Buitenlandse!] Overzicht. 1 voor het volledig onderwijs en 3 voor enkele lessen en in de 5e klasse 7 leerlingen voor enkele lessen. Aan 41 leerlingen werd vrijstelling verleend van de betaling van schoolgeld. Omtrent den toestand der lokalen, meubelen en leermiddelen zijn geene bijzonderheden te vermelden. De uitgaven voor do school hebben bedragen 5865.5 P/g. Aan schoolgeld werd ontvangen 151.50. Het schoolgeld bedraagt voor eiken leerling/3, voor meer leerlingen uit één gezin f2.voor ieder. Zg die geen schoolgeld kunneii betalen worden kosteloos toegelaten. b. De Rijks Iioogere Burgerschool. Op 1 Januari 1889 waren op de Hoogere Bur gerschool 66 mannelijke en 3 vrouwelijke leerlingen 64 van hen, waaronder de drie vrouwelijke, volgden het volledig onderwijs, terwijl 5 mannelijke leerlin gen slechts van enkele lessen gebruik maakten. De leerlingen waren aldus verdeeld: le Voor het volledig onderwijs: 22 mann. in de eerste klasse, 12 mann. en 2 vrouw, in de tweede, 15 mann. en 1 vrouw, in de derde, 8 mann. in de vierde en 4 mann. in de vijfde klasse. 2e Voor enkele lessen: 1 mann. in de eerste, 2 mann. in de derde, 1 mann. in de vierde en 1 mann. in de vijfde klasse. Vóór het einde vau den cursus 18881889 ver lieten 8 leerlingen, van welke 5 voor het volledig onderwijs en 3 voor dat in enkele vakken, de school, terwijl 1 leerling voor enkele lessen in de 2e klasse werd toegelaten. Het schooljaar eindigde derhalve met 62 leerlingen. Aan de overgangs-examens, welke den lln en 12n Juli plaats hadden, namen deel: uit de eerste klasse 22 leerlingen, van welke 12 on voorwaardelijk en 2 na herexamen tot de 2e klasse bevorderd werden, terwijl 2 leerlingen de school ver lieten uit de tweede klasse 12 leerlingen, van welke 7 onvoorwaardelijk en 1 na herexamen tot de 3e klasse bevorderd werden, terwijl 3 leerlingen de school ver lieten uit de derde klasse 13 leerlingen, van welke 4 onvoorwaardelijk en 1 voorwaardelijk naar de 4e klasse overgingen, terwijl 6 leerlingen de school ver lieten uit de vierde klasse 8 leerlingen, van welke 4 onvoorwaardelijk en 1 met herexamen tot de 5e klasse toegelaten werden, terwijl 1 leerling de school verliet. Het toelatings-examen werd op 13 en'15 Juli af genomen. Daarvoor hadden zich 21 aspiranten aan gemeld, van welke 19 voor de eerste en 2 voor de tweede klasse. Tot de eerste werden 15 nieuwejeer- lingen toegelaten, waaronder de beide aspiranten voor de tweede klasse. Een leerling werd zonder examen in de vierde klasse geplaatst. Eveneens werden zonder examen voor enkele lessen toegelaten 2 jeerlingen in de vierde en 1 leerling in de vijfde klasse. De oieuwe cursus ving den 3n September aan met 65 leerlingen, waaronder 3 meisjes en 8 leerlingen, die slechts enkele lessen volgden. Op het laatst van het jaar was dit getal nog on veranderd. De leerlingen waren aldus over de ver schillende klassen verdeeld voor het volledig onderwijsin de eerste klasse 19 leerlingen, in de tweede 15, in de derde 10, waar- onder 3 vrouwelijke leerlingen, in de vierde 6 en in de vijfde klasse 5 leerlingen voor enkele lessen in de eerste klasse 1 leerling, in de derde 2, in de vierde 5 en in de vijfde klasse 2 leerlingen. Van de lessen in de gymnastiek maakten 49 man nelijke leerlingen gebruik. Dit onderwijs wordt in vier afdeelingen gegeven. De 4e en de 5e klasse vormen te zameu ééne afdeeling. Drie leerlingen voor het volledig onderwijs in de vijfde klasse namen deel aan