Buitenlandse!) Overzicht.
all* aanwezigen hartelijk welkom toeriep in Soho-
terland. Hij hoopte dat eindelyk Algemeen Kiea-
en Stemrecht zou worden ingevoerd en dankte onder
luide toejuichingen den heer De Vries, die welwil
lend xgn land voor de betooging beschikbaar had
gesteld. Nadat het Fanfare-Corps Semper Creteendo
uit Amsterdam hut krijgslied luid gespeeld, begon
de betooging.
Op xgf verschillende plaatsen traden de heereu
dr. Vitus Bruinsma, A. Rauwerda, Tj. Stienstra, G.
L. v. d. Zwaag, A. v. Emmenes, J. A. Portuyn, R.
r. Zinderen Rakker, v. d. Veer en W. 1*. G. Hels-
dingen en mej. M. Drucker als sprekers op. Door
allen werd gewezen op de wenscheljjkheid der in
voering van Algemeen Kies- en Stemrecht.
Geen verbetering is in den maatschappelijken toe
stand mogelijk, zonder die invoering.
Mej. Drucker eisobte tevens stemrecht voor de
ontwikkelde vrouw, waarover tussohen haar en eenige
hoorders eenig debat ontstond. Overigens werd
geene discussie gevoerd. De sprekers werden allen
herhaaldelijk stormachtig toegejuicht.
In de pauze werden muziek- en zanguitvoeringen
gehouden. Na afloop der betooging werd met de
banieren en de muziek aan 't hoofd, een optocht
gehouden, waarna het terrein in de grootste orde
werd ontruimd.
De 'a Gravenhaagsche boekhandelaarsvereeniging
dringt bij adres aan de Tweede Kamer aan op eenige
wijzigingen in het ontwerp tot regeling der brieven-
posterijen.
De vereeniging verzoekt in de eerste plaats, dat
onder de bepaling van art. 1 niet alleen worden
opgenomen: «alle ten minste eenmaal per week ver
schijnende couranten en tijdschriften", maar dat deze
rubriek worde uitgebreid ook tot de nieuwsbladen,
die, hoewel niet eenmaal per week verschijnend, toch
geheel bet karakter en de bestemming van een cou
rant of een nieuwsblad bezitten, onder anderende
mode-journalen, die meerendeels eenmaal in de veer
tien dagen, de maandbladen als dat van de] maat
schappij van Landbouw, tegen de prostitutie, van de
Evangelische Maatschappij, voor de vereeniging tegen
de kwakzalverij uitgegeven, en enkele anderen, die
maandelijks verschijnen.
De bedoelde alinea van art. 1 zou dan moeten
luiden«Alle nieuwsbladen tenminste eenmaal per
maand verschijnend."
Ook oordeelt de vereeniging de bepaling in art. 6,
waarbij het port van nieuwsbladen met of zonder
bijvoegsel boven de 35 gram op één cent per 100
gram of gedeelte van 100 gram wordt gesteld, min
of meer onbillijk tegenover enkele hier te lande
verschijnende groote dagbladen.
«De Nieuwe Botterdanucke Couranthet Handels
blad, Nieuw» van den Dag, het Vaderland en Dagblad
(Zondagsblad), en het Sportblad, zouden allen dikwijls
boren de 100 gram wegende, per nummer een port
van 2 cents verschuldigd zijn, zegt adressant, er aan
toevoegende
«Dat een milder tarief niet alleen die groote bla
den, doch tevens den boekhandel en ook het groote
publiek zou ten goede komen, zal wel geen nader
betoog behoeven,"
De Vereeniging verzoekt daarom dat bedoelde op
volging gesteld worde van 35 gram tot 150 gram
of gedeelte van 150 gram, te meer daar het port
van de meeste geïllustreerde buitenlandsche bladen
het verhoogde port van 150 gram ovoraohrqdt.
