Bulten landscli Overzicht. PETR0EEUIH-N0TEEIMNGEN 334steStaats-loterij. INGEZONDEN. b Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam, Afloop van Openbare Verkoopingen van Onroerende Goederen. POLITIE. na ran een kleine toelage, hem door een Troegere keukenmeid vera trekt. De rechtbank te 's-Gravenhige verklaarde vóór 14 dagen in de zaak ran een 46jarig horlogemaker, geboren te Dordrecht, zonder raat verblijf, gedetineerd wegens verduistering van door verschillende personen hem ter reparatie toevertrouwde horloges, den officier van justitie niet ontvankelijk op grond dat tusschen den dag van het bevel van verwijzing en dien van de dagvaarding niet de volle termijn van tien dagen was verloopen, en zulks naar aanleiding van eene door den toegevoegden verdediger, mr. Montijn, op geworpen exoeptie. Vrijdag werd door de rechtbank ongegrond verklaard eene nieuwe exceptie van met- ontvankelijk verklaring van het O. M., door den ver dediger opgeworpen op grond dat het vóór 14 dagen gewezen vonnis een eindvonnis zou zijnwijl daarbij eene niet ontvankelijk verklaring, zonder meer, en niet eene «vooralsnog niet ontvankelijk verklaring" was uitgesproken, zoodat volgens art. 68 wetb. v. strafrecht het recht van strafvervolging was vervallen en de beklaagde volgens art. 820 strafvordering in vrijheid behoorde gesteld te worden. Thans werd met de behandeling dezer zaak voortgegaan. Het bleek dat bekl. reeds .vroeger was veroordeeld. De hem ter reparatie verstrekte horloges had hij beleend in de bank van leening en het ontvangen geld ver teerd. Na het hooren van een zestal getuigen, tot staving der ten lasto gelegde feiten, vorderde het O. M. beklaagde's veroordeoling tot 1 jaar 6 maanden ge vangenisstraf wegens verduistering 3 maal gepleegd. Mr. Montijn concludeerde tot vrijspraak, subsidiair tot het opleggen van eene lichte straf, en in elk geval tot het in mindering brengen der voorloopig door bekl. ondergane hechtenis. Na in raadkamer te zijn geweest verklaarde de rechtbank den beklaagde schuldig aan de hem ten laste gelegde feiten, en veroordeelde hem tot eene ge vangenisstraf van 6 maanden, met bepaling dat de preventieve hechtenis voor den tijd van 1 maand in mindering zal worden gebracht. De berichten uit Spanje betreffende de cholera luiden ongunstig. De plattelandsbevolking in de streken waar de cholera heerscht, verzet zich met geweld tegen de maatregelen (loer de regeering voorgeschreven. De geneesheeren mpeten zelfs door soldaten begeleid en beschermd worden. Toch zijn reeds drie geneeshee ren vermoord. Tw Valencia werd een dokter gedood door een dolksteek, hem heimelijk door een onbe kend gebleven moordenaar toegebrachtte Mogente vermoordde een vrouw een geneesheer, door hem met een bijl het hoofd te kloven en te Lerdo word een dokter bij een oploop door het volk vermoord. In de provinciën Toledo en Valencia schijnt de cholera toe te nemen. Den 25sten kwamen in die gewesten en in Alicante en Badajoz 68 en 32, den 26sten 91 en 52, den 27sten 100 en 47 ziekte- en sterfgevallen voor. Te Toledo had men Woensdag 8 ziekte- en 4 sterfgevallen. De directeur der Militaire Academie aldaar is aan de ziekte bezweken. Maandag heeft de ministe# van binnenlandsche zaken er 80 lijders bezocht, tijdens zijn verblijf stierven er 11 en kwamen 25 nieuwe gevallen voor. In de stad Valencia en onder de