Bultenlandscii Overzicht. 334steS taats-loterij Burgerlijke Stand. Reeuwijk Vreesden zij, zelf komende, misschien uitgemaakt l'te worden voor «bedelaars"? (Anut. Ct.) Onder den titel «Uit het soldaten-leren", komt in het «Dbl. v. Ned." de volgende klacht voor van den oud-soldaat B. G. Kameraar, te Amersfoort. Aangenaam zou het mij zijn, onderstaande regelen in uw liberaal veelgelezen blad opgenomen te zien. Ëen oud-soldaat merkt dat de soldaat tegenwoordig wordt mishandeld, en dat ook in den inwendigen toestand (uitrusting) groote fouten zijn. In den avond van den 17n Juli 1890 woedde boven Amersfoort een zwaar onweder, dat, zooals meestal, maar toen in 't bijzonder, met zware regenbuien ge paard ging. Te S uur n.m. rukten kolonnes van het aldaar gestationneerde le bat. 5e regt. inf. onder commando van dqn overste Weiman tot oefening uit, ten ge volge waarfan die troepen door- en druipnateenige uren later weder het kwartier rejoigneerden. Ik sprak van door- en druipnat, en die uitdruk king is niet figuurlijk of overdreven, neenhemden onderbroek waren om uit te wringen. Officieren en onderofficieren hadden voldoende on der- en bovengoed om zich te verkleeden, maar de arme soldaat, helaasHij moest met een druipnatte onderbroek blijven loopen, wilde hij niet de blooto boenen in de natte pantalon steken. En waarom kon ook de soldaat zich niet verkleeden? Wel! omdat zijn uitrusting bestaat uit slechts 3 hemden en 2 onderbroeken, waarvan toen 1 hemd en I onderbroek in de wasch waren, en waarvan hij 1 hemd en 1 onderbroek aan had, zoodat hem dus restte slechts 1 hemd, om dit tegen een kletsnat te verwisselen. Maar wat is nog erger? Den daaropvolgenden morgen van den 18n rukten de troepen weer uit en* werden weer druipnat, kon-' den zich in het geheel niet verkleeden, wegens gebrek aan ondergoed en bleven dus in utte kleeding loopen. En nog erger. Den daaropvolgenden avond rukten ze weeruiten werden ten derde male kletsnat. Ik behoef niet ver der te detailleeren, hoe met die natte kleeding is omgesprongen en hoe zij gekleed zijn geweest. En ik spreek nu maar alleen van het ondergoed maar of het dragen van natte bovenkleederen ook wel goed op de gezondheid werkt, geloof ik niet, ten minste vernam ik den 22 Juli uit goede bron dat er o. a. zeven man in 't hospitaal werden opgenomen. Nu is mijn vraag Bemerkt de chef zoo iets niet, en wanneer dat wèl 't geval is, tolereert hij dan, dat aldus in strijd met de voorschriften wordt gehandeld. In vroeger jaren waren dergelijke toestanden in vredestijd, ook in Indic zelfs, ondenkbaar. Wijders is mij gebleken dat een minderen militair bij ziekte- of stërftegevallen in zijn familie niet wordt vergund, onmiddellijk met verlof te vertrekken, zelfs dan niet wanneer brieven de waarheid bevestigen. In mijn tjjd had in genoemde gevallen een ieder het recht, onmiddellijk met verlof te gaan. En alles wettigt een dergelijke bepaling. Wat heeft zich nu te Amersfoort voorgedaan? De moeder van den tamboer Langeler, van hot le bat. 5e reg. inf., te Amersfoort werd den 17n door den bliksem doodelijk getroffen. Tot den overste Wellau, commandant van de in fanterie te Amersfoort, werd een schrijven gericht, om voor dien tamboer verlof te verzoeken. vermoeden, dat de schrijver van den brief betrekkin gen heeft te Laval. Raymond kende niemand in die stad, zeide mevrouw Montclar. Is er niet een garnizoen Jahet onderzoek wordt thans in die richting voortgezet. Benoist hield hardnekkig de oogen op Estelle's gelaat gevestigd. Wat denkt gij, mijnheer, zeide deze, van dien brief? Gij moet eenig vermoeden hebben omtrent hetgeen hij kon inhouden. De jonge man draalde een oogenblikde koel bloedigheid van Estelle bracht hem in de war. Wij vreezen, dat de inhoud eene openbaring