AANBESTEDEN:
BAIMD2CK.
BINNENLAND.
I E M A
Buitenlandse!! Overzicht.
PETROL EUM-NOTEERUVGEN
ADVEKTENTIËN.
A. v. OS Az„ Kleiweg E 73 en 73*.
Staten-generaal. Tweede Kameb. Zitting
van Woensdag 15 October.
CanUlaar Schalkwijk, te Rotterdam,
Burgerlijke Stand.
Stolwijk
Reeuwijk
De levering van Spek en Brand
stoffen, gedurende het tijdvak
van 1 Januari tot 31 December 1891,
en van het Vteesch en Vet voor het
tijdvak van 1 Januari tot ultimo
Juni 1891 benoodigd voor de
menages van de troepen in dit
Garnizoen.
5-jarigen. Jaarlijks vergoedt thans de stad
volgens éen met de hooge Regeering gesloten
overeenkomst circa f 7000 aan het Rjjk ter
bestrijding van de uitgaven voor de school. Hier
mede heeft de gemeente Gouda metterdaad ge
toond prjjs te stellen op goed en voldoend middel
baar onderwjjs. Het kaa dus niet anders of de
ervaring, dat de opofferingen, die het gemeente
bestuur gedaan heeft, goede vruchten hebben
opgeleverd voor de burgerij, moet er toe leiden
om met voldoening op de genomen maatrege
len terug te zien. Het lijdt geen twijfel, of
eene inrichting als die, welker 25-jarig bestaan
thans herdacht wordt, is een groot voordeel
voor de stad en een onmisbare schakel in de
reeks van scholen, die in den tegenwoordigen
tijd voor de verschillende standen en betrek
kingen noodig zijn.
De leerlingen, die aan de school hunne op
leiding ontvangen hebben, zullen zeker met
ingenomenheid dezen dag mederieren. Zij heb
ben althans de meeste reden om dankbaar het
feit te herdenken, dat op 17 October 1865 zjjn
beslag kreeg. Velen van hen bekleeden eer
volle betrekkingen in de maatschappij; men
telt oud-leerlingen der school in de meest uit-
eenloopende beroepener zijn eerzame huis
vaders onder, wier haar reeds begint te grjj-
zen; gelukkige moeders, die bewijzen dat
middelbaar onderwijs den zin voor degelijke
huiselijkheid niet ontroofteen deel van hen zjjn
naar alle hemelstreken verspreiddoch allen
zullen met genoegen zich de jaren herinneren,
die zij op de banken aan de school op den
Tiendeweg doorbrachten. Maar ook wij, die
niet in dat geval verkeeren, doch allengs de
hoogere burgerschool zijn gaan eeren en achten
om den goeden geest, die leeraren en leerlingen
bezielt en om de resultaten die zij afwierp voor
het leven, wij gevoelden behoefte onze belang
stelling te toonen in eene inrichting, waarvan
wij in de toekomst nog veel goeds verwachten.
Wij bevelen hare belangen bij voortduring
aan bij allen, die tot haar bloei kunnen mede
werken
GOUDA, 16 October 1890.
Aan het Politiebureau alhier zijn inlichtingen te
bekomen omtrent een aantal honden, dié zijn opge
vangen en ter beschikking van de politie gesteld.
Gisterenavond werd bij onderhandsche inschrijving
aanbesteed het verbouwen van een woonhuis met
pakhuis voor den heer C. M. Kleijweg. Inschrijvers
hiervoor waren: J. Schouten voor 5800.—, J.
de Jong 4863.—, W. de Jong 4744.—, E.
Sliedrecht 4555.en L. van Blokland 4264.
Door de benoeming van den hoer J. Nijland tot
hoofd der school te Papekop is eene vacature ont
staan aan de openbare school te Oudewater. De
Raad besloot tot eene nieuwe oproeping700
Neen! zeide ik vergeef mij, ik zal ge
trouw blijven aan mijne doode. Maar ons geloof
heeft hemelsche vertroostingenhet is het eenige
ware, het eenige dat tot zaligheid voert.