bezetting aldaar vermeerdert de ziekte. De regeering zal de opening der hoogere scholen uit stellen als de ziekte voortduurt. Z(j neemt toe in 't Zuid-oosten. Kraohtige maatregelen ziju voor de bezettingen genomen. Te Carabanohel bij Madrid is Woensdag een vrouw door de oholera aangetast. Te Torrejon do Ardox en Canillas, niet ver van de hoofdstad, en in Madrid zelf, moeten verdachte gevallen zijn voorgekomen. Naar de Japan Mail schrijft, beginnen de veran deringen, die voortdurend plaats hebben in de ver deeling van den eigendom in Japan, het denkend gedeelte der natie ernstig te verontrusten. Een inlandsch blad van beteekenis maakte onlangs bij de behandeling van dit onderwerp de opmerking dal door het verdwijnen van de feodale beperkingen der vrijheid van handel en nijverheid en door de verbeterde middelen van vervoer en gemeenschap 's lands rijkdom voortdurend meer naar de handels centra gedreven werd. Het blad betoogde dit met behulp van verschillende statistieke opgaven. Zoo nam het aandeel, waarvoor Tokio bij openbare lee ningen betrokken was, in drie jaren van 45 tot 50 percent toe. De percentage van bank-aandeelen, in het bezit van Tokio, steeg in twee jaren van 52 tot 54hetzelfde was het geval met aandeden in andere openbare maatschappijen en met de opbrengst der inkomstenbelasting. „Gaan de zaken zoo voort, dan zal Japan vroeg of laat het slachtoffer worden van hersen-congestie.* Tot de ophooping van rijkdom in Tokio en an dere belangrijke steden bepaalt de kwaal zich echter niet. Het is eveneens merkbaar, dat het kapitaal langzamerhand in de handen van een klein aantal personen overgaat. Bij voorbeeldland, dat in de schatting van den Japanschen landbouwer veel meer is dan bloot eigendom, maar bijna iets heiligs, dat hij verplicht is als een erfdeel der voorvaderen te bewaren, gaat steeds sneller uit het bezit van kleine grondeigenaren in dat van rjjke lieden over. Tot staving dezer bewering wijst het blad op de voortgaande vermindering van het aantal stemgerech tigden voor plaatselijke corporatiën. In 1880 waren er in het geheele rijk 1,809,610 kiezers en in 1887 1,488,107 het aantal verkiesbaren was in die jaren resp. 879,347 en 802,976. Dan levert bedoeld blad nog eene tabel, waaruit eene zorgwekkende toename van arme lieden blijkt. In 1-882 bedroeg het aantal personen, in het genot van openbaren onderstand wegens ouderdom, ziekte, enz. 6047dit aantal was in 1887 tot 15,199 gestegen. De Standaard bevat, onder het opschrift Waar moet het met Atjeh heen een vervolg op de on langs in dat blad opgonomen beschouwingen over onze taak op Noord-Sumatra. Enkel van wapen geweld heil te verwachten, ware eenzijdig, meent de Stand. Het zou tevens een door ondervinding be wezen feit miskennen, namelijk dat langs politieken weg in Atjeh veel te doen is. De Atjeher zelf anders niet weinig prat op den lof der strijdbaarheid van zijn ras erkent dit. Voor den in Atjeh met het hoogste gezag bekleeden persoon is politiek de hoofdzaak van zijn werkkring. Maar telkens zal zijne werkzaamheid leiden tot militaire daden. Het is schier onvermijdelijk, voor dezen hoezeer hoofd zakelijk politieken werkkring een militair te kiezen. Tegen eene voortgezette verovering schrikt menig een terug. Iutusschen is het voor ons van belang om veel terrein onder bedwang te brengen zooveel als met de besohikbaro macht mogelijk