was, waar of valsch, van zoodanige feiten, die het voor hem noodzakelijk deden schijnen, het pas ge sloten huwelijk door den dood te verbreken. Welke feiten, vroeg Estelle somber. Benoist zweeg. Mijnheer Benoist, antwoordtzeide mevrouw Montclarvalt men mijne nicht aan Nog niet, mevrouw. Maar men zal haar verdenken Dat is waarschijnlijk. Vele lieden weten reeds, dat er een brief ia geweestdat heb ik hun niet gezegd, dat verzeker ik u. Men tracht uit te vor- schen wat er in dien brief kan gestaan hebbenvan daar tot beleedigende gissingen, is de afstand niet groot. Estelle dacht«Gisteren mevrouw De Polrey, die Deze overste stond dit niet toe, bewerende dat hjj aan de doodstijding in den brief geen geloof hechtte. Deuk u het lot van den jongeling, die kennis heeft gekregen van den dood zjjner moeder, eu die, omdgt de autoriteit er geen geloof aan hecht, zich niet van 't korps mag verwijderen. Toen twee dagen later de oouranten de doodstij ding vermeldden, toen kon de zoon verlof bekomen, om op den derden dag na 't voorgevallene zich naar 't ouderlijk huis te begeven, om daar het ljjk zijner moeder voor het laatst te aanschouwen. Het is duidelijk, dat er nog verschrikkelijker ge vallen zich kunnen voordoen. Er wordt bijv. verlof gevraagd voor den zoon, omdat zijn moeder op sterven ligt. Hij krijgt geen verlof, en ziet daardoor zijn moeder niet meer in leven, maar eerst dan wanneer de courant haar overlijden vermeldt. Er moeten, mijns inziens, zoo spoedig mogelijk be palingen in het leven worden geroepen, om te be letten dat gevallen als boven vermeld plaats vinden. Omtrent do verantwoordelijkheid betreffende do ontploffing in de kruitfabriek van Corvilain is thans door den vrederechter Gallet, te Antwerpen, uit spraak gedaan. De Heer Giesen, die den Staat, de stad en de provincie verantwoordelijk stelde, is van zijnen eisch ontheven. De vrederechter verklaart, dat de stad, als eige nares van den grond en als politie, voor de gevaar lijke, ongezonde en hinderende gestichten niot ver antwoordelijk zijn kan. De provincie is het ook niet, omdat do handel wijze der deputatie de provincie niet verbindt, daar zjj enkel handelt als gedelegeerde van den Staat. En de Staat is evenmin verantwoordelijk, daar de bestendige deputatie door hare handelingen den Staat noch diens ambtenaars kan verbinden en dezo laat- sten op eigen verantwoordelijkheid gehandeld hebben in zake van den entrepot fictief. Een althans voor liefhebbers van visschen niet onaardige quaestie werd dezer dagen voor het kantongerecht te Haarlem behandeld. Het gold hier de vraag, of een «peur» of een «poer» in de pro vincie Noord-Holland al dan niet een geoorloofd vischtuig is. B. v. Z., schipper, te Haarlem, was gedagvaard, ten einde terecht te staan ter zake«dat hij in de gemeente Spaarudai». op den 27u Mei, des namid dags omstreeks II uren, en alzoo tusschen meer dan één uur voor zonsopgang van den 28n Mei 1890, in het zijkanaal C heeft gevischt met in de pro vincie Noord—Holland verboden vischtuig, zijnde een zoogenaamde peur, poer of pooiers, bestaande uit een aan een hengel of stok met een touw be vestigde tros pieren of wormen (zonder angel of haak), welke tros door hom tot het vangen van aal of andere visch werd te water gebracht en daaruit weder opgehaald.» De beklaagde was ter terechtzitting verschenen cn bekende dat hjj op den bij de dagvaarding ver melden tjjd en plaats in het zijkanaal C. had ge vischt met een hengel of stok, waaraan een touw met een tros pieren was bevestigd, en dat hij daar mede getracht had aal of paling te vangen, en voerde voorts tot zijn verdediging aan, dat hot mijne vriendin washeden deze man, dien ik niet ken Mijnheer, zeide zij overluid, heb ik zonder het te weten, iemand gegriefd Welk belang