Bulteolandscfi Overzicht.
1
minder dan 1000 man daar dien avond zal worden
bijeengetrokken.
Ook hier wordt in den laatsten tijd de methode
gevolgd, om door een buitengewoon geraas te ma
ken, «den duivel nit te dry ven." Vooral bedient
men zich daartoe van een groot aantal tambourins,
en als men de heil-eoldaten met deze muziek-instru-
meuten bezig hoort, dan moet men erkennen, dat
het een duivel met gehoorvliezen als een olifants
huid moet wezen, die bot in deze omgeving uit
houdt. Ongelukkigerwijze schijnt de duivel telkens
weder verlokt te worden om terug to keeren, want
in elke bijeenkomst van het Heilsleger vangt het
zelfde oorverdoovend geraas op nieuw aan. In de
groote bijeenkomst nu van Donderdagavond zal ook
het Umibourin-orchest buitengewoon versterkt wor
den met tal van buitenlandsche virtuozen, die.even
als hunne Nederlandsche kunstbroeders vefsierd zul
len zijn met sjerpen in de nationale kleufcen. Het
belooft een geweld te worden, waarbij vergeleken
kanongebulder een zacht en lieflijk geluid is.
Sedert eenige weken tracht het leger ook in do
dorpen in onze naaste omgeving vasten voet te
krijgen. Merkwaardig is de voldoening, die het
daarbij aan den dag legt tegenover den tegenstand,
dien het vindt Ofschoon herhaaldelijk verdreven,
keert zoo'n detachement heil-soldaten, dat op ver
kenning wordt uitgezonden, telkens weder terug,
zich om smaad uocli toorn bekreunende en ook niot
bang voor een pak slaag. Als het uit een herberg-
locaal voor een avond gebuurdy^erdreven wordt,
dan tracht het oen stal of eene schuur of een dorscb-
vloer te krijgen, onverschillig wat, als het maar
raenschen bij elkander kan krijgen onder een afdak.
Zoo b. v. is bet er in geslaagd, te Pernis, na tal
van hopelooze pogingen, grond onder de voeten te
krijgen, on daar zal thans de campagne geregeld
worden voortgezet.
Men heeft dikwijls gezegd, dat het een moedig
man geweest moot zijn, die het eerst een oester ge
geten heeft. Dat wordt gezegd uit onbekendheid
met de overlevering, dio het aan eene zeer natuur
lijke oorzaak toesehryft.
Het verhaal luidt, dat iemand, die op zekeren dag
eeno vffcndeling deed, een van die smakelijke dieren
opraapte, juist terwijl het sijno schelp opende. Toen
hij de gladheid van het binnenste dor schelp op
merkte en er den vinger iu stak om die blinkende
oppervlakte te betasten, sloegen de kleppen eensklaps
dicht, wat een alles behalve aangenaam gevoel was.
Zijn vinger er uit te trekken, was eene ever. na
tuurlijke beweging als hem Aan den mond te bren
gen. 'Waarom iemand altijd zijne vingers in den
mond steekt, als hij ze bezeert,}is niet recht duidelijk,
maar dat iedereen het doet, is zeker, èn in dit geval
had het een gelukkig gevolg.
De man, die zijn vinger in de schelp had gestoken,
proefde voor het eerst het geurig sap. De smaak
was heerlyk, ky had eene belangrijke ontdekking
gedaan, dus raapte hij de oester op, brak de schelp
open, smulde aan den inhoud en spqedig bracht hij
het eten van de oesters in de mode.
En dat is in de mode gebleven, en zal er ook wel
nooit uitgaan, of alle oesters moesten op' zijn.
(Z. N. v. d. D.)
Een der blinden van het blindeninstituut te Phi
ladelphia heeft over het droomen van blinden een
belangwekkende modedeeling gedaan. Hij zegt
//Ik gevool me nergens gelukkiger dan in het land
der droomen. Nog nooit heb ik in tnyn droomen
gemerkt, dat ik blind benik zie dan evengoed als
in de jftfen, toen ik nog niet blind was. Gewoonlijk
speelt het tooneel mijnor droomen in de inrichting
zelve. Zonderling is liet, dat ik de menschen op het
gezicht kan onderscheiden, hoewel ik ze in werke
lijkheid nooit gezien heb. Dit verschijnsel doet zich
voor by alle personen, die niot blind geboren zijn.
