BINNENLAND.
Bultenlandsch Overzicht.
Toch ligt in da mededeeling van onzen zegs
man eene waarschuwing. Br bljjkt uit, dat
het een ernstige strijd is, waarbij niet alleen
verschil bestaat over theoretische begrippen;
de uitslag zal practische gevolgen hebben, welke
voelbaar zpn in alle kringen. De quaestie
is niet alleen, welke heeren in Den Haag de
ministerieels zetels zullen bezetten, maar welke
geest zal voorzitten bij de leiding der gemeente
zaken en alle takken van publiek beheer. Het
is zeker het recht der tegenwoordige meerder
heid te eischeu, dat hun heerschappij vruchten
drage voor het practische leven, maar ons recht
en onze plicht is te zorgen, dat de toepassing
van denkbeelden, die wij verderfelijk achten,
zoo kort mogelijk dure. Hoe duidelijker het
gevaar den kiezers wordt, hoe meer hoop wij
hebben dat deze tot gezonder opvattingen zul
len terugkeeren.
Voor de beslissing over de vraag, wie na
91 de teugels voeren zullen, zal de uitkomst
van het aanstaande zittingjaar der Kamers van
groot gewicht zijn. De loop der parlementaire
gebeurtenissen zal waarschijnlijk daarbjj den
doorslag geven. Gelukt het iets blijvends tot
stand te brengen, dat eenigszins beantwoord
aan de bij de stembus gedane beloften en daarbij
de eenheid te bewaren in den boezem der
rechterzijde, dan zal de regeeririgepartij mis
schien bjj voortduring op den steun der kie
zers kunnen rekenen. Op de vooruitzichten
daaromtrent komen wjj later terug.
GOUDA, 8 September 1890.
Gisteren zijn op het Stadhuis 172 personen recht
streeks van het kalf ingeënt.
De heer M. den Oudsten, onderwijzer aan de
2e openbare kostelooze school alhier, is benoemd
tot onderwijzer in het teekenen aan de Normaalschool
te Bergambacht.
A. 8. Woensdag te lO'/j uur zal door den Z.
Eerw. Heer P. C. Th. Malingré, de eerste steen
gelegd worden voor de nieuw te bouwen kapel op
de nieuwe R. K. begraafplaats alhier.
Gisteren was het voor het personeel der firma
J. Kortenoever en Zoon een ware feestdag. Ter ge
legenheid van het onlangs door den heer H. C.
Kortenoever gevierde zilveren huwelijksfeest werd
genoemd personeel met hunne vrouwen door hem
uitgenoodigd tot een feestelijk uitstapje naar Den
Haag en Scheveningen, dat gisteren begunstigd door
prachtig weer plaats had, onder geleide van den heer
J. Kortenoever HCzn.
Men maakte een prachtige wandeling door het Haag-
sche Bosch, gebruikte een uitstekend middagmaal
in de Volksgaarkeuken op den Stationweg om ver
volgens per stoomtram naar Scheveningen te gaan,
waar men zich kostelijk amuseerde o. a. ook in de
Moutagne Ruste, Het prettige feesttochtje werd ge
kenmerkt door uitstekende orde en zal nog zeer lang
in aangename herinnering blijven bij allen, die er
aan deelnamen.
De persoon, die door eon vélocipèdist werd aan
gereden, waarvan wy in ons vorig nummer melding
maakten, is met een gebroken been in het Gasthuis
opgenomen.
Van de door de Ned. Rijnspoorweg aangeboden
gelegenheid om des Zondags voor verminderd tarief
van Gouda naar don Haag te kunnen reizen, maakten
gisteren 329 personen gebruik.
Van de goedkoope gelegenheid om voor 1.04
naar Amsterdam te gaan om de Tentoonstelling te kun
nen bezoeken, maakten 45 handwerkslieden gebruik.
Naar Dordrecht werdou aan het station 60 retour-
biljetten afgegeven.
Gisteren werd door een 600-tal personen gebruik
gemaakt om met de Stoomboot „De IJsel II" een
pleiziertocht naar Dordrecht te maken. Bij aankomst
te Gouda, viel een der passagiers, die 't eerst op
den wal wenschte te zijn te water, doch werd spoe
dig gered.
Gisteren morgen liep een jongen naar de vliegers
te kijken, en viel daardoor in het water der Var
kenmarkt. De zwemmeester J. M. Groeneudaal zag
het, sprong te water en bracht hem op het drooge.
