Bulteolandscfi Overzicht. 1 minder dan 1000 man daar dien avond zal worden bijeengetrokken. Ook hier wordt in den laatsten tijd de methode gevolgd, om door een buitengewoon geraas te ma ken, «den duivel nit te dry ven." Vooral bedient men zich daartoe van een groot aantal tambourins, en als men de heil-eoldaten met deze muziek-instru- meuten bezig hoort, dan moet men erkennen, dat het een duivel met gehoorvliezen als een olifants huid moet wezen, die bot in deze omgeving uit houdt. Ongelukkigerwijze schijnt de duivel telkens weder verlokt te worden om terug to keeren, want in elke bijeenkomst van het Heilsleger vangt het zelfde oorverdoovend geraas op nieuw aan. In de groote bijeenkomst nu van Donderdagavond zal ook het Umibourin-orchest buitengewoon versterkt wor den met tal van buitenlandsche virtuozen, die.even als hunne Nederlandsche kunstbroeders vefsierd zul len zijn met sjerpen in de nationale kleufcen. Het belooft een geweld te worden, waarbij vergeleken kanongebulder een zacht en lieflijk geluid is. Sedert eenige weken tracht het leger ook in do dorpen in onze naaste omgeving vasten voet te krijgen. Merkwaardig is de voldoening, die het daarbij aan den dag legt tegenover den tegenstand, dien het vindt Ofschoon herhaaldelijk verdreven, keert zoo'n detachement heil-soldaten, dat op ver kenning wordt uitgezonden, telkens weder terug, zich om smaad uocli toorn bekreunende en ook niot bang voor een pak slaag. Als het uit een herberg- locaal voor een avond gebuurdy^erdreven wordt, dan tracht het oen stal of eene schuur of een dorscb- vloer te krijgen, onverschillig wat, als het maar raenschen bij elkander kan krijgen onder een afdak. Zoo b. v. is bet er in geslaagd, te Pernis, na tal van hopelooze pogingen, grond onder de voeten te krijgen, on daar zal thans de campagne geregeld worden voortgezet. Men heeft dikwijls gezegd, dat het een moedig man geweest moot zijn, die het eerst een oester ge geten heeft. Dat wordt gezegd uit onbekendheid met de overlevering, dio het aan eene zeer natuur lijke oorzaak toesehryft. Het verhaal luidt, dat iemand, die op zekeren dag eeno vffcndeling deed, een van die smakelijke dieren opraapte, juist terwijl het sijno schelp opende. Toen hij de gladheid van het binnenste dor schelp op merkte en er den vinger iu stak om die blinkende oppervlakte te betasten, sloegen de kleppen eensklaps dicht, wat een alles behalve aangenaam gevoel was. Zijn vinger er uit te trekken, was eene ever. na tuurlijke beweging als hem Aan den mond te bren gen. 'Waarom iemand altijd zijne vingers in den mond steekt, als hij ze bezeert,}is niet recht duidelijk, maar dat iedereen het doet, is zeker, èn in dit geval had het een gelukkig gevolg. De man, die zijn vinger in de schelp had gestoken, proefde voor het eerst het geurig sap. De smaak was heerlyk, ky had eene belangrijke ontdekking gedaan, dus raapte hij de oester op, brak de schelp open, smulde aan den inhoud en spqedig bracht hij het eten van de oesters in de mode. En dat is in de mode gebleven, en zal er ook wel nooit uitgaan, of alle oesters moesten op' zijn. (Z. N. v. d. D.) Een der blinden van het blindeninstituut te Phi ladelphia heeft over het droomen van blinden een belangwekkende modedeeling gedaan. Hij zegt //Ik gevool me nergens gelukkiger dan in het land der droomen. Nog nooit heb ik in tnyn droomen gemerkt, dat ik blind benik zie dan evengoed als in de jftfen, toen ik nog niet blind was. Gewoonlijk speelt het tooneel mijnor droomen in de inrichting zelve. Zonderling is liet, dat ik de menschen op het gezicht kan onderscheiden, hoewel ik ze in werke lijkheid nooit gezien heb. Dit verschijnsel doet zich voor by alle personen, die niot blind geboren zijn. Blindgeborenen droomen altijd van die dingen welke zij slechts door raiddel van eon der andere zintui gen kunnen waarnomendingen en plaatsen, welke zij alleen door beschrijving kennen, komen nooit in