Buitenlandse!] Overzicht.
1 voor het volledig onderwijs en 3 voor enkele lessen
en in de 5e klasse 7 leerlingen voor enkele lessen.
Aan 41 leerlingen werd vrijstelling verleend van
de betaling van schoolgeld.
Omtrent den toestand der lokalen, meubelen en
leermiddelen zijn geene bijzonderheden te vermelden.
De uitgaven voor do school hebben bedragen
5865.5 P/g.
Aan schoolgeld werd ontvangen 151.50.
Het schoolgeld bedraagt voor eiken leerling/3,
voor meer leerlingen uit één gezin f2.voor ieder.
Zg die geen schoolgeld kunneii betalen worden
kosteloos toegelaten.
b. De Rijks Iioogere Burgerschool.
Op 1 Januari 1889 waren op de Hoogere Bur
gerschool 66 mannelijke en 3 vrouwelijke leerlingen
64 van hen, waaronder de drie vrouwelijke, volgden
het volledig onderwijs, terwijl 5 mannelijke leerlin
gen slechts van enkele lessen gebruik maakten.
De leerlingen waren aldus verdeeld:
le Voor het volledig onderwijs:
22 mann. in de eerste klasse, 12 mann. en 2
vrouw, in de tweede, 15 mann. en 1 vrouw, in de
derde, 8 mann. in de vierde en 4 mann. in de vijfde
klasse.
2e Voor enkele lessen:
1 mann. in de eerste, 2 mann. in de derde, 1
mann. in de vierde en 1 mann. in de vijfde klasse.
Vóór het einde vau den cursus 18881889 ver
lieten 8 leerlingen, van welke 5 voor het volledig
onderwijs en 3 voor dat in enkele vakken, de school,
terwijl 1 leerling voor enkele lessen in de 2e klasse
werd toegelaten.
Het schooljaar eindigde derhalve met 62 leerlingen.
Aan de overgangs-examens, welke den lln en
12n Juli plaats hadden, namen deel:
uit de eerste klasse 22 leerlingen, van welke 12 on
voorwaardelijk en 2 na herexamen tot de 2e klasse
bevorderd werden, terwijl 2 leerlingen de school ver
lieten
uit de tweede klasse 12 leerlingen, van welke 7
onvoorwaardelijk en 1 na herexamen tot de 3e klasse
bevorderd werden, terwijl 3 leerlingen de school ver
lieten
uit de derde klasse 13 leerlingen, van welke 4
onvoorwaardelijk en 1 voorwaardelijk naar de 4e
klasse overgingen, terwijl 6 leerlingen de school ver
lieten
uit de vierde klasse 8 leerlingen, van welke 4
onvoorwaardelijk en 1 met herexamen tot de 5e klasse
toegelaten werden, terwijl 1 leerling de school verliet.
Het toelatings-examen werd op 13 en'15 Juli af
genomen. Daarvoor hadden zich 21 aspiranten aan
gemeld, van welke 19 voor de eerste en 2 voor de
tweede klasse. Tot de eerste werden 15 nieuwejeer-
lingen toegelaten, waaronder de beide aspiranten voor
de tweede klasse.
Een leerling werd zonder examen in de vierde
klasse geplaatst. Eveneens werden zonder examen
voor enkele lessen toegelaten 2 jeerlingen in de vierde
en 1 leerling in de vijfde klasse.
De oieuwe cursus ving den 3n September aan met
65 leerlingen, waaronder 3 meisjes en 8 leerlingen,
die slechts enkele lessen volgden.
Op het laatst van het jaar was dit getal nog on
veranderd. De leerlingen waren aldus over de ver
schillende klassen verdeeld
voor het volledig onderwijsin de eerste klasse 19
leerlingen, in de tweede 15, in de derde 10, waar-
onder 3 vrouwelijke leerlingen, in de vierde 6 en in
de vijfde klasse 5 leerlingen
voor enkele lessen in de eerste klasse 1 leerling,
in de derde 2, in de vierde 5 en in de vijfde klasse
2 leerlingen.