Op de Haagsche Hondententoonstelling zijn de
volgende prgzen toegekend aan honden, ter opluis
tering ingezonden
E. P., Nos. 262 en 263. Flets on Mate (Iersche
setter), van mevr. Van dor Loch de CleroqVan
Rappard, Zierikzoe.
Ie pr., No. 201, Guy of Braunfelt, van L. M.
van Leeuwen, Loosduinen.
2e pr., No. 269, Red Girl, (Iersche setter), van
C. A. Hiebendaal, HeesNo. 265, Duchette Fairy
(Eng. setter), van C. Verduin, Rotterdam No. 285
en 286, ffaldine en Pitt, (dashonden), van A. Suther
land Rooyaards, Assen.
3e pr., No/261, Ja Roussotte, (Iersche setter),
van A. L. Courée, Delft.
4e pr., No. 275, Meetor, van J. N. Blaauw,
's-Gravenhage.
R., No. 267, R/iana, (Gordon setter), van J. van
den Burg, Gouda.
Z. E. V., No. 283, IHnchem, (dashond), van R.
R. H. toe Laer, Baarn.
E. V., No. 259, Snipte, (Iersche setter) van Le
Fèvre de MontignyNo. 264, Mist Conuy(Eng.
setter), van dr. Bakker Niemeijer, GoudaNo. 266,
Sham, (Gordon setter), van J. v. d. Burg No. 284,
Waldy, (dashond), van J. van der Moblen, Haarlem.
V., No. 269, Ilectorvan mr. C. van Appeltern,
Haag No. 279, Pollux, (patrijshond), van J. P.
Driessen, Rotterdam, en No. 287, Waldmoustvan
Moncheu, Haag.
Voor het veilighoidsmuseum, uitvloeisel der ten
toonstelling, zijn reeds 40 inzendingen afgestaan.
Daaronder verdient in de eerste plaats genoemd to
worden de gezamenlijke inzending van de ingenieurs
van het stoomwezen, de hoeren Piepers, Van Dissel,
Kooy en Hosseling, eene verzameling eenig in haren
aard, en daarnaast de inzending der Noderl. Gist
en Spiritusfabriek en negen anderen, die in de groe
pen 315 en 17 inzonden.
De Vereeniging tot bevordering van fabrieks- en
handwerks-nijverheid in Nederland, van welke het
museuraplan is uitgegaan, heeft, in afwachting der
voorstellen omtrent de plaatsing van het museum,
een der lokalen in het Paleis voor Volksvlyt tot
voorloopigo borging verkregen.
Het dagelyksch bestuur van Amsterdam had zich
ook bereid verklaard, lokalen in het voormalige rec
torshuis aan den Singel beschikbaar te stellen.
{Hhl)
Ruim twee jaar geleden werd eene dame, die met
hare dochter op de Bloemgracht te Amsterdam
woonde, op eenen avond door eon onbekend man
overvallen en voor oen aanzienlijk bedrag aan efFecten
bestolen. Tegelijkertijd verdween spoorloos haar neef,
zekere StrÜben, van wien men nu korteu tijd geleden
vernam, dat hg, beschuldigd van diefstal, te Brussel
gevangen werd gehouden. De Amsterdamsche politie
stelde zioh daarop met die te Brussel in betrekking,
en bij onderzoek werden te zijnen huize nog effecten
gevonden van don diefstal op de Bloemgracht af
komstig, alsmede de valsche bakkebaarden, waarmede
de neef vermomd zijne tante overviel on bestal. Na
zijne straf in België te hebben ondergaan, is hij de
zer dagen aan de Nederl. justitie overgeleverd.
Een katoen handelaar to Liverpool heeft de eer der
Hollanders in Engeland opgehouden; hij heeft ver
leden jaar bankroet goslageu voor 't sommetje van,
zegt men, een kwart millioeu pond sterling ot drie
miilioen gulden. Mf. Willem Steenstrand was een
Hollander, had zich laten naturaliseeren in Engeland
en was op en top eon John Buil geworden. Hij was
eerst in „kool", daarna in „zout" en is ten slotte
in „katoen" bl'jven zitten.
