Buitenlandse!) Overzicht.
Gecostumeerden Zwemwedstrijd,
GOÜDSCHE ZWEMCLUB.
REGLEMENT
Onderlingen en IVationalen
in de Stedelijke Bad- en Zweminrich
ting aan de Houtmansgracht
te GOUDA.
en begripevenmrring, welke minder gunstig werken
knnneu voor de uitvoering der wet.
Met eene welsprekende inleiding, waarin hg her
innerde, dat de arbeid dezer vereeniging ia een werk
▼an ware philantropie, van barmhartigheid, van ge
meenschapsgevoel of welken dergelijken saam men
er aan geven wil, opende de heer N. G. Pierson
Dinsdag in een dor "lokalen van de Hygiëne-tentoon-
stelling te Amsterdam daartoe toepasselijk be
schikbaar gesteld de 9e alg. vergadering der
«Ned Vereeniging t. b. van Zondagsrust,'' die aldaar
door dr. Ruysch was welkom geheeten.
Als zoovele bewijzen, dat er nog een ruim veld
voor dezen arbeid te bewerken ligt, wees de voor
zitter slechts op zes moatschappolgke groepen van
arbeidersdo banketbakkers, van wie er te Araster
dam bv. op de 200 slechts 8 een rustdag genieten,
do sigarenhandelaars, de huurkoetsiers, de anonymi
die voor de wereld slechts oen onderdeel uitmaken
van de bestelde vigilante, de politiebeambten in de
meeste steden, het spoorwegpersoneel, waaraan men
des winters zeer goed een rustdag kon verschaffen,
en het schouwburgpersoneel dat, zeide spr., eveneens
medewerkt aan de taak tot veredeling des volks door
opwekking van het kunstgevoel.
Nadat de heer Pierson dit uitvoerig had besproken,
bracht de penningmeester, de heer F. A. De Bas,
xgne rekening uit, die werd goedgekeurd met een
saldo van 157. Daar er 121 was ingeteerd
sloot zich hierbij van zelf een aandrang tot meerde
ren financieqlen steun aan.
Op voorstel van Den Haag werd besloten, dat de
vereeniging zal vertegenwoordigd worden op het
Hygiëne-congres, en op voorstel van Rotterdam
werd de aandacht van het hoofdbestuur ook geves
tigd op de werklieden der bierbrouwerijen en con
fectiewinkels.
Ernstig en degelijk werd de vraag besproken, of
de vereeniging een taak heeft te vervullen ter be:
perking van den arbeidsduur in 't algemeen, dus ook
buiten den Zondag. In 't bjjzonder kwamen daarte
gen de heeren Chavannes (Leiden) en G. De Wijs
Cs-Gravenhage) met klem op, ondersteund door
Leeuwarden en Den Helder. De heer de Wijs drong
er met kracht op aan, dat ^Zondagrust" haar neutraal
karakter zuiver zou bewaren, niet afwijkende, rechts
noch links, evenmin een kerkelijken tint (wat de taak
is der vereeniging voor nZondags-heiliging,") als
een politiek kleurtje aannemende, wat allicht zou
voortvloeien uit de verruiming van den werkking.
Er is nog genoeg te doen, zeide hijen de vergade
ring stemde daarmede blijkbaar algemeen in, zoodat
de voorzitter het vraagpunt introk, verklarende door
de debatten van den ernst der bezwaren overtuigd
te zgn en de zaak dus nader te willen overwegen.
Een verzoek der vereeniging //tot Christelijke
heiliging van den Zondag," om steun voor haar denk
beeld om de aandacht der Staatscommissie voor het
arbeidsonderzoek te vestigen op de wenschelijkheid
dat het arbeidsloon niet des Zaterdag-avonds worde
uitbetaald, werd in ^remeenen zin ingewilligd.
