Buitenlandse!) Overzicht. all* aanwezigen hartelijk welkom toeriep in Soho- terland. Hij hoopte dat eindelyk Algemeen Kiea- en Stemrecht zou worden ingevoerd en dankte onder luide toejuichingen den heer De Vries, die welwil lend xgn land voor de betooging beschikbaar had gesteld. Nadat het Fanfare-Corps Semper Creteendo uit Amsterdam hut krijgslied luid gespeeld, begon de betooging. Op xgf verschillende plaatsen traden de heereu dr. Vitus Bruinsma, A. Rauwerda, Tj. Stienstra, G. L. v. d. Zwaag, A. v. Emmenes, J. A. Portuyn, R. r. Zinderen Rakker, v. d. Veer en W. 1*. G. Hels- dingen en mej. M. Drucker als sprekers op. Door allen werd gewezen op de wenscheljjkheid der in voering van Algemeen Kies- en Stemrecht. Geen verbetering is in den maatschappelijken toe stand mogelijk, zonder die invoering. Mej. Drucker eisobte tevens stemrecht voor de ontwikkelde vrouw, waarover tussohen haar en eenige hoorders eenig debat ontstond. Overigens werd geene discussie gevoerd. De sprekers werden allen herhaaldelijk stormachtig toegejuicht. In de pauze werden muziek- en zanguitvoeringen gehouden. Na afloop der betooging werd met de banieren en de muziek aan 't hoofd, een optocht gehouden, waarna het terrein in de grootste orde werd ontruimd. De 'a Gravenhaagsche boekhandelaarsvereeniging dringt bij adres aan de Tweede Kamer aan op eenige wijzigingen in het ontwerp tot regeling der brieven- posterijen. De vereeniging verzoekt in de eerste plaats, dat onder de bepaling van art. 1 niet alleen worden opgenomen: «alle ten minste eenmaal per week ver schijnende couranten en tijdschriften", maar dat deze rubriek worde uitgebreid ook tot de nieuwsbladen, die, hoewel niet eenmaal per week verschijnend, toch geheel bet karakter en de bestemming van een cou rant of een nieuwsblad bezitten, onder anderende mode-journalen, die meerendeels eenmaal in de veer tien dagen, de maandbladen als dat van de] maat schappij van Landbouw, tegen de prostitutie, van de Evangelische Maatschappij, voor de vereeniging tegen de kwakzalverij uitgegeven, en enkele anderen, die maandelijks verschijnen. De bedoelde alinea van art. 1 zou dan moeten luiden«Alle nieuwsbladen tenminste eenmaal per maand verschijnend." Ook oordeelt de vereeniging de bepaling in art. 6, waarbij het port van nieuwsbladen met of zonder bijvoegsel boven de 35 gram op één cent per 100 gram of gedeelte van 100 gram wordt gesteld, min of meer onbillijk tegenover enkele hier te lande verschijnende groote dagbladen. «De Nieuwe Botterdanucke Couranthet Handels blad, Nieuw» van den Dag, het Vaderland en Dagblad (Zondagsblad), en het Sportblad, zouden allen dikwijls boren de 100 gram wegende, per nummer een port van 2 cents verschuldigd zijn, zegt adressant, er aan toevoegende «Dat een milder tarief niet alleen die groote bla den, doch tevens den boekhandel en ook het groote publiek zou ten goede komen, zal wel geen nader betoog behoeven," De Vereeniging verzoekt daarom dat bedoelde op volging gesteld worde van 35 gram tot 150 gram of gedeelte van 150 gram, te meer daar het port van de meeste geïllustreerde buitenlandsche bladen het verhoogde port van 150 gram ovoraohrqdt. Eindelgk verzoekt adressant nog aan de Kamer de aandacht van HH. Exos. de Ministers van Kolo niën en van Waterstaat, Handel en Nijverheid te willen vestigen op art. 25 en aldaar te doen open stellen de gelegenheid tot het incasseeren van kwi- tantiën op onze Oost- en West-Indische Koloniën, door