BINNENLAND. Buitenlandse!) Overzicht. de reeds aanhangige ontwerpen, het belasting wezen betreffende, zullen wetsvoorstellen tot herziening van de personeels belasting en van den zoutaccjjns Uwe aandacht vorderen.» Daarnit blijkt al dadeljjk, dat een belasting op het roerend vermogen, die door bevriende organen was in het vooruitzicht gesteld in den vorm van een zegelrecht, niet ligt in de plan nen van den minister. Met de «financieele maatregelen» zal wel een leening bedoeld zjjn. De verwachte millioenrede zal overigens nader licht moeten geven, hoe het mogelijk zal zijn éen deel der rijksinkomsten aan de gemeenten af te staan, zonder dat versterking der rijks inkomsten noodig is. Waar de min. althans den schijn aanneemt, het personeel en den zout- accijns onder handen te willen nemen, zal hij toch zonder twijfel de laatste belasting willen verlagen en de eerste niet verhoogen. Van besnoeiing van uitgaven wordt daarbij niets bespeurd, eer is het tegendeel te wachten. Het kan naar ons inzien niet missen, of wij gaan op die manier tekorten tegemoet. Ten slotte komen de koloniën aan de beurt. Aan leger en vloot wordt welverdiende hulde gebracht, maar de «vreedzame oplossing der geschillen met Atjeh», in Mei 1888 gehoopt, schijnt nog verre van nabij, nu de blokkade moet worden versterkt wegens de «bestendi ging van het verzet-tegen het Nederl. gezag.» Overigens is de Indische paragaaf zeer mager. Noch van opium, noch van de koffie (behalve de slechte oogst), noch van mijn wezen», noch van comptabiliteitswet of regee- ringsreglement wordt gesproken. Verheugen wij ons, dat de overschotten het tekort uit de koffie kunnen dekken, dat eindelijk met kracht voor irrigatiewerken zal worden ge zorgd eu men verderen spoorwegaanleg op Java door rentegarantie zal bevorderen, het stilzwjjgen over de groote koloniale vraag stukken is waarlijk zeer teleurstellend. En Suriname wordt in "het geheel niet meer de aaudacht waardig gekeurd. De heer Wertheim heeft dit gemis aan be langstelling dpdeljjk gevoeld en onmiddellijk eene interpellatie over den ondraaglijken toe stand aldaar aangekondigd, bij welke gelegen heid zeker menig hartig woordje zal gewisseld worden. Zoo is dan het laatste zittingjaar vóór de verkiezingen geopend. Van meer belang dan deze rede des voorzitters van den ministerraad zullen zijn de beslissingen, die eerlang zullen volgen. Deze moeten uitmaken of inderdaad het volk tevreden kan zjjn met de resultaten van het afgeloopen vierjarig tijdperk en of weder, met gerust gemoed, de belangen des lands kunnen worden toevertrouwd aan de leiders der hopeloos tweeslachtige, alleen door fcunst- en vliegwerk uiterlijk bijeengehouden, »f te schrijven, maar het vervolg was, helaas, ner gens te vinden. Toen ik later te Milaan en te Turin kwam, zocht ik vergeefs in de bibliotheken, en reeds had ik alle hoop opgegeven, toen het toeval mij in het Vaticaan deed vinden, wat ik zocht. Hoe verheugd ik was, kan de lezer zich voor stellen. En of het lezen mij een voldoende belooning was voor de moeite, die ik had aangewend om het te vinden? Dat moge hij zelf beoordeelen: „incipit liber confessionum Gualberti monachi." I. Mijne ziel is bedroefd tot in den dood. Maar de herfst is reeds gekomen, de natuur ont doet zich langzaam van haren laatsten tooi, en maakt zich ter ruste gereedde populieren aan den oever der beek verliezen hun loof, en de bladeren door den wind weggevoerd, fladderen tegen mijn venster aan, als om mij te zeggenHaast u, buurman, het is tijd om te vertrekken. Ach, het uur van heen gaan zal mij welkom zijn, zoo God mij vergiffenis geschonken heeft. Aan broeder Anselmo heb ik mijne zonden ge biecht, doch niet mijne geheele ziel ontdekt. Dat zal ik hier doen voor uw aangezicht, o Heer. Indien soms een