Een voorstel van Lreuwarden, om eventueel ad-
haesie te verleenen aan een verzoek om sluiting van
dranklokalen op Zondag, werd, na bestrijding o. a.
door den voorzitter, aangehouden, als in deze verga
dering niet vatbaar voor beslissing.
Tot leden van hot hoofdbestuur werden gekozen
de heerenH. Meijboom te Leeuwarden, mr. E. J.
Everwijn Lange te Amsterdam en mr. De Marez
Oyens te 's-Gravenhage.
Het jaarverslag van den secretaris, den heer O.
Schrieke, zal weldra in druk verschgnen; het bevat
vele belangrijke mededeelingen, die aantoonen hoe
de goede zaak misschien langzaam, maar zeker, vor
deringen maakt.
De Maatschappij tot bevordering der geneeskunde
te Utrecht vergaderd, heeft op voorstel van de af-
deeling Leerdam met 74 tegen 6 stemmen bosloten
zich tot de Tweede Kamer te wenden met verzoek,
dat bg de herziening der wet op de besmettelijke
ziekteu geen afbreuk worde gedaan aan de voor
schriften betreffende de koepokinenting, indien niet-
verplichte vaccinatie beneden hot eerste levensjaar
er voor in do plaats werd gesteld.
Te voren had de vergadering met 74 legen 6
stemmen verworpen een voorstel van de afdeeling
Tiel, verdedigd door dr. Hermanides, om als haar
gevoelen uit te spreken, dat de meest uitgebreide
vaccinatie wenschelgk wordt geacht, maar dat men
zich niet inlaat met de wijze, waarop die moet ge
schieden, daar dit niet tot de bevoegdheid der maat-
schappij behoort.
Vervolgens werd zonder hoofdelijke stemming aan
genomen een voorstel der afdeeling Tilburg, om het
hoofdbestuur te machtigen te allen tijde namens de
Maatschappij te protesteeren tegen elke verandering,
die tot verslapping der bepalingen omtrent de ver
plichte vaccinatie van schoolgaande kinderen kan
voeren.
De vergadering besloot wgders, dat de Maatschappij
aau de regeering zal verzoeken de bij de jongste
volkstelling verzamelde lgsten van blinden en doof
stommen ter inzage te verstrekken aan eene door
het hoofdbestuur der Maatsch. te benoemen com
missie, ten einde daardoor te komen tot de konnis
van de oorzaken van blindheid en doofstomheid in
Nederland.
Op voorstel der afdeeling Leiden is goedgekeurd
dat de Maatschappij zich tot de regeering zal wenden
met het verzoek, zorg te dragen voor verbetering
van de inrichting dor verbandkisten in stations en
spoortreinen.
Lang is beraadslaagd over het voorstel der afdee
ling Utrecht, om aan de regeering te verzaken, dat
de kennis van de beginselen der //psychiatrie" als
verplicht examenvak bij het practisch artsexamen
worde geëischt.
Het hoofdbestuur zich niet met dit soorstel
vereenigen en praead viseerde zich tot do regeering
te wenden met het verzoet, aan één dor universi
teiten den studenten gelegenheid te geven zich tot
krankzinnigenarts te vormen, terwyl het onderwijs
aan alle universiteiten zoo moet worden ingericht,
dat iemand, die het met vrucht gevolgd heeft, kan
beoordeelen of een lijder zielsziek is en speciale be
handeling noodig heeft.
Met 68 tegen 12 stemmen werd het voorstel-
Utrecht verworpen en het praeadvies van het hoofd
bestuur eenstemmig aangenomen.
Met alg. stemmen werd ook aangenomen een
voorstel der afd. Heerenveon, om aan de regeering
te verzoeken maatregelen te nemen tegen de boven
matige toeneming van adspirant-geneeskundigen en
als middelen daartoe aan te wijzen opheffing van
het literarisch-mathematisch examen en het niet lan
ger toelaten van leerlingen uit de 4de klasse van
een gymnasium tot de academische lessen.
