Buiteolandscb Overzicht. PETROLElIM-iXOTEERIiVGEN 334steStaats-loterij n. J. Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam, voor het dienstjaar 189091 te bepalen op 500. Het volksblad „Nieuw Leven» riet zijn getal in- teekenaren, dat op het einde van 1889 reeds 9000 was, voortdurend klimmen. Het gymnasiumfonds eindelijk vindt nog geen ge- noegzamen steun. Toch kwam een bedrag aan giften in van ƒ1289.501/]. en isereenesom van ƒ482.50 aan jaarlijksche toezeggingen, terwijl aan negen aanvragers eenige ondersteuning verleend wordt. Volgens een oorrespondent begint de phonograaf in Amerika langzamerhand de plaats van stenograpie geheel in te nemen. In Nieuw-York alleen zgn een paar honderd klankschrijvers in gebruik, meest op kantoren voor het dioteeren van brieven. Te Chicago word onlangs verslag gegeven van eene belangrijke vergadering met behulp van twee phonografen. De verslaggever stond slechts enkele meters van den spreker en herhaalde het gesprokene in den klank- schrijver, tot een cilinder geheel vol was. Daarna werd het gesprokene door een ander op den „type writer" overgebracht, torwijl de verslaggever voort ging de redevoering in een tweede phonograaf na te spreken. De proef slaagde zóó goed, dat reeds eene maatschappij is opgericht tot het geven van woorde lijke verslagen door middel van de phonograaf. De toepassing is volstrekt niet hinderlijk daar do ver slaggever bijna fluisterend kan spreken. Een telephonische verbinding met de zon is on mogelijk? niet voor Edison. De beroemde uitvinder hoopt nl. weldra in staat te zullen zijn, geluiden, die in de photosfeer der zon door vuleanischo uitbarstin gen worden voortgebracht, op aarde hoorbaar temaken. Groote omwentelingen in de zonnesfeer brengen storingen in het aardmagnetisme teweeg en worden door de magnetometers van de onderscheiden obser vatoria aangewezen. Om de werking te versterken wil Edison een ader ijzeroer gelijk er zich te Ogdih in New-Yersey tot onmetelijke diepte in de aard!e uitstrekken, met verscheidene mijlen gelijddraad ont winden om zoodoende reusachtige inductieklos te vormen. Bij elke storing in het magnetisch evenwicht zouden in de klos machtige olectrische stroomen woil- den opgewekt, zoodat met behulp van instrumenten elke verandering kon worden aangetoond en door middel van de telephoon alle geluiden, die op de zon worden voortgebracht, hoorbaar konden worden ge maakt. Men hoopt dat de proeven zullen bijdragen tot d( kennis der betrekking, die tusschen de warrate- wijzigingen op de zon en de meteorologische ver schijnselen op aarde bostaat. Het Dagblad voor Nederland heeft getracht door) het zenden van een correspondent naar „Het Loo» iets meer dan het gewone publiek te vernemen aangaande den toestand van Z. M. den Koning. Het wedervaren van dezen correspondent wordt door het blad aldus medegedeeld Gedurende een paar dagen, door hem in de nabij heid van „Het Loo" en te Apeldoorn doorgebracht, is het hem niet gelukt iemand te ontmoeten, die geloofde dat Z. M. compos mentis was. De verhalen, die omtrent den geestestoestand van 0nzen Koning te Apeldoorn de rondo doen, schijnen jggio te zijn, maar zij hebben allen dezelfde strekking, n sommige daarvan deden uitkomen, dat de toestand op enkele tijdstippen van het jaar, dus periodiek, ernstiger moest genoemd worden. Nu en dan leed de Koning herige