Blindgeborenen droomen altijd van die dingen welke
zij slechts door raiddel van eon der andere zintui
gen kunnen waarnomendingen en plaatsen, welke
zij alleen door beschrijving kennen, komen nooit in
hunne droomen voor."
Zooals gewoonlyk zijn ook thans weer op do te
Dordrecht gehouden jaarvergadering van do Hol-
landsche landbouwmaatschappij verschillende belang
rijke punten behandeld en enkele belangrijke beslui
ten genomen.
Mot algemeeuo stommen is o. a. aangenomen bet
volgond voorstel van de afdeeling AlphenOuds
hoornAarlanderveen
Het hoofdbestuur wende zich tot de Regeeriug,
om to verkrijgen, dat by het uitbreken der besmet
telijke varkensziekte onmiddelyk worde overgegaan
tot onteigening en afmaking van alle dieren in
denzelfden stal of op hetzelfde erf, in dien zin, dat
voor gestorven dieren geen vergoeding worde ge
geven, doch'voor zieke dieren de halve, en voor
gezondo de heele waarde worde vergoed.
Ter toelichting van dit voorstel werd door de
afdeeling gewezen op de algomeene overtuiging, dat
de thans geldende maatregelen geen doel treffen en
nadeolig werken voor de boeren zelfs, dat ver
plichte aangifte diontongovolge achterwege blijft»
In ï»et praeadvies, door het hoofdbestuur over dit
voorsteil uitgebracht werd o. a. gezegd
Hot 'hoofdbestuur is van raeening, dat de var
kensziekte besmettelijk is, nl is zij van eenigszins
anderen aard dan de longziekte bij het rundvee.
Waarschijnlijk ontstaat de besmetting door bacteriën
die dikwijls in do hokken der aan vlekziekte geleden
hebbende varkens zijn achtergebleven, en die zich
soms in het volgende jaar ontwikkelen, en opnieuw
besmetting veroorzaken.
Men zou dit kunnen vergelijken met hetgeen go-
beurt met zeer vele insecten, b. v, met de luis in
de erwto", bponeu, enz., do rups iu do mosterd,
karwij, kool, enz. enz. Is het seizoen in den tijd,
waarop gewoonlijk de insecten zich ontwikkelen, daar
voor ongunstig, dan heeft men er minder last van,
zooals hot in dit jaar met bovengenoemde gewassen
het geval is geweest. Kan 5 men de kiemen dier
insecten by de gewassen onmogelijk vernietigen, bij
de varkens acht men dat niet onraogolijk, temeer
daar liet schijnt, dat de vatbaarheid voor het ziek
worden der varkens niet algemeen voorkomt.
Het hoofdbestuur, in aanmerking nemende, dat
volgons tabel 144, in het landbouw verslag uan 1886
voorkomende, in de jaren 1881 tot en met '86 ge
middeld in 25 gemeenten de ziekte lievig, in 65 ge
meenten gewoon, in 245 gemeonten gering, en in
615 gemeenten in het geheel niet voorkwam, meent
dat de kosten, die door de toepassing van het voor
stel Alfen c. a. zullen worden veroorzaakt, voor het
rijk niet te bezwarend zullen zijn.
binnen weinige jaren, 'waarin Nederlandsche kunste
naars werden voorbijgegaan bij benoemingen tot
directeur van een der afdeelingen aangezien be
stuurders van die afdeelingen in hot hoofdbestuur
ritting hebben en dus inlichtingen kunnen geven
omtrent «deze duistere zaak" verwachten zy van
het hoofdbestuur een antwoord op vragen, die bij
hen opgekomen zyn en die zy voor zich niet weten te
beantwoorden. Zij zeggen o. a. in hun protest
Indien men, bij gebrek aan geschikte personen
onder de Nederlandsche kunstenaars, zich tot be
kwame personen in het buitenland haddc gewond,
of indien men buitenlandsche beroemdheden hadden
uitgenoodigd, om aan het hoofd te staan van hot
muzikaal leven in de belaugryke steden van ons
land, ieder zou deze handelwijs hoewel haar
betreurende gebillijkt hebben.
