Bniteolandsch
Overzicht.
Kantongerecht te Gouda.
334steS taats-loterij
beoordeelen. In elje geval kan men met behulp der
Stenographic, den redenaar gemakkelijk bijhouden,
waardoor men zyne oplettendheid meer aan de voor
dracht zelve kan schenken en tegelijk zal bij de studee-
rende het verscliijnsel, dat het handschrift door het over-
snello schrijven slecht wordt, zich minder voordoen.
Zal de student op de universiteit de voordeelen
der snelschrijfkunst genieten, dan moet hij dezelve
reeds op gymnasium of H. B. school geleerd en
beoefend hebben. Werkelijk zien de aanhangers der
Stolzesche Stenographic, hun schrift dan ook meer
en meer op inrichtingen van hooger en middelbaar
ouderwijs beoefenen.
Het aanleereu der Stenographic zal met den tijd
wel toenemen, maar het moest niet langer een
voorwerp van particuliere werkzaamheid blijven.
Het verheffen der Stenographic tot verplicht ond er-
wijsvak op scholen voor hooger- en middelbaar onder
wijs- kan slecffts een vraag des tijds zijn daar de
veelDeteekenende vereenvoudiging van het schrijfwerk
voor school en leven een voortdurend grootere be-
teekenis krijgt.*
Eenigen tijd geleden namen wij uit de Maasbode
een brief over, geschreven door een vroegeren stad
genoot, den heer C. J. Van de Pavoordt, waarvan door
velen met belangstelling werd kennis genomen. Ge
noemd blai bevat thans een tweeden brief, dien wij
hier eveneens laten volgen
In mijn laatsten brief verhaalde ik u, hoe wij
werden gevangengenomen, geketend en mishandeld,
en hoe wij meermalen ons op 't punt waanden ver
moord en den afgoden geslachtofferd te worden.
Verschrikkelijk was de eerste nacht, dien wij in de
gevangenis doorbrachten. Pater Dorgère, mijn buur
man, die biechtte en ik bleven kalm, de anderen
raasden en tierden. Enfin die nacht nam oen einde,
en met een zeker otigeduld wachtte ik het oogenblik
af vermoord te zullen worden. Om ongeveer 6 uur
liet men ons is do open lucht kruipen (want loopen
konden wij niet,) om aan zekere behoefte te voldoen-,
met stokken gewapende negers volgden ons overal
wy zagen er allerellendigst uitbebloed, vol modder,
als kleederen ^iets dan een gescheurde broek en
hemd, handen, voeten en hals geketend. U kunt er
u geen denkbeeld van maken, en toch konden wy
bijna ons lachen niet weerhouden, toen brij allen als
op commando dezelfde positie namen om aan zekere
natuurlijke behoefte te voldoen dit geëindigd, strek
ten wij onze vermoeide leden weder op den grond
uit. Een uur later kwam men ons de voetketenen
ontnemen, hetgeen ons het genot gaf onzt voeten
en beonen te kunnen uitstrekken. Om ongeveer 9
Uur werden wij voor de hoofden geroepen.
Wederom nam jde treurige procJerie een aanvang.
Blootshoofds, blootsvoets marcheerden wij in de bran
dende ionieder oogenblik dachten wij door een
zonnesteek gedood te zullen worden. Halfweg be
zweek ik bijna onder den zwaren ketting, waarvati ik
altijd het einde dragen moest. Ik spande al mijne
krachten in doch kon niet meer, te meer daar de
zwaarte van den ketting mij den hals dichtwrohg.
Een der hoofden, die het gewaar werd, had mede
lijden met mij en gebood eenigen slaven mij den
ketting te helpen dragen.
Wederom werden wij door de cabeceiros uitge
scholden en beleedigd en na een kwartieruurs onge
veer weer naar onze gevangenis gevoerd. Onderweg
werden wy door eenige cabeceiros mishandeld. In
nenste der ziel dringt, en al de aandoeningen, en al
de verrukkingen der hoorders, in een enkelen lof
psalm samenvat en opvoert tot voor den troon van
God. Ook de muziek is een gebe^, en, beter dan
woorden, geschikt om de onuitsprekelijke verzuchtin
gen der ziel uit te storten voor God.
