhalzend uitzien naar bestel lingen. Aan <Jit punt moet men wel indachtig zjjn, wanneer men Nederlandsche toestanden zon willen onderwerpen aan wetten naar bui- tenlandsch model. De fabrieks- en ambachts nijverheid draagt in vele streken van ons land een zeer eigenaardig karakter. Sterk wisse lende vraag is hier een normaal verschijnsel, en van die wisselende vraag is dit het treurig maar onvermijdelijk gevolg, dat nu eens werk loosheid heerscht, dan met ongemeene inten siteit moet worden gearbeid. 3o.g De commissie noemde in de derde plaats de macht der gewoonte, en zij bedoelde daar mede de sleur, die zooveel verbeteringen tegen houdt. Waarschijnlijk zou in menig geval de arbeidsduur zeer wel voor vermindering vat baar zjjn, zonder dat iemand er schade bjj leed. Er is een verhaal in omloop van een Neder- landschen labrikant, die gewoon was 12 of 13 uren per dag te laten werken. Zjjn voorraad grondstof begou te verminderen en de prijs was van dien aard, dat bjj geen geneigdheid bezat tot nienwe aankoopen -, daarom besloot hij tot vermindering van den werktjjd met eén uur daags, ten einde den voorraad langer te doen strekken. Hoe groot was zijne verbazing, toen hjj even veel product verkreeg als vroeger Weder beperkte hij den dunr van den arbeid, ditmaal tot 10 uren per dagnog altijd even veel product. Eerst toen hjj op 9'/j uren kwam, viel vermindering waar te nemen. Laat dit verhaal een legende zjjn, ook in legenden kan waarheid schuilen. De commis sie kan het slechts als een vermoeden uitspre ken, maar gelooft toch, dat dit vermoeden gegrond is: nam men in ieder bedrjjf een ernstige proef met vermindering der werkuren, veelal zou men bespsnien, dat het product er niet geringer door werd. GOUDA, 10 Juni 1890. Bg Kou. besluit zijn benoemd tot Commissaris ran Politiete Hilversum J. W. Tuinenburg, thans te Gouda, en te Gouda W. N. van Garderen, thans te Hilversum. "Te Utrecht is geslaagd bij het theor. genees kundig examen I, de heer P. C. Costerman Boodt. Heden morgen ging op de Turfmarkt een paard voor een melkwagen gespannen, op hol. Op den Kleiweg werd hot gegrepen; de bestuurdór kreeg eene kleine hoofdwoode. Heden morgen ten ongeveer 9 uur is te Waddinx- veen, in de zuidplaspolder 2e blok, bij M. Oudgk brand uitgebroken. De woning enz. is afgebrand, de inboedel is gered. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. f)e verkiezing van leden der Eerste Kamer, ten gevolge van de periodieke aftreding van één derde ge deelte der leden, zal dit jaar op Dinsdag 8 Juli ge schieden. Alsdan treden af: in Noord-Brabant de heeren mr. J. B. Hengst en mr. J. G. de Bruynin Gelder land de heereu jhr. F. X. J. van Nispen tot Pan- nerdeu en mr. W. C. baron 'Van Pallandt van Waardenburg en Noerijneuin Zuid-Holland de heeren Hendrik Muller 8z., mr. 8. A. Vening Meinesz, mr. J. van Gennep en mr. B. M. Vlielander Hein in Noord-Holland de heeren jhr. mr. D. van Aker laken, mr. G. van Tienhoven eu J. Prinsin Utrecht, de heer mr. B. Melvil baron van Lijnden in Friesland de hoer mr. W. J. van Weideren baron Rengersin Overijsel de heer A. J. Blijdenstein in Groningen de heer D. K. Welt; in Drente de heer mr. A. E. J. Njjsingh, en in Limbuj-g de heer L. H. A. Magnée. In Zeeland treedt ditmaal geen lid af. T Voor de betrekking van directeur der stadsreini ging te Harlingen waaraan met de voordeelen weinig meer dan 800 inkomen is verbonden, en waar tegenover staatde eisch eener borgstelling van f 5000 hebben zich tot dusver ruim 60 sollicitanten aangegeven, waaronder mannen van stand, gepensioneerde officieren, enz. De