li. „In Atjeh met zijne talrijke bevolking, onder bijzonder sleohte invloeden staande, hebben wjj veel grooter troepenmacht dan elders noodig. Dat is de zaak. „Om de Atjeh—vallei afdoende te beheersohen, en tevens in de omliggende distrioten die mate van onderwerping en orde te handhaven, welke noodig is, om het aldaar voortwoekeren of nienw ontstaan van geVaren voor de rust in de 3 sagi's tijdig en klemvol tegen te gaan, zou nog gedurende langen tijd eend voor ons zeer belangrijke troepenmacht noodig wezen. Het naar behooren aanvatten der zaak is alzoo zeer kostbaarhet land kan ons dit in geld niet spoedig toruggoven." Er zjjn alzoo uieuwe opofferingen noodig. „Willen Nederland en Ned. Indië zich die niet getroosten en tenzij het tegendeel als nog blijke, kan slechts dit als de werkelijkheid aangenomen dan is geen andere conclusie aan te geven, geen andere uitkomst dan het tot een minimum beperken van alle militaire bezetting, niet meer dan óón post te behouden in Groot-Atjeh, zich overigens wijdende aan de maatre gelen, die aan alle veroverings-politiek hadden be hooren vooraf te gaan de blokkade in de eerste plaatsen vooral aan beleidvolle handen de dan schior uitsluitend politieke taak van het hoogste ge zag in Noord-Sumatra toe te vertrouwen." Zoolang de koloniale geldmiddelen het toelaten, en geen al te ernstige verwikkelingen elders in N.-I. te béstrijden zijn, is het handhaven der ge concentreerde stelling zeker geen onmogelijkheid. Velen zullen oordeelen, dat het beter is, op een eenigzins verkeerden weg voort te gaan, dan na veel wisselingen op nieuw te veranderen. En dat is tot zekere hoogte juist. Zoolang het enkel gold het be steden van veel goldzelfs van geld boven het gewone budget, zou het niet gewettigd zjjn om dóór voor alleen nieuwe veranderingen te beginnen. Doch iets anders is het, waar tal van menschenlevens nutteloos worden opgeofferd, niet enkel in de telkens terugkeerende gevechten, die geen beslissing hoege naamd verschaffen, en ons niet vooruit brengen, maar vooral aan ziekten als beri-bori, die de gazond- heid van zoo velen verwoest, iets anders is heft als de goede krachten, daar verkwist, met zooveel meer nut elders konden aangewend worden. Daar begint een verkeerde volhardingeen verkeerd „handhaven.» De Stand, betoogt verder, dat, als wij uitrukken, het moet zijn om toestanden te creëeren, onder welke wij meer afdoende en blijvend beschermen dan vroeger, ook om onze eigen hoofdmacht vóóruit en naar gezonder terrein te verschuiven, en niet stelselmatig te bljjven voorttobben in een toestand, die in beginsel niet versohilt van dien, welken men zich ook op Java denken kan bij wegneming van de troepen uit hnn tegenwoordig garnizoen en het maken van eene troepenopeenhooping op het terrein der Cbineesche begraafplaats in de omgeving der oude stad, „het graf der Europeanen." De Stand, besluit hare beschouwingen met deze verklaring „Het kan overigens zeker niet te veel herhaald worden bij eene openlijke bespreking der zaak, dat Noord-Sumatra, nu het eeomaal zoo ver gekomenqis, nimmer meer door ons kan worden los gelaten en elke wijziging, die eventueel in onze maatregelen mocht komen, slechts ten doel kan heb ben op betere wijze grondslagen te leggen in dien kon worden uitgelegd als de ingeving eener broeder lijke genegenheid. Benoist had nooit voor iets gebeefdditmaal