Buitenlandse!) Overzicht. De heer J. J. A. Montgo heeft met gonatigen uitslag het 8e of laatste gedeelte van het Notarieel examen afgelegd. In het a. s. wintersoiaoen zullen de abonnements- tooneelvoorstellingen in do Soeieteit „Ons Genoegen» allen worden gegeven door het Kotterdamsch gesel schap der hh. Le Gras en Haspels. Naar wij vernemen zullen Zondag a. s. een aan tal Delftsche wielrijders (waaronder 4 dames) onze gemeente een bezoek brengen en door eenige Goud- sche velocipedisten woiden ingehaald. Tot groot ongerief voor de schipperij en de atoom booten welke den Rijn tusschen Leiden en Gouda bevaren, zit sedert Zaterdag middag 3 uur het aak schip „Antonia", bestemd voor Amsterdam en diep gaande ruim 7 voet, te Alfen aan den grond. Het schip heeft water genoeg onder, zguo kiel, doch is te breed voor de vaargeul. Het aantal schepen, dat door dit ongeval wordt opgehouden, vermeerdert van uur tot uur, doch tot op dit oogenblik zijn door de autoriteiten geene maatregelen genomen om verande ring in dezen toestand te brengen. Door de stoombooten der maatschappij „Volharding" wordt de dienst nog gaande gehouden, doch ook deze zal, wanneer het aantal wachtende schepen, dat zoo wel boven als beneden het vastgeraakte schip ligt, blijft toenemen, gestaakt moet worden. De Algemeene Nederlandsche Politiebond houdt Vrijdag 19 September e. k. hare vijfde algemeene vergadering te 's-Hertogenbosch. Punten van behandeling: 1. Openingsrede van den President. 2. Verslag van den Secretaris over het afgeloopen Bondsjaar. 3. Rekening en Verant woording van den Penningmeester. 4. Mededeeling betreffende de Colportage. 5. Onderzoek en sluiting der rekening van den Penningmeester. 6. Verslag van den Administrateur der fondsen. 7. Weten schappelijke en Wiskundige Balans van dep Wis kundigen Adviseur. 8. Mededeeling en besfii-eking der ingekomen stukken en voorstellen. 9. Verkiezing van een lid van het Hoofdbestuur in de plaats Van den heer Kalbfleisch, die lie be noeming in de vorige Algemeene Vergadering gedaan niet heeft aangenomen. Het Hoofdbestuur heeft ingevolge art. 19 van het Bondsreglement, de volgende voordracht gemaakt o. C. L. J- Bruggemans, Brigadier der Rjjks- veldwacht te Oosterhout. b. J. A. Rorghstijn, Brigadior-majoor, tit. der Rnksveldwacht te Harderwijk. 5. P. 3. van den Broek, Brigadier-majoor tit. der Rijksveldwacbt te Woerden. 10. Mededeeling wat door het Hoofdbestuur is verricht in zake het, verkrijgbaar stellen voor de leden van den Bond van eeno verzameling Wetten euvJLoninklijke Besluiten. 11. Mededeeling van het verrichtte in zake dienst- medailles, naar aanleiding van het voorstel Themmen, in de yorige Algemeene Vergadering. 12. Mededeeling dat bij het Hoofdbestuur het voornemen bestaat, pogingen aan te wenden om nagelaten weezen van leden van den Bond te ver zorgen, hetzij door oprichting van oen weeshuis of op andere wijze. begrafenis van eene /vrouw, die ik niet ken! Ik heb haar zeker geen drie keeren in mijn leven gezien. Mijn schoonvader is buiten ik vervang hom en loop hier zoo'n koopje opIk begrijp er niets van Niemand kon hem licht verschaffen. De vriend die Benoist vergezelde, begreep er even min iets van. Zulk eene opzettelijke beleediging door een man, die algemeen als een bedaard, verstandig mensch bekend stond, was volkomen onbegrijpelijk. Wel, zeide Theodore, denk maar dat ik, ge wezen dragonder, een doodelijken haat jegens de jagers hebDat vind je zeer waarschijnlijk, niet waar? Benoist, zeide de ander, wien eensklaps een licht opginger is eene vrouw in het spel jjeoe vrouw? Wat een idee! Vecht men tegenwoordig om eene vrouw Ik zeg u immers, dat die kwast me verveelt! De getuigen deden het onmogelijke om eene schik king tot stand te brengen, maar Benoist bleef onver settelijk. Het duel werd bepaald'op den volgenden ochtend. Na zich overtuigd te hebben, dat het eerst vijf uur was, ging bij zijn bezoek aan mevrouw De Beaurand brengen, ten einde 'naar verslag van de plechtigheid te doen. XXVI. De klokken van Saint-Thomas d'Aquiu deden nog hun somber geluid door de lucht weerklinken ter Bespreking der al of niet wenschelijkheid en mede deeling der grondslagen. 