kunnen menschen, die ik niet ken er bjj hebben mijn goeden naam door bet slijk te halen? Ik weet het niet, mevrouw. Vrees niets, mijn kind, zeide mevrouw Montclar, als men u aanvalt, zal ik u verdedigen. Uw ongeluk is al groot genoegniemand zal iets durven zeggen, indien men ziet dat ik met mijne eer voor de uwe borg sta. Men zal u beschermen en, is het noodig, dan zal men u wreken, niet waar, mijnheer Benoist Hij boog zwijgende. De blik van Estelle rustte een oogenblik in den zijnenzij scheen te vragen «Wat heb ik u gedaan, dat gij mijn vijand zijt?" De blik van Benoist antwoordde«Waarom heb ben wij uw portret verscheurd onder de asoh ge vonden Maar zij begreep hem niet, omdat zij daar niets van wist. VI. Voor het bureau in hare kamer gezeten, was Es telle in gedachten verzonken. Zij was daar gaan zitten om aan iemand te schrij ven, ten einde haar leed aan een ander mede te deelen en een woord van sympathie te vragen, maar toen zij haar schrijfgereedschap voor zich had neder- visschen met dit visohtuig, al moge het wel eens „peur" of „poer" worden genoemd, niets anders is dan het visaohen met den hengel, hetwelk een m. oorloofd vischtuig is. De ambtenaar van het O. M. achtte het (sit wettig en overtuigend bewezen on eischte de schul digverklaring van beklaagde en zijn veroordeeling tot een boete van 6, subs. 2 dagen hechtenis, met verbeurdverklaring en bevel tot vernietiging ran de in beslag genomen peur eu in de kosten van het geding. De kantonrechter, in deze zaak Woensdag uit spraak doende, overwoog o. a. het volgende «dat het den rechter door bezichtiging van hst in beslag genomen vischtuig is geblekon dat dit bestond uit een rieten hengelstok, waaraan een touw was bevestigd, aan het eind van welk touw een tros pieren zonder haak was bevestigd «dat door de bekentenis van den beklaagde, be vestigd door den inhoud van het gemelde proces- verbaal, het den beklaagde ten laste lelegde feit overtuigend is bewezen „dat alsnog zal behooren te worden ondorzooht, of hel door beklaagde gebezigdo vischtuig is eon in de provincie Noord-Holland verboden visohtuig.» Dienaangaande overwoog de kantonrechter, „dst onder de in art. 2 van het reglement op de uitoefe ning der jacht en vissoherij in do provincie Noord Holland genoemde vischtuigen, waarmede het geoor loofd is te visschen, o. a. voorkomen de «hongels;» «dat in het gewoon spraakgebruik onder «hengels" moet worden verstaan stokken, waaraan een touw of ljjn is gebonden, aan welk uiteinde voor de visch- vangat bestomd aas kan worden gehechtdat daarbij echter niets afdoet, of dat aas door middel van een angel, haak of hoek of op andere wijze aan het touw wordt gehecht, daar zulks het begrip van vis schen met den „hengel" niet kan wijzigen, en hoofd zakelijk hierbij moet in het oog gehouden worden, dat de hengel, waarmede gevischt wordt, kunne wor den in de hand gehouden „dat bet door den beklaagde gebezigde vischtuig geheel overeenkomt met het hierboven aangegeven begrip van „hengel," en dat het mitsdien niot kan worden besohouwd als te zijn een visohtuig, waar mede het in de provincie Noord-Holland verboden is te visschen, en dat derhalve het den beklaagde ten laste gelegde en als bewezen aangeuomen feit niet daarstelt een overtreding van een der bepalingen van de wet van 18 Juni 1857 Staatetlad n° 87.) terwjjl dat feit evenmin bjj eenige andere wettelijke verordening is strafbaar gesteld, zoodat de beklaagde te dezer zake behoort te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.» Op deze gronden werd beklaagde van alle rechts vervolging ontslagen. Uit Londen schrijft men aan het Handelsblad Wanneer ik mjj niet vergis, heeft een zekere Columbus Amorika ontdekt, doch dit ia voor het oogenblik van uiterst weinig Iwlang. Gedurende de