BINNENLAND.
Buitenlandse!) Overzicht.
de reeds aanhangige ontwerpen, het belasting
wezen betreffende, zullen wetsvoorstellen tot
herziening van de personeels belasting en van
den zoutaccjjns Uwe aandacht vorderen.»
Daarnit blijkt al dadeljjk, dat een belasting
op het roerend vermogen, die door bevriende
organen was in het vooruitzicht gesteld in den
vorm van een zegelrecht, niet ligt in de plan
nen van den minister. Met de «financieele
maatregelen» zal wel een leening bedoeld zjjn.
De verwachte millioenrede zal overigens nader
licht moeten geven, hoe het mogelijk zal zijn
éen deel der rijksinkomsten aan de gemeenten
af te staan, zonder dat versterking der rijks
inkomsten noodig is. Waar de min. althans den
schijn aanneemt, het personeel en den zout-
accijns onder handen te willen nemen, zal hij
toch zonder twijfel de laatste belasting willen
verlagen en de eerste niet verhoogen. Van
besnoeiing van uitgaven wordt daarbij niets
bespeurd, eer is het tegendeel te wachten.
Het kan naar ons inzien niet missen, of wij
gaan op die manier tekorten tegemoet.
Ten slotte komen de koloniën aan de beurt.
Aan leger en vloot wordt welverdiende hulde
gebracht, maar de «vreedzame oplossing der
geschillen met Atjeh», in Mei 1888 gehoopt,
schijnt nog verre van nabij, nu de blokkade
moet worden versterkt wegens de «bestendi
ging van het verzet-tegen het Nederl. gezag.»
Overigens is de Indische paragaaf zeer
mager. Noch van opium, noch van de koffie
(behalve de slechte oogst), noch van mijn
wezen», noch van comptabiliteitswet of regee-
ringsreglement wordt gesproken. Verheugen
wij ons, dat de overschotten het tekort uit
de koffie kunnen dekken, dat eindelijk met
kracht voor irrigatiewerken zal worden ge
zorgd eu men verderen spoorwegaanleg op
Java door rentegarantie zal bevorderen,
het stilzwjjgen over de groote koloniale vraag
stukken is waarlijk zeer teleurstellend.
En Suriname wordt in "het geheel niet
meer de aaudacht waardig gekeurd. De
heer Wertheim heeft dit gemis aan be
langstelling dpdeljjk gevoeld en onmiddellijk
eene interpellatie over den ondraaglijken toe
stand aldaar aangekondigd, bij welke gelegen
heid zeker menig hartig woordje zal gewisseld
worden.
Zoo is dan het laatste zittingjaar vóór de
verkiezingen geopend. Van meer belang dan
deze rede des voorzitters van den ministerraad
zullen zijn de beslissingen, die eerlang zullen
volgen. Deze moeten uitmaken of inderdaad
het volk tevreden kan zjjn met de resultaten
van het afgeloopen vierjarig tijdperk en of
weder, met gerust gemoed, de belangen des
lands kunnen worden toevertrouwd aan de
leiders der hopeloos tweeslachtige, alleen door
fcunst- en vliegwerk uiterlijk bijeengehouden,
»f te schrijven, maar het vervolg was, helaas, ner
gens te vinden.
Toen ik later te Milaan en te Turin kwam, zocht
ik vergeefs in de bibliotheken, en reeds had ik alle
hoop opgegeven, toen het toeval mij in het Vaticaan
deed vinden, wat ik zocht.
Hoe verheugd ik was, kan de lezer zich voor
stellen. En of het lezen mij een voldoende belooning
was voor de moeite, die ik had aangewend om het
te vinden? Dat moge hij zelf beoordeelen: „incipit
liber confessionum Gualberti monachi."
I.
Mijne ziel is bedroefd tot in den dood.
