Buitenlandse!) Overzicht. Gecostumeerden Zwemwedstrijd, GOÜDSCHE ZWEMCLUB. REGLEMENT Onderlingen en IVationalen in de Stedelijke Bad- en Zweminrich ting aan de Houtmansgracht te GOUDA. en begripevenmrring, welke minder gunstig werken knnneu voor de uitvoering der wet. Met eene welsprekende inleiding, waarin hg her innerde, dat de arbeid dezer vereeniging ia een werk ▼an ware philantropie, van barmhartigheid, van ge meenschapsgevoel of welken dergelijken saam men er aan geven wil, opende de heer N. G. Pierson Dinsdag in een dor "lokalen van de Hygiëne-tentoon- stelling te Amsterdam daartoe toepasselijk be schikbaar gesteld de 9e alg. vergadering der «Ned Vereeniging t. b. van Zondagsrust,'' die aldaar door dr. Ruysch was welkom geheeten. Als zoovele bewijzen, dat er nog een ruim veld voor dezen arbeid te bewerken ligt, wees de voor zitter slechts op zes moatschappolgke groepen van arbeidersdo banketbakkers, van wie er te Araster dam bv. op de 200 slechts 8 een rustdag genieten, do sigarenhandelaars, de huurkoetsiers, de anonymi die voor de wereld slechts oen onderdeel uitmaken van de bestelde vigilante, de politiebeambten in de meeste steden, het spoorwegpersoneel, waaraan men des winters zeer goed een rustdag kon verschaffen, en het schouwburgpersoneel dat, zeide spr., eveneens medewerkt aan de taak tot veredeling des volks door opwekking van het kunstgevoel. Nadat de heer Pierson dit uitvoerig had besproken, bracht de penningmeester, de heer F. A. De Bas, xgne rekening uit, die werd goedgekeurd met een saldo van 157. Daar er 121 was ingeteerd sloot zich hierbij van zelf een aandrang tot meerde ren financieqlen steun aan. Op voorstel van Den Haag werd besloten, dat de vereeniging zal vertegenwoordigd worden op het Hygiëne-congres, en op voorstel van Rotterdam werd de aandacht van het hoofdbestuur ook geves tigd op de werklieden der bierbrouwerijen en con fectiewinkels. Ernstig en degelijk werd de vraag besproken, of de vereeniging een taak heeft te vervullen ter be: perking van den arbeidsduur in 't algemeen, dus ook buiten den Zondag. In 't bjjzonder kwamen daarte gen de heeren Chavannes (Leiden) en G. De Wijs Cs-Gravenhage) met klem op, ondersteund door Leeuwarden en Den Helder. De heer de Wijs drong er met kracht op aan, dat ^Zondagrust" haar neutraal karakter zuiver zou bewaren, niet afwijkende, rechts noch links, evenmin een kerkelijken tint (wat de taak is der vereeniging voor nZondags-heiliging,") als een politiek kleurtje aannemende, wat allicht zou voortvloeien uit de verruiming van den werkking. Er is nog genoeg te doen, zeide hijen de vergade ring stemde daarmede blijkbaar algemeen in, zoodat de voorzitter het vraagpunt introk, verklarende door de debatten van den ernst der bezwaren overtuigd te zgn en de zaak dus nader te willen overwegen. Een verzoek der vereeniging //tot Christelijke heiliging van den Zondag," om steun voor haar denk beeld om de aandacht der Staatscommissie voor het arbeidsonderzoek te vestigen op de wenschelijkheid dat het arbeidsloon niet des Zaterdag-avonds worde uitbetaald, werd in ^remeenen zin ingewilligd. Een voorstel van Lreuwarden, om eventueel ad- haesie te verleenen aan een verzoek om sluiting van dranklokalen op Zondag, werd, na bestrijding o. a. door den voorzitter, aangehouden, als in deze verga dering niet vatbaar voor beslissing. Tot leden van hot hoofdbestuur werden gekozen de heerenH. Meijboom te Leeuwarden, mr. E. J. Everwijn Lange te Amsterdam en mr. De Marez Oyens te 's-Gravenhage. Het jaarverslag van den secretaris, den heer O. Schrieke, zal weldra in druk verschgnen; het bevat vele belangrijke mededeelingen, die aantoonen hoe de goede zaak misschien langzaam, maar zeker, vor deringen maakt. De