eerste eeuwen na de ontdekking, stelde men orzioh in Engeland mede tevreden te weten, dat het nieuwe land zeer groot was, voornamoljjk bewoond werd door colonels, spoorwegkoningen en journalisten. In 1867 echter ontdekte de prins van Wales het Amerikaansche meisje en sedert begon men wat moer aandacht aan het nieuwe werelddeel te schenken. Vooral was dit het geval toen de nieuwe gelegd had zij bemerkt, dat zij niemand had om aan te schrijven. Estelle, die geene andere relation had gehad dan die van de barones Polrey, bemerkte eensklaps dat zij geheel alleen stond op de wereld. Geono vrouw die zij deelgenoote kon maken van hare smart, geen man bjj wien zjj steun kon zoeken. Mevrouw Mont clar had haar van den aanvang af beschouwd als bestemd om de vrouw te worden van haren neef en haar bijna als hare schoondochter aangenomen, maar die vriendschap was nog van jonge dagteeke- ning; zouden de laatste gebeurtenissen daarin geen verandering brengen? Niemand bij wie zij haar hart kon uitstorten. Mevrouw Montclar was nu juist eene vrouw met wie het alleronmogelijkst was vrij uit te spreken over de dingen die de jonge weduwe kwelden. Hoe zou zij zelfs maar kunnen zinspelen op de vragen, die het vreeselijk geheim omringden? Nooit had Estelle behoefte gevoeld aan steun. Hare droefgeestige jeugd, bij eene ziekelijke, steeds in zich zelve gekeerde moeder, had haar van jongsaf gewend, op eigen betaen te staan. In het klooster had zjj overal vermaak in gehad, in alles smaak gekregen, ook in de studie, en zich een goede kameraad betoond, doch, zeer gezien bij hare gezellinnen, had zij evenwel geen dier innige betrekkingen van de jeugd aangeknoopt die eene zoo groote rol spelen bij den aanvang van het leven. Wordt vervolgd.) °ntdekking te Londen en in andere Europeesche »teden werd geïmporteerd, bjj welke gelegenheid zjj den meesten bjjval vond. Op het oogenblik is zjj met den phonograaf een der eigenaardigste geschen ken der Nieuwe Wereld aan de Oude. Soms heet bet Amerikaansche meisje „the Hono rable Phoebe Venus Vanderdecken," dochter van colonel Lincoln Washington Vanderdecken, senator en hoofd van een der beste Knickerbocker-familie van de Vijfde Avenue. Soms ook noemt zjj zich een voudig miss Poohahontas Smith van Pochahontas City, County Poohahontas, Texas, U. S. A. Maar het verschil bestaat steods alleen in den naam. Beiden zjjn slank, blond en levendig beiden hebben schitterende oogen, een fraaien neus en een lief mondje met witte tandjesen beidon bezitten teint, taille en esprit. Beiden gaan naar Europa, brengen de hooiden van dat goede, oude werelddeel op hol en koeren terug naar de States met den Right Honornble Sir Peacock Blunderburry of seine Durchlaucht von und zu Pumpenstiel zum Grossen- thal tot eohtgenoot, of althans minstens een Vicomte tot fiancé.... Ja, waarde lezers, de Amerikaansche is op het oogenblik de belangrijkste verschjjning in „London Socioty". Zij is het ideaal onzer mannenwereld, de spil waarom alle matrimonisohe gedachten draaien. Zjj is jong, sbhoon, beminnelijk, geestig en rijk. Zij stelt hare Europeesche zusteren verre in de schaduw. Tot dusverre heeft zij slechts op Engeland, Frank rijk, Homburg, Ems, Wiesbaden, do Riviera en Italië hare aanvallen gericht en ten uwent kent men ze nog niet. Dooh zeer zeker zal zij komen zoodra een uwer een ingezonden stuk in de New-York Herald plaatst, waarin hij zegt, dat er veel goede, oude familiesin Holland zijn en namen zooals baron Van Korenbloem tot Klaversteijn, of wanneer een «jongmensch, uit goeden huize, niet onbemiddeld, langs dezen meer en meer gobruikeljjken weg," enz. Het zal dan geen jaar meer duren of miss Psyche June Robinson, de rijke erfgename uit Yankee Doodle City heet mevrouw do baronesse van X. Mij