En, te midden van deze hemelsche muziek, zag
ik die ongelachtige vrouw. Zag ik haar? Neen, t
was of. eene hemelsche verschijning mijne oogen trof.
Zy stond in het andere gedeelte van den tempel,
waar de vrouwen zich verzamelen, onder een boog,
ter zijde van het schip der kerk dicht bij den preek
stoel. Hare linkerhand1, waaraan zij een spaanschen
handschoen droeg, die haar pols en een gedeelte van
baar arm bedekte, rustte op den rand van haar
bidstoeltje, terwijl hare rechterhand, die zij tegen de
borst hield, zich sloot om een gebedenboek, dat met
schoone gouden sloten was versierd. Hoe schoon zy
was, kan ik onmogelijk zeggen. Sedert jaren is haar
beeld in mijne ziel gegrift; altijd staat zij voor mijne
verbeelding, maar mijne woorden schieten te kort om
haar te schetsen. Haar zwart en glanzig haar was
half verborgen onder een witten sluier, welks afhan
gende plooien de blankheid van haren hals slechts
te beter schenen te doen uitkomen. Haar hoog en
blank voorhoofd, waarop een smaragd schitterde, die
aan een fijn gouden kettinkje was vastgemaakt, word
besehenen door een flauwen straal der zon, die de
diepto verlichtte van twee groote, zwarte oogen,
en de fijne heerlijke omtrekken beter deed uitkomen,
de gevangenis aangekomen gaf men ons rijstby na
niemand had eetlustniemand sprak een woord. Nu
en dan méenden wy het kanon te hooren, en dan
was het: maken wy ons gereed, het is gedaan
met ons.
Tegen 6 uur 's avonds werden wij naar een betere
gevangenis gevoerd; om 7 uur bracht men ons een
goed avondmaal en eenige fiesschen likeur. De
hoofden kwamen ons tevens een bezoek brengen en
schenen ons beter gezind te zyn. Sommige heeren
begotinen reeds van verlossing te spreken. Pater
Dorgère en ik rekenden niet veel op hunne goedheid.
Na een weinig gegeten te hebben, strekten wij ons
weder op den grond uit, doch slapen was onmogelijk.
De nachten zyn dikwijls zeer kil in Afrikaik had
niets dan rayn toog aanmijn broek aan stukken
diende my tot hoofdkussen. Een twintigtal met mes
sen gewapende negers hielden de wacht en verloren
ons geen oogenblik uit het oog, ondanks den zwaren
ketting, die ons aan den hals aan elkander bond.
Den volgenden morgen Woensdag om 6 mochten
wij weer een oogenblik r&aar buiten. Om 9 uur
ontnamen zy ons de keten en veroorloofden ons een
bad te nemen. Om 10 uur waren wy weer stevig
aan elkander geketend. Ieder oogenblik verwachtten
wij naar het binnenland vervoerd te zullen worden,
doch men liet ons met rust. Om ongeveer 6 uur
's avonds gaf men ons een plank tot hoofdkussen
het was een ware luxe voor onsu kunt u niet
voorstellon, hoe uitgeput en vermoeid wij waren.
Sedert Maandagavond, dus meer dan 48 uren, waren
wij op een modderigen en ongelyken grond uitge
strekt, zonder als 't ware een beweging te kunnen
maken, het hoofd lager dan de voeten, door den
zwaren ketting als aan den grond vastgehecht. Dé
minste beweging vao de een deed al de anderen lijden;
iedere beweging moest tegelykertyd door allo 9 ge
maakt worden, om niet verwond te worden. U
kunt u geen denkbeeld vormen van hetgeen wy te
lyden hadden; men moet Afrika kennen, om het
eenigszins te kunnen begrijpen.
Uitgeput van vermoeienis eu aandoening vielen de
meestèn, bijna allen, spoedig in een diepen slaap,
zelfs pater Dorgère; alleen ik kon de dogen niet
toedoen. Ik voelde de koorts, onnoodig u mijne ge
dachten te zeggen.