hunne droomen voor." Zooals gewoonlyk zijn ook thans weer op do te Dordrecht gehouden jaarvergadering van do Hol- landsche landbouwmaatschappij verschillende belang rijke punten behandeld en enkele belangrijke beslui ten genomen. Mot algemeeuo stommen is o. a. aangenomen bet volgond voorstel van de afdeeling AlphenOuds hoornAarlanderveen Het hoofdbestuur wende zich tot de Regeeriug, om to verkrijgen, dat by het uitbreken der besmet telijke varkensziekte onmiddelyk worde overgegaan tot onteigening en afmaking van alle dieren in denzelfden stal of op hetzelfde erf, in dien zin, dat voor gestorven dieren geen vergoeding worde ge geven, doch'voor zieke dieren de halve, en voor gezondo de heele waarde worde vergoed. Ter toelichting van dit voorstel werd door de afdeeling gewezen op de algomeene overtuiging, dat de thans geldende maatregelen geen doel treffen en nadeolig werken voor de boeren zelfs, dat ver plichte aangifte diontongovolge achterwege blijft» In ï»et praeadvies, door het hoofdbestuur over dit voorsteil uitgebracht werd o. a. gezegd Hot 'hoofdbestuur is van raeening, dat de var kensziekte besmettelijk is, nl is zij van eenigszins anderen aard dan de longziekte bij het rundvee. Waarschijnlijk ontstaat de besmetting door bacteriën die dikwijls in do hokken der aan vlekziekte geleden hebbende varkens zijn achtergebleven, en die zich soms in het volgende jaar ontwikkelen, en opnieuw besmetting veroorzaken. Men zou dit kunnen vergelijken met hetgeen go- beurt met zeer vele insecten, b. v, met de luis in de erwto", bponeu, enz., do rups iu do mosterd, karwij, kool, enz. enz. Is het seizoen in den tijd, waarop gewoonlijk de insecten zich ontwikkelen, daar voor ongunstig, dan heeft men er minder last van, zooals hot in dit jaar met bovengenoemde gewassen het geval is geweest. Kan 5 men de kiemen dier insecten by de gewassen onmogelijk vernietigen, bij de varkens acht men dat niet onraogolijk, temeer daar liet schijnt, dat de vatbaarheid voor het ziek worden der varkens niet algemeen voorkomt. Het hoofdbestuur, in aanmerking nemende, dat volgons tabel 144, in het landbouw verslag uan 1886 voorkomende, in de jaren 1881 tot en met '86 ge middeld in 25 gemeenten de ziekte lievig, in 65 ge meenten gewoon, in 245 gemeonten gering, en in 615 gemeenten in het geheel niet voorkwam, meent dat de kosten, die door de toepassing van het voor stel Alfen c. a. zullen worden veroorzaakt, voor het rijk niet te bezwarend zullen zijn. binnen weinige jaren, 'waarin Nederlandsche kunste naars werden voorbijgegaan bij benoemingen tot directeur van een der afdeelingen aangezien be stuurders van die afdeelingen in hot hoofdbestuur ritting hebben en dus inlichtingen kunnen geven omtrent «deze duistere zaak" verwachten zy van het hoofdbestuur een antwoord op vragen, die bij hen opgekomen zyn en die zy voor zich niet weten te beantwoorden. Zij zeggen o. a. in hun protest Indien men, bij gebrek aan geschikte personen onder de Nederlandsche kunstenaars, zich tot be kwame personen in het buitenland haddc gewond, of indien men buitenlandsche beroemdheden hadden uitgenoodigd, om aan het hoofd te staan van hot muzikaal leven in de belaugryke steden van ons land, ieder zou deze handelwijs hoewel haar betreurende gebillijkt hebben. Noch het een, noch het ander is *echter het geval. Onder do Nederlandsche kunstenaars kan men man nen aanwijzen wier talent gerust op eene lijn ge plaatst mag worden met dat der bekende buiten landsche dirigentenmen behoefde zich dus daarom niet te wenden tot buitenlandscho kunstenaars. En evenmin kan men zich verontschuldigen daar mede, dat één der raaunen, aan wien de leiding der muzikale belangen is toevertrouwd geworden, een beroemdheid is. Zelfs was het bij hunne benoeming bekend4, dat deze personen bf niet, of slechts zeer weinig gelegenheid hadden gehad om hun talent als directeur in de praktijk te oefenen. Het is daarom