Maar de herfst is reeds gekomen, de natuur ont
doet zich langzaam van haren laatsten tooi, en maakt
zich ter ruste gereedde populieren aan den oever
der beek verliezen hun loof, en de bladeren door
den wind weggevoerd, fladderen tegen mijn venster
aan, als om mij te zeggenHaast u, buurman, het
is tijd om te vertrekken. Ach, het uur van heen
gaan zal mij welkom zijn, zoo God mij vergiffenis
geschonken heeft.
Aan broeder Anselmo heb ik mijne zonden ge
biecht, doch niet mijne geheele ziel ontdekt. Dat
zal ik hier doen voor uw aangezicht, o Heer. Indien
soms een woord nog te veel de bewegingen des
vleesches verraadt, o wend uw aangezicht niet van
mij af. Mijn warm hart, was 'twerk van uwe hand
tegenwoordige meerderheid iu de Tweede
Kamer.
GOUDA, 17 September 1890.
In de gisterenavond gehouden bestuursvergadering
van de Weerbaarheids-Voreeniging «Burgerpligt"
is besloten dat de huishoudelijke wedstrijd zal ge
houden worden óp Zondag 28 September of bij
ongunstig wéder eene week later. Des avonds om
8 uur prysuitdeeling in het Café «Vredebest".
Het programma bevat
A. Personeele Wedstrijd.
B. Wedstrijd op Vrije baan.
C. Vrye Vaste baan.
D. Wedstryd met Flob. Cilinder-geweer.
E. Carton schieten.
Dit laatste Nr. is voor Gouda iets geheel nieuws.
Reeds werden eenige prijzen toegezegd.
In de gisteren gehouden zitting der Botterdam-
sche Rechtbank werd A. v. d. L., schoenmaker te
Gouda, bekl. van mishandeling, tot ƒ10 boete ver
oordeeld.
Vervolgens stond terechtJ. de J., touwslager
te Gouda, oud 52 jaar, bekl. van op 14 Juli A. de
Gruil zeer beleedigende woorden te hebben toege
voegd. Eisch 3.boete.
Voorts stond terechtR. D., 35 jaar, vroeger
veldwachter te Langeruigeweide. Deze beklaagde
bekende op den 1 Juli jl. twee bedragen, ieder groot
7.50, die hem door twee verschillende personen,
waren ter hand gesteld om daarmede ten kantore
der registratie te Woerden eene vischakte te betalen
voor ieder van die personen te hebben verduisterd
en ten eigen bate aangewend. Huiselijke twist, waar
door zijn hoofd op hol was geraakt, gaf bekl. voor,
was de oorzaak van het gebeurde. Het O. M., dat
dit wel wilde aannemen, zeide dat eene strenge straf
toch in deze niet achterwege kon blijven, juist omdat
dit feit was gepleegd door een ambtenaar, en vor
derde veroordeeling tot drie maanden gevangenisstraf.
Uitspraak Dinsdag a.st.
Gisteren nacht heeft er in den Prins Alexander-
polder weder een diefstal van eenden bij den land
bouwer P. plaats gehad.
Dr. Kuyper protesteert in de //Heraut" tegen den
titel van //Hoogeerwaarde Hooggeleerde Heer" dien
men hem soms geeft. Dat //hooggeleerde" kan er nog
door, hoewel er ook «een spikkeltje van meuschelijke
ijdeltuitigheid" in schuilt. Hot //hoogeerwaarde" be
hoort niet thuis onder «gereformeerde broederen".
