It
BINNENLAND.
4260.
Woensdag 2 Juli.
at
FEUILLETON.
flWtWit'.
(Vit het Engelech.}
pomade
ikoopste der
crjjgbaar in
12‘/f Cents.
^evenaar.
srverij
1890.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken*
advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
De Inzending van
nen,
voort-
steld*
lerij,
ig der Belgen.
ER,
JRDAM.
in g.
- -
fl<
n
in de plaats
•9.'
M
If
De heer
I
tl
N
r
tl
II
II
If
mtreken bjj de
S 73 en 73a
aldus
Juni
II
ff
2
9
19
23
30
ii
n
H
ff
ff
ff
ff
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk dee Maandags verschjjnt.
burg,
n,
rtburg,
n,
4.2
3.4
3
4.3
ubllek
tdelijk
i der Zelf-
e uitspat-
m,
-otbeker
s boven
r«ehe
Cént.l
it, het
r doosje
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 CentenIedere regel X
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Uit de gevangenis te Sneek werd in de vorige
week iemand ontslagen, die zich, zooals later bleek,
van zijn broeder had laten opsluiten.
XVII.
shouden harddraverij I troepenofficieren, vooral dio van hoogeren rang,
'i gelegenheid te laten, zich meer in het bijzonder
voor te bereiden voor de taak, die hun in oorlogs
tad wacht.
Men schrijft aan de AiMterdamsche Courant
//Gisteren (Vrijdag) deed de directie der Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen te Utrecht, de
jaarlijksche premiën aan eenige hoofd- en mindere
ambtenaren uitbetalen.De vrees, dat bij deze gelegen
heid van do zijde der ambtenaren, die jaar in jaar
uit van dat gunstbetoon verstoken bleven, ongeregeld-
woruen wegevocgu. -I heden zouden plaats vinden, bleek ongegrond to zjjn.
overigens voormeld toezicht uit, het\dminl3tratiegebouw bVef het rustig.
Het bedrag, dat voor die premiën beschikbaar was
gesteld, word evenals vorige jaren niet verdeeld in
verhouding van zaakkennis en betoonde plichtsbe
trachting, maar wel pro rata der jaarlijksche bezol
digingen. Zoo ontvingen de chefs van dienst, op een
Bij de Zaterdag te Winsuni gehouden harddraverij
is de tweede prijs, 150./behaald door Dibbels
van den heer A. Schouten Hoogendyk te Gouderak.
Het bericht, dat God. Staten van Zuid-Holland
de besturen der gemeenten, ‘waar huwelijken op
Zondag worden gesloten, zouden hebben uitgenoodigd
daarvoor een anderen dag te bestemmen, is onjuist.
De aanschrijving van Gedeputeerde Staten luidt
aldus
//Naar aanleiding eener ter zake betrekkelijke
missive van den heer minister van binnenlandsche
zaken, hebben wy de eer u te verzoeken, ons voor
5 Juli a. s. te willen berichten, of er in uwe gemeente
ook nog op andere dagen dan des Zondags gelegen
heid bestaat tot kostelooze huwelijks-voltrekking.
//Mocht zulks niet het geval zijn, dan noodigen
wij u uit te willen bevorderen, dat alsnog eenige
uron van een anderen dag der week daartoe be
schikbaar worden gesteld en ons die dan mede te
deelen.”
Door den Koning daar to q gemachtigd, heeft de
minister van oorlog eene gewjsigde instructie op het
toezicht over de garnizoenskleeding- en nachtleger-
magazijnen en de militaire bakkeryen vastgesteld.
Volgens deze nieuwe bepalingen zullen de troepen
officieren in de meeste, vooral de grootere garnizoens
plaatsen, van dat toezicht worden ontheven en zal
dit algemeen worden opgedragen aan hoofdofficieren
van de militaire intendance, aan wie tot dit doel
officieren der militaire administratie van onder
scheidene rangen worden toegevoegd. De inten
danten oefenen c.„lo,J
plaatselijk als tot dusver, en door het doen van
opnemingen en het houden van inspecties buiten
hunne standplaatsen. Door dezen maatregel, die
eerlang in zijn geheel het licht zal zien en 1 October
a. s. ingaat, wordt te gemoet gekomen aan veler
wensch, om door doelmatige arbeidsverdeeling den
stootnen van
antete, Costu-
rordynen, Be-,
n- en Bont-
was hij ook nu gekomen om maar een kort poosje
te blijven; er waren nog heel wat draken en nog
heel wat onverwonnen reuzen. Zoodra zijn arm weer
beter was, zou hij Rivermouth weer vaarwel zeggen.
Het goud, dat hij nu ging zoeken, was dat kleine
beetje, dat in de schouderbedekking van een luite
nant zit.
De overeenkomst tusschen de twee bezoeken trof
John Dent zei ven, terwijl hij daar zat te pratenen
voor zoover zijn geldeloosheid aangaat, was de verge
lijking verre van aangenaam. Eerst had hy een fat-
soonlijk uitzet en een honderd daalders of wat, en nu
had hij een marine-revolver en een pak kleeren, dat
zijn oom heel verdacht bekeek, terwyl hij er over
dacht, het op een zeer aanstaand tijdstip achter in
den tuin te laten begraven.
In weerwil van dat alles maakte zich echter een
hemelsche kalmte, ontstaan door de huiselijke atmos
feer, waarin hij ademde, van John Dent meester.