Met op 6 ua algemeens stemmen werd ingestemd
met het voorstel-Dordrecht om bij de regeering
aan te dringen op een billjjke vergoeding der ten
behoeve der justitie door geneeskundigen te ver
richten diensten.
Aan de commissie voor de geneeskundige siatistiek
zal opgedragen worden opnieuw en thans over 1870
1890, een onderzoek in te stellen naar het aantel
lotelingen, die wegens te geringe lengtemaat of
lichamelijk ontwikkeling zijn afgekeurd.
Aan de commissie, welke zich tot onderzpek der
griep-epidemio gevormd heeft, zal een subsidie wor.
den verleend, mits z|j hare uitkomsten tegen ver
minderden prjjs verkrijgbaar stelt voor do ledea.
Haar tal tevens verzocht worden haar onderzoek uit
te strekken tot de naziekten der influenza.
Aan de commissie voor geneeskundige politie ia
opgedragen een onderzoek in te stellen naar de ver
vuiling van rivieren en openbare wateren met
faecaliën, fabrieksafval enz. en daaromtrent rapport
uit te brengen.
Onder toejuiohingen heeft de vorgadering beslo
ten, dat de Maatschappij pogingen in het werk zal
stellen tot oprichting van een gedenkteeken voor
professor Donders.
Met 72 tegen 8 stemmen is nog besloten de
regeering te verzoeken, in de wet op de besmet
telijke ziekten diphteritis te vervangen door «diph-
teritis en croup."
Tot leden van het hoofdbestuur in de plaats van
de aftredende, niet herkiesbare leden Baart de la
Faille, Vaa Kleef en Mijnlitf, zijn gekozen de hee
ren dr. C. Winkler, te Utrecht, dr. J. C. van Doo-
remaal, te 's-Gravenhage, en dr. H. Kaptejjn, te
Abkoude.
Be volgende vergadering zal te Zutfen plaats hebben.
In de Belgische Kamer lichtte de minister-presi
dent Beernaert gisteren het ontwerp toe, dat door
de regeering is ingediend tot regeling van den finan-
cieelen toestand in den Congo-Staat.
De regeeruig stelt voor don Congo-Staat een voor
schot te verleenen van 25,000,000 francs. Hiervan
zullen 5,000,000 francs onmiddellijk ter beschikking
gesteld worden en daarna zullen gedurende tien ja
ren elk jaar 2,000,000 francs worden gegeven. Ge
durende deze tien jaren zal van deze leening geen
rente worden betaald, maar zes maanden n. bet
veratrijken van don termijn van tien jaren verkrijgt
de Belgische regeering het recht den Congo-Staat
over te nemen, met alle rechten, welke den Staat
:|jn toegestaan bij de Congo-akte van 26 Febr. 1885
en b|j het protocol der Brusselsche conferentie van
2 Juli 1890. De Belgische regeering zal dan ook
alle verplichtingen van den Congo-Staat jogena der
den overnemen.
Koning Leopold doet afstand van zijn aanspraken
op schadevergoeding voor de groote uitgaven welke
hij voor den Congo-Staat heeft gedaan. Voortaan zal
de Belgische regeering van den Congo-Staat alle
noodige inlichtingen oVer den staat van zaken ont
vangen, vooral wat batreft het bedrag van de uit
gaven en de opbrengst der invoerrechten. Overigens
zal de Belgische regeering zich niet met het bestuur
van den Congo-Staat inlaten.
noch meesterachtig, maar zacht en bedaardaan hare
zijde schudt geen sleutelbos, maar wel draagt zij
steeds een klein tascbje, waarin zich een of ander
handwerk bevindt, want de buitengewoon sierlijke
handen mijner schoonmoeder zijn nooit ledig. Ik
hond het er voor, dat mijn voortdurende lediggang
in hare oogen wel mijn grootste fout isik ben er
nu eenmaal niet aan gewend voortdurend bezig te
zijnmijn goede mama was te goedhartig om mjj
met'strengheid aan het werk te houden.