hoofddirectie van het Instituut voor Doof stommen te Groningen ontvangt voortdurend milde bijdragen eu hartelijke bewijzen van deelneming in het op 17 Juni a. b. te vieren honderdjarige jubileum. Vele giften van 1000, 2000 eo meer zijn inge komen. Door de echtgenoote van den Commissaris des Konings zijn 40 rijtuigen voor een rijtoer naar Assen, benevens de kosten voor een maaltijd aldaar, beschikbaar gesteld. Eenige in Amerika vertoevende doofstommen, afkomstig van deze inrichting, zullen het feest meemaken. Door den heer Guyot zal een diner vaa f 2000 worden aangeboden. Blgkens een opgave in de St.-Ct. bestond de bevolking van Noord-Holland op 1 Jan. uit 403.365 §428.030 vr. totaal 831.395, tegen 819.283 17 m. en 421.766 vr.) op 1 Jan. 1889. terdam telde 191.671 m. en 214.645 vr. 406.816; Haarlem 24.764 m. en 27.391 vr. totaal 52.155 Helder 12.124 m. en 10.861 vr. totaai 22985 Hoorn hfol m. en 5517 vr. totaal 11.218 Nieuwer-Amstel 12.350 m. en 12.552 vr. totaal 24.902Zaandam 7597 m. en 7744 vr. totaal 15.341. De Dordt. Ct. bevat de volgende adv. Zelfzingers, zelfoomponisten, zelflezers, zelfspre- kers, zelfdichters, zelfdenkers, gij kunt met voldoe ning terugzien op hot jaar dat is doorleefd. Wij rekenen thans als in het Geïllustreerd Kermislied (coupletten 2 en 8) van wkerrais tot kermis," wat z/oud-en-goed-ven-blijvend nationaal" is. Blijvend P ja blgvend De //deugd" maakt aanspraak op //vreugd". Hoe meer «burger- deugden" des te veelvnldiger de openbaringen van //burgervreugden" «in bosck, op veld, in huis, op plein Gaat aldus voort met «zelf" aan uw eigen vor ming tot mensch van «deugd en vreugd" te werken èn de kermis, (de tijd van ontspanning na gedanen arbeid èn die van kracht opdoen tot komenden arbeid) in welken vorm ook, komt «jaar op jaar" weerom. H. O. VAN DER LINDEN VAN 8NELREWAARD. Volgens het programma van de een-en-veertigste algemeene vergadering van de Ned. Maatschappij van geneeskunst, welke 6, 7 en 9 Juli te Utrecht zal gehouden worden, zullen de congresleden Zondag 6 Juli, des avonds, in Tivoli feestelijk welkom worden geheeten. De algomeene vergaderingen zullen in Tivoli ge houden worden. Maandag 1 uur zal prof. Siegenbeek van Heukelom, een voordracht ten beste geven over den tegen woo rdigen stand der gezwellen-leer: daarna zal een stoomboottocht langs de Vecht worden ondernomen, (aangeboden door de afJ. de Vecht en omstreken), gevolgd door een diner te Breukelen in het hotel Statenwapen. Dinsdag zal na afloop der algemeene vergadering prol. Snellen spreker over Glaucoma, waarna rijtoer door Utrecht's omstreken en te 6 uur feestmaaltijd in Tivoli. De feestcommissie bestaat uit de hoeren Th. Dentz, A. Huisman, 8. K. Hulshoff, G. Lugt, N. P. Van Spanje, A. J. v. d. Wegde, allen te Utrecht, H. P. Kapteijn, te Abcoude, A. Mijnlieff te Breukelen en H. J. Planten te Loenen. Onder de «hooge en gewichtige openbare betrek kingen," uit welker bekleeders of vroegere brkloeders, de Provinciale Staten leden der Eerste Kamer zullen mogen kiezen, zijn Donderdag jl. door het amende ment der commissie van rapporteurs, terecht ook gerangschikt de voorzitter van het College voor de Zeevisscherijen en de voorzitters der Kamers van Koophandel en fabrieken in gemeenten boven 20,000 inwoner» of van gecombineerde gemeenten boven dat getal. «Is dat niet raar zei Prudence dood onverschillig. «Zij maalt niets meer om hem, dat 's zeker," dacht mijnheer Dent bij zich zeiven. «Neen, raar is het niet. Mijn broer Benjamin en Dominé Haw kins waren jaren lang intieme vrienden. Ik geloof, dat Benjamin hem