jden
onze zwemmeester
[SAP.
I
BINNENLAND.
agd.
II
IV 4279.
Nieuws- en
M
IJK,
FEUILLETON.
ft
otheker.
LOOP",
Gouda,
is 1890,
1800.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken*
Donderdag 24 Juli.
V
De intending van advertentiên kan geschieden tot éèn uur des namiddags van den dag der uitgave.
i g
•1
d
van meet)
G op
'3 en 73’.
Overlijden
n lust heeft
tegen flinke
JP.»
■A
f
Mg. Ned.
t
afmeting!
I>OOB
ten.
H E N B I.
I.
man Zoon
tien en vele
dng. Franco
Bureau van
Bovendien worden alle Ad vertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschijnt.
an 17 kilo en
toegelaten,
oorgi/t),
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco,
per post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Te Schoonhoven bestaat het voornemen, den 1 Oden
verjaardag van H. K. H. Prinses Wilhelmina met
bijzonderen luister te vieren.
1
zeer gunstig
n Medaille.
•lling 1887.
aar
>TER,
f 10 Kilo,
netto,
suiver.
l
ril
Diner.
van inleg-
ag 9 Augus-
en Heer A.
•.graven.
testuur,
Secretarie.
goudsche courant.
win welke school
doorloopen maar alleen wis
verscheidene
enkele, die als vlugge
I
AD VERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
In den laatstee tijd komen herhaaldelijk gevallen
van meineed voor de arrond.-rechtbank te ’s-Hage
voor. Gisteren vorderde het O. M. voor Th. v. 8.,
arbeider te Wassenaar, en voor J. P., mede te Was
senaar woonachtig, voor ieder 9 maanden gevange-
ielrjjders-
n Medaille.
e.
én-persoons
i toegelateu.
NEB in de
Men schrijft ons
Wanneer aan de Bank van Leaning te Botterdam
wederom verkooping is, dan zal het juist vijftig jaar
wezen, dat da heer Corn*, de Vreugt, koopman te
Stolwjjk, zonder ooit om welke reden ook verzuimd
te hebben, op die verkoopingen was. De nog krasse,
zeer geachte man, die altijd een sieraad van den
koopmansstand is geweest, heeft zich wel «uit de
zaken” teruggetrokken, maar bleef toch geregeld de
vendu’s aan de Bank bijwonen, en zoo wij hopen zal
bjj ook eerstdaags aldaar zijn gouden jubileum her
denken. Moge hij nog lang voor zijnen kring ge
spaard blijven. Stolwijk bezit in hem een zijner beste
burgers.
GOUDA, 23 Juli 1890.
Naar wij vernemen hebben zich voor den zwem
wedstrijd op a. s. Zondag ook van buiten deze gemeente
personen doen inschrijven, waaronder
als vlugge zwemmers en duikers een
uitstekenden naam hebben in ons land en bij ver*
schillende wedstrijden reeds eereblijken behaalden.
Als het weêr medewerkt, belooft het feest alzoo
in de zwemschool op 27 Juli zeer belangwekkend
te zijn.
2)
Hier speelt een drietal in vlugheid aan water
ratten gelijk krijgertje op do dansende golven,
ginds zwemmen er twee om het hardst, verderop
leggen er eenigen proeven af wie het ’t langst onder
water kan uithouden, elders ia een wedstrijd in het
duiken. Alom heerscht vroolijkhoid en drukte. Men
zwemt op den rug, op den buik, op zijn zij. Men
duikelt en buitelt, spartelt en danst; geen water-
amusement of het vindt hier beoefenaars. Het ia
één gestoei en geplas, waarbij het schuim in de oogen
en om de ooren spat. De golfjes vliegen over het
hoofd en meer dan eens komt een onverwachte water
stroom, die een geheel troepje jongens aan ons oog
onttrekt.
Onnoodig te zeggen, dat onze zwemmeester én zyn
knecht het druk hebben, want de eerste club jongens
is ras gevolgd door een tweede, en nu alle scholen
leeg' loopen, loopt deze vol. Een ieder moet ge-
het best gediend door den persoon, die zich in het
rekenen niet licht vergist.
Wat den bediende betreft, geldt natuurlijk en in
nog hoogere mate ook den meester. Beider belang
eiscbt ontwikkelingdat van den meester, omdat
de verlangde diensten met juistheid worden uitge
voerd, dat van den bediende, omdat zijne betere
diensten ook beter zullen worden beloond.
De bevordering der ontwikkeling mag dus veilig
heeten oen stap in de richting, die tot meerdere
volkswelvaart leidt.
Het Departement aan zy'ne roeping getrouw
doet wat in zijn vermogen is om in die richting te
arbeiden, maar heeft bij dien arbeid den steun
noodig van anderen, thans van wHet vraagt U
hdienovereenkomstig hierbij met bescheiden aan-
z/drang
a. ffom geene jongens in dienst te nemen, die
//niet, blijkens verklaring van het Hoofd eener
z/School voor lager onderwijs, de hoogste klasse dier
z/School met vrucht hebben doorloopen
b. //om alleen uitzondering hierop te maken
//voor jongens, wier leeftijd op dit oogenblik de
//voldoening aan dezen eisch onmogelijk maakt, mits
//die jongens getrouw gebruik maken van het te
//verkrijgen herhalings-onderwijs."
Ontkennen doen wij het niet, dat op deze wijze
een wékere druk wordt uitgeoefend, maar daaren
tegen vertrouwen wij dat Gij zult toestemmen, dat
de maatregel in het algemeen belang is.
