Bultenlandscb Overzicht.
Begraafplaatsen.
Er syn hier twee begraafplaatsen: de Algemeene
Burgerlijke Begraafplaats in de Korte Akkeren, en
de Begraafplaats voor Israëlieten in de Boelekade.
De eerste is gesplitst in twee afdeelingen, waarvan
eene voor Katholieken, en eene voor niet-Katholieken.
Op de Algemeene Begraafplaats werden 486 Pro
testanten en 226 Katholieken begraven en wel
in eigen graven15
huurgraven le klasse 7
ff a 2e 33
3e ff 654
kosteloos3
Op de Israëlietische begraafplaats werden 10 lijken
ter aarde besteld.
Ziekenhuis.
De volgende tabel geeft een overzicht van het
getal verpleegden in het St. Catharina-Gasthuis
Beide
Mannen. Vrouwen. Geslachten.
Op 1 Jan. 1889 waren
in behandeling 9 7 16
In den loop van het jaar
werden opgenomen. 45 47 92
Totaal der verpleegden 54 54 108
Beide
M. V. Gesl.
Ontslagen werden:
Als hersteld 28 29 57
Op eigen verl. 2 3 5
Overl. zijn .10 8 18
40 40 80
'Zoodat op den laatsten
December in behandeling
waren 14 14 28
Van de 108 zieken werden 60 geneeskundig en
48 heelkundig behandeld.
Van de 18 overledenen behoorden 14 tot de ge
neeskundige en 4 \ot de heelkundige afrleeling.
Van de 28 patiënten, die aan het einde van het
jaar zich in het Ziekenhuis bevonden, werden 6 man
nen en 12 vrouwen geneeskundig, en 8 mannen en
2 vrouwen heelkundig behandeld.
Er werden nog tijdelijk verpleegd vijf krankzim-
nige mannen en eene vrouw, die naar onderscheidene
krankzinnigengestichten werden overgebracht.
In de kraaminrichting werden eene gehuwde en
eene ongehuwde vrouw opgenomen.
Lijders aan besmettelijke ziekten boden zich niet
aan, zoodat van de daarvoor bestemde barak geen
gebruik behoefde te worden gemaakt.
Het aantal verpleegdagen bedroeg ten laste van
het Gesticht7045
en ten laste der verpleegden of andere par
ticulieren ^ie voor hen betaalden
a. van inwoners dez^r Gemeente a 1,
per dag 113
b. van inwoners van andere gemeenten
a 1,25 per dag80
c. van gepensioneerde militairen, gere
kend naar bet gagementsbedrag a
100 en 120 per jaar 61
259
Te zamen 7304
- Voor de patiënten der geneeskundige afdeeling in
het Ziekenhuis werden 1610 en voor die der heel
kundige afdeeling 553 recepten ter Stads-Apotheek
gereed gemaakt.
De kosten van die geneesmiddelen kunnen niet af
zonderlijk worden opgegeven, daar zij begrepen zijn
onder die van de Stads-Apotheek.
Aan het Ziekenhuis zyn verbonden een Genees
heer en een Heelmeester, die ieder een tractement
genieten van 500.'sjaars. Hun is tevens opge
dragen de behandeling der zieken in de Godshuizen
der Gemeente en ook in de Inrichting tot wering
van bedelarij, als die daar verlangd wordt.
In den loop van het jaar werden 79 baden ge
nomen door mannen en 5 door vrouwen, dus in het
geheel 84.
Hot gesticht bevindt zich in goeden toestand. Als
proef werd in een der ziekenzaleu een luchtkoker
aangebracht, die daar goed werkt. De toepassing
van dit systeem verdient volgens Regenten ook in
de andere lokalen aanbeveling.
Het Collegie van Regenten leed eeu gevoelig ver
lies door het overlijden van den heer H. P. N.