het eindexamen der Hoogore Burgerscholen in Zuid-Holland. Twee van hen ontvingen het getuigschrift en stelden zich voor op de Militaire School te Haarlem plaatsing te vin den voor hunne opleiding tot Officieren der Infanterie. Twee leerlingen uit de derde klasso werden op de Militaire Academie te Breda toegelaten als cadet voor de Infanterie hier te lande. Een ander leerling uit die klasse deed met gunsti- gen uitslag het literarisch-raathematisch examen, terwijl een vierde leerling uit dezelfde klasse slaagde in zijn toelatings-examen als machinist-leerling bg de Kon. Ned. Marine te Hellevoetsluis. Do Heer F. Sieverdink, in het vorige jaar voor den cursus 18881889 benoemd tot Leeraar in de wiskunde en de mechanica, verliet de school en werd als Leeraar in de wiskunde verbonden aan het Gym nasium alhier. In zijne plaats werd benoemd de Heer Dr. H. A. W. Speekman uit' Groningen. Van den Directeur ontving de Commissie van Toe zicht de mededeeling, dat met goedvinden van Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken de leerlingen van het Gymnasium in het gebouw der Rijks Hoo gere Burgerschool onderwijs zouden ontvangen in natuurwetenschappen en ten behoeve van dat onder wijs gebruik zouden maken van de daar aanwezige hulpmiddelen. Het schoolgeld op de Hoogere Burgerschool be draagt 30.per jaar voor iederen leerling. Volgens bestaande overeenkomst met het Rijk draagt de Gemeente jaarlijks 6970.bij in do kosten der Rijks Hoogere Burgerschool. Door de politie te Dordrecht word gisteren aan gehouden C. J., 59 jaar, woonachtig tes Ouderkerk a/d IJsel, en A. R65 jaar wonende te Rotterdam beiden koopman van beroep, wier opsporing en aanhouding was verzocht in het Algemeen Politieblad, als zijnde tot geldboete of subsidiaire hechtenis veroordeeld. Eerstgenoemde verkeerde in die omstandigheden dat hij de hem opgelegde boete kon betalen en werd derhalve weder op vrije voeten gesteld, doch laatstbedoelde was niet zoo goed bij kas en moest zich ter vereffening der onvoldane rekening, zijne overbrenging naar het huis van arrest alhier laten welgevallen. (D. C.) Staten-generaal. Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag 17 Juni. De minister van financiën zette zgne rede van 11. Vrijdag voort. Hij verdedigde op handige wijze de financieele regeling. Natuurlijk bleef de repliek niet uit. De heer Mees, even keurig en puntig als altijd, las de les aan de ministerieele partij, omdat zij" zoo weinig zegt ter verdediging der overeen komsten en zich tevreden stelt blind vertrouwen te kennen te geven in het gouvernement. Hij hand haafde o*erigens zijn hoofdbezwaar, dat het onmo gelijk zal zijn, het Duitsche verkeer te verdoelen i over Venlo, Emmerik en Salzbergen. Ook de heer Tak bleef bij deze meening. De heer Gleichman had financieele bezwaren, terwijl de heer Farncombe Sanders voor staatsexploitatie bleef pleiten. Wg voor ons zijn door de redevoeringen togen de overeenkomsten niet overtuigd. Er zijn zeer zeker bedenkingen, die niet ontzenuwd rijn, maar men kan daarom toch de overeenkomsten als geheel verkieslijk vinden boven do bestaande. De bestrij ders, die op de bezwaren grooten nadruk legden, maakten zich hunnerzijds aan do fout schuldig, dat zij alle bedenkingen tegen den bestaanden toestand geheel en al wegcijferden en zich weinig bekom merden over de vraag, wat uit dien toestand op den duur zou moeten groeien. En als de heer Sanders wederombeweerde, dat alle argumenten, die