eens in geldzaken geholpen heeft, toen ze samen studeerden en zijn dankbaarheid is niet zoo onverklaarbaar maar er is ook meer dankbaarheid in de wereld, dan men wel eens wil zeggen. Maar de verplichting, die de executeuren hebben, en daar hoor ik ook onder die is raarDe executeuren mogen den inhoud van het testament niet bekend maken, en Jack zal niete van zijne erfenis vernemen ook al konden wij hem vinden dan .een jaar na den dood van den erflater." «Wat een zonderlinge bepaling!" «Dominé verklaart dat, door te zeggen, dat ieder zijn eigen onderhoud behoort te verdienen, dat plot selinge rijkdom dikwijls het grootste ongeluk is, dat een jongmensch kan treffen en dat hij wenscht, dat de zoon van zijn vriend een poosje op eigen kracht leere vertrouwen, «opdai hij" en dat zgn dominéés eigen woorden, «zijn rijkdom op rechten prijs leere stellen en zijn voorspoed zonder trotschheid leere verdragen." Dat is alles duidelijk genoeg, in de manier van je vriend. Dr. Johnson, maar over het algemeen nog al zonderling. Het testament is net even stijf als een preek van den ouden dominé. Jarvis heeft het gemaaktmaar hij kon er geen zin zelf van maken, al was het nog en nog zoo. Maar Jack erft intusschen een aardig sommetje, een tachtig duizend dollars, buiten en behalve het huis en erf in Horseshoe Lane." «En misschien heeft hg op dit oogenblikvgeen brood om te eten, geen dak om onder te schdüen." «Best mogelijk. Hg heeft zich niet verwaardigd, zijn vrienden te laten weten, wat er van hem ge worden is. Maar 't is, zooals je al lang geleden zei, 't zal hem goed doenhet zal hem leeren, pp zijn eigen beeneu te staan, lk dacht toen niet, dat hij daar noch les in moest hebbenmaar ik ben van gedachten veranderd. Het was Jjftf van Jack, bij het eerste vuur de vlag te strijken. Ik heb mij erg in hem vergist, hij is me bepaald tegengevallen, Ik houd het er voor, dat de jongen te trotsch is, om me te schrijven." «Maar er moet nu toch zeker wat voor hem ge daan worden, Oom «Als ik maar wist, wat. Over dominé Haw kin's testament zou ik hem niet kunnen spreken, al was hij hier. Ik kan me ook niet verbeelden dat Jack erg happig zou wezen op een advertentie in de cou ranten. Blijkbaar hebben brieven geen invloed op hem. Toen ik zag, dat je zoo ongeluk ik wil zoggen, toen we dat verhaal kregen van dien schurk van een Nevins, heb ik dadelijk aan Jack geschreven, dat hij thuis zou komen en zich zou uit. rusten voor een nieuwen tocht; ik heb hem aange. boden een Mgn-Compagnie te stichten en hem direc. teur te makeü en de zaken als verstandige menschen tc drijvenmaar hij hoeft me dien brief nooit be antwoord, ik weet niet, of bij hem wel eens gekregen heeft." «Dat was heel liof van u, Oom," zei Prudence, die heel nieuw ophoorde. «Dat stilzwijgen bevalt me niets. Wel, het is goed twee-en-een half jaar, het loopt naar de drie jaar. Zie je, soms stel ik me voor, dat hij dien man ont moet heeft en dat het niet goed met hem afgeloopen is. Dat kan den dominé ook wel in de gedachte gekomen zijn, dat zou dat zonderlinge codicil ver klaren, dat hij aan het testament toevoegde." Dat testament en alles, wat er mede in verband stond, hinderde Prudencemaar ze werd toch dade lijk nieuwsgierig te woten, waarin dat zonderlinge codicil bestond en ze gaf dat onwillekeurig door den opslag van haar sprekende oogen te kennen. Mijnbeer Dent nam oen van de deftige stukken op, keek naar de laatste bladzijde, lei het stuk weer neer, nam het weer op en las een zin noch eens zeer nauwkeurig door, als om zich zekerheid te ver schaffen, voor hij sprak. «Ingeval