Buitenlandse!) Overzicht.
keil ran schepen, waarna toch eerst de haren geheel
aan haar doel ral kunnen beantwoorden. Vooral in
oneen Archipel is er behoefte aan, in 't bijzonder
roor de gouvernementsschepen. Sommige leden had
den de voorkeur er aan gegeren, om de geheele ex
ploitatie der haren te Trandjong-Priok aan de par
ticuliere industrie over to laten; maar men begreep
dat thans, nu de Begeering die exploitatie zelve ter
hand heeft genomen, daarop niet kan worden terug
gekomen.
Onderscheidene leden verklaarden zich nu reeds
bereid, deze overeenkomst goed te keuren. Anderen
waren er, die, zonder zich voor als nog hieromtrent
uit te laten, verschillende bedenkingen aanvoerden.
Sommigen meenden als hun oordeel te mogen
uitspreken, dat, hetzij door uitbesteding, hetzij door
eontracteeren met eene firma in Indië, voord eeliger
voorwaarden dan thans voor den Staat zouden te
bedingen geweest zijn. De vraag werd ook gedaan,
of men hier te doen heeft met een aan den heer
Croll die inmiddels eene andera betrekking heeft
aanraard of de door hem in hei leren te roepen
vennootschap verleend monopolie, waardoor voor het
vervolg geen ander tot het aanleggen van eenige
dok- of reparatiewerf zou mogen worden toegelaten.
Br behoorden ook meer waarborgen gemaakt te
worden met betrekking tot het kapitaal, dat in de
onderneming gestoken wordt. Sommigen verlangden
de storting van een waarborgkapitaal, of de zekerheid
dat met voldoende middelen zal worden gewerkt.
Eenige bepaalde vragen werden tot de Regeering
gericht, alsZal de voorgenomen aanleg of exploi
tatie van de haven niet een staatkundig gevaat
opleveren, en zal men niet moeten overgaan tot deii
aanleg van kostbare verdedigingswerken te Tandt
jong-Priok Zal de toegang voor onze marine voort
durend verzekerd zijn Hoeveel hebben de aanleg
en de exploitatie der havenwerken tot dusver gekost!
en welke intresten heeft de Staat er uit getrokken
Zou de Regeering willen trachten, eene gewijzigde
overeenkomst met den concessionaris te sluiten
In Rusland zijn, volgens ambtelijke mededelingen,
omtrent 170.000 wolven. De schade, fdoor de
landelijke bevolking aan geroofde schapen el^varkens
geleden, is zóó aanzienlijk, dat het zelfs moeilijk ia
die te bepalen. Verleden jaar zijn in eene enkele
provincie, nl. Wologda, 49.000 wolven gedood; in
Easan werden er 31.000 geschoten, en voor elk dier
werd eene premie van tien roebels betaald. Volgens
statistieke opgaven zijn daar ook verleden jaat 908
personen verscheurd.
Eene minder bekende uiivoertlaehterij is die van
hanen en kippen, welke sinds eenige jaren te Holland-
sehe Veld bestaat, en welke meermalen 200 a 300
stuks in de week slachtte en naar Amsterdam zond.
Die zaak schijnt niet slechts levensvatbaar, maar
ook vatbaar voor uitbreiding te zijn.
Woensdag namiddag keerde het detachement gym
nasiasten uit Amsterdam uit het kamp van Laren
terug. Opvallend was de uitnemende militaire
houding der jongelieden, die gepakt en gezakt en
met hunne bruin verbrande gezichten, met het waas
der gezondheid er op, een flinken indruk maakten,
Te kwart voor vieren werden zij door den kamp
commandant, luitenant Landsdorp, afgedankt, nadat
hij hun te kennen had gegeven dat hij zoo gelukkig
was aan den commandant van het 7e regiment
infanterie en aan den minister van oorlog te kunnen
rapporteeren dat de gymnasiasten zich door voor
beeldig gediag en buitengewonen ijver hebben ge
kenmerkt.
ver
gelopvën', den reph
perspoen, die in dei
had.
dank
uw arm zoo"
ik ik allen,
Aan een der kleine stations van don Pacificspoorweg
in Westelijk Utah (Amerika) stegon voor een paar
weken twee zeer net gekleede heeren in een oonpó
eerste klasse, en hadden nog veel moeite om een
plaatsje machtig te worden, want de wagen was reeds
bijna vol. Nadat djo conducteur de kaartjes had na
gezien en de trein zich in beweging gezet had, begon
tusschen de beide heeren een levendig gesprek, dat
weldra in een heftige woordenwisseling ontaardde.
