BINNENLAND. Bultenlandsch Overzicht. Toch ligt in da mededeeling van onzen zegs man eene waarschuwing. Br bljjkt uit, dat het een ernstige strijd is, waarbij niet alleen verschil bestaat over theoretische begrippen; de uitslag zal practische gevolgen hebben, welke voelbaar zpn in alle kringen. De quaestie is niet alleen, welke heeren in Den Haag de ministerieels zetels zullen bezetten, maar welke geest zal voorzitten bij de leiding der gemeente zaken en alle takken van publiek beheer. Het is zeker het recht der tegenwoordige meerder heid te eischeu, dat hun heerschappij vruchten drage voor het practische leven, maar ons recht en onze plicht is te zorgen, dat de toepassing van denkbeelden, die wij verderfelijk achten, zoo kort mogelijk dure. Hoe duidelijker het gevaar den kiezers wordt, hoe meer hoop wij hebben dat deze tot gezonder opvattingen zul len terugkeeren. Voor de beslissing over de vraag, wie na 91 de teugels voeren zullen, zal de uitkomst van het aanstaande zittingjaar der Kamers van groot gewicht zijn. De loop der parlementaire gebeurtenissen zal waarschijnlijk daarbjj den doorslag geven. Gelukt het iets blijvends tot stand te brengen, dat eenigszins beantwoord aan de bij de stembus gedane beloften en daarbij de eenheid te bewaren in den boezem der rechterzijde, dan zal de regeeririgepartij mis schien bjj voortduring op den steun der kie zers kunnen rekenen. Op de vooruitzichten daaromtrent komen wjj later terug. GOUDA, 8 September 1890. Gisteren zijn op het Stadhuis 172 personen recht streeks van het kalf ingeënt. De heer M. den Oudsten, onderwijzer aan de 2e openbare kostelooze school alhier, is benoemd tot onderwijzer in het teekenen aan de Normaalschool te Bergambacht. A. 8. Woensdag te lO'/j uur zal door den Z. Eerw. Heer P. C. Th. Malingré, de eerste steen gelegd worden voor de nieuw te bouwen kapel op de nieuwe R. K. begraafplaats alhier. Gisteren was het voor het personeel der firma J. Kortenoever en Zoon een ware feestdag. Ter ge legenheid van het onlangs door den heer H. C. Kortenoever gevierde zilveren huwelijksfeest werd genoemd personeel met hunne vrouwen door hem uitgenoodigd tot een feestelijk uitstapje naar Den Haag en Scheveningen, dat gisteren begunstigd door prachtig weer plaats had, onder geleide van den heer J. Kortenoever HCzn. Men maakte een prachtige wandeling door het Haag- sche Bosch, gebruikte een uitstekend middagmaal in de Volksgaarkeuken op den Stationweg om ver volgens per stoomtram naar Scheveningen te gaan, waar men zich kostelijk amuseerde o. a. ook in de Moutagne Ruste, Het prettige feesttochtje werd ge kenmerkt door uitstekende orde en zal nog zeer lang in aangename herinnering blijven bij allen, die er aan deelnamen. De persoon, die door eon vélocipèdist werd aan gereden, waarvan wy in ons vorig nummer melding maakten, is met een gebroken been in het Gasthuis opgenomen. Van de door de Ned. Rijnspoorweg aangeboden gelegenheid om des Zondags voor verminderd tarief van Gouda naar don Haag te kunnen reizen, maakten gisteren 329 personen gebruik. Van de goedkoope gelegenheid om voor 1.04 naar Amsterdam te gaan om de Tentoonstelling te kun nen bezoeken, maakten 45 handwerkslieden gebruik. Naar Dordrecht werdou aan het station 60 retour- biljetten afgegeven. Gisteren werd door een 600-tal personen gebruik gemaakt om met de Stoomboot „De IJsel II" een pleiziertocht naar Dordrecht te maken. Bij aankomst te Gouda, viel een der passagiers, die 't eerst op den wal wenschte te zijn te water, doch werd spoe dig gered. Gisteren morgen liep een jongen naar de vliegers te kijken, en viel daardoor in het water der Var kenmarkt. De zwemmeester J. M. Groeneudaal zag het, sprong te water en bracht hem op het drooge. Op de Haagsche Hondententoonstelling zijn de volgende prgzen toegekend aan honden, ter opluis tering ingezonden E. P., Nos. 262 en 263. Flets on Mate (Iersche setter), van mevr. Van dor Loch de CleroqVan Rappard, Zierikzoe. Ie pr., No. 201, Guy of Braunfelt, van L. M. van Leeuwen, Loosduinen. 