krt
Buitenlandse!) Overzicht. 3
ttJXSA-BA'tEÊ
"JKj-ï riT-r
tZiof r r:Je fr™'
EIJ
Voor de rechtbank te Haarlem werd gisteren de
volgende zaak behandeld
Karei de Praag te Wormermeer was bode bij het
Groot Noord-Hollandsch begrafenisfonds te -Rijp,
waarbij door hem als leden werden ingeschreven
Krjjn Venz, Anna de Jongh, Maartje Tenbroek en
Grietje Bakker, zonder dat een dier personen daar
van iets wist, en zonder dat zij ooit een cent con
tributie betaalden. Hit deed de beklaagde en wel
met het oogmerk ze dén voor één te laten sterven
en dan de begrafenisgelden, ƒ170 voor den eerste
en 42 voor ieder der drie laatsten te innen en
ten eigen bate aan te wenden. Om het geld van
den direoteur te kunnen krijgen, was het echter
noodig een extract uit het register van overlijden
over te leggen, en op sluwe wijze wist beklaagde
daarvan in het bezit te geraken.
Op 18 Februari '90 tooh overleed te Koog aan
de Zaan Dirk Krom en De Pr. werd een extract
van de overlijdensakte machtig, waarin hij den naam
Dirk Krom veranderde in dien van Krijn Venz en
den datum 18 Februari in 28 Februari. Op dit
bewijs betaalde de directeur hem ƒ170 uit, en be
klaagde legde later eene behoorlijke quitantie voor,
ge teekend door de vrouw van Venz. Op 5 April '90
stierf Betje Dekker in den ouderdom van 36 jaar,
en beklaagde wist ook van deze een extract uit het
register van overlijden te krijgen, wat hij deed dienen
om Anna de Jongh, oud 26 jaar, te doen sterven,
en waarop hij de ƒ42 begrafenisgeld ontving. Zoo
deed hij hetzelfde met akten van overlijden van
Mide Sombroek, waarvoor Maartje Tenbroek in de
plaats kwam, en van Anna Boert te Wormerveer,
waarvoor Grietje Bakker werd in de plaats gezet.
De quitanties had hij eveneens vervalscht en van
de geldén was niets meer over.
Als eerste getuige kwam do direoteur van het
fonds, de heer Harrebomée, die vrij goede getuigen
van beklaagde gaf, maar toch niet kon ontkennen
door dezen danig te zijn beetgenomen. De door
beklaagde dood gemelden Krijn Venz, Anna de Jongh,
Maartje Tenbroek en Grietje Bakker kwamen ook
getuigen afleggen, wat tot hilariteit aanleiding gaf.
Beklaagde bekende volmondig, en daar door het
getuigenverhoor het wettig en overtuigend bewijs
voldoende was geleverd, eischte de officier wegens
vervalsching van vier authentieke akten en valsch-
heid in geschrifte twee jaar gevangenisstraf. Z. E. A.
gaf den heer Harrebomée den raad, in den vervolge
alle akten, die hij kreeg, eerst eens tegen het licht
te honden. Had hij dat ook nu gedaan, dan was
de vervalsching dadelijk gebleken.
De beklaagde verklaarde tot hot misdrijf te zijn
gekomen door achteruitgang, veroorzaakt door lang
durige ziekte zoo van hem als van zijn gezin. Hij
verzocht de rechtbank hem eene genadige straf op
te leggen.
Uitspraak over 14 dagen.
Uit Londen schrijft men aan het Hhl.
De Times begon eenige dagen geleden een veld
tocht tegen de sky-signs, een soort advertentie die te
Londen sedert de laatste maanden erg in zwang is.
Op de daken der winkels ziet men reusachtige
stellages met even reusachtige letters, die in donkere
tegenstelling met den hemel een zeer goede adverten
tie vormen. De lezer die ooit te Londen was, kent
wel de dergelijke dakversiering van Pears's in New
Oxford Street en deze adverteerende firma schijnt
de uitvindster van een reclame te zjjn die wel is
waar zeer in het oogloopend is, doch het schoon
heidsgevoel ten zeerste beleedigd.