De «Gemengde Cöinmissie" benoemd ingevolge
het besluit genomen op de algemeene vergadering
van Volksonderwijs en van de Maatschappij tot hut
van 't Algemeen in Mei U., heeft thans eene circu
laire gezonden aan de Bestuurderen van de afdee-
lingen en aan de correspondenten van Volksonderwijs
en aan de bestuurderen van de nutsdepartementen,
waarin deze wordt medegedeeld, in welke richting
genoemde gemengde 'commissie volgens art. 2 van
het reglement, haar door de hoofdbesturen van Nut
en Volksonderwijs aangeboden, wenscht werkzaam te
zijn. De «gemengde commissie" doet tyj deze cir
culaire reeds een beroep op de medewerking van
genoemde afdeelingen, departementen en correspon
denten, wat betreft het ondersteunen van ouders, die
hun kinderen naar de openbare school zouden zenden
indien dit voor hen niet meer bezwarend zoude zijr^
dan hen de bijzondere school te doen bezoeken; en
het steunen en bevorderen van het volksonderwijs.
Wat do andere geqoemde onderwerpen betreft, dtf
commissie is van oordeel, dat het inwinnen van be
trouwbare inlichtingen over het geheele land omtrent
de deugdelijkheid van het bijzonder onderwijs, dat
van rijkswege gesubsidiëerd wordt, eerst kan geschie
den, nadat bekend zal zijn, welke bijzondere scholen
een subidie van rijkswege genieten, terwijl zij later
zal komen met de vraag, wat plaatselijk kan gedaan
worden, om de commissie behulpzaam te zijn in het
toezien op de werking der wet van 1889 en het
nemen of steunen van alle maatregelen die in 't be
lang van deugdelijk openbaar onderwijs worden ge
vorderd en door particuliere krachten kunnen ge
nomen worden.
Bij de heeren J. H. en G. van Heeteren, te Am
sterdam is verschenen het eerste nummer van het
«Maandblad voor ziekenverpleging," onder redactie
van de dames J. de Bosch Kemper, G. B. Gort van
der Linden, W. G. L. Mock en J. P. Reynvaat;
terwijl de hoeren prof. W. M. Gunning en J. van
Deventer Szn. als adviseeronde leden der redactie
zullen optreden. In een woord ter inleiding schetst
prof. Gunning den werkkring, dien het blad zich
voorstelt. De ziekenverpleging heeft in de laatste
25 jaren een goheel ander karakter aangenomen, èn
door de vorderingen der wetenschappelijke en prac-
tische eischen die aan de verpleegsters worden ge
steld, en door het streven naar secularisatie der
verpleging. Daardoor is hot noodig geworden over
de verschillende meeningen, die deskundigen voor
staan, een grondige, d. i. onbevooroordeelde en
ernstige gedachten wisseling te voeren, en als orgaan
daarvoor moet dit blad dienen.
Het eerste nummer is met zeer veel zorg baam-
gesteld het bevat opstellen over «de eischen eensr
goede krankzinnigenverpleging" door J. van Devent*
8zn., Practische wenken, Binnen- en BuitgnlandscW
berichten, een vers «Aan de Verpleegsters" door
Maria E. Beets, Correspondentie en Varia.
Wij twijfelen er niet aan of een tijdschrift, dat
zoo in een «lang gevoelde behoefte" voorziet als dit,
zal zich mogen verheugen in den steun van allen, die
prijs stellen op en hart hebben voor goede, weten-
sciiappelijke en practische ziekenverpleging. De abon
nementsprijs, 2,50 per jaar, franco per po«t
2.75 is laag genoeg gesteld om velen tot het
nemen van een abonnement te bewegen. En de
samenstelling der redactie waarborgt degelijken inhoud.
Staten-generaal. Vereenigde Zitting dm
beide Kamers van Dinsdag 16 Sept.
Nadat Zaterdag op de gewone wijze de sluitipg
van het zittingjaar had plaats gehad met (je droge
opsomming der behandelde en tot stand gekomen
wetten, had op dezen derden Dinsdag der maand
September de plechtige opening der nieuwe zitting
plaats. De Minister van Koloniën, die met de ove
rige Ministers als koninklijke commissie zich op de
gebruikelijke statige wijze in hofkoetsen naar het
en ik kan uwe gave niet verachten. Mijne ziel, die
geleerd heeft zich te onderwerpen, dankt u voor het
leed, en smeekt u om de ruste des grafs.
