BW ierk. SE i DE VACCINATIE. 0 0 N° 4257. Zaterdag 28 Juni. 1890. IE. 4 FEUILLETON. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ©I 01 0I 0I 0! 0 ÏG. ld I I De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. i I 1 Drogist. »ot uit )UDA SDAG ar aan het beste sreld. n eklen ndpijn, ont- maangename rorden zeker ijk» gebruik i 1 JÜLI begint een nieuw kwartaal van de Goudsohe Courant. Nieuwe Abonnés ontvangen de vóór dien tijd verschijnende nummers GRATIS. erin ndwater, chen, lemen-zeep. ransparant. m, i I 11 si I 1 GOUDSCHE COURANT. D# uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is f 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Bovendien worden alle Ad verten tien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschijnt. ümoriewinkels (Vit het EngeMi.) XVI. h aan een jHT, igen voor acht onder urant. f 1.75, Dr. POPP’i tanden ge- 's Tandplom- tegen eiken i. zeepen, welke weeg brengen. -Mondwater i tijd. "W enen. AD VERTENTIEN worden geplaatit ▼an 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. 87) Er was niemand, tot wien Prudence zich wenden kon om haar uit het doolhof te geleiden, waar zij in verdwaald was. Mijnheer Dent kon haar niet onpartijdig raden, zij begreep als bij instinct, dat haar vriendin Veronica geheel ongeschikt was, om haar te helpen en de oude dominé lag in zijn graf. Het was bepaald noodzakelijk, dat ze spoedig tot een besluit kwam; maar dien middag, toen die ge dachten haar voor de honderdste maal door het hoofd gingen, was zij er zoo ver af als ooit. wWat zal ik doen! wat zal ik doen!” zei Pru dence, terwijl zij, min of meer onheroisch, met een schildpadden fantasie-kam in haar hand de kamer op en neer liep. Onheroisch? Ik houd het er voor, dat Ophelia eenigszins zorgvuldig die wilde bloemen door hare lokken vlocht, eer zij zich ging verdrinken. Medea en Clytemnestra zouden niet zoo bevallig een eind aan haar leven maken als zij niet een weinig acht sloegen op de wijze, waarop zij de draperieën 1 -1 b 1 j Er is onlangs door de Regeering een ontwerp ingediend tot herziening van de wet op de besmettelyke ziekten, dat wel de aandacht verdient. Schoon het ook andere wjjzigingen voorstelt, schynt toch de hoofdbe- doéling te zjjn eenige voldoening te geven aan de tegenstanders der vaccinatie, die er onder de aanhangers der tegenwoordige regeerings- partjj te vinden zjjn. Onder de katholieken vindt de heilzame uitvinding van Jenner alge- meene waardeering, doch onder de orthodoxe protestanten zjjn er velen, die er gemoedsbe zwaren tegen hebben. Hoe wil nu de Regee ring daaraan te gemoet komen? Zooals men weet, bestaat er ten onzent geen eigenljjk gezegde inentingsdwang. Maar er is voorge- schreven, dat geen kinderen op scholen worden toegelaten, tenzjj een bewjjs wordt overgelegd, dat zg met goed gevolg gevaccineerd zijn. Het ont werp strekt om daarin verandering te brengen. De Regeering wenscht de vaccinatie te bljjven be vorderen, maar is tegen allen dwang. Vandaar dat zjj voorstelt, al diegenen zonder bewjjs van vaccinatie op de school toe te laten, welke aan den burgemeester verklaren, dat zjj bezwaar maken tegen de koepokinenting op den persoon, wien het betreft. Terecht wordt van de zjjde der medische woonlijk, en dit ontging den jongen dominé niet, die zonder dat men het merkte eigenlijk alles zag. Toen zij de bibliotheek binnentrad, waar de twee heeren zaten, merkten beiden op, welk een glans haar als een atmosfeer omringde. „Dillingham’s lot wordt nog heden avond geteekend, gezegeld en be slist,” dacht mijnbeer Dent bij zich zei ven; „ik zie in haar gezicht, wat er in haar omgaat.” Maar die moedige blik van Prue, was in treurige tegenstelling er maar alleen lief uitzien en dal deed zij, zonder dat zij er moeite voor deed. Mijnheer Dillingham was gewoon, als hij op Wil lowbrook was, om tien uur heen te gaanals er menschen waren, werd het later. Dien avond was er niemand en ’t was voor Prudence alsof er geen eind aan kwam. Soms hield zjj gedachteloos stil midden in een zin, terwijl de pendule op den schoor steen de slepende halve uren sloeg. Het was haar, alsof het nooit tien uur zou worden. Een paar maal in den avond wakkerde het gesprek wat aan en stierf dan plotseling weer uit, zooals het anders onder deze vrienden nooit deed. Als bet gesprek zoo den laatsten adem uitblaast, behoort ereveel takt toe, om het lijk fatsoenlijk te begraven. Al is er een rijk begaafd, wijs geestelijke bij, om den dienst te leiden, dan heeft de plechtig heid nog niet altijd tot aller voldoening plaats. Om half tien schond mijnheer Dent de overeen- autoriteiten gewezen op het bedenkeljjke van eene dergeljjke verzwakking der