Mr. Steenstrand kocht verleden jaar zooveel katoen
als maar in handen was te krijgen, 't zij op dadelijke
levering, 't zij te leveren na een zekeren tijd. Op
een gegeven oogenblik, in 't laatst van September,
had hij contracten voor de levering van katoen, meer
dan hem geleverd kon wordon. En nog altijd kocht
hij, in de verwachting, dat de spinners ten slotte bq
hem moesten komen. Ilij had gerekend buiten den
speculatiegeest van de spinners, die gedaan hadden
als hij en ook groote voorraden hadden opgeslagen
en dus weinig vroegen. Er werd weinig gevraagd»
by ge volg weinig verkocht. De prijzen daalden, Mr#
Steenstrand durfde niet meer koopen; hun, die hun
speculation half en half richtten naar de houding
van den leider, sloeg de angst om 't hart toen ze
hem niet meer zagen koopen, trachtten zoo goed
mogelijk zich uit den brand te redden en daardoor
daalde de markt steeds meer.
Mr. Steenstrand had van 130,000 tot 150,000
balen. De eersten vertegenwoordigden een verlies
van 190,000 pd. st. 2,280,000); de laatsten van
220,000 pd. st. 2,640,000). Er wordt beweerd,
dat hij in een enkelen dag 200,000 pd. st.(/2,400,000)
heeft verloren. Eindelijk viel de slag.
Mr. Steenstrand moest zijne betalingen staken. In
September ontstond te Liverpool de katoencrisis, en
Steenstrand werd verklaard in staat van faillissement.
Eerst nu is bekend geworden hoe groot het deficit
Eetelle op levendigen toon.
De man keek heel verwonderd op bij die vraag.
Laval? Neen, volstrekt niet. Waarom? Ik
geloof niet dat zij heel haar leven één voet in Laval
gezet heeft.
Bij Estelle was nieuwe teleurstelling duidelijk
merkbaar. Theodore naderde haar zachtjes en maakte
zeker gebaar om haar te beduiden dat zij vooral den
moed niet verliezen moest, daar zij op den goeden
weg waren.
Maar gij komt daar wel, is het niet vroeg
hg lachende aan den oaden man.
Deze begon eveneens te lachen.
Ik? zeide hij, natuurlijk, ik ga daar mijn var
kens koopen, als het jaarmarkt is.
Ik wil wedden dat het nog niet lang geleden
is, dat daar markt was, ging Benoist voort. Hebt
gij die varkens welke daar buiten loopen, daar
gekocht
Neen, mijnheer die zijn hier op de plaats ge
kocht, antwoordde de man, blijkbaar gevleid dat een
Parijzenaar belangstelde in zijn zaken. Die ik te
Laval kocht, heb ik juist de vorige week verkocht
de eerste Maandag van de maand is het daar markt.
Plotseling ging er een licht op in Estelle's ziel
zij was op een Dinsdag getrouwdalzoo was de
brief den vorigen dag te Laval door dien man op
de post gedaan
Is Rosalie het vorige jaar hier lang geweest P
vroeg Estelle.
Wel neen zeker niet, antwoordde de man; zij
is hier den laatsten April gekomen en slechts voor
korten tijd.
Gij hebt toch, hoop ik, niet vergeten den brief
op de post te doen, dien zy u gegeven heeft? vroeg
Benoist, min of meer zenuwachtig het antwoord te
gemoet ziende.
Waarachtig niet, neen vergeten heb ik dat niet.
Weet gij nog aan wien dien brief geadresseerd
was ging de jonge man voort, steeds zenuwachti
ger wordende.
Neen mijnheer, want ik kan lezen noch
schrijven
Op die wijze kwam men dus niet veel verder.
Om zich eenigszins te onttrekken aan den scherpen
blik van de oude vrouw deed Estelle alsof zij met
nauwkeurigheid den antieken schoorsteenmantel be
keek, die in het vertrek aanwezig was.
Dat is een mooie schoorsteen, vindt u niet?
vroeg de oude man.
Prachtig, een waar kunststukzeide Estelle,
steeds met meer aandacht toekijkende.
Rosalie is in dit huis geboren, niet waar
vroeg Benoist.
Neen mijnheer, dat is zij niet, ofschoon haar
moeder hierheen is gekomen, toen zij nog zeer
jong was.
Van waar is zg dan
Van Mont-Saint-Michel, mijnheer.
Ik dacht zoo zeker, dat zij zich hier gevostigd j
had, zeide Estelle.