Van de lessen in de gymnastiek maakten 49 man
nelijke leerlingen gebruik. Dit onderwijs wordt in
vier afdeelingen gegeven. De 4e en de 5e klasse
vormen te zameu ééne afdeeling.
Drie leerlingen voor het volledig onderwijs in de
vijfde klasse namen deel aan het eindexamen der
Hoogore Burgerscholen in Zuid-Holland. Twee van
hen ontvingen het getuigschrift en stelden zich voor
op de Militaire School te Haarlem plaatsing te vin
den voor hunne opleiding tot Officieren der Infanterie.
Twee leerlingen uit de derde klasso werden op de
Militaire Academie te Breda toegelaten als cadet voor
de Infanterie hier te lande.
Een ander leerling uit die klasse deed met gunsti-
gen uitslag het literarisch-raathematisch examen,
terwijl een vierde leerling uit dezelfde klasse slaagde
in zijn toelatings-examen als machinist-leerling bg
de Kon. Ned. Marine te Hellevoetsluis.
Do Heer F. Sieverdink, in het vorige jaar voor
den cursus 18881889 benoemd tot Leeraar in de
wiskunde en de mechanica, verliet de school en werd
als Leeraar in de wiskunde verbonden aan het Gym
nasium alhier. In zijne plaats werd benoemd de
Heer Dr. H. A. W. Speekman uit' Groningen.
Van den Directeur ontving de Commissie van Toe
zicht de mededeeling, dat met goedvinden van Z. E.
den Minister van Binnenlandsche Zaken de leerlingen
van het Gymnasium in het gebouw der Rijks Hoo
gere Burgerschool onderwijs zouden ontvangen in
natuurwetenschappen en ten behoeve van dat onder
wijs gebruik zouden maken van de daar aanwezige
hulpmiddelen.
Het schoolgeld op de Hoogere Burgerschool be
draagt 30.per jaar voor iederen leerling.
Volgens bestaande overeenkomst met het Rijk draagt
de Gemeente jaarlijks 6970.bij in do kosten
der Rijks Hoogere Burgerschool.
Door de politie te Dordrecht word gisteren aan
gehouden C. J., 59 jaar, woonachtig tes Ouderkerk
a/d IJsel, en A. R65 jaar wonende te Rotterdam
beiden koopman van beroep, wier opsporing en
aanhouding was verzocht in het Algemeen Politieblad,
als zijnde tot geldboete of subsidiaire hechtenis
veroordeeld.
Eerstgenoemde verkeerde in die omstandigheden
dat hij de hem opgelegde boete kon betalen en
werd derhalve weder op vrije voeten gesteld, doch
laatstbedoelde was niet zoo goed bij kas en moest
zich ter vereffening der onvoldane rekening, zijne
overbrenging naar het huis van arrest alhier laten
welgevallen. (D. C.)
Staten-generaal. Tweede Kamer. Zitting
van Dinsdag 17 Juni.
De minister van financiën zette zgne rede van 11.
Vrijdag voort. Hij verdedigde op handige wijze
de financieele regeling. Natuurlijk bleef de repliek
niet uit. De heer Mees, even keurig en puntig als
altijd, las de les aan de ministerieele partij, omdat
zij" zoo weinig zegt ter verdediging der overeen
komsten en zich tevreden stelt blind vertrouwen te
kennen te geven in het gouvernement. Hij hand
haafde o*erigens zijn hoofdbezwaar, dat het onmo
gelijk zal zijn, het Duitsche verkeer te verdoelen
i over Venlo, Emmerik en Salzbergen. Ook de heer
Tak bleef bij deze meening. De heer Gleichman
had financieele bezwaren, terwijl de heer Farncombe
Sanders voor staatsexploitatie bleef pleiten.
