IS
OER.
EEKE BEKENTENIS.
OT,
ping
It
rukte
De Stedelijke Begrooting.
t
en Zn.
FEUILLETON.
JEN.
1890 Woensdag 8 October. ft? 4344.
Nieuws^ en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
ng.
gen.”
-riet
lewe».
De inzending van advertentiên kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
i
I
dooi
j
F
len,
roort-
iteld.
Adem-
itheker
boven
I
i
I
het Pond,
i
Bovendien worden alle Advertentien gratie
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschijnt.
Ier Zelf-
uitspat-
ubliek
>d«UJk
i<t>.
>urg,
>1.
■<bure,
ch.
7/, uur.
sen.
4
890.
«listen.
ch.
f
(Naar het Italiaanech.)
IX.
•®ehe
Cents)
het
doosje
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden ia 1.25, franco
per post f 1.70.
Afzonderlijke Nomnjers VIJF CENTEN.
GOUDSCHE COURANT.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere rege
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
b. Prjja
irschrik-
?d lijdt,
•ing, die
van een
iet Ver-
rkt 34,
bedrag,
i boek-
figureeren voor openbare
sterven. Maar ik zal voor mijne zonden boetenik
heb het gezworen, on ik zal dien tweeden eed niet
schenden, dien ik vrijwillig uitsprak.
En wat zult gij doen?
Als de hemel mij vergunt een christenland te
bereiken, zal ik mij in een klooster opsluiten.
Heilige God riep ik buiten mij zei ven
uit, ofschoon ik niet wist of deze verklaringmij
blijde of treurig stemde. En weet Macham iets
van uw besluit?
Neen, misschien zou het hem den dood aan
doen. Wat kan ik het helpen, zoo ik iedereen
ongelukkig maak, die mij nadert. Zal ik hem met
halve woorden voorbereiden, en aan het denkbeeld
eener scheiding gewennen zal ik het hem eensklaps
zeggen Ik weet het niet, het zal misschien zoo
van zelf komen, gelijk heden met u, vóór wy dit
eiland verlaten, of later, als wij aan eene gastvrije
kust geland zijn. Maar hoe dat zij, mijne gelofte
-.1 van den
storm, toen het dagen lang scheen, dat de zee ons
zou verzwelgen. Dat is de straf van God! fluisterde
eene geheimzinnige stem, die mij deed sidderen van
v-1-. En toen zwoer ik; ik zwoer dat,
het schip veilig aan den storm ontkwam, ik aan
zou kloppen aan de poort van het klooster, en hot
overschot van mijn treurig leven wijden zou aan den
Heer. Tegen den morgen bedaarde de wind en de
woede der barende hemel had mijne gelofte aan
genomen.
De stedeljjke begroeting voor het aanstaande
dienstjaar, schoon in hoofdzaak gelijkende op
haar voorgangster, heeft in wjjder kring de
aandacht getrokken wegens één voornaam punt
van verschil, dat namelijk eene verhooging van
de plaatseljjke directe belasting met f 12000,
dat is met ruim in het vooruitzicht wordt
gesteld. Deze post onder de inkomsten is na-
meljjk van 34000 gebracht op f 46000.
Dergeljjke belasting-verhooging is nooit popu
lair het gemeentebestuur is dan ook zeker
niet zonder ernstige overweging daartoe over
gegaan.
De vorige raadszitting droeg reeds de sporen
van den indruk, dien dit voorstel op de raads
leden gemaakt heeft. Naar aanleiding van een
voorstel om 300 uit te geven werd een warme
discussie gevoerd, ook naar onze meening niet
in verhouding staande tot het weinig belang
der zaak. Bjj die gelegenheid beriepen zich
verscheiden sprekers op den ongunstigen fi-
nancieelen toestand der stadsfinanciëneen lid
vond het zelfs wenschelijk treurmarschen te
doen uitvoeren om uiting te geven aan de
sombere stemming, dife zjjn ziel sedert die
Jobstijding omfloerst. Hierbij was, dunkt ons,
wel eenige overdrijving. Ook indien mocht
blijken, dat belasting-verhooging noodzakeljjk
is, dan kan de toestand nog niet ongunstig
genoemd worden. Sedert vele jaren zjjn alle
gewone en buitengewone uitgaven bestreden
uit de gewone inkomsten (de gasfabriek blijft
natuurljjk buiten rekening). Voor de openbare
18)
Welnu Messer Gentile, kies eene van die allen.
Ik verdien uwe liefde nietzeg niets, bid ik uIk
weet wat gij denkt, en toch herhaal ik hetik ben
uwe liefde niet waardiggij moet uw hart aan eene
andere vrouw schonken.
Neen, aan geene andere riep ik. Be
denk, Anna, dat ik zoo oprecht tot u spreek, alsof
ik stond voor het aangezicht van God, die in mijn
hart leest. Ik zal u niet aan dien man betwisten
maar ik zeg u, dat ik voortaan geene vrouw op
aarde meer zal liefhebben, en dat ik, verre van u,
van droefheid sterven zal. Doet het u leed dat te
hooren? Laten wij er dan niet meer over spreken.
Gij ziet, ik ben bijna tevreden onder mijn lijden.
Ook die arme plant, hebt gij gezegd, smaakt nog
vreugde te midden van hare beproevingen. Welnu,
mij zal het eene groote vreugde zijn, als ik u in
veiligheid zie. Wel zal de bloem voor mij niet
bloeien, maar, zij zal toch niet veroordeeld worden
om te sterven.