pjjn, zoo ook in de laatste dagen, en dat in zulk een mate, dat hem de smartelijkste kreten werden ontlokt. Bezoeken ontving Z. M. niet, tenzij van den dokter; ook de ministers verschenen zelden of nooit ten prieize, en zelfs de erfprins van Bentheim, 's Konings zwager, die met zijn familie aan de aoh- terzijde van „Het Loo» werd ontvangen en per huurrijtuig arriveerde, vertrok, na slechts een paar uur daar te hebben vertoefd, zonder tot den Koning te zijn toegelaten. Het bezoek, door deu reporter aan C. H. F. graaf Du Monoeau, particulier secre taris en adjudant des Konings, gebracht, gaf hem .gelegenheid de vriendelijkheid van den graaf to waardeeren, doch verschafte weinig lieht. Do par ticuliere seoretaris des Konings kende het manifest van den heer Tindal, maar wist nog niet dat de couranten dat stuk beoordeeld hadden en op de vraag van onzen verslaggever, of hij hem iets kon mededeelen omtrent den physieken en intellectueolen toestand des Konings, luidde zijn antwoord„Mijn heer, ik kan uw komst zeer goed begrijpen, en uw bezoek zou ook de weg zijn om iets te vernemen. Tot mijn spijt moet ik u echter zeggen, dat mijn plicht mij gebiedt, niets, volkomen niets omtrent den toestand des Konings mede te deelen. „Ik heb mij voorgenomen, het stilzwijgen te bewaren.» De graaf verzekerde daarop nogmaals, dat het hem speet, geen inlichtingen te kunnen geven, maar zeide tevens dat, zoodra zijn plicht hem niet langer het zwijgen oplegde, hij volgaarne bereid zou zijn, die mededcelingen aan ons blad te zenden, welke 'ver strekt konden worden. Inderdaad jammer, dat de heer Du Monceau zwijgen moet. Zwaar, dunkt ons, moet de plicht drukken, wanneer deze verbiedt, een enkel woord te spreken, nopens een zaak, waarover thans geheol de natie het heeftde vraag, of Z. M. nog de regeering kan waarnementoch blijkt uit het antwoord van 's Konings adjudant, dat hij wel opheldering zoude kunnen geven, indien hij zich-zelf het zwijgen niet had opgelegd. Wij waren, hg erkende het rondbor stig, bij hem aan het juiste adres. Welnu, zooveel is zeker, dat te Apeldoorn de per sonen, die wel spreken, ook blgkeus de N. Apeld. Ct. allen het er over eens zijn, dat Z. M. niet in staat is de regeering waar te nemen. En wij mogen er bijvoegen dat van het nederlandsche volk een zeer groot gedeelte geneigd is te gelooven dat de Apeld. Ct., gelijk Jje heer Tindal, het bij 't rechte eind heeft. En, natuurlgk, vindt men in Du Monceau's zwij gen eer een bevestiging dan een weerlegging van dat geloof. Een geneeskundige, die van statistiek houdt, heeft uitgerekend dat de burgers der Vereenigde Staten voor 1,200,000 goud tusschen hun tanden hebben. Dit komt omdat ze te veel ijs en ijswater gebruiken, hetgeen de tanden zoodanig bederft, dat de tand- kundigeu ware goudimporteurs geworden zijn. Geen wonder de speculanten een boom in zilver maken! Onze statisticus berekent dat in drie eeuwen de kerkhoven van The States voor 35,000,000 pond sterling zullen bevatten enkel aan tand-aanVulsels. Evenmin geruststellend is het bericht, dat uit kanton 80,000 engelsche ponden menschenhaarzgn verscheept, voornamelijk afkomstig van bedelaars, misdadigers en doode menschen. Dit alles wordt gebruikt om nieuwe kapsels te vervaardigen. Een inzender klaagt in het „Utr. Dagbl." er over dat men, wijn koopende, steeds minder ontvangt dan men besteld