Plotseling staat een der beide heeren op, plaatste
zich in het midden van den waggon en riep met
luider stemme: «Ladies and gentlemenIk ver
zoek u vriendelijk tusschen ons als scheidsrechters op
te treden in pen quaestie, waarover wjj het alles be
halve .eens zijd. Mijn vriend is van meening, dat van
v(jf inenschen ;er drtt 'niet aan eene ziel geloovpn. Ik
heb meer veriroumi in het meiischdom. 'Daarom
ik diegenei van u, die ,wèl aan ie&è Ziel
op te stekin. -4 Alle
wagen zaten, deden wat |ijj ge.
de beer lainénd, ijjp
oogenbnk te houden,
je aan eon Tjeortbéètpan dl
na dit< lev<m gelooven, ook ilejl jlinkeijdnn
heffen." H
Alle linkerarmen gingen in d^ hoogto,fwi
het gezelschap 't aanpen kreeg vaujeenige gymi
die met vooroefeningen bezig wartA.
«lil dank U nogmaals," zeide do keer en V:
er bij, terwijl hij plotseling twee blinkende pL
uit zijn gordelj trok«Al wie het wagen durft
zijner armente laten zakken of zich te ver
zal ik zonder genade een kogel door de hdi
jagen. Mijn vriend zal too vrij gijn eren uwe zakken
te doorzoeken, qm te zien; of er iets van onze gading
bjj ute vinden is. Laat hem bedaard zijn ging gaan,
want denkt er aan, dat hij door mijne pistolen ge
dekt wordt. En nu, Jim," hiermede wendde hij
zich tot zijn kameraad «haast je een beetje, voor
dat we aan het naaste station zjjn."
In weinige oogenblikken hadden de beide schurken
aan geld en kostbaarheden eene waarde van onge
veer 2000 dollars (8000 gulden) buit gemaakt. Toep
verlieten zij bedaard den wagen, steeds dreigende
met de pistolen, gingen op het platform achter den
wagen staan en een juist berekende sprong deed
hen zonder eenig letsel op den grond terechtkomen,
waarin zij het in de tegenovergestelde richting van
den trein op een loopen zetten. Toeu de overrom-
reeds lang uit het gezicht, zoodat er geen mogelijk
heid was hen nog te achterhalen.
God is groot en de Czaar is ver. Een nieuwe
eigenaardige verduidelijking van de werkelijke betee-
kenis van dit bekende spreekwoord wordt uit Rus
land gemeld. Zekere Nikolai Petrowitsch Sokolew
bezat bij Kiew een schoon landgoed Nicolajewsk ge
naamd, dat echter geheel met hypotheek bezwaard was,
zoodat zjjn sohWeischers den openbaren verkoop ge
rechtelijk aangevraagd hadden. Wel is waar had
Sokolew zioh met de dochter van een zeer rijken
Rus, die in Lt buitenland woonde, verloofd en zou
nden trouwen,^maar zijn schoonvader,
trekking tot zjjn geldelijken toestand,
oleid had, zou zoodra hij de waarheid te
de verloving doen afgaan. Van deze i
in den eersten tjjd geen hulp te wachten
oest dus alle pogingen in 't werk
verkooping tot na de bruiloft uit te
binnen drie
dien hjj, mi
om den tuf
weten kwaï
zijde was di
en Sokolewf'i
stellen om
stellen.
