Buitenlandse!) Overzicht.
De heer J. J. A. Montgo heeft met gonatigen
uitslag het 8e of laatste gedeelte van het Notarieel
examen afgelegd.
In het a. s. wintersoiaoen zullen de abonnements-
tooneelvoorstellingen in do Soeieteit „Ons Genoegen»
allen worden gegeven door het Kotterdamsch gesel
schap der hh. Le Gras en Haspels.
Naar wij vernemen zullen Zondag a. s. een aan
tal Delftsche wielrijders (waaronder 4 dames) onze
gemeente een bezoek brengen en door eenige Goud-
sche velocipedisten woiden ingehaald.
Tot groot ongerief voor de schipperij en de atoom
booten welke den Rijn tusschen Leiden en Gouda
bevaren, zit sedert Zaterdag middag 3 uur het aak
schip „Antonia", bestemd voor Amsterdam en diep
gaande ruim 7 voet, te Alfen aan den grond. Het
schip heeft water genoeg onder, zguo kiel, doch is te
breed voor de vaargeul. Het aantal schepen, dat
door dit ongeval wordt opgehouden, vermeerdert van
uur tot uur, doch tot op dit oogenblik zijn door de
autoriteiten geene maatregelen genomen om verande
ring in dezen toestand te brengen.
Door de stoombooten der maatschappij „Volharding"
wordt de dienst nog gaande gehouden, doch ook deze
zal, wanneer het aantal wachtende schepen, dat zoo
wel boven als beneden het vastgeraakte schip ligt,
blijft toenemen, gestaakt moet worden.
De Algemeene Nederlandsche Politiebond houdt
Vrijdag 19 September e. k. hare vijfde algemeene
vergadering te 's-Hertogenbosch.
Punten van behandeling: 1. Openingsrede van
den President. 2. Verslag van den Secretaris over
het afgeloopen Bondsjaar. 3. Rekening en Verant
woording van den Penningmeester. 4. Mededeeling
betreffende de Colportage. 5. Onderzoek en sluiting
der rekening van den Penningmeester. 6. Verslag
van den Administrateur der fondsen. 7. Weten
schappelijke en Wiskundige Balans van dep Wis
kundigen Adviseur. 8. Mededeeling en besfii-eking
der ingekomen stukken en voorstellen.
9. Verkiezing van een lid van het Hoofdbestuur
in de plaats Van den heer Kalbfleisch, die lie be
noeming in de vorige Algemeene Vergadering gedaan
niet heeft aangenomen.
Het Hoofdbestuur heeft ingevolge art. 19 van het
Bondsreglement, de volgende voordracht gemaakt
o. C. L. J- Bruggemans, Brigadier der Rjjks-
veldwacht te Oosterhout.
b. J. A. Rorghstijn, Brigadior-majoor, tit. der
Rnksveldwacht te Harderwijk.
5. P. 3. van den Broek, Brigadier-majoor tit.
der Rijksveldwacbt te Woerden.
10. Mededeeling wat door het Hoofdbestuur is
verricht in zake het, verkrijgbaar stellen voor de
leden van den Bond van eeno verzameling Wetten
euvJLoninklijke Besluiten.
11. Mededeeling van het verrichtte in zake dienst-
medailles, naar aanleiding van het voorstel Themmen,
in de yorige Algemeene Vergadering.
12. Mededeeling dat bij het Hoofdbestuur het
voornemen bestaat, pogingen aan te wenden om
nagelaten weezen van leden van den Bond te ver
zorgen, hetzij door oprichting van oen weeshuis of
op andere wijze.
begrafenis van eene /vrouw, die ik niet ken! Ik heb
haar zeker geen drie keeren in mijn leven gezien.
Mijn schoonvader is buiten ik vervang hom en loop
hier zoo'n koopje opIk begrijp er niets van
Niemand kon hem licht verschaffen.
De vriend die Benoist vergezelde, begreep er even
min iets van. Zulk eene opzettelijke beleediging door
een man, die algemeen als een bedaard, verstandig
mensch bekend stond, was volkomen onbegrijpelijk.