En wat geef ik om uw geloof zonder u Ga
heen christen, ik zou haten. Ga heen, de man, dien
Fatima heeft liefgehad, kan geen slaaf blijven. Die
poort zal zich voor u openen, en de boot die u wacht,
zal u naar het strand voeren. Ga heen, ééne doode
hebt gij aan de andere zijde van den oceaan achter
gelaten, blijf niet langer hier, want gij zoudt van
eene tweede, hooren.
Zoo sprekende verwijderde zij zich. Lanzerotto
voerde mij met geweld naar de aangewezen deur,
terwijl zij snikkend in de armen harer slavinnen viel,
dicht bij dat boschje van jasmijnen, waar ik haar de
eerste maal had ontdekt.
Arme vrouwMaar God zal mijne gebeden ver
hoord, en vrede gestort hebben in hare ziel
zal het salaris zijn en aote voor de.. Fransche taal
vereischte.
En nu ben ik aan het einde gekomen. Ik héb
niets verzwegen, niets verborgen, ik heb mij gevoed
met mijne smarten tot op den laatsten droppel
heb ik mijn bitteren kelk ledig gedronken.
Vijf jaren zijn voorbijgegaan sedert den dood der
geliefdevijf jaren en mijne haren zijn verbleekt,
en mijne wangen ingevallen, mijn gang is wankelend,
en het bloed vloeit traag door mijne aderen. Ge-
Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van
't Algemeen" heeft zich bij circulaire gewend tot de
plaatselijke vereenigingeu in ons land, die voor een deol
hetzelfde doel beoogen als de departementen der
Maatschappij, met de vraag of zij zien als afdeelingen
bij haar zouden kunnen en willen aansluiten, om in
den geest der Maatschappij algemeen volksgeluk te
helpen bevorderen. Daartegen kan, meent het hoofd
bestuur, geen overwegend bezwaar bestaan. Integen
deel, het gelooft, dat de gelegenheid om in wijderen
kring nuttig te zijn gaarne zal aangegrepen worden,
aangezien iu onzen tijd de behoefte om tot verbete
ring dor maatschappelijke toestanden, loniging van
maatschappelijke nooden en verheffing van het ge
meenschapsbesef tusschen meer en minder bevoor
rechten in de samenleving werkzaam te zijn, zich
allerwege en in steeds klimmende mate doet gevoelen.
Eu nu, sedert het in werking treden der gewijzigde
wet op het lager onderwijs van 1889, opnieuw gevaar
is te duchten voor de deagdelijkheid van ons volks
onderwijs, en van de //Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen" het initiatief is uitgegaan tot bet nemen
van maatregelen, waardoor dat gevaar zooveel moge
lijk kan worden voorkomen, zal zy ook in dit opzicht,
naar het bestuur vertrouwt, do sympathio der be
doelde vereenigingen genieten en zich haren steun
waardig hebben gemaakt.
De vereenigingen worden uitgenoodigd in elk geval
te berichten, welke overwegingen, naar aanleiding
dezer circulaire, in haren boezem zijn gehouden, en
met welken uitslag dit is geschied.
Gisteren middernacht zijn te Utrecht, in hot sta
tionsgebouw van de Rijnspoorwegmaatschappij, met
mr. I. Ph. |van Bosse, regeerings-coramissaris bij die
maatschappy, de directeur-generaal en de secretaris
der Maatschappy tot exploitatie van staatsspoorwe
gen, benevens de administrateur dor Hollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij bijeengekomen. Met
klokslag 12 uur heeft door de directie der Ned.
Rijnspoorwegmaatschappij de overdracht aan den
regeerings-commissaris plaats gehad en vervolgens
door hem aan den directeur-goneraal en den secre
taris der Maatschappij tot exploitatie van staats
spoorwegen, resp. aan den administrateur der Hol
landsche IJzeren Spoorwegmaatschappij.
De onderstaande brief is door de directie der
Nederlandsche Rhynspoorwegmaatschappij aan haar
personeel gezonden.
Utrechtin den avotid van 14 October 1890.
Het tijdstip nadert, waarop het bedrijf der Maat
schappij door ons moet worden overgegeven aan den
staat, en zij daarmede wordt ontbonden. Bij rond
schrijven van 1 Augustus Np. 7921 /a/837 behielden
wij ons voor, in de laatste ure van haar bestaan
afscheid van u te nemen, onder erkenning van en
dankzegging voor uwe aan haar bewezen diensten.
