334steStaats-loterij Bulteolandscb Overzicht. van In den Haag houdt rich eene netgekleede juffrouw op, die, om onder dak te komen, hare toevlucht neemt tot het volgende kunstje. Voorwendende, enkele dagen daar te moeten ver toeven om eene geneeskundige operatie te ondergaan, of iets dergol^ks, huurt sq eene kamer met pension en «huiselijk verkeer". De arme vrouw stort telkens heete tranen over haar ziekelijken toestanddie haar o. a. noopt spiritualia in groote hoeveelheid te ge bruiken natuurlijk slechts «uitwendig". Vervolgens tracht zij vriendschappelijke kennis aan te knoopen met de contubernalon, discht ontzagwekkende ver halen op van de welgesteldheid harer familie, het voorbeeldig gedrag harer kinderen, enz. enz. Komt na eenigen tijd van rust en betrekkelijke weelde de aap uit den mouw, dan zoekt dè juffrouw dood kalm een ander domicilie, de hospita mot haar schuldenboekje achterlatende. (Avdp.) In een brief dd. 3 October 1889, van pater Haghenbeek, van de Sociëteit van Jesus, missionaris bij de Uraons (Bengalen,) komt het volgendo voor Ëenige maanden geleden, tijdons mijn rondreis in het noorden van Dighia, was ik te Barambaï geko men eu had ik mijn verblijf genomen onder do ve randa van een Bunijari, dien ik in Januari van dit jaar gedoopt had. Daar zijnde, zag ik een razenden hond snel binnenloopenhij beet zes of zeven lieden onder welke twee van mijn dragers, en bracht hun diepe wonden toe. Ik gelastte onmiddelijk, stukken gzer gloeiend te maken, om de wonden uit te bran den, maar de lieden zagen mij lachende aan «Wel, Saheb," zeiden zij, «dat beteekent niets, wij hebben een uitstekend middel tegen de razernij Gij zult zieu." De hond was teruggekeerdeen der mannen sloeg hem met eeu hout dood, een ander sneed het beest den buik open, nam er*'de lillende lever uit, sneed die in stukken en gaf daarvan een stuk aan ieder der gewonden, die het rauw en bloedend opaten. Er is voor hen niet het minste gevaar meer, werd mij betuigd. Daar ik ongeloovig bleef en nog aandrong op de uitbranding, bracht men een man bij mij, wiens been diepe litteekenen had. Vijf jaren te voren door een grooten razenden hond gebeten, had hij een stuk rauwe lever van het dier gegeten en nooit eenig gevolg van zijn wonden ondervonden. Dit vooral had plaats tegen het einde van Maart, en nu, 3 October, zijn de wonden genezen en al de lieden bleven gezond. Wat moet men gelooven van dit middel, en wat zou Pasteur ervan zeggen De inboorlingen bewereu zelfs dat het geneesmid* del, toegediend aan iemand die door razernij is aan getast, hem onfeilbaar zal genezen. De heer Woltman schrijft uit Menado (Ned. Indië) aan De Kampioen «Het rijwiel is hier in de Minahassa zoo goed als onbekendeen kennis van me en ik zijn de eenigen, die de wielersport hier beoefenen. De wegen zijn hier prachtigzelfs beter dan in Padang Batavia of Soerabaja. WTij rijden bicycle, alhoewel de Safety hier eigenlek thuis zou behooren, omdat het hier vrij bergachtig is. «Slechts enkelen in de binnenlanden hebben een rijwiel (karetta, roda zeggen de Inlanders] gezien. Kom ik een dorp binnenrijden dan is er haast geen Ja, beste kind, dat is het woord. Je man moet alles weten wat je doetje hebt niet het recht hem iets te verbergen. Dat is wat mooisZou hij mij alles vertellen wat hij doet Noemt hij mij alle plaatsen op waar hg heengaat? Als ik het hem