dat de ondergeteekenden hebben gemeend ernstig protest te moeten aanteekenen tegen deze wijze van kunstbevordering. Zij vragen, welke redenen raogeu er bestaan, om, in plaats van de toonkunst te bevorderen en de kunstenaars in de ge legenheid te stellen de hun geschonken talenten teu bate van hun vaderland te ontwikkelen en te gar- bruiken, de kunst in hare ontwikkeling tegen-te gaan door aan de mannen van talent de gelegenheid te ontnemen hunne gaven ten toon te spreiden en ze ten nutte der Kunst aan te wenden. Do adressanten onder wie men de namen vindt van J. C. Boers, Frans Coenen, Richard Hol, W. Robert, Sam. do Lange, Dan. de Lange, H. A. Meyroos, W. F. G. Nicolaiv G. A. Heinze, C. L. M. Wirtz, Henri Vink enz. verzoeken ten slotte aan het hoofdbestuur hun protqst met het antwoord, dat bet hoofdbestuur er op meent te moeten geven, op te nemen in de Geschiedenis en Handelingen der Maat schappij, als bijlage achter het Algemeen Verslag en de Handelingen der laatste algeraeene vergadering van 3e Maatschappij tot bevordering der Toonkunst. Uit Rotterdam wordt gemeld Het Leger des heils blijft ook hier ter stede met grooten ijver den veldtocht voortzetten. Ofschoon reeds twee eigen localen in gebruik zijn genomen voor de gewone «oefenjngen", en spoedig een derde locaal daaraan zal worden toegevoegd, wordt er van tijd tot tijd nog eene grootere localiteit in gebruik genomen voor bijeenkomsten van buitengewonen aard, die ten dool hebben de belangstelling van het pu bliek te prikkelen en voor het leger propaganda te maken. Zoo zullen er nu a. st. Donderdagavond door het leger groote manoeuvres worden gehouden in het Ver- kooplocaal, waarvoor uit het buitenland een aantal heil-officieren en heil-manschappen zullen overkomen. Men spreekt er van, dat eene leger-afdeeling van niet dige verdacht werd de misdaad begaan te hebben, die gij op uw geweten hebt. Zoolang gij niet bebt goed gemaakt wat gij misdeed althans voor zoo ver dat nog mogelijk is kan God u geen vergif fenis schenken. Zij l>egon hevig te snikken. Komaan, zeide hij op geruststellenden toon, begin met te bekennen wat er in dien brief stond. Estelle wordt dan in haar eer hersteld voor de gan- scbe wereld en daarna is voor u vergiffenis te bekomen. Mijn God, mijn God, wat een lijden, en dat voor de zonde van anderen. Plotseling echter ver anderde zij van toon, wischte hare tranen weg en riep uit: Maar ik ken u niet, ik heb niets met u te maken, wat komt gij hier eigenlijk doen? Wees zoo goed aanstonds mijn woning te verlaten. Zeer goed, zeide Benoist op koelen toon. Ik heb getracht op minnelijke wijze de zaak tot een gewenscht einde te brengen. Nu dit echter niet gaat, moet de justitie er in gemengd en weldra zullen de deuren der gevangenis Dat is mij geheel onverschillig, geide rij. En later, als gij verschijnt voor den rechterstoel Gods Dit laatste maakte meer indruk. Maar het was volstrekt mijne bedoeling niet om den heer De Beaurand te dooden, zeide, Rosalie met vuur. Ik hoopte door mijn brief alleen het huwelijk te verhinderen en dat was mijn plicht en ik deed er goed aan dien te vervulleo. Dat hij zich het leven benomen heeft, is niet mijn schuld Dat zegt gij wel, maar het is niet waar. Dat ie een leugen Liegen doe ik nooit, riep Rosalie op hartstoch- I telijken toon uit. Het is een verfoeilijke leugen. Gij zijt een leugenaarster van de ergste soort. Hij zag dat deze beschuldiging diepen indruk op haar maakte en haar zeer deed. Ik een leugenaarster? Welnu, weet dan doch het is mij eigenlijk ook onverschillig. Wacht even. En bij die woorden ging zij naar de zich in het vertrek bevindende kast, nam daaruit een kistje, dat zij opende met een klein sleuteltje, dat zij aan een touwtje op haar boezem droeg, waarop zij daaruit een geel geworden stuk papier nam, dat zij meteen hartstochtelijk gebaar op de tafel wierp. Benoist nam dit onmiddelijk op en bekeek het. Het was