de administratie der postergen; eene gelegen heid die tot nu toe zeer tot ongerief van den handel steeds heeft ontbroken, en op het in overeenstem ming brengen vau het tarief voor postwissels op onze Koloniën, verzonden uit het buitenland, met dat van postwissels verzonden uit Nederland. Men zou kunnen zeggen, merkt de «Javubode*' in haar mailoverzicht op, dat met de afgeloopen expe ditie naar Edi een nieuw tijdperk is ingetreden in de wijze, waarop de oorlog tegen de Atjohers wordt gevoerd. Wanneer men de verslagen van de gele verde gevechten leest, dan is het alsof men nu eerst tot de ontdekking is gekomen dat artillerievuur een geweldig middel is tegen, misschien met eenige over drijving, onneembaar geachte versterkingen en den jvgand dwingt die te verlaten, zoodat de infanterie ze kan beletten met heel wat minder verlies aan dooden en gewonden dan wanneer zij ze stormender hand moet veroveren. Aan generaal van Tegu was, na het zenden van een geheel bataljon, de grootste zuinigheid met zijne manschappen aanbevolen en daaraan is het misschien te danken dat ditmaal is afgeweken van de in Indische oorlogen zoo gewone wijze van stormen en het plan van den staf is ge volgd buitendien had men ditmaal, voor een deel tenminste, voortrelfelgk geschut, terwgl tot nog toe meestal oud-model kanonnen te velde werden ge bruikt en do nieuwere en betere in de magazijnen werden bewaard of voor oefeningen dienst deden. Ook in andere opzichten begint men in te zien dat tegen vijanden als de Atjehers van de moderne wgze van oorlogvoeren met vrucht kan worden partij ge trokken, men zint op eene verandering van het beaumont- in een repeteergeweer, men neemt proe ven met een ballon captif en men doet de noodige opnemingen voor een telegraafkabel, die Atjeh met Deli en dus met Batavia verbinden zal. Men schrijft uit Is Gravenhage aan de Ark. Ct. Heden treedt de inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht in Zuid-Holland uit de betrekking, die hg vele jaren heeft vervuld. Hg was de oudste der inspecteurs, de eenig overgeblevene van de eerst- benoemden bij het in werking treden van de wet van 1865, en nog slechts een paar maanden scheid den hem van het vgf-eo-twintigjarig jubilé, zgn zilveren bruiloft met de officieeie Nederlandsohe Hvgiëia. Ofschoon dr. Egeliag ontslag heeft gevraagd om gezondheidsredenen, is het toch te betreuren dat hij nu reeds zijn post verlaat, want de geest is nog krachtig en helder en zijn gver voor de heip toe vertrouwde belangen groot. Men mag niet vergeten al heeft eene kiezersvergadering dezer dagen daarvoor een ander hulde gebracht, dat bij het eigenlgk is geweest, die de ongelukkige zomerspuiquaestie tot een bevredigend einde heeft gebracht, want zijn officieel beklag over den toestand der Haag- sche wateren en zijue waarschuwing tegen de ge varen, waaraan de zonderlinge houding van het Gemeentebestuur de Hagenaren blootstelde, was anterieur aan alle adressen, zelfs aan dat van de geneeskundigen, dat de logge, stedelg'ke admini stratie in beweging heeft gebracht. Zgn optreden heeft aan deze manifestatie der dootoren den stoot gegeven, en el beriepen burgemeester en wethouders zich in hun voorstel aan de Gemeenteraad, met de dwarsheid die tegenwoordig vele hunner handelingen kenmerkt, alleen op het adres van hen, die de zieken te genezen hebben, zoo was de cauta moven» toch eigenlijk te vinden in do waarschuwing van hem, die geroepen is ziekten te voorkomen. De