werden aangevoond voor de voorgesteldo regeling, met nog meer kracht pleiten voor het stelsel van exploitatie in één land, dan is dit zeer beslist te ontkennen. Het voordeel der verdeeling van het net tusschen twee maatschappijen is, dat een zekere mate vau concurrentie bewaard blgft. De heer Heldt maakte zich verdienstelijk dóór te wijzen op de omstandigheid, dat voor de rechten en belangen van het personeel in de overeenkomsten geheel onvoldoende is gezorgd. Naar men zegt, zijn nog verscheiden sprekers in geschreven. 7 Naar aanleiding van het bij de Tweede Kamer ingekomen wetsontwerp tot gedeeltelijke herziening der ziekten wet en tot wgziging van het verbod van toelating van kinderen op do school, zonder bewijs van vaccinatie, vestigt men onze aandacht op de volgende slotsom in de jdtigste algemeene vergade ring der Vereeniging van inrichtingen tot bevorde ring van koepokinenting in Nederland genomen z/De vergadering spreekt hare overtuiging uit, dat opheffing van het wettelgk voorschrift, waarbij een vaccinatiebewijs voor de toelating op de scholen wordt geëischt, een ramp voor Nederland zoude zijn. *Op grond toch van de ervaring eenorzijds, dat daar, waar de vaccinatie aan het goedvinden van iedereen wordt overgelaten, do pokken big ven voort woekeren, terwijl anderzijds, daar waar de ingezetenen direct of indirect daartoe worden verplicht, deze ziekte moer en meer verdwijnt en niet minder op grond van het feit, dat kort vóór do invoering van het thans nog van kracht zijnde voorschrift Nederland door eene hevige epidemie van pokken werd geteis terd, wolke aan meer dan 20,000 inwoners het leven kostte, terwijl na de toepassing van dezen nuttigen maatregel ons land meer en meer van doze ziekte en in de laatste geheel van epidemieën verschoond bleef, acht de vergadering het een nfet te verdedi gen waagstuk door intrekking vau he$ bestaande voorschrift ons vaderland opnieuw aan het gevaar van epidemieën dezer vreeselijke ziekte bloot te stellen." In de zomervergadering van den geneeskundigen raad van Zeeland werd door dr. Bolle gewezen op de indiening bg de Tweede Kamer van het wets voorstel tot wijziging der wet op de besmettelijke ziekten. Hij meende, dat het zijn nut kon hebben dat, waar er verschil van inzicht bestaat tusschen de inspecteurs van het geneeskundig staatstoezicht en den minister, de geneeskundige raden aan de inspecteurs hunnen steun verleenen. voorzitter, de waarnemende inspectaur dr. B. kent haar nu al vijf maanden lang zoo goed, en Jack noemde haar Prue toen hij haar nog geen kwartier kende. Maar dat was ook net wat voor Jack." De herfst was dat jaar buitengewoon zacht het was een aanhoudende Indische zomer, uitstapjes te paard in den vroegen morgen, waren het voor naamste genoegen op Willowbrook, waar mijnheer Dillingham dikwijls den nacht overbleef om mijnheer Dent en zijn pupil te vergezellen. Als mijnheer Dil lingham er van nature al wat tegen had, met den leeuwerik aan het ontbijt te gaan, hij had er niets tegen om te vijf uren op. te staan en twee uur lang door de lanen van Rivermouth te galoppeeren, die thans schitterden van bekoorlijk groen. Prudence reed uitmuntend paard en bleef nooit bg hare ge zellen achter. Mijnheer Dillingham moest al heel dom geweest rijn, als hij niet merkte, hoe dat herfstweer Prue's schoonheid verhoogde. De natuur had haar een frissche, levendige kleur gegeven en de rozenkleurige ahornbladen langs den weg, verbleekten