Wg voor ons zijn door de redevoeringen togen
de overeenkomsten niet overtuigd. Er zijn zeer
zeker bedenkingen, die niet ontzenuwd rijn, maar
men kan daarom toch de overeenkomsten als geheel
verkieslijk vinden boven do bestaande. De bestrij
ders, die op de bezwaren grooten nadruk legden,
maakten zich hunnerzijds aan do fout schuldig, dat
zij alle bedenkingen tegen den bestaanden toestand
geheel en al wegcijferden en zich weinig bekom
merden over de vraag, wat uit dien toestand op
den duur zou moeten groeien. En als de heer
Sanders wederombeweerde, dat alle argumenten,
die werden aangevoond voor de voorgesteldo regeling,
met nog meer kracht pleiten voor het stelsel van
exploitatie in één land, dan is dit zeer beslist te
ontkennen. Het voordeel der verdeeling van het
net tusschen twee maatschappijen is, dat een zekere
mate vau concurrentie bewaard blgft.
De heer Heldt maakte zich verdienstelijk dóór te
wijzen op de omstandigheid, dat voor de rechten en
belangen van het personeel in de overeenkomsten
geheel onvoldoende is gezorgd.
Naar men zegt, zijn nog verscheiden sprekers in
geschreven.
7
Naar aanleiding van het bij de Tweede Kamer
ingekomen wetsontwerp tot gedeeltelijke herziening
der ziekten wet en tot wgziging van het verbod van
toelating van kinderen op do school, zonder bewijs
van vaccinatie, vestigt men onze aandacht op de
volgende slotsom in de jdtigste algemeene vergade
ring der Vereeniging van inrichtingen tot bevorde
ring van koepokinenting in Nederland genomen
z/De vergadering spreekt hare overtuiging uit, dat
opheffing van het wettelgk voorschrift, waarbij een
vaccinatiebewijs voor de toelating op de scholen
wordt geëischt, een ramp voor Nederland zoude zijn.
*Op grond toch van de ervaring eenorzijds, dat
daar, waar de vaccinatie aan het goedvinden van
iedereen wordt overgelaten, do pokken big ven voort
woekeren, terwijl anderzijds, daar waar de ingezetenen
direct of indirect daartoe worden verplicht, deze
ziekte moer en meer verdwijnt en niet minder
op grond van het feit, dat kort vóór do invoering van
het thans nog van kracht zijnde voorschrift Nederland
door eene hevige epidemie van pokken werd geteis
terd, wolke aan meer dan 20,000 inwoners het leven
kostte, terwijl na de toepassing van dezen nuttigen
maatregel ons land meer en meer van doze ziekte
en in de laatste geheel van epidemieën verschoond
bleef, acht de vergadering het een nfet te verdedi
gen waagstuk door intrekking vau he$ bestaande
voorschrift ons vaderland opnieuw aan het gevaar
van epidemieën dezer vreeselijke ziekte bloot te
stellen."
In de zomervergadering van den geneeskundigen
raad van Zeeland werd door dr. Bolle gewezen op
de indiening bg de Tweede Kamer van het wets
voorstel tot wijziging der wet op de besmettelijke
ziekten. Hij meende, dat het zijn nut kon hebben
dat, waar er verschil van inzicht bestaat tusschen
de inspecteurs van het geneeskundig staatstoezicht
en den minister, de geneeskundige raden aan de
inspecteurs hunnen steun verleenen.
voorzitter, de waarnemende inspectaur dr. B.
kent haar nu al vijf maanden lang zoo goed, en Jack
noemde haar Prue toen hij haar nog geen kwartier
kende. Maar dat was ook net wat voor Jack."
De herfst was dat jaar buitengewoon zacht het
was een aanhoudende Indische zomer, uitstapjes
te paard in den vroegen morgen, waren het voor
naamste genoegen op Willowbrook, waar mijnheer
Dillingham dikwijls den nacht overbleef om mijnheer
Dent en zijn pupil te vergezellen. Als mijnheer Dil
lingham er van nature al wat tegen had, met den
leeuwerik aan het ontbijt te gaan, hij had er niets
tegen om te vijf uren op. te staan en twee uur lang
door de lanen van Rivermouth te galoppeeren, die
thans schitterden van bekoorlijk groen. Prudence
reed uitmuntend paard en bleef nooit bg hare ge
zellen achter.