heeft. De prijs wordt toch in bgna alle prijscouranten bepaald per anker, ook onze rokeningen spreken van „oen anker." Het dusgenaamde anker (oud-Amsterdamsche wijn maat) is 38,38 liter, zeg gemakshalve 38 kan en 4 maatjes. Onze rekening geeft verder tusschen haak jes 45 flesschen. „Dat „flessohen" nu is, zegt de klager, al een even dwaas praatje als het „potje" aardbeien. „De wgnkooper geeft ons wel geen zuigflesschen, of apothekers-noch Cooman's fleschjes, neen heusche wgnflesschen, maar wier inhoud hoogstens 7'/s maatje bedraagt. „Zelfs al kregen wg de Kotterdamsche flesschen van 8 maatjes, dan zouden wij nog 48 flesschen dienen te ontvangen om op het anker van 38.4 L. te komen. „En de Botterdamsche flesch? In Musea en ouderwetsche gezinnen zgn zij nog te vinden, maar wgn wordt er bg uitzondering in getapt. „Wü ontvangen sedert 80 jaar hoogstens 45 X 71/] dL. voor ons bestelde anker, dat is ruim 4'/f L. te weinig. „Hoe komt men dan al sedert minstens een eeuw aan die klassieke 45 flessohen? Omdat onze voor vaderen zoo gaarne vijftallig telden, en men 48 soo'n vreemd getal vond. Gaven de leveranciers or dan maar 50, dan was het verschil met de werkelijkheid minder groot. „Het is toch der moeite wel waard eens te be denken, dat' men jaar in jaar uit 45 flesschen ont vangt, waar men er 48 te vorderen heeft. Erger is het, en tegenwoordig niet zeldzaam, dat men in de nieuw-model flesschen ruim 32 L. ontvangt, dat is 16 a 17 pCt. to weinig. „Hoe laten wij Hollander», die den naam hebben van op hqt .punt „dubbeltjes" nogal uitgeslapen te zijn, ons dan zoo voortdurend en grof beet te nemen „Het getal 38,88 L. behoeft geen beletsol te zgn om in den wijnhandel eene verandering ten goede te brengen. „Bg bet invoeren van het Metriek stelsel was men evenzeer verlegen met het last van 27 Amst. zakken. Hiervoor 10 HL. of 100 HL. te nemen vond men te krasmen stelde het last op 80 HL. „Wat bezwaar dan om het woord „anker" te be houden en dit te stellen op 40 L. en dan te leveren bij heel, half en kwart anker. Kon mon dan de Rotterd. flesschen weer bijeen zoeken of nieuwe laten blazen van 8 dL., welnu, dan zouden de voorstanders van het vijftallig stelsel volkomen klaar zgn met hun 50 flesschen per anker. „De wijnkoopers zouden met goeden wil de flacons van 7d.L. nog in den handel kunnen laten, tot dat de laatste gebroken isals ze ons in afwachting van den nieuwen tgd 58 flesschen geven, dan pro- (iteeren zg L. op bet, anker. Kunnen de heeren 53l/j flesch geven, dan zijn de flacons misschien eer opgeruimd. „Hoe komt het toch, dat men het verkoopen bij de onde maat (toch .volkomen bekend in vergelijking eerste ontdekkers het gaven. Het waren uwe roemruchtige voorouders, Mes- 8ere zeide Lanzerotto, die zijn best deed om engelsch te spreken om door haar verstaan te worden. Het waren ügolino en Vadino Vivaldi, welke dit eiland ontdekten, en ook de anderen die het omringen. Welke stoutmoedige mannenZij kwamen om, toen zij, om hunne ontdekkingen voort te zetten daar, zuidelijk langs de Afrikaansche kust voeren, evenals zeventien jaren gele'den uw edele vader, Messer Be nedetto, omgekomen is. Hoe treurigriep zij sidderend uit. Kom, Latizerotto zeide ik, om een einde te maken aan het gesprek. Vrede zij met de zielen der afgestorvenen, die gelukkiger dan wij, het einde bereikt hebben van hun lijden. Zorg dat