2e pr., No. 269, Red Girl, (Iersche setter), van C. A. Hiebendaal, HeesNo. 265, Duchette Fairy (Eng. setter), van C. Verduin, Rotterdam No. 285 en 286, ffaldine en Pitt, (dashonden), van A. Suther land Rooyaards, Assen. 3e pr., No/261, Ja Roussotte, (Iersche setter), van A. L. Courée, Delft. 4e pr., No. 275, Meetor, van J. N. Blaauw, 's-Gravenhage. R., No. 267, R/iana, (Gordon setter), van J. van den Burg, Gouda. Z. E. V., No. 283, IHnchem, (dashond), van R. R. H. toe Laer, Baarn. E. V., No. 259, Snipte, (Iersche setter) van Le Fèvre de MontignyNo. 264, Mist Conuy(Eng. setter), van dr. Bakker Niemeijer, GoudaNo. 266, Sham, (Gordon setter), van J. v. d. Burg No. 284, Waldy, (dashond), van J. van der Moblen, Haarlem. V., No. 269, Ilectorvan mr. C. van Appeltern, Haag No. 279, Pollux, (patrijshond), van J. P. Driessen, Rotterdam, en No. 287, Waldmoustvan Moncheu, Haag. Voor het veilighoidsmuseum, uitvloeisel der ten toonstelling, zijn reeds 40 inzendingen afgestaan. Daaronder verdient in de eerste plaats genoemd to worden de gezamenlijke inzending van de ingenieurs van het stoomwezen, de hoeren Piepers, Van Dissel, Kooy en Hosseling, eene verzameling eenig in haren aard, en daarnaast de inzending der Noderl. Gist en Spiritusfabriek en negen anderen, die in de groe pen 315 en 17 inzonden. De Vereeniging tot bevordering van fabrieks- en handwerks-nijverheid in Nederland, van welke het museuraplan is uitgegaan, heeft, in afwachting der voorstellen omtrent de plaatsing van het museum, een der lokalen in het Paleis voor Volksvlyt tot voorloopigo borging verkregen. Het dagelyksch bestuur van Amsterdam had zich ook bereid verklaard, lokalen in het voormalige rec torshuis aan den Singel beschikbaar te stellen. {Hhl) Ruim twee jaar geleden werd eene dame, die met hare dochter op de Bloemgracht te Amsterdam woonde, op eenen avond door eon onbekend man overvallen en voor oen aanzienlijk bedrag aan efFecten bestolen. Tegelijkertijd verdween spoorloos haar neef, zekere StrÜben, van wien men nu korteu tijd geleden vernam, dat hg, beschuldigd van diefstal, te Brussel gevangen werd gehouden. De Amsterdamsche politie stelde zioh daarop met die te Brussel in betrekking, en bij onderzoek werden te zijnen huize nog effecten gevonden van don diefstal op de Bloemgracht af komstig, alsmede de valsche bakkebaarden, waarmede de neef vermomd zijne tante overviel on bestal. Na zijne straf in België te hebben ondergaan, is hij de zer dagen aan de Nederl. justitie overgeleverd. Een katoen handelaar to Liverpool heeft de eer der Hollanders in Engeland opgehouden; hij heeft ver leden jaar bankroet goslageu voor 't sommetje van, zegt men, een kwart millioeu pond sterling ot drie miilioen gulden. Mf. Willem Steenstrand was een Hollander, had zich laten naturaliseeren in Engeland en was op en top eon John Buil geworden. Hij was eerst in „kool", daarna in „zout" en is ten slotte in „katoen" bl'jven zitten. Mr. Steenstrand kocht verleden jaar zooveel katoen als maar in handen was te krijgen, 't zij op dadelijke levering, 't zij te leveren na een zekeren tijd. Op een gegeven oogenblik, in 't laatst van September, had hij contracten voor de levering van katoen, meer dan hem geleverd kon wordon. En nog altijd kocht hij, in de verwachting, dat de spinners