Dat voor ons allen zoo gewichtige uur is* thans ge
slagen de aangenaamste plicht, dien wij daarin heb
ben te betrachten, is gevolg te geven aan dat voor
nemen.
Werd het steeds door ons als een groot voorrecht
beschouwd, te staan aan het hoofd van een personeel,
dat uitblonk in goede hoedanigheden, en waarmede
het weinig moeite kostte een goed bedrijf uit te
oefenen tot tevrodenheid van velen, zoo zou het van
nade, o HeerHet klooster heeft mij geene rust
geschonken, maar het heeft mijne laatste ure ver
haast,* Waarin uwe volle vergiffenis met de hare
mijn deel zal worden.
Heden nacht had ik voor uw aangezicht het ver
haal mijner zonden ten einde gebracht. Toen is zij
mij verschenen, schitterend van hemelsche schoon
heid, het hoofd gekroond met den stralenkrans der
heiligep. Haar gelaat was niet meer toornig, zooals
vroeger als zij mij verscheen. Zij lachtte mij toe,
legde hare hand op dit boek, en sprak zacht
Het is welleg de pen neder. In deze bladen
van fra Gualberto, spreekt maar al te zeer Gentile
Vivaldimaar al te vurig klopte het hart bij deze
herinneringen, onder het boetkleed van den klooster
ling. Maar Gualberto heeft de waarheid geschreven,
en, wie veel heeft liefgehad, dien zal veel vergeven
worden. Tot morgen
Dit gezegd hebbende is zij verdwenen. Maar zy
zal terug komen, zooals zij beloofd heeft.
Heden dan is de laatste dag van mijn lijdenen
morgen morgen zullen wij eindelijk voor uwe
voeten nederknielen, vereenigd in uw licht, o Heer
grove ondankbaarheid getuigen, als wij u verlieten
zonder uwe verdiensten te erkennen, u dank te zeg
gen voor den yver en de trouw, waarmede allen
schier zonder uitzondering wedijverden om de ons
toevertrouwde belangen, elk naar zijne vermogens, te
helpen bevorderen, en u toe te wenschen dat het u
goed moge blijven gaan, ook nadat het ons niet
meer zal zijn gegeven uw welzijn te behartigen.
Wy richten ons hierbij tot oud-gedienden, die
aanspraak hebben om op hunne lauweren te gaan
rusten, en tot jongeren van verschillenden leeftijd»
die reeds rijk zijn aan keunis en ervaring of daar
naar streven met inspanning van jeugdige krachten.
Aan eerstbedoeldeu valle ten deel het genot eener
zoete rust na ge waardeerden arboid, in dankbare her
innering aan het goede dat door hen van do Maat
schappij werd genoten, tijdens haar leven on by hare
ontbinding. Door de jongeren van moor of minder
gevorderden leeftijd worde bevonden, dat de Maat
schappij gepaste maatregelon wist te treffen, om bij
hare ontbinding hunne toekomst te waarborgen. Van
hen, die daarbij overgaan in den dienst der Maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen met of
zonder verkregen rechten, verwachten wij dat zij den
goeden naam van het personeel der Nederlandsche
Rijnspoorwegmaatschappij ook daar in eere zullen
houden. Dit strekke bun tot zegen op de verdere
loopbaan, welke zy onder nieuwe leiding hebben af
te leggen. Ook dengenen, die zich in de kracht van
hun leven vrijwillig terugtrekken, wenschen wij toe
dat die keuze niemand moge berouwen. Aan allen
roepen wij daarmede toe een welgemeend «vaartwel."
De heereu C. L. Schep en Zoon, hoofd-agenten
van de Holl.-Cal. Land.-Compy., hebben het volgende
8chryven ontvangen van den Consul der Nederlanden
in San Francisco.
Mijne lieeren!
Ingesloten heb ik het genoegen u het verslag van
den vice-consul terug te zenden.
Sedert heb ik, buiten 't geen in mijn vorigen ver
meld werd, niets van hem over de Rotterdam Colony
vernomen. Daar alle belanghebbenden thans tevre
den schijnen te zyn, was er ooa geen bijzondere
aanleiding om voorloopig moer te zeggen.
