AANBESTEDEN: BAIMD2CK. BINNENLAND. I E M A Buitenlandse!! Overzicht. PETROL EUM-NOTEERUVGEN ADVEKTENTIËN. A. v. OS Az„ Kleiweg E 73 en 73*. Staten-generaal. Tweede Kameb. Zitting van Woensdag 15 October. CanUlaar Schalkwijk, te Rotterdam, Burgerlijke Stand. Stolwijk Reeuwijk De levering van Spek en Brand stoffen, gedurende het tijdvak van 1 Januari tot 31 December 1891, en van het Vteesch en Vet voor het tijdvak van 1 Januari tot ultimo Juni 1891 benoodigd voor de menages van de troepen in dit Garnizoen. 5-jarigen. Jaarlijks vergoedt thans de stad volgens éen met de hooge Regeering gesloten overeenkomst circa f 7000 aan het Rjjk ter bestrijding van de uitgaven voor de school. Hier mede heeft de gemeente Gouda metterdaad ge toond prjjs te stellen op goed en voldoend middel baar onderwjjs. Het kaa dus niet anders of de ervaring, dat de opofferingen, die het gemeente bestuur gedaan heeft, goede vruchten hebben opgeleverd voor de burgerij, moet er toe leiden om met voldoening op de genomen maatrege len terug te zien. Het lijdt geen twijfel, of eene inrichting als die, welker 25-jarig bestaan thans herdacht wordt, is een groot voordeel voor de stad en een onmisbare schakel in de reeks van scholen, die in den tegenwoordigen tijd voor de verschillende standen en betrek kingen noodig zijn. De leerlingen, die aan de school hunne op leiding ontvangen hebben, zullen zeker met ingenomenheid dezen dag mederieren. Zij heb ben althans de meeste reden om dankbaar het feit te herdenken, dat op 17 October 1865 zjjn beslag kreeg. Velen van hen bekleeden eer volle betrekkingen in de maatschappij; men telt oud-leerlingen der school in de meest uit- eenloopende beroepener zijn eerzame huis vaders onder, wier haar reeds begint te grjj- zen; gelukkige moeders, die bewijzen dat middelbaar onderwijs den zin voor degelijke huiselijkheid niet ontroofteen deel van hen zjjn naar alle hemelstreken verspreiddoch allen zullen met genoegen zich de jaren herinneren, die zij op de banken aan de school op den Tiendeweg doorbrachten. Maar ook wij, die niet in dat geval verkeeren, doch allengs de hoogere burgerschool zijn gaan eeren en achten om den goeden geest, die leeraren en leerlingen bezielt en om de resultaten die zij afwierp voor het leven, wij gevoelden behoefte onze belang stelling te toonen in eene inrichting, waarvan wij in de toekomst nog veel goeds verwachten. Wij bevelen hare belangen bij voortduring aan bij allen, die tot haar bloei kunnen mede werken GOUDA, 16 October 1890. Aan het Politiebureau alhier zijn inlichtingen te bekomen omtrent een aantal honden, dié zijn opge vangen en ter beschikking van de politie gesteld. Gisterenavond werd bij onderhandsche inschrijving aanbesteed het verbouwen van een woonhuis met pakhuis voor den heer C. M. Kleijweg. Inschrijvers hiervoor waren: J. Schouten voor 5800.—, J. de Jong 4863.—, W. de Jong 4744.—, E. Sliedrecht 4555.en L. van Blokland 4264. Door de benoeming van den hoer J. Nijland tot hoofd der school te Papekop is eene vacature ont staan aan de openbare school te Oudewater. De Raad besloot tot eene nieuwe oproeping700 Neen! zeide ik vergeef mij, ik zal ge trouw blijven aan mijne doode. Maar ons geloof heeft hemelsche vertroostingenhet is het eenige ware, het eenige dat tot zaligheid voert. En wat geef ik om uw geloof zonder u Ga heen christen, ik zou haten. Ga heen, de man, dien Fatima heeft liefgehad, kan geen slaaf blijven. Die poort zal zich voor u openen, en de boot die u wacht, zal u naar het strand voeren. Ga heen, ééne doode hebt gij aan de andere zijde van den oceaan achter gelaten, blijf niet langer hier, want gij zoudt van eene tweede, hooren. Zoo sprekende verwijderde zij zich. Lanzerotto voerde mij met geweld naar de aangewezen deur, terwijl zij snikkend in de armen harer slavinnen viel, dicht bij dat boschje van jasmijnen, waar ik haar de eerste maal had ontdekt. Arme vrouwMaar God zal mijne gebeden ver hoord, en vrede gestort hebben in hare ziel zal het salaris zijn en aote voor de.. Fransche taal vereischte. En nu ben ik aan het einde gekomen. Ik héb niets verzwegen, niets