13. Gelegenheid tot bespreking van de belangen van den Bond en de Fondsen en mededeeling van datgene, wat door het Hoofdbestuur is verricht in zake de vooratollen en beschouwingen in de vorige Algemeene Vergadering bij dit punt ter tafel gebracht. 14. Vaststelling dor plaats waar dB Zesde Alge meene Vergadering zal gehouden worden. 15. Sluiting der Vergadering. Dit de Langstraat wordt geschreven: Zooals bekend is, Ttesuuit in deze streek voorna melijk in de bovendorpen, een vrij aanzienlijke vruchten-cultuur, die in de laatste jaren vooral erg te kampen heeft met allerlei ongedierte. Nn word dezer dagen uit het Westland berioht dat daar (Jb kruisbessenstruiken werden afgevreten door rupsen. Daar dus zoowel als hier dezelfde kwaal. Er wordt tegenwoordig zooveel gedaan tot hulp van den landbouwer, dat wel eens mag gewezen worden op het wenBohelijke van een ernstig onder zoek door deskundigen naar de velerlei soorten van ongedierte, die de struiken van bessen, frambozen enz. vernielen, en naar de middelen om dat onge dierte onsohadelijk te maken. Verleden jaar zijnde struiken hier tweemaal in één zomer afgevreten. Men heeft van allerlei beproefd, maar zonder afdoend suoces. Kr zijn ook wel middelen, waardoor het ongedierte wordt gedood, zonder de struiken te schaden, maar die middelen zgn slechts toe te pas sen op kleine schaal, daar zij voor groote hoven te kostbaar zijn en te tijdroovend. De bron van hot kwaad schijnt voornamelijk in den bodem te moeten worden gezocht, waar de kiemen zich ontwikkelen, maar zekerheid is toch niet omtrent hot ontstaan van al de verschillende voorkomende soorten van ongedierte verkregen. Indien de deskundigen te dezer zake eens licht en hulp konden verschaffen op een wijze, die onder Ieders bereik valt, zouden zij een groote weldaad bewijzen aan een groot getal kweekers. In de hopstreken heerscht drukke beweging. Was de prijs verleden jaar gedaald tot f 2.50 de 50 kilo, thans wordt reeds 50 voor dezelfde hoeveelheid uitgeloofd, en wie weet of het er bij bl ij ven zal. De speculanten, die nog groote partijen hebben liggen, ingekocht voor een prijs van f 2.50 5 f 3.50, en die nu ongeveer 80 kunnen maken, zullen een gtJeden slag slaan. Het gewas belooft tot nog toe niet veel; men rekent hoogstens op productie van do nog qanwezige hop, en deze is in de twee laatste jaren zeer verminderd, daar groote hoeveel heden zijn uitgerooid. Nu «al wel weer worden bijgelegd, doch of dit werkelijk op den duur in het belang van de land bouwers is, mag minstens twijfelachtig worden ge noemd. Volgens offioieele opgaven zijn in Italië 1454 ge meenten bijna geheel Verstoken van drinkwater, hebben 4877 geone riolen en wordt alles er op straat geworpen, en wonen 200,000 nienschen in 87203 kelderwoningen. In 600 gemeenten zijn geene geneesheeren voor de armen, in 386 zijn geene andere begraafplaatsen dan de kerken, en 194 arrondisse menten met 6 millioen inwoners worden door malaria geteisterd. Een 100,000 menschen lijden aan „pol- legra,» de ziekte welke door he't éten van slechte begeleiding der uitvaart van de overledene, toen Mevrouw de Beaurand in de corridor het geritsel hoorde van een dameskleed en de eenigszins haas tige schreden van welbekende voetjeszij opende haar deur en omhelsde onmiddelqk daarop haar kleine vriendin Odette. Mijn bestezeide zg haar hartstochtelijk tegen zich aandrukkend. Hoe hebt gij het toch aangelegd om, in weerwil Van mijn strenge bevelen, toch tot mij door te dringen? O, ik heb eenvoudig