Zij is hier terug gekomen nadat hare meeste
res gestorven was, maar het beviel haar hier niet
en toen is zij weêr vertrokken.
Waarheen? vroeg Benoist, vreezende dat de
groote zenuwachtigheid van Estelle de argwaan van
de oude vrouw, zou opwekken.
Nu eens naar deze, dan weêr naar gene plaats,
mijnheer, zooals mevrouw het zich wellicht her
innert, was Rosalie een vreemd meisje, met oen niet
alledaagsch karakterZij had zekero voorliefde om
rond te zwerven en zij had zekere neiging om aller
lei kerken te bezoeken.
Maar waar denkt gij nu eigenlijk dat men
haar zou kunnen vinden? Men zou gaarne zonder
verwijl haar doen toekomen, wat men haar heeft
toegedacht.
Daar heb ik niet mede te maken zeide
de oude man, min of meer verlegen. Zeg, moedertje
weet gij daarop te antwoorden?
Deze antwoordde niet onmiddelijk, maar strekte
haar rechterhand uit in de richting van Estelle en
vroeg op krijschenden toon
Is het wel waar, dat gij de kleine Brunaire
zijt?
Ja zeker is dat waar, zeide Estelle,
Zweer hetzeide de oude op ruwen toon. I»
den naam des Vaders, des zoons en des Heiligen
geestes
JForii vervolgd.)
is. De „Press Association" noemt de som van drio
miilioen gulden. Niettemin ziet men 't ongeluk vau
den speoulant met medelijden aan. Hij genoot aller
achtingwie hem kende, was met hem ingenomen
ieder roemde zijn edelmoedig karakter. Het bankroet
zal echter misschien dit nut hebben, dat na de krach
van 1879, van 1881 en na deze, de groote speculatie
in katoen eenigszins zal verminderen. AmtCt.)
De brand te Salonika heeft volgens de nadere be-
riohten bijna heel de stad verwoest. Volgens de
„Tomps" meent men dat de brand door kwaadwil
ligen aangestoken is. In de Atheensohe bladen wordt
't vermoeden meegedeeld, dat do Mahomedanen, pa-
ijverig op do welvarende Grieken, de Grieksche wijk
in den brand hebben gestoken, die in elk geval op
versoheiden plaatsen tegelijk ontstond. Gelijk do
Grieksche wijk, is ook de Joodsche bijna geheel ver
woest.
Bij gebrek aan bluschraiddelen kon men het vuur
niet m ester worden, zoodat de brand den geheelen
dag aanhield. Het ziekenhuis, de hoofdkerk, de con
sulaten en bijna tweeduizend woningen zijn in de
asch gelegd. Een groot deel der inwoners heeft
alles verloren, zoodat de grootste ellende heerscht.
Vooral in de Grieksche wijk is de verwoesting zeer
groot. Alle woningen en handelskantoren zijn daar
vernield. Voor de noodlijdende Grieken zijn terstond
uit Athene twee oorlogschepen gezonden met levens
middelen enz.
In een laatste bericht wordt het aantal vernielde
huizen en winkels op 1600 geschat. 10.000 per
sonen zijn van dak beroofd. Wegens geheel gemis
van water is de blussching gostaakt.
De handelsstad Salonika ('t oude Thessalonika)
telt een 75.000 inwoners, waarvan 20.000 Turken,
10.000 Grieken en niet minder dan 33.000 Joden zijn.
Op den Dam te Amsterdam heerscht in de laatste
dagen groote bedrijvigheid. Niet door het steeds zoo
drukko verkeer van trams en rijtuigen, want deze
zijn zelfs voor een deel van hunne standplaatsen ver
dreven. Maar tal van arbeiders zjjn bezig om van
den beroemden Dam eindelijk eens een plein te ma
ken, waarover dames en ouden van dagen kunnen
gaan zondor gevaar van overreden te worden, en
waarover iedereen den overtocht zal kunnen wagen
zonder de kans te loopen van in een der talrijke
kuilen zijn voet te verminken of in de plassen een
paar natte voeten op te loopen.