echter rilde hij letterlijk, als hij bedacht, dat hij zich door óón woord blootstelde aan het gevaar van Estelle voor altijd te verliezen. Hij kende haren trotsde wonde, die hij aan hare eigenliefde ging toebrengen kon wel eens nooit genezen Hjj werd angstig, bedenkend dat, welbeschouwthJ^öem niet gezegd had, dat zjj hem bemincfeMttH^BL hem wellicht werkelijk niet beminde. '■i' Ik dien eerst geheel zmcer van haS-te zjjn, vóór dat ik mij aan hare verontwaardiging bloot stel, zeide hij tot zich zelf. Wij zijn thans met ons beiden om te zoeken, zeide hij luide, en wij zullen voortaan een uitge strekter arbeidsveld hebben. Nadat hij zijne taak volbracht had, stond hij op. Ik zal u morgen weerzien, zeide hijgij moet niet naar de kerk gaan en u ergens laten ziengij zult niemand ontvangen. Kan ik dat? vroeg Estelle. - Gij zijt ziek en er is reden voor. Tot morgen. Zij gaven elkander de hand, en zij bevond zich alleenalleen, maar niet verlaten. De volgende vier ert twïtttig uren gingen voorbij, zooals dergelijke dagen voorbijgaan, tegelijk zeer snel en zeer langzaam. Vervolgens had de uitvaart plaats. Wordt vervolgd). door een gekleurde kap getemperd. Eene diepe stilte heerschte in het huis, dat voor de tweede maal bin nen dertien maanden door den dood in rouw was gedompeld. Maat zooveel drukte en verwarring als de zelfmoord van Raymond had teweeggebracht, zoo veel emst en stille overpeinzing boezemde het niet onverwachte uiteinde van mevrouw Montclar in. Deze indruk van kalmte, stilte en rust, was zoo sterk, dat mevrouw De Beaurand behoefte gevoelde hem af te breken. Alleen met den man, dien zij bemindg, bekroop haar een gevoel van angst en ver legenheid, alsof zjj nog nooit een vortrouwelijk on derhoud met hem had gehad. Den jongen man in zijne aanteekeningen verdiept latende, opende zij de deur van de aangrenzende kamer, waar mevrouw Mohtclar op haar praalbed lag, omringd van waskaarsen. Een bundel helder wit licht drong door deze geopende deur in de rus tige kamer binnen. Benoist sloeg de oogen op en zag er alleen den weerschijn van. In dezen glans, die door de tegenstelling verblindend scheen, was het alsoff de bevallige maagdelijke gestalte van Estelle bi hare \effen zwarte kleeding uit het een of ander donker marmeMsvas gebeeldhouwd. In hare voile lengte in de opening van de deur staande, aanschouwde zij de%fede en vertrouwde haar hare gedachten toe. Wat zóu zij gezegd heb ben, hare besShermster, hare «enige vriendin, indien zij de waarheid had geweten? Wat zou zij gedaan hebben als zij geweten had," dat de eenige eerzucht van de jonge vrouw was om te trouwen met Theodore Benoist, wijnboer, zij, eene Beaurand? Neen, ik ben geen Beaurand, dacht Estelle; de geschreven stukken en de plechtigheid, die mij voor een oogenblik tot de vrouw van Kaymoud ge maakt hebben, hebben volstrekt geen Beaurand van mij gevormd. Ik ben, wat men ook zeggen moge, juffrouw Brunaire, vrij om te trouwen met wien het mij behaagt. En wat ik niet bij uw leven gedaan zou hebben, goede beschermengel, uit vrees van u te bedroeven, zal ik nu doen mits ik de bloedige vlek kan afwisschen, waarmee uw neef mijn bruids kleed heeft bezoedeld I Ik behoef nu aau niemand anders meer te denken dan aan mijzelve en aan de toekomstal mijn tijd, al mijne krachten zal ik daaraan wijden 1 Haar jeugdig gelaat had eene uitdrukking van