van John Dent's overlijden, zeide hg, «ingeval bij binnen de bepaalde twaalf maanden sterft, komt de bezitting aan j o u." «Neen, neenaan mij moet bet nooit komen riep Prudence, opspringende uit den grooten armstoel, waarin zij zich verscholen had. Wordt vervolgd.) Nu tusschen den minister van waterstaat en het College voor de Zeevissoherijen korten tijd een span ning heeft bestaan, die gelukkig thans is verdwenen, is het wel van belang de hulde, die door den heer Roëll jl. Donderdag aan dat college is gebracht, in haar geheel bekend te maken. Die afgevaardigde, die als voorzitter d«*r Commissie van Rapporteurs haar amendement verdedigde om de genoemde be trok kingen op te nemen zeide «Wat de benoeming betreft van den voorzitter van het College voor de Zeevisscherijen, wij beschouwen dit inderdaad als een welverdiende hulde, door de Staten-Generaal te brengen aan de uitnemende dien sten door gemeld college gedurende een 35-jarig tgdvak bewezen aan een hoogst belangrijken en zeer gewichtigen tak van nijverheid. In de laatste jaren vooral zgn de werkzaamheden van dat College sterk toegenomen, en indien de zeevisscherg, die zulk een rol hoeft gespeeld in do grootschei dagen onzer natio nale geschiedenis, in de laatste tijden zulk een vlucht heeft genomen, dan moge niet uit te maken zgn of dit was «post" (na) of «propter" (door), maar men moet toch met dankbaarheid erkennen dat het aan de gewaardeerde werkzaamheid en zorgen van dit College niet ontbroken heeft. Wij herinneren, dat thans mr. E. N. Rahusen voorzittor is van het College, en dat ambt reeds sedert 1862 bekleedt. Wat de Kamers van koophandel betreft, volgens de opgaaf van den heer Roëll aullen, als het ont werp wet wordt, voortaan ook tot leden der Eerste Kamer verkiesbaar zgn de voorzitters der Kamers te Breda, 's-Bosch, Tilburg, Arnhem, Nijmegen, Delft, Dordrecht, Gouda (bgna 20,000 inwoners), 's-Gravenhage, Leiden, Rotterdam, Schiedam, Am sterdam, Haarlem, Utrecht, Leeuwarden, Deventer, 'Zwolle, Groningen, Maastricht en in de gecombineerde gemeenten Zaandam c. a., Dokkum c. a., Franeker c. a., en vermoedelijk ook Veondam en Wildervanjt. Wanneer het ontwerp gelijk te verwachten is wet wordt, zal nog in verband daarmede een wetswijziging^ noodig zgn, nl. die van de wet op het hooger onderwijs. Deze bepaalt in art. 56 al.'2, dat hoogleeraren, die het lidmaatschap van een der beide Kamers der Staten-Generaal aanvaarden, zoo lang dit lidmaatschap duurt, in het genot blij ven der helft van hunne jaarwedde als verlofstraktement. De hoogleeraren zijn tiu opgenomen onder do be noembaren tot lid der Eerste Kamer, «wegens hooge en gewichtige betrekkingen." Zal dit geen ijdele bepaling zijn, dan behoort het voorschrift te verval len die bij aanvaarding van dat lidmaatschap den hoogleeraar dwingt verlof te nemen. Zóó tijdroovend is het lidmaatschap der Eerste Kamer niet dat de hoogleeraar niet te gelijk zijn ambt bij het hooger onderwijs naar eisch zou kunnen vervullen. De regeering heeft reeds het indienen van een voordracht in dien geest in uitzicht gesteld. Op Vrijdag den 6n dezer had do gewone alge meene vergadering van de vereeniging «Nederlandsch Mettray" op do kolonie van dien naam bij Zutphen plaats, onder voorzitterschap van mr. J. E. H. baron- Van Nagell van Ampsen. Het jaar 1889 begon met 148 en eindigde met 145 kweekelingen, zoodat de bovolkirïg weinig van het vorige jaar verschilde. De gezondheidstoestand was over 't algemeen zeer goed, alleen overleed in den aanvang des jaars de smidsbaas aan do typhus. Over het gedrag der jongens