Het doet mij genoegen, dat de Rotterdam Colony
zich mag verheugen in den werkdadigen steun vaa
de groote grondeigenaren C. F. Crocker en C. H.
Huffman. Deze lieeren hebben terecht ingezien, dat
hun eigen' belaug zulks mede brengt, en voor onze
landgenooten, die zich in de kolonie vestigen, is de
medewerking van zulke welbekende, ondernemende
en« ondervindingrijke mannen van groot gewicht,
terwijl, daar zij persoonlijk zeer bemiddeld en tevens
hoofd-aandeelhouders in de Holland-California Land-
Co. zyn, die maatschappij geacht moet worden, uit
stekend in staat te wezen aan de verplichtingen
welko zij op zich neemt, te voldoen.
«Hoewel ik nu van gevoelen blijf, dat de company
voor hare gronden in de Rotterdam Colony een zeer
hoogen prijs vraagt, zal dus het welslagen der kolo
nisten toch voornamelijk afhangen van eigen ijver,
gepaard aan verstandig en zuinig overleg, van do
vruchtbaarheid van den grond, en voorts van den
loop der vruchten-prijzen en andere niet te voorziene
omstandigheden.
Met de meeste achting noem ik ray,
Uw Ed. Dw. Dr,
James de Fhemiey.
Consul.
Het was te voorzien, dat de Indische specialiteiten
der rechterzijde zich in het verder debat over de
motie-Cremer niet onbetuigd zouden laten. Het
bleek ochter, dat daar de meeningen verdeeld waren.
De heer Van Nunen was het in hoofdzaak met den
interpellant eens, wat de rechtsvraag betrofdo heer
Keucbenius liet zich daarover niet rechtstreeks uit,
doch hield op zijne gewone wydloopige wijze een
betoog, dat de strekking had de Megeering schoon id
wasschen. Denzelfden geest ademde het advies van
Dr. Schaepman, die zelfs de i 7e eeuwsche koloniale
politiek als argument bezigde om de tegenwoordige
handelwijze op Flores in een vergoelijkend daglicht
te stellen. Bij de rechterzijde schijnt het wachtwoord
te zijn met de Regoering door dik en dun. Natuur
lijk tapte men aan de linkerzijde uit een ander
vaatje. De heer Levyssohn Norman wraakte het in
vallen van onze troepen in 't land van een onafhan-
kelijken stam, het met ruw geweld optreden bij een
primitief volk, onder de Nederlandsche vlag en do
tonen van het Wilhelmus. De heer Borgesius sprak
ook van rechtsverkrachting uit winstbejag. Do heer
Van der Kaay wees op de inconsequentie, waaraan
Dr. Schaepman zich ter wille eener bevriende regee
ring schuldig maakte, terwijl de heer Sanders met
den heer Cremers staking der tin-onderzoekingen
wenschte, omdat hij ook van meening was, dat zij in
strijd zijn met het recht en met de bestaande veror-
deniugen.
De minister van Koloniën achtte ons recht op het
betrokken Rokka-gebied quaestieus, maar meende
dat wij in elk geval het recht van toezicht hadden
en bevoegdheid tot wetenschappelijk onderzoek. De
militaire maatregelen waren het gevolg van verraad
der inlanders, dat niet ongewroken mocht blijven
ter wille van ons prestige. Ook de minister wenscht
het staken van het tin-onderzoek, doch moet de
verantwoordelijkheid daarvan overlaten aan de Indi
sche regeering, die ter plaatse is en alle belangen
kan overwegen.
Ten slotte kwam de heer Roëll ten tooneele als
vredestichter of althans als onpartijdig scheidsrechter.
Naar zijne meening was het ingesteld onderzoek niet
af te keurenalleen liet hij in hot midden of het
beleid in alle opzichten goed was geweest. Hij had
bezwaar tegen des heeren Cremers motie wegens
inhoud en redactie en stelde zelf eene andere voor,
luidende j
«De Kamer,
«Akte nemende van de verklaringen der Regeering
omtrent hetgeen haar wenschelijk voorkomt met be
trekking tot mijnonderzoekingen op Flores,
«gaat overi tot de orde van den dag."