Slaan wij dus de handen inéén, gedachtig aan
de spreuk onzer voorvaderen//Eendracht maakt
macht"Geeft het ons in den eersten tijd al eenige
moeite, groot kan die moeite niet zijn, omdat wij
de bewustheid hebben het welzijn van onze mede
burgers te bevorderen.
Duidelijkheidshalve wordt hier ten slotte mede
gedeeld, dat niet gevraagd wordt:
de hoogste klasse is -0
Te Bodegraven is de volgende circulaire ver
spreid
Aan
Hoeren Werkgevers in de gemeente
Bodegraven in het bijzonder en voorts
aan allen, wien de volkswelvaart ter
harte gaat.
Mijne fyeren
Het Departement //Bodegraven" der Maatschappij
Nut van 't Algemeen veroorlooft zich de vrijheid
om tot U te komen met eeu ernstig verzoek.
Het is n.l. ook aan zijne aandacht niet ontgaan,
dat een groot deel der leerlingen van de lagere
Scholen de School verlaten op een leeftijd of in
een tijdperk van ontwikkeling, die eeu langer ver
blijf op de School gebiedend voorschrijven.
De treurige gevolgen daarvan blijven niet uit
het peil van de algemeene ontwikkeling blijft be
neden de meest bescheiden eischen.
En dit feit stemt ongetwijfeld een ieder, die het
wel meent met de belangen zijner medemenschen,
tot nadenken.
Wil men dezerzijds thans liefst onbesproken laten
de leer, dat aan het maatschappelijk geluk ontwik
keling moet ten grondslag liggen, met nadruk zij
de overtuiging hier uitgesproken, dat de mannen
van handel en nijverheid ontegen zeggelijk eene
zekere mate van ontwikkeling niet kunnen ontberen.
Dit geldt niet do grootere zaken alleen, maar ook
en niet minder de zaken van kleinen om vang.
Zien wij daartoe slechts oven rond in onze on-
middelijke omgeving. De ambachtsbaas is gebaat
door een knecht, wien hij vorm en afmetingen van
het werk veilig kan overlaten. De winkelier wordt
nisstraf ter zake van het opzettelijk afleggen eener
valgche verklaring voor het Kantongerecht te’s-Hage,
bij de behandeling van eene jachtovertreding.
holpen, om bij tijds in het water te komen.
De kamertjes hoe groot ook in aantal zijn
spoedig allen bezet en zij, die het laatst komen,
kunnen wachten, en wat het beteekent, te wachten
aan den kant met kleêren die vastgeplakt zitten aan
het lijf, terwijl het water u toewen.kt en tot zich
roept, is duidelijk.
Geen Tantalus ondervond grooter pijniging!
Men leeft voortdurend in de hoop, dat deze en
gene, die nu al zoo lang op en neer zwemt, er ein
delijk genoeg van zal krijgen, er uit komen en zich
aankleeden, maar jawel! Zij vinden het veel te lok-
ker in het heerlijke water en zien al met angst op
tegen het oogenblik om weêr in hunne kleêren te
kruipen. Zij gaan daartoe dan ook niet over, voor
dat de zwemmeester hen tot tweemaal heeft toege
roepen: //Nu er uit, jongens! Gauw wat!” Zij
zoeken nog voorwendsels, praten vanNog ééns
rondzwemmen! Nog eens duiken! Doch ten slotte
is er niets meer te verzinnen, geen enkele uitvlucht
helpt meer en druipend stijgt men uit het bad.
Kleêren uitdoen schijnt veel vlugger te gaan dan
kleêren aantrekken. Geen wonder! Men had haast
om in het water te komen, maar niet om weêr thuis
te zijn. En zelfs aangekleed blijven de meesten nog
wat draaien en drentelen op het plankier en vertoe
ven op die wijze nog eenigen tijd op de zwemschool
waar hef hun zoo goed is.
Dit is het oogenblik, dat onze zwemmeester theo
retisch onderwijs geeft. Thans blijkt het, dat hij de
jongens straks in het water goed heeft nagegaan en
dat geen fout hem is ontsnapt. Hij vindt nu een
ongezochte gelegenheid tot het geven van de noodige
wenken.
En hoe doet hij dit?
Hij ontwikkelt daarbij een tact on een handigheid,
die men niet in dien eenvoudiger man zou verwach
ten. Den vreesachtige weet hij moed in te spreken,
den grootspreker een toontje lager te stemmen, hem,
die de zwemkunst moeielijk kan vatten, tot volharding
aan te sporen.
Paedagogie is een woord, dat onze zwemmeester
zeker nooit hoorde gebruiken en toch is hy beter
paedagoog dan menig leeraar!
Vreest niet, zorgzame ouders, dat hij uw schuch-
teren knaap voor goed zal bederven door hem uit te
lachen over zijn niet-durven; hij begrijpt zyn angst
en weet zich zoo goed in diens toestand te verplaat
sen, dat hij hem toespreekt op een toon, die den
jongen aangrijpt en hem zich over zijn vrees doet
beenzotten.
Wees niet ongerust, dat hij genen overmoedigen
jongen, die de dolste dingen onderneemt, zal prijzen
over zijn waaghalzerij. Veeleer zal hy hem het ver
keerde daarvan onder het oog brengen en het hem
afloeren.
Hoe zacht van aard onze zwemmeester is, weet hij
toch, nog meer door zijn blik dan door zijn stem,
stipte gehoorzaamheid af te dwingen.
Hij kent de jongens door en door, beter misschien