Mijnheer Dillingham moest al heel dom geweest
rijn, als hij niet merkte, hoe dat herfstweer Prue's
schoonheid verhoogde. De natuur had haar een
frissche, levendige kleur gegeven en de rozenkleurige
ahornbladen langs den weg, verbleekten bij de warme
tint \an haar lippen en wangen.
Op een van die tochten had mijnheer Dent het
ongeluk zijn voet te verstuiken en er kwam een eind
aan die uitstapjes, althans aan die van mijnheer Dent.
Mgnheer Dillingham, die nu dikwijls met' zijn
vriend kwam lezen en praten reed verscheiden mor
gens alleen uit, en tot groote verwondering van
Prudence vroeg hij haar eindelijk, of zij hem
gezelschap wilde houden.
wZou het pas geven, dat ik met hem meeging,
Oom?" zei Prudence, terwijl zg met neergeslagen
oog bij mijnhoer Dent's luierstoel stond.
wZou het pas gévenherhaalde hij. //Wel, de
heele vrouwelijke bevolking va* Rivermotith zou
en corps uitloopen en het zou Dillingham zeker
gaan als den ouden Floyd Ireson, die, zooals je weet,
n //door de vrouwen van Marblehead werd geteerd,
gevederd en in een frar rondgevoerd
z/Nu, dan is 't goed," riep Prudence vroolijk uit.
n Ik rij dan op Kate inplaats van op Jenny. Jenny
krabbelt maar zoo wat en mijnheer Dillingham rijdt
graag flink door."
//Krabbelt maar zoo wat! Wat een uitdrukking
voor een jonge dame!" zei mijnheer Dent deftig.
Mijnheer Dillingham was dien morgen een beetje
minder stijf. Daar hg min of meer de gastheer was,
was hij genoodzaakt te zorgen, dat zijn gast zich
amuseerde en moest hij zich dus aangenaam zoeken
te maken. Het ritje had njets bijzonders, behalve,
dat het allerprettigst was, en Prudence kwam met
gloeiende wangen en stralende oogen terug.
Drie of vier dagen later kwam de jonge dominé
even voor zonfcndergmfg te paard voor het hek en
vroeg of juffijfoiw PalBy haar ritje wilde herhalen.
Hij had een weg ontJskt, die naar eenige oude wal
len voerde, waar men èen vrij uitzicht op de haven
had en waar men de zon heerlijk kon zien onder
gaan. Kate werd gezadpld en de twee jongelieden
reden 'weg in een wolk van stof, waarbij mijnheer
4 i
Dent hen uit het raam van de voorkamer nastaarde,
terwijl hij op zijn stok leunde en aanhoudend glim
lachte als een goedaardige schikgodin.
De voetverstuiking van mijnheer Dent «ras een
merkwaardig geval en ik heb grooten lust er een
uitgerekte studie over te schrijven voor de /(Boston
Medical .and Surgical Gazette." Toen het ongeluk
voorviel hij verdraaide zijn voet bü het afstijgen
in den stijgbeugel hield men het voor belangrijk
genoeg, om de aandacht'van Dr. Tredick te verdienen
en deze had Prudence's bezorgdheid verlicht, door
de kwetsuur zeer licht op te vatten. Maar jiet ver
zwakte lid kreeg zijn krachten niet terug, zelfs niet
na het aauleggen van arnica-verbanden, voldoende
om een nieuw been te laten groeien of althans het
oude te doen genezen, al was het op twintig plaatsen
gebroken geweest.
De enkel ging niet vooruit en de wetenschap, in
den persoon van Dr. Tredick, wist dit niet uit te
leggen, meer bepaaldelijk kon hij niet zeggen waarom
het gekwetste deel 's middags juist het meest zeer
deed. Mijnheer Denr kon 's morgens heel gemakke
lijk op de plaats wandelen of rondom het huis loo-
pen, maar tegen drie of vier uur, als mijnheer Dil
lingham gewoonlijk naar den zieke kwam vragen,
vond mijnheer Dent het noodzakelijk zijn luierstoel
in de voorkamer te gaan opzoeken of zijn voet op
een tweeden stoel te leggen.
W'orit vervolgd.)