verborgen, ik heb mij gevoed met mijne smarten tot op den laatsten droppel heb ik mijn bitteren kelk ledig gedronken. Vijf jaren zijn voorbijgegaan sedert den dood der geliefdevijf jaren en mijne haren zijn verbleekt, en mijne wangen ingevallen, mijn gang is wankelend, en het bloed vloeit traag door mijne aderen. Ge- Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen" heeft zich bij circulaire gewend tot de plaatselijke vereenigingeu in ons land, die voor een deol hetzelfde doel beoogen als de departementen der Maatschappij, met de vraag of zij zien als afdeelingen bij haar zouden kunnen en willen aansluiten, om in den geest der Maatschappij algemeen volksgeluk te helpen bevorderen. Daartegen kan, meent het hoofd bestuur, geen overwegend bezwaar bestaan. Integen deel, het gelooft, dat de gelegenheid om in wijderen kring nuttig te zijn gaarne zal aangegrepen worden, aangezien iu onzen tijd de behoefte om tot verbete ring dor maatschappelijke toestanden, loniging van maatschappelijke nooden en verheffing van het ge meenschapsbesef tusschen meer en minder bevoor rechten in de samenleving werkzaam te zijn, zich allerwege en in steeds klimmende mate doet gevoelen. Eu nu, sedert het in werking treden der gewijzigde wet op het lager onderwijs van 1889, opnieuw gevaar is te duchten voor de deagdelijkheid van ons volks onderwijs, en van de //Maatschappij tot Nut van 't Algemeen" het initiatief is uitgegaan tot bet nemen van maatregelen, waardoor dat gevaar zooveel moge lijk kan worden voorkomen, zal zy ook in dit opzicht, naar het bestuur vertrouwt, do sympathio der be doelde vereenigingen genieten en zich haren steun waardig hebben gemaakt. De vereenigingen worden uitgenoodigd in elk geval te berichten, welke overwegingen, naar aanleiding dezer circulaire, in haren boezem zijn gehouden, en met welken uitslag dit is geschied. Gisteren middernacht zijn te Utrecht, in hot sta tionsgebouw van de Rijnspoorwegmaatschappij, met mr. I. Ph. |van Bosse, regeerings-coramissaris bij die maatschappy, de directeur-generaal en de secretaris der Maatschappy tot exploitatie van staatsspoorwe gen, benevens de administrateur dor Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij bijeengekomen. Met klokslag 12 uur heeft door de directie der Ned. Rijnspoorwegmaatschappij de overdracht aan den regeerings-commissaris plaats gehad en vervolgens door hem aan den directeur-goneraal en den secre taris der Maatschappij tot exploitatie van staats spoorwegen, resp. aan den administrateur der Hol landsche IJzeren Spoorwegmaatschappij. De onderstaande brief is door de directie der Nederlandsche Rhynspoorwegmaatschappij aan haar personeel gezonden. Utrechtin den avotid van 14 October 1890. Het tijdstip nadert, waarop het bedrijf der Maat schappij door ons moet worden overgegeven aan den staat, en zij daarmede wordt ontbonden. Bij rond schrijven van 1 Augustus Np. 7921 /a/837 behielden wij ons voor, in de laatste ure van haar bestaan afscheid van u te nemen, onder erkenning van en dankzegging voor uwe aan haar bewezen diensten. Dat voor ons allen zoo gewichtige uur is* thans ge slagen de aangenaamste plicht, dien wij daarin heb ben te betrachten, is gevolg te geven aan dat voor nemen. Werd het steeds door ons als een groot voorrecht beschouwd, te staan aan het hoofd van een personeel, dat uitblonk in goede hoedanigheden, en waarmede het weinig moeite kostte een goed bedrijf uit te oefenen tot tevrodenheid van velen, zoo zou het van nade, o HeerHet klooster heeft mij geene rust geschonken, maar het heeft mijne laatste ure ver haast,* Waarin uwe volle vergiffenis met de hare mijn deel zal worden. Heden nacht had ik voor uw aangezicht het ver haal mijner zonden ten einde gebracht. Toen is zij mij verschenen, schitterend van hemelsche schoon heid, het hoofd gekroond met den stralenkrans der heiligep. Haar gelaat was niet meer toornig, zooals vroeger als zij mij verscheen. Zij lachtte mij toe, legde hare hand op dit boek, en sprak zacht Het is welleg de pen neder. In deze bladen van fra Gualberto, spreekt maar al te zeer Gentile Vivaldimaar al te vurig