Wat zou Henri's moeder zeggen als zij wist dat
ik niet eens een kous behoorlijk kan mazen! Om
nu niet geheel leeg naast haar te zitten, als Henri
's middags op het veld werkzaam is, heb ik een klein
handwerkje opgezet.
„Waartoe moet dat dienen?" vroeg mijn schoon
moeder met belangstelling.
Die vraag beviel mij ia het geheel niet; het
werkje had helaas! geen doel; ik schaamde mij echter
dat te bekennen.
Het heeft er alles van of mij werkelijk de heer
schappij in huis zal worden opgedragen en wat ik
in den beginne als een recht meende te moeten
eischen, brengt mij thans dikwijls in verlegenheid.
Boeds dadelijk op den eersten morgen, toen Henri
ons had verlaten, hing mijne schoonmoeder mij een
sleutelmandje aan den arm en geleidde mij door heel
het huis opdat ik in hare plaats voortaan het op
pertoezicht zou uitoefenen. Ieder vertrek liet zij mij
toen zien, allee werd mij uitgelegd en verklaard,
alle dienstboden werden mij voorgesteld en de taak,
die ieder van hen te vervullen had, aangewezen.
Ik schrikte niet weinig van de voorbeeldige orde,
die hier heerschte. Hoe zou ik die in stand kun
nen houden! Het scheen m|j toe alsof alle dienst
boden dadelijk mijne onbekwaamheid op huishoudelijk
gebied moesten bemerken. En waarvoor zou ik mjj
trouwens zoo afbeulen? Daarvoor heb ik immers
mijne ondergeschiktfin. En de huishoudster, die wij
hier hebben, schijnt mij toe een verstandige vrouw
te zijn, op wie men vertrouwen kan. Mama is wel
van meening, flat geen dienstbode zoo goed is, dat
zij alle toezicht kan missen, maar ik geloof dat zij
het zich onnoodig zoo druk maakt.
Ik zal na alles zoo inrichten als ik dit het liefste
heb; ik vrees alleen, dat ik daarbij de lachlust van
meer ervarenen zal opwekken, want in dergelijke
zaken practisch te z|jn is niet bepaald rajjn hoofddeugd.
Eindeijjk hebben w|j eenige bezoeken afgelegd.
Ik verweet Henri min of meer, dat hij mij altijd
thuis laat zitten en hij was daarover min of
meer verbaasd, zelfs eenigsrins boos.
„Ik meende g«heel in uw geest te handelen als
ik u eerst den noodigen tijd liet om u aan uwe
hniselijke plichten te gewennen," zeide hij. Ach,
altijd die plichten! Nooit in mijn leven heb ik
daarover zooveel hooren spreken als thans. Is het
dan inderdaad de plicht van ieder mensch om het
zich in het leven zoo onaangenaam mogelijk te maken
Henri bijvoorbeeld bondt het voor z|jn plicht om
's ochtends om vier uur al op het veld te gaan rijden,
al het vee te bekqken, zijne onderboorigen te con
troleeren en zoo meer en als hij dan eindelijk
natuurlijk dood moê thuis komt, dan wachten
hom weer tal van andere bezigheden, dan volgt
een onderhond met den boschwachter, den tuinman,
den opzichter, den koeteier en üod weet met wien
nog meer; ieder heeft hem wat te vragen en hjj ieder
wat te zeggen, hetzij dan een opdracht of een prac-
tischeo wenk, een woord van lof of een berisping.
Bovendien heeft h|j eene uitgebreide briefwisseling
te voeren over zaken met tal van leveranciers uit
binnen- en buitenland; z|jn de brieven op de post,
dan haast h|j zich naar de stallen om nn dit, dan
weer dat na te gaan. Na het middagmaal een uurtje
rust en dan wéér opnieuw aan het werk en zoo
gaat het met geringe afwisseling dag in, dag nit.