afgetreden inspecteur zal dit zeker zelf wel weten, maar het is goed het toch eens uitdrukkelijk te zeggen. Zuiver water is altoos de echt bygiënisohe leer van Egeling geweestvandaar zgn ijveren voor de oprichting van eene behoorlijke bad- en zwem inrichting voor 's-Gravenhage, dat aan het goed ingericht badhuis aan de Mauritskade het aanzijn geschonken heeft. Het werk van den afgetredene heeft dus, voor de residentie althans, goede vruchten afgeworpen menigeen is vgftig jaren in dienst, en laat de helft niet aan goede resultaten na. De kermissen in Limburg zgn in den regel van kerkelgken oorsprong en hebben eerst in den loop der tijden een werelilsch karakter aangenomen. Het was nl. gewoonte om de herinnering aan het stich ten eener kerk door een gedenkdag te vieren. Bij die gelegenheid werd eene groote processie gehou den en de plechtigheid door eene hoogmis in de kerk opgeluisterd. Deze kerkmis (kermis) werd door vele vreemden en pelgrims bezocht, en 't was daarbij dat markt gehouden en handel gedreven werd. Dientengevolge verloren deze feesten allengs hun kerkelijk stempel en werden dagen van bedrijvig heid en vermaak. Toch is het godsdienstig karak ter der kermissen nog niet geheel verdwenen, maar wordt nog gehandhaafd door eene processie of «bronk, "die op den eersten dag der kermis wordt gebonden. Bulk een bronk (pronk?) is karakteristiek en voor den niet-Limburger zoer eigenaardig. Do processie wordt nl. opgeluisterd door een schut- tersgezelschap, waarvan elk Limburgseh dorp er minstens een bezit. Die schutterijen onderscheiden zich gewoonlijk door hare uitrusting, die aan lang vervlogen tgden doet herinneren. Zie, daar komen ze aan. Voorop gaat de vaandrig met het oude, eerbied waardige vaandel, waarop de patroon der schutterij of een tafereel uit diens leven is afgebeeld. Achter hem komen de tamboers met boote mutsen en om de heup gebonden linten, geleid door den tamboer majoor, die, gewapend met een grooten kogelstat, in het volle besef zijner waardigheid voorstapt en ieders verbazing opwekt door het opwerpon, draaien en weder opvangen van dien staf. De tamboers hebben nog groote oude trommen en slaan daarop den marscb, die hunne voorouders daarop geleerd hebben. Nu volgen de bijlmannon. Zij dragen eene soort strgdbgl op langen stok en hebben tot kleeding eene witte broek, die bij sommigen veel te nauw is, elk oogenblik dreigt uit den naad te springen en waaraan zich pijpen bevinden, z6ó kort, dat er een paar sous-pieds van bgna een halve meter lengte nopdig zijn, om het omboog kruipen te belettenvoorts een buis, waarin onze schutter als geperst zit; eene groote berenmuts van zoe- hondsvel, ruim voorzien van pluimen en papieren bloemen, somtijds ook een hoofddeksel, dat men gerust tot de kleeilerdraeht van het voor-historische Dit alles werd op kalmen toon gezegd; maar de stem trilde toch en het schoone gelaat der oude vrouw drukte eene diepe aandoening uit. Theodore werd er door bewogen. In weinige woorden verklaarde bij zich bereid haar van dienst te zgn, en vroeg haar hem te willen zeggen wat zij van hem verwachtte. Zn verhaalde hem toen het gebeurde op het concert te Saint-Aubin, en de ontvangst die hare vrienden haar hadden bereid. Het is duidelijk, zoo besloot zij, dat wg ons dezen winter niet in gezelschap zullen kunnen ver- toonen; maar ik zal niet dulden dat lasteraars mg beletten mijne gewone levenswijze te volgen. Van mnne geboorte af heb ik altgd