ten slotte bq hem moesten komen. Ilij had gerekend buiten den speculatiegeest van de spinners, die gedaan hadden als hij en ook groote voorraden hadden opgeslagen en dus weinig vroegen. Er werd weinig gevraagd» by ge volg weinig verkocht. De prijzen daalden, Mr# Steenstrand durfde niet meer koopen; hun, die hun speculation half en half richtten naar de houding van den leider, sloeg de angst om 't hart toen ze hem niet meer zagen koopen, trachtten zoo goed mogelijk zich uit den brand te redden en daardoor daalde de markt steeds meer. Mr. Steenstrand had van 130,000 tot 150,000 balen. De eersten vertegenwoordigden een verlies van 190,000 pd. st. 2,280,000); de laatsten van 220,000 pd. st. 2,640,000). Er wordt beweerd, dat hij in een enkelen dag 200,000 pd. st.(/2,400,000) heeft verloren. Eindelijk viel de slag. Mr. Steenstrand moest zijne betalingen staken. In September ontstond te Liverpool de katoencrisis, en Steenstrand werd verklaard in staat van faillissement. Eerst nu is bekend geworden hoe groot het deficit Eetelle op levendigen toon. De man keek heel verwonderd op bij die vraag. Laval? Neen, volstrekt niet. Waarom? Ik geloof niet dat zij heel haar leven één voet in Laval gezet heeft. Bij Estelle was nieuwe teleurstelling duidelijk merkbaar. Theodore naderde haar zachtjes en maakte zeker gebaar om haar te beduiden dat zij vooral den moed niet verliezen moest, daar zij op den goeden weg waren. Maar gij komt daar wel, is het niet vroeg hg lachende aan den oaden man. Deze begon eveneens te lachen. Ik? zeide hij, natuurlijk, ik ga daar mijn var kens koopen, als het jaarmarkt is. Ik wil wedden dat het nog niet lang geleden is, dat daar markt was, ging Benoist voort. Hebt gij die varkens welke daar buiten loopen, daar gekocht Neen, mijnheer die zijn hier op de plaats ge kocht, antwoordde de man, blijkbaar gevleid dat een Parijzenaar belangstelde in zijn zaken. Die ik te Laval kocht, heb ik juist de vorige week verkocht de eerste Maandag van de maand is het daar markt. Plotseling ging er een licht op in Estelle's ziel zij was op een Dinsdag getrouwdalzoo was de brief den vorigen dag te Laval door dien man op de post gedaan Is Rosalie het vorige jaar hier lang geweest P vroeg Estelle. Wel neen zeker niet, antwoordde de man; zij is hier den laatsten April gekomen en slechts voor korten tijd. Gij hebt toch, hoop ik, niet vergeten den brief op de post te doen, dien zy u gegeven heeft? vroeg Benoist, min of meer zenuwachtig het antwoord te gemoet ziende. Waarachtig niet, neen vergeten heb ik dat niet. Weet gij nog aan wien dien brief geadresseerd was ging de jonge man voort, steeds zenuwachti ger wordende. Neen mijnheer, want ik kan lezen noch schrijven Op die wijze kwam men dus niet veel verder. Om zich eenigszins te onttrekken aan den scherpen blik van de oude vrouw deed Estelle alsof zij met nauwkeurigheid den antieken schoorsteenmantel be keek, die in het vertrek aanwezig was. Dat is een mooie schoorsteen, vindt u niet? vroeg de oude man. Prachtig, een waar kunststukzeide Estelle, steeds met meer aandacht toekijkende. Rosalie is in dit huis geboren, niet waar vroeg Benoist. Neen mijnheer, dat is zij niet, ofschoon haar moeder hierheen is gekomen, toen zij nog zeer jong was. Van waar is zg dan Van Mont-Saint-Michel, mijnheer. Ik dacht zoo zeker, dat zij zich hier gevostigd j had, zeide Estelle. Zij is hier terug gekomen nadat hare meeste res gestorven was, maar het beviel haar hier niet en toen is zij weêr vertrokken. Waarheen? vroeg Benoist, vreezende dat de groote zenuwachtigheid van Estelle de argwaan van de oude vrouw, zou opwekken. Nu eens naar deze, dan weêr naar