C'arsten, geloofde dat nu het ontwerp is iügediend,,
er weinig succes van te wachten is, dat de raden
zich tbt den minister wenden. Het gevoelen der ge
neeskundige raden, die eerder verscherping dan
verslapping der voorschriften op de vaccainatie zou
den wenschen, is trouwens bekend.
Men schrijft uit Brussel aan de N. R. Ct.
Het is nooit te laat om moed en dapperheid to
vereeren. Wij zagen dit jl. Zondag te Quatre-Bras,
waar men het monument inhuldigde, gewijd aan de
nagedachtenis van den hertog Frederik Willem van
Brunswgk, die den 16en Juni 1815, twee dagen
vóór den slag van Waterloo, sneuvelde.
De hertog had zich aan het hoofd gesteld van
een klein legerkorps, om ter hulp te snellen aan do
Nederlandsche en Belgische troepen die te Quatre-
Bras slaags waren geraakt met de Fransche cavalerie.
Na een hevigen tegenstand te hebben geboden, be
gonnen deze \roepen te wankelende hertog, dit
ziende, wierp zich als het ware alleen op den vijand
om zijne troepen moed in te boezemen, maar moest
zijne stoutmoedigheid met den dood bekoopenhg
ontving een schot midden in de borst, en stierf des
avonds.
Deze dappere daad is nu vereerd geworden. Eene
delegatie van Brunswijksche officieren was bij de
plechtigheid tegenwoordig, ovenals de graaf d'Alvens-
leben, gezant van Duitschland, en de graaf Schraethau,
militair attaché. Twee redevoeringen werden er
gehoudende eerste door den luitenant generaal von
Wacholtz, en de tweede door den heer von Muller,
die den Koning van België bedankte voor zijne
vergunning tot oprichting van het monument.
Op eene der zijden van het monument ziet men
een medaillon met de beeltenis van den hertog. De
Duitsche opschriften geven het volgende te lezen:
//Frederik Willom hertog van Brunswijk en Lune
nburg is op deze plaats gevallen, terwijl hg aan het
«hoofd zijner troepen streed 16 Juni 1815.
//Ter nagedachtenis der helden en dor gevallen
nkrijgers voor Duitschlandhet dankbare vaderland
z/MDCCCLXXX.
Men heeft tevens een gedenksteen geplaatst in den
gevel van het huis waar de hertog is gestorven.
Er hooft zich hier te lande gevormd een Neder
landsche V?reeniging van Liefhebbers, en Pokkers van
Rashonden. Blijkens de statuten is het doel der
Vereeniging, de liefhebberij in het houden en fok
ken va^ rashonden, zoowel jacht- als niet-jaebthon-
den, in Nederland te bevorderen. De middelen
hiervoor zgn het organiseeren en steunen van hon-
den-tentoonstelljngen, het houden van een register
der rashonded van de^ leden der Vereeniging, het
houden van bijeenkomsten ter bespreking van de
belangen der Vereenigiug en der kennis van honden,
het saraenstellou van een raspuntenboek van zoo
mogelijk alle erkende hondenrassen, met afbeeldin
gen vau de schoonste exomplaren.
Gewone leden der Vereeniging betalen 10 con
tributie. Jaarlijks wordt in April te Utrecht een
algemeene vergadering gehouden. Het bestuur is
opgedragen aan zeven leden. Thans bestaat het uit
de heeren H. Vau Bylandt (voorzitter), Louis Dob-
belmann, A. J. J. Kloppert, H. Van Leeuwen, F.
A. Onderwater, T. Stinstra en C. A. Hiebendaal
(secretaris).
Het bestuur heeft de statuten aan veel landge-
nooten gezonden en daarbij gevoegd een uitnoodi-
ging om tot de Vereeniging toe te treden.