Hudsons in Ludgate Hill bedierven nu eenigen
tijd geleden het fraaie gezicht op de St. Pauls Kerk
door een dergelijke monster-advertentie, en toen
brak de storm der verontwaardiging los, eindigende
met de verklaring der firma dat zij de stellage,
(die omstreeks f 200 kost) wil laten afbreken
welk voorbeeld thans door een tweode firma wordt
gevolgd.
Gij weet dat het spreekwoord my home i» my
eatUe" in Engeland rechts beginsel is, en dienten
gevolge is de wet machteloos tegenover dergelijke
handelingen.
Op mijne jongste reis door Wales had ik herhaal
delijk gelegenheid advertentiën op te merken die
fraaie gezichten boderven. Dat onze spoorwegen langs
hunne geheele lengte met boschjes zijn bezet die
zeep, cacao, mosterd of leverpillen aanbevelen, is
misschien niet zoo erg. Maar wat moet men er van
zeggen wanneer er op de reede van hot lieve Llan
dudno een schip schommelt met „3 Beechams
Pilli a day" op de zeilen, wanneer het gezicht op
Conway Castle wordt bedorven door Good morning
luwe you used Pears soap" en wanneer op de cliffs
van llfracorabe de vraag staatHok do you do
without Hudsons Soap?"
Men schrijft uit Amsterdam aan het Dagblad:
De Veiligheidstentoonstelling behoort tot de ge-
sohiedenis. Omstreeks 1X0.000 bezoekers, misschien
een bevredigend aantal, droegen de overtuiging mede,
dat daar wellicht veel ontbrak wat de veiligheid op
fabrieken en werkplaatsen had moeten constateeren,
doch dat er niettemin onder de industrieelen nog
mannen van goeden wil genoeg zijn om hun werk
lieden te sparen en te beschermen en onder het ten
toongestelde veel was van practisoh vernuft.
De ondernemers zeiven zijn zich ten volle bewust,
dat zij, trots alle inspanning, geen volkomen zuiver
beeld hebben kunnen leveren van hetgeen tot red
dingswezen en hygiëne behoort. Zij beschouwden de
tentoonstelling als een aanvangs- en uitgangspunt,
om tot menige verbetering op dit gebied andoren
aan te zetten. Misschien is het geschikste punt van
aanknooping gevonden in het Veiligheidsmuseum,
waarvoor reeds enkele bijdragen rijn verzekerd, indien
de prikkel krachtig genoeg is om bet industrieel
vernuft te soherpen tot het vinden van veiliger en
al veiliger toestellen ed werktuigen en die dan ter
stond in glorie, met stoffeljjko waardeering boven
dien, belangstellenden onder het oog te brengen.
Tot de deugden van het congres, waarmede de
tentoonstelling besloot, behoorde dat men niet op
ging in zelfverheerlijking. Men hoorde daar, niet
in een enkel vaag woord door bescheidenheid inge
geven, maar in kloeken ernst, meermalen critiek
uit den mond van onverdachtcn, een bewustzijn
van het onvolmaakte op dit of dat gebied gepres
teerd, het tentoonstellen zelfs van middelen die het
eene kwaad verhielpen, maar het andere verwekten.
Eén voorbeeld: de ventilatoren, die zooveel versche
luoht aanvoerden, dat men er de ergste verkoud
heid, ja weldra een longaandoening bij moest be-
loopen.
Wat, met betrekking tot het karakter dezer ten
toonstelling in ons oog een werk van blijvende
waarde is, zijn de „Mededeelingen omtrent onge
lukken bij den arbeid," onder den titel«Mede
lijden en Mede-werken," verzameld door den heer
F. W. Westerouen van Meetoren. Het is een zonden-
register en een receptenboek tevens, op verschillend
gebied van nijverheid. Geljjk oudtijds Cats naast
den bijbel, lag het werk daar op de tentoonstelling,
voreenigd met de voortreffelijkste proeven van veilig
heids- en collectieve inzending van de Vereeniging tot
voorkoming van fabrieks-ongelukken te Mulhausen.