Koemans, die gedurende bijna zeventien jaren daarin
zitting had en zich van de verplichtingen aan die
betrekking verbonden met veel ijver en belangstel
ling kweet.
In zijne plaats werd benoemd de heer A. W. Roes,
die ic September zitting nam.
Geneeskundige dienst bij armenverpleegd in hunne
voningen.
Volgens de bestaande Verordening is do genees
kundige behandeling der armen in hunne woningen
aan drie Gemeen te-Artsen opgedragen, die ieder in
hunne wijk de praktijk in haren geheelen omvang
uitoefenen. Tijdelyk is een der artsen met den dienst
in twee wijken belast. Voor iedere wijk wordt een
salaris van 700.'s jaars genoten.
In plaats van den heer C. Kodde, die naar Rot
terdam vertrok, werd tot gemeente-arts benoemd de
heer P. J. A. Levedag.
Aan de gemeente-artsen is niet alleen opgedragen
het bezoeken der armen aan hunne woningen, maar
zij zijn tevens dagelijks des morgens te 9 uur op
het Gasthuis voor de stads-pationten te spreken.
De gewone verloskundige hulp wordt verleend door
vier Stads-Vroed vrouwen, die ieder een salaris ont
vangen van 250.— 'sjaars.
Op de Stads-Apotheek werden voor 2060 armen
18029 recepten gereed gemaakt, waaronder 4015
voor personen die zich in het Gasthuis en de Ge
stichten bevonden.
In het vorige jaar bedroeg het geheele getal 16291.
De kosten dergeneesraiddelen bedroegen ƒ1270.59».
Koepok-inenting.
Overeenkomstig de bepalingen der Wet tot voor
ziening tegen besraettelyke ziekten werd zooveel
mogelijk gelegenheid gegeven tot kostoloozo inenting
en herinenting. Bovendien werd viermaal in het
jaar zitting gohouden tot het vaccineeren recht
streeks van het kalf, welke kunstbewerking ieder
inwoner dezer Gemeente kosteloos kan ondergaan.
Het getal inentingen en horinentingeh bedroeg
volgens de bij. ons ingekomen opgaven in 1889:
475, in 1888 480, in 1887 413, in ÏB86 379
en in 1885, 492.
Toezicht op levensmiddelen.
Vlee^ch eu visch zijn hier aan keuring onderworpen.
Voor het vleesch zijn twee keurmeesters. Ken
I van hen is tevens belast met het keuren van de visch.
I Er werden goedgekeurd in de Gemeente 1232
runderen, 760 vette en 517 nuohtere kalveren, 140
schapën, 1673 varkens, 171 geiten en 151 paarden.
Afgekeurd werden 4 runderen, 1. vet en 2 nuchtere
kalveren, 1 schaap en 4 paarden.
Bij invoer zijn goedgekeurd 8416 kilogram rund-
vleescb, 120 kilogr. kalfsvleesch, 425 kilogr. paarden-
vleesch, en 12602 kilogr. spek, terwijl bij invoer
werd afgekeurd 1 kilogr. spek. In de Gemeente
werden afgekeurd 6 kilogr. rundvleesch.
Voorts werden nog tion partijen zeevisch en eene
partij riviervisch afgekeurd.
Tegen betaling eener kleine vergoeding kan men
bij de scheikundige sectie der Openbare Gezond
heids-Commissie levensmiddelen en andere zaken
doen onderzoeken. Van deze gelegenheid werd in
dit jaar door ingezetenen van deze Gemeente geen
gebruik gemaakt.
Staten-generaal. Tweedb Kamer. Zitting
van Donderdag 12 Juni.