De slechte gewoonto van kinderen, om kersen mot,
de pitten in te slikken, heeft reeds neel wat onheil
teweeggebracht, en dikwijls komen ook gevallen voor,
dat volwassenen het inslikken van kersenpitten met
het verlies van het leVen moeten boeten. Professor
Notljnagel, te Weenen, had enkele dagen geleden de
treurige aanleiding om zgn hoorders een dergelijk
slachtoffer van 't pittepslikken op de ontleedtafel te
doen zien. Hri was een zestieig'arige kastenmakers
leerling, die voor een paar (lagen eenigó Jcersen met
de pitten opat en reeds den volgenden ochtend met
ontsteking van» de buikvliezen en, de darmen 'in het
gasthuis moest worden opgenomen. Dadelgk werd
vermoed, dat het darmkanaal door kersenpitten was
doorboord, en bg de lijkopening bleek dit vermoe
den juist te zgn. Professor Nothnagel maakte in
dachtig op het vaak voorkomen van deze ziekte in
het kersenseizoen, en waarschuwde 'ernstig tegen het
inslikken van kersenpitten;
De heer Kingston," de correspondent van. //Daily
Telegraph," ^lie Bismarck geïnterviewd hem, deejt
omtrent de levenswijze van den ex-rijkskanselier het
volgende medeDe prins raag slechts drie malen
per dag, een kwartier na eiken maajtijd, iets drinken,
eiken keer niet meer dan eene 'halve flesch zeer
lichten rooden mousseerenden moezel wgnalle andere
wijnen, bourgogne, Spaansche en Rgnwgnen, bier
en zelfs champagne zijn hem streng verboden. Sinds
eenige jaren heeft hij zich deze dranken ontzegd,
hetgeen hem best bekomen is.
De prins weegt thans nog slechts 185 halve kilo's
zonder dat hij aan kracht verloren heeft. Op aan
raden van zijn geneesheer laat hij zich eiken dag
wegen. Sigaren rookt prins Von Bismarck in het
geheel niet meer, omdat dit een slechten invloed
uitoefent op de zenuwen. Alleeu rookt hij nu en
dan fijne Hollandsche knaster uit eee lange pijp.
Hij rijdt en wandelt veel. Zijn geheugen i^ tamelijk
goed, ofschoon de namen van minstens ein dertig
duizend personen, die hij kent, hom ontglippen.
Blijkens de vijfde lgst van vrijwillige bijdragen
voor een nationaal gedenkteeken ter eere van prins
Bismarck is er bg de hoofdcommissie reeds inge-
komeu 312,226 mark.
In een circus te Jasz-Bereny (Hongarije) werd
dezer dagen onverwachts een treffend drama afgespeeld.
De directeur had daar met een vrouw kunsten aan
een schommel verricht en boog juist glimlachend voor
het toejuichend publiek, toen een man, gevolgd door
twee kinderen, op hem toetrad on hem bij de keel
greep, terwijl de beide kinderen onder het blij geroep
van //moeder, moeder!" op de vrouw toesnelden.
De man trok een mes, de circus-directeur nam een
ijzeren staaf op, en vóór iemand het vermoeden kou,
lagen beiden op den grond: de een met een doode-
lijke wond aan het hoofd, 'de ander met doorstoken
borst.
De aanvaller had in de kunstenmaukster zijn vrouw
herkend, die met den circus-directeur was weggeloopen.
De beleedigde echtgenoot stierf knog dienzelfden
avond en de circus-directeur ligt hopeloos.
Op last ider politic werden al de leden van het
gezelschap gevangen genomen. Zij kunnen, naar het
schijnt, volgens de Hongaarsche wetten gestraft wor
den //wegens medeplichtigheid aan het te gronde
richten van een gezin." De dieren van het circus
zijn, zoo bericht men, op bevel der overheid allen
afgemaakt, omdat het gerechtelijk onderzoek weken
lang zal duren en de gemeente hen niet zoolang onder
houden kan.
Te St. Laurons waren eonigen tijd geleden eenige
personen ongesteld geworden door het eten van het
vleesch van een uit nool geslachte koe. Dit? voor
val was een onderwerp van bespreking in de laaiste
zitting van den Geneeskundigen Raad in Zeeland.