Ontroerd reikte zij mij de hand, die ik aangreep,
en door hartstocht vervoerd aan mijne lippen drukte.
De kus was zóó vurig, dat Anna verschrikt hare
hand terug trok.
Waarom? vraagde ik bevend.
Ach riep zij uit op een angstigen toon
maak mij niet ten tweede male schuldig.
Snikkend was ik neergezonken, eo bedekte mijn
gelaat met mijne handen.
Kom Messer Gentile, kom mijn vriend,
wees sterk, zoo gij wilt, dat ik het ook zijn zal
Uw lot is het mijne. Ook mijn leven is verwoest.
Op haar smeeken, bij den naam van vriend, hief
ik het hoofd op, en, als vernietigd, zag ik haar in
het bleeke gelaat. Zij ging voort.
Die noodlottige reis heeft mij veel geleerd.
Ik weet niet, en verlang ook niet te weten, wat de
man denken zal, dien ik verlaten heb. Wat ge- i
beurd is, is niet geheel mijne schuldik zou er zelfs is onherroepelijk. Het was in ’t midden
kunnen by voegen, dat ik tegenoveï^dien man geene ♦-*— t-. J-1
schuld heb. Maar voor den hemelDel
vrouw die een verbond verbreekt, bezworen aan den
voet van het altaar, in den heiligen naam van God, angst en schrik,
mag niet op vergiffenis hopen. Waarom I zoo het schip vei
Ik weet het niet, die wet is hard, doch, hot is eene
wet, en ofschoon het hart eener vrouw zich ver
zetten moge tegen den band, die haar tot slavin
maakt tegen haron wil, toch heeft zij zwaar gezon
digd, daar zij' sterven kon, en toch niet wist te
werken is sedert 1873, toen de laatste uitga
ven voor de groote vaartverbetering door ge
leend geld zjjn gedekt, geen leening gesloten,
schoon allerlei nieuwe gebouwen zjjn verrezen,
de rioleering geregeld is voortgezet en nieuwe
straten zjjn aangelegd. De schoolbouw volgens
de nieuwe wet is geschied zonder nieuwe las
ten te leggen op de burgerij. Vergelijkt men
den toestand onzer financiën met die van an
dere gemeenten, dan moet inderdaad erkend
worden, dat het gemeentebestuur met beleid
de gemeentehuishouding heeft beheerd.
Deze overtuiging was zoo levendig bij ons,
dat wjj de eerste aankondiging van de nood
zakelijkheid om nienwe bronnen van inkomsten
te scheppen met eenigszins ongeloovigen glim
lach ontvingen.
Wij meenden te doen te hebben met een
op zjjn standpunt niet af b* keuren streven
van het dageljjksch bestuur om de gemeente
kas buitenaf den naam te doen behouden van
min of meer noodlijdend te zjjn. Immers de
intreding van |iet verlof tot heffing van be
lasting op de vaart door de gemeente, die toe
gestaan is tot ultimo December 1894, hangt
steeds als het zwaard van Damocles boven ons
hoofd en tot verkrijging eener nieuwe conces
sie is de precaire toestand der gemeente-mid-
delen geen te versmaden argument. Doch de
aandachtige inzage der begroeting heeft ons
eenigszins tot andere gedachten gebracht. Meer
en meer i L~'Z~Z J±
inderdaad, met het oog op de onzekere toe- I
financiën niet geheel afhankelijk te doen bljjven
van de opbrengst der doorvaartrechten.
Gaan wij de begrooting na, dan trekt het
dadeljjk de aandacht, dat de uitgaven over het
geheel niet noemenswaard gestegen zjjn en zou
men dus kunnen beweren, dat de inkomsten,
die zoo lang voldoende zjjn geweest om de uit
gaven te bestrijden, ook het volgend jaar ruim
genoeg zullen vloeienzoodat belastingver-
hooging niet bepaald noodzakeljjk is. Maar
dan verliest men uit het oog, dat er een paar
memorieposten voorkomen, waarvoor de plan
nen nog niet gereed zjjn de verbouwing der
voormalige Gasthuiskerk tot bewaarplaats voor
Oud-Archief en Librye en de voorgenomen ver
bouwing of verandering der lokalen van de
2» Burgerschool voor meisjes. Het eindcijfer
dient met de kosten daarvan te worden ver
hoogd. Daarbjj is ook de vermindering van
het batig slot der rekening van 38 duizend
in 1888 tot 4 duizend in 1889 niet gerust
stellend, schoon wjj niet beoordeelen kunnen
of toevallige omstandigheden daaraan schold
hebben. Het is mogeljjk, dat die verminde
ring op zich zelf niet veel beduidt, daar ver
vroegde betaling van uitgaven of te late ont
vangst van baten zeer grooten invloed kan
hebben op het eindcijfer, zonder dat dit iets
bewjjst voor werkeljjken achteruitgang. Zonder
inzage der overgelegde rekeningen, dieniet open
baar zjjn gemaakt, valt daarover niet te oordeelen.
wies bij ons”de overtuiging, dat het Ook het hooge bedrag der geraamde leening
i i...» <1 o 30,000) jaagt ons geen schrik aan. Sedert
komst, geraden is langzamerheid uit te zien jaren zijn wij gewoon op de begrooting een
naar nieuwe inkomsten, ten einde de gemeente- geldleening te zien figureeren voor openbare