Tegenover de Kalverstraat is de geheeie bestra
ting omgeworpende trams die van het Leidsche-
plein en den Amsteldijk rijden, staan bezijden het
Paleis. De stationeerende «aapjes'- voor het Paleis
hebben tijdelijk elders een goed heenkomen moeten
zoeken. De vermaarde «kleine steentjes» waarvan een
onverbiddelijke schildwacht steeds de grens bewaakte
en door welker overschrijding de standjes met de
politie meestal een aanvang namen, zijn reeds ver
vangen door een trottoir, dat weldra begaanbaar zal
zijn. Toch kan men er zeker van zyn, dat nooit een
Amsterdammer het privilege zal opgeven, dat hij
zich eenmaal heeft toegeëigend en aan de beide hoe
ken van het Paleis, ondanks en ten aansehouwe van
de geheeie militaire wacht, schuin over het terrein
te steken. Misschien zal die liefhebberij eerst eindi
gen als ons paleis weer stadhuis zal zijn en daar
mede dan ook de heiligverklaring van een meter of
tien straat voor dat gebouw zal vervallen.
Wanneer echter die verandering van de tegenwoor
dige bestemming van het gebouw afhankelijk zal zijn
van hot geopperde voornemen om aan Z. M. don
Koning een nieuw paleis in de hoofdstad aan te
bieden, dan zal het stadhuis voorloopig nog wel in
het Prinsenhof gevestigd blijven, want dit plan heeft
al bitter weinig bijval gevonden.
Iptusschen is het gelukkig, dat de verbetering der
bestrating van het plein daardp niet wacht. De toe
stand daar was dan ook feitelijk onhoudbaar. Nu
zullen er verhoogde voetpaden verrijzen en men zal
dus, zonder zich te ergeren over het verschil in be
strating met Kalverstraat en Nieuwendijk en zonder
de beenen te breken van de eene dezer straten naar
de andere kunnen gaan.
In den zoogenaamde Jodenhoek is in enkele stra
ten, die dit het meest behoefden, ook reeds asphalt
tot plaveisel verkozen, blykbaar tot groote blijdschap
der nyvere bevolking, die men op elk uur van den
dag daar over de «mooie verbetering» kan hooren
redekavelen.' ((Jtr. üagil.)
October a. a., zijnde de dag waarop
het bedrijf van de Rijnspoorwegmaatschappij aan
den daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de
regeering zal worden overgedragen, moet de koop
som en schadeloosstelling ten bedrage van ƒ37.276.496
women betaald.
Deze uitgaaf wordt als eene verhooging en aan
vulling der Staatsspoorwegbegrooting, dienst 1890,
aan de Staton-Generaal aangevraagd, zoomede een
post van f 800.000, bestemd voor de vernieuwing
van baan en bovenbmiw van don Rhynspoorweg, uit
te betalen naarmate de vorderingen van het werk.
Bij dezelfde wotsvoordracht wordt voorzien in de
betaling van do vergoeding aan do Holl. IJzeren
Spoorwegmaatschappij voor zooveel botreft de spoor
wegen: Dordreoht—Eist, Vork-RossenBommel,
AmersfoortKesteren en StavorenLeeuwarden,
waarvoor in totaal is uit te koeren 246.795.471/,,
te betalen, drie maanden na 15 Oct., dag van aan
vang der exploitatie.
De bijdrage aan het fonds voor aanleg van staats
spoorwegen moot dientengevolge eene aanvulling ont
vangen van 38.316.800.
De aanwijzing der middelen tot bestrijding van
die uitgaaf heeft plaats bij een door den minister
van financiou voorgedragen ontwerp van wet tot aan
vulling der wet op do middelen voorden dienst 1890.
Blijkens het 31e jaarlijksch verslag over 1889 van
het Nederlandsch gasthuis voor behoeftige en min
vermogende ooglijders te Utrecht, dat den 2en Juni
door den geneesheer-directeur prof. dr. II. Snellen
werd uitgebracht, meldden zich in het afgeloopeu
jaar 3392 lijders aan, van welke 454 ter verpleging
zijn opgenomen. Over de 30 voorafgaande was het
gemiddeld cyfer van behandelden 1860 en van ver-
pleogden 368.
Het aantal patiënten blijft toenemenhet bedroeg
in het afgeloopen jaar 355 meer dan in 1888, en is
ruim tweemaal groot^r dan het gemiddeld cijfer van
de 30 voorafgaande jaren.
Van de 3392 behandelden waren 1767 mannen en
1625 vrouwen.
Het aantal consulten bedroeg, 21044d. i. ver
deeld over 310 werkdagen gemiddeld 73 per dag.