vraag, begint hij te lachen. Dat is niet hetzelfde. Je behoeft hem niet alle kleinigheden te vertellen, maar je moet zoo leven dat, als hij je ondervraagt, je nooit bevreesd behoeft te zijn om hem de waarheid te zeggen. £)dette had verlegen het hoofd gebogen. Je zul' hem zeggen, dat je mij een bezoek hebt gebracht. Nooit. Je zult het hem zeggenniet dadelijk, als je wilt, tenminste als hij er niet naar vraagt. Je zult het hem zeggen omdat, indien hij het bij toeval vernam Wie zal het hem vertellen? Hoe kan ik dat weten Als hij het toevallig te weten kwam, zou dat voor jou eene vreeselijke vernedering zijn, en bovendien zou je leven vergif tigd zijn, want hij zou nooit meer vertrouwen in je stellen. Zij bad hare armen weder om den hale van haar .dochieije" geslagen en hield haar tegen haar borst gedrukt. Vertrouwen, Odette, is de eerste voorwaarde voor het geluk in het huwelijk. Men kan zich ver- doorkomen aaniedereen loopt uit zjjn huis om dat wonderbare ding te bezien. Ik ben eens een dorp binnengereden, waarvan de bevolking toen ze my zag aankomen, in allerijl in huis vluchtte. «Zelfs krijg ik soms uitnoodigingen van Inlandsohe hoofden om eens met myn «Stalen ros" bij hen te komen. Ik voldoe hier meestal aan. «Eens was ik met mijn rijwiel by een inlandsch hoofd nadat hy 't wiel nauwkeurig bezien had, zei hij mij in gebroken Hollandsch«Een wonderbaar ding Wat is toch de mensch «Zij kunnen maar niet begrijpen hoe of men met zoo'n ding sturen kan. «Des ochtends van 5 tot 7 en des avonds na zessen kan men hier 't geschiktst rijden, daar het anders te warm is." In het September-nummer van de Vragen deTijd» zijn eenige beschouwingen opgonomen van den civiel- ingenieur A. C. J. van Eelde over het zgn. zónen- of gordeltarief. Men weet wat met die uitdrukking bedoeld wordt. Het tarief heeft tot grondslag, dat men voor elke plaats, in een zelfden kring gelegen, hetzelfde betaalt. Men verdeelt dus, voor elk sta tion, de andere stations naar gelang van hun af stand in bepaalde kringen of gordels, en voor elk station binnen zulk een gordel gelegen, ook voor het verste, betaalt men denzelfden vraohtprijs als voor het naastbij gelegen station. De heer v. Eelde heeft nu berokond, wolk ver schil de twee stelsels van tarieven onder de tegen woordige omstandighoden zouden geven. Hy nam daartoe het station Zutfeit gedurende een stille eu een drukke maand, te weten gedurende Januari en Augustus, en verdeeldo ons land in zeven kringen, de eerste tot 25 KM., de tweede 25—40 KM. enz. tot den zevendo boveu 200 KM. Hij vond nu, volgens het tegancoorduj tarief van het binnenverkeer op de staatsspoorwegen Aantal plaatskaartenin Jan. 1889, 1732; in Aug. 1889, 3000. En het bedrag was ƒ3522.40 en ƒ6350.25. Volgens het gorieltarief daarentegen zou het zyn In Jan. 1889, 1732; in Aug. 1889, 8000. En de opbrengst: ƒ2943.05 en 5328.65. Indien men het totaal bedrag der opbrengst, die bij de toepassing van het gordeltarief in de maanden Januari en Augustus 1889 zou zyn verkregen, als grondslag aanneemt, ziet men, dat Januari met 579.35 of 19® pOt. en Augustus met 1021.80 of 19® pCt. vermeerderd had moeten worden, om de werkelyk verkregen ontvangsten te bereiken. Dit laatste punt uitwerkende, komt de heer van Eelde tot de gevolgtrekkiug, dat 1. de noodige ver meerdering van het aantal reizigers, wil men met het gordeltarief