Van den heer Tak van Poortvliet, die eene groote
en talentvolle rede hield over de spoorwegovèreen-
korasten kan zeker niet gezegd worden, dat hij geen
deskundige is." Ook hij stelde zich tot taak de
regeeringsvoorstellen af te breken. Zeker niet in alle
opzichten overtuigend, maar getuigend van een ver
trouwdheid met feiten en cijfers, met technische
byzonderheden en stelsels van spoorwegexploitatie,
als nog in geen der uitgesproken redevoeriugen aan
het licht kwam. In het begin zijner rede betoogde
hy, dat het verdwijnen van de Rijnspoor niet over
eenkwam met hetgeen by de spoorwegenquëto in
1882 aanbevelenswaardig scheen. Hij vergat echter
dan wij thans 1890 schrijven en de omstandigheden
veranderd zyn.
Het sterkst gewapend was de heer Tak in zijn
aanval op het stelsel van gemeenschappelijk gebruik.
Volkomen bekend met het Engelsche en Italiaansche
stelsel, toonde de spreker in bijzonderheden aan,
dat wij hier geheel iets anders zullen krijgen, Hoe
interessant het een en ander was, voor ons blijft
de logica verborgen der conclusie, dat derhalve het
by ons voorgedragen stelsel onuitvoerbaar is.
De heer Heemskerk gaf blijken van ernstige studie
van het onderwerp. Hij putte eenige kracht ter
verdediging vau het voorgestelde uit de onderlinge
tegenspraak van hen, die het bestrijden. Dit is zeker
wel niet voldoende al» men een zaak verdedigt, maar
te ontkennen is hot niet, dat uit hot geheele debat
niet blijkt, wat ons ideaal moet zijn in zake spoor
wegexploitatie, als deze voorstellen niet worden aange
nomen. Handhaving van 't bestaande kan niet anders
dan voorloopig zijn en wat dan Inderdaad, ziet
men in de aanneming der voordrachten niet dan
elementen van onzekerheid, bij verwerping is het
verschiet vooral niet minder duister.
Volledigheidshalve vermelden wij nog, dat do heer
G. van Dedera op zeer onvoldoende wijze de voordracht
verdedigde, terwijl de heer Domela Nieuwenhuys
een lans brak voor staatsexploitatie.
Aan de Tweede Kamer is ingediend een wets
ontwerp tot wijziging der wet van 1872 tot voor
ziening tegen besmettelijke ziekten. Het strekt tot
het brengen van wijzigingen in de wet waarvan de
noodzakelijkheid of wenschelijkheid door wetenschap
en practijk is aangetoond, terwijl de Regeering
getracht heeft de bezwaren, herhaaldelijk geopperd
tegen art. 17 betreffende de verplichte koepokin-
gelijk die fresco's, waarin dezelfde teekeningin ver
schillende tinten wordt weergegeven. Zij luisterde
steeds voort en toen oom Jedd plotseling de laken-
sche deuren openwierp, was het, alsof zij uit eene
betooverina: ontwaakte. Heerlijke gave, gulden woor
den in gulden tonen te kunnen spreken.
Toen mijnheer Dent haar die vraag deed, kwam
het haar voor, dat zij ontrouw was geworden aan de
herinnering van den ouden dominé; dit hinderde
han*- en nu had zij niet eerlijk geantwoord. Als
Prudence Roomsch geweest was, zouden het zulke
zonden geweest zijn, die zij te biechten had gehad.
Ds. Dillingham beviel haar beter, dan zij gedacht
had, dat Ds. Wibird's opvolger haar kon bevallen
maar het kwam niet met haar karakter overeen, dit
gedwongen te erkennen. Toen zij de kerk verliet,
voelde zij in het diepst van haar hart, dat zij een
hekel had aan Ds. Dillingham, omdat hij haar had
doen luisteren en toen vormde Prudence den onver-
klaarbaren wensch en later dacht zij er nog
dikwijls aan dat hij nooit te Rivermouth geko
men was.
XI.