Wel, zeide Theodore, denk maar dat ik, ge
wezen dragonder, een doodelijken haat jegens de jagers
hebDat vind je zeer waarschijnlijk, niet waar?
Benoist, zeide de ander, wien eensklaps een
licht opginger is eene vrouw in het spel
jjeoe vrouw? Wat een idee! Vecht men
tegenwoordig om eene vrouw Ik zeg u immers,
dat die kwast me verveelt!
De getuigen deden het onmogelijke om eene schik
king tot stand te brengen, maar Benoist bleef onver
settelijk. Het duel werd bepaald'op den volgenden
ochtend.
Na zich overtuigd te hebben, dat het eerst vijf uur
was, ging bij zijn bezoek aan mevrouw De Beaurand
brengen, ten einde 'naar verslag van de plechtigheid
te doen.
XXVI.
De klokken van Saint-Thomas d'Aquiu deden nog
hun somber geluid door de lucht weerklinken ter
Bespreking der al of niet wenschelijkheid en mede
deeling der grondslagen.
13. Gelegenheid tot bespreking van de belangen
van den Bond en de Fondsen en mededeeling van
datgene, wat door het Hoofdbestuur is verricht in
zake de vooratollen en beschouwingen in de vorige
Algemeene Vergadering bij dit punt ter tafel gebracht.
14. Vaststelling dor plaats waar dB Zesde Alge
meene Vergadering zal gehouden worden.
15. Sluiting der Vergadering.
Dit de Langstraat wordt geschreven:
Zooals bekend is, Ttesuuit in deze streek voorna
melijk in de bovendorpen, een vrij aanzienlijke
vruchten-cultuur, die in de laatste jaren vooral erg
te kampen heeft met allerlei ongedierte. Nn word
dezer dagen uit het Westland berioht dat daar (Jb
kruisbessenstruiken werden afgevreten door rupsen.
Daar dus zoowel als hier dezelfde kwaal.
Er wordt tegenwoordig zooveel gedaan tot hulp
van den landbouwer, dat wel eens mag gewezen
worden op het wenBohelijke van een ernstig onder
zoek door deskundigen naar de velerlei soorten van
ongedierte, die de struiken van bessen, frambozen
enz. vernielen, en naar de middelen om dat onge
dierte onsohadelijk te maken. Verleden jaar zijnde
struiken hier tweemaal in één zomer afgevreten. Men
heeft van allerlei beproefd, maar zonder afdoend
suoces. Kr zijn ook wel middelen, waardoor het
ongedierte wordt gedood, zonder de struiken te
schaden, maar die middelen zgn slechts toe te pas
sen op kleine schaal, daar zij voor groote hoven te
kostbaar zijn en te tijdroovend. De bron van hot
kwaad schijnt voornamelijk in den bodem te moeten
worden gezocht, waar de kiemen zich ontwikkelen,
maar zekerheid is toch niet omtrent hot ontstaan
van al de verschillende voorkomende soorten van
ongedierte verkregen. Indien de deskundigen te
dezer zake eens licht en hulp konden verschaffen op
een wijze, die onder Ieders bereik valt, zouden zij
een groote weldaad bewijzen aan een groot getal
kweekers.
In de hopstreken heerscht drukke beweging. Was
de prijs verleden jaar gedaald tot f 2.50 de 50 kilo,
thans wordt reeds 50 voor dezelfde hoeveelheid
uitgeloofd, en wie weet of het er bij bl ij ven zal.
De speculanten, die nog groote partijen hebben liggen,
ingekocht voor een prijs van f 2.50 5 f 3.50, en
die nu ongeveer 80 kunnen maken, zullen een
gtJeden slag slaan. Het gewas belooft tot nog toe
niet veel; men rekent hoogstens op productie
van do nog qanwezige hop, en deze is in de twee
laatste jaren zeer verminderd, daar groote hoeveel
heden zijn uitgerooid.