het hoofd hoog ge dragen en zoo zal ik ook sterven. Men verlangt dat ik Estelle zal verlaten; ik zal het niet doen; zij is eene Beaurand, zij draagt den naam van mijn vader; dat zou reeds genoeg zijn om haar mijne beschennrog te verleenen, indien zg om haar zelve niet mijne achting verdiende. Wat verlangt gg van mg, mevrouw? Hat gij mij zult helpen om den laster den kop in te drukken en de onschuld van mijne nicht aan het licht te brengen. Er moet toch een middel zijn Heeft men niet gezegd, dat zij haren echtgenoot heeft vermoord en dat er bloed aan haar kleed kleefde? Gij weet toch wel dat zij hem niet heeft vermoord Theodore maakte een afwgzend gebaar. De ver- schrikkelijkheid van deze beschuldiging had hem ge weldig getroffen. Neenzij heeft hem niet vermoord dat kan ik bezweren, zeide hij levendig. Dit is werkelijk mon sterachtig AhDus zult gij mij helpen haar te ver dedigen Al de vroegere twijfelingen kwamen weder bij hem op. Mevrouw De Beaurand verdedigen Met welk recht, mevrouw? Mgne tusschenkomsl zou zeer nadeelige gevolgen kunnen hebben. Als gij vertrouwen in baar steldet zoudt gij wel een middel vinden 1 zeide de oude dame eenigs- zins bitter. Ongelukkig behoort gij ook al tot hare vganden. Met uw verlof zeide Theodore, wenschende zich te verontschuldigen. Ik had gedacht, dat uw ridderlgke geest u de zonderlinge antipathie zou doen overwinnen, die mijne nicht n schijnt in te boezemenik zie dat ik mij be drogen heb. Mevrouw Montclar wendde het gelaat af en veegde tersluiks een traan weg. Lieve mevrouw, zeide Benoist, wees overtuigd dat mijn rechtvaardigheidszin sterk genoeg is, om mij van eene dwaling te doen terugkomen. Ik erken dat ik geloofd heb, dat mevrouw De Beaurand iets gewichtigs kon weten dat ons onbekend is, en dat een nieuw licht over den geheimzinnigen dood van Raymond zou geworpen hebben. Tot nu toe kan ik nog maar niet geiooven, dat zij niets meer weet dan wij. Maar dit verschilt nog veel van eene vrouw te veroordeelen en dat nog wel eene vrouw, die zich in zulke moeielFke omstandigheden bevindt. Hij had akh warm gemaakt; terwgl hij sprak, meende hjj de stem zgner moeder te hooren, die hem tot voorzichtigheid en billijkheid aanmaande en in den strgd tusschen zijn eersten indruk en zijne nieuwe aandoening, gevoelde hij, dat MKniet aanging, eene gelegenheid om meer licht te verkrggen van de hand te wijzen. Wel, mijnheer, ik vraag slechts één ding van u, zie mijne nicht, spreek met haar, en tracht haar te leeren kennen. Zg is niet zeer mededeelzaam, maar de oprechtheid zelve, en ik ben zeker dat gjj dat weldra zult opmerken. Wie weet? Misschien, als zij in u een vriend denkt te zien, z*l zij dan onwillekeurig het een of ander zeggen, dat ons dit afschuwelijk geheim opheldert. Raymond had mi*- schien redenen maar ik dwaal af. Tracht haar vertrouwen te winnenofschoon zeer jong, is zij verstandig, tusechenbeide verstandiger dan ik, oude vrouw Vermoeid leunde zij in haar stoel achterover, en toen zag Benoist eerst hoe de zorgen haar hadden doen verouderen. Het zal mij moeite kosten, zeide hg, het ver trouwen van mevrouw De Beaurand te winnen; maar, er is niets wat ik voor u niet wil beproeven. Wordt vervolgd). tijdperk mag rekenen. Tusschen deze in gaat de «pieper", een schutter, die op de maat van den hoorn zgne eentonige deuntjes op eene dwarsfluit doet hooren. Bjj sommige schutterijen danst naast den «pieper" een boer, in een narrenpak gestoken, soms in een wollen