woord nog te veel de bewegingen des vleesches verraadt, o wend uw aangezicht niet van mij af. Mijn warm hart, was 'twerk van uwe hand tegenwoordige meerderheid iu de Tweede Kamer. GOUDA, 17 September 1890. In de gisterenavond gehouden bestuursvergadering van de Weerbaarheids-Voreeniging «Burgerpligt" is besloten dat de huishoudelijke wedstrijd zal ge houden worden óp Zondag 28 September of bij ongunstig wéder eene week later. Des avonds om 8 uur prysuitdeeling in het Café «Vredebest". Het programma bevat A. Personeele Wedstrijd. B. Wedstrijd op Vrije baan. C. Vrye Vaste baan. D. Wedstryd met Flob. Cilinder-geweer. E. Carton schieten. Dit laatste Nr. is voor Gouda iets geheel nieuws. Reeds werden eenige prijzen toegezegd. In de gisteren gehouden zitting der Botterdam- sche Rechtbank werd A. v. d. L., schoenmaker te Gouda, bekl. van mishandeling, tot ƒ10 boete ver oordeeld. Vervolgens stond terechtJ. de J., touwslager te Gouda, oud 52 jaar, bekl. van op 14 Juli A. de Gruil zeer beleedigende woorden te hebben toege voegd. Eisch 3.boete. Voorts stond terechtR. D., 35 jaar, vroeger veldwachter te Langeruigeweide. Deze beklaagde bekende op den 1 Juli jl. twee bedragen, ieder groot 7.50, die hem door twee verschillende personen, waren ter hand gesteld om daarmede ten kantore der registratie te Woerden eene vischakte te betalen voor ieder van die personen te hebben verduisterd en ten eigen bate aangewend. Huiselijke twist, waar door zijn hoofd op hol was geraakt, gaf bekl. voor, was de oorzaak van het gebeurde. Het O. M., dat dit wel wilde aannemen, zeide dat eene strenge straf toch in deze niet achterwege kon blijven, juist omdat dit feit was gepleegd door een ambtenaar, en vor derde veroordeeling tot drie maanden gevangenisstraf. Uitspraak Dinsdag a.st. Gisteren nacht heeft er in den Prins Alexander- polder weder een diefstal van eenden bij den land bouwer P. plaats gehad. Dr. Kuyper protesteert in de //Heraut" tegen den titel van //Hoogeerwaarde Hooggeleerde Heer" dien men hem soms geeft. Dat //hooggeleerde" kan er nog door, hoewel er ook «een spikkeltje van meuschelijke ijdeltuitigheid" in schuilt. Hot //hoogeerwaarde" be hoort niet thuis onder «gereformeerde broederen". De «Gemengde Cöinmissie" benoemd ingevolge het besluit genomen op de algemeene vergadering van Volksonderwijs en van de Maatschappij tot hut van 't Algemeen in Mei U., heeft thans eene circu laire gezonden aan de Bestuurderen van de afdee- lingen en aan de correspondenten van Volksonderwijs en aan de bestuurderen van de nutsdepartementen, waarin deze wordt medegedeeld, in welke richting genoemde gemengde 'commissie volgens art. 2 van het reglement, haar door de hoofdbesturen van Nut en Volksonderwijs aangeboden, wenscht werkzaam te zijn. De «gemengde commissie" doet tyj deze cir culaire reeds een beroep op de medewerking van genoemde afdeelingen, departementen en correspon denten, wat betreft het ondersteunen van ouders, die hun kinderen naar de openbare school zouden zenden indien dit voor hen niet meer bezwarend zoude zijr^ dan hen de bijzondere school te doen bezoeken; en het steunen en bevorderen van het volksonderwijs. Wat do andere geqoemde onderwerpen betreft, dtf commissie is van oordeel, dat het inwinnen van be trouwbare inlichtingen over het geheele land omtrent de deugdelijkheid van het bijzonder onderwijs, dat van rijkswege gesubsidiëerd wordt, eerst kan geschie den, nadat bekend zal zijn, welke bijzondere scholen een subidie van rijkswege genieten, terwijl zij later zal komen met de vraag, wat plaatselijk kan gedaan worden, om de commissie behulpzaam te zijn in het toezien op de werking der wet van 1889 en het nemen of steunen van alle maatregelen die in 't be lang van deugdelijk openbaar onderwijs worden ge vorderd en