dunkt, een land zoo vol namen, die sprekend op die der oudste New-Yorksche patriciersfamilièn gelijken, is een der vruchtbaarste velden voor de Amerikaansche schoone. Hier in Engeland zjjn de dames niot erg op Yankee Girls gesteld, doch de heeren vergoeden dit gemis aan sympathie ruimschoots en dat is voor de Amerikaansche de hoofdzaak. Zij beweegt zich overal vrij, gewoon sla zjj is aan den overdreven eerbied der Amerikanen voor alle vrouwen. Zjj gaat gerust alleen op straat, rookt nu en dan oen cigarette en hoeft veel takt, onverschillig of zjj uit Denver of Boston komt. Ze is niet stijf of loom. Ze spreekt even goed over do Silver Bill en de Bland Act als over Schopenhauer, Herbert Spenoer, Zola en Vol taire. Ze heeft een uitgebreide kennis, is belezen, en heeft verfijnde denkbeelden. Ze kleedt zich met smaak, kortom, ze is een aardige en innemende vrouw. Mevrouw John Sherwood schrijft in de North American Review van Juni een zeer belangwekkend opstel over dit wondermeisje, onder het motto „Venit, vidit, vicit". Het is van het begin tot het einde eniogie, en ik wil niet verzuimen er u een kort uittreksel van te geven. De bekwame schrijfster zegt: „En waaraan dankt nu het Amerikaansche meisje haar ongeëvenaard succes in Europa In de eerste plaats aan het beste wapen der vrouwver rassende schoonheid. „Het schijnt dat wij eene nieuwe epoque in de geschiedenis van het monschenras naderen, wanneer wjj te Parijs, Hamburg of Nizza een blondine ont moeten, zoo schitterend schoon, of een brunette z66 slank, heerljjk, aantrekkelijk en met zulke handen en voeten dat de attraits der spreekwoordelijke her togin die tot dusverre hot monopolie had, in het niet zinken bjj de bekoorlijkheden van een meisje uit Denver of Kansas City. Er bestaat geen twijfel, dat kruising der rassen, atmosfeer en nog meer de veredeling van het menschenras in Amerika bevor deren. „Doch persoonlijke attractie ie niet de eenige. Hun talent is even verrassend als hun schoonheid, de eigenschappen van den geest even bewonderens- wArdig als die van het liohaam. Wij behoeven niet eens te denken aan de belangrijke rol, dio onze Ame rikaansche vrouwen in de eerste kringen^an Europa spelen, om aanstonds door het Amerikaansche meisje zelve te worden overtuigd, dat „talent for society" haar is aangeboren en dat zij veel verstand in haar fraai hoofd heeft. Mag het ons verwonderen, dat de Amerikaansche de beste „partijen" in Europa maakt Dus mevrouw Sherwood, en de laatste vraag moet ontkennend worden beantwoord. In Engeland onder schat de dameswereld de gevaren niet waarmede zij door de Amerikaansohe wordt bedreigd. Tegen de eenvoudige natuurlijke dochter van Texas of Colorado is die van Belgravia, die van af hare ge- r boorte vodr het huwelijksleven wordt opgeleid, niet opgewassen en beide weten het. De laatste is te conventioneel, te loom, te weinig belangwekkend. Zjj weet dat zjj zich niet met de Amerikaansche kan meten, zij weet dat de laatste haar meerdere is. In de huwelijksmarkt men vergeve mjj die cynische dooh juiste uitdrukking trekt de Amerikaanscho de meeste aandacht en bewijst daardoor, dat tij het meest in den smaak valt. De Engelsche dames- wereld bereidt zich daarom langzaam voor op een strijd tegen de Amerikaansohe, op herovering der godeelteljjk verloren controle over de huwelijksmarkt. In de opvoeding onder meisjes komt langzaam ver andering, verbetering, het product komt geleidelijk in groote harmonie met de vraag. Of het Engelsche ras er ooit in zal slagen de „Yankee girls" te ver driegen, is intusschen nog de vraag. Mevrouw Sherwood betwijfelt het en hij, die in de „drawing- rooms" van Mayfair, Kensington of Belgravia ooit gelegenheid had het contract tusschen de electrioe- rende Amerikaansche en hypnotiseerende