het klad van een brief, met vele door halingen en inktvlekken voorzien. De eerste woorden luidden: Den heer Raymond de Beaufand André Bol vin had het wel gezegd de brief was van zelf terecht gekomen in de enveloppe. En ga nu weg, zeide Rosalie, laat mij nu met vrede. Benoist nam zijn hoed en vertrok, den brief mede nemende. Hij wankelde als een dronken man. Hij liep eenige straten door toon hij aan een pleintje kwam roet eenig plantsoen, waarin een paar banlfjea stonden. Op een daarvan zette hij zich en las den zoo lang verlangden brief. XXXI. Den Heer Raymond De Beaurand. Mijnheer Ik heb in de courant gezien, dat gij eerstdaags denkt te gaan trouwen, maar- gy raoogt mejuffrouw Estelle Brunaire niet huwen. Ik ben kamenier ge weest bij mevrouw Brunaire gedurende veertien jaar en ik ben bekend met alles, wat daar in huis ge beurd is van hot oogonblik af dat generaal De Beaurand, uw vader, het hof begon te maken aan mijn ongelukkige meesteres. Toon de generaal ge storven was, hoeft mevrouw Brunaire my gezegd dat het haar man was, die hem gedood had. Gy ziet wel, mijnheer, dat gij met mejuffrouw Estelle dus niet kunt trouwen, die uwe zuster is door den val barer moeder. Ik schrijf u dit omdat ik niet zwij gen 'mag nu het in mijn macht staat dat huwelijk te verhinderen. Misschien aarzelt gij dit alles te gelooven op de enkele mededeeling van een onbe kende, maar het is helaas,! een droevig feit. Vraag aan juffrouw Estelle of zij zich Rosalie herinnert en zij zal u zeggen dat ik met de geheele familie uit stekend bekend ben en ingewijd in alle familie omstandigheden. {Wordt vervolgd.) Indien bet mocht ♦gelukken, de vlekziekte bij do varkens uit te roeien, evenals dit met de longziekte bij het rundvee door toepassing van het afmakings- systoem heeft plaats gehad, dan zouden de voordee- len, daaruit voortspruitende, de kosten zeer zeker vele malen overtreffen, en het zou ook zeker vooral in hot belang zijn van don kleinen boer en van den arboiderstand. En gestold dat do poging mislukte, dan toch zou het geld, er voor besteed, niet geheel weggeworpen zijn. Wat toch zou men er dan mede verkregen hebben 1. Vorviel dan de onbillijkheid, veroorzaakt door de toepassing van de tegenwoordige wet, dat de eigenaar van aan vlekziekte gestorven varkens, zon der eenige vergoeding, zich getroosten moet, dat die varkens worden verbrand, hoowel ze altijd nog, bij uitsmolting van het vet, byna de halve waarde be- zitten. I 2. Zou een groot deel van het geld ten goede komen aan de kleine boeren en den arbeidersstand. S. Zonden velen uit de verschillende klassen voor lagen prijs vleoscli en spek van de verdaohte va'rkens kunnen verkrijgen, voor zoover die voor do consump tie geschikt, zijn, J)e hoer Janssen, lid van het «Iostitut de France," heeft onlangs op den Mont-Blanc, in de «cabane des bosses," 4Ö0 meter beneden den top, wetonschap pelijke waarnomingen gedaan met den 9pektroskoop. Do 6Öjarige geleerde beklom den eersten dag den berg tot aan de Grands Muiets," en den volgen den dag werd hij in oen sleo, door twintig gidsen getrokkon on geduwd, naar het huisje vervoerd. Daar bracht hij drie dagen door om zijn waarnemingen te doen. De lucht was er zeer dun, en oen buis met zuurstof, welke men had meegenomen om dat te verhelpen, wns niet te gebruiken, omdat de sleutel vergoten was daarbij was de sneeuwstorm zoo hevig dat ooïï tafel, welke een oogenblik bij een open deur was geplaatst, als een stroohalm werd weggewaaid maar <Jo heer Janssen trotseerde allo bezwaren, om fciritjn doel te bereiken. Dat. dool was niet slechts om te toonen, dat het mogelijk Is, de monnen der wetenschap naar de hoogste bergtoppen in de eeuwige sneeuw te vervoeren, zon der dat zij te voel vormoeid worden om waarnemin gen te doen, maar voornamelijk om te bewijzen, dat de buitenste atmosfeer van de zon geen zuurstof be vat in don staat, waarin do aardscho dampkring dat gas