In
schulden zoi
van zjjn vei
wachten,
en koornhi
andere wjjajdja
nietig
ambtenaar
zgn hulp ti
bezitten,
echter had
ontvangen,
bjj het geli
geven. NL,
Sokolew ei-
besluit if
was O]
den Czoar
vberdl te Wj
komen dat
zioh dan met
djng te stel lei
Vruchteloos
dus niet mi
daslagen mpi
'ttaktFVijn h
F°°9% hVjf
msnqiMjo ach
en ho£ hajuoMh, q,
geven vblkdtnen mol
iedere gewenschte
ben, indien hg ooi
looning ontving.
van Sokolew's belofte, dat hij zjjn
.fdoen met den aanzienljjken bruidschat
ifde wilden de schuldeischqrs niet langer
ging daarna met JenkeleS, den waard
ilaar van zjjn dorp naar Kiew om op
'et noodlottig besluit bjj het gerecht
verklaren. Daar kwamen zjj bij een
voor een «fooitje" van honderd roebel
igde, doch latei; bleek geen invloédte
het niet beter(leze
tje" van vijftig roebel
lengekomon was hemi
iu der zaak de 'overige vijftig roebel te
ile vergeefsche pogingen bekwamen
.Vriend Jenkeles zekeiweid, dat het
verkoop Van het goed nejm Petersburg
X heil op, dp bekrachtiging van
om dajt teruggezonden ed ultge-
Na kórf
tweede gil
een «docei
pnkeles, ovoi
Ier zaak de
DJt laira.
naar de hoof)
nselarij van
ir ook hier
k was
ta trekked en-onae (An
jj had zijö rpiüppodf, w
ekdning betaaïd en W
overeenge-
u reizen om
ir iaiverbin-
'gingen
besluit
>bti een
eénge-
mis-
vlloos
ad g«K <j
te zijnj,
heb-
ning
•geven, toeu
wendde, hem ehrl
lat hjj hem het bi
zijn zaak op de
■erschuiving te doen pli
iddellijk tweeduizend rpebel be-'
ik bezit niet het tiende deel
van zoo'n som en bovendien zou ik niet voor een
verloren zaak zooveel geld offeren." Aangedaan ant
woordde het mannetje «Goed, Nikolai Petrowitsch
ga dan met God naar Nikolajewsk, dq verkoop zal niet
plaats hebben, vier gerust uw bruiloft, eu wanneer
u eens gelukkig zjjt, denk dan aan mjj hior is
mijn kaartje, ik ben een arme taohinownik en huisva
der. De grondeigenaar kon niet aan de waarheid van
dit geluk gelooven; de draadksle jas van den ambte
naar boezemde hem geen vertrouwen in, maar toch
beloofde hij zich den man dankbaar te herinneren,
als de voorspelling waarheid zou worden. Sokolew,
ging naar Nikolajewsk terug. Maanden verliepen, hij
leefde als gelukkig echtgenoot en had zijn schulden
reeds lang betaald, maar van het noodlottige bevel
tot verkoop was hem, noch zgn schuldeisohers iets
ter oore gekomen. Dankbaar dacht hjj aan den klei
nen ambtenaar, wiens invloed het besluit had doen in
trekken en toen hjj met zijn jonge vrouw de hoofd
stad bezocht, was zijn eerste zorg, de tschinownik tot
zich te laten komen en hem onder de hartelijkste
dankbetuigingen een groote som te overhandigen.
Voor zjjn vertrek vroeg hij den ambtenaar de oplos
sing van het raadsel. Na eenig dralen en onder de
in dit huis™
Natuurlijk, zeide Estelle, die haar niet begreep.
Is dit niet mijn huis
O, hernam mevrouw De Polrey met een zucht
van verlichting. Zijt gij vaat daartoe besloten?
Voor het oogenblik, zeker.
Ik ben hier om u te vragen, of gij niet bij
ons zoudt willen komen en uwe kamer van jong
meisje weder betrekken; maar als gij besloten zijt
Estelle zag haar in de oogen en las in het diepst
barer ziel.
Tot dusver had zij de barones voor eene zeer alle-
daagsche vrouw gehoudenzij was overigens wat
men gewoon is een goede ziel te noemen.
Bij den dood van mevrouw Brunaire had mevrouw
De Polrey zich belast met de opvoeding van Estelle.