Zal ik mijn naam noemen, ik, die niets nuttigs
deed, ik, die geene enkele belofte van mijne jeugd
heb vervuld, mijn naam, dien ik der vergetelheid
wijdde aan de poort van het klooster? Tot boete
voor mijne afdwalingen zal ik dien noemenGentile
Vivaldi, dat was mijn naam onder de menschen.
Mijne foorouders behoorden tot^fodMË^izienlijken
stand, en bekleedden in hun 't welk
ik eendracht en wijsheid am^pek^ovSfflig aan
zijne grootheid en zijn bloei, hooge ambten, ofschoon
de meesten zich 't liefst bezig hielden met gewaagde
ondernemingen, en de zee verkozen boven het .land.
De adelaar der Vivaldi's verheugde zich bij 't ge
zicht der golven, en werd er heengetrokken door
eene onzichtbare macht, gelijk de kompasnaald naar
het Noorden heengetrokken wordt door de poolster.
Het waren mijne voorouders, die, omstreeks zestig
jaren geleden, de kolommen van Hercules voorbij-
zeilden, en de Kraaien-eilanden ontdekten, benev'ens
dat andere eiland dat zooveel tranen en zooveel l'eed
zou kosten aan hun ongelukkigen naneef. Hiermede
niet tevreden voeren zij verder zuidwaarts, ontdekten
de Gelukkige eilanden der ouden, zeilden kaap Gosola
om, maar verder werd in Ijet vaderland niets meer
van hen vernomen. Hunne namen waren Ugolino
en Vadino de Vivaldi, de schepen, welke vroeger
het eigendom waren geweest van Tede^o Doria, die
deelnam aan hunne onderneming, heetten Sant An
tonio en Allegranza. In Mei 1291 hadden zij het
anker gelicht op de kust van het vaderland, geljjk
ik zelf gelezen heb in de gedenkschriften van mij»
land, waarin zorgvuldig alles opgeteekend wordt, wat
het welzijn en den roem zijner zonen bevorderd heeft
Wat was hun lot? Werden hunne geleien verbrij
zeld op de kust van Afrika? Of werden zij weder
naar het noorden gedreven, en raakten zij yerward
in de wierzeeën, zoo gevaarlijk voor den zeeman
door hare verraderlijke kalmte. Of waren zij geluk
kiger, en bereikten zij het eiland van Sint Brandaan,
dat velen zagen, doch niemand ooit bereikte. Wat
hiervan zij, de zee was roemrijk en noodlottig voor
mijn geslacht. Ook van Benedetto, mijn vader, die
in het jaar 1326 vertrok met Angelino del Moro,
om nieuwe landen te ontdeksen, werd niets zekers
meer vehiomen.
En ik? Ofschoon de golven fit ellendig stoffelijk
omhulsel terug gaven, toch verzwolgen zij den vrede
mijner ziel. Ook ik werd in mijne jeugd aangelokt
door het geheimzinnige geruisch der zee, en om myn
vader te zoeken (zoo verbergt het noodlot zijne
wegen) voer ik naar die verschrikkelijke afgronden,
waarin'de zon eiken avqnd verdwijnt. (1)
(1) Myn schip, dat de Ventura heette, leed byna schip*
breuk op de Ktaaien-eiUnden, waai echter geeue kraaien, doch
wel valken zijc, die jacht maken op de slachtoffers, die do
zee als schatting eischt.
Wordt vervolgd.)
Binnenhof begeven had, liprak de troon- of liever
de openingsrede uit. Men zie daarover ons hoofdartikel.
Onmiddellijk daarna vergaderden de beide kamers
elk afzonderlijk.
Eerste Kamer. Zitting van 16 Sept.
De door Z. M. nieuwbenoemde voorzitter aan
vaardde het presidentschap met enkele woorden,
waarin hij een beroep deed op de bekende welwil
lendheid zijner medeleden en voorts hoogeren zegen
inriep over den arbeid der kamer.