Die modellen spanden, uit een oogpunt van praktisch
verzekerde veiligheid, de kroon. Het eene na het
andere toestel is er op ingericht ongelukken te voor
komen, doordien het zijn dienst weigert, zoo de
werkman zich niet aan een machinaal opged wongen
veiligheidsmaatregel onderwerpt. «Provenier mieux
que guérir.
't Neemt niet weg, dat tal van inzendingen, niet
het minst uit ons land, loffelijk getuigden voor den
zucht naar veiligheid, die onze nijveren bezielt. Be
wijs reeds genoeg dat gedurende de tentoonstelling
niet het kleinste ongelukje is gebeurd, onder zoo
veel beweegkracht en bedrijf als daar werd ontwik
keld. Immers onophoudelijk waren stangen en drijf
riemen in beweging om hun werking weder mede
te doelen aan tal van andere toestellen, welke den
werkman, die daar bezig was, voortdurend aan ge
vaar zouden hebben blootgesteld, indien de veilig
heidsmiddelen hem niet hadden gevrijwaard.
Maar veel uitgebreider was het aantal voorwerpen,
welke men niet in werking zag en daarom althans
van den leek niet die belangstelling trokken, waarop
zij misschien mochten aanspraak maken.
Een tentoonstelling als deze was iets vreemds,
iets eigenaardigs. Alléén fabrikanten wenschte men
als bezoekers toch wel niet. Ze was eigenlijk be
stemd om met douce violence dezen te dwingen tot
meer^ en steeds beter veiligheidsmaatregelen. Die
pressie moest uitgaan van autoriteiten, kenners, vak
mannen, maar hoofdzakelijk de zedelijke dwang van
het groote leekenpubliek, dat op verschillende rechts
gronden aanspraak maakt op veiligheid en gezondheid,
zoowel van zichzelf als die van anderen. Eu nu is onte
genzeggelijk de Tentoonstelling door duizenden bezocht
die er weinig of niets \an begrepen of meenameo,
omdat zooveel voorwerpen daar werkeloos waren
tentoongesteld. Men kan heel lang turen op een
voorwerp, zonder er iets voor te gevoelen als men
het niet in werking ziet, of hoort verklaren waartoe
het dient. Men zal er weinig of niets van begrijpen
als men daar, stel zelfs tienmaal in den catalogus
leest, bijv.: «Tongbeweging model aanleg SS met
verbeterde wortelverbinding en gestampt ijzeren
glijdstoeien." Zulke woorden zijn voor een gewonen
niet met fabriekswezen bekenden Hollander even dui
delijk als Chineesch.
Ons dunkt, dat men langs tweeërlei wegen in deze
veel meer belangstelling en nut had kunnen stichten.
In de eersle plaats hadden de inzenders in veel
grooter aantal moeten tegenwoordig zijn om hun toe
stel of werktuig te verklaren aan wie er belang in
stelden. En het Comité zou een goed werk hebben
gedaan met lezingen, voordrachten over het tentoon
gestelde te osganiseeren, niet in kritischen geest,
maar ter verklaring in den meest objeotieven zin van
de strekking, werking en kenmerkende eigenschap
van de voorwerpen. Populair behandeld zouden zulke
voordrachten inderdaad velen hebben getrokken, ge
leerd en gewonnen, die nu, om niet te zeggen dat
ze er niet waren geweest, de tentoonstelling gingen
zion, maar, behalve de stampende machines, het schit
terend electrisoh licht, de waaiende vlaggetjes en
veertjes, de onbrandbare asbeststolfcu en de hout
snijmachine, het meeste over het hoofd zagen, omdat
hun het interessante niet werd duidelijk gemaakt.
Misschien zal het organiseeren van populaire voor
drachten op het gebied van reddingswezen en hygiène
de geschikte propaganda zijn om het Veiligheids
museum meer en meer in herinnering te brengen on
volledig te maken.