Waarom de barones eerder dan eene andere? Zij
was door geene bijzondere vriendschap verbonden aan
de overledene, die trouwens sedert vele jaren zich
om niemand bekommerde, zich van de wereld scheen
te hebben teruggetrokken en droefgeestig, geheel in
zichzelve gekeerd voortleefde. Aan mevrouw De
Polrey was de zorg voor Estelle toevertrouwd, omdat
zij de eenige was die er om gevraagd had; de voogd
van de wees, blijde dat hij van allen last ontheven
werd, had zijne pupil overgedragen aan de vrouw,
die moeder was van drie kleine meisjes, wat een
waarborg scheen voor hare bevoegdheid op hetvstuk
van opvoeding.
De betrekking tusschen Estelle en de vróuw, die,
volgens de geijkte uitdrukking, bjj haar de plaats
eener moeder vervulde, was van zeer eenvoudigeu
aard geweestmevrouw de Polrey verlangde noch
dankbaarheid, noch eene bjjzondere genegenheid, maar
alleen de minzame beleefdheid die de maatschappe
lijke verhoudingen beheerscht. In baar gezin hinderde
Estelle haar niet meer dan eeue tortelduif op haren
tilal die kleintjes gingen naar het klooster, wer
den in de spreekkamer van die instelling opgezocht,
gingen regelmatig weg en kwamen met vacanties
tehuis met eene tucht die geene reden voor eenige
onaangenaamheid opleverde.
Toen het oogenblik gekomen was om hare meisjes
in de wereld te brengen, had mevrouw De Polrey
eene kleine teleurstelling ondervonden. Voorzeker
was Suzanna, hare oudste dochter, lieftallig, als eene
echte Parisienne, en Odette, de tweede, bezat een
buitengewoon «chic"; wat Valentine aangaat, deze
was pas veertien jaar en kwam nog niet in aanmer
king. Maar Estelle had, beh'alve haren onmodischen
naam, die reeds de aandacht trok, zulk een voornaam
air, hare vorstelijke schoonheid viel zóó in het oog,
dat hare gezellinnen er geheel doof in de schaduw
werden gesteld. Dat was de aanvang van hartzeer
voor mevrouw De Polrey en van ontgoocheling voor
hare pupille.
Die pijnlijke toestand duurde twee jaren zonder
eenige uiterlijke openbaringtoen kwam het aanzoek
van Raymond. De barones leed er onder, zonder dit
echter te vertoonenmaar Estelle begreep, dat zij
zeer verkeerd gedaan had met een hart te veroveren
dat aan Suzanna toegedacht was, en zonder eenig
misnoegen te doen bljjken zeide zij tot zichzelve, dat
mevrouw De Polrey toch ook maar een mensch was
en geen heilige.
De zaak was in dit oogenblik volkomen duideljjk
de barones was niet eer met haar* voorstel voor den
dag gekomen, dan toen zjj overtuigd was, dat het
verworpen zou worden 1
Dat was zeer verstandig en volkomen als eene moe
der geredeneerd, de vele moeieljjkheden in aanmerking
genomen die de tegenwoordigheid van hare gewezen
pupille tengevolge kon hebben. Do jonge weduwe
gevoelde zich er niettemin door gekrenkt. Als zjj
een toevluchtsoord had noodig gehad, zou zij bpt daar
dus niet gevonden hebben
Estelle wist nog niet genoeg van het leven om eene
zeer natuufljjke, zij het wat overdrevene moederljjke
voorzichtigheid te begrijpen en te verontschuldigen;
haar jeugdig hart en ook hare eigen liefde hadden
een smartelijke wonde ontvangenzij kon of wilde
dit niet verbergen, en de barones, die scherpzinnig
genoeg was, bemerkte het terstond. Van dat oogen
blik af bestond er geen genegenheid meer tusschen
beide vrouwen, indien deze al ooit had bestaan.
Dit alles had in minder dan eene halve minuut plaats
gegrepen.