Ten slotte werd de motie-Cremer, reeds in den loop
van het debat gewijzigd, verworpen met 59 tegen 26
stemmen en die van den heer Roëll met algemeene
stemmen aangenorabu.
Do heer Mansvelt, te Stellenbosch in de Kaapkolo
nie, heeft als secrotaris van een voorloopig comité
ter bevordering van het gebruik der Nederlandsche
taal, eene oproeping gedaan, hoofdzakelijk van den
volgenden inhoud
Toen de thans bestaande taalbeweging reeds eenige
maanden geduurd had en van meer dan ééne zijde de
aanmerking was gemaakt, dat er reeds genoeg gespro
ken en geschreven was en hot tijd werd om tot han
delen over te gaan, terwijl niemand zich geroepen
scheen te achten om den eersten stap te doen, besloot
ds. A. A. Louw van de Paarl, op aanraden van as. A.
Murray van Wellington, met de zaak een bigin te
maken. Op zijne uitnoodiging kwamen eenige vrienden
bijeen, en na de voornaamste punten der taalquaes-
tie behandeld te hebben, besloot men allereerst Sir-
Langham Dale als superintendent van onderwijs ora een
gehoor te verzoeken, ten einde te zien, in hoeverre hij
geneigd zou zijn, de Hollandsche taal een grooter aan
deel bij het onderwijs en de openbare examens toe te
staan. Ongelukkig werd 8ir Langham Dale juist toon
ernstig ziek, en van week tot week bleef het voorloopig
comité te vergeefs op zijne herstelling wachten. Intus-
schen onderhielden eenige leden van dit comité brief
wisseling over de zaak met mannen zooals dsMoorrees en
N. Hofraeyr, die zich als voorstanders der Hollandsche
taal hebben doen kennen, en in overleg met beu be
sloot het comité de noodige maatregelen te nemen
om het van alle zijden voorgestelde taalcongres tijdens
de zitting van de synode te Kaapstad te doen plaats
hebben. De vergadering was van oordeel, dat de
meest geschikte tijd voor het houdeD van dit congres
zou zijn op 31 October en 1 November a. s., en
verder werd besloten, eerlang eeqe breedere vergade
ring van belangstellenden uit de omstreken van Kaap
stad te houden, ten einde de noodige voorbereidingen
voor het congres te maken en de agenda op te stel
len. Tot sub-comité voor het maken van de noodige
schikkingen zijn intusschen aangesteld de heeren Vos
en Mansvelt.
In Frankrijk begint het politieke leven weer aan
den gang te komen. De begrotingscommissie uit de
Kamer hoeft reeds haar arboid hervat, maar de eer
ste zitting kon niet doorgaan, omdat geen voldoend
aantal leden tegenwoordig was. Toch heorschten in
de couloirs van hot «Palais Bourbon" reeds groote
drukte en beweging. De teruggekeerde afgevaardigden
hadden elkaar veel te vertellen en wisselden van
gedachten over de politieke gebeurtenissen van den
dag.
In de eerste plaats werd daarby gesproken over
den aanval van den heer Charles Laurent, den hoofd
redacteur van de «Paris," tegen den minister van
financiën. De heer Laurent beweert, en blyft dit
ondanks de weerlegging van den Minister volhouden,
dat de heer Rouvier deol neemt aan bearsspecula-
tiën, welke hem als minister van financiën niet ge
oorloofd zijn. Tot dusver vindt de beweging van
den heer Laurent onder de afgevaardigden weinig
steun. Algemeen hecht men meer waarde aan de
ontkenning van den minister dau aau de beschuldi
ging, zoodat het doel, den heer Rouvier tot aftreding
te dwingen, wel niet zal bereikt worden.
Het aftreden van dezen minister zou dan ook zeer
betreurd worden, want do heer Rouvier is zeker de
bekwaamste financier, dien de Fransche republiek in
de laatste jaren aan hot hoofd van het departement
van financiën heeft gezien. Dit blykt weer uit de
begrooting, die nu weldra door de Kamer in be
handeling zal worden genomen. Men zal zich herin
neren, dat de grondslag voor deze begrooting is de
delging der vlottende schuld door het sluiten van
een nieuwe leening, terwijl de vermeerdering der
jaarlijksche uitgaven, die het gevolg zal zijn van de
leening, uit andere bronnen zou worden gedekt.