Eindelgk verzoekt adressant nog aan de Kamer
de aandacht van HH. Exos. de Ministers van Kolo
niën en van Waterstaat, Handel en Nijverheid te
willen vestigen op art. 25 en aldaar te doen open
stellen de gelegenheid tot het incasseeren van kwi-
tantiën op onze Oost- en West-Indische Koloniën,
door de administratie der postergen; eene gelegen
heid die tot nu toe zeer tot ongerief van den handel
steeds heeft ontbroken, en op het in overeenstem
ming brengen vau het tarief voor postwissels op onze
Koloniën, verzonden uit het buitenland, met dat van
postwissels verzonden uit Nederland.
Men zou kunnen zeggen, merkt de «Javubode*' in
haar mailoverzicht op, dat met de afgeloopen expe
ditie naar Edi een nieuw tijdperk is ingetreden in
de wijze, waarop de oorlog tegen de Atjohers wordt
gevoerd. Wanneer men de verslagen van de gele
verde gevechten leest, dan is het alsof men nu eerst
tot de ontdekking is gekomen dat artillerievuur een
geweldig middel is tegen, misschien met eenige over
drijving, onneembaar geachte versterkingen en den
jvgand dwingt die te verlaten, zoodat de infanterie
ze kan beletten met heel wat minder verlies aan
dooden en gewonden dan wanneer zij ze stormender
hand moet veroveren. Aan generaal van Tegu was,
na het zenden van een geheel bataljon, de grootste
zuinigheid met zijne manschappen aanbevolen en
daaraan is het misschien te danken dat ditmaal is
afgeweken van de in Indische oorlogen zoo gewone
wijze van stormen en het plan van den staf is ge
volgd buitendien had men ditmaal, voor een deel
tenminste, voortrelfelgk geschut, terwgl tot nog toe
meestal oud-model kanonnen te velde werden ge
bruikt en do nieuwere en betere in de magazijnen
werden bewaard of voor oefeningen dienst deden.
Ook in andere opzichten begint men in te zien dat
tegen vijanden als de Atjehers van de moderne wgze
van oorlogvoeren met vrucht kan worden partij ge
trokken, men zint op eene verandering van het
beaumont- in een repeteergeweer, men neemt proe
ven met een ballon captif en men doet de noodige
opnemingen voor een telegraafkabel, die Atjeh met
Deli en dus met Batavia verbinden zal.
Men schrijft uit Is Gravenhage aan de Ark. Ct.
Heden treedt de inspecteur van het Geneeskundig
Staatstoezicht in Zuid-Holland uit de betrekking,
die hg vele jaren heeft vervuld. Hg was de oudste
der inspecteurs, de eenig overgeblevene van de eerst-
benoemden bij het in werking treden van de wet
van 1865, en nog slechts een paar maanden scheid
den hem van het vgf-eo-twintigjarig jubilé, zgn
zilveren bruiloft met de officieeie Nederlandsohe
Hvgiëia. Ofschoon dr. Egeliag ontslag heeft gevraagd
om gezondheidsredenen, is het toch te betreuren dat
hij nu reeds zijn post verlaat, want de geest is nog
krachtig en helder en zijn gver voor de heip toe
vertrouwde belangen groot. Men mag niet vergeten
al heeft eene kiezersvergadering dezer dagen daarvoor
een ander hulde gebracht, dat bij het eigenlgk
is geweest, die de ongelukkige zomerspuiquaestie
tot een bevredigend einde heeft gebracht, want
zijn officieel beklag over den toestand der Haag-
sche wateren en zijue waarschuwing tegen de ge
varen, waaraan de zonderlinge houding van het
Gemeentebestuur de Hagenaren blootstelde, was
anterieur aan alle adressen, zelfs aan dat van de
geneeskundigen, dat de logge, stedelg'ke admini
stratie in beweging heeft gebracht. Zgn optreden
heeft aan deze manifestatie der dootoren den stoot
gegeven, en el beriepen burgemeester en wethouders
zich in hun voorstel aan de Gemeenteraad, met de
dwarsheid die tegenwoordig vele hunner handelingen
kenmerkt, alleen op het adres van hen, die de
zieken te genezen hebben, zoo was de cauta moven»
toch eigenlijk te vinden in do waarschuwing van
hem, die geroepen is ziekten te voorkomen. De
afgetreden inspecteur zal dit zeker zelf wel weten,
maar het is goed het toch eens uitdrukkelijk te
zeggen. Zuiver water is altoos de echt bygiënisohe
leer van Egeling geweestvandaar zgn ijveren voor
de oprichting van eene behoorlijke bad- en zwem
inrichting voor 's-Gravenhage, dat aan het goed
ingericht badhuis aan de Mauritskade het aanzijn
geschonken heeft. Het werk van den afgetredene
heeft dus, voor de residentie althans, goede vruchten
afgeworpen menigeen is vgftig jaren in dienst, en
laat de helft niet aan goede resultaten na.