Wordt vervolgd.)
belofte van geheimhouding sprak hjjHet allerhoogste
bevel is nog altjjd op weg naar Nikolajewsk; per on
geluk heeft «men" op hot adres een woordje verkeerd
gezet, want inplaats van naar het gouvernement Kiew
is de brief naar het Amurgebied gegaan. Vóór hg met
het merk «adres onbekend" van Nikoltgewsk aan den
stillen ooeaan terugkomt, verloopen er twee jaar; dan
ontvang ik, indien tnjjn schuld nog te bewjjzen is,
een berisping maar heb dan ook de voldoening iets
goeds verricht te hebben. Hij groette het gelukkige
paar, drukte het bundeltje banknoten vaster tegen
zich aan en vortrok in de opgeruimdste stemming.
Nikolai echter omarmde zjjn jonge vrouw en riep:
«Ja, Rusland is groot en de hemel beschermt de
rechtvaardigen."
In het kastje van onbestelbare brieven aan het
postkantoor te Apeldoorn bevindt er zich een, waarvan
het adres aldus besluit.
Aan een van de briefe Bestellers te Apeldoorn is
Mjjn het Zelfde en of die persoon dan zoo Goet Voor
Mjjn wilt zjjnt en bezorgen.
Deze brief aan een Timmermans Baas die Nog
Volk Kan Gebruiken. Een Vriendelijk Verzoek Mijn
Vrient.
Dinsdag ochtend heeft te Berlijn een zwaar onweder
gewoed, hetwelk hi^r en daar schade heeft aangerioht.
De schoorsteen dar tapijtfabriek aan den Bethaniën-
oever is (loor dep'bliksem omvergeslagen, met het
gevolg dat het ketelhuis werd vernield en een groot
gedeelte va® den schoorsteon door het dak heen is
nedorgekomah in een loealiteit, waar 260 getouwen
in werking waren»! De brandweer heeft een paar
gekwetste werklieden uit do puinhoopen opgehaald.
In een huis aan aeq Ootjiuzerdam werd een meisje
zoodanig door den bliksem getroffen dat zij aanvan
jcelijk totaal verlamd was. De teléphoondienst was
wegens het onweder gestaakt, en werd te 8 uren 40
minuten hervat. Te 9 uren volgde er onverwachts
'Wedor een hevige slag, waarbij de ambtenaar aan de
telephoon in de Fransche straat door den bliksem
jwerd getroffen, zoodat hjj buiten kennis r.ederviel,
'Bij onderzoek constateerden de artsen dat hjj verlamd
was en naar het ziekenhuis moest worden vervoerd.
Haar Frankrijk, front, aldus luidt de titel van een
brochure, die door Aldegonde werd geschreven, ten
botooge dat onze Regeering niet beter kan doen dan
zich -liefst zoo spoedig mogelijk aan te sluiten
bjj de Triple—Alliantie, en wel op de volgende gron
den beveelt schr. aan een bondgenootschap met
Duitsehland.
Duitacbland aldus do sohrjjver is ons stam
verwant; met hot Duitsche volk komen wjj het meest
overeen in aard, zeden en levensbeschouwing. Vele
der groote Duitsche belangen loopen evenwijdig aan
de onze.
Aan het Duitsche Rjjk hebben wjj nog niets te
wjjten, wèl aan de Staten, die dat complex vormen,
groote weldaden, groote persoonljjkheden en groote
denkbeelden te danken gehad. En alles afdoende
is het feit, dat wjj de Duitsche staatkunde hebben
leeren beschouwen als wezenljjk gericht op handha
ving van den vrede; een aspiratie die èn met onze
belangen èn met onze inzichten èn met onze wen-
schen overeenstemt. Onweersproken moet het blij
ven, dat de politiek der Triple-Alliantie is een vre-
des-politiek, en aan dit streven eenige kracht bijzetten,
kan slechts eervol zjjn voor Nederland.
Ons volk en zijn Begeering moeten eerijjk en
oprecht, zonder achterhoudendheid en mannelijk, ver
klaren, in den toekomstigen oorlog lief en leed te
willen ileelen met het Duitsche, ons verwante volk.
Dat is een natuurljjk en op wederzijdsche belan
gen gegrondvest bondgenootschap.