Noch het een, noch het ander is *echter het geval.
Onder do Nederlandsche kunstenaars kan men man
nen aanwijzen wier talent gerust op eene lijn ge
plaatst mag worden met dat der bekende buiten
landsche dirigentenmen behoefde zich dus daarom
niet te wenden tot buitenlandscho kunstenaars.
En evenmin kan men zich verontschuldigen daar
mede, dat één der raaunen, aan wien de leiding der
muzikale belangen is toevertrouwd geworden, een
beroemdheid is. Zelfs was het bij hunne benoeming
bekend4, dat deze personen bf niet, of slechts zeer
weinig gelegenheid hadden gehad om hun talent als
directeur in de praktijk te oefenen.
Het is daarom dat de ondergeteekenden hebben
gemeend ernstig protest te moeten aanteekenen tegen
deze wijze van kunstbevordering. Zij vragen, welke
redenen raogeu er bestaan, om, in plaats van de
toonkunst te bevorderen en de kunstenaars in de ge
legenheid te stellen de hun geschonken talenten teu
bate van hun vaderland te ontwikkelen en te gar-
bruiken, de kunst in hare ontwikkeling tegen-te gaan
door aan de mannen van talent de gelegenheid te
ontnemen hunne gaven ten toon te spreiden en ze
ten nutte der Kunst aan te wenden.
Do adressanten onder wie men de namen vindt
van J. C. Boers, Frans Coenen, Richard Hol, W.
Robert, Sam. do Lange, Dan. de Lange, H. A.
Meyroos, W. F. G. Nicolaiv G. A. Heinze, C. L. M.
Wirtz, Henri Vink enz. verzoeken ten slotte aan het
hoofdbestuur hun protqst met het antwoord, dat bet
hoofdbestuur er op meent te moeten geven, op te
nemen in de Geschiedenis en Handelingen der Maat
schappij, als bijlage achter het Algemeen Verslag en
de Handelingen der laatste algeraeene vergadering
van 3e Maatschappij tot bevordering der Toonkunst.
Uit Rotterdam wordt gemeld
Het Leger des heils blijft ook hier ter stede met
grooten ijver den veldtocht voortzetten. Ofschoon
reeds twee eigen localen in gebruik zijn genomen
voor de gewone «oefenjngen", en spoedig een derde
locaal daaraan zal worden toegevoegd, wordt er van
tijd tot tijd nog eene grootere localiteit in gebruik
genomen voor bijeenkomsten van buitengewonen aard,
die ten dool hebben de belangstelling van het pu
bliek te prikkelen en voor het leger propaganda te
maken. Zoo zullen er nu a. st. Donderdagavond door het
leger groote manoeuvres worden gehouden in het Ver-
kooplocaal, waarvoor uit het buitenland een aantal
heil-officieren en heil-manschappen zullen overkomen.
Men spreekt er van, dat eene leger-afdeeling van niet
dige verdacht werd de misdaad begaan te hebben,
die gij op uw geweten hebt. Zoolang gij niet bebt
goed gemaakt wat gij misdeed althans voor zoo
ver dat nog mogelijk is kan God u geen vergif
fenis schenken.
Zij l>egon hevig te snikken.
Komaan, zeide hij op geruststellenden toon,
begin met te bekennen wat er in dien brief stond.
Estelle wordt dan in haar eer hersteld voor de gan-
scbe wereld en daarna is voor u vergiffenis
te bekomen.
Mijn God, mijn God, wat een lijden, en dat
voor de zonde van anderen. Plotseling echter ver
anderde zij van toon, wischte hare tranen weg en
riep uit:
Maar ik ken u niet, ik heb niets met u te
maken, wat komt gij hier eigenlijk doen? Wees zoo
goed aanstonds mijn woning te verlaten.