De kermissen in Limburg zgn in den regel van
kerkelgken oorsprong en hebben eerst in den loop
der tijden een werelilsch karakter aangenomen. Het
was nl. gewoonte om de herinnering aan het stich
ten eener kerk door een gedenkdag te vieren. Bij
die gelegenheid werd eene groote processie gehou
den en de plechtigheid door eene hoogmis in de
kerk opgeluisterd. Deze kerkmis (kermis) werd door
vele vreemden en pelgrims bezocht, en 't was daarbij
dat markt gehouden en handel gedreven werd.
Dientengevolge verloren deze feesten allengs hun
kerkelijk stempel en werden dagen van bedrijvig
heid en vermaak. Toch is het godsdienstig karak
ter der kermissen nog niet geheel verdwenen, maar
wordt nog gehandhaafd door eene processie of
«bronk, "die op den eersten dag der kermis wordt
gebonden. Bulk een bronk (pronk?) is karakteristiek
en voor den niet-Limburger zoer eigenaardig.
Do processie wordt nl. opgeluisterd door een schut-
tersgezelschap, waarvan elk Limburgseh dorp er
minstens een bezit. Die schutterijen onderscheiden
zich gewoonlijk door hare uitrusting, die aan lang
vervlogen tgden doet herinneren. Zie, daar komen
ze aan.
Voorop gaat de vaandrig met het oude, eerbied
waardige vaandel, waarop de patroon der schutterij
of een tafereel uit diens leven is afgebeeld. Achter
hem komen de tamboers met boote mutsen en om
de heup gebonden linten, geleid door den tamboer
majoor, die, gewapend met een grooten kogelstat,
in het volle besef zijner waardigheid voorstapt en
ieders verbazing opwekt door het opwerpon, draaien
en weder opvangen van dien staf. De tamboers
hebben nog groote oude trommen en slaan daarop
den marscb, die hunne voorouders daarop geleerd
hebben. Nu volgen de bijlmannon. Zij dragen
eene soort strgdbgl op langen stok en hebben tot
kleeding eene witte broek, die bij sommigen veel te
nauw is, elk oogenblik dreigt uit den naad te
springen en waaraan zich pijpen bevinden, z6ó kort,
dat er een paar sous-pieds van bgna een halve
meter lengte nopdig zijn, om het omboog kruipen
te belettenvoorts een buis, waarin onze schutter
als geperst zit; eene groote berenmuts van zoe-
hondsvel, ruim voorzien van pluimen en papieren
bloemen, somtijds ook een hoofddeksel, dat men
gerust tot de kleeilerdraeht van het voor-historische
Dit alles werd op kalmen toon gezegd; maar de
stem trilde toch en het schoone gelaat der oude vrouw
drukte eene diepe aandoening uit. Theodore werd
er door bewogen. In weinige woorden verklaarde
bij zich bereid haar van dienst te zgn, en vroeg haar
hem te willen zeggen wat zij van hem verwachtte.
Zn verhaalde hem toen het gebeurde op het concert
te Saint-Aubin, en de ontvangst die hare vrienden
haar hadden bereid.
Het is duidelijk, zoo besloot zij, dat wg ons
dezen winter niet in gezelschap zullen kunnen ver-
toonen; maar ik zal niet dulden dat lasteraars mg
beletten mijne gewone levenswijze te volgen. Van
mnne geboorte af heb ik altgd het hoofd hoog ge
dragen en zoo zal ik ook sterven. Men verlangt dat
ik Estelle zal verlaten; ik zal het niet doen; zij is
eene Beaurand, zij draagt den naam van mijn vader;
dat zou reeds genoeg zijn om haar mijne beschennrog
te verleenen, indien zg om haar zelve niet mijne
achting verdiende.