door particuliere krachten kunnen ge nomen worden. Bij de heeren J. H. en G. van Heeteren, te Am sterdam is verschenen het eerste nummer van het «Maandblad voor ziekenverpleging," onder redactie van de dames J. de Bosch Kemper, G. B. Gort van der Linden, W. G. L. Mock en J. P. Reynvaat; terwijl de hoeren prof. W. M. Gunning en J. van Deventer Szn. als adviseeronde leden der redactie zullen optreden. In een woord ter inleiding schetst prof. Gunning den werkkring, dien het blad zich voorstelt. De ziekenverpleging heeft in de laatste 25 jaren een goheel ander karakter aangenomen, èn door de vorderingen der wetenschappelijke en prac- tische eischen die aan de verpleegsters worden ge steld, en door het streven naar secularisatie der verpleging. Daardoor is hot noodig geworden over de verschillende meeningen, die deskundigen voor staan, een grondige, d. i. onbevooroordeelde en ernstige gedachten wisseling te voeren, en als orgaan daarvoor moet dit blad dienen. Het eerste nummer is met zeer veel zorg baam- gesteld het bevat opstellen over «de eischen eensr goede krankzinnigenverpleging" door J. van Devent* 8zn., Practische wenken, Binnen- en BuitgnlandscW berichten, een vers «Aan de Verpleegsters" door Maria E. Beets, Correspondentie en Varia. Wij twijfelen er niet aan of een tijdschrift, dat zoo in een «lang gevoelde behoefte" voorziet als dit, zal zich mogen verheugen in den steun van allen, die prijs stellen op en hart hebben voor goede, weten- sciiappelijke en practische ziekenverpleging. De abon nementsprijs, 2,50 per jaar, franco per po«t 2.75 is laag genoeg gesteld om velen tot het nemen van een abonnement te bewegen. En de samenstelling der redactie waarborgt degelijken inhoud. Staten-generaal. Vereenigde Zitting dm beide Kamers van Dinsdag 16 Sept. Nadat Zaterdag op de gewone wijze de sluitipg van het zittingjaar had plaats gehad met (je droge opsomming der behandelde en tot stand gekomen wetten, had op dezen derden Dinsdag der maand September de plechtige opening der nieuwe zitting plaats. De Minister van Koloniën, die met de ove rige Ministers als koninklijke commissie zich op de gebruikelijke statige wijze in hofkoetsen naar het en ik kan uwe gave niet verachten. Mijne ziel, die geleerd heeft zich te onderwerpen, dankt u voor het leed, en smeekt u om de ruste des grafs. Zal ik mijn naam noemen, ik, die niets nuttigs deed, ik, die geene enkele belofte van mijne jeugd heb vervuld, mijn naam, dien ik der vergetelheid wijdde aan de poort van het klooster? Tot boete voor mijne afdwalingen zal ik dien noemenGentile Vivaldi, dat was mijn naam onder de menschen. Mijne foorouders behoorden tot^fodMË^izienlijken stand, en bekleedden in hun 't welk ik eendracht en wijsheid am^pek^ovSfflig aan zijne grootheid en zijn bloei, hooge ambten, ofschoon de meesten zich 't liefst bezig hielden met gewaagde ondernemingen, en de zee verkozen boven het .land. De adelaar der Vivaldi's verheugde zich bij 't ge zicht der golven, en werd er heengetrokken door eene onzichtbare macht, gelijk de kompasnaald naar het Noorden heengetrokken wordt door de poolster. Het waren mijne voorouders, die, omstreeks zestig jaren geleden, de kolommen van Hercules voorbij- zeilden, en de Kraaien-eilanden ontdekten, benev'ens dat andere eiland dat zooveel tranen en zooveel l'eed zou kosten aan hun ongelukkigen naneef. Hiermede niet tevreden voeren zij verder zuidwaarts, ontdekten de Gelukkige eilanden der ouden, zeilden kaap Gosola om, maar verder werd in Ijet vaderland niets meer van hen vernomen. Hunne namen waren Ugolino en Vadino de Vivaldi, de schepen, welke vroeger het eigendom waren geweest van Tede^o Doria, die deelnam aan hunne onderneming, heetten Sant An tonio en Allegranza. In Mei 1291 hadden zij het anker gelicht op de kust