Zeer goed, zeide Benoist op koelen toon. Ik
heb getracht op minnelijke wijze de zaak tot een
gewenscht einde te brengen. Nu dit echter niet
gaat, moet de justitie er in gemengd en weldra
zullen de deuren der gevangenis
Dat is mij geheel onverschillig, geide rij.
En later, als gij verschijnt voor den rechterstoel
Gods
Dit laatste maakte meer indruk.
Maar het was volstrekt mijne bedoeling niet
om den heer De Beaurand te dooden, zeide, Rosalie
met vuur. Ik hoopte door mijn brief alleen het
huwelijk te verhinderen en dat was mijn plicht en
ik deed er goed aan dien te vervulleo. Dat hij
zich het leven benomen heeft, is niet mijn schuld
Dat zegt gij wel, maar het is niet waar. Dat
ie een leugen
Liegen doe ik nooit, riep Rosalie op hartstoch-
I telijken toon uit.
Het is een verfoeilijke leugen. Gij zijt een
leugenaarster van de ergste soort.
Hij zag dat deze beschuldiging diepen indruk op
haar maakte en haar zeer deed.
Ik een leugenaarster? Welnu, weet dan
doch het is mij eigenlijk ook onverschillig. Wacht
even.
En bij die woorden ging zij naar de zich in het
vertrek bevindende kast, nam daaruit een kistje, dat
zij opende met een klein sleuteltje, dat zij aan een
touwtje op haar boezem droeg, waarop zij daaruit
een geel geworden stuk papier nam, dat zij meteen
hartstochtelijk gebaar op de tafel wierp. Benoist
nam dit onmiddelijk op en bekeek het.
Het was het klad van een brief, met vele door
halingen en inktvlekken voorzien. De eerste woorden
luidden: Den heer Raymond de Beaufand
André Bol vin had het wel gezegd de brief was
van zelf terecht gekomen in de enveloppe.
En ga nu weg, zeide Rosalie, laat mij nu met
vrede.
Benoist nam zijn hoed en vertrok, den brief mede
nemende. Hij wankelde als een dronken man. Hij
liep eenige straten door toon hij aan een pleintje
kwam roet eenig plantsoen, waarin een paar banlfjea
stonden. Op een daarvan zette hij zich en las den
zoo lang verlangden brief.
XXXI.
Den Heer Raymond De Beaurand.
Mijnheer
Ik heb in de courant gezien, dat gij eerstdaags
denkt te gaan trouwen, maar- gy raoogt mejuffrouw
Estelle Brunaire niet huwen. Ik ben kamenier ge
weest bij mevrouw Brunaire gedurende veertien jaar
en ik ben bekend met alles, wat daar in huis ge
beurd is van hot oogonblik af dat generaal De
Beaurand, uw vader, het hof begon te maken aan
mijn ongelukkige meesteres. Toon de generaal ge
storven was, hoeft mevrouw Brunaire my gezegd dat
het haar man was, die hem gedood had. Gy ziet
wel, mijnheer, dat gij met mejuffrouw Estelle dus
niet kunt trouwen, die uwe zuster is door den val
barer moeder. Ik schrijf u dit omdat ik niet zwij
gen 'mag nu het in mijn macht staat dat huwelijk
te verhinderen. Misschien aarzelt gij dit alles te
gelooven op de enkele mededeeling van een onbe
kende, maar het is helaas,! een droevig feit. Vraag
aan juffrouw Estelle of zij zich Rosalie herinnert en
zij zal u zeggen dat ik met de geheele familie uit
stekend bekend ben en ingewijd in alle familie
omstandigheden. {Wordt vervolgd.)