Wat verlangt gg van mg, mevrouw?
Hat gij mij zult helpen om den laster den kop
in te drukken en de onschuld van mijne nicht aan
het licht te brengen. Er moet toch een middel zijn
Heeft men niet gezegd, dat zij haren echtgenoot
heeft vermoord en dat er bloed aan haar kleed
kleefde? Gij weet toch wel dat zij hem niet heeft
vermoord
Theodore maakte een afwgzend gebaar. De ver-
schrikkelijkheid van deze beschuldiging had hem ge
weldig getroffen.
Neenzij heeft hem niet vermoord dat kan ik
bezweren, zeide hij levendig. Dit is werkelijk mon
sterachtig
AhDus zult gij mij helpen haar te ver
dedigen
Al de vroegere twijfelingen kwamen weder bij
hem op.
Mevrouw De Beaurand verdedigen Met welk
recht, mevrouw? Mgne tusschenkomsl zou zeer
nadeelige gevolgen kunnen hebben.
Als gij vertrouwen in baar steldet zoudt gij
wel een middel vinden 1 zeide de oude dame eenigs-
zins bitter. Ongelukkig behoort gij ook al tot hare
vganden.
Met uw verlof zeide Theodore, wenschende
zich te verontschuldigen.
Ik had gedacht, dat uw ridderlgke geest u de
zonderlinge antipathie zou doen overwinnen, die mijne
nicht n schijnt in te boezemenik zie dat ik mij be
drogen heb.
Mevrouw Montclar wendde het gelaat af en veegde
tersluiks een traan weg.
Lieve mevrouw, zeide Benoist, wees overtuigd
dat mijn rechtvaardigheidszin sterk genoeg is, om
mij van eene dwaling te doen terugkomen. Ik erken
dat ik geloofd heb, dat mevrouw De Beaurand iets
gewichtigs kon weten dat ons onbekend is, en dat
een nieuw licht over den geheimzinnigen dood van
Raymond zou geworpen hebben. Tot nu toe kan ik
nog maar niet geiooven, dat zij niets meer weet dan
wij. Maar dit verschilt nog veel van eene vrouw te
veroordeelen en dat nog wel eene vrouw, die zich in
zulke moeielFke omstandigheden bevindt.
Hij had akh warm gemaakt; terwgl hij sprak,
meende hjj de stem zgner moeder te hooren, die
hem tot voorzichtigheid en billijkheid aanmaande en
in den strgd tusschen zijn eersten indruk en zijne
nieuwe aandoening, gevoelde hij, dat MKniet aanging,
eene gelegenheid om meer licht te verkrggen van de
hand te wijzen.
Wel, mijnheer, ik vraag slechts één ding van
u, zie mijne nicht, spreek met haar, en tracht haar
te leeren kennen. Zg is niet zeer mededeelzaam,
maar de oprechtheid zelve, en ik ben zeker dat gjj
dat weldra zult opmerken. Wie weet? Misschien,
als zij in u een vriend denkt te zien, z*l zij dan
onwillekeurig het een of ander zeggen, dat ons dit
afschuwelijk geheim opheldert. Raymond had mi*-
schien redenen maar ik dwaal af. Tracht haar
vertrouwen te winnenofschoon zeer jong, is zij
verstandig, tusechenbeide verstandiger dan ik, oude
vrouw
Vermoeid leunde zij in haar stoel achterover, en
toen zag Benoist eerst hoe de zorgen haar hadden
doen verouderen.
Het zal mij moeite kosten, zeide hg, het ver
trouwen van mevrouw De Beaurand te winnen; maar,
er is niets wat ik voor u niet wil beproeven.
