IMP
ER
IE
N
is
en
N° 4247.
BINNENLAND^
LH
'R,
Dinsdag 17 Juni.
1890.
Nieuws- en
ir-
FEUILLETON.
IT
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Fz.,
uda.
rei,
r:
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
173*.
van
tilden.
en
ierd af
{Vit het Engel&ch.)
XI.
i»
De uitgave deier Courant geschiedt dageljjks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prys per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
kfzoaderijjke Nommers VIJF CENTEN.
O- en
antore
Cent,
oi talie
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
’t welk des Maandags verschjjnt.
R, M.
IE.
Staati-
>0—51
nxveen
anleg-
GOUDA., 18 Juni 1890.
Voor het litteroriscb-matbematisch ex amen te Leiden
slaagden de beuren L. M. Mets en J. O. Metz, van
Zevenhuizen.
>1890.
IOLE-
goudsche courant.
antste
ialein.
te Breda, die
behoort voor
Aan het Verslag van den toestand der gemeente
Gouda over 1889, ontleenen wij nog het volgende
paar schoolgebouwen ondergingen in 1889
Onder de cadetten aan de Kon. Militaire Academie
aan het eind-examen hebben voldaan,
de cavalerie A. Simons. j
Heden morgen is in de timmermanswerkplaats van
den heer H. J. Nederhorst een begin van brand ont
staan. Met een paar emmers water werd dit ge-
bluscht, zoodat de schade gering is.
A D V E11 TENTIEN worden geplaatst
van 1 5 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
wprden berekend naar plaatsruimte.
Heden morgen ten .ongeveer 11 uur zijn aan den,
Kattensingel twee kinderen van een schipper, door
dien zij van do loopplank afgleden te water geraakt.
Beiden werden spoedig op het drooge gebracht.
'VEN,
lin$
rjjzmg
Een paar schoolgebouwen ondergingen in 1889
belangrijke wijzigingen.
De lokalen voor de le Burgerschool voor jongens,
die vroeger voor twee klassen dienst deden, werden
voorzien van glasafscheidingen, tengevolge waarvan
thans elke klasse een afzonderlijk vertrek heeft.
Voorts werd de inrichting der stookplaatsen en der
privaten veranderd, terwijl eindelijk de lokalen en
meubelen werden gerestaureerd en geverfd. Door
een en ander is eene aanmerkelijke verbetering in
den toestand gebracht.
*«■11 i iii ii i r■■■mw
Van de door den Ned. Rhijnspoorweg aangeboden
gelegenheid om des Zondags voor verminderd tarief
van Gouda naar den Haag te kunnen reizen, maakten
Zondag 11. 185 personen gebruik.
zitten en den minderen man met de cacao-boontjes
van zijn voorvaderen smijt.”
Men kan niet veronderstellen, dat de heer Sam
Knubley er iets tegen zou gehad hebben eenige schit
terende voorouders te bezitten. Het recht te hebben,
oene plaats in te nemen aan het einde van eene lange
rij mannen en vrouwen, die zich in hun tijd en in
hun geslacht onderscheiden hebben, is een voorrecht,
dat alleen een onnoozele zal gering schatten. Het is
echter een voorrecht, dat ook dikwijls eene keerzijde
heeft. Men verwacht veel van iemand, wiens voor
ouders hoofdfiguren geweest zyn. Den goeden naam
te erven, zonder de groote gaven, is een spotgift
der fortuin. Als iemands voorouders alles geweest
zyn en men is zelf niets, dan is het misschien wel
zoo goed, dat men van de wereld niet dezelfde mate
van eerbied vordert, die men gewillig aan iemands
voorgangers gaf. In de hoofdstad van den Staat van
Massachusetts heb ik een stuk of twee, drie jongelui
ontmoet, die meenden, dat zij in don slag bij Bun-
kershill gedood waren. Misschien was het deze soort
van trots, die den heer tam Knubley mishaagde en
als dat het geval was, dan had de hoer Sam Knubley
volkomen gelijk.
Met zekeren trots zag mynheer Dent het succes
van zijn jongen vriend en Prudence, die mijnheer
Dillingham intusschen al vaak ontmoet had, begon
zich haar koole houding tegenover hem te verwijten.
Om de waarheid te zeggen, was zij tegen mijn
heer Dillingham ver van hartelijk geweest. Nu is
27)
«Hoe lang zal dat duren?” dacht ik dikwijls. Ik
had al zooveel afgodsbeelden eerbiedig zien oprichten,
die later minachtend werden neergeworpen, dat'ik
min of meer twijfelde aan den langen duur van Dil
lingham’s populariteit. Waren de menschen in de
stad afgodendienaars, ze waren, als de geest getuigde,
zeer zeker ook beeldstormers. Maar Ds. Dillingham’s
populariteit verminderde niet, gedurende de drie
maanden, die ik te Rivermouth doorbracht; ze ver
meerderde aanhoudend. In dien tijd woedde de
krijgs-koorts op zijn hevigst en de loyaliteit van Dil
lingham, een man uit het Zuiden, vormde een treffend
contrast met de zachtzinnige vaderlandsliefde van velen
onzer vaderlandsche staatslieden. Toen het eerste
kwartaal van zijn tractemcnt verviel, zette hij het
zegel op de gunst van het publiek door het geheele
bedrag aan het Militaire Hospitaal uit te keeren.
Ds. Dillingham was nog geen drie weken te River-
mouth geweest, of hij kende alle kribbige oude man
niets prejudicieert, daar zij toch geene belemmering
zal zijn voor de stichting eener nieuwe school zoo
deze later mocht noodig wezen, hetzij ter verkrijging
van meerdere ruimte voor kindereh van minvermo
genden, hetzij in het belang van het kosteloos
onderwijs.