deken gewikkeld, die met schelletjes is bezet. Met den generaal aan het hoofd en geleid door eenige officieren, trekt nu de eigenlijke schut terij met wapperende vanen door het dorp. De generaal, als hebbende den hoogston rang, is natuur lijk het schoonst. Bij sommige sohuttersgezelschappen zit hg te paard met een oude «chapeau claque", ruim voorzien van afhangende franjes en kwaston, koorden, galons en omhoog staande bouquetten. Een bonte pluim bovenop is wel het toppunt van chique in dit geval. Wat de uniform betreft, deze bestaat voor offioio- ren en schutters uit een donkere jas, bezet met oude militaire koorden, kwasten, epauletten, bandelieren, strikken enz. Daaronder wordt gedragen eene zwarte, witte, soms vuurroode broeken het geheel bekroond met eene uniformpet, die rondom weer met een krans van bouquetten is versierd. Bjj do onderlinge wedstrijden der schutterijen wordt door den keizer veelal een zilvoren plaat aan het gezelschap geschonken, die, van eene inscriptie voor zien, aau de reeds voorhandens wordt toegevoegd. Deze platen, door zilveren kettingen verbonden, dragen onderaan don «vogel" van massief zilveren bedekken soms des dragers borst en rug als met een pantser. Over 't algemeen kenmerken zioh de Limburgsche schutterijen door vaardigheid in de behandeling der vuurwapenen. Het zgn meestal flinke schutters mot vaste hand en zeker oog. Onze dienstdoende schut terijen zouden daarin een voorbeeld aan hen kunnen Semen. Mocht ons ooit de eer te beurt rallen, zitting hebben in 's lands vergaderzaal, dan zouden wij, in 't belang van 's lands defensie, in de eerste plaats aandringen op eene flinke schutterijwet, geschoeid op de leest der schutterg te De schutterij verleent dus door het organiseeren van wedstrijden, het houden van spiegelgevechten enz., aan eeue Limburgsche kermis eene barer grootste aantrekkelijk beden Eene tweede niet minder onmisbaar ingrediënt voor eene echt Limburgsche kermis is de onmisbare «vla» (vlade), op allo mogelgke en onmogelgke manieren toebereid en smakelgk gemaakt. Reeds dagen te voren doet zich uw reukorgaan te goed aan den geur, die u uit de bakovens tegemoet komt. Kinderen, en dienstboden ziet men bijna bezwijken onder de enorme hoeveelheid vlades, die zg bg den bakker gaan brengen en terughalen. In geen enkel huis ontbreken zijjong en ond, arm en rijk, allen moeten zich tegoed doen aan dat gebak, want zonder vla geen kermis. Rijstenvla, krentenvla, appelen vla, vla a la vanille, vlaas a la dit en vlaas a la datWij wilden den geheelen voorraad vlaas, die bg eeue Limburgsche kermis verorberd wordt, wel eens op een hoop bijeen zien liggen. Wij geiooven, dat zij dan eone barricade of wal zouden vormen, die de best geoefende Limburgsche schutterij niet in staat zou zijn te beklimmen of te bestormen. Doch de Limburgsche kermis is ook geen Hol- landsche. Hier geen paarden- en wassenbeelden- spellen, geene waarzeggers, noch buiksprekers, geen electriseermachines, noch krachtmetershier geen panorama's, noch diorama's, geen scheopjes-malle- molens, noch schiettentenneen, niets van dat alles. De Limburger viert kermis door het houden van optochten en wedstrijden, door festivals, feestcon- certen en danspartijen, door het drinken van veel bier en, «last not least", door het eten van eene groote hoeveelheid vla. (Zondagsblad.) De jaarlgksche vergadering vau den Nederlandschen Schaakbond werd eergisteren in het //Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen" te 