Indien bet mocht ♦gelukken, de vlekziekte bij do
varkens uit te roeien, evenals dit met de longziekte
bij het rundvee door toepassing van het afmakings-
systoem heeft plaats gehad, dan zouden de voordee-
len, daaruit voortspruitende, de kosten zeer zeker
vele malen overtreffen, en het zou ook zeker vooral
in hot belang zijn van don kleinen boer en van den
arboiderstand. En gestold dat do poging mislukte,
dan toch zou het geld, er voor besteed, niet geheel
weggeworpen zijn. Wat toch zou men er dan mede
verkregen hebben
1. Vorviel dan de onbillijkheid, veroorzaakt door
de toepassing van de tegenwoordige wet, dat de
eigenaar van aan vlekziekte gestorven varkens, zon
der eenige vergoeding, zich getroosten moet, dat die
varkens worden verbrand, hoowel ze altijd nog, bij
uitsmolting van het vet, byna de halve waarde be-
zitten. I
2. Zou een groot deel van het geld ten goede
komen aan de kleine boeren en den arbeidersstand.
S. Zonden velen uit de verschillende klassen voor
lagen prijs vleoscli en spek van de verdaohte va'rkens
kunnen verkrijgen, voor zoover die voor do consump
tie geschikt, zijn,
J)e hoer Janssen, lid van het «Iostitut de France,"
heeft onlangs op den Mont-Blanc, in de «cabane
des bosses," 4Ö0 meter beneden den top, wetonschap
pelijke waarnomingen gedaan met den 9pektroskoop.
Do 6Öjarige geleerde beklom den eersten dag den
berg tot aan de Grands Muiets," en den volgen
den dag werd hij in oen sleo, door twintig gidsen
getrokkon on geduwd, naar het huisje vervoerd. Daar
bracht hij drie dagen door om zijn waarnemingen
te doen. De lucht was er zeer dun, en oen buis met
zuurstof, welke men had meegenomen om dat te
verhelpen, wns niet te gebruiken, omdat de sleutel
vergoten was daarbij was de sneeuwstorm zoo hevig
dat ooïï tafel, welke een oogenblik bij een open deur
was geplaatst, als een stroohalm werd weggewaaid
maar <Jo heer Janssen trotseerde allo bezwaren, om
fciritjn doel te bereiken.
Dat. dool was niet slechts om te toonen, dat het
mogelijk Is, de monnen der wetenschap naar de hoogste
bergtoppen in de eeuwige sneeuw te vervoeren, zon
der dat zij te voel vormoeid worden om waarnemin
gen te doen, maar voornamelijk om te bewijzen, dat
de buitenste atmosfeer van de zon geen zuurstof be
vat in don staat, waarin do aardscho dampkring dat
gas bevat. Zijne spektroskopisóhe waarnemingen
moeten daarvoor overtuigende bewijzon hebben op
geleverd. -
Een olectrische driewieler wordt door de heeron
Surraay en Mouton te Parijs tentoongesteld. Een
paap weken geleden heeft een proefrit plaats gehad,
diel uitstekend geslaagd heet, daar, wat tot dusver
ontbrak aan alle rijwielen door stoom en electrici-
teit bewogen, er een groote snelheid mede bereikt
kan worden. Do electriscbe stroom heefi een sterkte
van drie paardenkrachten en 4 a 6 personen kunnen
in rlon wieier plaats nemen. Do snelheid kan naar
welgevallen geregeld worden en oen buitengewoon
sterke rem kan de machine plotseling tot staan brengen.
Do llev. du Sport Fel., aan welke de Ned. Sport
dit bericht ontleent, meldt echter niets, waaraan de
gróótte der snelheid is te toetsen.
Voor de rechtbank te Leouwarden heeft terecht
gestaan J. D. S., oud 24 jaar, schippersknecht te
Koudura, ter zake dat hij den 20 Juni zich in
plaats van zijn broeder Poppo heeft laten opnemen
in do gevangenis te Sneek, tot liet ondergaan van 6
dagen hechtenis.