bij de warme tint \an haar lippen en wangen. Op een van die tochten had mijnheer Dent het ongeluk zijn voet te verstuiken en er kwam een eind aan die uitstapjes, althans aan die van mijnheer Dent. Mgnheer Dillingham, die nu dikwijls met' zijn vriend kwam lezen en praten reed verscheiden mor gens alleen uit, en tot groote verwondering van Prudence vroeg hij haar eindelijk, of zij hem gezelschap wilde houden. wZou het pas geven, dat ik met hem meeging, Oom?" zei Prudence, terwijl zg met neergeslagen oog bij mijnhoer Dent's luierstoel stond. wZou het pas gévenherhaalde hij. //Wel, de heele vrouwelijke bevolking va* Rivermotith zou en corps uitloopen en het zou Dillingham zeker gaan als den ouden Floyd Ireson, die, zooals je weet, n //door de vrouwen van Marblehead werd geteerd, gevederd en in een frar rondgevoerd z/Nu, dan is 't goed," riep Prudence vroolijk uit. n Ik rij dan op Kate inplaats van op Jenny. Jenny krabbelt maar zoo wat en mijnheer Dillingham rijdt graag flink door." //Krabbelt maar zoo wat! Wat een uitdrukking voor een jonge dame!" zei mijnheer Dent deftig. Mijnheer Dillingham was dien morgen een beetje minder stijf. Daar hg min of meer de gastheer was, was hij genoodzaakt te zorgen, dat zijn gast zich amuseerde en moest hij zich dus aangenaam zoeken te maken. Het ritje had njets bijzonders, behalve, dat het allerprettigst was, en Prudence kwam met gloeiende wangen en stralende oogen terug. Drie of vier dagen later kwam de jonge dominé even voor zonfcndergmfg te paard voor het hek en vroeg of juffijfoiw PalBy haar ritje wilde herhalen. Hij had een weg ontJskt, die naar eenige oude wal len voerde, waar men èen vrij uitzicht op de haven had en waar men de zon heerlijk kon zien onder gaan. Kate werd gezadpld en de twee jongelieden reden 'weg in een wolk van stof, waarbij mijnheer 4 i Dent hen uit het raam van de voorkamer nastaarde, terwijl hij op zijn stok leunde en aanhoudend glim lachte als een goedaardige schikgodin. De voetverstuiking van mijnheer Dent «ras een merkwaardig geval en ik heb grooten lust er een uitgerekte studie over te schrijven voor de /(Boston Medical .and Surgical Gazette." Toen het ongeluk voorviel hij verdraaide zijn voet bü het afstijgen in den stijgbeugel hield men het voor belangrijk genoeg, om de aandacht'van Dr. Tredick te verdienen en deze had Prudence's bezorgdheid verlicht, door de kwetsuur zeer licht op te vatten. Maar jiet ver zwakte lid kreeg zijn krachten niet terug, zelfs niet na het aauleggen van arnica-verbanden, voldoende om een nieuw been te laten groeien of althans het oude te doen genezen, al was het op twintig plaatsen gebroken geweest. De enkel ging niet vooruit en de wetenschap, in den persoon van Dr. Tredick, wist dit niet uit te leggen, meer bepaaldelijk kon hij niet zeggen waarom het gekwetste deel 's middags juist het meest zeer deed. Mijnheer Denr kon 's morgens heel gemakke lijk op de plaats wandelen of rondom het huis loo- pen, maar tegen drie of vier uur, als mijnheer Dil lingham gewoonlijk naar den zieke kwam vragen, vond mijnheer Dent het noodzakelijk zijn luierstoel in de voorkamer te gaan opzoeken of zijn voet op een tweeden stoel te leggen. W'orit vervolgd.) C'arsten, geloofde dat nu het ontwerp is iügediend,, er weinig succes van te wachten is, dat de raden zich tbt den minister wenden. Het gevoelen der ge neeskundige raden, die eerder verscherping dan verslapping der voorschriften op de vaccainatie zou