Daarna had de gewone benoeming der commissiën
en het trekken der afdeelingen plaats.
De heer Wertheim vroeg toen verlof, om op een
nader te bepalen dag aan de Regeering twee vragen
te stellen
lo. Wat is der Regeering bekend omtrent de
spanning, die blijft heersohen in de kolonie Suriname;
op politiek gebied in de verhouding tusschen den
Gouverneur en de Koloniale Statenop maatschap
pelijk gebied in de verhouding van de verschillende
klassen der bevolking onderling? 2o. Mochten de
officieuze ongunstige berichten van particulieren en
dagbladen juist zijn, wat geschiedt door de Regeering
om aan den alsdan ondraaglijken toestand een einde
te maken.
Hij heeft deze vragen reeds aan den Minister van
Koloniën kenbaar gemaakt.
Het gevraagde verlof werd verleendde dag der
interpellatie nader te bepalen.
Dè Kamer is daarna op reces gescheiden.
Tweede Kamer. Zitting van 16 Sëpt.
Aan de overzijde nam de heer Van der Schrieck,
als oudste in jaren den voorzittersstoel in. Op zijne
gewone, gemoedelijke wijze aanvaardde de generaal
zijn zeer tijdelijk* betrekking met een vermaning om
de wetten volkomen met( de belangen van het volk
to doen strooken en eindigde met een op alle banken
toegejuichte heilbede voor Z. M. Willem III.
Na enkele formaliteiten maakte de kamer zeer vlug
de aanbevelingslijst op voor het voorzitterschap. Zij
is als volgt
1. Jhr. Beelaerta van Blokland (54 stemmen.)
2. generaal Van der Schrieck (51
8. Mr. E. Cremers (68
Als gewoonlijk dus rvan elk der fractiën één, met
den oud-voorzitter bovenaan en den libexaal onderaan.
Het trekken der afdeelingen was den liberalen niet
gunstig; althans van de 5 voorzitters, die tevens decen
trale sectie uitmaken, is er slechts één liberaal. Het zijn
de heeren Scbimmelpenninck, Keuchenius, Huber,
Haffmans en Van Delden.
Donderdag aanbieding der Staatsbégrooting.
Te Philadelphia heeft, zoo melden letterlijk de
bladen, een driojarig kind (jongetje) tegen de Tram-
maatschappij een eisch van 125.000 schadevergoe
ding ingesteld, wegens een ongeval, dat zijn moeder
in 1887 op een der lijnen is overkomen, voor't kind
geboren was, en waardoor zyn rug en ruggegraat
is bezeerd.
Zjj het al niet te Amsterdam dan is toch te Delft
volgens de Delftsche Opmerker de volkstelling
zoo goed als mislukt.
De geheele bezending is uit Den Haag naar Delft
teruggezonden. De onervarenheid dor volkstellers,
die met alles tevreden waren wat men hun in de
handen stopte, of de kaarten ingevuld wareq of
niet, de geestigheid, vaak ook onwetendheid der
getelde, alles heeft er toe bijgedragen om de con
trole der telling onmogelijk te maken.
Men had te 's-Hage berekend, binnen den tijd
van anderhalf jaar gereed te zullen zijn met de
schifting enz. der kaarten van de volkstelling, maar
dit tijdperk zal waarschijnlijk belangrijk worden over
schreden.
Weder heeft zekere dr. William Lomax een be
wijs gegeven hoe weinig de Amerikanen, die zoo
geweldig op geld verdienen uit zijn, om het bezit er
van geven. Deze geneeskundige heeft zijn geheele
vermogen van 100,000 dollars aan de geneeskundige
vereeniging van, den staat Indiana geschonken, ten
einde dit voor wetenschappelijke doeleinden te ge
bruiken. Hy heeft daarbij voor zich en zijne vrouw
alleen oen levenslang inkomen van 1200 dollars,
benevens het huis in de stad Mattoon, waar zij
wonen, bedongen.