Nu «al wel weer worden bijgelegd, doch of dit
werkelijk op den duur in het belang van de land
bouwers is, mag minstens twijfelachtig worden ge
noemd.
Volgens offioieele opgaven zijn in Italië 1454 ge
meenten bijna geheel Verstoken van drinkwater,
hebben 4877 geone riolen en wordt alles er op
straat geworpen, en wonen 200,000 nienschen in
87203 kelderwoningen. In 600 gemeenten zijn geene
geneesheeren voor de armen, in 386 zijn geene andere
begraafplaatsen dan de kerken, en 194 arrondisse
menten met 6 millioen inwoners worden door malaria
geteisterd. Een 100,000 menschen lijden aan „pol-
legra,» de ziekte welke door he't éten van slechte
begeleiding der uitvaart van de overledene, toen
Mevrouw de Beaurand in de corridor het geritsel
hoorde van een dameskleed en de eenigszins haas
tige schreden van welbekende voetjeszij opende
haar deur en omhelsde onmiddelqk daarop haar
kleine vriendin Odette.
Mijn bestezeide zg haar hartstochtelijk tegen
zich aandrukkend. Hoe hebt gij het toch aangelegd
om, in weerwil Van mijn strenge bevelen, toch tot
mij door te dringen?
O, ik heb eenvoudig gezegd, dat gij zeker
vergeten waart dat wjj samen hadden afgesproken
dat ik bij U zou komen, en zie, hier ben ik
Mijn lief, arm moedertje, zoo zijt gij dan als 't ware
opnieuw wees geworden
Die woorden, die wel min of meer kinderachtig
klonken, maakten toch diepe indruk op Estella in
haar smartelijken toestand en zij barstte in een
hartstochtelijken tranenvloed los. Zoo bleven die
twee vriendinnen eenige oogenblikken zwijgend naast
elkander zitten, er een aandoenlijk genoegen in vin
dende om met elkander te weenen.
Eensklaps wischte Odette hare tranen weg en
zeide
Mijn echtgenoot bewijst de overledene de
laatste eer; mama heeft hem doen inzien dat hij
moeielijk daar buiten kon. Papa is uit de stad
dat is wel jammerEnffu, Hubert zal het dierbaar
stoffelijk overschot van üwe tante tot het laatste
oogenblik toe vergezellen, hij heeft het mij vast
mus wordt veroorzaakt. Van de bevolking kan 63
pCt. lezen noch schrgven.
Het gedenkteeken opj het kerkhof te Evere voor
eenige in den slag van Waterloo gevallen Engelsche,
heeft zijn ontstaan te danken aan een door den ge
meenteraad van Brussel in 1887 genomen besluit
tot ruiming van eenige oude kerkhoven. De daar
bewaarde stoffelijke overblijfselen werden krachtens
hetzelfde besluit naar het kerkhof van Evere over
gebracht, en daar onder bevonden zich die van 15
Engelsche officieren en één onder-officier, die aan de
gevolge hunner te Waterloo of te Quatrebras beko
men wonden in 1815 overleden zijn. Hunne namen
zgn thans op marmeren platen vermeld. De kosten
van het monument werden gedekt door openbare
inschrijving, aan welke het parlement eene som van
600 pond sterling toevoegde. Aldus werd bijna
ƒ30,000 bijeengekregen. De stad Brussel stond den
grond voor niets af en nam het onderhoud voor
hare rekeningde beeldhouwer, graaf Jacques La-
laing, heeft niets voor zijnen arbeid verlangd, en
door het kiezen eener goedkoopero steensoort,voor
het voetstuk en van de galvanoplastie in plaats van
het gieten der beelden, is men met de verkregen
gelden toegekomen, zonder dat de degelijkheid van
het monument, naar verzekerd wordt, daaronder lij
den zal
Het gedenkteeken bestaat uit eene sarkophaag van
rooden zandsteen, 9 meter lang en 4 meter breed.