Daarvoor erlangen wjj eon eervolle positie zoo
lang de vrede duurt en een mate van veiligheid, die
geen andere denkbare gedragsljjn ons kan opleveren;
daarvoor verkrjjgen wjj den waarborg, dat bjj een
zegepraal van Centraal-Europa ons volksbestaan on
aangetast blijft; daarvoor werken wjj medé aan oen
groot doel: het verhinderen van den panslavistischeu
inval, dat is de inval der barbaarschheid in Europa
en de terugval van Europa in de barbaarschheid.
Daarvoor erlangen wjj wedor een zekeren rang
onder de natiën.
Duitsehland^ kan daarvoor in tijd van oorlog zijn
Rijn-front naar zijn inzicht en zijn behoeften, die
dan strategisch met de onze samenvallen, in staat van
tegenweer' brengen. Duitsehland kan alsdan het No-
de^landsche gedeelte van het front van den Beneden-
Rgn met het Duitsche gedeelte ervan in organischen
samenhang brengen. Duitsehland zal ons Land zoo
goed verdedigen als hem mogeljjk is en met ons
beter dan wij alleen het zouden kunnen. Ons
leger blijft in ons Land en het waardeerbaar geraamte
van het polderleger; dat weet hoe zich te gedragen
in en vertrouwd is met onze lage, drassige terreinen.
Duitsehland krijgt in tijd van oorlog zjjn verbindin
gen met de Noordzee en een onovertrefbare operatie
basis voor zjjn eskaders, op korten afstand van de
Fransche wateren.
En ten slotte, als een geheel gemeenschappeljjk
belang zou het samengaan van Nederland met Duitseh
land reeds ten gevolge hebben, dat de Fransche
operatiën besloten bleven binnen de Fransche laag
vlakte; dat daiTnloor verlichting kan worden gegeven
aan de strijdmacht in de Vogezen en opschuiving
plaats hebben naar het Benedon-Rijnfront, en dat
hierdoor de decisie in noordelijk Frankrijk oT in
zuidelijk België een onverwachte verhaasting onder
ging. Maar zeker is het, dat niet, gelijk bjj de
beschouwingen over do operatiën van het Fransche
leger in de laagvlakte oen wijle is verondersteld,
reeds kort na het uitbreken van den oorlog een
Fransohe legermacht in Oostelijk Noord-Brabant zich
concentreeren zou. Door ons bondgenootschap zou
de loop der gebeurtenissen gewijzigd worden in na-
natuurlijken en in voor ons deu voordeeligsten zin.
I
Een treurige gemeente-huishouding. Bekend is, dat
in Drente zich het zeldzame geval heeft voorgedaan,
dat een Nederlandsche geqjeente geheel aan lager
wal verzeilde. Men weet, dat voor eenigen tijd in
Vries een deel der gemeente-eigendommen moest wor
den verkocht, om een verschuldigd bedrag aan een
aannemer te kannen voldoen.
Gevolg daarvan is geweest, dat vijf gemeenteraads
leden, die zich met het beleid van den Burgemees
ter, den heer Ebbinge Wubben, niet konden ver
eenigen voor hun lidmaatschap bedankten. Tot
tweemaal herkozen, blovcn zij bij hun weigering
volharden, en dezer dagen voor de derde maal her
kozen, heeft nog slechts een hunner het mandaat
weer aanvaard. De gemeenteraad bestaat nu met
den Burgemeester weer uit drie leden. En hoe het
er nu toegaat, daar geeft een locaal blad een be
schrijving van, die de aandacht verdient. Een zoo
verregaande verwarring in een overheidscollege over
treft alles, wat totdusver van dien aard gemeld
werd. Ziehier dit raadsverslag
De heer J. Lammers Mijnheer de voorzitter, als
alle punten zijn afgehandeld*, wensch ik het woord
over onzen geldelijken warwinkel cn wel wensch ik
u te vragen hoe al die zoekgeraakte duizenden guldens
terecht zullen komen Het tekort van T. Kiers (den
ontslagen gem.-ontvanger) is door hem zelf en zjjn
borgen aangezuiverd, doch het andere is er nog niet,
en optredend voor de belangen der gemeente, eisch
ik en verlang ik dat door u de zaak in 't reine wordt
gebracht, en dat hebt gij ook beloofd.