Engelsche gade te slaan, schaart zich zeker aan hare zijde. De Amerikaansche vormt een te eigenaardige, verfrisschende verschijning om niet aanstonds opge merkt te worden. Doch zij heeft één fout, althans in het oog van den Engolschman. En om niot partijdig te schijnen sluit ik dezen brief met de opmerking, dat zij door haar bevalligen neus spreekt I Naar zich laat denken geeft oen reis van den l)ait8chen keizer naar Rusland altijd veel aanleiding voor vermoedens en voor onderstollingen. Tot deze rubriek is ongetwijfeld eveneens een inededeeling van de XIX Siècle te rekenen, volgens welke de czaar, indien keizer Wilhelm de kwestie eener algèmeene ontwapening te berde brongt, oeu voorstel zal doen tot het benoemen van een internationaal scheidsge recht ter regeling van de kwostiën betrekkelijk Elzaa-Lotharingen en Boelgarije. Alexffider III zal zich bereid verklaren, indien eenmaal deze kwestiën geregeld zijn, keizer Wilhelms plannen ten gunste van een ontwapening der Europeesche mogendheden te steunen. Het zou cn den czaar cn den jongen Duitschen keizer ongetwijfeld tot eer verstrekken, indien zij elkander bij hun naaste ontmoeting zulke verstandige en humanitaire voorstellen deden in plaats van door groote revue's en troepen manoeuvres blijk te geven van een even dwaze als misdadige vorstelijke ijdeiheid, waarvan de volkeren ten slotte slechts de kosten dragen. Wanneer1 dan keizer Wilhelm ten overvloede den Russischen autocraat wist over te halen tot zijn mensohlievendo denkbeelden ten opzichte van de plichten der Souvereinen tegenover hun volk, in het bijzonder tegenover de lang onderdrukte arbeiders, en ten slotte den czaar overtuigde, dat de Siberischo gruwelen een onuitwischbare vlek op zijn regeering zijn, dan zou keizer Wilhelm met de grootste voldoening op zyn reis naar Rusland kunnen terug zien eu aanspraak maken op de dankbaarheid der Russen in het bijzonder, op de erkentelijkheid aller menschen vrienden in het algemeen. Aan de onderwerpon ter bespreking, welke hun belang inboezemen, zal het overigens den beiden machtigen heerschers niet ontbreken. Om te beginnen met den gang van zaken op het Balkan-schiereiland, en indien de voorspellingen uitkomen dan zal vooral Boelgarije stof tot een interessant onderhoud geven. Voor deze eerste dagen van Augustus zijn toch hoogst gewichtige gebeurtenissen te Sofia aangekondigd. Gelijk men weet wordt prins Ferdinand in zijn hoofdstad terugverwacht en zou dan de onafhankelijk heid van het vorstendom geproclameerd worden. De uitbarsting der revolutionnaire partij te Buenos Ayres heeft geen ontspanning gebracht. De politieke en fiuancieele toestand is er, zoo mogelijk, nog meer gespannen dan voor een week. Het succes heeft president Celman daarenboven overmoedig gemaakt. In een opgeschroefd manifest tot het volk herinnert hij aan de zegeningen zijner bewind voering en doet hij het voorkomen alsof de opstand bewerkt is door een politieke partij te Buenos-Ayres, die naijverig is op zyn gezag en zich nu aan het geheele land wil opdringen. Men zietpresident Celman wil den indruk maken, alsof hij de belangen der provincie verdedigt tegenover een oppositiepartij, die alleen in de hoofd stad eenige aanhang bezit. Niemand zal echter van deze voorstelling van zaken de dupo worden. Men wil president Celman eenvoudig weg hebben omdat hij de verpersoonlijking is van den windhandel en het geknoei, waardoor de republiek te gronde dreigt te gaan. Ieder ziet dat trouwens in, behalve Celman en zijne vrienden, die veinzen, dat het tweedaagsche bombardoment der hoofdstad met zijn duizend dooden en vijfduizend gekwetsten slechts ten doel had een ander troepje mannen aan goede baantjes te helpen. Waarschijnlijk zal de regeering thans door draco nische