De bewoners van perceelen in de Kalveratfaat te
Amsterdam rond het electrisch station Electra gele
gen, werden eergisteren avond te negen uur opge
schrikt door %n sterk blauw licht, dat gepaard ging
met een knal.
Bij onderzoek bleek, dat een der isolatoren, de
porseleinen kelk, waarmede do electriscïie kabel aan
don schoorsteen van Electra verb'oncjiésn is, gebroken
was. De positieve geleiddraad iwls daardoor geval
len op de negatieve geleiddraad,zoodat contact ont
stond, dat steeds gepaard gaat door lichtverschijn
selen en knallen, sterker al naarmate de electrische
stroomen sterker zijn. Op zichzelf is zulk een con
tact nog geen gevaar, het zou eerst gevaarlijk wor
den indien de electriciteit bleef doorstroomen. Hier
tegen waait echter een veiligheidstoestel in de
machinekamer, in den vorm van een stuk looden
geleiddraad, dat smelt zoodra de hoeveelheid olectri-
citeit te groot wordt.
Ook Maandag avond geschiedde dit. Nauwlijks
was er eene verbinding tusschen de beide kabels
ontstaan, of de looden veiligheidskabel smolt, wat
tot gevolg had, dat de machine ophield te werken
en alle lichten uitgingen.
Brandgevaar was er dus volstrekt niet, en de
brandweer kon dan ook dadelijk weer aftrekkon.
Maar het blijkt toch hier weer hoe ondoelmatig
bovengrondsche geleidingen zijn. Want daarbij kan
men au eenmaal niet buiten de isolatoren, eu deze
springen in ons klimaat zeer gemakkelijk.
Ondergrondsche geleidingen alleen voorkomen der
gelijke ongevallen. Hbl
Iets over de eigenaardige tochten van paling
Tot heden is er nog niemand iq .geslaagd te ont
dekken waar, wanneer of hoe de voortplanting van
de paling geschied; niemand heeft ooit een palingei
gezien, of een vrouwelijke paling die kuit schoot,
opgemerkt, ja niemand zelfs heeft eèn werkelijk vol
wassen, volkomen ontwikkeld, mannelijk of vrouwelijk
dier gezien. Al de palingen die ooit in het water
gevangen zijn, waren onrijpe en onontwikkelde dieren.
Maar zeker is het, dat ze hier of daar in de diepe
zee zich voortplanten. Elk jaar in den loop van den
zomer trekken zwermen van jong goed de rivieren
in, gelijk een groot leger onder een zeer groot aan
tal aanvoerders. Bij elke zijrivier of ander water
hoe het ook heeten mag, gaat een gedeelte van het
hoofdleger af om waarnemingen op eigen terrein te
doen, terwijl de kern den stroom opzwemt, niet lettend
op moeilijkheden van allerlei aard, maar onvermoeid
den tocht voortzet. Zelfs loodrechte hinderpalen
worden al klimmende overwonnen, alsof de wet der
zwaartekracht, door welker ontdekking Newton zich
zoo beroemd gemaakt heeft, voor hen niet bestoud.
Niets houdt hen tegenwaar water i9 daar komen
de palingenen ofschoon er millioenen bij de soms
hopelooze pogingen bezwijken, blijven er nog meer
millioenen over, die het uiterste doel bereiken.
Ze schijnen zelfs op een geheimzinnige wijze het
bestaan van vijvers of meren te ruiken en weten
stoutmoedig dwars over het land been den weg naar
wateren te vinden, die afgesneden zijn van de rivier,
die hun de route tot dusver aangegeven had.
Als de vijvers, waarin ze leven, in den zomer
uitdrogen gaan ze langs den koristen weg naar het
dichtsbij gelegon water. Richting en afstand schijnen
ze door een aangeboren of ingegeven aardrijkskun
dige kennis nauwkeurig te kennen.