Om ongeveer 10 of 11 uur kwamen eenige hoof
den ons oproepenzij werden door een groot getal
soldaten gevolgd. Langzaam rezen wy op; niemand
sprak een woord. De hoofden verwijderden zich een
oogenblikik nam dit waar, om pater Dorgère te
naderenondanks do zware keten gelukte het my.
Ik zeide hem aan 't oorindien er iets voorvalt,
geef my do absolutie. Goed, zeide hy, doch vergeet
mij ook niet Nauwelijks hadden wij deze wei
nige woorden gewisseld, of wij werden naar den
uitgang gevoerd. Daar gebood men ons, ons weder
op den grond uit te strekkenmen smeedde weder
onze voeten in ijzeren ringen, doch deze keer zonder
aan de anderen te üjn vastgebonden. Dit geëindigd,
ontdeden zij ons van onzen halsketing, een operatie
<alie, pijnlijk was en tamelijk lang duurde. Eenige
oogenblikken later kwamen twee dragers met een ha-
mack en voerden mijn bnurman wegwederom twee
bamackdragers kwamen een ander wegvoeren en zoo
allen tot ik alleen overbleef.
Ik dacht dat mijn beurt daar wasmaar tot mijn
grooto verwondering ontnam men my den voetring
en draaide mij den ganschen ketting om den hals
en het doorschijnende wit der wangen, en het koraal
der lippen, die zich bewogen, alsof zy bad.
Niets verhoogde of verborg hare eenvoudige schoon
heid, geen mantel of kap, die misschien een page
of een bediende aan de, kerkdeur voor haar gereod
hield. Haar kleed van gebloemde groene zijde, om
haar middel vastgehouden door een gordel aan de
linkerzijde met een gouden gesp gesloten, waaraan
eene beurs hing van karmozijn laken met gouden
loovertjes geborduurd, vormde om de heupen diepe
plopien, die langzamerhand breeder werden, en een
langen sleep vormden.
Blijkbaar behoorde zy tot een aanzienlijk geslacht,
doch hoe rijk ook gekleed, toch scheen zij niet op
geruimd. Hare houding was peinzend, maar zagen
die groote, zwarte oogen slechts naar het altaar, of
misschien verre daarover been Mij scheen zy op
dit oogenblik iets meer dan een sterveling te zijn,
eene schoonheid, nit don hemel gedaald, om aan de
aarde de wonderen van het paradijs te verkondigen,
eene geboeide ziel, die smachtte naar 't hemelsche
vaderland, en zich verloor in de beschouwingen van
een geheimzinnig leven, van eene onzichtbare wereld,
die zij droomde of misschien zich herinnerde. Lang
bleef ik haar in verrukking aanstarenbuiten haar
zag ik niets. De kerk was helder verlicht en toch
schemerachtig. Zonneschijn waar zij was, duisternis
overal elders of liever, zij was het licht (vergeef
het mij, o mijn Goden dat groote licht bedekte
en verborg en overstraalde alles rondom mij.
daajna werd ik weder naar dezelfde gevangenis ge
voerd en tevens mijne voeten weer stevig in den
voetring gesmeed. Uitgeput van vermoeienis, aandoe
ning en zwakte viel ik onder de zwaarte van den
ketting op den grond neereen neger had medelijden
met my en legde mij een weinig vuil linnen onder
het hoofd. Ik heb nu nog vergeten te zeggen, dat
op het oogenblik dat pater Dorgère in de hamack
gelegd werd, ik hem en hy mij de absolutie gaven.
Daar lag ik nu gansoh alleen, als aan den grond
vastgenageld, omringd van 8 met bijlen gewapende
negers. Wat wilde men dan met mij aanvangen, en
waar werden patf Dorgère en de andere hreeren
heengedragen? Wilde men hen in de hoofdplaats
Abomey, drie dagen van Uhydah, slachtofferen en
my bewaren om mij aan de woede van de inwoners
van Uhydah over te leveren, ingeval de Franüchen
Uhydah zouden bombardeeren Ik maakte allerlèi
veronderstellingen. Ondanks mijne overgeving aan
Gods heiligen wil, kon ik toch mijne tranen niet
weerhouden ik dacht aan u, moeder, aan de familie,
aan onze arme missie, onze kinderen
Daarbij geheel alleen, zonder de minste hoop de
HH. Sacramenten te kunnen ontvangen On
noodig te zeggen dat ilf ook dezen nacht slapeloos
doorbracht. Om ongeveer 6 uur kwamen mij eenige
hoofden tafi, een soort van jenever, aanbieden ik
weigerde, hun te verstaan gevende dat ik geen jenever
dronk. Om ongeveer 8 uur kwamen zij terug met
een jongen van de missie, om by mij te blyven en
ray als tolk te dienen.