vastberadenheid aangenomen, toen zij weder naar de tafel ging, waaraan Theodore was blijven zitten. Waar denkt gij aan? vroeg hij. Aan de toekomst, antwoordde zij. Ik zal nu geene rust meer hebben, voordat ik de waarheid heb ontdekt. Hij dacht terstond aan de enveloppe en stond op het punt van haar alles mede te deelen. Maar hoe aan deze vrouw te bekennen hoezeer hij aan haar getwijfeld had, nu zij nog geenerlei belofte gewisseld hadden, nu hunne overeenstemming nog uitsluitend berustte op stilzwijgen en onderstellingen. Zelfs de beweging, die haar aan zijne borst had geworpen, virstuivenden zandbodem der anarchie, door andere middelen al wat wjj aan het op te trekken gebouw van orde en gezag overeind zetten, bestand te maken tegen de stormvlagen van hef fanatisme; en op andere wijze den greep te versterken, waarin wjj al diegenen moeten omkneld houden, die Nederland tegenstaan in de volvoering der taak, welke het in Noord-Sumatra' op zioh nam." Men meldt uit Simpelveld Onlangs deelden wij mede, dat onze gemeente in beweging werd gebracht door zekeren H., reiziger van de firma J. de Haan te Rotterdam, die beweerde op den weg van Kerkrade naar hier voor een bedrag van ruim f 2500 aan geldén en wissels te hebben verloren. Ofschoon men dadelijk op onderzoek uit ging vond men niets. Thans is men echter tot de ontdekking gekomen, dat de geheele geschiedenis door hem verzonnen werd ook moet hij reeds vroeger tweemaal met gelden, welke hij voor zjjn toenmaligen patroou incasseerde, aldus gehandeld hebben natuurlijk hield zijn valsch voorgeven hem buiten bereik der politie. Thans is de man te Rotterdam in voorloopige hech tenis, terwjjl uit door hem zeiven afgegoven quitanties al meer en meer blijkt, dat hjj genoemde firma voor een bedrag van ruim 4000 heeft beet genomen. De arrestant is gehuwd en vader van zes kinderen. De Vesuvius is opnieuw begonnen te werken. Se dert eenige dagen ziet men 's avonds een lavastroom langs de wanden van den berg langzaam omlaag glijden. De stroom welt op uit de opening ter llnkerzjjde vau den krater en vloeit naar het Zuid oosten, in de richting van Pompeji. Reeds is de gevaarlijke vloeistof niet ver meer verwijderd van de wjjngaarden rondom Bosco. Van Posilip uit kan men het grootsche sohouwspel genieten. Het observatorium nabij Pompeji wordt iederen avond door vele vreemdelingeu bezocht, die er soms den geheelen nacht doorbrengen om het indrukwek kend natuurtafreel gade te slaan. Onverwachte verplaatsing van een brigade infan terie, die in de nabijheid van Berlijn aan de leger- oefeningen deelnam, naar de hoofdstad, heeft groot opzien gewekt. De ReicJtsanzeiger doelt mede, dat deze maatregel is genomen wegens de ongeregeldheden, welke den 25sten Augustus na de .byeenkomst der sociaal democraten in Friedrichshain plaats hadden. Dit geschiedde, toen Bebol als spreker optrad. De duizenden, die geen plaats kondon vinden in de zaal, moesten toen door de politie uiteengedreven worden. De regeering heeft het daarom noodig ge acht de brigade naar Berlyn terug te roepen, omdat de stad bijna geheel zonder troepen is, daar de garde, het gewone garnizoen, is uitgerukt om deel te nemen aan de groote legeroefeniugen in Silezië. Schoon de bladen nog altyd spreken over do reis des Duitschen Keizers na&r Rusland, wordt toch algemeen aangenomen, dat hot meer een beleefd heidsbezoek