dezelfde opbrengst bereiken als met het tegenwoordige tarief, in beide maanden percents gewijze nagenoeg gelijk is; 2. dat, vergelijkt men de totaalcijfers, het aantal reizigers, die te Zutfen in 1889 meer moesten plaats nemen om dezelfde op brengst als tegenwoordig te ontvangen, per dag nog geen 19 bedraagt. In de drie richtingen, zijnde voor elke richting zes treinen, zou dat voor eiken trein ongeveer één zijn. Toch verheelt de schryver niet, dat de invoering van het gordeltarief, voor de maatschappij die dit doet, een groot waagstuk blyft. Kr zijn wel voor beelden, dat de invoering een buitengewoon groote gissen, men kan fouten begaanmaar als ieder er zeker van is dat de ander hem nooit zal bedriegen, zijn de menschelijke dwalingen niet meer dan het onvermijdelijk deel van zorgen, dat wij, op aarde hebben te dragen en men bemint elkander, al kibbelt men wel eens Je bemint immers je man O, ja als hy niet onaardig is. Hij is niet onaardig, hij is jong. Hij zal zich luieren dat zal je zien. Wel, je weent immers niet meer Welnu, op een keer als hij goed gemutst zal zijn, zal je hem vertellen dat je mij een bezoek hebt gebracht, dat je niet dacht daar verkeerd aan te doen en je zult niet wederkomen, Odette, nooit weer tenzij hij zelf je hier brongt. Wil je mij niet meer zien vroeg de jonge vrouw, ontsteld opstaande. Ik ontzeg mij zelve mijne eenige vreugde, ant woordde Estelle, maar het is mijn plicht, evenzeer als de uwe. Odette zag haar «moedertje" in de oogen en las daarin zooveel gelatenheid, zooveel opoffering, dat zij haar bart voelde ontroeren. Eene grootheid van ziel, van welker bestaan zij tot nu toe geen vermoeden had gehad, ontvouwde zich voor de eerste maal voor haren geest en boezemde haar eerbied in. Zij onder wierp zich zonder verder verzet. Je zult mijn man verachtenzeide zij, zich wel wat schamende dat zij hem zoo beschuldigd had. Neen. Ik duid het hem volstrekt niet euvel. En nu, mijn kind, keer naar huis terug, opdat hy niet vermeerdering van het aantal reizigers tengevolge had. Men neme maar Hongarije. Op de spoorwe' gen aldaar reisden van 1 Augustus 1888 tot 31 Maart 1889 2,898,320 personen. Den lsten Augustus 1889 werd het gordeltarief ingevoerd; nu was het aantal reizigers van 1 Augustus 1889 tot 31 Maart 1890 byna acht millioen! Een zoo groote vermeerdering zal echter wel niet voorkomen, en daarom blyft de risico, dat de tegenwoordige opbrengst met het gordeltarief niet wordt bereikt, Overigens is het een voordeel, dat ook by een zeer groote vermeerdering der reizigers voorsbands aan geen uitbreiding van materieel heoft gedacht. Vol- gens het verslag van de Exploitatie Maatsohappy over 1889 was slechts 16.71 pCt. der beschikbare plaatsruimte in rijtuigen bezet. De galavoorstelling, in de daarvoor opzettelijk opgeslagen tent, door Carré voor de Koningin en de Prinses met hare genoodigden te Apeldoorn gegeven, is uitstekend geslaagd. Het gezelschap deed natuurlijk zyn best om iets meer dan gewooiis te leveren en de stemming onder de toeschouwers in het keurig gedecoreerde circus was alleraangenaamst. De Prin ces, die, zorale men weet, een bijzondere voorliefde voor paarden heeft, vermaakte zich kostelijk, zoodat H. M. den heer Carré en zijne echtgenoote liet ont bieden, zieh met hen geruimem tijd onderhield en den heer Carré haar bijzonder compliment maakte, verklarende