gezegd, dat gij zeker vergeten waart dat wjj samen hadden afgesproken dat ik bij U zou komen, en zie, hier ben ik Mijn lief, arm moedertje, zoo zijt gij dan als 't ware opnieuw wees geworden Die woorden, die wel min of meer kinderachtig klonken, maakten toch diepe indruk op Estella in haar smartelijken toestand en zij barstte in een hartstochtelijken tranenvloed los. Zoo bleven die twee vriendinnen eenige oogenblikken zwijgend naast elkander zitten, er een aandoenlijk genoegen in vin dende om met elkander te weenen. Eensklaps wischte Odette hare tranen weg en zeide Mijn echtgenoot bewijst de overledene de laatste eer; mama heeft hem doen inzien dat hij moeielijk daar buiten kon. Papa is uit de stad dat is wel jammerEnffu, Hubert zal het dierbaar stoffelijk overschot van üwe tante tot het laatste oogenblik toe vergezellen, hij heeft het mij vast mus wordt veroorzaakt. Van de bevolking kan 63 pCt. lezen noch schrgven. Het gedenkteeken opj het kerkhof te Evere voor eenige in den slag van Waterloo gevallen Engelsche, heeft zijn ontstaan te danken aan een door den ge meenteraad van Brussel in 1887 genomen besluit tot ruiming van eenige oude kerkhoven. De daar bewaarde stoffelijke overblijfselen werden krachtens hetzelfde besluit naar het kerkhof van Evere over gebracht, en daar onder bevonden zich die van 15 Engelsche officieren en één onder-officier, die aan de gevolge hunner te Waterloo of te Quatrebras beko men wonden in 1815 overleden zijn. Hunne namen zgn thans op marmeren platen vermeld. De kosten van het monument werden gedekt door openbare inschrijving, aan welke het parlement eene som van 600 pond sterling toevoegde. Aldus werd bijna ƒ30,000 bijeengekregen. De stad Brussel stond den grond voor niets af en nam het onderhoud voor hare rekeningde beeldhouwer, graaf Jacques La- laing, heeft niets voor zijnen arbeid verlangd, en door het kiezen eener goedkoopero steensoort,voor het voetstuk en van de galvanoplastie in plaats van het gieten der beelden, is men met de verkregen gelden toegekomen, zonder dat de degelijkheid van het monument, naar verzekerd wordt, daaronder lij den zal Het gedenkteeken bestaat uit eene sarkophaag van rooden zandsteen, 9 meter lang en 4 meter breed. Tropeeën van helmen, vlaggen en wapenen zgn daarop geplaatst. Drie bronzen leeuwen houden de wacht bg het monument, en aan het hoofd-eindo daarvan staat het beeld van Brittannie, geknield voor het altaar des vaderlands, met haren helm in de eene en haren drietand, do spits naar bene den gekeerd, in de andere hand. In het gewelf onder de sarkophaag zijn de zestien doodkisten ge plaatst. Boren den ingang van hot gewelf is een opschrift in het Engelsch en daaronder de woorden „Mortuorum Patria Memor." f Bekend is7 dat de Amerikaansohe ingenieur Eads' geen groote scheepvaartkanalen meer graven wil, omdat hg meer heil verwacht van de schoepsspoor- wegen. Hij wil de schepen in een soort van dok laten loopen, en dan dok en al op spoorstaven over land naar een ander water vorvoeren. De dokwagen zou rusten op zes paar evenwijdige spoorstaven en door zes locomotieven worden voortbewogen meteen snelheid van 20 kilometer in het uur. Voor de onvermijdelijke veranderingen van richting en voor het wisselen wil de beer Eads gebruik maken van reusachtige draaischijven. Volgens hem zouden de schepen minder lgden van zulk een spoorreisje dan van een zeereis. Een scheepsbouwkundig ingenieur te Aberdeen (Schotland), de heer W. Smith, heeft het denkbeeld van den hoer Eads uitgewerkt. De heer Smith verwerpt de rechtlijnige wegen etr de draaischijven als te kostbaar. Zgn spoorwegen zullen, evenals de gewone, hun krommingen en zelfs hun hollingen kunnen hebben, 'dank zij een vernuftig stelsel van wagens met draaibaar onderstel, dat denken doet aan de wagens waarop boomstammen vervoerd wor-v j den. Hg