Den volgenden Zondag werd de Weleerwaarde
Zeergeleerde Heer James Dillingham plechtig beves
tigd als dominé van Old Brick Church. Ds. Jose-
phus Starleigh hield de bevestigingsrede, (die later
op verzoek der gemeente in druk verscheen), en
mijnheer Thomas Jelferson Greene, een jong dichter
van plaatselijke vermaardheid, schreef een nieuw lied
voor deze gelegenheid.
Zoo viel de mantel van Ds. Wijfird Hawkins op
de schouders van den jongen geestelijke en het
plechtig kerkgezang steeg ten hemel terwijl de groote
kanonnen in het Zuiden bulderden.
Dat waren de dagen thans is het alsof ze
eeuwen ver achter ons liggen toen het geroffel
der trommels en de schelle toon van de fluit Nieuw-
Engeland met schrik uit den droom deden ontwaken
en de wrekende echo's wekten, die tusschen de berg
vestingen en in de gelukkige dalen, bijna eene halve
eeuw hadden gesluimerd.
Sedert lang had Dillingham opgehouden den wensch
te koesteren naar Zuid-Carolina terug te keeren en
hij mocht zich gelukwenschen, dat hij zulk een aan
gename haven gevonden had, als Rivermouth, om uit
te rusten, totdat de siraoera was overgewaaid. En
ongetwijfeld wenschte Rivermouth zich er geluk mee,
dat het zulk een uitstekend geestelijke bezat. Om
streeks dezen tijd was ik er toevallig ook, herstel
lende van eene sleepende ziekte en ik had het voor
recht, getuige te zijn van een tooneel, dat
alleen mogelijk is in behoorlijk vervallen oude
steden zooals die, welke het tooneel van mijn verhaal
is. Twee honderd jonge vestaalsche maagden uit
Nieuw-Engeland te zien, die wierook branden en
bloemen strooien vqor een rank jongmensch in het
zwart, dat is een tooneel, dat der moeite waard is,
eens in zijn leven bij te wonen.
De jonge man, dio met terzijdestelling van de min
der geestelijke belooningen in andere betrekkingen
het predikambt tot zijn arbeidsveld kiest, tot dien
arbeid aangetrokken door het bewustzijn, dat zijn
plicht hem gebiedt, zal zeker door zyn zuivere be
doeling indruk op ons maken. Men begrijpt gemak
kelijk, dat hij meer invloed op onzen geest uitoefent,
dan een jong advocaat, of een jpng koopman, of een
jongmensch in eenige andere fatsoenlijke betrekking.
Maar eer. jongmensch, die de bovenste knoop van
zijn jas dichtknoopt en een witte das draagt, behoeft
noch niet iomand te zijn met verheven bedoelingen
en schitterende bekwaamheid. Toch is er alle kans
op, dat men hem in sommige provinciestadjes zonder
eenig nader onderzoek daarvoor houdt. Ik houd het
er voor, dat die engsluitende zwarte jas een geheime
tooverkracht bezit, niet ongelijk aan de betooveriug,
die de uniform van een jong officier uitoefent. Hoe
anders zouden we de bewondering kunnon verklaren,
die we menigmaal aan zeer middelmatige jongelieden
hebben zien wijden?
Dit alles gold echter niet van Ds. James Dilling
ham. Het geheim van zijn populariteit was een
openbaar geheim. Het was zijn mannelijke houding,
zijn schoon gelaat en zijn onbetwistbare welsprekenc -
heid, die hem in eens tot den lieveling van River
mouth hadden gemaakt en die hem overal tot aan
beveling zouden verstrekt hebben.
{Wordt vervolgd
enting van het onderwijzend personeel en de leer
lingen van scholen, van welke bezwaren de rechtma
tigheid niet kan worden ontkend, tot oplossing te
brengen.
Voorgesteld wordt om in art. i der wet de
mazelen als besmettelyke ziekte te doen vervallen,
daar do besmetting dikwijls geschiedt in het incu
batietijd perk vdor de diagnose, zoodat de wettelijke
voorschriften de besmetting niet kunnen tegenhou
den. De doelloosheid der wettelijke bepalingen blijkt
ook hieruit, dat de sterfte aan mazelen niet is ver
minderd. Mochten zich gevaarlijke epidemieën van
mazelen voordoen, dan kan daarin voorzien worden
door toepassing van art. 1 tweede lid.