gene plaats, mijnheer, zooals mevrouw het zich wellicht her innert, was Rosalie een vreemd meisje, met oen niet alledaagsch karakterZij had zekero voorliefde om rond te zwerven en zij had zekere neiging om aller lei kerken te bezoeken. Maar waar denkt gij nu eigenlijk dat men haar zou kunnen vinden? Men zou gaarne zonder verwijl haar doen toekomen, wat men haar heeft toegedacht. Daar heb ik niet mede te maken zeide de oude man, min of meer verlegen. Zeg, moedertje weet gij daarop te antwoorden? Deze antwoordde niet onmiddelijk, maar strekte haar rechterhand uit in de richting van Estelle en vroeg op krijschenden toon Is het wel waar, dat gij de kleine Brunaire zijt? Ja zeker is dat waar, zeide Estelle, Zweer hetzeide de oude op ruwen toon. I» den naam des Vaders, des zoons en des Heiligen geestes JForii vervolgd.) is. De „Press Association" noemt de som van drio miilioen gulden. Niettemin ziet men 't ongeluk vau den speoulant met medelijden aan. Hij genoot aller achtingwie hem kende, was met hem ingenomen ieder roemde zijn edelmoedig karakter. Het bankroet zal echter misschien dit nut hebben, dat na de krach van 1879, van 1881 en na deze, de groote speculatie in katoen eenigszins zal verminderen. AmtCt.) De brand te Salonika heeft volgens de nadere be- riohten bijna heel de stad verwoest. Volgens de „Tomps" meent men dat de brand door kwaadwil ligen aangestoken is. In de Atheensohe bladen wordt 't vermoeden meegedeeld, dat do Mahomedanen, pa- ijverig op do welvarende Grieken, de Grieksche wijk in den brand hebben gestoken, die in elk geval op versoheiden plaatsen tegelijk ontstond. Gelijk do Grieksche wijk, is ook de Joodsche bijna geheel ver woest. Bij gebrek aan bluschraiddelen kon men het vuur niet m ester worden, zoodat de brand den geheelen dag aanhield. Het ziekenhuis, de hoofdkerk, de con sulaten en bijna tweeduizend woningen zijn in de asch gelegd. Een groot deel der inwoners heeft alles verloren, zoodat de grootste ellende heerscht. Vooral in de Grieksche wijk is de verwoesting zeer groot. Alle woningen en handelskantoren zijn daar vernield. Voor de noodlijdende Grieken zijn terstond uit Athene twee oorlogschepen gezonden met levens middelen enz. In een laatste bericht wordt het aantal vernielde huizen en winkels op 1600 geschat. 10.000 per sonen zijn van dak beroofd. Wegens geheel gemis van water is de blussching gostaakt. De handelsstad Salonika ('t oude Thessalonika) telt een 75.000 inwoners, waarvan 20.000 Turken, 10.000 Grieken en niet minder dan 33.000 Joden zijn. Op den Dam te Amsterdam heerscht in de laatste dagen groote bedrijvigheid. Niet door het steeds zoo drukko verkeer van trams en rijtuigen, want deze zijn zelfs voor een deel van hunne standplaatsen ver dreven. Maar tal van arbeiders zjjn bezig om van den beroemden Dam eindelijk eens een plein te ma ken, waarover dames en ouden van dagen kunnen gaan zondor gevaar van overreden te worden, en waarover iedereen den overtocht zal kunnen wagen zonder de kans te loopen van in een der talrijke kuilen zijn voet te verminken of in de plassen een paar natte voeten op te loopen. Tegenover de Kalverstraat is de geheeie bestra ting omgeworpende trams die van het Leidsche- plein en den Amsteldijk rijden, staan bezijden het Paleis. De stationeerende «aapjes'- voor het Paleis hebben tijdelijk elders een goed heenkomen moeten zoeken. De vermaarde «kleine steentjes» waarvan een onverbiddelijke schildwacht steeds de grens bewaakte en door welker overschrijding de standjes met de politie meestal een aanvang namen, zijn reeds ver vangen door een trottoir, dat weldra begaanbaar zal zijn. Toch kan men er zeker van zyn, dat