bevat. Zijne spektroskopisóhe waarnemingen moeten daarvoor overtuigende bewijzon hebben op geleverd. - Een olectrische driewieler wordt door de heeron Surraay en Mouton te Parijs tentoongesteld. Een paap weken geleden heeft een proefrit plaats gehad, diel uitstekend geslaagd heet, daar, wat tot dusver ontbrak aan alle rijwielen door stoom en electrici- teit bewogen, er een groote snelheid mede bereikt kan worden. Do electriscbe stroom heefi een sterkte van drie paardenkrachten en 4 a 6 personen kunnen in rlon wieier plaats nemen. Do snelheid kan naar welgevallen geregeld worden en oen buitengewoon sterke rem kan de machine plotseling tot staan brengen. Do llev. du Sport Fel., aan welke de Ned. Sport dit bericht ontleent, meldt echter niets, waaraan de gróótte der snelheid is te toetsen. Voor de rechtbank te Leouwarden heeft terecht gestaan J. D. S., oud 24 jaar, schippersknecht te Koudura, ter zake dat hij den 20 Juni zich in plaats van zijn broeder Poppo heeft laten opnemen in do gevangenis te Sneek, tot liet ondergaan van 6 dagen hechtenis. Poppo was door den kantonrechter te Lemmer wegens twee jachtovertredingen veroordeeld tot tweq geldboeten van 8, by niet-betaling iedere boete te vervangen door 3 dagen hechtenis. Hij betaalde de boete niet en begaf zich ook niet in arrest, zoo dat de rijksveldwachter last kroeg om hem te halen, maar toen was hij onder Hichtum om modder té laden. Toen kreeg de'rijksveldwachter Klok te Bols- ward order, om hom te halen. Deze kende hem niet persoonlijk, en van die omstandigheid heeft be klaagde gebruik gemaakt om zich voor Poppe uit te geven. Voor 'de rechtbank verklaarde beklaagde, dat zijn broer er zoo tegen aanzag, om in de gevangenis te gaan. En daarom was hij gegaan. Doch daar- meo had hij in het register der gevangenis te Sneek ook voor zijn broer geteekend on is nu door de rechtbank voor die valscliheid in geschrifte veroor deeld tot 7 dagen gevangenisstraf. ^e. *n. opgerichte «Vereeniging voor Levens verzekering waarvan deel uitmaken directeuren der voornaamste Nederlandsche levensverzekering-maat schappijen, geeft haar eerste Jaarboekje voor 1891 by de firma Frederik Muller Co., tot den prijs van 1.60. In dit jaarboekje vindt men voor de eerste maal eene samenstelling van don stand der verzekerde kapitalen en renten en van het vermogen bij de voornaamste Nederlandsche lévens verzekering maatschappijen, welke samenstelling een officieel ka rakter draagt, als zijnde afgedrukt met voorkennis der diroctiën der daarin genoemde maatschappijen. Een in het jaarboekje opgekomen kalender ver- rneldt menige voor het vak der levensverzekering be langrijke gebeurtenis, terwijl ondfr «Mengelwerk" verschillende opstellen van de hand van autoriteiten op het gebied der levensverzekering voorkomen, wier lozing zeer aan te bevelen is. Door die opstellen leert men o. a. de beteekenis kennen van de «Ver eeniging voor levensverzekering," en van de nevens haar bestaande Vereeniging van Wiskundige Advi seurs by Levensverzekering-maatschappijen, die zich beide ten doel stqllen de belangstelling van het publiek in de Levensverzekering op te wekken, en het, elk voor zich, waarborgen aan te bieden, tot juiste uitoefening van het allengs meer met een wetenschappelijk kleed zich tooiend levensverzeke- ringsvak. Voorts treft mon o. a. een opstel aan over wijion don heer David J. A. Samot, door diens dochter geleverd, hetwelk de groote diensten in her innering brengt, door dezen begaafden man aan de zaak der levensverzekering bewezen. Uit Amsterdam wordt gemeld: Ongeveer oen jaar geleden verzocht een notaris uit Tholen, die aan het station aldaar eene plaats voor een naburig dorp genomen had/ aan den majoor der ryksveldwaoht, die zich mode aan hot station bevond, eon pakje aan zijn huis te willen afgeven, mot de boodschap, dit in de brandkast te bergen. Toeu do notaris den volgenden dag don inhoud van het