Tropeeën van helmen, vlaggen en wapenen zgn
daarop geplaatst. Drie bronzen leeuwen houden de
wacht bg het monument, en aan het hoofd-eindo
daarvan staat het beeld van Brittannie, geknield
voor het altaar des vaderlands, met haren helm
in de eene en haren drietand, do spits naar bene
den gekeerd, in de andere hand. In het gewelf
onder de sarkophaag zijn de zestien doodkisten ge
plaatst. Boren den ingang van hot gewelf is een
opschrift in het Engelsch en daaronder de woorden
„Mortuorum Patria Memor." f
Bekend is7 dat de Amerikaansohe ingenieur Eads'
geen groote scheepvaartkanalen meer graven wil,
omdat hg meer heil verwacht van de schoepsspoor-
wegen. Hij wil de schepen in een soort van dok
laten loopen, en dan dok en al op spoorstaven over
land naar een ander water vorvoeren. De dokwagen
zou rusten op zes paar evenwijdige spoorstaven en
door zes locomotieven worden voortbewogen meteen
snelheid van 20 kilometer in het uur. Voor de
onvermijdelijke veranderingen van richting en voor
het wisselen wil de beer Eads gebruik maken van
reusachtige draaischijven. Volgens hem zouden de
schepen minder lgden van zulk een spoorreisje dan
van een zeereis.
Een scheepsbouwkundig ingenieur te Aberdeen
(Schotland), de heer W. Smith, heeft het denkbeeld
van den hoer Eads uitgewerkt. De heer Smith
verwerpt de rechtlijnige wegen etr de draaischijven
als te kostbaar. Zgn spoorwegen zullen, evenals de
gewone, hun krommingen en zelfs hun hollingen
kunnen hebben, 'dank zij een vernuftig stelsel van
wagens met draaibaar onderstel, dat denken doet
aan de wagens waarop boomstammen vervoerd wor-v
j den. Hg wil het schip gedurende deu ganschen
overtocht doen rusten op een bed van water, als
een bak met water oj> wielen, in 't welk een schip
1 ligt. Zes gewone locomotieven zijn op den rechten
beloofd en ikik heb mij hierheen gehaastIk
kon onmogelijk nalaten U in deze droevige omstan
digheden op te zoeken 1
Uw man is wel goed, ik ben hem daar zeer
erkentelijk voor, zeide Estella.
Plotseling echter bedacht zij zich dat zij van den
heer d'Aulmoye noch een condoléance-bezoek, noch
zelfs een kaartje had ontvangen.
Weet hij dat gij bier zgt voegde zij daarom
er op levendige toon bij.
Het' lieve kopje van Odltte werd op die vraag
vuurrood en zij antwoordde
Ja zeker, hg weet het dat is te zeggen
Maar kijk mij toch niet met zoo'n vreemden blik
aanEstella, gij weet nog van ouds, dat ik nooit
onwaarheid kon spreken als gij mij op die manier
aankeek! Nu dus, oprecht gesproken, neen, mgn
man weet niet, dat ik hier ben.
Maar wat doet dat er toe? Thans, nu ik getrouwd
ben zal ik toch wel het recht hebben om te doen
wat mij behaagtIk kan toch moeilijk een lijstje
aan hem vragen van al de magazijnen, waar hij mij
vergunt inkoopen te doen Mij dunkt, ik mag mg
toch vrij bewegen.
Wordt vervolgd).
weg voldoende voor 't werkop de hellingen zouden
er wel aohttien noodig zijn.