van het vaderland, geljjk ik zelf gelezen heb in de gedenkschriften van mij» land, waarin zorgvuldig alles opgeteekend wordt, wat het welzijn en den roem zijner zonen bevorderd heeft Wat was hun lot? Werden hunne geleien verbrij zeld op de kust van Afrika? Of werden zij weder naar het noorden gedreven, en raakten zij yerward in de wierzeeën, zoo gevaarlijk voor den zeeman door hare verraderlijke kalmte. Of waren zij geluk kiger, en bereikten zij het eiland van Sint Brandaan, dat velen zagen, doch niemand ooit bereikte. Wat hiervan zij, de zee was roemrijk en noodlottig voor mijn geslacht. Ook van Benedetto, mijn vader, die in het jaar 1326 vertrok met Angelino del Moro, om nieuwe landen te ontdeksen, werd niets zekers meer vehiomen. En ik? Ofschoon de golven fit ellendig stoffelijk omhulsel terug gaven, toch verzwolgen zij den vrede mijner ziel. Ook ik werd in mijne jeugd aangelokt door het geheimzinnige geruisch der zee, en om myn vader te zoeken (zoo verbergt het noodlot zijne wegen) voer ik naar die verschrikkelijke afgronden, waarin'de zon eiken avqnd verdwijnt. (1) (1) Myn schip, dat de Ventura heette, leed byna schip* breuk op de Ktaaien-eiUnden, waai echter geeue kraaien, doch wel valken zijc, die jacht maken op de slachtoffers, die do zee als schatting eischt. Wordt vervolgd.) Binnenhof begeven had, liprak de troon- of liever de openingsrede uit. Men zie daarover ons hoofdartikel. Onmiddellijk daarna vergaderden de beide kamers elk afzonderlijk. Eerste Kamer. Zitting van 16 Sept. De door Z. M. nieuwbenoemde voorzitter aan vaardde het presidentschap met enkele woorden, waarin hij een beroep deed op de bekende welwil lendheid zijner medeleden en voorts hoogeren zegen inriep over den arbeid der kamer. Daarna had de gewone benoeming der commissiën en het trekken der afdeelingen plaats. De heer Wertheim vroeg toen verlof, om op een nader te bepalen dag aan de Regeering twee vragen te stellen lo. Wat is der Regeering bekend omtrent de spanning, die blijft heersohen in de kolonie Suriname; op politiek gebied in de verhouding tusschen den Gouverneur en de Koloniale Statenop maatschap pelijk gebied in de verhouding van de verschillende klassen der bevolking onderling? 2o. Mochten de officieuze ongunstige berichten van particulieren en dagbladen juist zijn, wat geschiedt door de Regeering om aan den alsdan ondraaglijken toestand een einde te maken. Hij heeft deze vragen reeds aan den Minister van Koloniën kenbaar gemaakt. Het gevraagde verlof werd verleendde dag der interpellatie nader te bepalen. Dè Kamer is daarna op reces gescheiden. Tweede Kamer. Zitting van 16 Sëpt. Aan de overzijde nam de heer Van der Schrieck, als oudste in jaren den voorzittersstoel in. Op zijne gewone, gemoedelijke wijze aanvaardde de generaal zijn zeer tijdelijk* betrekking met een vermaning om de wetten volkomen met( de belangen van het volk to doen strooken en eindigde met een op alle banken toegejuichte heilbede voor Z. M. Willem III. Na enkele formaliteiten maakte de kamer zeer vlug de aanbevelingslijst op voor het voorzitterschap. Zij is als volgt 1. Jhr. Beelaerta van Blokland (54 stemmen.) 2. generaal Van der Schrieck (51 8. Mr. E. Cremers (68 Als gewoonlijk dus rvan elk der fractiën één, met den oud-voorzitter bovenaan en den libexaal onderaan. Het trekken der afdeelingen was den liberalen niet gunstig; althans van de 5 voorzitters, die tevens decen trale sectie uitmaken, is er slechts één liberaal. Het zijn de heeren Scbimmelpenninck, Keuchenius, Huber, Haffmans en Van Delden. Donderdag aanbieding der Staatsbégrooting. Te Philadelphia heeft, zoo melden letterlijk de bladen, een driojarig kind (jongetje) tegen de Tram- maatschappij een eisch van 125.000 schadevergoe ding ingesteld, wegens een ongeval, dat zijn