De voorzitter, burgemeester Ebbinge Wubben:
Wat weet ik daarvan Ik weet van niets.
De heer J. S. Roelfsema (wethouder): Dan zal
ik het geheugen van den burgemeester eens te hulp
komen, liebt gij, burgemeester, niet beloofd, al
wat aan het tekort van T. Kiers ontbrak, bjj te
passen Ik roep daarvoor de andere raadsleden als
getuigen. Verder wil ik u nog herinneren, dat gij
hier in den raad hebt verteld, dat gjj do 4000
extra-subsidie voor de school te Donderen, bij den
hoer Smidt, kassier te Assen, had uitgezet en dat
de gemeente daordoor een voordeeltje van 60
rente zou behalen. Toen een paar raadsleden de
zaak niet vertrouwend, daarnaar onderzoek deden,
bleek dat de heer Smidt niets daarvan wist en vol
strekt geen geld van de gemeente Vries ter belegging
had gekregen, dus belogen hadt gij ons mjjnheer de
voorzitter, schandelijk belogenen teu laatste, om
u de maat vol te meten, heb ik hier het bewijs
in den zak, dat gij voor den heer Gorter, rechter
commissaris te Assen, een stuk hebt geteekend,
waarin gij verklaart, aan de gemeente Vries een som
van ƒ2969 schuldig te zijn. Dit bewijs heb ik
geteekend en wel van T. Kiers gekregen.
De voorzitter: Wat kan mjj Kiers schelen.
De heer J. S.Roelfsema: Of u Kiers niets kan
schelen, de verklaring van Kiers kan mij wel sche
len; hjj is geen onmondig kind en weet wel wat
hjj ziet en hoort.
De heer Meulenkamp (wethouder): ik stel voor
T. Kiers te laten komen, om zijn schriftelijke ver
klaring toe te lichten en te bevestigen. Voor uwe
eer (geschuivel en gemompel in de vergadering) zou
jtet goed zjjn, als die zaak uit den weg was, m. d.
voorzitter.
t)e voorzitter: De eer, wat is mij aan de eer
gelegen?
De heer J. 8. Roelfsema: Dat wil ik wel gelooven,
maar ik verklaar hier in de vergadering iemand,
wien niet aan de heer gelegen is, voor een schurk,
in staat tot alle schurkenstreken. Daarop ontstond
een tumult on begonnen alle leden der vergadering
zoo luid hun opinie te verkondigen, dat de burge
meester met een lijkkleurig gelaat de vergadering
ontvluchtte en zijn troost zocht bij den veldwachter,
vergetende de vergadering te sluiten. De heer A.
Oosting, het eenige lid, dat den burgemeester tot
dusver volgde, Verklaarde nooit te hebben geweten
dat de boel zoo raar in elkander zat, dat had de
burgemeester hem nog nooit verteld.
Zou hel niet goed zijn, vraagt het locale blad.
dat de autoriteiten daarvan eens notitie namen en
onze gemeente in bescherming namen tegen een
burgemeester, die verklaart niets om de eer te geven.
Men herinnert zich uit het jaar 1870 den jammer
lijken afloop van het trotsche woord van Napoleon*s
minister Leboeuf, die ongeveer zooals nu onze
militaire autoriteiten en autoriteitjes tegenover Tindal
doen zeidedat er geen knoop aan een slob
kous ontbrak.
't Schijnt thans zoowat eveneens met het Belgische
leger gesteld te zijn. Volgons «la Belgique Mili
taire" zijn nl. de magazijnen zoo slecht voorzien,
dat in geval van mobilisatie 33.000 man niet gekleed
en uitgerust kunnen worden. De «Etoile», die een
nader onderzoek instelde, bevestigt niet alleen deze
verklaring, maar voegt er bjj, dat sommige regimen
ten zelfs niet de manschappen der eerstvolgende
lichting van de militie kunnen kleeden.