Zijne ongelukken waren visioenen en gezichten; hij
was als een man, die uit een bangen droom ontwa
kende, zich in een aangename, warme kamer bevindt,
terwijl het daglicht door de ramen naar binnen
stroomt en die vruchteloos tracht, zich den droom
te herinneren, die hem een oogenblik te voren deed
ontstellen.
Hij zag er zoo armoedig en vervallen en toch zoo
gelukkig uit, dat Prudence er door getroffen werd.
Toen zij over Ds. Wibird sprak, moest zij al haar
zelfbeheersching te hulp roepen om John Dent nieti
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
•De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke No miners VIJF CENTEN.
De directeur van het postkantoor te Groningen
ontvangt in den laatsten tijd bijna dagelijks een
bezoek van zekeren B., een ontslagen brievenbesteller,
die alsdan telkens door de politie moet worden
verwijderd.
Deze B. is vóór eenige maanden uit zijne betrek
king ontslagen, doch weigerde de akte van het ont
slag in ontvangst te nemen, en beweert nu nog steeds
in dienst van het rijk te zijn. Als een gevolg daar
van zoekt hij telkens den directeur op, en verzoekt
om uitbetaling van zijn salaris over de laatste
maanden.
Zaterdag avond liep te Groningen het gerucht,
dat B. een revolverschot op den directeur gelost
zoude hebben. Dit bleek evenwel onwaar te zijn.
omstreeks half zeven had een
12 jaar, het ongeluk achter de
luoia up de OoBthaven, in het water te
Het mocht den heer Haag«man gelukken
num iuül ï,jju op het droge te
halendit is reeds de derde persoon met dit toestel
afb. Prgi
verschrik-
jugd ljjdt,
tering, die
an van een
i het Ver-
narkt 34,
et bedrag,
;en boek-
GOUDA, 1 Juli 1890.
Het onderteek van het water der Waterleiding ia
5.4 Mg. permanganas kalicus per 1000 co.
ff
ff
De heer D.Horman de Groot deed heden te
Amsterdam met gunstigen uitslag
didaat Arts.
Onze stadgenoot, de heer H. van Wijngaarden,
zal aan het Sohiet-Concours te Berlijn, dat van 6
tot 13 Juli a. at. gehouden wordt, deelnomen.
Aan hot postkantoor Gouda on de daaronder res*
sorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand
Juli 1890 ingolegd f 4551.57, terugbetaald werd
3094.69.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje
draagt het nummer 2333.
Heden morgen
jongetje, ongeveer
steonenmassa op
vallen. IL..
hem met zijn reddingtoestel
f~*- ■1'i •- .la fflavrla v
gered.
Gisterenavond ten ruim 9 uur viel in het water
der Turfmarkt etn zoontje van Lafeber. De zoon
van den heer Wientjes daar passeerende sprong te
water en redde hem.
goudsche courant.
40)
«Ik kan het niet gelooven. Waarachtig ik kan
het niet gelooven! Als hij het geweest was, moest
ik mj) bij instinkt wel verweerd hebben en hem met
dat oude geweer hebben neergeschoten,” en mijnheer
Dent maakte juist eene beweging naar dat bijna on- o
schadelijke wapen, dat jaren lang ongeladen boven dat het mij heel wat teergevoelige lezers zal kosten
den schoorsteen had gehangen, toen Prudence de kamer f -
binnen kwam.
«Niets van Todhunter zeggen,” zei mijnheer Dont
haastig.
In roman’s en op het tooneel wordt het weerzien
van twee personen, die gelukkig of ongelukkig lang
gescheiden geweest zijn, de aanleiding tot allerlei
aandoenljjke bewegingmaar ik heb opgemerkt, dat
de mensohen in het dagelijksch leven, die elkander
gehaat of bemind hebben, volstrekt geen neiging ver-
toonen om, als zij elkander na eene reeks van jaren
ontmoeten, flauw te vallen of te gillen of iets heel
treffends of dramatisch te doen.
examen als Can-
Prudence sprong niet achteruit en ze viel ook niet
flauw, toen zij John Dent bj haar oom vondze
had hem tien of vijftien minuten geleden uit de vigi
lante zien stappen misschien was zij toen wel een
beetje veranderd en nu was zij gekomen om hem
welkom te heeten. Zij begroetten elkander zoo een
voudig en natuurlijk als maar mogolijk was. Was
Prudence’s hand al een beetje koud, haar handen
waren gewoonlijk koudwas John Dent’s hand gloeiend,
hij had een schot in zijn arm en was koortsig.
«Ik ben blij, dat je hier bent, John,” zeide Pru
dence dood eenvoudig, alsof ze gisteren pas van hem
af was gegaan en niet drieduizend tweehonderd- en
achtenvijftig maal gegeten had sedert den dag, toen
hij ’s middags niet aan tafel verscheen.
Ik weet, dat dit erg gewoon en realistisch is en
1 V Inni-omvrinlirra lovors 'zal tnstftn J
maar ik moet de feiten laten spreken.
Prudence was ongeveinsd blyde, John Dent te zien-,
en de oprechte vriendelijkheid, waarmede zij hem
begroette, zette hem in eens op zijn gemak. Hij
had heel wat te vertellen van zijne zwerftochten en
veel te vragen over de zaken te Rivermouth, en wel
dra ging het gesprek tusschen deze drie zonder eenige
gedwongenheid rustig zijn gang. Inderdaad, voor
Prudence was het als dien eersten dag, al lang ge
leden, toen John Dent te Rivermouth kwam en haar
verwonderd deed staan, door dat hij een openhartige,
vroolijke jongen was, inplaats van zoo’n somber pein
zende Dryasdust, dien zij verwachtte. Even als toen