Ieder gesprek loopt over zaken, het bestuur van zijn
landerijen betreffende. Goede hemel, men zon be
paald moede worden alleen door deze voortdurende
drukte aan te zien! Bovendien schijnt er buiten my
niemand in huis te z|jn, die dat alles niet volkomen
natuurlijk vind. Ieder heeft het even drek, ieder
maakt het zich even laetig, ieder sch|jnt doordrongen
te z|jn van het besef dat men voortdurend z|jne han
den uit de mouwen moet steken en niet leeg zitten,
ik heb het gevoel van tot een heel andere wereld te
behooren als de menschen hier in huis. Wordt ven.)>
i
De regeering van den Congo-Staat verbindt zich
dat z|j voortaan geen nieuwe leening zal sluiten,
zonder toestemming van de Belgische regeering. In
dien de Belgische regeering na bet verstrijken van
dan gestelden termijn van 10 jaren niet geneigd is
den Congo-Staat over te nemen, wordt de rente,
welke in het vervolg voor de 26,000,000 francs ver
schuldigd is, bepaald op 81/, pCt. Het geheele be
drag der schuld is dan opeischbaar na een nieuwen
termyn van tien jaren, en zelfs binnen dien termijn.
De Congo-Staat moet zioh dan verbinden tot afbe
taling der echuld in termijnen, en daarvoor moet dan
de opbrengst van den verkoop van land of mijnen
besteed worden.
Op voortel van dan voorzitter wordt bet voorstel
der regeering naar de afdeelingen verwezen.
B|j de memorie van loeliohting bij het ontwerp
ia ook gevoegd een bepaling uit het testament van
koning Leopold betreffende den afstand van den
Congo-Staat aan Belgié.
Koning Leopold verklaart, dat hij na zijn dood
al z|jn souveroine rechten over den Congo-Staat
vermaakt aan den Belgischen stast, behoudens de
engere betrekkingen, welke reeds tijdens zijn leven
tussehen België en den Congo-Staat mochten tot
stand komen.
Do voorlezing dezer stukken werd herhaaldelijk
door luide toejuiohingen gestoord. Vooral onder de
leden der rechterzijde werd het ontwerp met be
tuigingen van groote geestdrift ontvangon. Indien
de linkerzijde er in toestemt, kan het ontwerp zoo
gewijzigd worden, dat de Congo-staat terstond als
een Belgische kolonie door de Belgische regeering
wordt overgenomen.
Behalve de radicale Réforme laten alle bladen
zioh gunstig uit over het voorstel der regeoring.
De werkstaking der politieagenten te Londen kan
als volkomen,' mislukt beschouwd worden. Tot dus
ver hebben behalve de ontslagen mansohappen en
zjj, die zich bjj hon aansloten, geen agenten den
dienst geweigerd. Gel|jk de minister van binnen-
landsche zaken, Matthews, in het Lagerhuis mede
deelde, behooren de werkstakers uitsluitend tot de
jonge agenten maar dat de oudere steeds voortgaan
hun plicht te vervullen.
Uit het onderzoek, door den minister van oorlog
ingesteld, is gebleken, dat do soldaten van het 2e
bataljon grenadiers die in verzet kwamen tegen het
vele werk, dat van hen geëischt werd, billijke grie
ven hadden.
De minister voor posterijen, de heer Baikes, is
ook in het Lagerhuis geïnterpelleerd over do drei
gende werkstaking der brievenbestellers. De ministor
geloofde niet, dat de bestellers hun voornemen ten
uitvoer zullen brengen, maar indien z|j den arbeid
staken, zal h|j terstond anderen in dienst nemen.
De noodige maatregelen om de bezorging der brie
ven niet te storen, zjjn reeds genomen.