moeder in 1887 op een der lijnen is overkomen, voor't kind geboren was, en waardoor zyn rug en ruggegraat is bezeerd. Zjj het al niet te Amsterdam dan is toch te Delft volgens de Delftsche Opmerker de volkstelling zoo goed als mislukt. De geheele bezending is uit Den Haag naar Delft teruggezonden. De onervarenheid dor volkstellers, die met alles tevreden waren wat men hun in de handen stopte, of de kaarten ingevuld wareq of niet, de geestigheid, vaak ook onwetendheid der getelde, alles heeft er toe bijgedragen om de con trole der telling onmogelijk te maken. Men had te 's-Hage berekend, binnen den tijd van anderhalf jaar gereed te zullen zijn met de schifting enz. der kaarten van de volkstelling, maar dit tijdperk zal waarschijnlijk belangrijk worden over schreden. Weder heeft zekere dr. William Lomax een be wijs gegeven hoe weinig de Amerikanen, die zoo geweldig op geld verdienen uit zijn, om het bezit er van geven. Deze geneeskundige heeft zijn geheele vermogen van 100,000 dollars aan de geneeskundige vereeniging van, den staat Indiana geschonken, ten einde dit voor wetenschappelijke doeleinden te ge bruiken. Hy heeft daarbij voor zich en zijne vrouw alleen oen levenslang inkomen van 1200 dollars, benevens het huis in de stad Mattoon, waar zij wonen, bedongen. De bewoners van perceelen in de Kalveratfaat te Amsterdam rond het electrisch station Electra gele gen, werden eergisteren avond te negen uur opge schrikt door %n sterk blauw licht, dat gepaard ging met een knal. Bij onderzoek bleek, dat een der isolatoren, de porseleinen kelk, waarmede do electriscïie kabel aan don schoorsteen van Electra verb'oncjiésn is, gebroken was. De positieve geleiddraad iwls daardoor geval len op de negatieve geleiddraad,zoodat contact ont stond, dat steeds gepaard gaat door lichtverschijn selen en knallen, sterker al naarmate de electrische stroomen sterker zijn. Op zichzelf is zulk een con tact nog geen gevaar, het zou eerst gevaarlijk wor den indien de electriciteit bleef doorstroomen. Hier tegen waait echter een veiligheidstoestel in de machinekamer, in den vorm van een stuk looden geleiddraad, dat smelt zoodra de hoeveelheid olectri- citeit te groot wordt. Ook Maandag avond geschiedde dit. Nauwlijks was er eene verbinding tusschen de beide kabels ontstaan, of de looden veiligheidskabel smolt, wat tot gevolg had, dat de machine ophield te werken en alle lichten uitgingen. Brandgevaar was er dus volstrekt niet, en de brandweer kon dan ook dadelijk weer aftrekkon. Maar het blijkt toch hier weer hoe ondoelmatig bovengrondsche geleidingen zijn. Want daarbij kan men au eenmaal niet buiten de isolatoren, eu deze springen in ons klimaat zeer gemakkelijk. Ondergrondsche geleidingen alleen voorkomen der gelijke ongevallen. Hbl Iets over de eigenaardige tochten van paling Tot heden is er nog niemand iq .geslaagd te ont dekken waar, wanneer of hoe de voortplanting van de paling geschied; niemand heeft ooit een palingei gezien, of een vrouwelijke paling die kuit schoot, opgemerkt, ja niemand zelfs heeft eèn werkelijk vol wassen, volkomen ontwikkeld, mannelijk of vrouwelijk dier gezien. Al de palingen die ooit in het water gevangen zijn, waren onrijpe en onontwikkelde dieren. Maar zeker is het, dat ze hier of daar in de diepe zee zich voortplanten. Elk jaar in den loop van den zomer trekken zwermen van jong goed de rivieren in, gelijk een groot leger onder een zeer groot aan tal aanvoerders. Bij elke zijrivier of ander water hoe het ook heeten mag, gaat een gedeelte van het hoofdleger af om waarnemingen op eigen terrein te doen, terwijl de kern den stroom opzwemt, niet lettend op moeilijkheden van allerlei aard, maar onvermoeid den tocht voortzet. Zelfs loodrechte hinderpalen worden al klimmende overwonnen, alsof de wet