Tot deze hulpbronnen behoorde ook het voorstel
tot hervorming van de grondbelastiug, maar do Ka
mer haalde een schrap door de rekening van den
minister en wijzigde zijn ontwerp zoo, dat de jaar
lijksche opbrengst der grondbelasting 19,000,000 fr.
minder was dau de minister had gedacht. De heer
Rouvier moest nu maar weer naar andere fondsen
omzien ten einde deze bres in zijn berooting te
dichten, en heeft hij met zoo goed gevolg gedaan,
dat er zelfs nog 4,000,000 overblijft. De verhooging
der invoerrechten op suiker, door de Kamer toege
staan, brengt op 6,000,000 fr.de nieuwe leening
is niet op het verwachte tijdstp goedgekeurd, zoodat
van de rente, die daarvoor reeds was uitgetrokken,
5,000,000 fr. kan worden afgenomen en het overige
zal gevonden worden door een nieuwe belasting.
Hiervoor heeft de hoer Rouvier gekozen de ge
neesmiddelen en toiletartikelen, welke bekend zijn
onder den naam spécialité's en behoudens de stgm-
pelbelasting tot dusver vrij van belasting waren,
benevens do kunstmatig vervaardigde minerale wate
ren. De opbrengst van deze beide belastingen wordt
geraamd op 12.000,000 fr. Het tekort, door do wij
ziging der grondbelasting veroorzaakt, is dus niet
alieen gedekt, maar zelfs is er nog 4,000,000 fr. over.
De begrotingscommissie botuigde zich tevreden
over deze n-puwe plannen en was het met den mi
nister eensj dat in elk geval spoed een vereischte
is. De commissie besloot daarom der Kamer \oor te
stellen reeds den 23sten Ootober een aanvang te
maken met de behandeling der bogrooting.
Te Berlijnhoudt men T er voor, dat de onder
handelingen tusscüen Engeland en Italië over do
Afrikaan8che zaken niet voor goed zyn afgesprongen.
Men is daar echter op zulke punten en men
begrijpt waarom altijd wat optimistisch. Te Rome
zelf zou het afbreken der onderhandelingen verrast
hebben en dit ook heel onverwacht geweest zijn.
Men was 't over Kassala reeds eens, maar op een
telegram uit Londen trokken de Engelsche gevol
machtigden zich weer terug. Volgens de Corriere
di Napoli was dit het gevolg van protesten van
Frankrijk tegen de aan Italië gedane concessiën.
Wat niet waarschynlyk is. Volgens geruchten te
Rome zijn de onderhandelingen hierop afgestuit, dat
Engeland van Italië verlangde, dat het Kassala on
middellijk zou bezetten of er voor goed afstand van
doen. Italië daarentegen verlangde alleen de bevoegd
heid om daartoe over te gaan, wanneer de omstan
digheden het raadzaam mochten maken. Het Journal
dos Débats houdt het er voor, dat Engeland, zelf
het oog op Soedan geslagen hebbende en zijn eigen
plannen koesterende, er niemand naast zich gedoogen
wil. Frankrijk, zegt hot blad, had gaarne gezien,
dat Italië zich westwaarts uitbreidde, hoe meer
mogendheden aan de Roode Zee elkaar in even
wicht houden, hoe wenscholijker zulks voor aller
vrijheid is.
Sommige berichtgevers kraken al weer kwade noten
over het met zooveel moeite gevormde Portugeesche
Ministerie. Het schijnt echter, dat dit minder juist
juist is. Het Ministerie hoeft althaus den eed afge
legd. De ontevredenheid over de Engelschen is
echter weer toegenomen na het bericht van het op-
stoomen van de Engelsche kanonneerbooten op de
Zambesi. Indien het nieuwe Ministerie een vaste
houding aanneemt, zal de volksbeweging waarschijn
lijk zulk een vaart niet loopen. Men wil, dat het
nieuwe ministerie het tractaat betreffende de Zambesi
niet weer bij de Cortes zal indienen, maar het voor
on bepaalden tijd zal laten liggen. De Koning zou
naar Lissabon vertrekken.
MARKTBERICHTEN.
Gouda, 16 October 1890.