nooit een Amsterdammer het privilege zal opgeven, dat hij zich eenmaal heeft toegeëigend en aan de beide hoe ken van het Paleis, ondanks en ten aansehouwe van de geheeie militaire wacht, schuin over het terrein te steken. Misschien zal die liefhebberij eerst eindi gen als ons paleis weer stadhuis zal zijn en daar mede dan ook de heiligverklaring van een meter of tien straat voor dat gebouw zal vervallen. Wanneer echter die verandering van de tegenwoor dige bestemming van het gebouw afhankelijk zal zijn van hot geopperde voornemen om aan Z. M. don Koning een nieuw paleis in de hoofdstad aan te bieden, dan zal het stadhuis voorloopig nog wel in het Prinsenhof gevestigd blijven, want dit plan heeft al bitter weinig bijval gevonden. Iptusschen is het gelukkig, dat de verbetering der bestrating van het plein daardp niet wacht. De toe stand daar was dan ook feitelijk onhoudbaar. Nu zullen er verhoogde voetpaden verrijzen en men zal dus, zonder zich te ergeren over het verschil in be strating met Kalverstraat en Nieuwendijk en zonder de beenen te breken van de eene dezer straten naar de andere kunnen gaan. In den zoogenaamde Jodenhoek is in enkele stra ten, die dit het meest behoefden, ook reeds asphalt tot plaveisel verkozen, blykbaar tot groote blijdschap der nyvere bevolking, die men op elk uur van den dag daar over de «mooie verbetering» kan hooren redekavelen.' ((Jtr. üagil.) October a. a., zijnde de dag waarop het bedrijf van de Rijnspoorwegmaatschappij aan den daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de regeering zal worden overgedragen, moet de koop som en schadeloosstelling ten bedrage van ƒ37.276.496 women betaald. Deze uitgaaf wordt als eene verhooging en aan vulling der Staatsspoorwegbegrooting, dienst 1890, aan de Staton-Generaal aangevraagd, zoomede een post van f 800.000, bestemd voor de vernieuwing van baan en bovenbmiw van don Rhynspoorweg, uit te betalen naarmate de vorderingen van het werk. Bij dezelfde wotsvoordracht wordt voorzien in de betaling van do vergoeding aan do Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij voor zooveel botreft de spoor wegen: Dordreoht—Eist, Vork-RossenBommel, AmersfoortKesteren en StavorenLeeuwarden, waarvoor in totaal is uit te koeren 246.795.471/,, te betalen, drie maanden na 15 Oct., dag van aan vang der exploitatie. De bijdrage aan het fonds voor aanleg van staats spoorwegen moot dientengevolge eene aanvulling ont vangen van 38.316.800. De aanwijzing der middelen tot bestrijding van die uitgaaf heeft plaats bij een door den minister van financiou voorgedragen ontwerp van wet tot aan vulling der wet op do middelen voorden dienst 1890. Blijkens het 31e jaarlijksch verslag over 1889 van het Nederlandsch gasthuis voor behoeftige en min vermogende ooglijders te Utrecht, dat den 2en Juni door den geneesheer-directeur prof. dr. II. Snellen werd uitgebracht, meldden zich in het afgeloopeu jaar 3392 lijders aan, van welke 454 ter verpleging zijn opgenomen. Over de 30 voorafgaande was het gemiddeld cyfer van behandelden 1860 en van ver- pleogden 368. Het aantal patiënten blijft toenemenhet bedroeg in het afgeloopen jaar 355 meer dan in 1888, en is ruim tweemaal groot^r dan het gemiddeld cijfer van de 30 voorafgaande jaren. Van de 3392 behandelden waren 1767 mannen en 1625 vrouwen. Het aantal consulten bedroeg, 21044d. i. ver deeld over 310 werkdagen gemiddeld 73 per dag. "Van de 454 verpleegden waren 245 mannen en 199 vrouwen, met 9719 verpleegdagenbij gevolg gemiddeld 26 verpleegdagen voor ieder. Buitendien zijn 52 patiënten van elders buiten het gasthuis verpleegd, mot 694 verpleegdagen. Er zijn in het verloopen