klopte het hart bij deze herinneringen, onder het boetkleed van den klooster ling. Maar Gualberto heeft de waarheid geschreven, en, wie veel heeft liefgehad, dien zal veel vergeven worden. Tot morgen Dit gezegd hebbende is zij verdwenen. Maar zy zal terug komen, zooals zij beloofd heeft. Heden dan is de laatste dag van mijn lijdenen morgen morgen zullen wij eindelijk voor uwe voeten nederknielen, vereenigd in uw licht, o Heer grove ondankbaarheid getuigen, als wij u verlieten zonder uwe verdiensten te erkennen, u dank te zeg gen voor den yver en de trouw, waarmede allen schier zonder uitzondering wedijverden om de ons toevertrouwde belangen, elk naar zijne vermogens, te helpen bevorderen, en u toe te wenschen dat het u goed moge blijven gaan, ook nadat het ons niet meer zal zijn gegeven uw welzijn te behartigen. Wy richten ons hierbij tot oud-gedienden, die aanspraak hebben om op hunne lauweren te gaan rusten, en tot jongeren van verschillenden leeftijd» die reeds rijk zijn aan keunis en ervaring of daar naar streven met inspanning van jeugdige krachten. Aan eerstbedoeldeu valle ten deel het genot eener zoete rust na ge waardeerden arboid, in dankbare her innering aan het goede dat door hen van do Maat schappij werd genoten, tijdens haar leven on by hare ontbinding. Door de jongeren van moor of minder gevorderden leeftijd worde bevonden, dat de Maat schappij gepaste maatregelon wist te treffen, om bij hare ontbinding hunne toekomst te waarborgen. Van hen, die daarbij overgaan in den dienst der Maat schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen met of zonder verkregen rechten, verwachten wij dat zij den goeden naam van het personeel der Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij ook daar in eere zullen houden. Dit strekke bun tot zegen op de verdere loopbaan, welke zy onder nieuwe leiding hebben af te leggen. Ook dengenen, die zich in de kracht van hun leven vrijwillig terugtrekken, wenschen wij toe dat die keuze niemand moge berouwen. Aan allen roepen wij daarmede toe een welgemeend «vaartwel." De heereu C. L. Schep en Zoon, hoofd-agenten van de Holl.-Cal. Land.-Compy., hebben het volgende 8chryven ontvangen van den Consul der Nederlanden in San Francisco. Mijne lieeren! Ingesloten heb ik het genoegen u het verslag van den vice-consul terug te zenden. Sedert heb ik, buiten 't geen in mijn vorigen ver meld werd, niets van hem over de Rotterdam Colony vernomen. Daar alle belanghebbenden thans tevre den schijnen te zyn, was er ooa geen bijzondere aanleiding om voorloopig moer te zeggen. Het doet mij genoegen, dat de Rotterdam Colony zich mag verheugen in den werkdadigen steun vaa de groote grondeigenaren C. F. Crocker en C. H. Huffman. Deze lieeren hebben terecht ingezien, dat hun eigen' belaug zulks mede brengt, en voor onze landgenooten, die zich in de kolonie vestigen, is de medewerking van zulke welbekende, ondernemende en« ondervindingrijke mannen van groot gewicht, terwijl, daar zij persoonlijk zeer bemiddeld en tevens hoofd-aandeelhouders in de Holland-California Land- Co. zyn, die maatschappij geacht moet worden, uit stekend in staat te wezen aan de verplichtingen welko zij op zich neemt, te voldoen. «Hoewel ik nu van gevoelen blijf, dat de company voor hare gronden in de Rotterdam Colony een zeer hoogen prijs vraagt, zal dus het welslagen der kolo nisten toch voornamelijk afhangen van eigen ijver, gepaard aan verstandig en zuinig overleg, van do vruchtbaarheid van den grond, en voorts van den loop der vruchten-prijzen en andere niet te voorziene omstandigheden. Met de meeste achting noem ik ray, Uw Ed. Dw. Dr, James de Fhemiey. Consul. Het was te voorzien, dat de Indische specialiteiten der rechterzijde zich in het verder debat over de motie-Cremer niet onbetuigd zouden laten. Het bleek ochter, dat daar de meeningen verdeeld waren. De heer Van Nunen was het in hoofdzaak met den interpellant eens, wat de rechtsvraag betrofdo heer Keucbenius liet zich daarover niet rechtstreeks uit, doch hield op zijne gewone wydloopige wijze een betoog, dat de strekking had de Megeering schoon id