Toegevoegd wordt daarentegen aan de lijst der
besmettelijke ziekte de kraamvrouwenkoorts of febris
puerperal is.
Verder is* de Regeering niet gegaan met opne
ming van ziekten; bij kinkhoest hangt het ernstige
der ziekte van te veel omstandigheden af; de maat
regelen tegen tuberculeuse longlering behooren tot
privaten hygiëne. Croup wordt volgens bevoogde des
kundigen niet besmetelijk geaoht, al beschouwen
soms geneesheeren d phtheritis tls croup.
In art. 20 wordt van den geneeskundige alleen
de verklaring geëischt dat de ziekte geweken is en
ontsmetteng heeft plaats gbhad; gelijk tot dusver dat
de besmetting gewokeken is.
De strafbepalingen zyn in ovejeeostemming ge
bracht met het Wedb. van strafv.
Aan de Maandag a.st. in het Paleis van Volksvlijt te
Amsterdam.te openen tentoonstelling tot bevordering
van veiligheid en gezondheid in fabrieken en werk
plaatsen, is door het departement, van justitie deel
genomen o. a. door de inzonding van het model van
een volksbod, naar een voor het gesticht Veenhuizen
3 opgemaakt project.
Voor het Hamburgsche Landgericht stonden de
vorige week drie eerzame boterhandelaren terecht,
beschuldigd van sedert geruimen tijd mengsel van
boter en 40 pCt. margarine als feinste holsteinische
boter te hebben verkocht. Voor een hunner werd 3
jaren gevangenisstraf geëischt en 5 jaren Ehrverlust-,
voor de beide anderen 4 maanden gevangenis en 450
mark boete. Men begint daar eindelijk te begrijpen,
dat de wet toch geen doode letter mag blijven. Zou
dit hier te lande niet min of meer het geval wezen?
De laatst verschenen Duitsche Veröffentlichungen des
kauerlichen Gesundheitsambtes bevattmi lange reeksen
van gestrafte overtredingen der boter wet. In Frank
rijk werd er eveneens druk over geklaagd dat de
boterwet er wel was, raaaf niet streng genoeg ge
handhaafd werd. De. heer Develle, minister van land
bouw, heeft daarop^eene scherpe circulaire uitge
vaardigd aan de prefecten van departementen (onze
commissarissen des Konings. ,/Het werk van den
wetgever, zegt hij, wordt lamgelegd door de traagheid
en de onverschilligheid van wie geroepen zijn de wet
te handhaven den heeren prefecten wordt daarom
gelast om de drie maanden een staat in te leveren
van de geconstateerde gevallen van knoeierij in den
boterhandel, als mede een staat der officieele mon
sternemingen en analysen van het in den handel ge
brachte product. Les prises d' échantillons, óffectuées
<T office sur la requisition des autorités compétentes.)
Het komt ons voordat het volstrekt niet over
bodig is eens op deze voorbeelden in den vreemde
gegeven, te wijzen en er vooreerst de aandacht on
zer wakkere vereeniging ter bestrijding enz. op te
vestigen. NR. C.)
Het treurige ongeluk, dat in het laatst van April
te Hatert plaats greep, de plotselinge dood van een
schooljongen, nadat hij des morgens door den on
derwijzer tegen het hoofd was geslagen, had ten ge
volge dat eergisteren dehoofdonderwijzer J. F.
v. d. P. terechtstond voor do arrondissements
rechtbank te Arnhem. Bekl. werd ten laste ge
legd mishandeling, die den dood ten gevolge
heeft gehad. Bekl. zelf erkende dat hij op 24
April dés ochtends in de school zijn leerling, Jan
Bakker, een klap, of misschien een paar klappen met
de vlakke hand op de rechterzyde van liet hoofd
had gegeven, echter niet hard, zoodat ook de jongen
niet had geschreid, zooals hij meende. De schoolkin
deren beweerden echter dat hy wel geschreid bad.