Maatschappij tot bevordering der geneeskunde te Utrecht vergaderd, heeft op voorstel van de af- deeling Leerdam met 74 tegen 6 stemmen bosloten zich tot de Tweede Kamer te wenden met verzoek, dat bg de herziening der wet op de besmettelijke ziekteu geen afbreuk worde gedaan aan de voor schriften betreffende de koepokinenting, indien niet- verplichte vaccinatie beneden hot eerste levensjaar er voor in do plaats werd gesteld. Te voren had de vergadering met 74 legen 6 stemmen verworpen een voorstel van de afdeeling Tiel, verdedigd door dr. Hermanides, om als haar gevoelen uit te spreken, dat de meest uitgebreide vaccinatie wenschelgk wordt geacht, maar dat men zich niet inlaat met de wijze, waarop die moet ge schieden, daar dit niet tot de bevoegdheid der maat- schappij behoort. Vervolgens werd zonder hoofdelijke stemming aan genomen een voorstel der afdeeling Tilburg, om het hoofdbestuur te machtigen te allen tijde namens de Maatschappij te protesteeren tegen elke verandering, die tot verslapping der bepalingen omtrent de ver plichte vaccinatie van schoolgaande kinderen kan voeren. De vergadering besloot wgders, dat de Maatschappij aau de regeering zal verzoeken de bij de jongste volkstelling verzamelde lgsten van blinden en doof stommen ter inzage te verstrekken aan eene door het hoofdbestuur der Maatsch. te benoemen com missie, ten einde daardoor te komen tot de konnis van de oorzaken van blindheid en doofstomheid in Nederland. Op voorstel der afdeeling Leiden is goedgekeurd dat de Maatschappij zich tot de regeering zal wenden met het verzoek, zorg te dragen voor verbetering van de inrichting dor verbandkisten in stations en spoortreinen. Lang is beraadslaagd over het voorstel der afdee ling Utrecht, om aan de regeering te verzaken, dat de kennis van de beginselen der //psychiatrie" als verplicht examenvak bij het practisch artsexamen worde geëischt. Het hoofdbestuur zich niet met dit soorstel vereenigen en praead viseerde zich tot do regeering te wenden met het verzoet, aan één dor universi teiten den studenten gelegenheid te geven zich tot krankzinnigenarts te vormen, terwyl het onderwijs aan alle universiteiten zoo moet worden ingericht, dat iemand, die het met vrucht gevolgd heeft, kan beoordeelen of een lijder zielsziek is en speciale be handeling noodig heeft. Met 68 tegen 12 stemmen werd het voorstel- Utrecht verworpen en het praeadvies van het hoofd bestuur eenstemmig aangenomen. Met alg. stemmen werd ook aangenomen een voorstel der afd. Heerenveon, om aan de regeering te verzoeken maatregelen te nemen tegen de boven matige toeneming van adspirant-geneeskundigen en als middelen daartoe aan te wijzen opheffing van het literarisch-mathematisch examen en het niet lan ger toelaten van leerlingen uit de 4de klasse van een gymnasium tot de academische lessen. Met op 6 ua algemeens stemmen werd ingestemd met het voorstel-Dordrecht om bij de regeering aan te dringen op een billjjke vergoeding der ten behoeve der justitie door geneeskundigen te ver richten diensten. Aan de commissie voor de geneeskundige siatistiek zal opgedragen worden opnieuw en thans over 1870 1890, een onderzoek in te stellen naar het aantel lotelingen, die wegens te geringe lengtemaat of lichamelijk ontwikkeling zijn afgekeurd. Aan de commissie, welke zich tot onderzpek der griep-epidemio gevormd heeft, zal een subsidie wor. den verleend, mits z|j hare uitkomsten tegen ver minderden prjjs verkrijgbaar stelt voor do ledea. Haar tal tevens verzocht worden haar onderzoek uit te strekken tot de naziekten der influenza. Aan de commissie voor geneeskundige politie ia opgedragen een onderzoek in te stellen naar de ver vuiling van rivieren en openbare wateren met faecaliën, fabrieksafval