's-Gravenhage ge houden. In de plaats van jltr. A. E. van Foreest, die voor eene herbenoeming bedankte, werd tot algemeen secretaris gekozen de heer J. F. Heemskerk van 's-Gravenhage. Na afloop der vergadering nam dadelijk de wed strijd een aanvang. In de le klasse nemen 6 spelers deel, nl. de heeren R. J. Loman en A. E. van Foreest, van Amsterdam C. Messemaker, van Gouda; J. F. Molta, van RotterdamJ. F. Heemskerk, van 's-Gravenhage en N. N. In de 2de klasse nemen 10 spelers aan den wod- strijd deel, nl. de heeren L. Gans, van Amsterdam; N. W. van Lennep, van 's-GravelandM. A. van Khyn, van Katwijk-Binnen J. J. Speel, van Breda; iil. van DelftF. Schippers, van Oterleek; Elzas, van ZutphenB. Saarluis, van deu Haag; N. N. on Q. Q. Een wielrijder van naam, te New Haven, Con necticut (Ver. St.), de heer H. F. Bacus, ie onlangs getrouwd, in wielercostuum gekleed, evenals zjjn bruid. Gedurende het laatste gedeelte van de huwelijksplechtigheid zat het bruidspaar op een „tandem," en zoodra zij man en vrouw verklaard waren, reden zij pylsnel heen, om een huwelijks- reisje te doen naar verscheidde zeeplaatsen. Ingevolge een besluit van het te Schwerin gehouden Yleeschhouwers-congres is een deputatie van de Vleeschhouwersvereeniging te Mainz op audiëntie gogaau by den Duitschen Rijkskanselier, om te klagen over den veelbesproken invoer van Amerikaansch spek over Nederland en de schade, welke de Duitsche nijverheidsmannen daardoor lijden. De heer Von Caprivi verwees hen, nadat zij hunne grieven hadden uiteengezet, naar den Minister von Bötticher, die zich langdurig met hen onderhield. Hy deelde hun mede, dat over deze zaak met de verschillende rainisteriën onderhandeld wordtmaar hoe de zaak geregeld zou worden, daaromtrentjkon hij nog niets zeggen. Ook de Slachtersvereeniging te Freiburg heeft eenf adres aan de Rijksregeering verzonden, waarin uit voerig wordt aangetoond, hoe het verbod van den invoer van Amerikaansch varkensvleesch in het belang van de algemeene gezondheid genomen ontdoken wordt door het verboden goedkoope spek over Nederland in te voeren. Zaterdagmiddag werd in de Houthaven te Amster dam de door de //Amsterdarasche Z wemclub" uitge schreven zwemwedstrijd gehouden. De baan was lang 600 M. (met éen keerpunt). Uitgeloofd wareneerste prijseen lauwerkrans, premieeen gouden me daille, aangeboden door de //Hollandsche Dames- Zweraclub", en 2e premieeen kunstvoorwerp met diploma. Er hadden zich 12 deelnemers doen in schrijven, waarvan evenwel vier niet uitkwamen. De sterke wind maakte het zwemmen zeer moeilijk. Het eerst gingen de heeren A. M. Harthoorn en Ferd. Zeegers te water. Harthoorn schoot zijn mede dinger onmiddellijk vooruit en vergrootte voortdu- rerfd den afstand. De uitslag was dan ook, dat Harthoorn de baan had afgelegd in 11 min. 50% sec. en Zeegers in 1B min. 13 sec. (De boide zwemmers, vooral Harthoorn, hadden zeer slecht de richting bewaard. Dit vooral heeft veroorzaakt, dat Harthoorn grooter tijd maakte dan verleden jaar, toen hy de baan aflegde in 11 min. 38% sec.) Het tweede paar bestond uit de hh. C. J. van der Poll en A. W. Slotemaker. Dit was een belang wekkende race. Beide kampioenen bleven elkaar bijna tot aan het keerpunt gelijk, toen Slotemaker, na de boei genomen te hebben de ander was hem daarin vóór geweest den strijd opgaf. Van der Poll kwam aan in 11 min. 47%. (Hij had beter gezwommen dan verleden jaar, hetgeen blijkt