ANY. N° 4324. 1800. kien Een rustig Studie-uurtje. VOORUITZICHTEN. Maandag 13 September. Nieuws- en FEUILLETON/. Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. De inzending van advertentlën kan geschieden tot Mn uur des namiddags van den dag der uitgave. maamde nigraine id.slape- en die door tgen, on- l der ge- vao ge- do bekende l angstig leringen lorhoofd, ihanden i meisjes an jonge imen, wordt ge koste- Bjj deze Courant behoort een By voegsel. II I lM aan de per week: Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. roorzoover (Uit het Duitech.) at verbrei- ICruis,' De uitgave dezavCourant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden ie 1.25, franco per post 1.70. ej r zou laten sollen, is hij verplicht Bovendien worden alle Advertentien gratie opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschjjnt. Ie 71- ieeg 1. r. 160. u’sche ge- goudsche courant. trotseeren tijd komt de d.oene phy- eld verbreid ffilaad blijkt loot den ge- ig opgedaan worden iwgestel >gen, en zij iaden, geen len voor ADVERTENT1EN worden geplaatst van 15 regels k 60 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTS LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. 1) Het gulden morgenlicht drong door de vensters van de eetkamer, waar dokter Berthold Emmelius, professor in de oude geschiedenis, in gezelschap van zijn bekoorlijk vrouwtje bohagelijk zijn koffie gebruikte. «Een overheerlijke morgen, Alma; zoo stil, zoo plechtig 1 Wat zal ik flink kunnen werken I Je zorgt er toch voor, dat Koentje niet weer in de voorkamer ronddraaft. Je weet hoeveel ik van den jongen houd, maar dat getrappel hindert me in mijn werk.” «Go zult geen reden tot klagen meer hebben,” beloofde Alma. «Dat hoop ik. Ik ben thans aan een onderwerp, dat al mijne krachten vereischt, de geschiedenis na melijk van de offervaardige Eponina.” «Wat was dat ook weer met die offervaardige Eponina?” vroeg het jonge vrouwtje. «Alma, bon je dat al weer vergeten? Eponina was de vrouw van Julius Sabinus. Plutarchus noemt haar Empona, Peponila heet zij bij Diocassius. Deze uitstekende vrouw heeft, gelijk ieder weet jote publiek i wanhopige ingon uit do uigschriftm f aan de iseerend ith Dr. 1 •r. F Fo- I rath Dr. ar-direc- •rijs, rue dusbach, Dr C. ne et de het, dat de financieels plannen der Regeering haar niet de meeste zorg zullen baren. In alle kalmte wachten kanjer en natie op het initiatief van den minister en niets doet ver moeden, dat op dat punt de eensgezindheid der regeeringspartjj gevaar loopt. Evemin schijnt gevaar te schuilen aan het departement van Binnenl. Zaken. De splitsing der groote kiesdistricten zal wel in behandeling komen, doch alle heeren tan de rechterzijde zjjn even gretig in het aangrijpen van die kans om hun tegenstanders uit fenige hunner bol werken te verdrjjven. OoK het vaccine-wetje, schoon niet in den smaak kallende der meeste katholieken, zal wel geen twistappel worden in het regeeringskampde zaak is niet van dat gewicht, dat er het politieke leven eener partij mee gemoeid zou kunnen zjjn. De overige plannen op dit gebied vwkeeren nog in staat van wording. Wel spreekt men van wjjzigingen in de regeling van hooger en lager onderwjjs, maar in welken geest die zullen zjjn en of zij van ingrijpenden aard zjjn daar omtrent weet de faam nog niets te melden. Het vraagstuk, dat alles op dit oogenblik beheerscht en welks oplossing van den groot- sten invloed zal zijn op den loop der zaken in de toekomst, is wel het ontwerp op de landsverdediging. Aan den heer Bergansius komt de eer toe een ernstige poging te hebben gedaan om deze brandende quaestie tot een goed einde te brengen. Zjjn ontwerp wordt door deskundigen gunstig beoordeeld het moet voldoende de gelegenheid openen om in tjjden van gevaar ’s lands onafhankelijkheid zooveel maar wat zeg ik, het schijnt jou, ondanks mijne uitvoerige mededeeling van laatst, geheel onbekend.” «Toch niet. Zij heeft, gelijk men weet, met baar Julius al de ellende der ballingschap gedeeld.” «Ja, maar dat is alles nog niet. Negen eindelooze jaren heeft zij met hem in een onderaardsch hol doorgebracht, hem daar twee kinderen geschonken en later deze beide kinderen mede naar het paleis genomen, om het ijskoude hart des keizers tot barm hartigheid te bewegen. Alles tevergeefs, helaas Eponina is bet&pook in het huis van Vespasianus; eene schandelijke episode, die ik met historische gestrengheid in het volle licht wil plaatsen. Nu echter vaarwelIk moet naar boven Neen, dank u, niet meer. Een volle maag gij kent immers het oude spreekwoord I” Emmelius kuste de jonge vrouw hartelijk op de beide wangen en stormde naar boven, alsof hij zijn genie niet langer aan banden kon leggen. Op den drempel van zijn smaakvol