De heer Smith vindt gewone kanalen niet zoo
goed Hg berekent, dat zgn scheepsspoorweg per
Engelsche mijl (1608 meters) kosten zal/ 750,000
terwijl de spoorweg volgens het stelsel van Eads op
1,000,000, en een kanaal zeker wel op 2,500,000
zou komen. Voor een enkele lijn over de land
engte van Panama berekent hij 37,500,000 voor
een dubbele lijn f 78,750,000. Men. weet dat het
kanaal van De Lesseps, indien het wordt afgemaakt,
ten minste 937,500,000 zal gekost hebben. De
heer Smith maakt zich sterk de opbrengsten van het
Suez-kanaal te verdubbelen, indien er een spoor
weg volgens zijn stelsel wordt bijgebouwd, waarvoor
75 millioen noodig zouden zijn. Ja, hg gaat nog
verder, want hij wil ook de hoofdsteden en do mid
delpunten van nijverheid door dergelijke scheeps-
spoorwegen met de zee verbinden. Zoo spreekt hij
over een lgn van Londen naar Birmingham een van
Parijs naar Rouaan. „Parijs zeehaven," dat droom
beeld dor Parjjzenaars, zou dan verwezenlijkt zijn.
Over de practische gevolgen zal men reeds binnen
eenige jaren kunnen oordeelen daar de landengte
van Chiqueoto zulk eon scheepsspoorweg krijgt. De
ingenieur Eads zal hem bouwen, en de Canadeesche
regeering heeft er een ondersteuning voor toegestaan.
Op deze lijn zullen echter geen zwaarder schepen
dan van 1000 ton toegelaten worden.
Door den hoer D. P. van Capellen, veehouder en
handelaar te Kapelle a. d. IJsel, en vele der voor
naamste veehouders en handelaars in deze provincie
is aan den Minister van binnenlandsohe zaken een
adres gezonden van den volgenden inhoud
Geven met verschuldigden oerbied te kennen de
ondergeteekendon, allen veehouders, handelaars en
belanghebbenden by den veehandel op Engeland, dat,
dank zij de bemoeiingen van de Nederlandsche regee
ring en dank zjj vooral den gezonden toestand van
onzen veestapel, welke gedurende zoovele jaren van
besmettelijke ziekten verschoond bleef, ons hootfh- en
wolvee sedert 1 September 1889 weder zonder slach
ting aan de losplaats te Groot-Brittannië wordt toe
gelaten
dat, toen in November van dat jaar in Duitseh-
land, in de nabijheid der Nederlandsche grenzen, het
mond- en klauwzeer onder de sohapen uitbrak, de
Britsche regeering eohter in het begin vgn December
1889 een besluit uitvaardigde, waarbg de voorge
schreven opsluiting (detention) aan de landingsplaats
gedurende 12 uren van alle vee, uit Nederland aan
gebracht, werd verlengd tot minstens 3 en hoogstens
7 dagen
- dat de Engelsche vee-inspecteurs echter zeker
heidshalve immer den maximum- en nimmer den
minimum-duur toepassen
dat de Britsche regeering het besluit, krachtens
hetwelk ons hoorn- en wolvee zonder slaohting aan
de losplaats in Groot-Brittannie wordt toegelaten,
wel is waar niet heeft ingetrokken, doch dat de
Nederlandsche veehandel van die gunstige bepaling
bij eene opsluiting van het vee gedurende 7 dagen
geen gebruik kan maken;
dat het vette slachtvee gedurende zulk een lang
durig oponthoud te veel in waarde achteruitgaat,
waarom de handelaars in slachtvee dan ook onmid
dellijk besloten, hetzelve weder als voorheen te zen
den naar Deptford (de landingsplaats waar het vee
geslacht moet worden), terwijl de hooge onkosten
voor voeding On oppassing, aan eene opsluiting ge
durende 7 dagen verbonden, den uitvoer van melk
en fokvee bijna geheel heeft doen eindigen, een
uitvoer van wekelijks gemiddeld een 10-tal stuks uit
geheel Nederland is toch niet noemenswaard
dat niettegenstaande het mond- en klauwzeer in
Duitschland in meerdere of mindere mate is blijven
heerschen, en niettegenstaande het buitengewoon