Door den minister van waterstaat was aan don
Baad van Tocht op de koopvaardijschepen gelast
een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van
de ramp, aan het stoomschip Prins Frederik 26 Juni
overkomen.
Die rand hield te Amsterdam zitting en werd ge
presideerd door jhr. mr. C. H. Backer, president der
Bechtbank aldaar, en was verder samengesteld uit
de lodenJ. van den Burg, le. luit. ter zee, C. W.
B. Scholten Jr., uit Botterdam, J. Vos van Marken,
oud-scheepsgezagvoerder, G. Krys, kolonel ter zee
te den Haag, P. A. de Boer, 1'. A. C. Hugenholtz,
Botterdam.
Nog was het plaatsvervangend lid M. C. Braat,
inspecteur der West-Indische mail, bjj de zitting
tegenwoordig.
Als toehoorders woonden de zitting bij de hoeren
Graadt van Koggen, oud-gezagvoerder bij de maat
schappij «Nederland.»
Als getuigen waren gedagvaardK. Visman, ge
zagvoerder; W. H. J. Zeelt, le. officier; P. J. Bak
ker, 3e. officier b/d wachtC. A. Metselaar, hoofd
machinist C. J. Pot, machinist b/d wachtH. Ihns,
bootsmanP. Kroeb, kwartiermeesterJ. Davidson,
roergangerE. Nielson, matroos op den uitkijk
W. F. Wijand, magazijnmeester, allen behoord heb
bende tot de bemanning van den gezonken stoomer
«Prins Frederik.»
Nadat de secretaris van den raad van tucht, mr.
Th. Heemskerk, de soheepsverklaring had voorgelezen
door genoemde getuigen voor den Nederlandsohen
vico-conaul te Falmouth afgelegd en door hen on-
dertoekeod, werden achtereenvolgens de getuigen
gehoord en wel in de eerste plaats de gezagvoerder
Visman.
Deze verklaarde, dat in den avond van 25 Juni
jl. 's middags tusschen B'/s en 6 uur zulk een dikke
mist kwam opzetten, dat het noodig was de vaart
te verminderen. Véor dien tijd liep men 11 11
mjjl, die verminderd werden tot zeven mijl. De uit-
kijk op den bak werd waargenomen door een matroos
(getuige Nielson,) die op de onderbrug door getuige
Kroeb, met hulpuitkjjk op uien bak, getuige Ihns.
De kapitein bleef op de bovenbrug tot het schip
zonk, hij was er anderhalf uur véor de aanvaring
slechts even af geweest, om zich te kleeden voor den
nacht, de wacht toen overlatende aan den le. officier
Zeelt en den 3e. officier Bakker.
Om het schip, dat men hoorde fluiten, meer ruimte
te geven aan stuurboord te passeeren, werd twee
streken zuidelijker gestuurd, te meer daar veronder
steld mocht worden, dat het sohip een bijlegger was
aangezien in dat deel van de Golf van Biscaye geen
havens zjjn. Bij het opnieuw gaan in een dikke laag
mist werd de vaart tot 2'/j mijl ingekort. Toen de
kapitein zag, dat de «Marpessa» zijn sohip zou reken
kommandeerde hij volle kracht om nog voor langs
te gaan, de «Marpessa» liep bepaald 8 a 9 mijl,
daar de kapitein zjjn boegwater zag.
De «Marpessa» liep in, achter het groot want,
en kwam weer uit aan den voorkant van het
bezaanswant. Gelijktijdig met het zien van het
toplicht volgde de aanvaring.
De getuige Zeelt, die evenals de andere getuigen
den eed aflegde, die van den kapitein niet was ge
vergd, legde een bijna gelijkluidende verklaring af.
De getuige Bakker verzekerde, dat op de «Prins
Fredorik» bijna elke minuut de mistfluit word ge
trokken.
De beide machinisten bevestigden de commando's,
die de kapitein verklaard had ten opzichte van de
vaart van het schip te hebben gegeven. Zij ver
klaarden, dat het laatste commando «volle kracht
vooruit» niet meer kon opgevolgd worden, omdat
voor dat oogenblik do aanvaring reeds plaats had,
volgens den hoofd-machinist aan stuurboordzij, dicht
bjj het waterdichte schot, zoodat een groot gat ont
stond van de kimversterking tot de versterking onder
het tusschendek.