Bij voldoenden aanvoer was de handel heden weder
zeer vlug. Tarwe met veel vraag 25 cent hooger
gemakkelijk te plaatsen.
TarweJarige Zeeuwsche 9.80 a 9.40.
Nieuwe dito ƒ9.30 a 9.75. Mindere dito 8.70
a 9.Afwijkende 7.a 7.25. Nieuwe
Polder 8.a ƒ8.50. Rogge: Zeeuwsche ƒ6.10
a 6.60. Polder 5.a 5.40. Buitenlandsche
per 70 kikr 5.30 a 5.50. Gerst: Winter 4.60
a 5.10. Zomer 4.40 a 4.80. Chevalier
5,25 a 6 60. Haver: per Heet. 3.10 a
4.t per 100 kilo 7.50 a 8.25. Hennepzaad:
Inlandsch 6.a 6^5. Buitenlandsch 5.75
a 6.Kanariezaad V.5G a 8.50. Bruine
boonen 10.a 12.Maïf per 100 kilo^
Bonte Amerikaansche 6.40 a 6.5ü. Cyujuafa^ .1
tine 6.25 a 6.50.
Veemarkt. Melkvee goede aanvoer, handel vlug
en prijshoudend. Vette varkens, tamelijke aanvoer,
handel vlugger, 23 a 251/, ct per half KG. Biggen
voor Engeland weinig aanvoer, handel gewoon, 19 a
21 ct. per half KG. Magere Biggen, goede aanvoer,
handel flauw 0.80 a 1.30 per week. Vette
schapen, goede aanvoer, handel vlugger f 18.a
27.Weilammeren, tamelijke aanvoer, handel
vlugger f 12 a f 20. Nuchtere kalveren, eenige
aanvoer, handel vlug. Graskalveren, groote aanvoer,
handel vlug, 40 a 85.
Aangevoerd 82 partijen kaas. Handel matig,
late qualiteit 27.— a 29 2de qualiteit
23,a 26.Noord-llollandsche f 24.
h 28.—.
Boter, redelijke aanvoer. Handel vlug.
Goeboter 1.50 a 1.60.
Weiboter f 1.25 a f 1.40.
van de Makelaars
De markt was heden vast.
Loco Tankfust 7.87. Geïmporteerd fust 7.90.
November- en December-levering 7.97.
GEBOREN 14 Oct. Eijmert Augustijn, ouders L. Spaink
en M. Anker.
OVERLEDEN: 14 Oct. D. A. J. Veening, 9 d. J.
A. vaa Maaren, 17 m. J. de Jong, 4 w. 15. W.
Uoudijk, 7 bi.J. C. Reebeen, 58 j.
GEHUWD: 15 Oct. P, de Knegt en A. Gibbon.
OVERLEDEN J. Schilt, 19 j. - G. Boon, 5 j. A.
J. de Groot, 10 d.
GEHUWD: T. de Jong en A. Tretlfe.
GEBOREN Johannes Wilhelmus, ouders W. *an der
Maat en G. van Vu oren.
Allen die iets te vorderen hebben van
of verschuldigd zijn aan de nalatenschap
van den HoogWelGeb. Heer Jhf. M. CF. J.
de HOTTE, in leven Arts gewoond heb
bende te Gouda en aldaar overleden den 19
September 1890 worden verzocht daarvan vóór
1 December 1890 opgave of betaling te doen
ton kantore van den Notaris H. GROENEN-
DAAL te Gouda.
De GARNIZOENS-VOEDINGSCOMM1SSIE
te Gouda, zal op ZATERDAG 1 NÖVEMBER
e. k., des middags om 12 uur, op bet Bureel
van den Garnizoens-Commandant aldaar, onder
nadere goedkeuring van het Departement van
Oorlog, in het openbaar
De voorwaarden liggen dagelijks ter lezing
op voormeld Bureel.
Voor de Garnizoens-Voedingscommissie,
De Secretarie,
C. DOORMAN.
Door ongesteldheid der vorige Dienstbode,
wordt zoo spoedig mogeljjk
GEVRAAGD van middelbaren leeftijd; eerlijk
heid en goede getuigen zijn vereischte.
Adres onder letter B. bij den Bóekh P van
OUDSHOORN, Kleiweg.