Daarna had Jan Bakker zyn werk gemaakt en was
na schooltyd nog met twee vriendjes gaan spelen.
Toen hy naar huis kwam, was het zijne pleeg
moeder in het oog gevallen, dat hij eenigszins gebo
gen en wankelend liep. Al spoedig was hij daarop
in elkander gezakt en had, na in bed te zijn gelegd,
den geest gegeven. Thuiskomende had hij geroepen
dat zijn hoofd zeer deed, en dat hy niet meer zien
kon. Ook had hij geklaagd dat de meester hem had
geslagen. Toon bekl. van het ongeluk hoorde, is hy
dadelijk bij de pleegmoeder van den overledene ge
komen en later op den dag, toen dr. Kolff een^ voor
loopig onderzoek instelde, nog eenmaal. Beklaagde
bracht toen de lei en het schrift mede, waarop Jan
Bakker nog na de klap had gewerkt. Uit de ge
rechtelijke schouwing door de deskundigen drs. Iman
Hocke en J. H. Reintjes, beide doctoren te Nijmegen
bleek dat de bloeduitstortingen hadden plaats gehad
in de hersenkamers, die ontstaan konden zijn door
een harden slag of stoot. Hoe de slag is toegebracht
kon niet met zekerheid gezegd worden. De deskun
digen antwoordden bevestigend op de vraag of, in
dien de dood door den slag was veroorzaakt, de
jongen dan toch na den slag nog had kunnen werken
zoo als ook geschied is. De dood moet uit den bloed
druk zijn gevolgd.
Vier kinderen leggen, buiten oede, verklaringen
af van hetgeen op den bewusten morgen op school
voorviel. Jan Bakker kreeg veel klappen en had ook
dien morgen weder slaag gehad. Oudere getuigen
verklaren dat er op school van bekl. veel geslagen
werd, vooral als de kinderen dom waren. Een dezer
een 25jarige boerendochter, had de meester wei zien
slaan, zelfs schoppen, doch was zelf nu en dan slechts
op haar wangen gestreeld. (Bekl. noemde dit goed
keurende tikjes.)
Vijf-en-twintig getuigen a déchargewaarvan som
migen zich uit zich zeiven hadden opgegeven, zouden
daarna gehoord worden. Nadat zes dezer getuigen
gehoord waren, verklaarde de 'verdediging, dat zij
van het hooren der overigen afzag. Drie kinderen,
waarvan een naast Bakker zat, hebben na den school
tyd met den jongen geknikkerd, die toen hij hoorde
dat het bij twaalven was, hard naar huis liep. Vol
gens een hunner had Bakker dien morgen slechts
één klap gehad. Drie ouderen verklaren, dat de
meester slechts enkele malen klappen gaf. Zij zelf
hadden nooit slaag gehad. Een hunner had zelfs
liever slaag gehad dan de straffen, die hem opge
legd waren en die hadden bestaan in het «geknield
liggen onder een kastje" en //met de armen uitge
strekt boven op een bank slaan."
Het O. M. eichte veroordeeling tot 6 maanden
gevangenisstraf. AC.)
VERSLAG van de handelingen der
Openbare Gezondheids-Commissie te
Gouda, over het jaar 1889.
Op nieuw hebben wij de eer U het Verslag onzer
handelingen over het afgeloopen jaar aan te bieden,
ingevolge art. 11 onzer Verordening.