In verband met allo moeilijkheden, welke de re
geering alom begint te vinden, is het begrijpelijk
dat haar groote moedeloosheid bekruipt. Vandaar
dan ook waarschijnlijk het gerucht, dat zij, na het
vergunnigsreoht over boord geworpen te hebben, nu
ook van zins is haar voorstel betrekkelijk het over
brengen van de niet afgedane wetsontwerpen in een
andere zitting te laten vallen. Wel is waar heeft de
commissie, met het onderzoek van dit voorstel belast,
een tegenvoorstel van Gladstone verworpen, maar
de meerderheid bedroeg slechts twee stemmen. Daar
nu de leider van het lagerhuit mr. Smith te voren
vorzokerd heeft, dat de regeering deze haar plannen
met onafgedane wetsontwerpen slechts met algemoene
instemming van het lagerhuis zou ten uitvoer bren
gen, is het niet onwaarschijnlijk, dat z|j met het oog
op die geringe meerderheid haar voornomen laat
varen. Verstrekt wordt in geen geval haar positie
door dit voortdurend intrekken van wetsvoorstellen
wegens de sterke tegenkanting, welke zij ondervinden.
Opnieuw loopen er weder allerlei geruch
ten over een wijziging in het ministerie. Zelfs
verzekert men dat lord Bandolph Churchill zich
met lord Salisbury heeft verzoend en bereid ie weder
lid van het kabinet te worden. Hij zou dan in Bal-
fours plaats Iersch staatssecretaris worden, terwijl
Balfour de plaats van den goedigen dikken heer
Smith als leider van het lagerhuis zal innemen,
terwjjl deze een rustig onderkomen in het huis der
lords zal vinden.
De Engelsche bladen deelen nu den volledigen
inhoud mode van het tussehen Duitschland en En
geland gesloten tractaat.
Wat betreft den afstand van Helgoland, wordt be
paald, dat den iDwoners van 1 Januari 1892 tijd
wordt gegeven om te kiezen, of zij Engelsche on
derdanen Wjjven en het eiland verlaten willen. Voor
hen, die Duitschers worden, zullen de bestaande
wetten en instellingen zooveel mogelijk worden, ge
handhaafd. Voor 1 Januari 1910 zullen de invoer
rechten niet verhoogd worden en alle rechten, welke
de visschers tot dusver hadden, blijven ook in de
tookomst geldig.
Van de vrijstelling der Helgolandors voor hun
leven van den algemeenen dienstplicht, wordt in do
overeenkomst geen melding gemaakt. Alleen z|jn
alle kinderen, die vddr de teekening der overeen
komst op het eiland geboren z|jn, vrijgesteld. Elke
Helgolander, die na 1 Juli 1890 geboren is, valt
dus onder de bepalingen der Duitsche legerwet.
Indien de Hamburger Nacbrichten goed is inge
licht, zal de overdracht van het eiland met groote
plechtigheid geschieden.
Een Engelsch eskader, onder bevel van den hertog
van Edinburg, en een Duitsch eskader ondor keizer
Wilhelm zal tegelijkertijd ter reede ankeren. De
Engelsche vlag zal door de Duitsche vloot gesa
lueerd en dan weggenomen en vervangen worden
door de Duitsche vlag, die dan door de Engelsche
schepen zal worden bogroot. Een feestmaal aan
boord van 's keizers admiraalsschip aan de officieren
van beide eskaders zal de overdracht besluiten.
De Zuid-Afrikaansche kooplieden vergaderden te
Londen met andere belanghebbenden om te sproken
over het Helgoland-tractaat. Aangenomen werd een
memorie tegen de Eugelsoh-Duitsche overeenkomst,
in hoofdzaak gelijkluidend met die, welke door
eenige leden van het Lagerhuis onderteekend werd.