wae de directeur zeer tevreden en slechts overtredingen van minderen aard kwamen voor, ook was do algemeene geest onder de bevolking te roemen. Daarna werden de rekeningen en begrootingen behandeld en vastgesteld. In de vacature ffcn de hoofdcommissie werd voorzien door de benoeming van den heer P. J. Suringar, te Leeuwarden, eu de aftredende commis sarissen, de bh. mr. J. P. Portielje en H. G. J. Völcker van Soelen, werden herkozen. Na de bespreking van eenige punton van huis- houdelijken aard, werd de vergadering gesloten. Voor de inwoners van Oberammergan is met de Possionsspiele een jaar van materieele voordeelen aan gebroken. De Herrgottschnitzer, die in gewone om standigheden voor zijn christenbeeldjes drie a vier mark per dag verdient, heeft nu een flinken afzet voor zijn waar aan de tallooze vreemdelingen. In 't bijzonder is de verkoop van photographieën van de voornaamste spelers voordoelig. Deze kosten een mark en do provisie voor den verkooper is 15 pfenning. Een Weener firma heeft ditmaal het mono polie van den verkocp gekocht voor de kolossale som van 37,000 Mark. In het jaar 1880 werd hier voor slechts 3000 mark betaald. De gemeente krijgt hiervan 35,000 inark, de overige 2000 worden on der de spelers voor het tijdverlies van het photo- grapheeren verdeeld. In het jaar 1880 werd met 40 voorstellingen in 't geheel 336,526 mark ontvangen. Deze som werd besteed aan het verbeteren van bet theater, dat thans veel ruimer is, terwijl een 15,000 mark aan de 700 medewerkende .spelers en de 217 grootbur gers ten goede kwamen. De gemeente speelt als zoodanig. Een honoranium wordt aau de spelers niet uitgekeerd, slechts oen matige schadevergoeding voor het geleden tijdverlies. Men rekent dit jaar op een bruto-ontvangst van 500,000 mark. Nu de Koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen iu staat van liquidatie verkeert, wijl de tegenwoordige aandeelhouders, na zich reeds vele opofferingen te hebben getroost, ongeneigd zijn de zaak verder op dien voet voort te zetten, bespreekt hot Hbl. de wenscholijkheid, dat de fabriek worde overgenomen door den Staat. Op do vergadoring der aandeelhouders kwam dit punt reeds ter sprake. Wellicht kon de Staat, de gebouwen en terreinen overnemende, de exploitatie ervan aan particulieren, als pachters, overlaten en het voorbehoud maken dat de regeering in tijd van nood de beschikking er over had. Vooral met het oog op de weerloosheid der fabrieken te Vlissingen en Feyenoord in geval van oorlog en met de wellicht wor.schelijke verplaatsing der militaire fabrieken van den Haag naar Amsterdam, verdient dit vraagstuk thans ernstige oveiyyeging. "Het blad hoopt, dat het zal ter sprake komen bij de be handeling der interpellatie van don heer Guyot ov'er de surséance van betaling, die deze week in do Tweede kamer aan de orde is. De kantonrechter in Den Haag heeft onlangs een beslissing te nemen gehad betreffende h$t dienstbo- denrecht. Op 1 Aug. jl. nam jhr. mr. V. d. S. een uitwonenden knecht in dienst tegen een weekgeld van 8 en aandeel in het verval en betaalde hem 5 godspunning. Op 23 October verliet die per soon don dienst en nu weigerde de heer De S. hem het loon over de laatste week eu het doel van het verval, groot 26.171/* uit te betalen. De knecht meende dat hij bij de week was aangenomen en dus kon volstaan met een week vooraf op te zeggen. De meester echter beweerde, dat de huur telkens voor 3 maanden was aangegaan en dus ontijdig opgezegd. Hg beëedigde dit en daarom oordeelde de kanton rechter dat het nog niet betaalde loon voor de laatste week