wasschen. Denzelfden geest ademde het advies van Dr. Schaepman, die zelfs de i 7e eeuwsche koloniale politiek als argument bezigde om de tegenwoordige handelwijze op Flores in een vergoelijkend daglicht te stellen. Bij de rechterzijde schijnt het wachtwoord te zijn met de Regoering door dik en dun. Natuur lijk tapte men aan de linkerzijde uit een ander vaatje. De heer Levyssohn Norman wraakte het in vallen van onze troepen in 't land van een onafhan- kelijken stam, het met ruw geweld optreden bij een primitief volk, onder de Nederlandsche vlag en do tonen van het Wilhelmus. De heer Borgesius sprak ook van rechtsverkrachting uit winstbejag. Do heer Van der Kaay wees op de inconsequentie, waaraan Dr. Schaepman zich ter wille eener bevriende regee ring schuldig maakte, terwijl de heer Sanders met den heer Cremers staking der tin-onderzoekingen wenschte, omdat hij ook van meening was, dat zij in strijd zijn met het recht en met de bestaande veror- deniugen. De minister van Koloniën achtte ons recht op het betrokken Rokka-gebied quaestieus, maar meende dat wij in elk geval het recht van toezicht hadden en bevoegdheid tot wetenschappelijk onderzoek. De militaire maatregelen waren het gevolg van verraad der inlanders, dat niet ongewroken mocht blijven ter wille van ons prestige. Ook de minister wenscht het staken van het tin-onderzoek, doch moet de verantwoordelijkheid daarvan overlaten aan de Indi sche regeering, die ter plaatse is en alle belangen kan overwegen. Ten slotte kwam de heer Roëll ten tooneele als vredestichter of althans als onpartijdig scheidsrechter. Naar zijne meening was het ingesteld onderzoek niet af te keurenalleen liet hij in hot midden of het beleid in alle opzichten goed was geweest. Hij had bezwaar tegen des heeren Cremers motie wegens inhoud en redactie en stelde zelf eene andere voor, luidende j «De Kamer, «Akte nemende van de verklaringen der Regeering omtrent hetgeen haar wenschelijk voorkomt met be trekking tot mijnonderzoekingen op Flores, «gaat overi tot de orde van den dag." Ten slotte werd de motie-Cremer, reeds in den loop van het debat gewijzigd, verworpen met 59 tegen 26 stemmen en die van den heer Roëll met algemeene stemmen aangenorabu. Do heer Mansvelt, te Stellenbosch in de Kaapkolo nie, heeft als secrotaris van een voorloopig comité ter bevordering van het gebruik der Nederlandsche taal, eene oproeping gedaan, hoofdzakelijk van den volgenden inhoud Toen de thans bestaande taalbeweging reeds eenige maanden geduurd had en van meer dan ééne zijde de aanmerking was gemaakt, dat er reeds genoeg gespro ken en geschreven was en hot tijd werd om tot han delen over te gaan, terwijl niemand zich geroepen scheen te achten om den eersten stap te doen, besloot ds. A. A. Louw van de Paarl, op aanraden van as. A. Murray van Wellington, met de zaak een bigin te maken. Op zijne uitnoodiging kwamen eenige vrienden bijeen, en na de voornaamste punten der taalquaes- tie behandeld te hebben, besloot men allereerst Sir- Langham Dale als superintendent van onderwijs ora een gehoor te verzoeken, ten einde te zien, in hoeverre hij geneigd zou zijn, de Hollandsche taal een grooter aan deel bij het onderwijs en de openbare examens toe te staan. Ongelukkig werd 8ir Langham Dale juist toon ernstig ziek, en van week tot week bleef het voorloopig comité te vergeefs op zijne herstelling wachten. Intus- schen onderhielden eenige leden van dit comité brief wisseling over de zaak met mannen zooals dsMoorrees en N. Hofraeyr, die zich als voorstanders der Hollandsche taal hebben doen kennen, en in overleg met beu be sloot het comité de noodige maatregelen te nemen om het van alle zijden voorgestelde taalcongres tijdens de zitting van de synode te Kaapstad te doen plaats hebben. De vergadering was van oordeel, dat de meest geschikte tijd voor het houdeD van dit congres zou zijn op 31 October en 1 November a. s., en verder werd besloten, eerlang eeqe breedere vergade ring van belangstellenden uit de omstreken van Kaap stad te houden, ten einde de noodige voorbereidingen voor het congres te maken en de agenda op te stel