nooit op deze wyze een ciïcusvertooning te hebben gezien. Princes Wilhelmina krygt tegenwoordig onder toe zicht van den heer Steers, chef van het staldepartement, in de open manege van het paleis rijles. Zij maakte goede vorderingen en toont geen vrees. Koken is verder een van haro lievelingsbczigheden, en daar zjj zich gaarne met allerlei liefhebbereitjes bezighoudt, is zjj nu ook aan het metselen gekomen met een kalkbakje en een truffeltje en steentjes, op zettelijk voor baar vervaardigd. Aan de rode, by de opening van het «Congres voor Ntjverheids-hygiène eu reddingswezen te Am sterdam" door den minister van justitie Ruys van Beerenbroek gehouden ontleenen wij het volgende Spreker heeft gaarne de eer aanvaard om op te treden als eere-voorzitter van het Congres. Hjj be schouwde deze onderscheiding niet als eene hulde voor hetgeen hjj als minister op het gebied der sociale wetgeving reeds gedaan heen. Want dit is luttel. Maar wel als eene erkenning van zjjn streven, om in de richting zijner voorgangers den arbeid voort te zetten. Als onderwerp eener beschouwing, passende voor de plechtigheid, wenschte spr. eenige oogen- blikken stil te staan by de taak des wetgevers met betrekking tot de oplossing van het arbeidsvraagstuk. Hjj richtte zich eerst tot het verleden en wees er op, dat voorheen de arbeider in gunstiger toestand ver keerde dan tegenwoordig. Alleen de volwassen ar beider was toen in staat het werk te verrichten. In de instelling van het gildewezen vond hjj hulp en steun en een middel om zich maatschappelijk te doen gelden. De middelen van vervoer waren gering, de productie was beperkt. Daardoor waren de indus trieels verhoudingen gunstiger, de strijd tusschen kapitaal en arbeid \bestond niet. Eerst de voortbren gende kracht van de machine heeft dezen veroor zaakt. De voortbrengende kracht wordt door de machine verhonderdvoudigd. Het natuurljjk gevolg ontevreden zij over uw lang uitblijven. O, ik heb je zeer lief het kost mij heel wat je zoo weg te zenden Zal ik je niet weerzien? Misschien. Maar ik zal je dan schrijven. Neenje zoudt je brieven moeten verbergen. Niets. Dat is beter. Het kind sloeg de armen om den hals harer vriendin en snikte. Adieu, lieve Zjj geleidde Odette tot aan de trap en zag haar na terwijl zij naar beneden ging, zoo slank, nog zoo weinig vrouw, zoo weinig voorbereid op den strijd des levens. Even vóér zessen kwam Benoist. Zij verbaasde zich er over, dat hjj zoo druk, zoo bewegelijk was. Na haar met een paar woorden medegedeeld te hebben, dat de begrafenis zonder wederwaardigheden was afgeloopen, ondervroeg hij haar op zyne beurt: Ik begrijp immers goed, dat gij niemand hebt gezien Toch wel, ik heb een bezoek gehad, antwoordde Estelle glimlachend. Ik had nog oene vriendin, in weerwil van al het gebeurde, eene gezellin uit mijne jeugd, mejuffrouw De Polrey, thans mevrouw d'Aul- moye. D'Aulmoye P Wordt vervolgd). kwam, dat Ferry was gekozen zou de gewezen com muneman met zijn Blanquisten terstond het stadhuis bezetten. Ferry's verkiezing zou dus het sein geren tot de uitroeping der commune. De stryd, die onvermijdelijk scheen, werd echter overbodig toen de heer Carnot werd gekozen. Indien de royalisten op den heer_ Ferry hadden gestemd, zou de leider der opportunisten zeker de vereischte meerderheid hebbep verkregen, maar dit geschiedde niet, ofschoon