jaar 367 grootorëopera- tiën verricht, d. i. 20 meer dan in 1888 en 62 meer dan het gemiddeld cijfer der 30 voorafgaande jaren. Wat het geldelyk beheer betreft bedroegen de ontvangsten en uitgaven van het verplegingsfonds 18.244.21 met een voordeelig slot van 426.41'/,. Het kapitaalfonds ontving in 1889 o. a. een legaat van den heer A. Dobbelaer de Wind te Middelburg ad 3000. Een hoedenmaker te Berlijn heeft, op aanwijzing van een professor, een hoed bedacht, onder den naam van „levensradder." In plaats van het gewone koordje om den bol is een dun elastieken slangetje aangebracht, dat moet dienen tot het afbinden van een wond, in goval van een ongeluk.' In een zakje aan dc binnenzijde van den bol is een stuk watten met een antiseptische stof en nog een paar verband middelen het lint aan den hoed moot dienen om het compres vast te maken. Met dien hoed gewa pend, kan men spoorweg- en andere ongelukken trotseeren. De professor heeft echter vergeten, dat men bjj alle mogelijke calamiteiten gewoonlijk het allereerst zijn hoed kwijt raakt. Er zou nog een kettinkje aangemaakt dienen te worden om het hoofddeksel aan de kleeding te bevestigen. Er zyn geen kinderen meer I is eene klacht, die men in onzen tyd meermalen hoort. Men verbeelde zich echter niet, dat in de vorige eeuw kinderen zoo kinderlijk waren, lteeds de versjes van van Al phen kunnen ons daaromtrent terecht wijzen. Treffender voorbeelden ervan vinden wij vermeld in eene onlangs in de „Revue des deux Mondes" verschenen studie van Victor du Bied „un cliënt de l'ancien régime.» Daarin leest men tal van merk waardige bijzonderheden uit de Fransche geschiede nis vau de tweede helft der aohttiende eeuw. Met betrekking tot de kinderen verhaalt hij De meisjes uit die dagen begonnen al zeer vroeg dametje te spuien. Haar toilet was in miniatuur dat van hare moeders, en zy oefenden zich al in het aannemen van houdingen en het spelen met waaiers zooals deze. Zij werden geblanket en verschenen op de bals en op haar achtste jaar detlen zij reeds als voorname dames en praatten met ernst over haar toilet. De traditie van vroegrijpe kinderen ging dan ook in Frankrijk nooit verloren. Men keht het geestige woord van freule Rambouillet„Kom grootmoeder, laten we thans eens over staatszaken sprekenik ben nu zeven jaar." De kleine hertog van Angou- leme ontving den bailli de Suffren met een boek in de hand „Ik las daar juist Plutarohus en zijne be roemde mannengij kondt geen beter oogenblik kiezen." Een bisschop richtte eenige vragen tot den negenjarigen Chateauneuf„Zeg me eens waar God is dan krygt gij een Oranjeappel „Monseigneur," was het antwoord, „zeg mij waar Hjj niet is en ik geef er u twee.» Mevrouw de Genlis verbeelde zich onder wijzeres te zijn op haar achtste jaar en mevrouw de Staël schreef treurspelen op haar twaalfde. Op de kostscholen der aristocratie, waar aan het onderricht in het dansen dezelfde rang werd toege kend als aan dat in de geschiedenis maar waar toch, dank zij de gehoorzaamheid welke,men van de leerlingen vorderde, goede huisvrouwen werden gekweekt begonnen de jonge meisjes reeds in haar prille jaren hare gedenkschriften te schrijvon, omdat dit zoo de gewoonte was in de wereld. In dezelfde historische studie vinden wij gewag gemaakt van het uitrafelen, dat in 1770 in zwang kwam. Gouddraad te trekken uit oude galons, uit epauletten wat was er prettiger en nutteloózer? Niet zoo geheel nutteloos.evenwel, want men maakte met dat uitrafelen wel eens 100 lous d'or in 't jaar. Menig heer zag zich iu een salon omringd door dames die op de meest gracieuse wijze het borduursel van zijn costuum plunderdon en de hertog