Donald Currie deelde mede, dat de Kaapsche Begee
ring tegen de overeenkomst protesteerde, met ver
zoek aan de Britsehe Begeering om Damaraland en
Namaqualand voor de Kaapkolonie te behouden, daar
een andere regeling haar in de toekomst zou be-
nadeelen. Currie voegde er bij, dat het optreden
der Kaapsche Bogeering hem bewoog zich met
de zaak te bemoeien. De vergadering benoemde
een deputatie, welke aan Salisbury de memorie
ging aanbieden. Eenige opgewonden redevoeringen
waren gehouden, waarin het nieuwe Duitsche gebied
in Zuid-Afrika werd voorgesteld als rechtens den
Zuid-Afrikaanders toebehoorende. Salisbury ant
woordde aau de deputatie dat hij de uiteenzettingen
aandachtig had aangehoord en het gesprokene ernstig
zou overwegenhij kon intussohen niet toegeven
dat de Engelsche |kelangon in Zuid-Afrika zouden
lijden door het Brilsch regeeringsbeleid in Nama
qualand of op Madagaskar. Hij herinnerde, dat
hij de Duitschers in Zuid-Afrika niet binnenhaalde
hij vond hon daarzij verlangden een uitbreiding
van hun gebied tot den 24n lengtegraad, en matigden
hun eisch op Engelands aandringen tot den 21n
hierin kon h|j geen grond tot klachten ontdekken.
Vorder weigerde de premier nadere ophelderingen,
met het oog op het debat in hot Parlement.
Men weet, dat de Bulgaarsche Begeering met
hnar laatste verzoek aan de Porte omi|É|kenning
van Prins Ferdinand als Vorst, d. w. z!*Wi erken
ning van den tegenwoordigen toestand als wettig,
weor nul op request gekregen heeft. Zij kon dit
verwachten, de Porte is om bekende redenen veel
te bang om zoo iets te doen. Toch schijnt men te
Sofia zioh dit anders voorgesteld te hebben. Na de
weigering der Porte heeft men zich althans gewond
tot de Mogendheden mot verzoek, dat zij bij de
Porte zouden aandringen op die erkenning, omdat
de onwettige toestand van Bulgarije tot schade van
het land nu lang genoeg geduurd had. Dit heeft
echter evenmin gebaat, j« in het antwoord moet
men zelfs de Bulgaarsche Begeering to kennen
hebben gegeven, dat zij wel zou doen de voorzichtig
heid, welke zij tot heden zoo wel betracht had, niet
uit het oog te verliezen; men kon zich, zoo luidde
't, aan het verzoek van Bnlgarye te minder laten
gelegen liggen, daar het zonder de Mogendheden
om raad te vragon zich met zijn verzoek om erken
ning tot de Porte had gewond.
Opgericht 19 Mei 1886.
Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 16 Juni 1890.
VAN DEN
te houden op ZONDAG 27 JULI 1^90,
De deelneming aan den wedstrijd is opengesteld
voor HH. Leden en Liefhebbers.
De wedstrijd begint te elf uur. De deelnemers
moeten te half elf op het terrein aanwezig zijn en
kampen in .volgorde door het lot te bepalen, te be
ginnen met de laagste nummers*.
De gelegenheid tot inschrijving wordt gesloten
Donderdag 24 Juli 1890.
De lotiffg zal plaats hebben op Vrijdag 25 Juli
1890, des namiddags te 2 uur,in de Zweminrichting.
De mededingers begeven rich te witer, gekleed
in zwembroek, tricot met schouderbedekking en pan
talon tot benoden de knie.
De mededingers begeven zich op een gegeven toe
ken te water en houden zich in de hun aangewezen
baan, op verbeurte van hun recht op prgs of premie.
Een mededinger verliest zijn recht op prijs] of
premie, wanneer hg niet gereed is zoodra hij ter
mededinging wordt opgeroepen, een anderen mede
dinger hindert, of van hulpmiddelen gebruik maakt.
Bij gelijke aanspraak van twee of meer mededin
gers op prgs of premie, moet worden overgezwom
men; wie dit niet wil, wordt beneden den andere
gesteld; zoo geen van beiden wil overzwemmen, be
slist het lot.