der zwaartekracht, door welker ontdekking Newton zich zoo beroemd gemaakt heeft, voor hen niet bestoud. Niets houdt hen tegenwaar water i9 daar komen de palingenen ofschoon er millioenen bij de soms hopelooze pogingen bezwijken, blijven er nog meer millioenen over, die het uiterste doel bereiken. Ze schijnen zelfs op een geheimzinnige wijze het bestaan van vijvers of meren te ruiken en weten stoutmoedig dwars over het land been den weg naar wateren te vinden, die afgesneden zijn van de rivier, die hun de route tot dusver aangegeven had. Als de vijvers, waarin ze leven, in den zomer uitdrogen gaan ze langs den koristen weg naar het dichtsbij gelegon water. Richting en afstand schijnen ze door een aangeboren of ingegeven aardrijkskun dige kennis nauwkeurig te kennen. Op hun weg over het land versmaden ze volstrekt niet een vette rat, die ze na haar gevangen te heb ben, met smaak geheel verorberen. Om hun kieuwen gedurende hun uitstapjes vochtig te houden, hebben de palingen het voornemen om de huid aan elke zijde van den nek, juist onder den kop, uit te zetten. Op deze mauier vormen zij aldaar een soort van zak. Dien zak vullen zjj met water om vocht ge noeg te hebben op de reis rfaar een nieuwe verblijf plaats. Het is ook die zak, die hen in het leven houdt onder omstandigheden, waarin andere visschen reeds lang zouden bezweken z(jn, alsook hun het twijfelachtige voorrecht verschaft levend de gewaar wordingen te ondervinden, als men hen van de huid\ ontdoet. tiet Huis van Afgevaardigden te Washington heeft besloten do wijzigingen door den Senaat in de tarief- wet Mc Kinley gebracht, niet aan te nemen. De financieele commissie heeft zich vereenigd met het voorstel, dat do bepalingen van het nieuwe tarief voor invoerrechten eerst lien lsten Febr. a. s. van toepassing zullen zijn voor koopwaren, welke zich na in entrepot bevinden. Het Journal des DSbats bevat een uitvoerig artikel over de Erusselsche anti-slavernij-conferentie, waarin de veranderingen, welke door de conferentie in den handel van het Congo-gebied zijn gebracht, zeer wor den afgekeurd. Aan de Times (wArdt uit Weenen gemeld, dat de begrooting voor Hongarije in dit jaar zonder tekort slait. De Times betoogt, dat de Duitsche regeering door den slavenhandel in Afrika toe te staan, inbreuk maakt op de tractaten. Indien de proclamatie der Duitsche autoriteiten* in Oost-.Vfrika (die volgens de berichten uit Zanzibar den Arabieren vergunning hebben gegeven om handel te drijven in slaven) niet wordt herroepen, verliest 'de overeenkomst, den lsten Juli tusschen Engeland en Duitschland gesloten, alle waarde. De laatste berichten uit Bellinzona luiden wat gun stiger; vertegenwoordigers van de liberalen en de clericalen zouden tot een schikking zijn geraakt, waarvan vermoedelijk de volksstemming over herzie- zing der constitutie het voornaamste punt is. De Bondscommissaris heeft nu die volkstomming bepaald op 5 Oct. en misschien blyft hij wel zoolang in Tessino om voor het richtig verloop der stemming te zorgen, want de beide partijen vertrouwen elkan der niet op dat punt. En zij zullen daar wel gelijk in hebben, want zij weten dat zij ook geen reden hebben zichzelf te vertrouwen. Het is den liberalen bij de herziening der constitutie voornamelijk te doen om wederinvoering van de vroegere kiesdistricten; zij zijn van meening, dat zij daarmee zoo al niet dé meerderheid zullen krijgen, dan toch een meer aan zienlijke minderheidverder verlangen zij de benoe ming van den Kantonnalen Raad en de rechters van eersten aanleg door het volk. De Italiaanscbe minister van financiën, de beer Seismit-Doda, beeft plotseling zijn ontslag gevraagd. Voor eenige dagen vbonde de minister, een Dal- matiër van afkomst, te Udine een feestmaal bij, waar bij ook