Wordt vervolgd).
tijdperk mag rekenen. Tusschen deze in gaat de
«pieper", een schutter, die op de maat van den hoorn
zgne eentonige deuntjes op eene dwarsfluit doet
hooren. Bjj sommige schutterijen danst naast den
«pieper" een boer, in een narrenpak gestoken, soms
in een wollen deken gewikkeld, die met schelletjes
is bezet. Met den generaal aan het hoofd en geleid
door eenige officieren, trekt nu de eigenlijke schut
terij met wapperende vanen door het dorp. De
generaal, als hebbende den hoogston rang, is natuur
lijk het schoonst. Bij sommige sohuttersgezelschappen
zit hg te paard met een oude «chapeau claque",
ruim voorzien van afhangende franjes en kwaston,
koorden, galons en omhoog staande bouquetten. Een
bonte pluim bovenop is wel het toppunt van chique
in dit geval.
Wat de uniform betreft, deze bestaat voor offioio-
ren en schutters uit een donkere jas, bezet met oude
militaire koorden, kwasten, epauletten, bandelieren,
strikken enz. Daaronder wordt gedragen eene zwarte,
witte, soms vuurroode broeken het geheel bekroond
met eene uniformpet, die rondom weer met een
krans van bouquetten is versierd.
Bjj do onderlinge wedstrijden der schutterijen wordt
door den keizer veelal een zilvoren plaat aan het
gezelschap geschonken, die, van eene inscriptie voor
zien, aau de reeds voorhandens wordt toegevoegd.
Deze platen, door zilveren kettingen verbonden,
dragen onderaan don «vogel" van massief zilveren
bedekken soms des dragers borst en rug als met
een pantser.
Over 't algemeen kenmerken zioh de Limburgsche
schutterijen door vaardigheid in de behandeling der
vuurwapenen. Het zgn meestal flinke schutters mot
vaste hand en zeker oog. Onze dienstdoende schut
terijen zouden daarin een voorbeeld aan hen kunnen
Semen. Mocht ons ooit de eer te beurt rallen, zitting
hebben in 's lands vergaderzaal, dan zouden wij,
in 't belang van 's lands defensie, in de eerste plaats
aandringen op eene flinke schutterijwet, geschoeid
op de leest der schutterg te
De schutterij verleent dus door het organiseeren
van wedstrijden, het houden van spiegelgevechten
enz., aan eeue Limburgsche kermis eene barer grootste
aantrekkelijk beden
Eene tweede niet minder onmisbaar ingrediënt
voor eene echt Limburgsche kermis is de onmisbare
«vla» (vlade), op allo mogelgke en onmogelgke
manieren toebereid en smakelgk gemaakt. Reeds
dagen te voren doet zich uw reukorgaan te goed
aan den geur, die u uit de bakovens tegemoet komt.
Kinderen, en dienstboden ziet men bijna bezwijken
onder de enorme hoeveelheid vlades, die zg bg den
bakker gaan brengen en terughalen. In geen enkel
huis ontbreken zijjong en ond, arm en rijk, allen
moeten zich tegoed doen aan dat gebak, want zonder
vla geen kermis. Rijstenvla, krentenvla, appelen
vla, vla a la vanille, vlaas a la dit en vlaas a la
datWij wilden den geheelen voorraad vlaas, die
bg eeue Limburgsche kermis verorberd wordt, wel
eens op een hoop bijeen zien liggen. Wij geiooven,
dat zij dan eone barricade of wal zouden vormen,
die de best geoefende Limburgsche schutterij niet
in staat zou zijn te beklimmen of te bestormen.
Doch de Limburgsche kermis is ook geen Hol-
landsche. Hier geen paarden- en wassenbeelden-
spellen, geene waarzeggers, noch buiksprekers, geen
electriseermachines, noch krachtmetershier geen
panorama's, noch diorama's, geen scheopjes-malle-
molens, noch schiettentenneen, niets van dat alles.
De Limburger viert kermis door het houden van
optochten en wedstrijden, door festivals, feestcon-
certen en danspartijen, door het drinken van veel
bier en, «last not least", door het eten van eene
groote hoeveelheid vla. (Zondagsblad.)