scherpe toezicht der veeinspecteurs bg de lossing
van ons vee te Deptford, bedoelde keurmeesters on
der de duizenden schapen en kalveren, sedert Decem
ber 1889 tot nu toe aldaar geland, nici één stuk
hebben kunnen vinden dat aan eenige besmettelgke
ziekte lgdende was
dat de Britsche parlementsakte, waarbg de invoer
van ons vee in Engeland is geregeld, uitdrnkkelijk
zegt, dat zoodra de Nederlandsche regeering aantoont
dat zij alle voorzorgsmaatregelen heeft genomen tegen
invoer van ziek vee, en zoolang Nederland zelf vrij
is van heerschende ziekten, aan den invoer in En
geland niets in den weg zou worden gelegd;
dat hot de Engelsche regeering bekend is, dat ons
land vrg is van besmettelijke veeziekten, terwijl, naar
de bescheiden meening van adressanten, de doeltref
fendheid van de door de Nederlandsohe regeering
genomen maatregelen tot wering van in- of doorvoer
van ziek vee voldoende wordt bewezen door het feit,
dat het scherpe ondorzoek van Nederlandsch vee aan
de landingsplaats te' Deptford gedurende 9 maanden
niet heeft geleid tot de ontdekking van een enkel
geval van besmettelijke ziekte;
Om alle welke redenen zij Uwe Excellentie eer-
biediglijk verzoeken, bij de Britsche regeering de
noodige stappen te doen, opdat gij de opsluiting van
ons vee aan de landingsplaats weder tot 14 uren ver
minderen, en mochten er bg Haar ernstige bezwaren
bestaan om deze gunstige bepaling voor al ons vee
toe te staan, alsdan pogingen aan te wenden om den
vrijen invoer in Groot-Brittannië na een oponthoud
van 12 uren voor ons melk- en fokvee te verkrijgen.
'tWelk doende enz.
Heeft de maan invloed op do weersgesteldheid?
Deze vraag is vaak behandeld en in zeer uiteenloo
penden zin beantwoord. Eene belangrijke bijdrage
heeft onlangs dr. G. Meyer, te Aken, geleverd, door
mededeeling vau waarnemingen gedurende 18 jaren
gedaan omtrent de barometerstanden tijdens de ver
schillende gestalten der maan. Om den invloed van
plaatselijke omstandigheden te ontgaan, heeft hij de
standen nagegaan van uiteeogelegjjn stations, nl. Chris-
tiansund, Brest, Hamburg, Muncllen en Memel. Deze
waarnemingen hebben geloerd, dat tusschen September
en Januari bij of kort na volle maan een lage, en
bij het eerste kwartier een hooge barometerstand
regel is. Tot dezelfde waarneming is men van de
Duitsche zeemacht gekomen. De oorzaak van het
verschijnsel is nog niet verklaard. Dr. Meyer neemt
aan dat de maan niet onmjiblellijk op het weder invloed
oefent, maar op do beweging der bovenste luchtlagen,
en dat deze weder werken op lagere doelen van den
dampkring, welker toestand het weder beheerscht.
Voortgezette waarnemingen zullen wel meer licht over
dat vraagstuk verspreiden.
Het verdrinken van den zeeofficier J. M. Zwanen
beek Pauw nabij de haven van Nieuwediep is waar
schijnlijk daaraan toe te schrijven, dat hij niet kon
zwemmen. Op het Instituut te Willemsoord was hij
niet in de gelegenheid gesteld geweest, dit goed te
kunnen leerendaardoor is nu een brave zoon, in
den bloei van zgn leven, aan zijne moeder ontrukt
en verliest de marine in hem een kundig officier.
Dringend noodig is het, dat genoemd Instituut
zóó ingericht worde, dat geen adelborst het verlaat
zonder goed te kunnen zwemmen, dat is toch een
vereischte voor een zeeofficier.
De redactie teekent hierbij pan
Wg vestigen op dit sohrijven bijzonder de aandacht
der bevoegde autoriteiten. Met innige deelneming
in het leed der moeder, die dus haar zoon, een veel
belovend, jong zeeofficier verloor, heeft men gelezen;
hoe hij verdronken is door het omslaan van een
sloep.