den wenschen, is trouwens bekend. Men schrijft uit Brussel aan de N. R. Ct. Het is nooit te laat om moed en dapperheid to vereeren. Wij zagen dit jl. Zondag te Quatre-Bras, waar men het monument inhuldigde, gewijd aan de nagedachtenis van den hertog Frederik Willem van Brunswgk, die den 16en Juni 1815, twee dagen vóór den slag van Waterloo, sneuvelde. De hertog had zich aan het hoofd gesteld van een klein legerkorps, om ter hulp te snellen aan do Nederlandsche en Belgische troepen die te Quatre- Bras slaags waren geraakt met de Fransche cavalerie. Na een hevigen tegenstand te hebben geboden, be gonnen deze \roepen te wankelende hertog, dit ziende, wierp zich als het ware alleen op den vijand om zijne troepen moed in te boezemen, maar moest zijne stoutmoedigheid met den dood bekoopenhg ontving een schot midden in de borst, en stierf des avonds. Deze dappere daad is nu vereerd geworden. Eene delegatie van Brunswijksche officieren was bij de plechtigheid tegenwoordig, ovenals de graaf d'Alvens- leben, gezant van Duitschland, en de graaf Schraethau, militair attaché. Twee redevoeringen werden er gehoudende eerste door den luitenant generaal von Wacholtz, en de tweede door den heer von Muller, die den Koning van België bedankte voor zijne vergunning tot oprichting van het monument. Op eene der zijden van het monument ziet men een medaillon met de beeltenis van den hertog. De Duitsche opschriften geven het volgende te lezen: //Frederik Willom hertog van Brunswijk en Lune nburg is op deze plaats gevallen, terwijl hg aan het «hoofd zijner troepen streed 16 Juni 1815. //Ter nagedachtenis der helden en dor gevallen nkrijgers voor Duitschlandhet dankbare vaderland z/MDCCCLXXX. Men heeft tevens een gedenksteen geplaatst in den gevel van het huis waar de hertog is gestorven. Er hooft zich hier te lande gevormd een Neder landsche V?reeniging van Liefhebbers, en Pokkers van Rashonden. Blijkens de statuten is het doel der Vereeniging, de liefhebberij in het houden en fok ken va^ rashonden, zoowel jacht- als niet-jaebthon- den, in Nederland te bevorderen. De middelen hiervoor zgn het organiseeren en steunen van hon- den-tentoonstelljngen, het houden van een register der rashonded van de^ leden der Vereeniging, het houden van bijeenkomsten ter bespreking van de belangen der Vereenigiug en der kennis van honden, het saraenstellou van een raspuntenboek van zoo mogelijk alle erkende hondenrassen, met afbeeldin gen vau de schoonste exomplaren. Gewone leden der Vereeniging betalen 10 con tributie. Jaarlijks wordt in April te Utrecht een algemeene vergadering gehouden. Het bestuur is opgedragen aan zeven leden. Thans bestaat het uit de heeren H. Vau Bylandt (voorzitter), Louis Dob- belmann, A. J. J. Kloppert, H. Van Leeuwen, F. A. Onderwater, T. Stinstra en C. A. Hiebendaal (secretaris). Het bestuur heeft de statuten aan veel landge- nooten gezonden en daarbij gevoegd een uitnoodi- ging om tot de Vereeniging toe te treden. De slechte gewoonto van kinderen, om kersen mot, de pitten in te slikken, heeft reeds neel wat onheil teweeggebracht, en dikwijls komen ook gevallen voor, dat volwassenen het inslikken van kersenpitten met het verlies van het leVen moeten boeten. Professor Notljnagel, te Weenen, had enkele dagen geleden de treurige aanleiding om zgn hoorders een dergelijk slachtoffer van 't pittepslikken op de ontleedtafel te doen zien. Hri was een zestieig'arige kastenmakers leerling, die voor een