Na de pauze getuigden de mannen van de wacht
Hun verklaringen kwamen alle met elkander overeen.
Zjj bevestigden geheel wat de kapitein ten opzichte
van het sturen van het schip had medegedeeld en
wisten van de vaart niets af, daar hun plicht was
uitkijk en roor te houden; hun posten verlieten zij
niet voor zij van den gezagvoerder het bevel kregen
zich in de booten te begeven.
De verklaring van al deze getuigen kwam hierop
neder, dat de «Marpessa» bij de aanvaring bepaald
een vaart van acht a negen mijl moet hobben ge-
loopen.
In het September-nummer van het maandschrift
Good Words zet Gladstone zijne verdediging van de
bjjbelsche tradities in een belangrijk artikel over den
Pontateuch voort. Hij geeft eene beschouwing over
de wetboeken van Mozes, van Exodus tot Deutero-
nomium, beoordeelt zo uit het oogpunt van hun
inhoud en hunne geloofwaardigheid, en komt daarbij
tot een verrassende slotsom. De wjjze, waarop hij
de verschillende critici tegenover elkaar stelt, is
bijzonder kenschetsend voor den grijzen staatsman.
Hij merkt op, dat eenige critici -den tijd waarin
deze boeken geschreven werden, in een latere periode
willen stellen tot in den tijd van Samuel, van David,
bij de scheiding der koninkrijken, ja, tot tijdens de
Babylonische govangenschap, en vraagt of het moge
lijk kan zijn, dat een historisch werk, dat in zeker
opzicht, gedurende duizende jaren do charta van
het Hebreeuwsche volk is geweest, in een tijd van
nationaal verval kan zijn ontslaan. Gladstone sluit
zich daarom aan bij de nieuwere critici, die toegeven
dat Mozes moet hebben meegewerkt aan de wet
boeken, en van meening zijn dat vele wetten doel
noch zin zouden hebben als men niet aanneemt, dat
zij in den Mozaisohen tijd zijn ontstaan. Hij komt
daarom tot de conclusie„De kern en do hoofd
zaak van het wetssysteem, dat ons in den Pentateuoh
is overgeleverd, is historisch betrouwbaar."
Uit Wageuingon meldt men:
Alhier heeft zich bet volgend geval van oplichterij
voorgedaan. Zekere D. v. S. uit IJselstein bracht
een bezoek aan B. alhier, met wien hij in 1882 als
soldaat gediend had. Hij vertelde predikant te zijn
en Zondag jl. m eene doleerende kerk te Utrecht te
hebben gepreekt. Den volgenden Zondag zou hij
zulks te Wapeningen doen, waarvoor hem 14 was
toegezegd. Na 3 nachten en dagen bij B. gelogeerd
te hebben en godsdienstige bijeenkomsten te hebben
geleid, gaf hg voor naar Benkum te gaan omdat hij
dacht daar 25 te zullen krijgen, wanneer hij er
een Zondag preekte. Hg nam van B. do Zondagscho
broek en eone nieuwe parapluie mede, zijne oude
versleten broek achterlatende. In plaats van 's avonds
terug te keeren, is hij spoorloos verdwenen.
Uit IJselstein is thans bericht ontvangen, dat hij
maakt Zulke Pra<>tijken bad schuldig ge-
Het is een persoon van middelmatige lengte, hii
draagt een kneveltje en een bril, heeft pantoffels aan
met zwarte kousen en loopt met kromme beenen.
De commissaris van politie te Wageningen ver
zoekt, bij ontdekking, aanhouding en bericht.