Groot was mijne vreugde, een van mijne beste
jongens by my te mogen houden. Arme jongen,
toen hij mij zag, smerig, ziek, als een booswicht
aan don grond geketend, kon hij zyn tranen niet
weerhouden. Onmiddellijk nam hij eenige stukken
linnen en bond ze om mijne voeten, opdat het wry ven
van den yzeren ketting my niet meer zoude wonden.
Daarna vertrok hij om mij myn eten klaar te maken.
Deze jongen, Antonio-Cornelio genaamd, werd 5
jaren geleden door den koning van Dahomey naar
de missie gezonden om lezen en schryven te loeren.
De eerste weken was er "geen huis met hem te
houden doch langzamerhand werd hy kalmer, totdat
hy woldra oen van de gehoorzaamste jongens van
onze missie werd.
lederen dag vroeg hij aan pater Dorgère het H.
Doopsel, doch pater Dorgère stelde bet altijd uit om
hem te beproeven. Gedurende de afwezigheid van
êdeu pater, kwam hy mij ook het H. Doopsel vragen.
Meer dan 4 maanden beproefde ik hem zoo streng,
dat ik somtyds bang was, dat hij de missie zou
verlaten. Ziende, dat hij steeds volhield, beloofde ik
hem te doopen op het feest van de Hemelvaart van
Maria.
Pater Leeson, apostolisch prefect, kwam hem doo
pen. Zuster Agatha en ik waren raoter en peter.
Sedert dien tyd is hij zoo zeer aan my gehecht,
dat hij zich voor mij in stukken zou laten snijden.
Men zegt, dat hij een zoon van den tegenwoordigen
koning is. Den dag fan zijn doopsel zwoer hy mij,
dat hij zich liever in duizenden stukken zou laten
snijden, dan de 50 vrouwen aan te nemen, die de
koning voor hem alleen, als een vorstelijk geschenk
bestemd beeft. Op 't oogenblik is hij in de gevan
genis om mij te beschermen tegen de hoofden, zooals
ik u verder zal verhalen.
Om ongeveer 11 uur bracht hij mij myn ontbyt.
Verschillende jongens vergezelden hem tot aan de
Ik weet niet juist, hoe lang mijne beschouwing
duurde. Eensklaps bemerkte ik, dat het orgel zweeg,
evenals de gewijde lofzangen; de kerk was bijna
ledig, en de hemelsche verschijning verdwenen. Eeni
gen tijd bleef ik als bedwelmd zitten, toen vloog ik
op en snelde naar de deur, doch zonder iets te zien
daarna dwaalde ik langen tijd door de aanzienlijkste
wyken der stad, waar ik meende, dat zij wonen moest,
maar te vergeqfs.
Gelukkig was myn hart nog te kortelings getrof
fen, dan dat ik reeds de gansche diepte der wonde
zou kunnen peilenen dan heeft de mensch in zulke
omstandigheden behoefte, om tot zich zei ven in te
keeren. Met verbazing bemerkte ik voor de eerste
maal, dat mijn leven eensklaps met iets vervuld was,
en ofschoon ik er nog geen juist denkbeeld van vor
men kon, toch gevoelde ik, dat ik een doel bad
intusschen smaakte 'ik het zoet der eerste hoop, ik
hield mijne ziel bezig met de voorstelling van de
moeilijkheden, die ik overwinnen, de geyaren, waar
aan ik ontsnappen, de vreugde, die ik smaken zou.