paar (lagen eenigó Jcersen met de pitten opat en reeds den volgenden ochtend met ontsteking van» de buikvliezen en, de darmen 'in het gasthuis moest worden opgenomen. Dadelgk werd vermoed, dat het darmkanaal door kersenpitten was doorboord, en bg de lijkopening bleek dit vermoe den juist te zgn. Professor Nothnagel maakte in dachtig op het vaak voorkomen van deze ziekte in het kersenseizoen, en waarschuwde 'ernstig tegen het inslikken van kersenpitten; De heer Kingston," de correspondent van. //Daily Telegraph," ^lie Bismarck geïnterviewd hem, deejt omtrent de levenswijze van den ex-rijkskanselier het volgende medeDe prins raag slechts drie malen per dag, een kwartier na eiken maajtijd, iets drinken, eiken keer niet meer dan eene 'halve flesch zeer lichten rooden mousseerenden moezel wgnalle andere wijnen, bourgogne, Spaansche en Rgnwgnen, bier en zelfs champagne zijn hem streng verboden. Sinds eenige jaren heeft hij zich deze dranken ontzegd, hetgeen hem best bekomen is. De prins weegt thans nog slechts 185 halve kilo's zonder dat hij aan kracht verloren heeft. Op aan raden van zijn geneesheer laat hij zich eiken dag wegen. Sigaren rookt prins Von Bismarck in het geheel niet meer, omdat dit een slechten invloed uitoefent op de zenuwen. Alleeu rookt hij nu en dan fijne Hollandsche knaster uit eee lange pijp. Hij rijdt en wandelt veel. Zijn geheugen i^ tamelijk goed, ofschoon de namen van minstens ein dertig duizend personen, die hij kent, hom ontglippen. Blijkens de vijfde lgst van vrijwillige bijdragen voor een nationaal gedenkteeken ter eere van prins Bismarck is er bg de hoofdcommissie reeds inge- komeu 312,226 mark. In een circus te Jasz-Bereny (Hongarije) werd dezer dagen onverwachts een treffend drama afgespeeld. De directeur had daar met een vrouw kunsten aan een schommel verricht en boog juist glimlachend voor het toejuichend publiek, toen een man, gevolgd door twee kinderen, op hem toetrad on hem bij de keel greep, terwijl de beide kinderen onder het blij geroep van //moeder, moeder!" op de vrouw toesnelden. De man trok een mes, de circus-directeur nam een ijzeren staaf op, en vóór iemand het vermoeden kou, lagen beiden op den grond: de een met een doode- lijke wond aan het hoofd, 'de ander met doorstoken borst. De aanvaller had in de kunstenmaukster zijn vrouw herkend, die met den circus-directeur was weggeloopen. De beleedigde echtgenoot stierf knog dienzelfden avond en de circus-directeur ligt hopeloos. Op last ider politic werden al de leden van het gezelschap gevangen genomen. Zij kunnen, naar het schijnt, volgens de Hongaarsche wetten gestraft wor den //wegens medeplichtigheid aan het te gronde richten van een gezin." De dieren van het circus zijn, zoo bericht men, op bevel der overheid allen afgemaakt, omdat het gerechtelijk onderzoek weken lang zal duren en de gemeente hen niet zoolang onder houden kan. Te St. Laurons waren eonigen tijd geleden eenige personen ongesteld geworden door het eten van het vleesch van een uit nool geslachte koe. Dit? voor val was een onderwerp van bespreking in de laaiste zitting van den Geneeskundigen Raad in Zeeland. Het is den inspecteur gebleken, dat meermalen maag- en darmaandooningen voorkortten na het gebruik van vleesch van uit nood geslachte koeienv Iu Walchere,n bestaat namelijk onder de landbouwers een soort onderlinge assurantie, waarbij veehouders zich verbinden een zekere hoeveelheid vleesch van zieke of gestorven koeien