Miss Marianne North, bekend om hare kennis van
m hü» a t küf9? ea de m0ni«'0 planten, die zij
op het doek bracht, is op 60-jarigen leeftijd te
Hastings overleden. Haar vader was oen Engelsch
Parlementslid, met wien zjj in 1865 en 1866 Egypte
Syrië en Palestina bereisde, overal de natuur!like
historie bestudeerend en planten teekenend. Na haars
vaders dood in 1869 wijdde zij zich geheel aan do
schilderkunst, maar behalve landschappen, schilderde
zg uitsluitend planten en bloemen. Zij vertoefde met
df Vereeniade Sut °f 1""*'"' tÜd Sicilië, Canada,
Indië e„ CegÏ„ t%77mve^kBrzbiU<i'
Ind* en b/hare terugwTod ZZIZl'
verzameling schetsen, teekeningen en doeken a?n het
bestuur van den Botanischen Tuin te Kew aan met
wenVOODT'emhOPth,lr0 Xij te bi6-'
wen. Dit geschenk werd dankbaar voor de natie
aangenomen en de kunstenares hield zelve toezicht
wLdY ?""g Van.he' pIan- I*»" ««ten Juli 1882
700 sehiIf\n°°r 5?' p.ubli9k g0°P0«<t- Er waren
700 schilderstukken, die uit het oogpunt van kunst
voorzeker niet onverdienstelijk zijn, maar het meest
h ffi e" gtf voor dJ? 'tedie der planten,
in 1882 ging miss North op rota naar Znid-A frilra
en in het begin van lS83 werden vanSaffio!afouwe
doeken naar Kew gezonden, zoodat een zaal bij de
troÏÏrWMd T!?)b0Uwd- In S0P'- van daTjaar ver-
Seychè leYikl "aar Mahe'' ^t voornaamste der
California T J verder bezocht zö nog
Zeeland 'Hare laatste™' .Ni#u "-Holland en Niéuw-
maar vandaar kw«™ T-?8 naar Zuid-Amerika,
en herstelde niet weer.*' '8 hm"' Weef Kjdeud
Iwlf za^' W' K" S" h0t v°lg0nde
rel met met weemoed vervuld zjjn gewor
den, die het overgenomen bericht uit de „Arnhem- n
sche Courant" in uw geëerd blad gelezen heeft met o
betrekking tot den diefstal tengevolge van het niet e
tijdig voldoen eener schuldvordering. j
Toch zal ieder weldenkend mensch der pers dank v
weten voor dergelijke mededeelingen. Die mededee- i
lingen toch zullen de oogen doen opengaan van velen o
die nog mank gaan aan dat euvel dien kanker inde t
maatschappij, welke eene gezonde oplossing der so-
ciale quaestie alsmede in den weg staat, t. v. de v
trage betaling en het op de lange baan schuiveb van c
de uitbetaling der rekeningen door hen, voor wie t
net botalen toch zoo gemakkelijk was. t
Ik vermeen, dat Cicero het was doch i e wil 1
er mijn hoofd niet op geven die leerde: „Geeft 1
don mensch het bewustzjjn wat hij is eu hij zaïzijn, i
wat hg wezen moet." Daarom dank aan deredlctiën
dier bladen, die openbaar maken, wat tot beterschap
kan leiden. Velen toch zullen terugkomen van een
kwaad, dat bij na algemeen heerscht en waarvan Velen i
de gevolgen niet kenden, noch zelfs beseften 1
Niet voor niets vindt men in het boek der'boeken i
nanhtaU8h t' V Z?U b« U niet do0n «ver- 1
naohten het loon van den daglooner tot den morgen." i
Het is genoegzaam bekend, dat er wel eens fail- -
lissementen zgn voorgekomen, waarvan na afwikke-
n"8 crediteuren 100 pet. wordt uitbetaald.
Die faillissementen zjjn bijna zonder uitzondering het
gevolg van die begunstigers, waarbij er zijn die zich
zelf beroepen vrij rooken te hebben van de renten
hunner uitgestelde rekeningen, die voorlang hadden
betaald behooren te zjjn.
Eon enkel voorbeeld uit mijne naaste omgeving.
Het brtreft a[8 te Arnhem> „„fc een sch0enmaker.