Ik sprak met niemand van dit alles, ik deed geen
navraag naar haar bij de kooplieden die ik kende,
en vernam niet het geringste, dat mij haar op het
spoor bracht, en het zou mij ook heiligschennis ge
schenen hebben, zoo ik door onbescheiden vragen
het zalig gevoel ontwijd had, dat dien dag in mijne
ziel was geboren. In plaats daarvan ging ik eiken dag
naar de kerk, steeds hopende mijne schoono onbekende
te zien, doch steeds te vergeefs. Wirdt vervolgd
gevangenis, maar niemand mocht mij spreken. De
meisjes van de Zusters hadden mij mijn eten klaar
gemaakt, en iedere jongen en meisje van de missie had
den hem met een boodschap voor ray belast. Arme
kinderenhunne gehechtheid deed mij goed, eu van
aandoening kon ik mijne tranen niet weerhouden.
Ik liet huü door Antonio zeggen zich schuil te
houden, want ik was bang, dat de hoofden hen ook
zouden gevangennemen. Antonio bleef steeds aan
mijne zydewilde ik mij omkeeren, onmiddelijk was
hy daar om my mijne ketenen te helpen verleggen.
Denzelfden dag kreeg hij voor mij de toestemming
een bad te mogen nemen. Zoo bracht ik Donderdag,
Yrydag en Zaterdag door. Meermalen hoorde ik de
wilden myn gevangenis naderen, schreeuwende als
woeste beesten en steeds met hunne verschrikkelijke
messen gewapend. Hoe dikwijls ik mijne ziel Gode
aanbeval, kan ik u niet zeggenieder oogenblik
dacht ik door het gespuis vermoord te zullen worden.
Zaterdag om ongeveer 10 uur kwam een hoofd
my roepen, vergezeld van eenige soldatenzonder
Antonio, die uitgegaan was om mijn eten te halen,
werd ik naar een open plaats ver voord. Tot myn
groote verwondering vond ik daar den heer Bandad,
den consul van Duitscblnnd, een tolk eu al de hoof
den. De consul gaf mij de handnoch hij, noch ik
konden een woord wisselen. De hoofden zeiden mij,
dat de consul gekomen was om mij een bozoek te
brengen. Na eenige minuten zeide mij de consul
dat bij hoopte my binnon eenige dagen te verlossen,
dat hy naar den koning geschreven had, dat ik geen
Franschraan was on onder zijn bescherming stond.
Daarna gobood men hem te vertrekken, en men
voerde my wederom naar de govangenis en strekte
mii op den grond uit. Het was mij, alsof al mijn
leden gebroken warensedert Maandag, du9 bijna 6
dagen, lag ik op een ongelyken grond, zonder mij
als 't ware te kunnen verroeren. En toch gevoelde
ik mij gelukkig te mogen lyden, ik offerde het God
op voor de bekeering onzer arme zwarten. Ik mocht
weer een bad nemen en daarna lict^Éftn mij een
weinig loopen, meu had mij tevens vannen ketting
en voetringen ontdaan. Het was alsof' ik nog nooit
zoo vry was geweest. Doch spoedig moest ik bet
heen en weer loopen opgeven wegens mijne zwakte;
de koorts werd sterker, ik was zoo geel als saffraan
om ongeveer 6 uur werd ik weer als voorheen aan
hals en voeten geketend. Den volgenden morgen
Zondag nam ik weer een bad. Ik was nog geler
dan Zaterdag. Zie zoo, dacht ik, daar heb je do
gele koorts; indien men mij niet spoedig loslaat of
net hoofd afhouwt, zal de koorts zyn werk wel doen.
Myn Antonio begreep het en liep van het eene hoofd
tot het andore om hen over te halon mij de vrijheid,
te gevenom ongeveer 4 uur namiddag kwam hy
met een hoofd in njyn gevangenis. Hij vroeg my,
hoe ik het maakte. Ik antwoordde eenvoudigin
dien hij my het hoofd levend af wilde snijden, hij
zich moest haastendaarop zeide hem Antonio
Blanke vader is ziek, ërg ziek, snij hem gauw den
kop af, anders gaat hy dood, maar de koning houdt
meer van mij dan van jouik ben de vriend van
den blanken vader, dus pas opDe arme cabeceiros
begon te beven en zeide dat hij met de andore hoof
den ging raadplegen om my los te laten. Antonio
zeide my verheugd morgen vieren wij feest in de
missie. Arme Antonio, hy veronderstelde'niet dat
hft den volgenden morgen zelf zoude gevangen go-
nomen worden.