Het is den inspecteur gebleken, dat meermalen
maag- en darmaandooningen voorkortten na het
gebruik van vleesch van uit nood geslachte koeienv
Iu Walchere,n bestaat namelijk onder de landbouwers
een soort onderlinge assurantie, waarbij veehouders
zich verbinden een zekere hoeveelheid vleesch van
zieke of gestorven koeien voor consumptie over te
nemen, ten einde het verlies van een dier minder
drukkend te maken. De gemeente-keurmeester keurt
wel het vleesch, maar is op de dorpen meestal geen
vee-artsenijkundige. De l§den van "den Raad gingen
vooral mede met het denkbeeld, dat de gemeente
besturen geen verkoop van vleesch van uit nood
geslachte dieren zullen toesftaau dan na een schrif
telijke verklaring van een deskundige, dat het vleesch
voor gebruik onschadelijk is. Of echter een ge-
meentelijko verordeniug kracht zou bezitten een der
gelijke onderlinge sohikking te verbieden was een
punt van bedenking. Mot -het oog hierop is deze
zaak commissoriaal gemaakt.
Onder de geredde passagiers van het in de Indische
Zee verongelukte stoomschip Quetta is een kloek
zestienjarig meisje, dat zich na, het zinken1 van het
schip van Vrijdag tot Zondag drijvende hield en 20
uren achtereen zwemmende in het water doorbracht.
Haar 13-jarig zusje, daL zg nog poogde te redden,'
verdronk met huu beider ggjeider. Toon het schip
gezonken *was, werd zg tloor een man op een vlot
getrokkeg, en geruimen tijd dreef zij met hem rond,
eerst vastgemaakt aan een grooter vlot met Cinga-
leezen en later los. Toen zg op twee mijlen afstands
van de kust waren, verliet zij dat vlot alleen (haar
metgezel kon niet zwemmen) om te trachten zwem
mende aan land te komen. Zg werd echter door
stroomingen van de kust afgedreven, en na twintig
uren rondgezwommen te hebben, werd zij door de
Albatros aan boord genomen. Zij was, toen ihen
haar redde, geheel zonder kleederen en bijna zwart
gebrand door de zon. Do hitte was zoo groot, dat
zij telkens het hoofd onder water moest houden om
het gevaar van zonnesteek te ontgaan. Het meisje
verklaart, dat zgzelvè niet bang wa« voor ilen dood,
maar dat alleen de angst voor de smart, welke haar
dood haren ouders zou veroorzakeu, haar kracht ver
leende' om "zoo wakker vol te houden.
Zg zou met haar zusje naar Engeland gekomen
zijn om hare opvoedine^o voltooien, maar tij'wil
zich' nu niet meer op ^ee wagen en keert naar
huis 'terug.
Uit Parijs wordt, naar 't schijnt ran officieuss inde
gemeld, dat de Fransche Begeering besloot de Bra
ziliaansche Bepubliek te erkennen. Drie puuten van
geschil zonden zijn geregeld. De Franschen zullen
niet onderworpen zijn aan het bekende decreet,
waarbij in Brazilië verloeveude buitenlanders binnen
een ongemeen korten termijn tot Braziliaansche on
derdanen worden lerkiaard; de Braziliaansche Be
geering heeft afgezien van een uitvoerrecht on
caoutchouc en de quaestie aangaande het betwiste
Guyaansch grondgebied zal,een scheidsrechter wor
den voorgelegd. Men weet dat ook andere Mogend
heden bezwaar maken de willekeur aan te nemen
waarmee de Braziliaansche republikeinen met het
recht van nationaliteit omspringen.
Het karretje vau het Engelsoh ministerie loopt
tegenwoordig met op ecu zandweg, als is hut ook
misschien wat voorbarig reeds van het begin van
het eindo te sprekon. Tal' van moeilijkheden ziet
lord Salisbury ter overwinning Voor zich. In de
eerste plaats maakt de oppositie de behandeling van
de aanhangige wetsontwerpen zoo lasti» door haar
tallooze amendementen, dat hij voor do vraag staat
of een of twee der ingediende wetten onafgedaan te
laten of een herfstzitting bij alle parlementsleden
zoer impopulair te houden.