uit den tijd, die toen was 11 min. 55%.) Vervolgens zwommen de hh. J. D. W. Lüningen J. L. Swets tegen elkaar. De laatste moest het op ongeveer 60 M. afstand reeds opgeven. Lüning legde de baan af in 11 min. 54%. (Ook hij is vooruitge gaan verleden jaar was Lüning's tijd 12 min. 14). Ten slotte gingen de hh. Rob van Gilse en G. Vrugtman. Van Gilse kwam het eerst aan in 12 min. 33. Do ander had 16 min. 1% sec. De uitslag van den strijd was dus, dat de eerste prijs werd toegewezen aan den Heer C. J. van der Poll, de tweede aan den Heer J. D. W. Lüning, beiden van Amsterdam, en de derde aan den Heer Rob van Gilse, van Utrecht. Daar de //Nederlandsohe Zwembond" aan dezen strijd verbonden had een wedstrijd om het kam pioenschap van Nederland, was door dezen uitslag tevens beslist, dat dit kampioenschap, hetwelk de Heer A. M. Harthoorn dit jaar te verdedigen had, thans uit diens handen in die van den Heer v. d. Poll was overgegaan. Do heer van der Poll ontvangt nu de groote gou den medaille, door den Bond uitgoloofd, welke hij op zijn beurt na het volgende jaar zal hebben te verde digen. De wedstrijd werd van het begin tot het einde door een groote menigte belangstellenden bijgewoond. Het Engelscbe Parlement is gisteren gesloten met eene troonrede, waarin wordt verklaard, dat de betrekkingen met het buitenland »an vrodelierenden en vriendsohappelijkon aard zgn. Melding wordt gemaakt van de met Duitscbland en Frankrijk geslo ten overeenkomsten, en van de aanneming der akte betreffende het bedwingen van den slavenhandel door al de mogendheden, behalve door den koning der Nederlanden; Verder wordt verklaard dat het ver schil betreffende Newfoundland de bgzondere aandacht der regeering trekt, en ten slotte een jkort overzicht gegeven van den wetgevenden arbeid in dit zitting- tijdvak. De telegraaf, die 't tegenwoordig niet druk heeft met de politiek, heeft niet veel anders te seinen dan de aankomst van den Duitschen Keizer te Reval en zgn vertrek naar Narwa. En ook dit interesseert niemand, want men wist eergisteren al, dat het ge beuren zou. Te Narwa is opzettelijk voor deze gelegenheid een station gebouwd, van genoegzame afmeting om twee groote Keizers onder één dak te kunnen hebben. Veel bijzonders is te Narwa niet te beleven, maar de Vorsten zijn op de mooie villa s van den heer Polewzeff prachtig gelogeerd en het voornaamste genoegen zal bestaan in het militair spel, dat op grooto schaal gespeeld wordt. Schoon de manoeuvres tot Krasnoje Selo worden uitgestrekt, zullen de Keizers in de eerste dagen 's avonds naar Narwa terugkeeren en bg het aan breken van den dag zich weder naar de troepen te begeven. Heden betrekken deze voor het grootste gedeelte een kamp bij Gomantowo, in den omtrek waarvan de twee Keizers den nacht zullen door brengen, om zich verder naar Peterhof te begeven, alwaar de Keizer der. linkervleugel van het groote paleis betrekken zal. Wilhelm zal zich derhalve niet te Krasnoje Selo ophouden en een wapenschouwing over de gezamenlijke troepen aldaar zal niet plaats hebben. Het geheele bezoek zal acht dagen duren. 