Onze Commissie leed oen gevoelig verlies door het
overlijden van den heer Mr. J. H. van Mierop, op
30 Juni, die bij de periodieke aftreding op 1 Januari
als lid was herbenoemd. Eene reeks van jaren was
hij oen zeer werkzaam lid onzer Commissie en sedert
1874 bekleedde hij het Voorzitterschap. In. de va
cature werd voorzien door de benoeming van den
Heer Mr. D. J. van Heusde, die in November zit
ting nam, terwijl tot Voorzitter door ons werd geko
zen de Heer P. Goedewaagen. De Heer Dr. F. W.
Raabe werd tot Secretaris herbenoemd.
De totale sterfte in deze Gemeente was na aftrek
van 32 levenloos aangegevenen, 695 of 35.07 per
mille. Van de geheele sterfte bedroeg die der kin
deren boneden den leeftijd van twee jaar 354 of
50.93 pCt. De sterfte dezer kinderen was het grootst
gedurende do maanden April, Mei, Juni en Juli en
bedroeg zelfs' in Mei het enorme percentage van
59.1, in welke maanden de mazelen voorkwamen.
Uitgezonderd de mazelen, die sporadisch voorkwamen,
bleef de Gemeente gespaard voor besmettelijke ziekten.
De aandacht van het Bestuur van den Oostpolder
werd door ons gevestigd op eene sloot achter do
pakhuizen van den Heer K. Jonker, Turfsingel, welke
sloot, als zijnde afgedamd, en bijgevolg tot afvoer
van water ongeschikt, gassen uitzendt, die zeker zeer
nadeelig zijn voor de gezondheid der bewoners van
de omliggende perceelen. Wij noodigden dit Bestuur
beleefdelijk uit, deze sloot te dempen, of den Heer
K. Jonker toe te staan haar voor zijne rekening te
dempen. Tot heden ontvingen wij van dit Bestuur
geen antwoord.
Voorts herinnerden wij het Dagelijksch Bestuur
aan den slechten toestand van de Zijl achter de
Turfmarkt, en drongen aan op eene verbeterde af
watering van de Lange Dwarsstraat envandeVrou-
wensteeg.
Verder stelden wij Burgemeester en Wethouders
in kennis met den toestand, die sedert eenigen tijd
in' den Lange Tiendeweg bestond, doch die in den
laatsten tijd ondragelijk was geworden. By onder
zoek was ons gebleken, dat daar niet alleen eene
huidenzouterij bestond, maar ook eenige pakhuizen
aanwezig waren, gevuld met beenderen, pooten, ho
rens etc. Deze stoffen verspreidden vooral in het
warme saisoen, eene walgelijke lucht, waardoor het
den bewoners dier straat onhoudbaar werd. Burge
meester en Wethouders noodigden dan ook den eige
naar uit, deze bewaarplaatsen onmiddellijk te ont
ruimen.
Op eene klacht bij ons ingekomen, van eene be
woonster uit de Keizerstraat omtrent den slechten
toestand van een riool aldaar, werd door den eige
naar beloofd, aan ons verzoek tot herstel te zullen
voldoen door het leggen van een koker. Bovendien
verzochten wij Burgemeester en Wethouders, zoo
mogelijk, eenige verbetering aan te brengen in eene
woning in de Breestraat, waar door verstopping van
eene verbindingsbuis met het riool, de bewoonster
overlast kreeg van water etc.
Nog steunden wij uit een sanitair oogpunt een
request door verscheidene ingezetenen dezer stad aan
Uwen Raad gericht, om de zweminrichting gedurende
de zomermaanden ook voor vrouwen op bepaalde
tijden toegankelijk te stellen.
Eindelijk ontvingen wij een schrijven van het De
partement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
te Oudewater, verzoekende of hun Departement of
leden zouden mogen profiteeren van de hier bestaande
gelegenheid, om levensmiddelen tegen eene zekere
vergoeding te doen onderzoeken. Na hiertoe van
Burgemeester en Wethouders machtiging te hebben
verkregen, stelde onze scheikundige sectie zich daartoe
bereid. Tot heden werd echter van deze bereidvaar
digheid geen gebruik gemaakt.