"Van de 454 verpleegden waren 245 mannen en
199 vrouwen, met 9719 verpleegdagenbij gevolg
gemiddeld 26 verpleegdagen voor ieder.
Buitendien zijn 52 patiënten van elders buiten het
gasthuis verpleegd, mot 694 verpleegdagen.
Er zijn in het verloopen jaar 367 grootorëopera-
tiën verricht, d. i. 20 meer dan in 1888 en 62 meer
dan het gemiddeld cijfer der 30 voorafgaande jaren.
Wat het geldelyk beheer betreft bedroegen de
ontvangsten en uitgaven van het verplegingsfonds
18.244.21 met een voordeelig slot van 426.41'/,.
Het kapitaalfonds ontving in 1889 o. a. een legaat
van den heer A. Dobbelaer de Wind te Middelburg
ad 3000.
Een hoedenmaker te Berlijn heeft, op aanwijzing
van een professor, een hoed bedacht, onder den
naam van „levensradder." In plaats van het gewone
koordje om den bol is een dun elastieken slangetje
aangebracht, dat moet dienen tot het afbinden van
een wond, in goval van een ongeluk.' In een zakje
aan dc binnenzijde van den bol is een stuk watten
met een antiseptische stof en nog een paar verband
middelen het lint aan den hoed moot dienen om
het compres vast te maken. Met dien hoed gewa
pend, kan men spoorweg- en andere ongelukken
trotseeren. De professor heeft echter vergeten, dat
men bjj alle mogelijke calamiteiten gewoonlijk het
allereerst zijn hoed kwijt raakt. Er zou nog een
kettinkje aangemaakt dienen te worden om het
hoofddeksel aan de kleeding te bevestigen.
Er zyn geen kinderen meer I is eene klacht, die
men in onzen tyd meermalen hoort. Men verbeelde
zich echter niet, dat in de vorige eeuw kinderen
zoo kinderlijk waren, lteeds de versjes van van Al
phen kunnen ons daaromtrent terecht wijzen.
Treffender voorbeelden ervan vinden wij vermeld
in eene onlangs in de „Revue des deux Mondes"
verschenen studie van Victor du Bied „un cliënt de
l'ancien régime.» Daarin leest men tal van merk
waardige bijzonderheden uit de Fransche geschiede
nis vau de tweede helft der aohttiende eeuw. Met
betrekking tot de kinderen verhaalt hij
De meisjes uit die dagen begonnen al zeer vroeg
dametje te spuien. Haar toilet was in miniatuur dat
van hare moeders, en zy oefenden zich al in het
aannemen van houdingen en het spelen met waaiers
zooals deze. Zij werden geblanket en verschenen op
de bals en op haar achtste jaar detlen zij reeds als
voorname dames en praatten met ernst over haar toilet.
De traditie van vroegrijpe kinderen ging dan ook
in Frankrijk nooit verloren. Men keht het geestige
woord van freule Rambouillet„Kom grootmoeder,
laten we thans eens over staatszaken sprekenik
ben nu zeven jaar." De kleine hertog van Angou-
leme ontving den bailli de Suffren met een boek in
de hand „Ik las daar juist Plutarohus en zijne be
roemde mannengij kondt geen beter oogenblik
kiezen." Een bisschop richtte eenige vragen tot den
negenjarigen Chateauneuf„Zeg me eens waar God is
dan krygt gij een Oranjeappel „Monseigneur," was
het antwoord, „zeg mij waar Hjj niet is en ik geef er
u twee.» Mevrouw de Genlis verbeelde zich onder
wijzeres te zijn op haar achtste jaar en mevrouw de
Staël schreef treurspelen op haar twaalfde.
Op de kostscholen der aristocratie, waar aan het
onderricht in het dansen dezelfde rang werd toege
kend als aan dat in de geschiedenis maar waar
toch, dank zij de gehoorzaamheid welke,men van
de leerlingen vorderde, goede huisvrouwen werden
gekweekt begonnen de jonge meisjes reeds in
haar prille jaren hare gedenkschriften te schrijvon,
omdat dit zoo de gewoonte was in de wereld.
In dezelfde historische studie vinden wij gewag
gemaakt van het uitrafelen, dat in 1770 in zwang
kwam. Gouddraad te trekken uit oude galons, uit
epauletten wat was er prettiger en nutteloózer?
Niet zoo geheel nutteloos.evenwel, want men maakte
met dat uitrafelen wel eens 100 lous d'or in 't jaar.