Om 8 uur kwam dezelfde cabeceiros terug en
zeide my dat de andere hoofden hem geboden hadden
mij naar oen betere gevangenis te voeren. Vergezeld
van twee soldaten en Antbnio, werd ik naar de
zelfde plaats gebracht, waar wy voor bet eerst op
den grond geworpen en gebonden waren. Daar
wachtte ik ongeveer een uur. Toen werd ik naar
een andere plaats geleid, waar ik een hoofd ont
moette, die my zeide dat de koning een boodschap
voor mij gezonden had. Eindelyk ora half elf werd
ik voor al de hoofden ontboden. Daar ontmoette
ik weder den heer Bandad, Duitsch consul. De
Cusughan, ondorkoning van Uhydah, stond onmid
dellijk op, groette my en zoide De koning van
Dahomey groet u en laat u zeggen dat hij verheugd
was vernomen te hebben van den Duitschen consul
dat ik geen Franschman was.
De post vertrekt, gaarne zoude ik mijn verhaal
eindigen doch heb geen tijd meer.
Op het oogenblik» bon ik aalmoezenier in het Fran-
sche leger maar zal my gelukkig gevoelen, als ik
weer naar mijn zwarte kindoren terug kan keeren.
De heer de Bruin, onderwyzer aan de openbare
agere school te Schoonhoven, is benoemd tot secon
dant aan het instituut te Baambrugge.
Aan de
jr. Times wordt uit Lissabon geseind, dat
intz Kiboiro als minister van buitenlandscbe zaken
wegens het verzet togen het met En
geland gesloten verdrag.
De Braziliaanscbe gezant te Parijs ontving een
telegram van den minister van buitenlandsche zaken,
Waarin gemeld wordt dat de verkiezingen in Bra
zilië in de grootste orde zijn afgeloopen en de meer
derheid verzekeren aan de regeering. De republiek
is door de volksstemming bevestigd.
De Duitsche „Beichsanzeiger" zegt dat de plaats
vervanger van den rijkscommissaris in Oost-Afrika,
wien ora inlichting was gevraagd, heden uit Zanzibar
seinde, dat hij geen proclamatie uitvaardigde, krach
tens welke de slavenhandel op de kust geoorloofd
zou zijn.
Een onderzoek naar de herkomst van het bericht
zou onmiddelijk door hem ingesteld worden. JHij
achtte het ondenkbaar, dat de Bagamoyo met offici-
eele medewerking eene slavonveiling zou gehouden
zijn. Hij zou zich onverwijld naar Bagamoyo begeven
en nader bericht zenden.
Naar hetgeen uit Berlijn wordt gemeld, zijn de
socialisten aldaar voornemens, bij den afloop van den
termijn der socialistenwet (I October) de terugko
mende verbannen partijgenooten op feestelijke wijze
te ontvangen. Volgens een bericht van daar aan de
/»Kölnische Zeitung" is bij het gemeentebestuur aan
vraag gedaan om den 30 September de burgerzaal
ten raad huize hiertoe beschikbaar te stellen, en zal
er by de socialisten worden geïllumineerd, waarna te
middernacht feestredenen zullen worden gehouden.
Met dat al worden er dagelijks in de bladen nieuwe
gevallen vermeld, waaruit blijkt dat er op de eeqs-
gezindheid onder de socialisten nog al valt at te
dingen en dat de hoofden der partij alle krachten
inspannen om eene scheuring tegen te gaan. Ook
wordt er bij hen geklaagd over lauwheid en onver
schilligheid, vooral blijkbaar in vergaderingen waar
voordrachten worden gehouden, daar het te Berlijn
in den laatsten tyd reeds meermalen is gebeurd dat
de spreker voor ledige banken stond, in dezelfde
lokalen die vroeger voor den grooten toeloop veel
te klein waren.