van Orleans gaf haar een aardige les door op zijn rok tressen van valsch goud te laten maken, die hij, zonder eenigen tegenstand, liet lostrekken en uit rafelen als echt goud. Maar de dames werden al spoedig de galons moede en gaven de voorkeur aan het uitrafelen met gouden garenklosjesgouddraad te weven in zijden draden, met geen ander doel om aan dames het plezier te geven om het uit te rafelen, werd een bron van fortuin voor menig industrieel het gouddraad, dat men ier uithaalde, was de helft van den prijs niet waard dien het lapje gekost had. Nochtans waren alle geschenken aan dames lapjes met gouddraadde speelschulden werden in menigen kring daarmede betaald en de klosjes namen allerlei vormen aan meubels, rijtuigen, gelagkamers met don gewonen inboedel, binnenplaatsen met kippen, kal koenen, hondon en katten, ook van paruiken, vuur schermen enz. I.auzun gaf aan de hertogin Amelie de Bouffers eene nagebootste harp van gouddraad, die hem meer dan duizend francs had gekost. Me vrouw du Deffaud zond aan de maréchale de Lu xembourg een stoel van gouddraad met eenige ver sierselen. ct.) Git Amsterdam wordt aan de „N. R. Ct.» gemeld Waaneer men bij zulk een kortstondig bestaan als dat van onze beide volksbadhuizen reeds mag spreken van een bewijs, dat daarmede ineene lange en dringend noodige behoefte is voorzien, dan zou men als zoodanig zeker mogen aanvoeren, dat bijvoorbeeld, op het Jonas Daniel Meijerplein de politie noodig was, om de aandringende menigte die wilde baden, een weinig te temperen. Ten vijf ure werd daar de inrichting weder geopend en reeds om half zes was de wachtkamer overvol, terwijl zich buiten voor de deur een vijftigtal de eerste plaats betwistten Met-stal waren het knapen van 12 tot 16 jaar, grootendeels voorzien van pakjes, waarin vermoedelijk schoon linnengoed geborgen was. Ook, daar het Vrijdag was, bestond het meerendeel uit Israëlieten wat trouwens op het Daniël Meijerplein wel niet anders te verwachten was. Aan den vrouwenkant was buiten wel geen gedrang, maar in de wacht kamer was het ook meer dan vol, zooals men kon opmerken telkens wanneer eene, die niet gebaad had, het lokaal verliet. Natuurlijk staat er ook voor het nette gebouwtje een groot aantal nieuwsgierigen, die men haast belangstellenden zou noemen, want uit de gesprekken, die men kan opvangen, blijkt de ingenomenheid van allen met eene inrichting, waarvan de meesten blyk- baar het belang voor de gezondheid zeer helder inzien. Alleen het witte kruis dat den gevel versiert, gaf bij enkelen eenigen aanstoot naar hot scheen'. Maar er waren gelukkig meer ontwikkelden, die de andoren aan het verstand brachten, dat het witte kruis een symbool der liefde is in vredestijd, zooals het roode kruis dat is in den tijd des bloeds in oorlogstijd. Daarmede was men bevredigd, en al gingen ook sommigen met een ongeloovig hoofd schudden heen, dat zy zich onder het witte kruis zullen gaan reinigen, is aan twijfel wol niet meer onderhevig. Want eenstemmig zijn ze allen in den lof over de inrichting, en wat men hier by iets nieuws altijd aantreft van de gewone spotter nijen, waaraan de eerste baanbrekers, de pionniers, blootstaan, hoorde men bij het verlaten van het ge bouwtje door de gereinigden, niets. Naar aanleiding van den verjaardag der Fransche republiek op 4. dezer bevatten de bladen beschou wingen over den tegenwoordigen regeeringsverm, waarbij natuurlyk het jammerlijk fiasco der vorbon- den monarchisten en Boulangisten niet wordt ver geten. De vierde September, de verjaardag der Republiek zegt de „Temps" o. a. moest de royalisten tot na-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2