De jaarlgksche vergadering vau den Nederlandschen
Schaakbond werd eergisteren in het //Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen" te 's-Gravenhage ge
houden. In de plaats van jltr. A. E. van Foreest,
die voor eene herbenoeming bedankte, werd tot
algemeen secretaris gekozen de heer J. F. Heemskerk
van 's-Gravenhage.
Na afloop der vergadering nam dadelijk de wed
strijd een aanvang. In de le klasse nemen 6 spelers
deel, nl. de heeren R. J. Loman en A. E. van
Foreest, van Amsterdam C. Messemaker, van Gouda;
J. F. Molta, van RotterdamJ. F. Heemskerk, van
's-Gravenhage en N. N.
In de 2de klasse nemen 10 spelers aan den wod-
strijd deel, nl. de heeren L. Gans, van Amsterdam;
N. W. van Lennep, van 's-GravelandM. A. van
Khyn, van Katwijk-Binnen J. J. Speel, van Breda;
iil. van DelftF. Schippers, van Oterleek;
Elzas, van ZutphenB. Saarluis, van deu Haag;
N. N. on Q. Q.
Een wielrijder van naam, te New Haven, Con
necticut (Ver. St.), de heer H. F. Bacus, ie onlangs
getrouwd, in wielercostuum gekleed, evenals zjjn
bruid. Gedurende het laatste gedeelte van de
huwelijksplechtigheid zat het bruidspaar op een
„tandem," en zoodra zij man en vrouw verklaard
waren, reden zij pylsnel heen, om een huwelijks-
reisje te doen naar verscheidde zeeplaatsen.
Ingevolge een besluit van het te Schwerin gehouden
Yleeschhouwers-congres is een deputatie van de
Vleeschhouwersvereeniging te Mainz op audiëntie
gogaau by den Duitschen Rijkskanselier, om te klagen
over den veelbesproken invoer van Amerikaansch
spek over Nederland en de schade, welke de Duitsche
nijverheidsmannen daardoor lijden.
De heer Von Caprivi verwees hen, nadat zij hunne
grieven hadden uiteengezet, naar den Minister von
Bötticher, die zich langdurig met hen onderhield.
Hy deelde hun mede, dat over deze zaak met de
verschillende rainisteriën onderhandeld wordtmaar
hoe de zaak geregeld zou worden, daaromtrentjkon
hij nog niets zeggen.
Ook de Slachtersvereeniging te Freiburg heeft eenf
adres aan de Rijksregeering verzonden, waarin uit
voerig wordt aangetoond, hoe het verbod van den
invoer van Amerikaansch varkensvleesch in het
belang van de algemeene gezondheid genomen
ontdoken wordt door het verboden goedkoope spek
over Nederland in te voeren.
Zaterdagmiddag werd in de Houthaven te Amster
dam de door de //Amsterdarasche Z wemclub" uitge
schreven zwemwedstrijd gehouden. De baan was lang
600 M. (met éen keerpunt). Uitgeloofd wareneerste
prijseen lauwerkrans, premieeen gouden me
daille, aangeboden door de //Hollandsche Dames-
Zweraclub", en 2e premieeen kunstvoorwerp met
diploma. Er hadden zich 12 deelnemers doen in
schrijven, waarvan evenwel vier niet uitkwamen. De
sterke wind maakte het zwemmen zeer moeilijk.
Het eerst gingen de heeren A. M. Harthoorn en
Ferd. Zeegers te water. Harthoorn schoot zijn mede
dinger onmiddellijk vooruit en vergrootte voortdu-
rerfd den afstand. De uitslag was dan ook, dat
Harthoorn de baan had afgelegd in 11 min. 50% sec.
en Zeegers in 1B min. 13 sec. (De boide zwemmers,
vooral Harthoorn, hadden zeer slecht de richting
bewaard. Dit vooral heeft veroorzaakt, dat Harthoorn
grooter tijd maakte dan verleden jaar, toen hy de
baan aflegde in 11 min. 38% sec.)