Een hunner organen, de //Zimmerer", acht het zolfs
noodig, inzonderheid don socialisten te Kassei eens
de les te lezen. Dat orgaan rbept den kameraden
toe, een einde te maken aan hun geharrewar, hetwelk
by hen ontstaan is uit onderlingen persoonlijken haat,
uit wederzijdsche verdachtmaking en uit wantrouwen
jegens de mannen die de gelden in handen hebben.
Het blad verklaart, dat de meeste oneenighoid wordt
teweeggebracht door dezulken, die geen penning rijk
zijn, slechts willen oogsten zonder te zaaien en bij
de jongste werkstakingon niets deden dan morren
over te geringe geldelijke ondersteuning, zoodat men
hen dan ook reeds meermalen heeft moeten tegengaan.
Italië is een dor weinige landen die zich kunnen
verheugen in het bezit van twee ministers van finan
ciën, een schatkist-minister, en een belasting-minister.
De eerste zorg voor het opmaken der begrooting en
het beheer der staatfondsen en staatsschulden, terwyl
de tweede zich alleen bezig houdt met de belas
tingen en dergelijke aangelegenheden.
De belasting-minister heeft natuurlijk de moeilijkste
taak, vooral in een land als Italië, waar ook al door
de steeds stijgende legeruitgaven, versterking der in
komsten dringond noodig is. Toen de heer Magliani
moest aftreden, omdat zijn pogingen tot het herstel
van het financieol evenwicht mislukten, werd de
financieele specialiteit der linkerzijde de heer Soismit
Doda tot minister van financiën benoemd, terwijl
hem een zijner geestverwanten, de heer Gioletti, als
schatkist-minister, ter zijde werd gesteld. Anderhalf
jaar zijn deze beide ministers reeds aan den arbeid,
maar tot dusver is het hun evenminn gelukt den
8tien der wijzen te vinden en de inkomsten te ver
meerderen zonder nieuwe belastingen.
De heer Crispi kon den minister van financiën
daarom niet langer handhaven. Zich beroepend op
het feit, dat de minister aan een feestdisch plaats nam
van eenige irredentisten, betuigde do heer Crispi zijn
groote ontevredenheid over deze handelwijze en ook de
officieuze bladen violen den minister zeer hevig aan.
Het gevolg was dat de heer Seismit Doda zijn ontslag
aanvroeg. De heer Crispi ried koning Humbert aan
dit ontslag aan te nemen en zoo werd ook deze mi
nister van financiën in een paar dagen buiten
gevecht gesteld.
Met bet ontslag van den hoer Seismit Doda is
echter de moeilijkheid niet opgelost. De heer Crispi
is in onderhandeling met de leiders van verschillende
groepen, ten einde te beproeven een minister van
financiën te vinden, die tevens zijn ministerie eenige
kracht verleent. Voorloopig zal de schatkist-minister
de heer Gioletti ook ad interimhet departement van
den heer Seismit Doda beheeren.
De gemengde commissie van het Huis van Afgevaar
digden en den Senaat in de Vereenigde Staten heeft het
voorstel goedgekeurd, dat van koopwaren, die na 1
Aug. zijn ingevoerd en bij do aanneming der wet
nog in het entrepot liggen, de verhoogde invoer-
rechten moeten betaald worden. Die koopwaren
echter, welke voor 1 Aug. in entrepot zyn opgesla
gen, kunnen nog tot tot 1 Februari a. s. tegen het
oude tarief ingeklaard worden. President Harrisson,
wiens meening over deze vraag is ingewonnen, heeft
verklaard, dat hij zich met de besluiten der commissie
volkomen vereenigt. Het Huis van Afgevaardigden
heeft zich gehouden aan het besluit, door de repu-
blikeinsche leden genomen en verzond, na een korte
discussie, het ontwerp naar do gemengde commissie.
Deze commissie moet nu maar zien, hoe zy het eens
wordt over de wijzingen, welke de Senaat in de ver-
schillonddo tarieven heeft gemaakt. De financieele
commissie in het Huis van Afgevaardigden, welke
weigerde de amendementen van den SeDaat goed
te keuren, heeft zich met dit besluit vereenigd.