de ankers in gereedheid gebracht worden, want binnen een half uur zullen wij die kunnen uitwerpen. Lanzerotte ging heen om dit bevel uit te voeren, en ,wq bleven met ons beiden over de verschansing leunen, daar Macham zich verwijderd had, en op eenigen afstand stond met de oogen op de kust gericht. Hoe treurigherhaalde zij medelijdend. Maar gg, Messer Gentile, gij zult in uw vaderland terugkeeren, en gelakkig met de uwen leven. Neen Madonna, ik heb niemand op aarde die er iets om geeft of ik leef of niet, om wiens wil het leven mij dierbaar is. En mijn hart is dood, daar mg 't geluk is ontzegd, dat ik hoopte. Zg bloosde bij mijne woorden, sloeg de oogen neer en zweeg. Ik voegde er niets bg, daar ik te zeer opgewonden was. Gelukkig ontrukte het schouwspel, dal zich voor onze oogen ontroido, onze zielen aan die smartelijke overpeinzingen, en wekte nieuwe ge dachten op. Het schip was toen de noordelijke punt van het eiland omgevaren, en was slechts op een paar boog schoten afstand van de kust. Dat gansche gelukkige eiland, van de lage kust, tot den hoogsten top, langs het strand en de diepe inhammen was slechts éóne bladermassa, met allerlei schakeeringen van groen versierd, afgewisseld met kelken bloemtrossen en guirlandes, die in de verte op rozen, leliën en violen gelekenonbekende boomen vertoonden zich aan den oever, en de takken bogen onder het gewicht der vruchten, en kustten bij elk znchtje den helderen spiegel der zee. Nergens had ik ooit zulk een weelderigen plantengroei ontdekt. En, wat een nog vreemder schouwspel was, zwermen vogels, schoon van Vorm en schitterend van kleur stegen op, en zetten zich vfoolijk neder op de tou wen en op de ra's, op den top van den mast, op de nitgespannen tent, en zelfs op de riemen der roeiers. Rondom ons Was het een gegons, een gefluit, een gekweel, van duizend zoete tonenduizend geuren, een feest vol licht en leven, dat de borst verruimde en tot' vreugde stemde. Het heerlijke paradijs, dat de schuld onzer eerste ouders voor ons deed ver loren gaan, was zeker niet schooner, Ik zag dat Anna ontroerd, bedwelmd was, door al die wonderen. Zeker was op dit oogenblik de gedachte aan al mijne verkeerdheden uit hare ziel gewischt, Misschien ontwaakte ook zg tot een nieuw leven. Gelijk Eva, toen zij voor 'teerst de oogen opsloeg in het paradijs, beschouwde zij alles wat haar om ringde, en scheen alles haar een droom. Eene sneeuwwitte duif, alleen met eed zwarten ring om den hals, was op een paar schreden atstand van ons, op het dek neergestreken. Anna strekte den arm nit om haar te vangen, maar voorzichtig en aarzelend, uit vrees dat het diertje bang zou worden en wegvliegen. De duif liet zich wel niet vangen door die schoone hand, maar vloog op haren schoudef, terwgl Anna van verbazing en vreugde epn kreet gaf. Alle harten behooren u Madonna fluisterde ik schijnt het u dus zoo vreemd, dat ik u nauw- lijks zag of Ik wilde meer zeggen, maar bedwong mij, om deze vreedzame ure niet te storen. De bavon lag voor ons, en de Ventura liep snel vo^rt. 1 voort. i» lei te matisp, - jh bakbSrd gaf •d on- Ten einde de vaart van ik bevel om de .riemen aan stuur- bewegelijk in het water te houden. Het vaartuig, dus langzaam in zijne vaart gestuit, dreef nog een goed eind voort en bleef toen stil liggen, terwijl de schuimende. golfjes tegen de (kiel aanklotsten. Wordt