Het tweede paar bestond uit de hh. C. J. van der
Poll en A. W. Slotemaker. Dit was een belang
wekkende race. Beide kampioenen bleven elkaar bijna
tot aan het keerpunt gelijk, toen Slotemaker, na de
boei genomen te hebben de ander was hem daarin
vóór geweest den strijd opgaf. Van der Poll kwam
aan in 11 min. 47%. (Hij had beter gezwommen dan
verleden jaar, hetgeen blijkt uit den tijd, die toen
was 11 min. 55%.)
Vervolgens zwommen de hh. J. D. W. Lüningen
J. L. Swets tegen elkaar. De laatste moest het op
ongeveer 60 M. afstand reeds opgeven. Lüning legde
de baan af in 11 min. 54%. (Ook hij is vooruitge
gaan verleden jaar was Lüning's tijd 12 min. 14).
Ten slotte gingen de hh. Rob van Gilse en G.
Vrugtman. Van Gilse kwam het eerst aan in 12 min.
33. Do ander had 16 min. 1% sec.
De uitslag van den strijd was dus, dat de eerste
prijs werd toegewezen aan den Heer C. J. van der
Poll, de tweede aan den Heer J. D. W. Lüning,
beiden van Amsterdam, en de derde aan den Heer
Rob van Gilse, van Utrecht.
Daar de //Nederlandsohe Zwembond" aan dezen
strijd verbonden had een wedstrijd om het kam
pioenschap van Nederland, was door dezen uitslag
tevens beslist, dat dit kampioenschap, hetwelk de
Heer A. M. Harthoorn dit jaar te verdedigen had,
thans uit diens handen in die van den Heer v. d.
Poll was overgegaan.
Do heer van der Poll ontvangt nu de groote gou
den medaille, door den Bond uitgoloofd, welke hij op
zijn beurt na het volgende jaar zal hebben te verde
digen. De wedstrijd werd van het begin tot het einde
door een groote menigte belangstellenden bijgewoond.
Het Engelscbe Parlement is gisteren gesloten met
eene troonrede, waarin wordt verklaard, dat de
betrekkingen met het buitenland »an vrodelierenden
en vriendsohappelijkon aard zgn. Melding wordt
gemaakt van de met Duitscbland en Frankrijk geslo
ten overeenkomsten, en van de aanneming der akte
betreffende het bedwingen van den slavenhandel door
al de mogendheden, behalve door den koning der
Nederlanden; Verder wordt verklaard dat het ver
schil betreffende Newfoundland de bgzondere aandacht
der regeering trekt, en ten slotte een jkort overzicht
gegeven van den wetgevenden arbeid in dit zitting-
tijdvak.
De telegraaf, die 't tegenwoordig niet druk
heeft met de politiek, heeft niet veel anders te seinen
dan de aankomst van den Duitschen Keizer te Reval
en zgn vertrek naar Narwa. En ook dit interesseert
niemand, want men wist eergisteren al, dat het ge
beuren zou. Te Narwa is opzettelijk voor deze
gelegenheid een station gebouwd, van genoegzame
afmeting om twee groote Keizers onder één dak te
kunnen hebben. Veel bijzonders is te Narwa niet
te beleven, maar de Vorsten zijn op de mooie
villa s van den heer Polewzeff prachtig gelogeerd
en het voornaamste genoegen zal bestaan in het
militair spel, dat op grooto schaal gespeeld wordt.
Schoon de manoeuvres tot Krasnoje Selo worden
uitgestrekt, zullen de Keizers in de eerste dagen
's avonds naar Narwa terugkeeren en bg het aan
breken van den dag zich weder naar de troepen te
begeven. Heden betrekken deze voor het grootste
gedeelte een kamp bij Gomantowo, in den omtrek
waarvan de twee Keizers den nacht zullen door
brengen, om zich verder naar Peterhof te begeven,
alwaar de Keizer der. linkervleugel van het groote
paleis betrekken zal. Wilhelm zal zich derhalve niet
te Krasnoje Selo ophouden en een wapenschouwing
over de gezamenlijke troepen aldaar zal niet plaats
hebben. Het geheele bezoek zal acht dagen duren.
28 dezer zal Wilhelm zich des avonds van Peterhof
uit tot de terugreis inschepen. Te Petersburg komt
hij in het geheel niet.