gold, terwijl tevens dè gelegenheid schoon was om een interessant militair schouwspel bij te wonen. Is de hooge politiek op Peterhof niet aangeroerd, met één punt, dat toch nauw daarmee samenhangt, "is vermoodelyk een uitzondering gemaakt. Dit kan ter sprake gebracht zyn, niet om politieke maar om andere redenen. Wy bedoelen het samentrekken van Russische troepen aan do Duitsche grenzen. Bis marck heeft indertijd in den Rijksdag opgemerkt, dat het altijd moeilijk is inlichtingon te'vragen over zulke dingen, omdat men daardoor licht kwetst en bloot staat aan het govaar van een antwoord te krij gen dat den vrede weinig bevorderlijk is. Er be stond echter een middel om indirect dat punt aan t^ roeren. De opeenhooping van Russische troópen is voor Rusland zelf heel lastig, vooral in sommige winters. De wegen van verkeer ziju weinig, het land slecht bevolkt en de levensmiddelen moeten grootendeelst pey as of met de slede worden aangevoerd. Treft men nu open winters, dan zijn wagens even onbruik baar als sleden en wordt het vervoer soms gedu rende eenigoi\ tyd onmogelijk. Het gevolg is dat de soldaten nwt krijgen, wat zij hebben moeten. Dit gebeurde p. a. in den winter van '8,8 op 89 Er heerschte toen bepaald gebrek onder de Russische soldaten, zoo zelfs dat men geheele zwermen over de Duitsche grenzen zag trekken om in do Duitsche dorpen oin levensbehoeften te bedelen, omdat zij verhongerden. Van Duitsche zyde werd last gege ven de Russische soldaten zooveel mogelijk tegemoet te komen, daar men wel begreep, dat het van kwaad tot erger zou gaan, indien de soldaten niet «van brood voorzien werden. De Duitsche regeering heeft later te Petersburg om teruggave gevraagd van het geen op deze wijze aan do Russische soldaten was V - O verstrekt en heft heeft veel moeite gekost vergoeding te krygen. Men begrijpt echter, dat voor Rusland om deze en andere redenen deze opeenhooping van troepen aan de grenzen op den duur onmogelyk is en het over niet langen tyd zal moeten besluiten, of de troepen terug te trekken, of oorlog te voeren ten einde de hangende vragen tot een beslissing te brengen. De Duitsche keizer zal in de volgende maand een bezoek brengen aan Moltke op zyn landgoed ten einde den bij al zijn grootheid even merkwaardig bescheiden man bij voorbaat geluk te wenschen met zijn negentigsten verjaardag, welke op 26 October valt. Er wordt van dien dag veel werk gemaakt in Duitschland. Men heeft tot nog toe altijd voldaan aan den wensch van den winnaar van zooveel veld slagen om van zijn feesten geen notitie te nemen. Nu evenwel gaat het niet, zegt men. Er zal een monsteradres uit alle Duitsche steden en een dito van alle dorpen worden aangeboden in een fraai gebeeldhouwde kast en van de daarbij geschonken giften voor een of ander nuttig dool. Ook wil men het huis te Parchim in Mecklonburg waarin Moltke geboren is, aankoopen enz. Bij koizerlyk besluit wordt in Rusland, onder voorbehoud eener algeraeene berzieniug van het tol tarief, eene ^erhooging der gezamenlijke rechten met 20 pet. bepaaldverder voor steenkolen, coke en turf in de havens der Zwarte Zee met 40 pet. De rechten op schors, olyvey, laurierbladen, laurier bessen, koffie, cacao, specerijen, thee, suiker, steen kolen, coke en turf, wanneer deze over de westelijke landsgrenzen eu in de Oostzeehavens worden inge voerd, worden niet verhoogd. De