wil het schip gedurende deu ganschen overtocht doen rusten op een bed van water, als een bak met water oj> wielen, in 't welk een schip 1 ligt. Zes gewone locomotieven zijn op den rechten beloofd en ikik heb mij hierheen gehaastIk kon onmogelijk nalaten U in deze droevige omstan digheden op te zoeken 1 Uw man is wel goed, ik ben hem daar zeer erkentelijk voor, zeide Estella. Plotseling echter bedacht zij zich dat zij van den heer d'Aulmoye noch een condoléance-bezoek, noch zelfs een kaartje had ontvangen. Weet hij dat gij bier zgt voegde zij daarom er op levendige toon bij. Het' lieve kopje van Odltte werd op die vraag vuurrood en zij antwoordde Ja zeker, hg weet het dat is te zeggen Maar kijk mij toch niet met zoo'n vreemden blik aanEstella, gij weet nog van ouds, dat ik nooit onwaarheid kon spreken als gij mij op die manier aankeek! Nu dus, oprecht gesproken, neen, mgn man weet niet, dat ik hier ben. Maar wat doet dat er toe? Thans, nu ik getrouwd ben zal ik toch wel het recht hebben om te doen wat mij behaagtIk kan toch moeilijk een lijstje aan hem vragen van al de magazijnen, waar hij mij vergunt inkoopen te doen Mij dunkt, ik mag mg toch vrij bewegen. Wordt vervolgd). weg voldoende voor 't werkop de hellingen zouden er wel aohttien noodig zijn. De heer Smith vindt gewone kanalen niet zoo goed Hg berekent, dat zgn scheepsspoorweg per Engelsche mijl (1608 meters) kosten zal/ 750,000 terwijl de spoorweg volgens het stelsel van Eads op 1,000,000, en een kanaal zeker wel op 2,500,000 zou komen. Voor een enkele lijn over de land engte van Panama berekent hij 37,500,000 voor een dubbele lijn f 78,750,000. Men. weet dat het kanaal van De Lesseps, indien het wordt afgemaakt, ten minste 937,500,000 zal gekost hebben. De heer Smith maakt zich sterk de opbrengsten van het Suez-kanaal te verdubbelen, indien er een spoor weg volgens zijn stelsel wordt bijgebouwd, waarvoor 75 millioen noodig zouden zijn. Ja, hg gaat nog verder, want hij wil ook de hoofdsteden en do mid delpunten van nijverheid door dergelijke scheeps- spoorwegen met de zee verbinden. Zoo spreekt hij over een lgn van Londen naar Birmingham een van Parijs naar Rouaan. „Parijs zeehaven," dat droom beeld dor Parjjzenaars, zou dan verwezenlijkt zijn. Over de practische gevolgen zal men reeds binnen eenige jaren kunnen oordeelen daar de landengte van Chiqueoto zulk eon scheepsspoorweg krijgt. De ingenieur Eads zal hem bouwen, en de Canadeesche regeering heeft er een ondersteuning voor toegestaan. Op deze lijn zullen echter geen zwaarder schepen dan van 1000 ton toegelaten worden. Door den hoer D. P. van Capellen, veehouder en handelaar te Kapelle a. d. IJsel, en vele der voor naamste veehouders en handelaars in deze provincie is aan den Minister van binnenlandsohe zaken een adres gezonden van den volgenden inhoud Geven met verschuldigden oerbied te kennen de ondergeteekendon, allen veehouders, handelaars en belanghebbenden by den veehandel op Engeland, dat, dank zij de bemoeiingen van de Nederlandsche regee ring en dank zjj vooral den gezonden toestand van onzen veestapel, welke gedurende zoovele jaren van besmettelijke ziekten verschoond bleef, ons hootfh- en wolvee sedert 1 September 1889 weder zonder slach ting aan de losplaats te Groot-Brittannië wordt toe gelaten dat, toen in November van dat jaar in Duitseh- land, in de nabijheid der Nederlandsche grenzen, het mond- en klauwzeer onder de sohapen uitbrak, de Britsche regeering eohter in het begin vgn December 1889 een besluit uitvaardigde, waarbg de voorge schreven opsluiting (detention) aan de landingsplaats gedurende 12 uren van alle vee, uit Nederland aan gebracht, werd verlengd tot minstens 3 en hoogstens 7 dagen - dat de Engelsche vee-inspecteurs echter zeker heidshalve immer den maximum- en nimmer den minimum-duur toepassen dat de Britsche