Een dochtertje van den man brengt een paar schoe
nen thuis, die gerepareerd waren. Hoeveel geld?
vraagt de juffrouw bij wie ze gebrac it waren.
Negentig cent, juffrouw.
Ze zoekt in haar porte-monnaie, zegt geen klein
geld te hebben en dus 's avonds wel te zullen aan-
reiken.
Het meisje, anders zoo beleefd, vertrekt zonder te
groeten s Avonds brengt bedoelde juffrouw gelye
et geld en draagt het af aan de moeder van het
meisje, tevens hare bevreemding uitend, dat haar
dochtertje, anders zoo beleefd, qn vriendelijk, stug
en zonder te groeten aftrok. De'moeder, een open
hartige vrouw, vertelt daarop:
h»7v?0?' iuffronT' d.at moet u fli0'kwalijk nemen.
reo b>f±T T d thuia' wailt 20 bad zich
i genaakt, dat ze van middag een stukje
vleesoh zou gehad hebben. Mijt, man i, .1 eeniie
dagen niet fiksch en nu had de dokter gezegd, dat
hg wat versterkends moest hebben. Ik had hem
nu van middag een stukje vleesoh willen geven.dat
bij ons met do weinige verdiensten anders niet in
huis kan komen en dan had zjj er ook wat van
gehad; dat was nu weer mis. Maar 'tis niets,juf
frouw, wjj zullen het nu maar weer voor iets
noodiger gebruiken.
Ziedaar een eenvoudig en op ziohzelf niets be-
teekenend gesehiedenisje. Maar daar had dadelijke
betaling een vïoolijken dag bezorgd en den man
wellicht eene opwekking verleend, die hem en zijn
gean ton goede had gekomen.
rÜk0n der aarde wisten, wat ongeluk ze
dikwjjls bezorgen, waar ze door spoedige betaling
geluk en wolvaart zouden verspreiden, dan zouden
ze zoo met handelen. Daar zjjn er, die twee, drie
en meer jaren hunne rekeningen onbetaald laten, en
de cred'etgerers durven hen niet aanmanen uit vrees
voor verlies van clientèle en recommandatie.
Mocht dit schrijven bijdragen tot verbetering van
dat kwaad, dan zal ik mjj zeer beloond achten, en
betuig u, mijnheer de hoofdredacteur, hartelijk dank
voor da plaatsing. J
lu Tessino Zjjn ongeregeldheden ontstaan naar
aanleiding van de weigering om aan een volksstem
ming te onderwerpen de vraag, of de grondwet,
waarvan ÏO.DOO adressanten de herzieningwenschen,
al dan niet aan die herziening zal worden onderworpen.
De Bondsraad kwam iu buitengewone zitting bijeen,
om de quaestie te onderzoeken. Troepen zullen
waarschijnljjk woaien afgajoMen,
nfusten k'jn BÓllinzIn? hitgebroken. De op-
standelingen drongen het gouvernementsgebouw bin-
den. Drie leden der regpering zijn in hechtenis
genomen, terwijl de «ndérèhontvluchtten. De
directeur voor binnenlandsche zakei werd door een
r0TO'Terscbot. gejlood. De Bondaraqjl heeft het 38e
i.-^kkeSf aangewezen^. ^om^ maar Tessino te
i ®05unst'8d door het heerlijkste-weder- hebben
5 ,l00swÜk-Hoj9tejn de „keizerljjke manoeuvres»
plaats gehad. I)e oefeningen van vloot en leger
hebben den keizer, volgens da berichten in da
■Uuitsehe dagbladen, rëden tot groote tevredenheid
gegeven, welke hij herhaaldelijk bij gelegenheid der
tSo'oTl Tnfr' eeni*" off'-euse totucY
df K 1 dagbladen verspreid werden Onder
wV HoTstóneni gedureud0 de manoeuvres in Slees-
wijk Holstein door hem uitgebracht, is voorzekerdte
te GliicW°nnCle'i S'ceswijk-Holstein, Zondagmiddag-
te Glucksourg uitgesproken, het merkwaard^st wiil