De Jury houdt aanteekening van den tgd, waarin
de baan is afgelegd; tegen haar uitspraak is geen
verzet mogelijk.
Bepalingen waarin dit Reglement niet voorziet,
worden overgelaten aan het oordeel van het Bestuur
en de Jury.
Afdeeling A.
I. Snelzwemmen op den huik. Voor jongens beneden
16 jaar, welke kosteloos van de Zwemschool
gebruik maken.
Lengte der baan 80 M., I keerpunt.
Ie PrijsLuxeartikel en Diploma.
II H II
le Premie
20 ii n
II. Snelzwemmen op den huik. (Juijiores).
Lengte der baah 80 M., 1 keerpunt.
Voor HH. Liefhebbers die voor 1 Mei a. c. geen
prijs behaald hebben.
PrysVerguld Zilveren Medaille en Diploma,
le Premie: Zilveren Medaille en Diploma.
2e h Bronzen
III. Snelzwemmen op den huik. (Seniores).
Lengte der baan 240 M., 5 keerpunten.
Prijs: Verguld Zilveren Medaille en Diploma,
le Premie: Zilveron Medaille eu Diploma.
2e w Bronzen
30 Minuten PAUZE.
Afdeeling B.
I. Snelzwemmen op den rug. (Juniores).
Lengte der baan 40 M., geen keerpunt.
Voor HH. Liefhebbers, die voor 1 Mei a. c. geen
prijs behaald hebben.
Prijs: Zilveren Medaille en Diploma.
PremieBronzen
II. Snelzwemmen op den rug. (Seniores.)
Lengte der baan 80 M., 1 keerpunt.
Prijs: Verguld Zilveren Medaille en Diploma,
le Premie: Zilveren Medaille en Diploma.
2 o Bronzen
Afdeeling C.
Buiken. (Junioros). Diepte 21/s M.
a. De mededingers begeven zich te water en moeten
het voorwerp, een pop, dat men op eene bepaalde
plaats, diepte circa 2*/3 Meter, heeft laten zinken,
opduiken en naar het uitgangspunt terugbrengen.
h. Elk mededinger mag driemaal duiken, zonder het
water te verlaten,
c. De prijs wint hij, die in den kortsten tijd, te
rekenen van af het uitgangspunt, het op te duiken
voorwerp aan wal brengt. De premie hij, die den
winner in snelheid het meest nabij komt.
Prijs: Zilveren Medaille en Diploma.
Premie: Bronzen
Afdeeling D.
Gekleed duiken en zwemmen. Diepte Sl/3 M.
a. De mededingers begeven zich te water, en moe
ten het voorwerp, een pop, dat men op eene be
paalde plaats, diepte circa 3*/8 Meter, heeft laten
zinken, opduiken, en naar een aan te wgzen punt
terugbrengen.
h. Elk mededinger raag driemaal duiken zouder bet
water te verlaten.
c. De mededingers moeten gekleed zijn met onder-
kleeding, kousen, pantalon en vest, minstens 2 K.G.
droog.
Prijs: Verguld Zilveren Medaille en Diploma.
Ie Premie: Zilveren Medaille ei; Diploma.
2 e w Bronzen
Afdeeling E.
Gecostumeerde tohhenwedstrijd, voor HH. werkende
Leden der Club.
Lengte der baan 80 M., 1 keerpunt.
Prgs? Luxeartikel en Diploma.
Prijs: Voor het aardigste costuum.
Op dezen wedstrijd hebben HH. Leden, op ver
toon van hun diploma, toegang met hunne Dames.
Het Bestuur der //Gotjdsche Zwemclub."
A. D. van VREUMINGEN, President.
A. C. COSIJN, Vice-President.
H. J. L. KAMSTEEG, Secretaris.
H. J. NEDERHORST, Vice-Secretaris
E. VAN DANTZIG, Penningmeester.