vele royalisten en Bonapartisten Ferry's verkiezing en den daardoor te verwachten strijd in hnn belang achtten. «Deze terugtocht van de rechterzijde" schrijft de heer Rochefort «heb ik nooit kunnen begrijpen. Ik heb gemeend, dat de monarchisten bang waren voor onze dreigende houding, maar nu eerst ver neem ik, dat het besluit der rechterzijde het gevolg is van een geheime afspraak tusschen de leiders der partij en generaal Boulanger." Aan Boulanger komt dus de eer toe Frankrijk van Ferry verlost en den burgeroorlog vermeden te hebben en daarom is de heer Rochefort van mee ning, dat de generaal een beter lot heeft verdiend dan nu van aile kanten wegens zjjn onderhande lingen met de Bonapartisten en monarchisten hard te worden gevallen. Geheel onverdiend zijn echter do speldeprikkan niet, waarmede de Fransche republikeinsche bladen den banneling van Jersey weer overstelpen. Zoo o. a. stelt een der bladen tegenover het bevestigde verhaal van Boulanger's bezoek te Prangins het bekende manifest«Aan het volk, mijn eenigen rechter." In dit manifest, dat Boulanger uitvaar digde in antwoord op het requisitoir van den pro cureur-generaal Quesnay de Beaurepaire bij het proces voor den Senaat, zeide hij o. a.«Gij zegt dat ik te Prangins ben geweest. Ik tart u dezen dwazen leugen, zelfs door een enkele getuige te bewijzen." De eenige der hoofdleiders, die buiten het spel blijf, is de hoer Laguerre. Deze gewezen Boulau- gist verklaarde in zijn blad, Ia Tresse, dat men van hem geen mededeoling over het Boulangisme behoeft te verwachten. Daarentegen mengen zich steeds meer andere leiders der beweging in het twistge schrijf, zoodat de geheele waarheid eindelijk wel aan het licht zal komen. 4e Klasse. Trekking van Woensdag 3 Sopt. 1890. had moeten geweest zyn het verschaffen van meer vryen tyd aan de arbeiders en hunne kinderen. Het tegendeel vond plaats. De goedkoopere vrouwen en kinderarbeid verdrong die£. van den man, nacht arbeid werd in vele fabrieken regel. Na de invoering der machine nam nergens de in dustrie eene zoo hooge vlucht als in Engeland. Reeds in 1802* kwam aldaar eene wet tot stand re gelende den arbeid van kinderen in de textiel industrie. Sinds heeft de wetgever de staatsbemoeiing steeds verder uitgebreid, en zag men na de herhaald gehouden parlementaire enquête's nieuwe wetten ge boren worden. Zoo werd reeds in 1850 een normale arbeidsdag ingesteld, welke, in verband met een tel kens beter georganiseerd staatsinspectie, onwaardeer baar goede gevolgen heeft gehad èn voor de productie èn voor de gezondheid der Werklieden, voor de alge- gemeene welvaart en d« ontwikkeling der industrie. De preventieve staatszorg ter voorkoming yan onge lukken bij den arbeid werd in 1878 geregeld, en daarmede aan een tweeden eisch van het billijkheids gevoel voldaan. Naast Engeland heeft Zwitserland zich te beroemen op eene groote ontwikkeling ton opzichte der wetge ving op den arbeid. De wet van 1877 bezit bepa lingen van verstrekkende beteekenis en huldigt ook het beginsel der preventieve staatszorg. Volgons art. 3 bijv. moet hij de oprichting van elke fabriek het plan der inrichting eerst door de bevoogde autoriteit zyn goedgekeurd ait. 5 regelt do verantwoordelijkheid van den werkgever tegeno ver zijne arbeidersart. 