ukaze treedt onmiddellijk in werking. De verhooging heeft ten doel de in- en ujtgaande rechten in overeenstemming te brengen met den wisselkoers. De toestand der werkstaking in Henegouwen wordt gunstiger. Het aantal der werkstakers is eonigszins verminderd en bedroeg 15.400. Behoudens een op tocht van werkstakers te Paturages, die door de gen darmen verstrooid werd, is het nergens tot ongere-* geldhedon gekomen. Het zenden van troepen uit Bergen is nog niet noodig geweest en vermoedelijk zal dit. ook niet noodig zijn, want men heeft goede verwachtingen, dat de pogingen tot bemiddeling tus schen werkgevers en werklieden zullen slagen. De //Peuple", het socialistisch hoofdorgaan, richt een manifest tot de werkliedën, waarin de werkstaking volkomen gerechtvaardigd wordt genoemd, maar waarin tevens wordt verklaard, dat het nu onmogelijk is deze werkstaking tot een algemeene werkstaking uit te breiden. Het manifest eindigt met een uit- noodiging tot bijwoning van het congres, dat weldra zal worden gehouden en waarover de aanstaande algemeene werkstaking in het geheele land nader zal gesproken worden. Blykbaar zijn de mijnwerkers in Henegouwen te vroeg begonnen, en daarom is het ook niet te ver wachten, dat de werkstaking van langen duur zal zijn. Voor geen ander land levert onze regenachtige zomer zulke treurige vooruitzichten op als voor Ierland. Gelijk reeds gemeld constateerde het of ficieel rapport van den landbouw den aardappeloogst voor bijna geheel Ierland als volkomen mislukt. Wanneer men- zich herinnert, wat do aardappel voor den armen Ier is, laat zich begrijpen, dat men in Engeland met de grootste bezorgdheid den winter voor Ierland te geraoet ziet. De Britten hebben toch niet vergeten, tot welke vreeselijke tooneelen de hongerjaren 18461848, toen eveneens de aard appeloogst mislukte, hebben geleid. Gebrek aan aardappelen, d. w. z. honger, is in do Iersche ge schiedenis synoniem met oproer. Voor de Engelsche regering, die in zoo ruime mate tegenover de Ieren de woorden toepaste: wie mij lief zijn tuchtig ik mot zwaren hand, is het thans plicht het ongelukkige volk te hulp te kolhen. Engeland doet dan nog slechts een klein gedeelte van zijn eeuwenoude schuld tegeuover Ierland af. Op verscheidene plaatsen werden reeds meetings belegd, waar resoluties werden aangenomen, strek kende om de aandacht yan het gouveruement te vestigen op den huidigen toestand, welke de ver schrikkelijkste gevolgen voor den toekomstigen win ter moet na zich sleepen. Vooral do Roomsch- katholieke geestelijkheid ontwikkelt grooten yver teneinde de tusschenkomst der regeering voor de beklagenswaardige bevolking te verkrijgon. De huiselijke opvoedingsschool van Mej. E. Ver- hoef^ftAchter de Vischmarkt, Wijk I. No. 161, heeft 31 Aug. 1890 16 jaren bestaan. Het onderwijs be staat uit ontwikkeling, de eerste beginselen van' lezen, schrijven, rekenen, fröbel, breien,' knoopen, vormleer en wat voor kinderen nuttig ow'noodig is. Het schoolgeld bedraagt voor één kind 0.25, 2 kinderen 0.4ö, 3 kipleren 0.60 per week, of f 1.per maand. Er kunnen informatiën genomen worden by Mevr, de Wed. Dirk ven Hinlopen Jjib- berton, bij Mevr. de Wed. Klnitmen, bij de WelEd. Heeren J. W. Brakel en E. S. Cats. April 1840 werd E. Verhoef kweekelinge op de eerste of eenige Burger-Bewaarsobool alhier, Hoofd Mej. J. Kerape, Schoolopziener