vervolgd.) tot de nieuwe I) strafbaar stelt en het verkoopen bg de flesoh, volstrekt geen maat, toelaat?" Hoe de koningin-regentes van Spanje en de jonge koning te San Sebastian den dag doorbrengen, ver telt een oorrespondent van de Italiaansche „Corriere di Napoli". De koningin staat 's morgens te 6 uur op, kleedt zich en wijdt eenigen tijd aan het gebed, waarna zg toeziet bg het aankleeden van den koning en van de prinsessen. Vervolgens gebruikt zg met hen het ontbgt en wijdt zich dan aan staatszaken. Te 11 uur nemen allen een bad in zee. Na het 2e ontbgt leest de koningin hare brieven, dagbladen en tijdschriften, of de uittreksels, die haar secretaris daaruit maakt, en daarna maakt zij een rijtoer of een boottochtje. De jonge koning staat in zijn slaapkamer onder toezicht zijner min, Raimonda, een stevige Spaan- sche boerin. Zr. Ms. gouvernante is een oudere, deftige dame, die streng de etiquette handhaaft en daardoor den koning wel eens een vermaning moet toedienen. Zoo noemt de kleine Alfonso de „gran- des" of andere heeren die dikwijls aan het hof komen, steeds bij hun doop- of hun achternaam, zonder don titel. „Eh Xiquenariep hij onlangs toen de gewezen minister voorbgging. De gouver nante die wist, dat de vader van den graaf over leden was en dat de zoon den titel geërfd had, merkte op, dat het de hertog van Bivona was, dien Z. M. wilde toespreken. Alfonso barstte in lachen uit on riep „De hertog van Bivonadie is goed 1 Maar ik weet heel goed dat het Xiquena is Zijt gij niet Xiquena?" vroeg hij den graaf. „Ja, sire" was het antwoord. „Ziet ge wel," ging de koning voort, „deze mevrouw wil den menschen altijd nieuwe na men geven." Keizer Wilhelm is Woensdag ochtend te 9 uur to Weenen aan hel rijkversierde station van den Noor derspoorweg aangekomen, waar keizer Franz Josef in Pruisische generaalsuniform zijnen hoogen gast op wachtte. De begroeting was kort maar hartelgkde keizers omhelsden elkaar, waarna de voorstelling van eenige personen volgde. Keizer Wilhelm, in de Oos- tenrnkscho huzaren-uniform gekleed, liep langs de gelederen der eerewacht, welke hem de militaire eerbewijzen bracht. De keizers reden ip een met vier paarden bespannen en een voorrgder voorafgegaan open rijtuig door do met vlaggen, bloemen, wapen borden, bewimpelde masten enz. rgk versierde Pru- terstrasse en Ringstrasse. In deze laatste straat staan op korten afstand van elkaar twintig triomfbogen, wat een inderdaad grootschen indruk maakt. Overal waren de tribunes met menschen geruid, die de keizers met geestdrift toejuichten. De muziekkorpsen speelden bij het voorbijrijden het Pruisische volkslied. De stoet werd geopend door het rijtuig, waarin de beide keizers gezeten waren, en daarachter volgden zes rijtuigen met twee paarden, waarin de aartsher togen Albrecht, Wilhelm, Rainer en het gevolg zaten. De burgemeester reed in het stedelijke gala-rijtuig. De stoet reed langzaam door de versierde straten on, onder het voortdurend gejuich van het tallooze publiek, naar den Bofburg. Keizer Wilhelm legde een krans op de lijkkist van kroonprins Rudolf, en hij bleef geruimen tijd, bid dende en weenende, in de grafkapel. Op de toespraak van den burgemeester, aan het statioD, antwoordde hij, veel vernomen te hebben van de toebereidselen voor do hem bereide ontvangst, waarvoor hy zijnen dank uitsprak. Hg reed