Nu het bekend wordt dat hij het leven verloor
doordien hij niet zwemmen kon, is het zeer te weri-j
schen dat dit hoopvolle, jonge leven niet vruchteloos
verloren ging en een leemte in de opleiding der
adelborsten worde aangevuld.
Ons schijnt wenschelijk, dat aan eiken adelborst,,
na zgn plaatsing te Willemsoord, bewijs worde ge„
vraagd, dat hij goed zwemmen kan. In het eerste
jaar kunnen zjj, die het niet voldoende verstaan, din
onderricht ontvangen, en in de volgende jaren móet
voldoende gelegenheid geschonken worden, om de
kennis te onderhouden.
ïn het congres der trades- Unions te Liverpool is
met eenparigo stemmen een voorstel van den heer
Burns aangenomen, waarin svmphatie wordt betuigd
met de werkstakers in Australië on een beroep wordt
gedaan op alle vereenigingen, die op het congres
zyn vertegenwoordigd, om inschrijvingen te openen,
teneinde de werkstakers te helpen, daar de worste
ling in Australië de gewichtigste strijd is, welke
ooit in de zaak der Trades- Vniom is gevoerd.
De werkstaking in de Borinage schijnt inderdaad
op haar eind te loopen. Hoofdzakelijk is deze gun
stige wending te danken aan de tusschenkomst der
hoofden van de socialistische werkliedenpartij, die
deze werkstaking ontijdig achtten en er blijkbaar
ton slotte, nadat de eerste poging mislukt was, in
geslaagd zijn do werkstakers over te halen om althans
tot na het congres van den len November, hetwelk
over de algemeene werkstaking beslissen zal, den
arboid geregeld voort te zetten.
Van de andere zyde hebben de mijndirectie het
de werkstakers gemakkelijk gemaakt aan de wenschen
den Nationalen Bond der Belgische mijnwerkers
gehoor te geven. Want de gestelde eischen zijn,
wol is waar, niet ingewilligd, maar in hoofdzaak
hebben de weikstnkers lwn doel toch wel bereikt
De grondslagen toch, waarop de gedelegeerden/de|
werkstakers, ingevolge oen schrijven van den proyW
cialen gouverneur, hunne makkers tot hervatting van
den arbeid konden aansporen, waren
//lo. de directeuren der rajjnen verbinden zich,
geen slachtoffers der werkstaking te maken
„20. zij schorten de toepassing op van art. 8
van het reglement, wat het inhouden betreft der
loonen door de subalterne ambtenaren
„3o. de provinciale overheid zal terstond tot de
verkiezing doen overgaan van de „raden van arbeid
en nijverheid" in de gemeenten, waar deze nog niet
regelmatig geconstitueerd zijn."
Vooral het tweede punt is van belangde groote
grief tegen het oude en verouderde reglement van
1852 toch was, dat de arbeiders, ten aanzien van
het opleggen van buitensporig hooge boeten, bloot
stonden aan do willekeur van ondergeschikte ambte
naren en werkmeesters.
De onthullingen over het Boulangisme worden
voortgezet. In het vierde artikel wordt uitvoerig ge
sproken over de onderhandelingen, welke Boulanger
met den graaf van Parijs en de leiders der rechter
zijde voerde bij de presidentsverkiezing.
Op wien moest de rechterzijde stemmen Vele
royalisten wilden den heer Ferry kiezen, omdat er
dan burgeroorlog zou ontstaan en zij hun voordeel
konden doen met den strijd, die tusschen de repu
blikeinen zou uitbreken. De leiders der Royalisten
achten dit echter verkeerd en stelden zich in betrek
king met Boulanger, die slechts één doei had, nl.
weer minister van oorlog te worden. Hem was iedere
caudidaat goed, die beloofde, als hij weer president
werd, hem (Boulanger) weer tot minister van oorlog
te benoemen. De heer De Freycinet durfde dit niet
beloven, maar de heer Floquet deed hett„zoodat op
Floquet bij de eerste stemmiug doo£ ^èoulangers
aanhangers werd gestemd.