"5"
Door graaf van Beventlou-Preetz was qp hei wel-
mocht gelukken de schaduwen' ïvelke hèYhto
landsche Dnitschland verduisteren, te verdrgvehTn
zgn antwoord verklaarde keizer lyilbelm dat de
band, welke hem aan de provincie Sleeswjjk-Holstein
meer dan aan een andere provincie af ziïn rök*
verbindt, de edelsteen was die aan -V
schitterde: de keizerin, aldaar"lebTeu.'Ygnl'
nialm prees hg als „het zinnebeeld van alle deug
den eener Gennaansche vorstin», aan wie hii h?t
te danken had, wanneer hij de zware plichten van
vullen P met °Pgerili,,,dh0id 'rechtte te ver-
Wat de «schaduwen» betreft, waarop de vorige
spreker gewezen had de keizer hoopte deze te vfr-
64 eohter sl0ohts daa zoo
gihg hij voort wanneer iedere Duitsche man voor
zgn deel mg zgn hulp verleent en ik hoop en ver
wacht, dat de leden der provincie, ieder voor zich
en een ieder in zgn werkkring, het als zijn Dlieht
beschouwt er naar te streven, dat de vastaaneenge-
sloten krachten der orde tegenover de revolutionnalre
elementen bewjard blijven.
ik Mn-lteH iBtleI bU5" Iiia plic,lt dote'. a»b ben
ik in staat voor u te- zorgen en tot ons aller heil
en. :red.0 h0t vaderland 'e besturen, en ik
vertrouw, dat gij, wat ook gebeuren moge met
kalmte en geduld de ontwikkeling onzer wetoevinv
mii ml, bmn0nlandsch0 toestanden tegemoet ziet en
kelijkheid zulfhelpen.» °Pr°eWe tr°UW 6n aa"haa-
Als altijd spreekt er uit deze woorden van keizer
Wilhelm een hooge mïte van zelfvertrouwen maar
wanneer zijn goede wil en de ernst zijner bedoeling
hiermede slechts gelijken tred honden, kunnen°de
Duitschers met een gerust hart dezen karaktertrek
van hun jeugdigen souverein aanvaarden
ten toalTmo^ stStefuIt'SS tlf Zl'°h
is cle oppositie, waarop zijn sociale pomiefb^
zekere kringen blijft stooten u„, p
strijdlust zet de oude Bismarck-partjj haYvddtoett
tegen de sociale politiek der regeering, meerlij
des keizers, voort. Hoe meer de le (jctobeXSt:
het tijdstip waaróp de socialistenwet tot heujdfc i
zal behooren, hoe angstiger het dezen lied"
geweld en dwang te moede wordt
De groote Duit^hp blrnlen dselen schiér eiken da»
tegen i Uct. In hoofdzaak komt dit hierop neer
dat er een verbazend groot aantal socialistische kran' -
socialisten sterk zijn in de propagande, is bekend
j daaraan -hebben zg voornamelijk hun surées TZt
ken, en men kan de berichten dus over 't geheel niet
onjuist [noeqyHH,jToch Jteêattht hu-'- - -
in d0.Srootyrjadon zajjamnrerikiixteo
dat zij veroorzaakt wSTdooT^sooift^ S
1 oütoJTf8hea' da' 110 socialistenwet met
1 October afloopt en de socialisten dan geheel wir»
zijn. Bladen a s de Kóinische b.v. totreuTm hê -
ïïiïf'd °VerllJY 'ar' d0 soc'n'istenwet e".
daaiTan 8lecbt0 gevolgen. Het volk, zooT
deneert men ongeveer, zal zoo niet belofte:, of leugens
overvoerd worden, dat het geloof aan de socialisX
1 Ueensche Eerste Kame* in'den eersteüteap heeft df
r opposlt.10 '0 Kopenhagen de overwinning Ke-
r haaid m alle vier districten, waar zij bjj de vlrige
,ïerkl<BmS0n voor de Tw00d0 Kamer hun candidal
hebben verkozen. De andere vier districten der hoofd
stad bleven in het bezit der concervatieven. Kopen-