enz. en daaromtrent rapport uit te brengen. Onder toejuiohingen heeft de vorgadering beslo ten, dat de Maatschappij pogingen in het werk zal stellen tot oprichting van een gedenkteeken voor professor Donders. Met 72 tegen 8 stemmen is nog besloten de regeering te verzoeken, in de wet op de besmet telijke ziekten diphteritis te vervangen door «diph- teritis en croup." Tot leden van het hoofdbestuur in de plaats van de aftredende, niet herkiesbare leden Baart de la Faille, Vaa Kleef en Mijnlitf, zijn gekozen de hee ren dr. C. Winkler, te Utrecht, dr. J. C. van Doo- remaal, te 's-Gravenhage, en dr. H. Kaptejjn, te Abkoude. Be volgende vergadering zal te Zutfen plaats hebben. In de Belgische Kamer lichtte de minister-presi dent Beernaert gisteren het ontwerp toe, dat door de regeering is ingediend tot regeling van den finan- cieelen toestand in den Congo-Staat. De regeeruig stelt voor don Congo-Staat een voor schot te verleenen van 25,000,000 francs. Hiervan zullen 5,000,000 francs onmiddellijk ter beschikking gesteld worden en daarna zullen gedurende tien ja ren elk jaar 2,000,000 francs worden gegeven. Ge durende deze tien jaren zal van deze leening geen rente worden betaald, maar zes maanden n. bet veratrijken van don termijn van tien jaren verkrijgt de Belgische regeering het recht den Congo-Staat over te nemen, met alle rechten, welke den Staat :|jn toegestaan bij de Congo-akte van 26 Febr. 1885 en b|j het protocol der Brusselsche conferentie van 2 Juli 1890. De Belgische regeering zal dan ook alle verplichtingen van den Congo-Staat jogena der den overnemen. Koning Leopold doet afstand van zijn aanspraken op schadevergoeding voor de groote uitgaven welke hij voor den Congo-Staat heeft gedaan. Voortaan zal de Belgische regeering van den Congo-Staat alle noodige inlichtingen oVer den staat van zaken ont vangen, vooral wat batreft het bedrag van de uit gaven en de opbrengst der invoerrechten. Overigens zal de Belgische regeering zich niet met het bestuur van den Congo-Staat inlaten. noch meesterachtig, maar zacht en bedaardaan hare zijde schudt geen sleutelbos, maar wel draagt zij steeds een klein tascbje, waarin zich een of ander handwerk bevindt, want de buitengewoon sierlijke handen mijner schoonmoeder zijn nooit ledig. Ik hond het er voor, dat mijn voortdurende lediggang in hare oogen wel mijn grootste fout isik ben er nu eenmaal niet aan gewend voortdurend bezig te zijnmijn goede mama was te goedhartig om mjj met'strengheid aan het werk te houden. Wat zou Henri's moeder zeggen als zij wist dat ik niet eens een kous behoorlijk kan mazen! Om nu niet geheel leeg naast haar te zitten, als Henri 's middags op het veld werkzaam is, heb ik een klein handwerkje opgezet. „Waartoe moet dat dienen?" vroeg mijn schoon moeder met belangstelling. Die vraag beviel mij ia het geheel niet; het werkje had helaas! geen doel; ik schaamde mij echter dat te bekennen. Het heeft er alles van of mij werkelijk de heer schappij in huis zal worden opgedragen en wat ik in den beginne als een recht meende te moeten eischen, brengt mij thans dikwijls in verlegenheid. Boeds dadelijk op den eersten morgen, toen Henri ons had verlaten, hing mijne schoonmoeder mij een sleutelmandje aan den arm en geleidde mij door heel het huis opdat ik in hare plaats voortaan het op pertoezicht zou uitoefenen. Ieder vertrek liet zij mij toen zien, allee werd mij uitgelegd en verklaard, alle dienstboden werden mij voorgesteld en de taak, die ieder van hen te vervullen had, aangewezen. Ik schrikte niet weinig van de voorbeeldige orde, die hier heerschte. Hoe zou ik die in stand kun nen houden! Het scheen m|j toe alsof alle dienst boden dadelijk mijne onbekwaamheid op huishoudelijk gebied moesten