irredenlisten aanwezig waren, die in opge wonden toespraken hun wenschen verkondigden. De ministerieele bladen keurden deze houding van den minister zoo scherp af, dat de heor Seismit-Doda zijn positio onhoudbaar achtte en zijn ontslag nam. De Fransche Maden weten er nog bij te vertellen dat de heer Seismit Doda een tegenstander was van het drievoudig verbond en daarom door den beer Crispi over boord werd gezet. De oppositie-bladen vinden de handelwijze van den heer Crispi, om een minister, dien hij gaarne kwijt wil wezen, op deze wijze van de baan te schuiven, inconstitutioneel, maar de hoofdzaak schijnt weer dezelfde te zijn als bij de vorige ministerieele crisis sen. Het is den heer Seismit Doda niet gelukt het evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten- te her stellen zonder nieuwe belastingen, en hiertegen be staat in bet geheele land zoo .groote tegenstand, dat de heer Crispi dergelijke voorstellen niet durft in dienen. Daarojn wil de heer Crispi het liever weer eens met een anderen minister beproeven. Wieu nu de eer te beurt zal vallen zijn krachten aan dezo moeilijke taak te beproeven, is nog onzeker. Men spreekt van de heeren Ellena, GrimaldMtrvele andere financieele specialiteiten. Vermoedelijk echter zal de h^er Giollite, do „minister voor de schatkist" tijdelijk ook de portefeuille van financiën voor zijn rekening nemen. De Portugeesohe Kamer kwam gisteren bijeen om het bekende traotaat met Engeland te behandelen Op straat was het nog al kalm, in de Kamer niet! De Minister Hintze Riberio kon niet eens het trac! taat voorlezen, want de progressisten floten en schreewden. De oppositie tegen het tractaat is in de laatste dagen toegenomen en het schijnt dat dit in vorband staat met het volledig bekend worden van den tekst. Het Aardrijkskundig Genootschap heeft een adres aan den Koning gericht, aandringende op herziening en verbetering van de overeenkomst. Het stuk, zeer breedvoerig en in gematigde bewoordingen gesteld, bevat aanmerkingen op verscheidene bepalin gen, in het bijzonder op die betreffende de grenzen der streken beneden de Zambesi, het bedfn» van Engelands toestemming voor het eventueel afstaan van grondgebied door Portugal, godsdienstvrijheid, vrije vaart, doorvoerrechteri en den onverwijlden aan-' leg van een spoorweg. In een vergadering van het Industrieel Genootschap te Lissabon werd eenstem mig besloten, dat de directeuren, van al ije -leden vergezeld, een vertoog zouden indienen bij de Ver tegenwoordiging, en dat ingeval van goedkeuring der overeenkomst alle fabrieken zouden gesloten worden, waarbij echter het loon aan de werk lieden zon blijven uitgekeerd. In een teleg/am wordt gesproken vai^ een wijziging van het tractaat over eenkomstig den volkswensoh. Vermoedelijk ziet dit op de bepaling, dat Portugal geen land mag afstaan zonder toestemming kan Engeland, een bepalin», waarvan men inderddad uiet kan begrijpen, hoe ooit een Portugees daarin heeft toegestemd. Generaal Boulanger heeft gesproken. In de XJXe Siècle verdedigt de gmeraal zich tegen hetgeen hem in de Coulisses du Boulangisme wordt ten laste ge- legd. Het eenige wat Boulanger den monarchisten heeft t jpeloofd is de opheffing der verbanningswet. Van af schaffing der republiek is nooit sprake geweest. Wat het geld bptreft, verzekert Boulanger, dat hij nooit heeft geweten van waar dit is gekomen. Wel wist hij, dat de heeren Dillon en Arthur Meyer gesteund werden door de hertogin van Uzès, maar tusschen hem en de hertogin ïs nooit over geldzaken gesproken. Wat de hertogin van Uzès over hem vertelt, is niet waar, maar omdat zij eene dame is, zal Boulanger het niet tegenspreken. „Eenmaal"! zegt Boulan ger „zal ik tsrugkeeren en dan zal het volk mij

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2