Menig heer zag zich iu een salon omringd door
dames die op de meest gracieuse wijze het borduursel
van zijn costuum plunderdon en de hertog van
Orleans gaf haar een aardige les door op zijn rok
tressen van valsch goud te laten maken, die hij,
zonder eenigen tegenstand, liet lostrekken en uit
rafelen als echt goud. Maar de dames werden al
spoedig de galons moede en gaven de voorkeur aan
het uitrafelen met gouden garenklosjesgouddraad
te weven in zijden draden, met geen ander doel om
aan dames het plezier te geven om het uit te rafelen,
werd een bron van fortuin voor menig industrieel
het gouddraad, dat men ier uithaalde, was de helft
van den prijs niet waard dien het lapje gekost had.
Nochtans waren alle geschenken aan dames lapjes
met gouddraadde speelschulden werden in menigen
kring daarmede betaald en de klosjes namen allerlei
vormen aan meubels, rijtuigen, gelagkamers met don
gewonen inboedel, binnenplaatsen met kippen, kal
koenen, hondon en katten, ook van paruiken, vuur
schermen enz. I.auzun gaf aan de hertogin Amelie
de Bouffers eene nagebootste harp van gouddraad,
die hem meer dan duizend francs had gekost. Me
vrouw du Deffaud zond aan de maréchale de Lu
xembourg een stoel van gouddraad met eenige ver
sierselen. ct.)
Git Amsterdam wordt aan de „N. R. Ct.»
gemeld
Waaneer men bij zulk een kortstondig bestaan als
dat van onze beide volksbadhuizen reeds mag spreken
van een bewijs, dat daarmede ineene lange en
dringend noodige behoefte is voorzien, dan zou men
als zoodanig zeker mogen aanvoeren, dat bijvoorbeeld,
op het Jonas Daniel Meijerplein de politie noodig
was, om de aandringende menigte die wilde baden,
een weinig te temperen. Ten vijf ure werd daar
de inrichting weder geopend en reeds om half zes
was de wachtkamer overvol, terwijl zich buiten voor
de deur een vijftigtal de eerste plaats betwistten
Met-stal waren het knapen van 12 tot 16 jaar,
grootendeels voorzien van pakjes, waarin vermoedelijk
schoon linnengoed geborgen was. Ook, daar het
Vrijdag was, bestond het meerendeel uit Israëlieten
wat trouwens op het Daniël Meijerplein wel niet
anders te verwachten was. Aan den vrouwenkant
was buiten wel geen gedrang, maar in de wacht
kamer was het ook meer dan vol, zooals men kon
opmerken telkens wanneer eene, die niet gebaad
had, het lokaal verliet.
Natuurlijk staat er ook voor het nette gebouwtje
een groot aantal nieuwsgierigen, die men haast
belangstellenden zou noemen, want uit de gesprekken,
die men kan opvangen, blijkt de ingenomenheid van
allen met eene inrichting, waarvan de meesten blyk-
baar het belang voor de gezondheid zeer helder
inzien.
Alleen het witte kruis dat den gevel versiert,
gaf bij enkelen eenigen aanstoot naar hot scheen'.
Maar er waren gelukkig meer ontwikkelden, die de
andoren aan het verstand brachten, dat het witte
kruis een symbool der liefde is in vredestijd, zooals
het roode kruis dat is in den tijd des bloeds in
oorlogstijd. Daarmede was men bevredigd, en al
gingen ook sommigen met een ongeloovig hoofd
schudden heen, dat zy zich onder het witte kruis
zullen gaan reinigen, is aan twijfel wol niet meer
onderhevig. Want eenstemmig zijn ze allen in den
lof over de inrichting, en wat men hier by iets
nieuws altijd aantreft van de gewone spotter
nijen, waaraan de eerste baanbrekers, de pionniers,
blootstaan, hoorde men bij het verlaten van het ge
bouwtje door de gereinigden, niets.
Naar aanleiding van den verjaardag der Fransche
republiek op 4. dezer bevatten de bladen beschou
wingen over den tegenwoordigen regeeringsverm,
waarbij natuurlyk het jammerlijk fiasco der vorbon-
den monarchisten en Boulangisten niet wordt ver
geten.
De vierde September, de verjaardag der Republiek
zegt de „Temps" o. a. moest de royalisten tot na-