bemerken. En waarvoor zou ik mjj trouwens zoo afbeulen? Daarvoor heb ik immers mijne ondergeschiktfin. En de huishoudster, die wij hier hebben, schijnt mij toe een verstandige vrouw te zijn, op wie men vertrouwen kan. Mama is wel van meening, flat geen dienstbode zoo goed is, dat zij alle toezicht kan missen, maar ik geloof dat zij het zich onnoodig zoo druk maakt. Ik zal na alles zoo inrichten als ik dit het liefste heb; ik vrees alleen, dat ik daarbij de lachlust van meer ervarenen zal opwekken, want in dergelijke zaken practisch te z|jn is niet bepaald rajjn hoofddeugd. Eindeijjk hebben w|j eenige bezoeken afgelegd. Ik verweet Henri min of meer, dat hij mij altijd thuis laat zitten en hij was daarover min of meer verbaasd, zelfs eenigsrins boos. „Ik meende g«heel in uw geest te handelen als ik u eerst den noodigen tijd liet om u aan uwe hniselijke plichten te gewennen," zeide hij. Ach, altijd die plichten! Nooit in mijn leven heb ik daarover zooveel hooren spreken als thans. Is het dan inderdaad de plicht van ieder mensch om het zich in het leven zoo onaangenaam mogelijk te maken Henri bijvoorbeeld bondt het voor z|jn plicht om 's ochtends om vier uur al op het veld te gaan rijden, al het vee te bekqken, zijne onderboorigen te con troleeren en zoo meer en als hij dan eindelijk natuurlijk dood moê thuis komt, dan wachten hom weer tal van andere bezigheden, dan volgt een onderhond met den boschwachter, den tuinman, den opzichter, den koeteier en üod weet met wien nog meer; ieder heeft hem wat te vragen en hjj ieder wat te zeggen, hetzij dan een opdracht of een prac- tischeo wenk, een woord van lof of een berisping. Bovendien heeft h|j eene uitgebreide briefwisseling te voeren over zaken met tal van leveranciers uit binnen- en buitenland; z|jn de brieven op de post, dan haast h|j zich naar de stallen om nn dit, dan weer dat na te gaan. Na het middagmaal een uurtje rust en dan wéér opnieuw aan het werk en zoo gaat het met geringe afwisseling dag in, dag nit. Ieder gesprek loopt over zaken, het bestuur van zijn landerijen betreffende. Goede hemel, men zon be paald moede worden alleen door deze voortdurende drukte aan te zien! Bovendien schijnt er buiten my niemand in huis te z|jn, die dat alles niet volkomen natuurlijk vind. Ieder heeft het even drek, ieder maakt het zich even laetig, ieder sch|jnt doordrongen te z|jn van het besef dat men voortdurend z|jne han den uit de mouwen moet steken en niet leeg zitten, ik heb het gevoel van tot een heel andere wereld te behooren als de menschen hier in huis. Wordt ven.)> i De regeering van den Congo-Staat verbindt zich dat z|j voortaan geen nieuwe leening zal sluiten, zonder toestemming van de Belgische regeering. In dien de Belgische regeering na bet verstrijken van dan gestelden termijn van 10 jaren niet geneigd is den Congo-Staat over te nemen, wordt de rente, welke in het vervolg voor de 26,000,000 francs ver schuldigd is, bepaald op 81/, pCt. Het geheele be drag der schuld is dan opeischbaar na een nieuwen termyn van tien jaren, en zelfs binnen dien termijn. De Congo-Staat moet zioh dan verbinden tot afbe taling der echuld in termijnen, en daarvoor moet dan de opbrengst van den verkoop van land of mijnen besteed worden. Op voortel van dan voorzitter wordt bet voorstel der regeering naar de afdeelingen verwezen. B|j de memorie van loeliohting bij het ontwerp ia ook gevoegd een bepaling uit het testament van koning Leopold betreffende den afstand van den Congo-Staat aan Belgié. Koning Leopold verklaart, dat hij na zijn dood al z|jn souveroine rechten over den Congo-Staat vermaakt aan den Belgischen stast, behoudens de engere betrekkingen, welke reeds tijdens zijn leven tussehen België en den Congo-Staat mochten