regeering het besluit, krachtens hetwelk ons hoorn- en wolvee zonder slaohting aan de losplaats in Groot-Brittannie wordt toegelaten, wel is waar niet heeft ingetrokken, doch dat de Nederlandsche veehandel van die gunstige bepaling bij eene opsluiting van het vee gedurende 7 dagen geen gebruik kan maken; dat het vette slachtvee gedurende zulk een lang durig oponthoud te veel in waarde achteruitgaat, waarom de handelaars in slachtvee dan ook onmid dellijk besloten, hetzelve weder als voorheen te zen den naar Deptford (de landingsplaats waar het vee geslacht moet worden), terwijl de hooge onkosten voor voeding On oppassing, aan eene opsluiting ge durende 7 dagen verbonden, den uitvoer van melk en fokvee bijna geheel heeft doen eindigen, een uitvoer van wekelijks gemiddeld een 10-tal stuks uit geheel Nederland is toch niet noemenswaard dat niettegenstaande het mond- en klauwzeer in Duitschland in meerdere of mindere mate is blijven heerschen, en niettegenstaande het buitengewoon scherpe toezicht der veeinspecteurs bg de lossing van ons vee te Deptford, bedoelde keurmeesters on der de duizenden schapen en kalveren, sedert Decem ber 1889 tot nu toe aldaar geland, nici één stuk hebben kunnen vinden dat aan eenige besmettelgke ziekte lgdende was dat de Britsche parlementsakte, waarbg de invoer van ons vee in Engeland is geregeld, uitdrnkkelijk zegt, dat zoodra de Nederlandsche regeering aantoont dat zij alle voorzorgsmaatregelen heeft genomen tegen invoer van ziek vee, en zoolang Nederland zelf vrij is van heerschende ziekten, aan den invoer in En geland niets in den weg zou worden gelegd; dat hot de Engelsche regeering bekend is, dat ons land vrg is van besmettelijke veeziekten, terwijl, naar de bescheiden meening van adressanten, de doeltref fendheid van de door de Nederlandsohe regeering genomen maatregelen tot wering van in- of doorvoer van ziek vee voldoende wordt bewezen door het feit, dat het scherpe ondorzoek van Nederlandsch vee aan de landingsplaats te' Deptford gedurende 9 maanden niet heeft geleid tot de ontdekking van een enkel geval van besmettelijke ziekte; Om alle welke redenen zij Uwe Excellentie eer- biediglijk verzoeken, bij de Britsche regeering de noodige stappen te doen, opdat gij de opsluiting van ons vee aan de landingsplaats weder tot 14 uren ver minderen, en mochten er bg Haar ernstige bezwaren bestaan om deze gunstige bepaling voor al ons vee toe te staan, alsdan pogingen aan te wenden om den vrijen invoer in Groot-Brittannië na een oponthoud van 12 uren voor ons melk- en fokvee te verkrijgen. 'tWelk doende enz. Heeft de maan invloed op do weersgesteldheid? Deze vraag is vaak behandeld en in zeer uiteenloo penden zin beantwoord. Eene belangrijke bijdrage heeft onlangs dr. G. Meyer, te Aken, geleverd, door mededeeling vau waarnemingen gedurende 18 jaren gedaan omtrent de barometerstanden tijdens de ver schillende gestalten der maan. Om den invloed van plaatselijke omstandigheden te ontgaan, heeft hij de standen nagegaan van uiteeogelegjjn stations, nl. Chris- tiansund, Brest, Hamburg, Muncllen en Memel. Deze waarnemingen hebben geloerd, dat tusschen September en Januari bij of kort na volle maan een lage, en bij het eerste kwartier een hooge barometerstand regel is. Tot dezelfde waarneming is men van de Duitsche zeemacht gekomen. De oorzaak van het verschijnsel is nog niet verklaard. Dr. Meyer neemt aan dat de maan niet onmjiblellijk op het weder invloed oefent, maar op do beweging der bovenste luchtlagen, en dat deze weder werken op lagere doelen van den dampkring, welker toestand het weder beheerscht. Voortgezette waarnemingen zullen wel meer licht over dat vraagstuk verspreiden. Het verdrinken van den zeeofficier J. M. Zwanen beek Pauw nabij de haven van Nieuwediep is waar schijnlijk daaraan toe te schrijven, dat hij niet kon