studeervertrek bleef hij even staan om alles met een van vreugde stralend gelaat te overzien, daarna trad hij naar het venster en keek naar buiten. Het huis lag in een der voorsteden. De weg was niet bestraat; men hoorde er geen gerammel van wagens of rijtuigen geen geschreeuw van koop lieden slechts nu en dan den..voetstap van een eenzamen voorbijganger. Daar ginds over de daken had men het gezicht op den Katharinaberg, die zich in de voile pracht’ van zijn bladerendos togen den mogelijk te waarborgen, terwijl aan den ande ren kant de lasten niet te hoog zjjn opgevoerd. De voorbereiding heeft veel voeten in de aarde gehad, doch het resultaat is alleszins bevredi gend. Een onzer dagbladen meent dan ook den minister te mogen vergeleken met Fabius Cunctator uit de Bomeinsche geschiedenis, die lang draalde maar toch ten slotte de man bleek te zjjn, waaraan het vaderland behoefte had. De indiening van dit ontwerp was van de zijde van generaal Bergansius een daad van moed, want hjj wist, dat hij door zijn voorstel tot afschaffing van de plaatsvervanging de gunst verbeurde zijner katholieke geloofsgenooten, die hun hart gezet hebben op behoud van het be staande stelsel. Maar daarin ligt nu ook het gevaar voor de regeeringspartjj. Indien de wet in behandeling komt, dreigt de meer derheid uiteen te spatten. De woede der katholieken is te groot geweest om zich op sleeptouw te laten nemen door het meerendeel der anti-jevolutionairen, welke onder aanvoering hunner specialiteiten in de Kamer gunstig ge stemd zjjn voor persoonljjken dienstplicht. Aan den anderen kant kunnen deze moeiljjk hun weloverwogen meening prijsgeven, ten einde hun bondgenooten genoegen te doen. In dit dilemma schjjnt men een tjjdlang voorne mens geweest te zijn de behandeling deze hache lijke quaestie uit te stellen tot na de verkie zingen van 1891, doch het is niet denkbaar dat de heer Bergansius, die zich tot dusver een man van karakter getoond heeft, zoo met zich zou laten sollen. Aan zjjn goeden naam is hij verplicht aan te dringen op hemel afteekende. «Als ik wil nadenken, staar ik maar droomend in het lindegroen! Dat verfrischt den geest!” placht dr. Emmelius te zeggen. De professor keek eens op de klok. «Kwart over zeven. In dezen heiligen morgenstond gaat het werk als vanzelf!” Hij nam met eene zekere deftigheid plaats aan de schrijftafel, waar links de uittreksels en rechts de voltooide gedeelten van het manuscript lagen. De inktkoker glom, alsof hij nieuw was; do gan zenpennen wenkten uit den bronzen standaard hem toe, als wilden zij zeggen: «Wij zijn slagvaardig.” Emmelius was in de opgewektste stemming en begon «Op dat tijdstip valt eene gebeurtenis voor....” Ontzet bleef hij steken. Een regelmatig gestamp deed het huis dreunen. De professor behield' zjjne bedaardheid. Hij kon wel een oogenblik wachten en liet intusschen zijn blik op de beide schilderijen rusten, die den wand versierden. „Het Romeinscbe Fornm” was in over eenstemming met zijn onderwerp. «Over dezen lavavloer is zij er binnen gegaan,” dacht Emmelius. «Ginds kwam zij terugdaarop sloeg zy links af. Een heldhaftige vrouwDie Eponina Het dreunen werd al luider en luider. Het was of men op een harden deel koren stond te dorschon. Dat was niet om uit te honden. De professor stond op en drukte op de electrische schel. De aanstaande opening van het nieuwe zit tingjaar der Staten-Generaal doet vanzelf de gedachte oprjjzen aan hetgeen het aanstaande parlementair jaar ons brengen zal. In de laatste weken is het reeds lang aan- gekondigde ontwerp van den minister van financiën ingekomen, waarbjj de bestaande be palingen omtrent de plaatseljjke belastingen in de gemeentewet worden gewjjzigd en in verband daarmede de grondbelasting opnieuw wordt geregeld. Het werd dan ook tjjd, dat deze zaken, die reeds in de openingsrede van 1 Mei 1888 waren vermeld, ter tafel kwamen. De minister zet daarmede echter slechts den eersten stap op den weg naar hervorming; op dat gebied ie nog zooveel te doen. Wjj den ken in de eerste plaats aan de belasting van het kapitaal in portefeuille, die reeds herhaal- deljjk in verschillenden vorm is beproefd. Men schrjjft aan de Regeering het voornemen toe met eene coupon-belasting voor het voetlicht te komen, ten einde aan den algemeenen aan drang, die thans ook komt van de zjjde der bovendrjjvende partjjen, te voldoen. Wellicht, dat uit de studie van dit onderwerp eene in komstenbelasting groeit, want het heffen van een belasting op de uit effecten voortspruitende inkomsten staat geljjk met eene erkenning van het beginsel, dat elk Staatsburger in de alge- meene uitgaven behoort bij te dragen naar zjjn inkomen. Hoe dit ook zjj, zeker schjjnt

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1