Poppo was door den kantonrechter te Lemmer
wegens twee jachtovertredingen veroordeeld tot tweq
geldboeten van 8, by niet-betaling iedere boete
te vervangen door 3 dagen hechtenis. Hij betaalde
de boete niet en begaf zich ook niet in arrest, zoo
dat de rijksveldwachter last kroeg om hem te halen,
maar toen was hij onder Hichtum om modder té
laden. Toen kreeg de'rijksveldwachter Klok te Bols-
ward order, om hom te halen. Deze kende hem
niet persoonlijk, en van die omstandigheid heeft be
klaagde gebruik gemaakt om zich voor Poppe uit te
geven. Voor 'de rechtbank verklaarde beklaagde, dat
zijn broer er zoo tegen aanzag, om in de gevangenis
te gaan. En daarom was hij gegaan. Doch daar-
meo had hij in het register der gevangenis te Sneek
ook voor zijn broer geteekend on is nu door de
rechtbank voor die valscliheid in geschrifte veroor
deeld tot 7 dagen gevangenisstraf.
^e. *n. opgerichte «Vereeniging voor Levens
verzekering waarvan deel uitmaken directeuren der
voornaamste Nederlandsche levensverzekering-maat
schappijen, geeft haar eerste Jaarboekje voor 1891
by de firma Frederik Muller Co., tot den prijs
van 1.60. In dit jaarboekje vindt men voor de
eerste maal eene samenstelling van don stand der
verzekerde kapitalen en renten en van het vermogen
bij de voornaamste Nederlandsche lévens verzekering
maatschappijen, welke samenstelling een officieel ka
rakter draagt, als zijnde afgedrukt met voorkennis
der diroctiën der daarin genoemde maatschappijen.
Een in het jaarboekje opgekomen kalender ver-
rneldt menige voor het vak der levensverzekering be
langrijke gebeurtenis, terwijl ondfr «Mengelwerk"
verschillende opstellen van de hand van autoriteiten
op het gebied der levensverzekering voorkomen, wier
lozing zeer aan te bevelen is. Door die opstellen
leert men o. a. de beteekenis kennen van de «Ver
eeniging voor levensverzekering," en van de nevens
haar bestaande Vereeniging van Wiskundige Advi
seurs by Levensverzekering-maatschappijen, die zich
beide ten doel stqllen de belangstelling van het
publiek in de Levensverzekering op te wekken, en
het, elk voor zich, waarborgen aan te bieden, tot
juiste uitoefening van het allengs meer met een
wetenschappelijk kleed zich tooiend levensverzeke-
ringsvak. Voorts treft mon o. a. een opstel aan
over wijion don heer David J. A. Samot, door diens
dochter geleverd, hetwelk de groote diensten in her
innering brengt, door dezen begaafden man aan de
zaak der levensverzekering bewezen.
Uit Amsterdam wordt gemeld:
Ongeveer oen jaar geleden verzocht een notaris uit
Tholen, die aan het station aldaar eene plaats voor
een naburig dorp genomen had/ aan den majoor der
ryksveldwaoht, die zich mode aan hot station bevond,
eon pakje aan zijn huis te willen afgeven, mot de
boodschap, dit in de brandkast te bergen.
Toeu do notaris den volgenden dag don inhoud
van het pakje nazag, vermiste hij een effect. Ouraid-
dollijk gaf hy den majoor van zijne bovinding kennis,
die zich over doze zaak zeer vOrwonderd betoonde, en
beloofde al het mogelijke te zullen doen om, indien
de notaris zich omtrent den inhoud van het pakje
niet had vergist, het vorloreuo terug te bezorgen.
Alle nasporingen bleven echter vruchteloos, tot vóór
eenigen tijd, op verzoek der justitie te Tholen, onze
recherche een onderzoek alhier instelde, met het ge
volg dat het vermiste effect in een wisselkantoor in
de Kalverstraat word teruggevonden. De majoor-
veldwachter zal zich nu over den diefstal voor den
rechter hobbtrti te verantwoorden.
Over het asyl voor drankzuchtigen, dat in het
Noorden van ons land zal worden opgericht, deelt
de Veend. Ct. het volgende mede
In de nabijheid van het Noord-Willemskanaal,
westelijk van Glimmen, ligt in de gemeente Eeldo
de havezathc Oosterbroek en onmiddellijk daaraan
grenzende het buitengood Hooghullen, voor eenige
jaren gebouwd, van binnen nopit geheel afgewerkt,
thans door een huisbewaarder bewoond en het eigen
dom van de hoeren Bos en Dopheide te "Groningen.