tot stand komen. Do voorlezing dezer stukken werd herhaaldelijk door luide toejuiohingen gestoord. Vooral onder de leden der rechterzijde werd het ontwerp met be tuigingen van groote geestdrift ontvangon. Indien de linkerzijde er in toestemt, kan het ontwerp zoo gewijzigd worden, dat de Congo-staat terstond als een Belgische kolonie door de Belgische regeering wordt overgenomen. Behalve de radicale Réforme laten alle bladen zioh gunstig uit over het voorstel der regeoring. De werkstaking der politieagenten te Londen kan als volkomen,' mislukt beschouwd worden. Tot dus ver hebben behalve de ontslagen mansohappen en zjj, die zich bjj hon aansloten, geen agenten den dienst geweigerd. Gel|jk de minister van binnen- landsche zaken, Matthews, in het Lagerhuis mede deelde, behooren de werkstakers uitsluitend tot de jonge agenten maar dat de oudere steeds voortgaan hun plicht te vervullen. Uit het onderzoek, door den minister van oorlog ingesteld, is gebleken, dat do soldaten van het 2e bataljon grenadiers die in verzet kwamen tegen het vele werk, dat van hen geëischt werd, billijke grie ven hadden. De minister voor posterijen, de heer Baikes, is ook in het Lagerhuis geïnterpelleerd over do drei gende werkstaking der brievenbestellers. De ministor geloofde niet, dat de bestellers hun voornemen ten uitvoer zullen brengen, maar indien z|j den arbeid staken, zal h|j terstond anderen in dienst nemen. De noodige maatregelen om de bezorging der brie ven niet te storen, zjjn reeds genomen. In verband met allo moeilijkheden, welke de re geering alom begint te vinden, is het begrijpelijk dat haar groote moedeloosheid bekruipt. Vandaar dan ook waarschijnlijk het gerucht, dat zij, na het vergunnigsreoht over boord geworpen te hebben, nu ook van zins is haar voorstel betrekkelijk het over brengen van de niet afgedane wetsontwerpen in een andere zitting te laten vallen. Wel is waar heeft de commissie, met het onderzoek van dit voorstel belast, een tegenvoorstel van Gladstone verworpen, maar de meerderheid bedroeg slechts twee stemmen. Daar nu de leider van het lagerhuit mr. Smith te voren vorzokerd heeft, dat de regeering deze haar plannen met onafgedane wetsontwerpen slechts met algemoene instemming van het lagerhuis zou ten uitvoer bren gen, is het niet onwaarschijnlijk, dat z|j met het oog op die geringe meerderheid haar voornomen laat varen. Verstrekt wordt in geen geval haar positie door dit voortdurend intrekken van wetsvoorstellen wegens de sterke tegenkanting, welke zij ondervinden. Opnieuw loopen er weder allerlei geruch ten over een wijziging in het ministerie. Zelfs verzekert men dat lord Bandolph Churchill zich met lord Salisbury heeft verzoend en bereid ie weder lid van het kabinet te worden. Hij zou dan in Bal- fours plaats Iersch staatssecretaris worden, terwijl Balfour de plaats van den goedigen dikken heer Smith als leider van het lagerhuis zal innemen, terwjjl deze een rustig onderkomen in het huis der lords zal vinden. De Engelsche bladen deelen nu den volledigen inhoud mode van het tussehen Duitschland en En geland gesloten tractaat. Wat betreft den afstand van Helgoland, wordt be paald, dat den iDwoners van 1 Januari 1892 tijd wordt gegeven om te kiezen, of zij Engelsche on derdanen Wjjven en het eiland verlaten willen. Voor hen, die Duitschers worden, zullen de bestaande wetten en instellingen zooveel mogelijk worden, ge handhaafd. Voor 1 Januari 1910 zullen de invoer rechten niet verhoogd worden en alle rechten, welke de visschers tot dusver hadden, blijven ook in de tookomst geldig. Van de vrijstelling der Helgolandors voor hun leven van den algemeenen dienstplicht, wordt in do overeenkomst geen melding gemaakt. Alleen z|jn alle kinderen, die vddr de