verbeurd was, maar ntet het aandeel in het verval. De meester had echter zijnerzijds een tegenvorde- ring ingesteld. De wet bepaalt dat een djefnstbode, die binnen den bepaalden of gewonen huurtijd, dien dienst zonder wettige redëüen verlaat, het verdiende loon verbeurt. Dit vatte de meester aldus op, dat ook het loon dat reeds betaald was, verbeurd was door ontijdig vertrek. Hij vorderde dus de over 11 weken betaalde 88 en de 5 godspenning terug, welke slechts bij wijzo van voorschot zouden zijn gegeven, maar mot aftrek van het verval. De kantonrechter was van eeu ander gevoelen. Wel schijnt de wet, die zwijgt van voorschot en godspenuing, van het denkbeeld uit te gaan, dat eerst na afloop van elfcen termijn (hier 3 maanden) het loon betaald wordt, maar toch is recht van terug vordering hier niet aannemelijk. De wetgever heeft processen tusschen meesters en dienstboden zooveel mogelijk willen voorkomeu, door nauwkeurig vast te stellen welke schade is te vergoeden en te lijden bij onrechtmatige verbreking van het contract. De bepaling dat de dienstbode dan «het verdiende loon verbeurt," heeft de bedoeling den dienstbode zijn vordering voor dat loon te ontnemen, niet den meester een recht te geven tot terugvordering van 't geen hij geheel ouverplicht vóór den vervaltijd heeft betaald. Ook doen do aangehaalde woorden meer denken aan het verlies van ^en recht op hetgeen nog ont vangen moet worden dan aan de verplichtingen om het reeds in voorschot ontvangene terug te geven. Ook de godspenning kan, bij het stilzwijgen der wet, niet anders beschouwd worden dan als een deel van het loon over kortoren of langeren tijd te ver dienen, zoodat ook daarvoor geen terugvordering aan den meestor toekomt. Om die redenen hoeft de kantonrechter ten slotte aan den bediende enkel toegewezen zijn deel «in de pot" en do verdere vorderingen van beide zijden ontzegd. Gisteren deelden wij het bericht mede van de verwerping van het Sperrgelden-ontwerp door de meerderheid van den Pruisischen Landdag. Slechts 13 stemmen waren er voor, allen vrijzinnigen, die door dezen liefdedienst het centrum dank wilden zeggen voor de ondersteuning, van zwarte zijde bij de verkiezingen genoten. Immers, men weet, dat het Centrum gaarne de aanneming van het ontwerp had gezien, wanneer het zelf maar tegen had kunnen stemmen, om daardoor practisch uitdrukking te geven aan de meening, dat de Kerk nog veel meer toekwam dan dat. Windthorst is echter mst al zijn talenten ditmaal wat te vroeg opgestaan; toen hij bjj de eerste lezing niet van wenschen maar van eisohen sprak en den minister van Eeredienst Gossler ongeveer voor leugenaar uitmaakte, toen luidde van de conser vatieven en nationaal-liberalen, die in den Landdag de meerderheid vormen, het bescheidNu zult ge zelf uw goedkeuring hechten aan de wet, of zij wordt verworpen. Tusschen de tweede en derde lezing werden nog onderhandelingen govoerd om het Centrum in de gelegenheid te stellen een gesohikten terugtocht te bedenken. Die onderhan lelingen leidden tot niets en de wet werd verworpen. Bij monde van den vrjj- rinnigen llickert werden de conservatieven en nationaal- liberalen gesmeekt toch maar voor do wet te stemmen, al bleef het Centrum er tegen. Men had daar echter geen lust in en zoo moest eindelijk Windthorst de bittere vruchten plukken van zijn eigen onhandigheid. De aanvoerder van het Centrum schijnt, nu hij oud wordt, wat te naïef te worden. Tusschen de tweede en derde lezing informeerde Windthorst bjj den Minister-president, of de Minister van Eeredienst niet tover gegaan was in zjjn