De Duitsche Reichs-Anzeiger deelt mede, dat on
middellijk na de opening van don Pruisischen Land
dag, behalve het ontwerp van de volksschoolwet en
een ontwerp voor de inrichting der landgemeenten
in de zeven oostelijke provinciën der Monarchie, de
voorstellen tot hervorming der directe balastin'gen
den Afgevaardigden zullen worden voorgelegd. De
nieuwe Minister van Financiën, dr. Mlquel, zet er
dus vaart achter, wat lang niet alle Ministers van
Financiën doen.
Hevige strijd heerscht onder de partijleiders over
de politiek, welke de sociaal-democraten na 1 Oc
tober zullen volgen. De jongere leden, door de
laatste verkiezingen in den Rijksdag gekomen, wei
geren zich te schikken naar de oudere bezadigde
leiders, als Bebel, Liebknecht en Singer. In een
bijeenkomst te Dresden werd de zaak besproken.
Het ging daar zoo heftig toe, dat de voorstanders
der ouderen, die ook na de afschaffing dor wet op
dezelfde gematigde wijze willen voortgaan, handge
meen werden met de jongere heethoofden, die nu
den tijd voor een heftiger optreden gekomen achten.
Nog zal een poging beproefd worden om de beide
uiterste vleugels der partij bij elkaar te houden.
Tot dit doel zal den 12den October te Halle een
congres worden gehouden, maar vermoedelijk zal
daardoor geen duurzame vrede tussohen beide rich
tingen tot stand komen. Zoodra na 1 October alle
beperkingen voor hot verspreiden der socialistische
leerstellingen in woord en geschrift worden opge
heven, zullen de jongeren, tot dusver door te strenge
wet^ belemmerd, ongetwijfeld hun eigen weg gaan.
Een scheuring in de sociaal-democratische partij
en eeu splitsing der aanhangers in sociaal-demo
craten en anarchisten schijnt dus onvermijdelijk.
De tegenstanders der sociaal-democraten in Duitsch-
land vinden dit gevolg van Bismarcks ontslag natuur
lijk niet onaangenaam, omdat daardoor de kracht
der sociaal-democratie aanmerkelijk zal verminderen.
Niet alleen is het nu met de oude eendracht uit,
maar tot dusver werden de vervolgde en gematigde
sociaal-democraten tegen Bismarck ook door vele
liberale niot-socialisten gesteund. Nu echter, nu
het heftige element meer op den voorgrond treedt,
zullen de sociaal-democraten spoedig aller sympathie
verbeuren. De oude leiders zien dit zeer goed in,
maar naar alle waarschijnlijkheid zal het hun niet
gelukken ook na October de heethoofden binnen de
perkon te houden.
In het Oosten blijft Armenië nog steeds een bron
van onrust, De geest van verzet onder de Christe
nen tegen het Turksche bestuur, neemt steeds toe.
en de Porte schijnt niet bij machte haar geza» te
doen gelden.
Gelijk te Weenen wordt beweerd, zouden de
Turksche Armeniërs, die zelf zeer vredelievend zijn
nimmer in openlijk verzet zijn gekomen, indien zij
niet door Iiud Rnssische broeders daartoe waren
aangespoord. Der Turksche regeering blyft slechts
een middel over, aan don eenen kant krachtig op
treden en de belhamels onschadelijk maken °maar
tevens die vrijheden toestaan, welke dè Armeniërs
verlangen en waardoor alleen orde en rust op den
duur kunnen hersteld worden.
De republikeinsche leden van den Amerik. Senaat
hebben beraadslaagd over het voorstel van den senator
Quay om de discussies over de Mc. Kinlev wet 30
dezer te sluiten. Van de 47 republikeinsche sena
toren waren 40 aanwezig, maar men kan niet tot
een beslissing komen.
De broeder van den gewezen President der Argen-
tijnsche republiek, Celman, gouverneur van Cordoba,
blijft zich verzetten tegen de Regeering der Republiek.
Volgens den correspondent van de Times is de bevol
king hierover zoo verbitterd, dat zy heeft gedreigd
den gouverneur in de deur van zijn woning te zullen