maatregelen haar gezag trachten te vestigen. Een eerste stap in die richting is reeds gedaan door herstelling der censuur. Monden snoeren is altijd het eerste werk eener zwakke regeering. Of de revolutionnaire partij zich dit echter zal laten welgevallen is een tweede. Men vergeten niet,- dat in den strijd van deze week de omwente- lingspartij zeker de overhand behouden had, indien ze niet eensklaps voor leege patroonkisten had ge staan. Ligt het nu niet voor de hand, dat zij een tweede póging zal wagen toodra zjj een nieuwen krijgsvoorraad zal hebben verzameld? De Times, die de zaken te Buenos-Ayres nauwkeurig heeft gevolgd, acht dit niet onmogeljjk. 2e Klasse. Trekking van Maandag 4 Augustus 1890 No. 16848 1500 No. 5036 en 11359 1000. No. 5890 en 12985 400. No. 9035 en 11276 200. No. 10471, 10696, 16911, 19027,20624 en 20811 100. 1 2187 12 2214 13 2221 65 2230 74 2234 94 2285 105 2294 107 2327 212 2385 225 2393 235 2594 264 2617 297 2654 332 2665 401 2672 #03 2693 502 2786 561 2830 577 2858 633 2870 710 2880 725 2892 753 2918 761 2927 804 2945 846 2947 898 2977 969 2979 1023 3068 1043 3189 1074 3242 1204 3257 1269 3268 1307 3299 1334 3351 1335 3490 1840 3527 1389 3614 1398 3627 1444 3721 1484 3774 1586 3897 1603 3946 1660 3969 1663 3978 1684 3988 1748 3996 1760 4034 1789 4046 1817 4141 1842 4157 1873 4179 1924 4319 1947 4353 1976 4359 2008 4360 2014 4372 2036 4379 2094 4481 2111 4486 2138 4549 4576 4613 4670 4697 4889 4905 5050 6101 5160 5166 6349 5373 5375 5448 5450 5454 5669 5593 6605 Prijzen van 4570 7736 9928 7754 10031 7756 10207 7784 10244 7795 10271 7809 10291 7871 10297 7898 10425 7958 10465 7968 10524 7999 10551 8109 10591 8118 10663 8173 10690 8205 10848 8221 10995 8307 10997 8310 11003 8350 11011 8456 11054 8515 11118 8551 11153 8553 11155 8605 11172 86l8 11174 8632 11262 8662 11315 8734 11463 8744 11489 8750 11509 8773 11526 8825 11629 8841 11704 8867 11737 8874 11773 8878 11782 8887 11893 8890 11992 «925 12017 9107 12125 9115 12165 9191 12260 9193 12264 9231 12305 9247 12396 9308 12448 9560 12479 9565 12545 9588 12621 9630 12716 9651 12824 9693 12935 9703 12964 9710 12981 9794 12991 9811 13007 9827 13016 9872 13107 9878 13148 9901 13185 9916 13228 6780 5792 5824 5978 5985 6048 6108 6145 6163 6338 6370 6447 6609 6612 6673 6688 6712 6722 6732 6734 6746 6796 6803 6809 6817 6821 6892 6909 6967 7014 7194 7210 7260 7272 7449 7453 7672 7632 7686 30: 13236 15878 18517 13263 16030 18559 13298 16027 18565 13316 16125 18571 13325 16143 18643 13355 16153 18648 13362 16235 18676 13424 16237 18712 13439 16342 18723 13472 16378 18733 13485 16426 18765 13598 16431 18961 13723 16491 19197 13742 16512 19246 13750 16554 19259 13757 16642 19263 13775 16666 19603 13837 16669 19638 13963 16689 19644 13970 16805 19679 14058 16950 19685 14255 16954 19741 14299 16976 19747 14335 17019 19795 14407 17087 19798 14480 17094 19830 14487 17129 19994 14516 17138 20095 14535 17185 20096 14538 17197 20097 14568 17344 20111 14599 17350 20133 14641 17367 20225 14679 17369 20257 14694 17601 20293 14717 17612 20316 1471S 17676 20395 14727 17692 20405 14761 17703 20449 14836 17724 20479 14920 17794 20512 14948 17797 20576 15064 17802 20604 15116 17827 20672 15178 17910 20723 15182 18117 20725 15262 18130 20734 15287 18148 20764 15326 18156 20774 15358 18211 20778 15403 18256 20789 15416 18261 20853 15426 18263 20856 15469 18275 20883 15563 18352 20896 15571 18377 20920 15618 18394 20923 15706 18409 20927 15769 18#81 20978 15798 184(83 20986 15835 18492 CORRESPONDENTIE. Het stukje van ,Een getrouw lezer" is niet voor plaatsing geschikt. De Redactie. GEBORENTennis Willem, onders P. Scheer en J tan der Heeden. Jacobu9 Petro9, ouders A. Verkleij en M. Klever.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2