wet. Wel is de vaccinatie genoegzaam in de zeden gedron- g n en verheugt zij zich id den steun vau bijna alle geneesheeren, maar als men het nalaten van dezen gewenschten voorzorgsmaatregel in de hand gaat werken, dan is het te voorzien, dat de mindere standen uit gemakzucht er zich aan zullen onttrekken. Met cijfers heeft dezer dagen Dr. C. Noordujjn te Njjmegen in het Handeleblad aaugetoond hoe moorddadig de pok- ziekte uit haar aard is en hoezeer zjj is ver minderd en bedwongen door de vaccinatie. Het tegenwoordige geslacht heeft er mis schien wel eens iets van gehoord, maar het maakt er zich in' de verste verte geen begrip van, dat pokken niet alleen de moorddadigste, maar ook de afschuweljjkste van alle ziekten waren. De verliezen geleden door de bloedigste oorlogen, door de verwoestendste volksziekten, pest, cholera, typhus en zoovele andere, halen niet bjj de ontzettende offers, die de pokken aan de menschheid gekost hebben. Geheele stammen worden uitgeroeid, geheele landstre ken ontvolkt. Wat al millioenen en millioenen menschenlevens, die er verloren gingen. Het getal der in de twee vorige eeuwen jaarlijks aan de pokken overledenen, schat men pp ruim 500.000 in Europa, dat is ongeveer een tieude aller sterfgevallen. Wat kent de tegenwoordige wereld van de ellende van hen, die gespaard bleven, die het leven er af brachten? Ja, misschien heeft de een of ander nog wel eens toevallig een door de pokken geschondene geziendat is dan ook al het ergstemaar wie weet iets van die dui zenden misvormden, die blinden, die dooven, die verlamden, die uitgeteerden, die voor hun geheele leven ellendig waren en een afschrik voor hun omgeving? Daar hebben weinigen der thans levenden iets van gezien, of zelfs een flauw begrip van. Het is te voorzien, dat verwaarloozing der noodige voorzorgen onmiddelljjk eene toene ming der ziektegevallen zal ten gevolge hebben. De ondervinding in onze Oost-Indische bezit tingen leert het; overal waar de vaccine niet is dóórgedrongen, heerschen hevige en kwaad aardige epidemieën. Zoolang in de Zwitsersche kantons de algemeene verplichte vaccinatie in zwi ng was, bedroeg de sterfte slechts een mini mum, in Zürich bijv. 2 perjaar. In Mei 1883 werd deze verplichting ingetrokken en reeds in 1884 ontwikkelde zich eene epidemie van pok ken, die in 20 maanden van eene bevolking van 317.576 er 719 aantastte en 129 personen ten grave sleepte, d. i. gemiddeld 80 per jaar. In Bazel, waar eveneens in 't zelfde jaar de verplichte vaccinatie werd opgeheven, werden in ’t volgende jaar van de 85.618 inwoners er 874 aangetast. Vóór de inwerkingtreding van het Dnitsche Reicheimpfgesetz in 1874 was er nauweljjks onderscheid in de pokkensterfte iu Oostenrijk en Pruisen. Na dien tjjd kwam er groote verandering en bedroeg de pokkensterfte in Duitschland, en dat nog wel voornamelijk in de grensdistricten, slechts 4 op elk millioen inwoners, terwjjl ze in Oostenrjjk tot het 65-, in Hongarije zelfs tot het 468-voudige steeg. plooiden. Zoolang men leeft, moet men toch eten, drinken en zich kleeden, het mag gaan hoe het wil. En als ik u mijn arme kleine heldin uit Nieuw- Engeland voorstel, bezig hour haar op te zetten, daar het bij zessen was en mijnheer Dillingham kwam thee drinken, dan bon ik zeker, dat ik do natuur wel zoo getrouw volg, als dat ik haar op een voetstuk plaatste. Dat bruine haaren ze had een rijkdom van haar, was haar grootste schoonheid en er waren hier c_ --- -- goudblad in een, flesch guidewater, als ’t geschud wordt. Zij maakte het haar op naar de mode van die dagen, in een breede vlecht boven het voorhoofd, C- -- geweest zou zijn. Het verwonderlijke was, dat hij haar niets kostte. Toen Prudence de laatste speld op zijn plaats had een oogenblik oplettend haar toilet-spiegel en glimlachte toen zij zag, „Half onbewust een kleur ging dragen, kersenrood lint om haar hals en om haar midden. buitengewoon lief uitzag, dat omgaat.’ en daar van die warmere linten in, zooals die stukjes met haar besluiteloos en moedeloos hart. Zij wilde wordt. Zij maakte het haar op die een kroontje vormde, waarop eene hertogin trotsch geweest zou zijn. Het verwonderlijke van die vlocht was, dat hij haar niets kostte. C.._ gestoken, bekeek zij zich, in I— -y1™' dat zij - Die hij haar ’t liefste dragen zag, een kersenrood lint om haar hals en om haar midden. „Ik word verschrikkelijk' leelijk,” zei Prudence, terwijl zij er zoo buitengewoon lief uitzag, dat zij dat gerust kon zeggen, zooals de dames altijd kunnen als zjj het zoggen. Er was dien avond een hooger blos op haar wan gen en een levendiger gloed in haar oogen dan ge-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1