mededeeling over de Paus ten opzichte van dit ontwerp. Het antwoord van daar luidde, dat dit niet het geval was en dat er bjj het ministerie weinig lust bestond de onder handelingen over de Sporrgeldeu weer op te vatten,, omdat de leden van dit Ministerie politieke eer haddon, welke hun niet veroorloofde de verwijten te vergeten, welke bij de behandeling van deze wet tegen hen gericht waren. Stocker kreeg 't nog met Windthorst aan den stok en weerde zich niet ongo- schikt tegen de ultramoutaansche aanmatiging. In tusschen blijft het er bij: de wet is verworpen. In de Duitsche legercommissie is nu ook de mi nister-van financiën aan het woord geweest. De heer Von MalZahn—Gülst gaf nog minder troost dan de minister vau oorlog, want de minister cijferde uit, dat de rijksuitgaven door de supplementaire be grooting, welke de regeering onlangs indiende, elk jaar met 60,000,000 Mark zullen verhoogd worden. Van verlaging der invoerrechten op koren, gelijk de liberalen en sociaal-democraten verlangen, kan dus geen sprake zjjn. Integendeel achtte de minister een verhooging der belastingen ouvermijdeljjk, want na tuurlijk moet or geld zijn voor de tenuitvoerlegging der legerplannen. In het volgende jaar zal de regeeriog haar belas- tingontwerpen bij den llijksdag indienen, maar nu reeds voegde de minister er met eigenaardigen humor bjj zie ik met genoegen, dat de bladen het publiek al beginnen voor te bereiden en reeds het denkbeeld van eon belasting op lucifers en een zegel- belasting hebben geopperd." Wat de verkorting van den diensttijd betreft, ver- klaardo zoowel de minister van oorlog als de rijks commissaris generaal Vogel von Falkenstein zich ten stelligste hiertegen. Generaal Verdy zou zich als een „misdadiger" beschouwen, indjen hij zich niet met hand en tand tegen dit voorstel verzette, en generaal Vogel wees op de voordeelen van het soldatenleven. „Een groot deel dor soldaten zeide hij heeft het in de kazerne beter dan thuis en daarom zouden zij eer reden tot klagen hebben dan tot tevredenheid, indien de diensttijd tot 2 jaren werd beperkt.» Deoude generaal, wiens naam uit de oorlogen van 1866 en 1870 genoeg bekend is, sprak er zoo luchthartig ovor, alsofgelijk de correspondent van de Frankfurter Zeitnng het uitdrukt do kazerne niets als een vacantiekolonie is. Een beslissing werd nog niet genomen, maar na tuurlijk heeft de rede van den minister van financiën het verzet der oppositie niet verminderd. Verkorting van den diensttijd tot 2 jaren bljjft de voorwaarde, waarvan de goedkeuring dor gevraagde kredieten af hankelijk wordt gesteld. De Russische regeering is zeer tevreden over Frankrijk. De Nord, het bekende officieuse Russische orgaan, brengt hulde aan de Fransche regeering voor de krachtige wijze, waarop zij is opgetreden ten einde een samenzwering te beletten, die in b&ar land tegen een bevriende mogendheid werd gesmeed. Hoe het eigenlijk met deze samenzwering staat, is nog niet bekend. Wel bljjkt meer en meer, dat de plannen der Russen niet zoo onschuldig zgn als zij wol voorgeven. Bjj een hunner, een zekeren At- schinazi, vond de politie een smeedkachel, waar de stukken, die noodig waren voor de bommen, werden gemaakt. De man had een cylinder gekocht on deze aan den oven verbonden. Overdag werd jjverig ge werkt en 's avonds veroenijjden zich de vriendon bij hem tot een gezellige bijeenkomst. De buron hadden pich reeds dikwjjls verwonderd over den dikken rook, die steeds uit don schoorsteen kwam, en over de groote hoeveelheid plaatijzer,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2