Toch verklaarde de Regeering een paar jaren
geleden in de Kamer, evenals Leboeuf, dat de leger-
magazijnen ruim voorzien waren.
Het grootste gedeelte der inwoners van Collinsville,
in Texas, de vrouwen en kinderen er onder bogrepen,
heeft enkele dagen in kennelijken slaat van dronken
schap verkeerd. Een spoorwegbrug over een riviertje,
Rouge-Creek genaamd, stortte nl. in, toeu er een
goederentrein over reed, waaraan verscheiden wagens
met bier en whisky geladen waren. Persoonlijke°on-
gelukken kwamen er niet bij voor. Maar nauwelijks
was het ongeluk in de stad en de omstreken of de
iuwoouers stroomden in groote getale naar de plaats
waar het ongeluk had plaats gehad, en weldra was
men ook op de hoogte van den kostbaren inhoud
van enkele wagens. De politieagenten en de trein-
beambten mochten al trachten het puliek tegen to
houden, het hielp alles niet, weldra had men zich van
eenige vaten whisky en bier meester gemaakt, en een
paar uren later was de geheele stad dronken. Daar
meu echter ook nog eenige vaten in veiligheid had
gebracht, wemelde Collinsville nog dagen daarna van
dronken inwoners.
R. v. A. deelt mede dat de socialistische Vereeni-
giny van Spoorwegpersoneel binnenkort een geheele
verandering zal ondergaan, waarmede het tegenwoor
dige bestuur reeds druk bezig is.
De geheelo vereeniging wordt verdeeld in 10
secties en 42 afdeelingen, zijnde elke afdeeüng oen
onderdeel van een sectie. Een sectie omvat een
groep lijnen in dezelfde nabuurschapeen afdee-
ling strekt zich uit tusschen twee hoofd- en
eindstationstusschenliggende stations en eindpunten
worden correspondentschappen genoemd. Aan het
hoofd der sectie staat een raad, gevormd uit de af-
deelingsbesturen, die geregeld met hot hoofdbestuur
der Vereeniging in verbinding zal staan. De Ver
eeniging telt thans ruim 2000 leden, terwijl het
orgaan «De Seingever» door minstons vier maal zoo
veel personen gelezen wordt.
Met algemeene (53) stemmen der aanwezige leden,
behalve de heeren Van Put, Finet en Macau, die zich
van stemming hebben onthouden, is gisteren de Kongo-
conventie ook door den Senaat aangenomen, na uitvoe
rig tö* zijn verdedigd door den minister-president, den
heer Beernaert, die o. a. in antwoord oiiyleu heer
Balisaux zeide, dat de koning het liefsï^jn werk
zou voltooien, maar indien België het mocht wenschen,
toch ook wel bereid gevonden zou worden, den
termyn van 10 jaren, voor het overnemen van den
Kongo-staat bepaald, te verkorten.
Na afdoening van alle verdere nog op de agenda
voorkomende zaken, raeerendeels van ondergeschikt
belang, is ook de Senaat tot nadere bijeenroeping,
onder den kreet van: leve de koning! uiteengegaan.
Berichten uit Rusland kondigen een nieuw tijd°perk
van vreeselyk menschenlijden aan, en vernietigende
schoonste verwachtingen van hen, die hoopten, dat
men in het groote czarenryk eindelijk eens naar de
stem der menschelijkheid zou gaan luisteren. Er is
helaas niet meer aau te twijfelen. De zegenende
humaniteit zal andermaal moeten plaats maken voor
een woeste kozakkenjacht, waarby het geluk en het
leven van duizenden zullen worden vertrapt. Een
nieuwe Judenhetze, erger wellicht dan die van 1882
en 1883, is aangekondigd. Toen ging de vervolging
uit van fanatieke Russen, en hoewel de rogeering
't oogluikend toeliet, officieel keurde zy liet af en
liet zij zelfs do \oornaamste schuldigen straffeo.
Thans is het echter niet 't gepeupel, maar de hooge
regeering zelve, die aan 't vervolgen gaat, en dit op
eede wijze, die erger is dan de woeste wreedheid