De heer H. Bos, van Haren, oud-voorzitter van den
Volksbond en belangstellende in het streven der oom
missie van dezen bond om een onderzoek in te stellen
aangaande de oprichting van éen asyl voor drank
zuchtigen, stelde uit eigen beweging een voorloopig
onderzoek in omtrent de geschiktheid van Oosterbrook
en Hooghullen. Hij gaf van zijne bevindingen ken
nis aan de commissie, en het gevolg hiervan was,
dat den 18 Juli jl. een nader onderzoek werd ge
daan door do lieeren prof. dr. Van der Lith te
Utrecht, dr. Ruijsch te 'a Gravenhage, dr. Van
Audel te Leiden, eu deu heer Bos. Beter dan op
andere plaatsen, waar de commissie het terrein had
opgenomen, meende zij hior te kunnen slagen. Zij
trad iu onderhandelingen met de heeren Bos en
Dopheide en huurde Hooghullen, waar eerlang de
gelegenheid voor drankzuchtigen zal opengesteld wor
den. Daar do Volksbond deze stichting als eene
proef moet beschouwen, en met het fonds, daarvoor
besterad^Hdnping moet houden, zal direct geen go-
neesheor-airecteur op Hooghullen geplaatst worden,
doch zal men een contract trachten te sluiten met een
in de buurt.
Men heeft dezer dagen te Weeneu de 200e op
voering van Wagners Lohengrin gevierd. De beroem
de toondichter, zoo werd bij die gelegenheid herin
nerd, verkocht indertijd Lohengrin en Tannhauser
voor een zeer geringen prijs ieder 1000
aan de directie dor Weener Opera. Deze behaalde
daarmee zeer aanzienlijke winsten, maar zij weigerde
het voor Wagner zoo nadeelige contract te verbreken.
Wagner vond echter gelegenheid om zich te wreken.
Toen men hem Tristan und Isolde vroeg, weigerde
hij op zijne beurt, als het oude contract niet ver
broken werd. De opera-directie was toen wel tot
toegeven gedwongen. Later, toen de toondichter
naar Weenen kwam om Tannhauser en nog drie
andere zijner opera's te dirigeeron, verlangde hij voor
reis en verblijfkosten voor 4 dagen 20,000. Die
som werd hem toegestaan, en men betaalde zelfs nog
een rekening van 800 fr. welke de hotelhouder aan-
bood, voor schade, door den kleinen Siegfried ver
oorzaakt, die met in inkt gedoopten vinger zijn
oud-Germaanschen naam op blauw satijnen stoelen
en sofa's had geschreven.
In eene dépêche welke Le [Temps uit Marseille
ontvangt, worden bijzonderheden medegedeeld om
trent den laatsten inval der Dahomeyanen op het
gebied der Egbas. Met eeno macht van 1500 man
trokken zij naar dat gebied op en brachten aan de
bewoners groote verliezen toe. De Dahomeyanen ver
wijderden zich daarop, doch keerden weldra teruir
overvielen de Egbas, doodden de meesteil hunner
vermelden meer dan 130 dorpen, vermoordden vrou
wen en kinderen, of liet ze levend verbranden Zij
drongen toen verder in het binnenland door, maakten
2000 gevangenen en vermoorden meer dan 1000
vrouwen. Twintigduizend zwarten waren genoodzaakt
het land te verlaten.