28 dezer zal Wilhelm zich des avonds van Peterhof uit tot de terugreis inschepen. Te Petersburg komt hij in het geheel niet. De Duitsche Reichs-Anzeiger deelt mede, dat on middellijk na de opening van don Pruisischen Land dag, behalve het ontwerp van de volksschoolwet en een ontwerp voor de inrichting der landgemeenten in de zeven oostelijke provinciën der Monarchie, de voorstellen tot hervorming der directe balastin'gen den Afgevaardigden zullen worden voorgelegd. De nieuwe Minister van Financiën, dr. Mlquel, zet er dus vaart achter, wat lang niet alle Ministers van Financiën doen. Hevige strijd heerscht onder de partijleiders over de politiek, welke de sociaal-democraten na 1 Oc tober zullen volgen. De jongere leden, door de laatste verkiezingen in den Rijksdag gekomen, wei geren zich te schikken naar de oudere bezadigde leiders, als Bebel, Liebknecht en Singer. In een bijeenkomst te Dresden werd de zaak besproken. Het ging daar zoo heftig toe, dat de voorstanders der ouderen, die ook na de afschaffing dor wet op dezelfde gematigde wijze willen voortgaan, handge meen werden met de jongere heethoofden, die nu den tijd voor een heftiger optreden gekomen achten. Nog zal een poging beproefd worden om de beide uiterste vleugels der partij bij elkaar te houden. Tot dit doel zal den 12den October te Halle een congres worden gehouden, maar vermoedelijk zal daardoor geen duurzame vrede tussohen beide rich tingen tot stand komen. Zoodra na 1 October alle beperkingen voor hot verspreiden der socialistische leerstellingen in woord en geschrift worden opge heven, zullen de jongeren, tot dusver door te strenge wet^ belemmerd, ongetwijfeld hun eigen weg gaan. Een scheuring in de sociaal-democratische partij en eeu splitsing der aanhangers in sociaal-demo craten en anarchisten schijnt dus onvermijdelijk. De tegenstanders der sociaal-democraten in Duitsch- land vinden dit gevolg van Bismarcks ontslag natuur lijk niet onaangenaam, omdat daardoor de kracht der sociaal-democratie aanmerkelijk zal verminderen. Niet alleen is het nu met de oude eendracht uit, maar tot dusver werden de vervolgde en gematigde sociaal-democraten tegen Bismarck ook door vele liberale niot-socialisten gesteund. Nu echter, nu het heftige element meer op den voorgrond treedt, zullen de sociaal-democraten spoedig aller sympathie verbeuren. De oude leiders zien dit zeer goed in, maar naar alle waarschijnlijkheid zal het hun niet gelukken ook na October de heethoofden binnen de perkon te houden. In het Oosten blijft Armenië nog steeds een bron van onrust, De geest van verzet onder de Christe nen tegen het Turksche bestuur, neemt steeds toe. en de Porte schijnt niet bij machte haar geza» te doen gelden. Gelijk te Weenen wordt beweerd, zouden de Turksche Armeniërs, die zelf zeer vredelievend zijn nimmer in openlijk verzet zijn gekomen, indien zij niet door Iiud Rnssische broeders daartoe waren aangespoord. Der Turksche regeering blyft slechts een middel over, aan don eenen kant krachtig op treden en de belhamels onschadelijk maken °maar tevens die vrijheden toestaan, welke dè Armeniërs verlangen en waardoor alleen orde en rust op den duur kunnen hersteld worden. De republikeinsche leden van den Amerik. Senaat hebben beraadslaagd over het voorstel van den senator Quay om de discussies over de Mc. Kinlev wet 30 dezer te sluiten. Van de 47 republikeinsche sena toren waren 40 aanwezig, maar men kan niet tot een beslissing komen. De broeder van den gewezen President der Argen- tijnsche republiek, Celman, gouverneur van Cordoba, blijft zich verzetten tegen de Regeering der Republiek. Volgens den correspondent van de Times is de bevol king hierover zoo verbitterd, dat zy heeft gedreigd den gouverneur in de deur van zijn woning te zullen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2