pakje nazag, vermiste hij een effect. Ouraid- dollijk gaf hy den majoor van zijne bovinding kennis, die zich over doze zaak zeer vOrwonderd betoonde, en beloofde al het mogelijke te zullen doen om, indien de notaris zich omtrent den inhoud van het pakje niet had vergist, het vorloreuo terug te bezorgen. Alle nasporingen bleven echter vruchteloos, tot vóór eenigen tijd, op verzoek der justitie te Tholen, onze recherche een onderzoek alhier instelde, met het ge volg dat het vermiste effect in een wisselkantoor in de Kalverstraat word teruggevonden. De majoor- veldwachter zal zich nu over den diefstal voor den rechter hobbtrti te verantwoorden. Over het asyl voor drankzuchtigen, dat in het Noorden van ons land zal worden opgericht, deelt de Veend. Ct. het volgende mede In de nabijheid van het Noord-Willemskanaal, westelijk van Glimmen, ligt in de gemeente Eeldo de havezathc Oosterbroek en onmiddellijk daaraan grenzende het buitengood Hooghullen, voor eenige jaren gebouwd, van binnen nopit geheel afgewerkt, thans door een huisbewaarder bewoond en het eigen dom van de hoeren Bos en Dopheide te "Groningen. De heer H. Bos, van Haren, oud-voorzitter van den Volksbond en belangstellende in het streven der oom missie van dezen bond om een onderzoek in te stellen aangaande de oprichting van éen asyl voor drank zuchtigen, stelde uit eigen beweging een voorloopig onderzoek in omtrent de geschiktheid van Oosterbrook en Hooghullen. Hij gaf van zijne bevindingen ken nis aan de commissie, en het gevolg hiervan was, dat den 18 Juli jl. een nader onderzoek werd ge daan door do lieeren prof. dr. Van der Lith te Utrecht, dr. Ruijsch te 'a Gravenhage, dr. Van Audel te Leiden, eu deu heer Bos. Beter dan op andere plaatsen, waar de commissie het terrein had opgenomen, meende zij hior te kunnen slagen. Zij trad iu onderhandelingen met de heeren Bos en Dopheide en huurde Hooghullen, waar eerlang de gelegenheid voor drankzuchtigen zal opengesteld wor den. Daar do Volksbond deze stichting als eene proef moet beschouwen, en met het fonds, daarvoor besterad^Hdnping moet houden, zal direct geen go- neesheor-airecteur op Hooghullen geplaatst worden, doch zal men een contract trachten te sluiten met een in de buurt. Men heeft dezer dagen te Weeneu de 200e op voering van Wagners Lohengrin gevierd. De beroem de toondichter, zoo werd bij die gelegenheid herin nerd, verkocht indertijd Lohengrin en Tannhauser voor een zeer geringen prijs ieder 1000 aan de directie dor Weener Opera. Deze behaalde daarmee zeer aanzienlijke winsten, maar zij weigerde het voor Wagner zoo nadeelige contract te verbreken. Wagner vond echter gelegenheid om zich te wreken. Toen men hem Tristan und Isolde vroeg, weigerde hij op zijne beurt, als het oude contract niet ver broken werd. De opera-directie was toen wel tot toegeven gedwongen. Later, toen de toondichter naar Weenen kwam om Tannhauser en nog drie andere zijner opera's te dirigeeron, verlangde hij voor reis en verblijfkosten voor 4 dagen 20,000. Die som werd hem toegestaan, en men betaalde zelfs nog een rekening van 800 fr. welke de hotelhouder aan- bood, voor schade, door den kleinen Siegfried ver oorzaakt, die met in inkt gedoopten vinger zijn oud-Germaanschen naam op blauw satijnen stoelen en sofa's had geschreven. In eene dépêche welke Le [Temps uit Marseille ontvangt, worden bijzonderheden medegedeeld om trent den laatsten inval der Dahomeyanen op het gebied der Egbas. Met eeno macht van 1500 man trokken zij naar dat gebied op en brachten aan de bewoners groote verliezen toe. De Dahomeyanen ver wijderden zich daarop, doch keerden weldra teruir overvielen de Egbas, doodden de meesteil hunner vermelden meer dan 130 dorpen, vermoordden vrou wen en kinderen, of liet ze levend verbranden Zij drongen toen verder in het binnenland door, maakten 2000 gevangenen en vermoorden meer dan 1000 vrouwen. Twintigduizend zwarten waren