teekening der overeen komst op het eiland geboren z|jn, vrijgesteld. Elke Helgolander, die na 1 Juli 1890 geboren is, valt dus onder de bepalingen der Duitsche legerwet. Indien de Hamburger Nacbrichten goed is inge licht, zal de overdracht van het eiland met groote plechtigheid geschieden. Een Engelsch eskader, onder bevel van den hertog van Edinburg, en een Duitsch eskader ondor keizer Wilhelm zal tegelijkertijd ter reede ankeren. De Engelsche vlag zal door de Duitsche vloot gesa lueerd en dan weggenomen en vervangen worden door de Duitsche vlag, die dan door de Engelsche schepen zal worden bogroot. Een feestmaal aan boord van 's keizers admiraalsschip aan de officieren van beide eskaders zal de overdracht besluiten. De Zuid-Afrikaansche kooplieden vergaderden te Londen met andere belanghebbenden om te sproken over het Helgoland-tractaat. Aangenomen werd een memorie tegen de Eugelsoh-Duitsche overeenkomst, in hoofdzaak gelijkluidend met die, welke door eenige leden van het Lagerhuis onderteekend werd. Donald Currie deelde mede, dat de Kaapsche Begee ring tegen de overeenkomst protesteerde, met ver zoek aan de Britsehe Begeering om Damaraland en Namaqualand voor de Kaapkolonie te behouden, daar een andere regeling haar in de toekomst zou be- nadeelen. Currie voegde er bij, dat het optreden der Kaapsche Bogeering hem bewoog zich met de zaak te bemoeien. De vergadering benoemde een deputatie, welke aan Salisbury de memorie ging aanbieden. Eenige opgewonden redevoeringen waren gehouden, waarin het nieuwe Duitsche gebied in Zuid-Afrika werd voorgesteld als rechtens den Zuid-Afrikaanders toebehoorende. Salisbury ant woordde aau de deputatie dat hij de uiteenzettingen aandachtig had aangehoord en het gesprokene ernstig zou overwegenhij kon intussohen niet toegeven dat de Engelsche |kelangon in Zuid-Afrika zouden lijden door het Brilsch regeeringsbeleid in Nama qualand of op Madagaskar. Hij herinnerde, dat hij de Duitschers in Zuid-Afrika niet binnenhaalde hij vond hon daarzij verlangden een uitbreiding van hun gebied tot den 24n lengtegraad, en matigden hun eisch op Engelands aandringen tot den 21n hierin kon h|j geen grond tot klachten ontdekken. Vorder weigerde de premier nadere ophelderingen, met het oog op het debat in hot Parlement. Men weet, dat de Bulgaarsche Begeering met hnar laatste verzoek aan de Porte omi|É|kenning van Prins Ferdinand als Vorst, d. w. z!*Wi erken ning van den tegenwoordigen toestand als wettig, weor nul op request gekregen heeft. Zij kon dit verwachten, de Porte is om bekende redenen veel te bang om zoo iets te doen. Toch schijnt men te Sofia zioh dit anders voorgesteld te hebben. Na de weigering der Porte heeft men zich althans gewond tot de Mogendheden mot verzoek, dat zij bij de Porte zouden aandringen op die erkenning, omdat de onwettige toestand van Bulgarije tot schade van het land nu lang genoeg geduurd had. Dit heeft echter evenmin gebaat, j« in het antwoord moet men zelfs de Bulgaarsche Begeering to kennen hebben gegeven, dat zij wel zou doen de voorzichtig heid, welke zij tot heden zoo wel betracht had, niet uit het oog te verliezen; men kon zich, zoo luidde 't, aan het verzoek van Bnlgarye te minder laten gelegen liggen, daar het zonder de Mogendheden om raad te vragon zich met zijn verzoek om erken ning tot de Porte had gewond. Opgericht 19 Mei 1886. Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 16 Juni 1890. VAN DEN te houden op ZONDAG 27 JULI 1^90, De deelneming aan den wedstrijd is opengesteld voor HH. Leden en Liefhebbers. De wedstrijd begint te elf uur. De deelnemers moeten te half elf op het terrein aanwezig zijn en kampen in .volgorde door het lot te bepalen, te be ginnen met de laagste nummers*. De gelegenheid tot inschrijving wordt gesloten Donderdag 24 Juli 1890. De lotiffg zal plaats hebben op Vrijdag 25 Juli 1890, des namiddags te 2 uur,in de Zweminrichting. De mededingers begeven rich te witer, gekleed in zwembroek, tricot met schouderbedekking en pan talon tot benoden de knie. De mededingers begeven zich op een gegeven toe ken te water en houden zich in de hun aangewezen baan, op verbeurte van hun recht op prgs of premie. Een mededinger verliest zijn recht op prijs] of premie, wanneer hg niet gereed is zoodra hij ter mededinging wordt opgeroepen, een anderen mede dinger hindert, of van hulpmiddelen gebruik maakt. Bij gelijke aanspraak van twee of meer mededin gers op prgs of premie, moet worden overgezwom men; wie dit niet wil, wordt beneden den andere gesteld; zoo geen van beiden wil overzwemmen, be slist het lot. De Jury houdt aanteekening van den tgd, waarin de baan is afgelegd; tegen haar uitspraak is geen verzet mogelijk. Bepalingen waarin dit Reglement niet voorziet, worden overgelaten aan het oordeel van het Bestuur en de Jury. Afdeeling A. I. Snelzwemmen op den huik. Voor jongens beneden 16 jaar, welke kosteloos van de Zwemschool gebruik maken. Lengte der baan 80 M., I keerpunt. Ie PrijsLuxeartikel en Diploma. II H II le Premie 20 ii n II. Snelzwemmen op den huik. (Juijiores). Lengte der baah 80 M., 1 keerpunt. Voor HH. Liefhebbers die voor 1 Mei a. c. geen prijs behaald hebben. PrysVerguld Zilveren Medaille en Diploma, le Premie: Zilveren Medaille en Diploma. 2e h Bronzen III. Snelzwemmen op den huik. (Seniores). Lengte der baan 240 M., 5 keerpunten. Prijs: Verguld Zilveren Medaille en Diploma, le Premie: Zilveron Medaille eu Diploma. 2e w Bronzen 30 Minuten PAUZE. Afdeeling B. I. Snelzwemmen op den rug. (Juniores). Lengte der baan 40 M., geen keerpunt. Voor HH. Liefhebbers, die voor 1 Mei a. c. geen prijs behaald hebben. Prijs: Zilveren Medaille en Diploma. PremieBronzen II. Snelzwemmen op den rug. (Seniores.) Lengte der baan 80 M., 1 keerpunt. Prijs: Verguld Zilveren Medaille en Diploma, le Premie: Zilveren Medaille en Diploma. 2 o Bronzen Afdeeling C. Buiken. (Junioros). Diepte 21/s M. a. De mededingers begeven zich te water en moeten het voorwerp, een pop, dat men op eene bepaalde plaats, diepte circa 2*/3 Meter, heeft laten zinken, opduiken en naar het uitgangspunt terugbrengen. h. Elk mededinger mag driemaal duiken, zonder het water te verlaten, c. De prijs wint hij, die in den kortsten tijd, te rekenen van af het uitgangspunt, het op te duiken voorwerp aan wal brengt. De premie hij, die den winner in snelheid het meest nabij komt. Prijs: Zilveren Medaille en Diploma. Premie: Bronzen Afdeeling D. Gekleed duiken en zwemmen. Diepte Sl/3 M. a. De mededingers begeven zich te water, en moe ten het voorwerp, een pop, dat men op eene be paalde plaats, diepte circa 3*/8 Meter, heeft laten zinken, opduiken, en naar een aan te wgzen punt terugbrengen. h. Elk mededinger raag driemaal duiken zouder bet water te verlaten. c. De mededingers moeten gekleed zijn met onder- kleeding, kousen, pantalon en vest, minstens 2 K.G. droog. Prijs: Verguld Zilveren Medaille en Diploma. Ie Premie: Zilveren Medaille ei; Diploma. 2 e w Bronzen Afdeeling E. Gecostumeerde tohhenwedstrijd, voor HH. werkende Leden der Club. Lengte der baan 80 M., 1 keerpunt. Prgs? Luxeartikel en Diploma. Prijs: Voor het aardigste costuum. Op dezen wedstrijd hebben HH. Leden, op ver toon van hun diploma, toegang met hunne Dames. Het Bestuur der //Gotjdsche Zwemclub." A. D. van VREUMINGEN, President. A. C. COSIJN, Vice-President. H. J. L. KAMSTEEG, Secretaris. H. J. NEDERHORST, Vice-Secretaris E. VAN DANTZIG, Penningmeester.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2