voor consumptie over te nemen, ten einde het verlies van een dier minder drukkend te maken. De gemeente-keurmeester keurt wel het vleesch, maar is op de dorpen meestal geen vee-artsenijkundige. De l§den van "den Raad gingen vooral mede met het denkbeeld, dat de gemeente besturen geen verkoop van vleesch van uit nood geslachte dieren zullen toesftaau dan na een schrif telijke verklaring van een deskundige, dat het vleesch voor gebruik onschadelijk is. Of echter een ge- meentelijko verordeniug kracht zou bezitten een der gelijke onderlinge sohikking te verbieden was een punt van bedenking. Mot -het oog hierop is deze zaak commissoriaal gemaakt. Onder de geredde passagiers van het in de Indische Zee verongelukte stoomschip Quetta is een kloek zestienjarig meisje, dat zich na, het zinken1 van het schip van Vrijdag tot Zondag drijvende hield en 20 uren achtereen zwemmende in het water doorbracht. Haar 13-jarig zusje, daL zg nog poogde te redden,' verdronk met huu beider ggjeider. Toon het schip gezonken *was, werd zg tloor een man op een vlot getrokkeg, en geruimen tijd dreef zij met hem rond, eerst vastgemaakt aan een grooter vlot met Cinga- leezen en later los. Toen zg op twee mijlen afstands van de kust waren, verliet zij dat vlot alleen (haar metgezel kon niet zwemmen) om te trachten zwem mende aan land te komen. Zg werd echter door stroomingen van de kust afgedreven, en na twintig uren rondgezwommen te hebben, werd zij door de Albatros aan boord genomen. Zij was, toen ihen haar redde, geheel zonder kleederen en bijna zwart gebrand door de zon. Do hitte was zoo groot, dat zij telkens het hoofd onder water moest houden om het gevaar van zonnesteek te ontgaan. Het meisje verklaart, dat zgzelvè niet bang wa« voor ilen dood, maar dat alleen de angst voor de smart, welke haar dood haren ouders zou veroorzakeu, haar kracht ver leende' om "zoo wakker vol te houden. Zg zou met haar zusje naar Engeland gekomen zijn om hare opvoedine^o voltooien, maar tij'wil zich' nu niet meer op ^ee wagen en keert naar huis 'terug. Uit Parijs wordt, naar 't schijnt ran officieuss inde gemeld, dat de Fransche Begeering besloot de Bra ziliaansche Bepubliek te erkennen. Drie puuten van geschil zonden zijn geregeld. De Franschen zullen niet onderworpen zijn aan het bekende decreet, waarbij in Brazilië verloeveude buitenlanders binnen een ongemeen korten termijn tot Braziliaansche on derdanen worden lerkiaard; de Braziliaansche Be geering heeft afgezien van een uitvoerrecht on caoutchouc en de quaestie aangaande het betwiste Guyaansch grondgebied zal,een scheidsrechter wor den voorgelegd. Men weet dat ook andere Mogend heden bezwaar maken de willekeur aan te nemen waarmee de Braziliaansche republikeinen met het recht van nationaliteit omspringen. Het karretje vau het Engelsoh ministerie loopt tegenwoordig met op ecu zandweg, als is hut ook misschien wat voorbarig reeds van het begin van het eindo te sprekon. Tal' van moeilijkheden ziet lord Salisbury ter overwinning Voor zich. In de eerste plaats maakt de oppositie de behandeling van de aanhangige wetsontwerpen zoo lasti» door haar tallooze amendementen, dat hij voor do vraag staat of een of twee der ingediende wetten onafgedaan te laten of een herfstzitting bij alle parlementsleden zoer impopulair te houden. Tegen een herfstzitting moet o. a. de leider Van het lagerhui^, de»goode dikke mr. Smith, wiens Ge zondheid door de langdurige zittingen zeer