10 roept den normalen ar beidsdag in het leven van 11 uren, ook voor den volwassen werkman. Daar spr. zich beperken moet, wensoht hij alleen nog te wijzen op de Oostenryksche wet van '85, ook een normalen arbeidsdag van 11 uur vaststellende, op de herhaalde pogingen in Frank rijk ter uitbreiding van de wet van 1874, op hetgeen ih België, Denemarken, Spanje, Zweden geschied is tot regeling van den arbeid van kinderen en jeug dige personen. Eindelijk staat hy stil by de Duitsche wetgevingde «Gewerbeordnung» van 1883 ,en de wet op de «Unfallversioherung" van 1884. In tegen stelling met Engoland en Zwitserland huldigt Duitsch- lamt het repressieve stelsel, en komt do wet aldaar tusschenbeide met het oog op de vergoeding der door de werklui te lyden schade by ongelukken, die hem treffen buiten eigen schuld. Do «Unfallversi- cherung-Gesetz» heeft eene diep ingrypende maat schappelijke boteekenis, .omdat zy nagenoeg alle las ten den werkgever oplegt. Een voorstel tot belang rijke uitbreiding der «Gewerboordnung" is dit jaar bij den Rijksdag ingediend. Spreker vestigde voorts den blik op ons eigen land, alwaar eene omkeering ten opzichte van het verantwoordelykheidsbewustzyn na invoering dor machine als beweegkracht niet is uitgebleven. Ne derland had een tijd (16e, 17e, en het begin der 18e eeuw) dat aan de spits stond der nijverheid. Allengs verviel de industrie echter, en onder dé Fransche overheersching scheen zij voorgoed wegge kwijnd. Met de terugkomst van het Huis van Oranje en onze wederopstanding tot eer. onafhanke lijk bestaan, scheen ook nieuw leven te zjjn gestuwd in de aderen der nijverheid. Verder onze bemoeiing op wetgevend gebied be schouwende, wees spreker op den eersten stap in de goede richting gedaan, door aanneming van het 1ste gedeelte van Van Houten'a wet tegen den overma- tigen arbeid en verwaarloozing van kinderen (1879). Voorstellen in 188284 gedaan door de ministers Du Tour en Modderman tot uitbreiding dier wet, leden by hunne behandeling telkens sehipbreuk op de onbekendheid der volksafgevaardigden met den feitelijken toestand. Eerst de enquête in 1886, op aandringen van mr. Goeman Borgesius e. a. onder nomen, bracht omtrent dien toestand meer aan het licht en hoewel de arbeid der enquête-commissie verre van vollodig kon zyn, had zij voor zioh zelve en anderen in 1887 toch genoeg licht ontstoken, dat zjj, als conclusie van haar rapport, tot uitbreiding dor wet van 1878 mocht adviseeron. De vorige regeering bleef dan ook niet in gebreke de noodige voorstellen tot uitbreiding te doen; alleen de ontbinding der Kamers, na de grondwetsherzie ning, hoeft die voorstellen onafgedaan gelaten. En zéé vond de tegenwoordige regeering het terrein voldoende voorbereid om onmiddellijk bij haar optreden in uitzicht te stellen, dat zij op hare beurt zou po gen op sociaal gebied verbeteringen tot stand te brengen. De wet van 5 Mei 1889 is de eerste vrucht van dit streven, en het is spreker een genoegen te constateerén, dat de regeering bij haar arbeid op den steun heeft mogen rekenen van allen, zonder onder scheid van politieke gezindheid. Blijkens het pro gramma van dit congres zal er ruimschoots gelegenheid zijn de deugden en gebreken dier wet van 1879 te toetsen en te beoordeelen. Ten slotte wees spreker op het streven om langs internationalen weg tot oplossing .der sociale quaestie te komen. Reeds in 1881 werd door de Zwitsersche bondsregeering eene poging om eene