zwemmen. Op het Instituut te Willemsoord was hij niet in de gelegenheid gesteld geweest, dit goed te kunnen leerendaardoor is nu een brave zoon, in den bloei van zgn leven, aan zijne moeder ontrukt en verliest de marine in hem een kundig officier. Dringend noodig is het, dat genoemd Instituut zóó ingericht worde, dat geen adelborst het verlaat zonder goed te kunnen zwemmen, dat is toch een vereischte voor een zeeofficier. De redactie teekent hierbij pan Wg vestigen op dit sohrijven bijzonder de aandacht der bevoegde autoriteiten. Met innige deelneming in het leed der moeder, die dus haar zoon, een veel belovend, jong zeeofficier verloor, heeft men gelezen; hoe hij verdronken is door het omslaan van een sloep. Nu het bekend wordt dat hij het leven verloor doordien hij niet zwemmen kon, is het zeer te weri-j schen dat dit hoopvolle, jonge leven niet vruchteloos verloren ging en een leemte in de opleiding der adelborsten worde aangevuld. Ons schijnt wenschelijk, dat aan eiken adelborst,, na zgn plaatsing te Willemsoord, bewijs worde ge„ vraagd, dat hij goed zwemmen kan. In het eerste jaar kunnen zjj, die het niet voldoende verstaan, din onderricht ontvangen, en in de volgende jaren móet voldoende gelegenheid geschonken worden, om de kennis te onderhouden. ïn het congres der trades- Unions te Liverpool is met eenparigo stemmen een voorstel van den heer Burns aangenomen, waarin svmphatie wordt betuigd met de werkstakers in Australië on een beroep wordt gedaan op alle vereenigingen, die op het congres zyn vertegenwoordigd, om inschrijvingen te openen, teneinde de werkstakers te helpen, daar de worste ling in Australië de gewichtigste strijd is, welke ooit in de zaak der Trades- Vniom is gevoerd. De werkstaking in de Borinage schijnt inderdaad op haar eind te loopen. Hoofdzakelijk is deze gun stige wending te danken aan de tusschenkomst der hoofden van de socialistische werkliedenpartij, die deze werkstaking ontijdig achtten en er blijkbaar ton slotte, nadat de eerste poging mislukt was, in geslaagd zijn do werkstakers over te halen om althans tot na het congres van den len November, hetwelk over de algemeene werkstaking beslissen zal, den arboid geregeld voort te zetten. Van de andere zyde hebben de mijndirectie het de werkstakers gemakkelijk gemaakt aan de wenschen den Nationalen Bond der Belgische mijnwerkers gehoor te geven. Want de gestelde eischen zijn, wol is waar, niet ingewilligd, maar in hoofdzaak hebben de weikstnkers lwn doel toch wel bereikt De grondslagen toch, waarop de gedelegeerden/de| werkstakers, ingevolge oen schrijven van den proyW cialen gouverneur, hunne makkers tot hervatting van den arbeid konden aansporen, waren //lo. de directeuren der rajjnen verbinden zich, geen slachtoffers der werkstaking te maken „20. zij schorten de toepassing op van art. 8 van het reglement, wat het inhouden betreft der loonen door de subalterne ambtenaren „3o. de provinciale overheid zal terstond tot de verkiezing doen overgaan van de „raden van arbeid en nijverheid" in de gemeenten, waar deze nog niet regelmatig geconstitueerd zijn." Vooral het tweede punt is van belangde groote grief tegen het oude en verouderde reglement van 1852 toch was, dat de arbeiders, ten aanzien van het opleggen van buitensporig hooge boeten, bloot stonden aan do willekeur van ondergeschikte ambte naren en werkmeesters. De onthullingen over het Boulangisme worden voortgezet. In het vierde artikel wordt uitvoerig ge sproken over de onderhandelingen, welke Boulanger met den graaf van Parijs en de leiders der rechter zijde voerde bij de presidentsverkiezing. Op wien moest de rechterzijde stemmen Vele royalisten wilden den heer Ferry kiezen, omdat er dan burgeroorlog zou ontstaan en zij hun voordeel konden doen met den strijd, die tusschen de repu blikeinen zou uitbreken. De leiders der