Een plan, in 1888 door de Commissie van Toe-
zicht ter overweging aangeboden om de 2e Burger
school voor meisjes zoodanig te hervormen, dat het
onderwijs den overgang tot eene middelbare school
voorbereidt en in de hand werkt, werd door ons
met groote belangstelling ontvangen. Hoewel het
onze aandacht trok, dat de Commissie het door haar
in 1887 ingenomen standpunt, toen zij bezwaar
maakte tegen uitbreiding der school in middelbaren
geest, had verlaten, waardeerden wij het zeer, dat zij
rekening houdende met het votum van den Gemeen-
teraad van 7 October van dat jaar, eene poging deed
om de finantiëele hinderpalen tegen de oprichting en
instandhouding eener middelbare school voor meisjes
zooveel mogelijk uit den weg te ruimen.
In .het vooruitzicht echter, dat het Regeering’s
ontwerp tot herziening der Wet op het Lager On
derwijs ook finantiëel ver strekkende gevolgen voor
de Gemeente zoude hebben, meenden wij, dat het
plicht was om alvorens eene zoo gewichtige reor
ganisatie in behandeling te brengen, de plannen der
Regeering af te wachten.
Toen eenige maanden daarna het Hoofd der 2e
Burgerschool voor meisjes ontslag uit hare betrek
king vroeg, wendde de Commissie zich tot ons met
het verzoek om bij de oproeping van sollicitanten
voor de voorziening in de vacature te vermelden,
dat het bezit ran acten voor middelbaar onderwijs
tot aanbeveling zou strekken en wellicht tot verhoo-
ging van bezoldiging zou leiden. De Commissie
meende namelijk, dat niettegenstaande de verWezer.-
lijkingjL van de intusschen «bekend geworden plannen
der Regeering ten opzichte van het Lager Onderwijs
Vervolgens werd overgegaan tot de uitbreiding
van de 2e Kostelooze School. Door aankoop van
drie perceelen op de Nieuwe Haven naast de school
verkreeg de Gemeente terrein voor den bijbouw van
vier schoollokalen voor ongeveer 200 kinderen, met
welken bouw men in 1889 zoover gevorderd was,
dat de ingebruikstelling der nieuwe lokalen met de
eerstvolgende toelating van leerlingen kon worden
tegemoet gezien.
Aanleiding tot deze vergrooting was de overbe
volking op de school. De Ie Kostelooze School
bood geene ruinate aan tot plaatsing van de kinderen
die op de 2e Kostelooze School niet konden worden
toegelaten. In den laatsten tijd had men de kinde
ren, voor wie geen plaats te vinden was, voorloopig
op de beide Openbare Bewaarscholen onder dak
gebracht, om ze naar gelang er ruimte kwam, naar
de Kostelooze Scholen te doen overgaan, doch hier
door ontstond overbevolking op de Bewaarscholen.
Om aan deze bezwaren tegemoet te komen, werd.tot
den bedoelden bijbouw beslot^.
Gaarne hadden wij volgens het $dvies van de
Commissie van Toezicht*op let Lager Onderwijs
de stichting van eene groote nieuwe school voorge
steld, doch de aaueienlyke kosten voor aankoop van
de benoodïgde terreinen, voor den bouw der school
met- onderwijzerswoning en de jaarlyks wederkeerende
uitgaven voor personeel en onderhoud hielden ons
daarvan terug, te meer daar met het oog op de
voorgenomen herziening der Wet op het Lager On
derwijs ingrijpende veranderingen^in den toestand
van het openbaar onderwijs werden verwacht.
De ter hand genomed uitbreiding der 2e Koste-
lopze School, welke in de gegeven omstandigheden
naar onze meening de beste oplossing der moeielijk-
heden is, heeft het voordeel dat zij een einde maakt
aan de hiervoren genoemde overbevolking, dat zij
vermoedelijk voor geruimen tijd op voldoende wijze
in de beheefte zal voorzien en dat zij bovendien
nen en vrouwen en stond goed bij hen aangeschreven.
Zelfs de eene gewone dronkaard placht, als hij zijn
liefelijk aanschijn niet op de Gemeente-Hoeve ver
borg, met bevende hand naar zijn gedeukten hoed te
grijpen, als hij den jongen dominé op straat tegen
kwam.
Ds. Dillingham bezat in hooge mate de gave van
menschen te kennen en legde een bijzonderen takt
aan den dag, om met de armen van zijne gemeente
om te gaan. Toen hy het onderhoud van de weduwe
Pepperell en van de jongens van Clemmef voor zijne
rekening nam, deed hij dit zoo kiesch, dat het was,
alsof hij eigenlijk de bevoorrechte was. «Dat vrien
delijke gezicht van den dominé,” zei Standy Marden,
«maakt, dat alles, wat hij aan een mensch geeft,
wel tweemaal zooveel lijkt.’* Jeremiah Bowditch, de
bovenvermelde ongelukkige dronkaard een schuw,
somber man, zoo gevoelig als een blootliggende zenuw
durfde den dominé gerust om een dollar te vragen
nadat hij gemerkt had, dat het geldstuk hem niet
werd toegeworpen van een zoo hoog zedelijk stand
punt, dat het hem den adem dreigde te verstikken
en zijn teedorste gevoelens kwetste.
«Wat mij in Dillingham bevalt,” zei Sam Knubley,
de demokratische afgevaardigde van den Hoogen Raad,
«is, dat hij niets van die adellijke malligheid over
hem heeft. Je kunt dadelijk zien, dat hij tot den
adel van het Zuiden behoort; maar hij bluft niet
altijd op Zijn stamboom. Daar heb je den ouden
Blijenburgh, die altijd op de hoogste takken gaat