Generaal Boulanger heeft gesproken. In een brief
aan den Boulangist Paal Méry te Parijs, bestemd
om openbaar gemaakt te wol-den, protesteert de
generaal tegen den veldtocht, welke tegen hem be
gonnen is. De brief is gosteld in denzelfden trant
als de bekende manifesten uit den goeden tijd van
het Boulangisme, en munt rnèor uit door hevigheid
van toon, dan door zwaarwichtige argumenten. Bou
langer noemt de gewezen leden van het Bouiangis-
tisch comité „schavuiten, die toen het stof van zyne
laarzen likten," maar die hem nu belastoren 'ten
einde hem het vertrouwen der republikeinen te'doen
verliezen. Hun doel is geld te krijgen van de Or-
leanisten en zich aangenaam te maken bij de oppor
tunisten, maar zij zullen zich bedriegen in hun ver
wachtingen, daar de smet, dien zij hem willen aan
wrijven." op hun eigen hoofd zal terechtkomen.
Dit is alles wat Boulanger tegen de onthullingen
van den heer Mermeix heeft in te brengen. Van
meer belang is hetgeen de^ heer Arthur Meyer daar
over weet mede te doelen." Naar men weet, behoorde
de hoofdredacteur van de Orleanistisohe „Gaulois
die op het oogenblik te Vovey vertoeft, tot de warmste
voorstanders van een verbond der ürleanisteu met
generaal Eoulanger. De heer Meyer wilde niet
spreken, voordat de hertogin van Uzes haar toostem-
ming verleende. Er werd dus een telegram gezonden
naar Parijs en het antwoord der hertogin luidde
dat de heer Meyer vrijheid ontving om te zevcen
wat hij noodig achtte.
De heer Meyer begon met er op te wijzen, dat
de Orieanisten geen keus hadden, want zij moésten
of zich onthouden, of Boulanger bestrijden öf zich
bij hem aansluiten. Het eerste was natuurlijk on
mogelijk het tweede werd beproefd, maar door de
bestrijding der rechterzijde vermeerderde Boulanvers
populariteit. Derhalve moesten de Orieanisten zich
wel bij de bewegmg aansluiten, daar anders de Bona-
partisten hen wellicht voorkwamen. Vandaar dat de
graaf van Parijs, wien zijn partijgenooten, volgens
de heer Meyer ten onrechte van te groote zuinig
heid bij het verbreiden zijner beginselen beschul
digen, besloot Boulanger voor zich te winnen en
dit gelukte volkomen.
Gevaar was niet bij dit verbond, want de Oriea
nisten hadden als geldschieters den generaal in hun
macht. Dit bleek o. a. toen de republikeinsche
vrienden van den generaal hem tot oen staatsgreep
trachtten aan te zetten. De leiders der royalisten
yvildeu geen „coup d'état" en door hun toedoen
hoofdzakelijk werd het streven der heeren Naquet
en Déronlède verijdeld.
Boulanger was niet gevaarlijk. Hij was een goed
soldaat, maar had niet het minste begrip van poli
tiek. Diepe gedachten ot plannen zei de heer
Meijer heb ik nooit bij hem ontdekt, maar zijn
eenig doel was een betere positie in de wereld te
verkrijgen dan commandant van een legerkorps
Ware hij een ernstig man geweest, dan zou hij geé
vaarlijk geweest zijn, maar nu hij slechts naar levens-
genot streefde, was er geen reden tot bezorgdheid
Daarbij had Boulanger gezond verstand en luistorde
naar goeden raad, zoodat zijne positie niet beter kon
worden aangeduid, dan geschiedde door den heer
Thiébaud, die Boulanger een goeden sous-lieutenant
noemde.
Indien Boulanger het gewonnen had, zon zijn
meerderheid in de Kamer voor twee derden uit
monarchistou en Bonarpartisten bestaan hebben
Boulanger kon de Orieanisten dus niet verraden'
De rechterzijde daarentegen kon den heer Boulanger
niet dwingen een anti-republikeinsch ministerie te be
noemen de commandanten der legerkorpsen zoüden
dan vervangen worden door royalisten en Frankrijk
was weer in de macht der monarchie. Nu is dit
plan wel volkomen mislukt, maar toch achtte de
heer Meyer het zeker, dat de rechterzijde in de
Kamer -nu niet zoo talrijk vertegenwoordigd zon
wezen, als zij niet op deze wijze van de Boulangis-
tische beweging partij had getrokken.