Royalisten achten dit echter verkeerd en stelden zich in betrek king met Boulanger, die slechts één doei had, nl. weer minister van oorlog te worden. Hem was iedere caudidaat goed, die beloofde, als hij weer president werd, hem (Boulanger) weer tot minister van oorlog te benoemen. De heer De Freycinet durfde dit niet beloven, maar de heer Floquet deed hett„zoodat op Floquet bij de eerste stemmiug doo£ ^èoulangers aanhangers werd gestemd. Het geheel e plan mislukte echter. Toen het bleek dat indiende opportunisten en de radicalen elk op hun candidaat bleven stemmen, nooit een meerder heid zou verkregen worden, sloten beide partijen een schikking en kozeu den heer Carnot, die tot geen van beide partijen behoorde. Ook toen werden nog pogingen gedaan om Boulanger in het nieuwe mi nisterie te holpen, maar geen der leidende staatslie den, die in de eerste plaats voor het vormen van een ministerie in aanmerking kwamen, wilde iets met Boulanger te maken hebben. Wie de schry ver der artikelen is, schijnt nu zeker. Ten minste de hoor Laur, ook een der gewezen Boulangisten, verklaart in „La France," dat de afge vaardigde Mermeix de „Coulisses du Boulangisme" heeft geschreven. De „Voix du Peuplo" maakt een brief openbaar van Boulanger, waarin do generaal beweert dat zijn handelingen opzettelijk in een ver keerd daglicht worden gesteld. In hoofdzaak echter dient Boulangers schrijven meer om de juistheid van hetgeen over zijn optreden wordt medegedeeld bevestigen dan dit te weerleggen, f mm!l /'^n'ransÜ->eanf" bespreekt Boulangers vriend k0*" f->eval- Ook «le heer Rochefort wist MZtS -Vaü ®ou^an?ers bezoek aan prins Jeröme te JrPrangins. De heer Rochefort beschouwt echter dit bezoek als de grootste politieke fout, welke Bou langer kou begaan, want de zwakke steun van den prins kon hem van weinig dienst zijn, terwyl hij daarentegen door dit verbond vele anderen van zich zou hebben vervreemd. De Duitscho keizer ontving dr. Peters ten gehoore, noodigde hem ter tafol en overhandigde hem de Kroonorde 3e klasse. Deze onderscheiding is dezelfde, welke indertijd aan den rijkscommissaris Wissmnna te beurt viel. De keizer deed aan dr. Peters allerlei vragen betref fende zijn jongste expeditie in het binnenland van Afrika. Op de burgerij van Berlijn heeft de houding der autoriteiten, die de militaire macht versterkten in de hoofdstad, een goeden indruk gemaakt. En dat mocht wel, „want er werd in den laatsten tijd veel gemom peld van de zwakheid der Regeering tegenover de sociaal-democratie, waarmee men eigenlijk de al te goedmoedige sociale politiek van den Keizer bedoelde, en er werd hier en daar zelfs gebibberd tegen den dag, waarop de socialistenwet zou worden opgeheven. Nu heeft men gezien, dat de Regeering er toch den gek niet mee steekt. De Keizer van Oostenrijk wordt 17 dezer om 1 uur te Breslau verwacht. Z. M. eet bij de Duitsche Keizerin en vertrekt om 3 uren naar Rohnstock. Geen enkele deputatie zal door den Keizer worden ontvangen tengevolge van gebrek aan tijd. Om aan de behoefte van hooge politiek eenigszins tegemoet te komen wordt te Berlijn veel gesproken over een brochure, welke daar elk oogenblik ver schijnen kan. Zij handelt over Bulgarije en verschijnt gelijktijdig in het Fransch en in het Duitsch. Zij moet afkomstig zijn van een gewezen Duitschen, amb tenaar en heeft tot titel: „Steht in Bulgarian eine Katastrophe bevor?" De strekking der brochure is uitvoerig aan te toonen, dat de tot hiertoe algemeen op rekening van Vorst Alexander gestelde vooruit gang in beschaving van Bulgarijo alleen te danken zou zijn aan de Russische generaals, die aanvankelijk onder hem werkzaam waren. Onder Vorst Alexander zou er in Bulgarije een verschrikkelijk verward huis houden vgeheerscht hebben. Bulgarije, zegt de schrij-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2