internationale regeling voort to bereiden, beproefd. Dat ondanks het mislukken der pogingen in deze richting, de zaak aan de orde blyft, hiervoor is het bewijs te vinden in de dit jaar gehouden conferentie van Berlijn, al waar gedelegeerden van 14 Europeesohe staten te zamen kwamen. Ook Nederland was vertegenwoor digd, en spreker meende als zijne meening te mogen te kennen geven, dat indien de denkbeelden op de Berlijnsohe conferentie uitgesproken een practisoh uitvoerbaren vorm hebben aangenomen, geen Neder- landsche regeering achterwege zal blijven om tot de verwezenlijking dier denkbeelden mede te werken. Spreker durfde dit zoggen, omdat hij daarmede de geest vertolkt van het Nederlandsche volk, dat wel de vryheid lief heeft, maar in de eerste plaats de maatschappelijke orde wensoht te handhaven! Gisterenmiddag is te Londen een groote veree- niging gehouden van Engelsche readers, wier onder nemingen een kapitaal van 100 millioen p. st. ver tegenwoordigen. Met algemeene stommen werd een voorstel aangenomen, om een bond van alle 'loeders in Groot-Britannië te vormen, die bond zal zioh bezig houden met de quaestie van den arbeid vooral met het doel om zich togen de dwingelandij der Trades-Union» te verzetten. De centrale raad van den bond zal te Londen gevestigd zyn. Een bericht van Maandag ochtend 9 uur uit Ber gen bevestigt de verwachting, dat het werk in de mynen der Borinage hervat zou worden. Van de ruim 12,000 werkstakers van Zaterdag waren er Maandag ochtend omstreek seen tienduizend weder op het appél. Wol gingen er Zondag in de verschillende meetings nog stemmen op die tot volharden aan spoorden, of die hunne ontevredenheid luchtten over de aanvoerders, die hen tot eene werkstaking ver lokt hadden, welke eindigde zouder dat aan de ge stelde eischen voldaan was, maar de groote meer derheid scheen in te stemmen met hen, die zeiden dat de mijnwerkers hun eisch niet laten vallen, maar thans voldoening kunnen vorwachten, d. i. af keuring en wijziging van het oude reglement van 1852, van de «raden van arbeid en nijverheid", welke in de eerstvolgende weken in de verschillende gemeenten zullen byeenkomeu. De Nord, het bekende officieuse Russische week blad, geeft nu eindelijk 't duurt daar altijd lang haar oordeel over de ontmoeting op Peterhof. Het luidt aldus «Hot verblyf van Wilhelm II in Rusland, is afgeloopen onder even gunstige ver schijnselen als het begon. Zonder eenigen twyfel neemt de Koizerlijke gast van Alexander III de overtuiging mee en laat hy de overtuiging achter, dat de vrede van Europa kan en moet worden be waard. Het terrein was trouwens volkomen voor bereid door de vroegere, zoo uitdrukkelijk vreed zame verklaringen der twee Souvereinenmaar de ontmoeting te Narwa zal daaraan den invloed heb ben toegevoegd, wolkon in de menschelijke zaken persoonlijke betrekkingen en mondelinge mede- deelingon oefenon. Het zal gemakkelijk vallen de openbare meening te overtuigon van den in hooge mate en in ajlo opzichten bevredigenden aard dezer ontmoeting. De houding der pers in alle landen van den aanvang af is er het bewys voor. Afgezien van de Duitsche en Russische Organen, hebben de Engelsche bladen, hun gewone uitvallen schorsende, de samonkomst der twee Keizers gunstig opgenomen. De Italiaansche Regeeringsbladen hebben haar toe gejuicht. De Oostenrijksch-Hongaarsche bladen heb