Tegen een herfstzitting moet o. a. de leider Van
het lagerhui^, de»goode dikke mr. Smith, wiens Ge
zondheid door de langdurige zittingen zeer lijdt,
zoo zeer gekant zijn, dat tyij zijn voornemen heeft
te kennen gegeven in dat geval zijn ontslag te nemen
Tot dusver eischt het gebruik, dat alle ontwerpen
die met voor den derden keer in dezelfde zittings
periode werden gelezen, als verworpen zgn te be
schouwen. Niet ten onrechte vergeleek lord Salis
bury in de Donderdag gehouden conservatieve partij-
rergadering der Carlton-club deze manier van arbeiden
bij de handelwijze van iemand, die zijn werk niet
afkrijgt, voordat hij ter ruste gaat en het om die
reden verscheurt in plaids het den volgenden dag
voort tè zetten.
nu d® gehate herfstzitting te ontsnappen en
niets van het afgedane werk verloron te laten o>aan
tengevolge van den Jiuidigen kritieken toestand
stelde de premier voor van het gebruik af te wijken
en de wetsontwerpen; die niet in deze zitting afge
handeld worden, weder eenvoudig in de nieuwe
zitting op te vatten in den toestand, waarin zij ver-
•keerden toen het parlomènt uiteenging. Zoo hoopt
lord Salisbury nog zyn troepje bijeen te houden
Gemakkelijk zal hem dit niet vallen. Niet zoo
zeer wat do liberale unionisten betreft, die als alle
renegaten het hevigst gebeten zijn op (.hun vroegere
partygenooten en bereid zijn met lord Salisbury
door dik en dun te gaan teneinde de Gladstonianen
verre van de regeeringstafel te houden. Lord Har
rington en Chamberlain zijn nog meer tories dan
de tones
Meer schijnt de minister-president te vreezen te
herben van den tegenstand zijner eigen vrienden.
Op de Carltonclub moet hem een alles behalve
vriendelijk onthaal zijn te beurt gevallen; aan ver
wijten ontbrak het niet, dat de regeering zelve alleen
schuld is aaq do, tegenwoordige verwarring. Geens
zins behoeft de regeering te duchten voor een neder
laag bij Balfour's Iersche „Land Purchase Bill" of
bij de Tiendenwetkritieker ziet het er voor haar
uit met de „Compensation Bill", d. i. de Wet waarbij
zij 350.000 pd. st. 'sjaars beschikbaar wil stellen
uit de verhoogde belasting op het gedistilleerd als
schadevergoeding voor de tappers, wien het recht
van vergunning wordt ontnomen.
Welke tegenstanddit voorstel bij de oppositie
vindt, is gebleken uit de groote demonstratie op
Zaterdag 7 Juni in Hyde Park gehouden, een der
reusachtigste meetings, welke daar ooit plaats vonden.
Er zijn echter ook vele aanhangers der regeering,
di,e tot de bestrijders der „Compensation" behooren.'
Dit is duidelijk gebleken bij de stemming over het
amendement van den Gladstoniaan Acland om boven
genoemde somtot andere doeleinden te besteden.
Mqt 275 tegen 245 stommen werd het verworpen,
d. i. oen meerderheid van 30 stemmen. Wanneer
men in aanmerking neemt, dat deze regeering begon
met .een meerderheid van over de' 180'stemmen,
waarvan zij langzamerhand een twintigtal bij pAr-
tieele verkiezingen te loor zag gaan, doch nog altijd
op een meerderheid van 80 stemmen rekenen kan,
en men dan deze in belangrijke quaestins tot 30 siet
verminderen, dan jiestaat er reden te vÉklaren, dat
de politieke barometer voor 2ulk een regeqring
schrikbarend aan het dalen is. -
Voor de reis des Duitschen Keizers naar het Noor
den is het programma hu vastgesteld. De Keizerin
gaat niet mede. Den 26 dezer vertrekt ;ie Kefeer
naar Kiel, gaat den volgenden dag aan boord van
het oorlogschip Kaieer, om den 28en te Ëlseneur
tan te komen. Slechts een gedeelte van het gevolg
gaat op dat schip ihede. Het overig gedeelte, meer