lijdt, zoo zeer gekant zijn, dat tyij zijn voornemen heeft te kennen gegeven in dat geval zijn ontslag te nemen Tot dusver eischt het gebruik, dat alle ontwerpen die met voor den derden keer in dezelfde zittings periode werden gelezen, als verworpen zgn te be schouwen. Niet ten onrechte vergeleek lord Salis bury in de Donderdag gehouden conservatieve partij- rergadering der Carlton-club deze manier van arbeiden bij de handelwijze van iemand, die zijn werk niet afkrijgt, voordat hij ter ruste gaat en het om die reden verscheurt in plaids het den volgenden dag voort tè zetten. nu d® gehate herfstzitting te ontsnappen en niets van het afgedane werk verloron te laten o>aan tengevolge van den Jiuidigen kritieken toestand stelde de premier voor van het gebruik af te wijken en de wetsontwerpen; die niet in deze zitting afge handeld worden, weder eenvoudig in de nieuwe zitting op te vatten in den toestand, waarin zij ver- •keerden toen het parlomènt uiteenging. Zoo hoopt lord Salisbury nog zyn troepje bijeen te houden Gemakkelijk zal hem dit niet vallen. Niet zoo zeer wat do liberale unionisten betreft, die als alle renegaten het hevigst gebeten zijn op (.hun vroegere partygenooten en bereid zijn met lord Salisbury door dik en dun te gaan teneinde de Gladstonianen verre van de regeeringstafel te houden. Lord Har rington en Chamberlain zijn nog meer tories dan de tones Meer schijnt de minister-president te vreezen te herben van den tegenstand zijner eigen vrienden. Op de Carltonclub moet hem een alles behalve vriendelijk onthaal zijn te beurt gevallen; aan ver wijten ontbrak het niet, dat de regeering zelve alleen schuld is aaq do, tegenwoordige verwarring. Geens zins behoeft de regeering te duchten voor een neder laag bij Balfour's Iersche „Land Purchase Bill" of bij de Tiendenwetkritieker ziet het er voor haar uit met de „Compensation Bill", d. i. de Wet waarbij zij 350.000 pd. st. 'sjaars beschikbaar wil stellen uit de verhoogde belasting op het gedistilleerd als schadevergoeding voor de tappers, wien het recht van vergunning wordt ontnomen. Welke tegenstanddit voorstel bij de oppositie vindt, is gebleken uit de groote demonstratie op Zaterdag 7 Juni in Hyde Park gehouden, een der reusachtigste meetings, welke daar ooit plaats vonden. Er zijn echter ook vele aanhangers der regeering, di,e tot de bestrijders der „Compensation" behooren.' Dit is duidelijk gebleken bij de stemming over het amendement van den Gladstoniaan Acland om boven genoemde somtot andere doeleinden te besteden. Mqt 275 tegen 245 stommen werd het verworpen, d. i. oen meerderheid van 30 stemmen. Wanneer men in aanmerking neemt, dat deze regeering begon met .een meerderheid van over de' 180'stemmen, waarvan zij langzamerhand een twintigtal bij pAr- tieele verkiezingen te loor zag gaan, doch nog altijd op een meerderheid van 80 stemmen rekenen kan, en men dan deze in belangrijke quaestins tot 30 siet verminderen, dan jiestaat er reden te vÉklaren, dat de politieke barometer voor 2ulk een regeqring schrikbarend aan het dalen is. - Voor de reis des Duitschen Keizers naar het Noor den is het programma hu vastgesteld. De Keizerin gaat niet mede. Den 26 dezer vertrekt ;ie Kefeer naar Kiel, gaat den volgenden dag aan boord van het oorlogschip Kaieer, om den 28en te Ëlseneur tan te komen. Slechts een gedeelte van het gevolg gaat op dat schip ihede. Het overig gedeelte, meer

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2