Op hun weg over het land versmaden ze volstrekt
niet een vette rat, die ze na haar gevangen te heb
ben, met smaak geheel verorberen. Om hun kieuwen
gedurende hun uitstapjes vochtig te houden, hebben
de palingen het voornemen om de huid aan elke
zijde van den nek, juist onder den kop, uit te zetten.
Op deze mauier vormen zij aldaar een soort van
zak. Dien zak vullen zjj met water om vocht ge
noeg te hebben op de reis rfaar een nieuwe verblijf
plaats. Het is ook die zak, die hen in het leven
houdt onder omstandigheden, waarin andere visschen
reeds lang zouden bezweken z(jn, alsook hun het
twijfelachtige voorrecht verschaft levend de gewaar
wordingen te ondervinden, als men hen van de huid\
ontdoet.
tiet Huis van Afgevaardigden te Washington heeft
besloten do wijzigingen door den Senaat in de tarief-
wet Mc Kinley gebracht, niet aan te nemen.
De financieele commissie heeft zich vereenigd met
het voorstel, dat do bepalingen van het nieuwe tarief
voor invoerrechten eerst lien lsten Febr. a. s. van
toepassing zullen zijn voor koopwaren, welke zich
na in entrepot bevinden.
Het Journal des DSbats bevat een uitvoerig artikel
over de Erusselsche anti-slavernij-conferentie, waarin
de veranderingen, welke door de conferentie in den
handel van het Congo-gebied zijn gebracht, zeer wor
den afgekeurd.
Aan de Times (wArdt uit Weenen gemeld, dat de
begrooting voor Hongarije in dit jaar zonder tekort
slait.
De Times betoogt, dat de Duitsche regeering door
den slavenhandel in Afrika toe te staan, inbreuk
maakt op de tractaten. Indien de proclamatie der
Duitsche autoriteiten* in Oost-.Vfrika (die volgens de
berichten uit Zanzibar den Arabieren vergunning
hebben gegeven om handel te drijven in slaven) niet
wordt herroepen, verliest 'de overeenkomst, den lsten
Juli tusschen Engeland en Duitschland gesloten, alle
waarde.
De laatste berichten uit Bellinzona luiden wat gun
stiger; vertegenwoordigers van de liberalen en de
clericalen zouden tot een schikking zijn geraakt,
waarvan vermoedelijk de volksstemming over herzie-
zing der constitutie het voornaamste punt is.
De Bondscommissaris heeft nu die volkstomming
bepaald op 5 Oct. en misschien blyft hij wel zoolang
in Tessino om voor het richtig verloop der stemming
te zorgen, want de beide partijen vertrouwen elkan
der niet op dat punt. En zij zullen daar wel gelijk
in hebben, want zij weten dat zij ook geen reden
hebben zichzelf te vertrouwen. Het is den liberalen
bij de herziening der constitutie voornamelijk te doen
om wederinvoering van de vroegere kiesdistricten;
zij zijn van meening, dat zij daarmee zoo al niet dé
meerderheid zullen krijgen, dan toch een meer aan
zienlijke minderheidverder verlangen zij de benoe
ming van den Kantonnalen Raad en de rechters van
eersten aanleg door het volk.
De Italiaanscbe minister van financiën, de beer
Seismit-Doda, beeft plotseling zijn ontslag gevraagd.
Voor eenige dagen vbonde de minister, een Dal-
matiër van afkomst, te Udine een feestmaal bij, waar
bij ook irredenlisten aanwezig waren, die in opge
wonden toespraken hun wenschen verkondigden. De
ministerieele bladen keurden deze houding van den
minister zoo scherp af, dat de heor Seismit-Doda zijn
positio onhoudbaar achtte en zijn ontslag nam. De
Fransche Maden weten er nog bij te vertellen dat
de heer Seismit Doda een tegenstander was van het
drievoudig verbond en daarom door den beer Crispi
over boord werd gezet.