ben, ondanks de onverzoenlijkheid der Magyaren, blijk gegeven van gematigheid en optimisme. De voornaamste Fransche bladen eindelijk hebben zich, en terecht, kalm en vertrouwend betoond. Kortom, de ontmoeting te Narwa is een der zeldzame poli tieke gebeurtenissen geweest, welke de nagenoeg oenstemmige goedkeuring van het Europeesch publiek hebben weggedragen. En dit bewijst onder meer, dat in den grond, en wolke de uiterlijke schijn moge wezen, de wenschen en aandriften evenals de belangen aller volken naar rust en veiligheid uit gaan." Men ziet, de Nord is eigenlijk wel wat te lief over de zaak, zoodat men eigenlijk niet recht weet, of zy 't wezenlijk meent. De heer Henri Rochefort neemt nu ook deel aan de onthullingen van het Boulangisme en schrijft in den «Iutransigeant" een lang artikel, onder het opschrift«verklaring van een getuige." De heer Rochefort bevestigt hetgeen over de presidentsverkiezing is medegedeeld. «Ten einde te verhinderen, dat de heer Ferry werd gekozen zegt Rochefort zouden wij allen, evenals Bou langer de maan en de sterren beloofd hebben, aan ieder die ze' ons had gevraagd." Vreezende dat Ferrv zou- worden gekozen begon Rochefort, in overleg met den heer Clemonceau en met behulp van, «generaal" Eudes die verzekerde dat alles gereed was Zoodra uit Versailles het bericht No. 9401 5000. No. 1363 en 14098 1000. No. 8004 400. No. 5501, 6656, 8163 en 11253 100. Prijzen 65: 48 2547 5249 8257 11728 14209 16405 18835 61 2563 5366 8262 11788 14217 16432 18845 166 2579 5425 8388 11804 14256 16435 18859 272 2538 5459 8395 11907 14305 16450 18906 287 2598 5469 8430 11997 14354 16493 1S908 316 2710 5547 8449 12031 14355 16510 18945 330 2713 5566 8600 12074 14409 16584 18949 369 2741 1598 8666 12139 14421 16597 18957 452 2789 663Ó 8685 12154 14457 16673 18984 496 2792 5651 8774 12198 14475 16722 18998 515 2864 5743 8784 12218 14562 16766 19051 539 2922 5764 8810 12283 14572 16814 19062 583 3070 5892 8838 12323 14612 16819 19085 608 3090 5899 8869 12351 14659 16826 19161 651 3183 5910 8913 12383 14701 16830 19184 717 3221 5920 8956 12390 14739 16866 19212 739 3238 6022 8959 12473 14745 16922 19284 764 3263 6063 8966 12506 14750 17012 19287 797 3341 6068 9014 12514 14817 17014 19345 895 3361 6070 9034 12578 14826 17063 19436 992 3396 6091 9057 12629 14832 17078 19583 1003 3486 6319 9067 12656 14861 17101 19613 1089 3526 6348 9183 12662 14896 17115 19646 1150 3757 6349 9192 12768 14955 17180 19648 1172 3764 6361 9388 12793 14960 17205 19690 1182 3788 6443 9436 12816 15010 17232 19695 1210 3835 6478 9470 12996 15040 17237 19724 1242 3920 6528 9566 13064 15053 17284 19755 1245 3929 6566 9608 13119 15135 17299 19767 1266 4002 6680 9727 13120 15247 17470 19785 1293 4032 6747 9806 13147 15259 17559 19833 1430 4091 6757 9876 13155 15260 17564 19906 1492 4132 6759 9950 13157 15289 17630 19933 1531 4174 6826 10036 13188 15342 17693 19945 1547 4191 6830 10103 13196 15886 17725 20019 1574 4204 6976 10106 13207 15441 17850 20084 1592 4228 7137 10140 13241 15501 17959 20114 1670 4237 7140 10169 13266 15518 17983 20182 1699 4303 7190 10226 13315 15577 18257 20210 1700 4338 720010366 13354 15592 18310 20275 1742 4369 7209 10493 13452 15599 18315 20308 1848 4407 7214 10521 13468 15650 18383 20356 1940 4408 7325 10592 13529 15703 18386 20419

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2