genoodzaakt het land te verlaten. Generaal Boulanger heeft gesproken. In een brief aan den Boulangist Paal Méry te Parijs, bestemd om openbaar gemaakt te wol-den, protesteert de generaal tegen den veldtocht, welke tegen hem be gonnen is. De brief is gosteld in denzelfden trant als de bekende manifesten uit den goeden tijd van het Boulangisme, en munt rnèor uit door hevigheid van toon, dan door zwaarwichtige argumenten. Bou langer noemt de gewezen leden van het Bouiangis- tisch comité „schavuiten, die toen het stof van zyne laarzen likten," maar die hem nu belastoren 'ten einde hem het vertrouwen der republikeinen te'doen verliezen. Hun doel is geld te krijgen van de Or- leanisten en zich aangenaam te maken bij de oppor tunisten, maar zij zullen zich bedriegen in hun ver wachtingen, daar de smet, dien zij hem willen aan wrijven." op hun eigen hoofd zal terechtkomen. Dit is alles wat Boulanger tegen de onthullingen van den heer Mermeix heeft in te brengen. Van meer belang is hetgeen de^ heer Arthur Meyer daar over weet mede te doelen." Naar men weet, behoorde de hoofdredacteur van de Orleanistisohe „Gaulois die op het oogenblik te Vovey vertoeft, tot de warmste voorstanders van een verbond der ürleanisteu met generaal Eoulanger. De heer Meyer wilde niet spreken, voordat de hertogin van Uzes haar toostem- ming verleende. Er werd dus een telegram gezonden naar Parijs en het antwoord der hertogin luidde dat de heer Meyer vrijheid ontving om te zevcen wat hij noodig achtte. De heer Meyer begon met er op te wijzen, dat de Orieanisten geen keus hadden, want zij moésten of zich onthouden, of Boulanger bestrijden öf zich bij hem aansluiten. Het eerste was natuurlijk on mogelijk het tweede werd beproefd, maar door de bestrijding der rechterzijde vermeerderde Boulanvers populariteit. Derhalve moesten de Orieanisten zich wel bij de bewegmg aansluiten, daar anders de Bona- partisten hen wellicht voorkwamen. Vandaar dat de graaf van Parijs, wien zijn partijgenooten, volgens de heer Meyer ten onrechte van te groote zuinig heid bij het verbreiden zijner beginselen beschul digen, besloot Boulanger voor zich te winnen en dit gelukte volkomen. Gevaar was niet bij dit verbond, want de Oriea nisten hadden als geldschieters den generaal in hun macht. Dit bleek o. a. toen de republikeinsche vrienden van den generaal hem tot oen staatsgreep trachtten aan te zetten. De leiders der royalisten yvildeu geen „coup d'état" en door hun toedoen hoofdzakelijk werd het streven der heeren Naquet en Déronlède verijdeld. Boulanger was niet gevaarlijk. Hij was een goed soldaat, maar had niet het minste begrip van poli tiek. Diepe gedachten ot plannen zei de heer Meijer heb ik nooit bij hem ontdekt, maar zijn eenig doel was een betere positie in de wereld te verkrijgen dan commandant van een legerkorps Ware hij een ernstig man geweest, dan zou hij geé vaarlijk geweest zijn, maar nu hij slechts naar levens- genot streefde, was er geen reden tot bezorgdheid Daarbij had Boulanger gezond verstand en luistorde naar goeden raad, zoodat zijne positie niet beter kon worden aangeduid, dan geschiedde door den heer Thiébaud, die Boulanger een goeden sous-lieutenant noemde. Indien Boulanger het gewonnen had, zon zijn meerderheid in de Kamer voor twee derden uit monarchistou en Bonarpartisten bestaan hebben Boulanger kon de Orieanisten dus niet verraden' De rechterzijde daarentegen kon den heer Boulanger niet dwingen een anti-republikeinsch ministerie te be noemen de commandanten der legerkorpsen zoüden dan vervangen worden door royalisten en Frankrijk was weer in de macht der monarchie. Nu is dit plan wel volkomen mislukt, maar toch achtte de heer Meyer het zeker, dat de rechterzijde in de Kamer -nu niet zoo talrijk vertegenwoordigd zon wezen, als zij niet op deze wijze van de Boulangis- tische beweging partij had getrokken.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2