Vermoedelijk zal de gemongde commissie eenige da
gen noodig hebben om tot een beschikking te komen,
zoodat het ontwerp in het gunstigste geval eerst
in de volgende week in het Hujs van Afgevaardigden
kan behandeld worden. Mén verwacht algemeen,
dat de republikeinen de afdoining der wet zooveel
mogelijk zullen bespoedigen, want de afgevaardigden
verlangen naar huis en blijven bij het besluit om
de zitting in elk geval in het laast van September
te doen sluiten.
Zitting van Woensdag 17 September 1890.
De volgende personen zijn veroordeeld wegons;
Rijden met een kar bespannen met honden niet
voorzien van muilkorven.
A. van D., te Waddinxveen, tot 3 of 1 dag
hechtenis
C. B., te Waddinxveen, tot 1 of 1 dag hechtenis.
Jachtwetovertreding.
Gr. van H., te Haastrecht, tot 5 of 3 dagen
hechtenis
Als gezagvoerder van een stoomboot varen met te
groote snelheid in de Gouwe.
A. van H., te Amsterdam, tot 5 of 3 dagen
hechtenis
H. B., te Maassluis, tot 3 of 2 dagen hechtenis.
Verwekken van nachtelijk burengerucht.
P, B., te Nieuwerkerk a/d. IJssel tot 2 of 2
dagen hechtenis.
Verwekken van nachtelijk1 burengerucht eu open
bare dronkenschap.
J. L., te Nieuwerkerk a/d. IJssel tot 2 geldboeten
elk van 2 of 2 dagen hechtenis voor elke boete.
Werpen van vuil in eene openbare gracht.
N. M. v. d. R., te Gouda tot/1 ofl dag hechtenièf
Openbare dronkensohap.
P. H. te Gouda tot f 0.50 of 1 dag hechtenis; r
P. S., te Nieuwerkerk a/d. IJsselS. L., te 's GravelL,
hage; P. P., W. G., C. J. v. W., allen te Gouda
C. J. R., te Rotterdam; P. de K., te Gouda,
ieder tot f 1 of 2 dagen hechtenis.
P. H. Tzn., te Nieuwerkerk a/d IJssel; T. G., ,!L.
van V., L. S., G. H. G. en R, van der P., allen
te Gouda, ieder tot 2 of 2 dagen hechtenis
J. C. S., te BleiswijkB. J. B., te Gouda, leder
tot 3 of 3 dagen hechtenis.
Allen zijn tevens veroordeeld in de kosten ver
haalbaar bij lijfsdwang van één dag.
5e Klasse. Trekking van Donderdag 18 Sopt. 1890.
No. 6031 1500.
No. 872, 10171, 11191 en 15350 1000
No. 622, 9442 400.
No. 6948, 8877, 11847, 15610 eu 20652 200.
No. 285, 5574, 7246, 10448, 12121 13164
13527, 13606, li>780, 17514, 19280 en 20814
100.
Prijzen van 70:
60 2183 4462 8342 11183 13646 15542 18058
386 2302 4490 8511 11226 13700 15633 18096
391 2499 4644 8801 11334 13755 15684 18539
512 2534 4841 8932 11408 13767 15699 18557
607 2889 4872 8996 11698 13793 15782 18671
684 3012 4904 9203 11721 13907 15864 18781
743 3013 4964 9423 11841 13948 15872 18885
757 3123 5102 9458 11962 14221 15932 19459
912 3249 5308 9511 11986 14230 15995 19542
1140 3345 5400 9722 12005 14238 16015 19632
1177 3441 5552 10099 12065 14700 16232 19634
1168 3466 5670 10139 12115 14776 16472 19656
1278 3513 5853 10158 12392 14875 16481 19872
1332 3582 5993 10264 12531 14877 16706 19924
1422 3584 6652 10393 12576 14889 16889,20226
1477 3794 7240 10462 12888 19006 17587 2fll®
1486 3886 7397 10509 13017 14923 17739 2Ü»
1587 3965 7457 10631 13277 14995 17887 2olo2
1637 3976 7631 10740 13358 15090 17968 20593
1771 4008 7977 10982 13470 15399 18020 20873
1866 4057 8098 11095 13483 15459