wjjlen de heer Dirk van Hinlopen Labberton tot 1847, loon 0.25 per week. In dien tussohentqd is E. Verhoef noodhulp- kweekeling geweest op de kostelooze Bewaarschool, Paters teeg, Hoofd Mej. Eekhout. Sept. 1845 werd E. Verhoef verzocht eene Be waarschool te openen voor de familie Kolff, te Middelharnis, Schoolopziener wijlen de heer B. Boers tot April 1846. Joni 1847 opende E. Ver hoef eene bewaarschool, te Giessendam en Neder- Hardinxveld, Schoolopziener wijlen de heer Haafkens, later wijlen de heer P. Romeijrt. 1866 om gezond heidsredenen naar Gouda. April 1868 benoemd als onderwijzeresse in de Handwerken van Nut en Smaak op de Openbare Tusschenschool, dóór thans ruim 22 jaren werkzaam. Mej. E. Verhoef bezit 2 acten, óón als Hootd-Bewaarschoolhouderesse, en óón voor de Handwerken voor Nut en Smaak. 7 Maart 1873 tot 1876 aau 44 meisjes onderwijs gegeven in de Handwerken Nut en Smaak, op de school voor Chr. Nat. onderwijs. Op verzoek van vhle familiën, 31 Augustus 1874, eene Bewaarschool geopend te Gouda, Hoofd E. Verhoef, Schoolopziener wijlen de heer J. Broedelet, nu de heer Terpstra. E. VERHOEF, Hoofd Burger-Bewaarschool. Achtor de Vischmarkt, Wijk I. No. 161 Gouda, 1 Sept. 1890. te Gouda. van de Makelaars De markt was heden onveranderd. Loco Tankfust en Geïmporteerd fust 8. October-, November- en December-levering 8.05. VEILING 1 SEPTEMBER. Woonhuis en Erf, Gouwe C. No. 11, ƒ2510. k. A. van Veen. Hu is en Erf, Oude Gouwe S. No. 47, 845. k. F. J. Sparnaaij. No. 313 opgehouden. GEVONDEN VOORWERPEN. In de maanden Juli en Augustus 1890 zjjn de volgende voorwerpen als gevonden gedeponeerd aan het bureau van politie. I pakje Katoen, 1 zilveren Belletje, 1 gouden gewerkt dolkje, 1 dameshoed, 1 groene reiszak, 1 koralen armband met gouden sluiting, 1 rozenkrans, 1 gouden medaillon, 1 tabakspijp, 1 portemonnaiê inhoudende 0,12, I idem inhoudende 0,05, 1 rozenkrans, 1 gouden slotje, 1 zakboekje, 1 'git ten armband, I portemonnaie inhoudende 1,84, 1 bloedkoralen armband met gouden sluiting' l' portemonnaie inhoudende 1,40, 1 gouden vinger ring, 1 zilveren oorbelletje, 1 parapluie, 1 zilveren armband, 1 portemonnaie inhoudende 0,05, 1 gouden oorbelletje, 1 vrouwenzak inhoudende' 1 portemonnaie mot f 0,02, 1 zqkdoek, 2 haarkam men, 1 vingerhoed, 1 sleuteltje, 1 spiegeltje, 1 pa pieren zak met eeiiig haarwerk, 1 zweep. 1 boven stuk van een gouden- oorbel, 1 zijden doekje, 1 zil veren broche, 1 gouden kruisje, 1 zwart boezelaar, 1 wit gejokte muts, 1 zilverou armband. Do gevonden voorwerpen in de maanden Januari en Februari 1890 en niet door de verliezers afge haald, zijn ter beschikking van do respectieve vinders met inachtneming van Art2014 Burgerlijk Wetboek. Bpreau voor gevonden voorwerpen zooveel moge lijk geopend, van 11 1 uur 's morgens. De Commissaris van politie te Gouda 'W. N. v. GARDEREN. 4e Klasse. Trekking van Maandag 1 Sept. 1890 No. 19250 2000. No. 19589 1000. No. 1|«^0 400. ff No. 1120, 14039, 15140 en 20212 200 No. 3117, 3447, 7717, 12409, 14934 en 18576 100. Prijzen van 65: 3 2712 5Ö56 7833 11121 13131 16124 18597 40 2738 «5182 7893 lll%t 13139 16165 18599 109 2753 5205 7972 11165 13149 16181 18600 125 2775 5235 8050 11207 13222 16197 18618 238 2831 5314" 8192 11238 13294 16234 1S626 242 2846 55|g» 8236 11246 13456 16816 18640

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2