Het geheel e plan mislukte echter. Toen het bleek
dat indiende opportunisten en de radicalen elk op
hun candidaat bleven stemmen, nooit een meerder
heid zou verkregen worden, sloten beide partijen een
schikking en kozeu den heer Carnot, die tot geen
van beide partijen behoorde. Ook toen werden nog
pogingen gedaan om Boulanger in het nieuwe mi
nisterie te holpen, maar geen der leidende staatslie
den, die in de eerste plaats voor het vormen van
een ministerie in aanmerking kwamen, wilde iets
met Boulanger te maken hebben.
Wie de schry ver der artikelen is, schijnt nu zeker.
Ten minste de hoor Laur, ook een der gewezen
Boulangisten, verklaart in „La France," dat de afge
vaardigde Mermeix de „Coulisses du Boulangisme"
heeft geschreven. De „Voix du Peuplo" maakt een
brief openbaar van Boulanger, waarin do generaal
beweert dat zijn handelingen opzettelijk in een ver
keerd daglicht worden gesteld. In hoofdzaak echter
dient Boulangers schrijven meer om de juistheid
van hetgeen over zijn optreden wordt medegedeeld
bevestigen dan dit te weerleggen,
f mm!l /'^n'ransÜ->eanf" bespreekt Boulangers vriend
k0*" f->eval- Ook «le heer Rochefort wist
MZtS -Vaü ®ou^an?ers bezoek aan prins Jeröme te
JrPrangins. De heer Rochefort beschouwt echter dit
bezoek als de grootste politieke fout, welke Bou
langer kou begaan, want de zwakke steun van den
prins kon hem van weinig dienst zijn, terwyl hij
daarentegen door dit verbond vele anderen van zich
zou hebben vervreemd.
De Duitscho keizer ontving dr. Peters ten gehoore,
noodigde hem ter tafol en overhandigde hem de
Kroonorde 3e klasse.
Deze onderscheiding is dezelfde, welke indertijd
aan den rijkscommissaris Wissmnna te beurt viel.
De keizer deed aan dr. Peters allerlei vragen betref
fende zijn jongste expeditie in het binnenland van
Afrika.
Op de burgerij van Berlijn heeft de houding der
autoriteiten, die de militaire macht versterkten in de
hoofdstad, een goeden indruk gemaakt. En dat mocht
wel, „want er werd in den laatsten tijd veel gemom
peld van de zwakheid der Regeering tegenover de
sociaal-democratie, waarmee men eigenlijk de al te
goedmoedige sociale politiek van den Keizer bedoelde,
en er werd hier en daar zelfs gebibberd tegen den
dag, waarop de socialistenwet zou worden opgeheven.
Nu heeft men gezien, dat de Regeering er toch den
gek niet mee steekt.
De Keizer van Oostenrijk wordt 17 dezer om 1
uur te Breslau verwacht. Z. M. eet bij de Duitsche
Keizerin en vertrekt om 3 uren naar Rohnstock.
Geen enkele deputatie zal door den Keizer worden
ontvangen tengevolge van gebrek aan tijd.
Om aan de behoefte van hooge politiek eenigszins
tegemoet te komen wordt te Berlijn veel gesproken
over een brochure, welke daar elk oogenblik ver
schijnen kan. Zij handelt over Bulgarije en verschijnt
gelijktijdig in het Fransch en in het Duitsch. Zij
moet afkomstig zijn van een gewezen Duitschen, amb
tenaar en heeft tot titel: „Steht in Bulgarian eine
Katastrophe bevor?" De strekking der brochure is
uitvoerig aan te toonen, dat de tot hiertoe algemeen
op rekening van Vorst Alexander gestelde vooruit
gang in beschaving van Bulgarijo alleen te danken
zou zijn aan de Russische generaals, die aanvankelijk
onder hem werkzaam waren. Onder Vorst Alexander
zou er in Bulgarije een verschrikkelijk verward huis
houden vgeheerscht hebben. Bulgarije, zegt de schrij-