TJES, 'HWATER. C.BOLDOOT fe: BIS. tx° 4250. uk, Vrijdag 20 Juni. 1890. rschool lEULLETOX Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. pomade ikoopcte der irjjgbaar in 12'/, Cents, ^evenaar. De Spoorwegen in de Kamer. De inzending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. >erioht, dat LEVEN, in 'RA R, ft Schoenen aars. 1 JÜLI begint een nieuw kwartaal van de Goüdsche Courant. Nieuwe Abonnés ontvangen de vóór dien tijd verschijnende nummers GRATIS. t t [i) breidde ‘de schemering zich uit over land (Uit het Engelach.') 4 XII. 'ommieearieeen in Amerika. vóór, hij heeft het Daaruit blijkt, dat Bovendien worden alle Advertentien gratia opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschjjnt. iets bestaat, congres houdt, 'ommitiorieeen in Nederland. S eene deze zjjnen i alhier in de TIGD als iaker. in de gunst, Ie bediening. tch. warden. n. elburg. ’.gen. ’•datn. it en te Venlo. •hoten. en. goüdsche courant. e Leerlingen heeft plaats s namiddags uw. rdt 14 en 15 afgenomen, eur, JULIUS. ondervinding de noodzakelijkheid heeft aange- ik dat lid beter kende, dan hij zich zelf. Naar toond om met het getjj ook de bakens te ver- ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regal meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. stommen. Mijnheer Dillingham was merkbaar bijgekomen en voor zoover zijn deftigheid toeliet, was hij zelfs heel galant voor haar. Had Prudence vroeger een oogen- blik gewenscht, dat hij een beetje op haar mocht verlieven, ze had thans dien wensch geheel opge- gevon e» was tevreden met zijne vriendschap. Het nauwlettendst oog zou onmogelijk in Prudence's ge drag iets gevonden hebben om aanmerkingen’ op te maken. Gelijk zij vroeger niet met John Dent ge koketteerd had, zoo koketteerde zij ook nu niet met niet bezorgd,Dillingham,’* zei mijnheer Dillingham. Zij „gooide hem geen oogjes a,,n-toe,” zooals mijnheer Dent zou zeggen en inderdaad vol spijt bij zich zelven zeide. Gedurende die tochtjes te paard gewoonlijk naar het fort en terug werd er zelden veel ge sproken een vlugge galop door de frissche herfst lucht, even rusten in de verlaten redoute, alleen om de paarden te laten uitblazen en de zon te zien onder gaan en dan vliegend naar huis, dat was alles, wat men verlangde. Het was een bekoorlijk landschap, dat zich als een gekleurde k^t ontrolde aan den voet van den steilen heuvel, op welks top zich de verlaten wallen bevon den. Eerst was er een eind ver bebouwd land, boom gaarden on tuinen en daartusschen schuren met roode daken en mooie witte boerderijen met gestreepte schoorsteenen, die tusschen de ontbladerde toppen der boomen uitkoken. Dan kwam de rivier met de kolossale brug, die het sohilderajhtig stadje met het 30) „Maak je maar law. wzurgu,xaunugu^iu, ze, mijnheer Dent eens met aandoénlijke opgeruimdheid, „ik ben binnenkort wel weer beter. Het spijt me drommels, dat we niet kunnen rijden en ik weet hoe’nxhekel je er aan hebt, alleen te rijden. Maar daar heb je Prue, die is toch beter als niemand.” „O, u vleit mijl” zei Prue. „Ik vrees, dat ik al 'te veel van juffrouw Pru dence’s welwillendheid gevergd heb,” antwoordde mijnheer Dillingham. Dit maal verbeterde hij zijn zeggen niet. Maar Prudence hield dol veel van rijden en rijden met mijnheer Dillingham was als walsen met een goed walser. Verdere aansporing had zij niet noodig. Zoo kwam het, tengevolge van het langzaam herstel van mijnheer Dent dat zij den jon gen dominé heel dikwijls alleen vergezelde, terwijl het haar nu volstrekt niet meer schelen kon, wat de' menschen er van zeiden. Zij deed niets kwaads en het onschuldig genoegen deed elke booze critiek vor- De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per dA^ maanden is 1.25, franco per post f 1.70. Aizoriderljjke Nommers VIJF CENTEN. vlakke land verbond. Hier en daar schoten de dunne masten der visschersschuiten langs deweiden vinnig in de hoogte. In de haven verstrooid lagen daar kleine ronde eilandjes als smaragden in een veld van turkoois; want op sommige tijden van het jaar is het water hier zeldzaam helder eu doorschijnend blauw. Voorbij de stad lagen de schitterende zoutmeren, schilderachtig omvat door een azuren arm van de zee. Bij het licht der ondergaande zon leverde dit alles een heerlijk schoon gezicht op. Op een namiddag in het midden van de maand November reden Prudence en mijnheer Dillingham weder bij, het ondergaan dor zon binnen do wallen ran de oude vesting'rond. De opening, voor welke zij stilhielden, vormde de lijst vanjeen tooverachtig schilderij, waarin lucht en veld en zee duizend opaal- tinten vertoonden van het weerkaatsen der ondergaande 'zon. Terwijl de paarden stalden te blazen en op hun gebit knabbelden, lieten de ruiters hunne