De oppositie-bladen vinden de handelwijze van den
heer Crispi, om een minister, dien hij gaarne kwijt
wil wezen, op deze wijze van de baan te schuiven,
inconstitutioneel, maar de hoofdzaak schijnt weer
dezelfde te zijn als bij de vorige ministerieele crisis
sen. Het is den heer Seismit Doda niet gelukt het
evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten- te her
stellen zonder nieuwe belastingen, en hiertegen be
staat in bet geheele land zoo .groote tegenstand, dat
de heer Crispi dergelijke voorstellen niet durft in
dienen. Daarojn wil de heer Crispi het liever weer
eens met een anderen minister beproeven.
Wieu nu de eer te beurt zal vallen zijn krachten
aan dezo moeilijke taak te beproeven, is nog onzeker.
Men spreekt van de heeren Ellena, GrimaldMtrvele
andere financieele specialiteiten. Vermoedelijk echter
zal de h^er Giollite, do „minister voor de schatkist"
tijdelijk ook de portefeuille van financiën voor zijn
rekening nemen.
De Portugeesohe Kamer kwam gisteren bijeen om
het bekende traotaat met Engeland te behandelen
Op straat was het nog al kalm, in de Kamer niet!
De Minister Hintze Riberio kon niet eens het trac!
taat voorlezen, want de progressisten floten en
schreewden. De oppositie tegen het tractaat is in de
laatste dagen toegenomen en het schijnt dat dit in
vorband staat met het volledig bekend worden van
den tekst. Het Aardrijkskundig Genootschap heeft
een adres aan den Koning gericht, aandringende op
herziening en verbetering van de overeenkomst. Het
stuk, zeer breedvoerig en in gematigde bewoordingen
gesteld, bevat aanmerkingen op verscheidene bepalin
gen, in het bijzonder op die betreffende de grenzen
der streken beneden de Zambesi, het bedfn» van
Engelands toestemming voor het eventueel afstaan
van grondgebied door Portugal, godsdienstvrijheid,
vrije vaart, doorvoerrechteri en den onverwijlden aan-'
leg van een spoorweg. In een vergadering van het
Industrieel Genootschap te Lissabon werd eenstem
mig besloten, dat de directeuren, van al ije -leden
vergezeld, een vertoog zouden indienen bij de Ver
tegenwoordiging, en dat ingeval van goedkeuring der
overeenkomst alle fabrieken zouden gesloten
worden, waarbij echter het loon aan de werk
lieden zon blijven uitgekeerd. In een teleg/am wordt
gesproken vai^ een wijziging van het tractaat over
eenkomstig den volkswensoh. Vermoedelijk ziet dit
op de bepaling, dat Portugal geen land mag afstaan
zonder toestemming kan Engeland, een bepalin»,
waarvan men inderddad uiet kan begrijpen, hoe ooit
een Portugees daarin heeft toegestemd.
Generaal Boulanger heeft gesproken. In de XJXe
Siècle verdedigt de gmeraal zich tegen hetgeen hem
in de Coulisses du Boulangisme wordt ten laste ge-
legd.
Het eenige wat Boulanger den monarchisten heeft
t jpeloofd is de opheffing der verbanningswet. Van af
schaffing der republiek is nooit sprake geweest. Wat
het geld bptreft, verzekert Boulanger, dat hij nooit
heeft geweten van waar dit is gekomen. Wel wist
hij, dat de heeren Dillon en Arthur Meyer gesteund
werden door de hertogin van Uzès, maar tusschen
hem en de hertogin ïs nooit over geldzaken gesproken.
Wat de hertogin van Uzès over hem vertelt, is
niet waar, maar omdat zij eene dame is, zal Boulanger
het niet tegenspreken. „Eenmaal"! zegt Boulan
ger „zal ik tsrugkeeren en dan zal het volk mij