zonder geleide naar Schönnbrunn, waar hij het mjddagmaal zal gebruiken, om daarna te vertrekken naar het ter rein der jacht. Er was geen militair vertoon, zoodat de ontvangst, die Wilhelm ten deel viel, den aard had van eene volksbetooging. Wilhelm zag er bleek en afgemat uit. Terwgl het als zeker wordt beschouwd dat de Pruisische minister van oorlog, generaal Verdy, zal aftreden, is weder het gerucht in omloop gekomen dat de positie van graaf Waldeasee, chef van den generalen staf, verzwakt is. Men meent dat hij, al is het niet te gelgk met generaal Verdy, toch na verloop van eenigen tgd zal moeten aftreden, omdat hij niet meer als vroeger zoo gunstig bg den Keizer staat aangeschreven. Of het werkelijk waar is, dat deze gunsteling, die eenmaal op zoo in het pog loo pende wijze door den Keizer mpt hooge onderschei ding werd behandeld, zijn vroegeren invloed heelt zien verminderen, zullen wel alleen de naast daarbij betrokken personen weten. Generaal Verdy wordt beschouwd als meer naar den zin van graaf Waldersee dan naar dien van den rgkskanselier Caprivi te zijn en daar er tusschen Waldersee en Caprivi geeno zeer groote vriendschap sohijnt te bestaan, laat zich daar uit misschien het loopende gerucht verklareni Te meer, daar men meent, bg het vroeger gezegdedat de Keizer zijn eigen rgkskanselier vyil zgn, misschien wel te kunnen bgvoeged i ook zgn eigen chef van den generalen staf. Gelgk bekend is, was ook omstreeks den tijd van Bismarck's val de glans der keizerlijke gunst voor graaf Waldersee een poos verflauwd en is hg toen, naar het heette om redenen van gezondheid, op reis gegaan. Van ongeveer denzelfden tgd dagteekent het gezegde des Keizers„alleen ik en mgne volksverte genwoordiging 1» welke woorden hij, met hot oog op de aftreding van Bismarck, bezigde in eene vergade ring van den generalen staf. Reeds destijds geloofde men, dat de Keizer naar omstandigheden zijne vol komen zelfstandigheid ook door eene verwijdering tan graaf Waldersee aan den dag zou leggen. Deze herinneringen worden thans weer opgewakkerd. Al of niet zonder grond, dit blijft voorloopig nog de vraag. De socialistenwet in Dujtschland is na een twaalf jarig bestaan opgehouden. Naar men zich zal herinneren, deed prins Bismarck in hot vorige jaar nog een poging om de wet in stand te houden door het ontwerp zoo te wijzigen, dat, naar hg meende, ook de nationaal-liberale partij hare goedkeuring kon geven aan een nieuwe verlen ging dor wet voor twee jaren. Dit plan mislukte echter, omdat Bisnudok het verbanningsrecht voor socialisten uit plaatsen, waar de kleine staat van beleg is afgekondigd, wilde handhaven, terwij! de nationaal-liboralen in de eerste plaats afschaffing van dit recht der politie verlangden. Zoo kon voor het voorstel der regeering om de socialistenwet weer voor twee jaren te bestendigen, iD den Rijksdag geen meerderheid worden gevonden. De uitslag der verkiezingen voor den nieuwen Rijksdag was zoo, dat de kans tot verlenging van de socialistenwet nog geringer werd, want de libe ralen en do sociaal-democraten, de hevigste tegen standers der dwangwet, keerden aanmerkelgk ver sterkt in den Rijksdag terug en een schikking met de nationaal-liberalen, wier gelederen geducht gedund waren, zou nu zelfs niet meer gebaat hebben. Wat prins Bismarck nu in dit opzicht wilde doen, is niet gebleken, daar de kanselier