teugels zacht uit de hand glijden en zaten zwijgend dit too- neel aan te zien. In weinige minuten verbleekten de levendige kleu ren aan de lucht, behalve aan den horizon, waar een streep gloeiend scharlaken achterbleef, die het geheele landschap een zachten parelgrijzen weerschijn gaf. Langzamerhand versmolt liet scharlaken tot ^ermillioen, toen tot mat goud, toen tot zilver en smolt daarna met al het andere samen tot rooskleurig grjjs, en nu brejdde ‘de schemering zich uit over land en zee. zooveel ouder,.dat er iets'bestaat, waarover men thans te Brussel een congres houdt, om 't af te schaffen voor de kinderen van Cham, maar ik verzeker U, dat het dagelijks hier meer veld wint onder de kinderen van Japhet.” Dat is aardig gezegd, maar wij kunnen de gedachte niet van ons zetten, dat diezelfde heer Rutgers, als hij gewild had, ook een boekje had kunnen opendben van zijn partij- genooteu, die in hetzelfde geval verkeerden, ’t Zijn aan onzen kant ook niet altemaal hei ligen. Zouden er onder de mannen ter lin kerzijde niet zijn, die in den beginne ingeno men waren met de inderdaad koene gedachte van den Minister van Waterstaat, maar die ten slotte door den drang van het partijver band genoopt werden tegen te stemmen? Wjj vermoeden wel van jaalleen zijn zij niet zoo naief geweest te biecht te gaan bij hun tegen voeters. Dit pleit althans voor hnn gezond verstand, want de ondervinding leert, dat gees tige tegenstanders somwijlen van particuliere gesprekken in ’t openbaar debat misbruik ma ken om u op de kaak te stellen. Doch niet alleen op innerlijke gronden laat zich de meening verdedigen, dat de politiek om een hoek gegluurd heeft, het blijkt duide lijk uit de debatten De Minister Havelaar zeide gisterenNiet door mjj is de politiek in deze zaak gemengd, maar door de heeren Van Houten en Rutgers.” En wat antwoordde de heer Van Houten bij wijze van interruptie: «Het eerst door den heer Van Kerkwijk.» Het was dus een openbaar geheim, dat de politiek de geesten benevelde. Alleen waren de heeren «Gelukkig, dat wij nog een Eerste Kamer hebben» was onze eerste gedachte, toen wij gisterenavond den hierachter vermelden afloop vernamen van de stemming over de aanhan gige spoorweg-overeenkomsten. Gelukkig, dat er nog een lichaam bestaat, waarin nikt de politiek den boventoon voert, ook al zijn er zuiver economische vraagstukken aan de orde. Zelden is ons het nut va i het grondwettig voorschrift, dat twee geheel onafhankelijke col leges alle wetsvoorstellen moeten onderzoeken en goedkeuren duidelijker gebleken dan bij deze gelegenheid. Te ontkennen is het niet, dat bjj dit onderwerp, waarbjj de staatkundige ge voelens onzer afgevaardigden niet betrokken s||^aren, toch weder de politiek is gemengd. Hoe ’anders het toeval te verklaren, dat de rechter zijde als één man (alleen de heer Bahlman uitgezonderd) vóór stemde, terwijl de linker zijde (minus de heer Kerkwjjk) de wet ver wierp De deskundigen van elke partij wa ren lang niet eenstemmig in hun oordeel; er zjjn, zooals steeds, conservatieve naturen, die van alle verandering huiveren, en koener gees ten, die flink een waagstuk aandurven, indien zetten. Van die tweederlei strooming, die dui delijk was waar te nemen in elke politieke partij buiten de kamer, omdat men de quaestie over woog afgescheiden van alle politiek in de Ka mer geen spoor, tenzj] bjj een paar éénlingen. Om bjj de linkerzijde te blijven, de hoofdorganen dezer richting waren niet eenstemmig. De N. Rott. Crt. keurde de overeenkomsten af en ontried de goedkeuringhet Handelsblad en het Vaderland waren niet blind voor de ge opperde bezwaren eu gebreken en erkenden dat het inslaan van dezen weg in zeker opzicht een waagstuk kon genoemd worden, doch zagen zooveel gebrekkigs in den bestaanden toestand en zoo groote verbetering in de nieuwe rege ling, dat zij met aandrang tot aanneming ad viseerden. Nog eens het zou al heel toevallig zjjh, indien dergeljjk verschil van meening in den boezem eener partjj ip. ’s lands vertegen woordiging geen weerklank vond. De ge noemde organen hebben in den regel een be hoorlijk aantal geestverwanten achter zich. De eenige verklaring is, dat aan individueelè meeningeu het zwijgen is opgelegd uit hooge politieke overwegingen. De heer Rutger? van Rozenburg deed met zijn gewoon sarcasme gisteren aan de Kamer het volgende verhaal «Een lid der rechterzijde zeide mjj, een maand geleden, dat bjj tegen dit voorstel was. Ik ant woordde toen gjj stemt er toch stilzwijgend vóór. Maar, mjjne heeren, dit is thans niet meer mogeljjk. Dat lid stemt er het redeljjke kansen van welslagen heeft en de reeds tweemaal gezegd! aanleiding daarvan herinner ik mjj, ik ben

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1