Het water uit de Waterleiding werd wederom
wekelijks onderzocht op oxydeerbare bestanddoelen.
Gedurende de maand Augustus liet het water veel
te wenschen over. Het cijfer 15 bij de concessie
vastgesteld werd de geheele maand overschreden en
was zelfs den 22en Augustus 24.
Door Goudsche ingezetenen werd geen gebruik
gemaakt van de gelegenheid om bij ons levensmid
delen te doen onderzoeken.
Gouda, 23 Maart 1890.
De Openbare Gezondheids-Commissie,
P. GOEDEWAAGEN,
Voorzitter.
F. W. RAABE,
Secretaris.
De verkiezingen voor de Luxemburgsche Kamer
van Afgevaardigden, wegens pejfiodieko aftreding
van de helft der leden, hebben plaats gehad. Veel
opzien verwekt de nederlaag van drie dezer afge
vaardigden, de heeren Brasseur, Laval en Knaff,
vooral die van Brasseur, die o. a. de Regeering
heeft vertegenwoordigd op de Berlijnsche conferentie
en ook overigens gedurende 25 jaar den lande groote
diensten heeft bewezen. De Kamer is bij deze ver
kiezingen vrijwel dezelfde gebleven, terwijl mot uit
zondering van twee gewezen Ministers de geheole
Kamer aan de zijde der Regeering staat. Daaren
tegen is zij in intelligente kracht achteruitgegaan,
doordien er ontwikkelde personen door kleine boeren
zijn verdrongen.
De Duitsche legercommissie heeft de zitting, welke
zij .zou houden, een dag uitgesteld, omdat de leden
van het centrum het nog niet eens waren over hun
houding ten opzichte van de legerwet
De heer Windthorst begon met mede te deelen,
dat hij zeker wist, dat de regeering den Rijksdag
terstond zal ontbinden, indien de legerwet wordt
verworpen. Tot middernacht werd over de zaak
geredeneerd en indien de National Zeitung goed is
ingelicht, kwamen de leien tot geen besluit. De
afgevaardigden uit Pruisen wilden het ontwerp
goedkeuren, maar de centrum-mannen uit Zuid-
Duitschland weigerden voor het ontwerp te steramen,
indien de regeering niet als compensatie de ver
korting \an den diensttijd tot twee jaren in het
verschiet stelt.
De heer Richter is nog nooit zoo vriendelyk jegens
den heer Windthorst geweest als nu en betoogt in
de Freisinnige Zeitung dat een zoo voortreffelijk
staatsman als Windthorst zich wel niet bang zal
laten maken door de ontbinding. Toch zal Richters
lokstem wel niet veel baten, want indien een ge
deelte van het centrum in den Ryksdag voorstemt
is toch met behulp van de nationaal-liberalen en
conservatieven licht een meerderheid voor de regee
ring te vinden.
Den volgenden dag heeft de militaire commissie
van den Rijksdag de suppletoire begrooting, voor
zooveel de kaders van het leger betreft, met 20 tegen
8 stemmen aangenomeh. De eindstemming over do
legersterkte in vredestijd is verschoven tot 16 dezer.
De RijksdagJ heeft de suppletoire begrooting van
4l/i millioen voor Oost-Afrika in tweede lezing goed
gekeurd.
De Fransche begrootingscommissie der Kamer van
Afgevaardigden heeft goedgekeurd: lo. de surtax
vau 10 fr. op koloniale suiker; 2o. de wijziging der
belasting op de petroleum; de verhooging der rech
ten op alcohol van fr. 156.25 op fr. 170 per hecto
liter; 4o. de verhooging der belasting op roerenden
oigendom van 3 op 4 pCt. Deze wijzigingen zullen
43 millioen fr. opbrengen.
De eisch van de werkstakende mijnwerkers vau