reeds spoedig na de ver kiezingen moest aftreden en plaats maken voor gene raal Caprivi. Reeds spoedig na het optredon van den nieuwen kanselier bleek het, dat de regeering de socialistenwet in alle stilte wilde begraven'Roor eenvoudig bij den Rijksdag geen verzoek tot verlenging der wet weer in te dienen. Algemeen word dit besluit der regoe- ring goedgekeurd, behalve natuurlijk door de ultra conservatieven, die, met priq| Bismarck, nog steeds van meening bleven, dat gewelddadige onderdrukking der sociaal-democratie nuttig, en mogelijk was. De ongunstige ondervinding gedurende het twaalfjarig bestaan der strenge wet in Duitschland opgedaan soheeu hen alleen nog niet overtuigd te hebben. De regeering diende bij den nieuwen Rijksdag geen verzoek tot verlenging der wet in en zoo eindigde op 30 September de socialistenwet, die den 21sten Octo ber 1878 in werking was gesteld, nadat Nobilingden aanslag op Wilhelm I had gepleegd. Dat deze wet zoolang in werking zou blijven, had toen niemand gedacht. Dit was echter alleen het werk van prins Bismarck en wie weet of de strenge wet nu wel af- gesfihaft ware, indien de „ijzeren kanselier" aan de regeering ware gebleven. Nu echter is het voor goed uit met de wet, die vooral ook door de strenge wijze, waarop ze door den minister Von Puttkamor wer<l toegepast, zeer veel tot uitbreiding van de sociaal democraten in Duitsohland heeft bijgedragen. Te Berlijn belegden de leiders der sociaal-demo craten eenige feestelijke bijeenkomsten, ten einde de afsohaffing der socialistenwet te herdenken. Deze pleohtigheden bestonden hoofdzakelijk uit het houden van redevoeringen. Van verstoring dor orde, waar voor enkelen bevreesd waren, was geen spoor waar 'te nemen e:i alle bijeenkomsten liepen zee'r kalm af. Zoo zal het ook gaan met dt voorspelling der conservatieve bladen, die de afschaffing der socialis tenwet beschouwen als het begin van een tijdperk van regeeringloosheid in Duitschlaüd. Natuurlijk zijn dergelijke bespiegelingen zónder waarde, want ook zonder socialistenwet is de Duitsche regeering sterk genoeg om rust en orde in het land te hand haven. Het eerste gevolg zal Zgn, .dat de verdeeld heid, die nu reeds onder de sociaal-democraten is uitgebroken, nog zal toenemen, nu alle beperkingen zijn opgehaven. De sociaal-democraten, tot dusver door de strenge wet bijeengehouden, zullen dps zeiven in de eerste plaats de nradeelige gevolgen van de opheffing der wet ondervinden. Wij kunnpn elk oogenblik het bericht krijgen, dat de Senaat dor Vereenigde Staten het bekende tarief heeft aaugenomen. Voor de stemming over het tarief in het Huis van Afgevaardigden heeft do heer Mc. Kinley nog een laatste redevoering gehouden, verklarende, dat bg het ontwerp geen weervergelding of diplomatieke doeleinden beoogd wërdon, maar dat het' strekt om het Amerikwnsohe volk de uoodige inkomsten voor loopende uitgaven te verschaffen. Met beleid waren* de wgzigingen in het ontwerp gebracht, teneinde de Amerikaansche industrie te verdedigen en te beschermen en het versehil op te wegen van het werkloon in Europa en dat in Ame- nka; dit land was er trotsch op, dat zgn werk lieden beter betaald werden dan ergens elders op de wereld. Men rekent, dat onder het nieuwe tarief jaarlijksche vermindering van inkomsten 66 millioen dollars bedragen zal, waarvan 60 millioen aan in- landsche belastingen, voornamelijk op tabak. Alle goederen op 1 Oct. in entrepot zullen tot 1 Febr. onder de oude reohten worden toegelaten. Voor allé goederen, op 6 October of later aangeroeid, zullen de nieuwe rechten worden betaald, tenzg uitdrukkelijk daarvan uitgezonderd. Het artikel betreffende de suiker treedt 1 Maart in werking. De termijn voor onderhandelingen over toepassing van het weerkeerig- heidsbeginsel blijkt verlengd te zijn tot 1 Jan. 1892. Het recht van 4 c. de ton tinerts wordt 1 Juli 1893 van kracht, met het beding dat, tenzij de productie m de Amerikaanscho mijnen in een der jaren vóór 1 Juli 1893 5000 ton blok- of pig tin overtreft, blok- of pig tin vrg zal worden ingevoerd. De in- landsche tabaksbelasting wordt van 8 tot 6 dollar cents het pond verminderd en alle vergunningsrech ten daarvoor afgeschaft. Na 1 Maart 1891 worden geen artikelen ten invoer toegelaten, waarvoor namen namen of handelsmerken van Amerikaansche fabrikan ten worden misbruikt. Ter elfder ure, zooals men zich herinnert, is het weerkeerigheidsstelsel in de wet opgenomen; het nieuwe tarief zal dus niet gelijk het daar ligt, op alle landen worden toegepast, maar alleen op diegenen, welke weigeren binnen een be paalden termijn belangrijke concessiën te doen ten aanzien van de in Europa ingevoerde Amerikaansche goederen. MARKTBERICHTEN. Gouda, 2 October 1890. Bij afnemenden aanvoer, zooals gewoonlgk om dezen tijd van het jaar, houden prijzen zich goed staande. Karweizaad en koolzaad zoo goed als opgeruimd. TarweJarige Zeeuwsche 9.60 a 10 25 Nieuwe dito ƒ8.75 a 9.20. Mindere dito ƒ7.90 a 8.40. Afwijkende 6.75 a 7._, Nieuwe Polder 7.50 a 8.Rogge: Zeeuwsche 6.10 a 6.50. Polder 5.a 5.40. Buitenlandsche per 70 kilo 5.50 a 5,70. Gerst: Winter ƒ4.80 a 5.25. Zomer 4.50 a 4.90. Chevalier 5.25 a 6 25. Haver: per Heet. 8.10 a 4.—, perlOO kilo 7.25 a 8.—Hennepzaad: Nieuw Inlandsch 5.80 a 6—, Buitenlandsch ƒ5.90 a 6.Maïs per 100 kilo: Bonte Ame rikaansche 6.40 a 6.50. Cinquantine f 6.60 a. 7.—. Veemarkt. Melkvee redelijke aanvoer, handel vlug en prijshoudend. Vette varkens, weinig aanvoer han del gewoon 20 a 25 et. per half KG. Biggen voor Engeland weinig aanvoer, handel [gewoon 19 a 21 et. por half KG. Magere Biggen, groote aanvoer, han del flauw 0.80 a 1.25 per week. Vette scha- pou.f goede aanvoer, handel gewoon 20.— a 30.—. Weilammeren, redelijk aanvoer, handel ge- gewoon, f 12 a 22. Nuchtere kalveren, eenige aanvoer, handel vlug. Graskalveren, zeer groote aan voer, handel zeer vlug, 30 it 70. Aangevoerd 93 partgen kaas. Handel vrij wel lste qualiteit 27.- a 29— 2de qualiteit Vr ,'77 86Zwaardere hoogor in prijs. Noord-Hollandsche 23.26. Boter, goede aanvoer. Handel vlug. Goeboter 1.50 a 1.60. Weiboter 1.25 a f 1.40. van de Makelaars De markt tvas heden flauw. Loco Tankfust 7.90. Geïmporteerd fust 7.90 a 7.95. Ootober-levering 7.80. November- en December-levering 7,90. 5e Klasse. .Trekking van Donderdag 2 Oct. 1890. No. 12696 15,000. No. 8018* 1000. No. 2430, 2690, 5044, 8126, 17571 400 No. 1871, 10749, 13072,200. No. 2481, 5437, 6051, 15221, 16732, 19113 en 19600 100. Prgzen vah 70: 0 63 2748 4671 8133 10813 13143 16189 18830 124 2853 4734 8175 10859 13441 16225 18836 254 2866 50,15 8374 1Q887 13475 16488 19031 262 2936 5081 8428 11029 13495 16602 19150

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2