len. Tot sub-comité voor het maken van de noodige schikkingen zijn intusschen aangesteld de heeren Vos en Mansvelt. In Frankrijk begint het politieke leven weer aan den gang te komen. De begrotingscommissie uit de Kamer hoeft reeds haar arboid hervat, maar de eer ste zitting kon niet doorgaan, omdat geen voldoend aantal leden tegenwoordig was. Toch heorschten in de couloirs van hot «Palais Bourbon" reeds groote drukte en beweging. De teruggekeerde afgevaardigden hadden elkaar veel te vertellen en wisselden van gedachten over de politieke gebeurtenissen van den dag. In de eerste plaats werd daarby gesproken over den aanval van den heer Charles Laurent, den hoofd redacteur van de «Paris," tegen den minister van financiën. De heer Laurent beweert, en blyft dit ondanks de weerlegging van den Minister volhouden, dat de heer Rouvier deol neemt aan bearsspecula- tiën, welke hem als minister van financiën niet ge oorloofd zijn. Tot dusver vindt de beweging van den heer Laurent onder de afgevaardigden weinig steun. Algemeen hecht men meer waarde aan de ontkenning van den minister dau aau de beschuldi ging, zoodat het doel, den heer Rouvier tot aftreding te dwingen, wel niet zal bereikt worden. Het aftreden van dezen minister zou dan ook zeer betreurd worden, want do heer Rouvier is zeker de bekwaamste financier, dien de Fransche republiek in de laatste jaren aan hot hoofd van het departement van financiën heeft gezien. Dit blykt weer uit de begrooting, die nu weldra door de Kamer in be handeling zal worden genomen. Men zal zich herin neren, dat de grondslag voor deze begrooting is de delging der vlottende schuld door het sluiten van een nieuwe leening, terwijl de vermeerdering der jaarlijksche uitgaven, die het gevolg zal zijn van de leening, uit andere bronnen zou worden gedekt. Tot deze hulpbronnen behoorde ook het voorstel tot hervorming van de grondbelastiug, maar do Ka mer haalde een schrap door de rekening van den minister en wijzigde zijn ontwerp zoo, dat de jaar lijksche opbrengst der grondbelasting 19,000,000 fr. minder was dau de minister had gedacht. De heer Rouvier moest nu maar weer naar andere fondsen omzien ten einde deze bres in zijn berooting te dichten, en heeft hij met zoo goed gevolg gedaan, dat er zelfs nog 4,000,000 overblijft. De verhooging der invoerrechten op suiker, door de Kamer toege staan, brengt op 6,000,000 fr.de nieuwe leening is niet op het verwachte tijdstp goedgekeurd, zoodat van de rente, die daarvoor reeds was uitgetrokken, 5,000,000 fr. kan worden afgenomen en het overige zal gevonden worden door een nieuwe belasting. Hiervoor heeft de hoer Rouvier gekozen de ge neesmiddelen en toiletartikelen, welke bekend zijn onder den naam spécialité's en behoudens de stgm- pelbelasting tot dusver vrij van belasting waren, benevens do kunstmatig vervaardigde minerale wate ren. De opbrengst van deze beide belastingen wordt geraamd op 12.000,000 fr. Het tekort, door do wij ziging der grondbelasting veroorzaakt, is dus niet alieen gedekt, maar zelfs is er nog 4,000,000 fr. over. De begrotingscommissie botuigde zich tevreden over deze n-puwe plannen en was het met den mi nister eensj dat in elk geval spoed een vereischte is. De commissie besloot daarom der Kamer \oor te stellen reeds den 23sten Ootober een aanvang te maken met de behandeling der bogrooting. Te Berlijnhoudt men T er voor, dat de onder handelingen tusscüen Engeland en Italië over do Afrikaan8che zaken niet voor goed zyn afgesprongen. Men is daar echter op zulke punten en men begrijpt waarom altijd wat optimistisch. Te Rome zelf zou het afbreken der onderhandelingen verrast hebben en dit ook heel onverwacht geweest zijn. Men was 't over Kassala reeds eens, maar op een telegram uit Londen trokken de Engelsche gevol machtigden zich weer terug. Volgens de Corriere di Napoli was dit het gevolg van protesten van Frankrijk tegen de aan Italië gedane concessiën. Wat niet waarschynlyk is. Volgens geruchten te Rome zijn de onderhandelingen hierop afgestuit, dat Engeland van Italië verlangde, dat het Kassala on middellijk zou bezetten of er voor goed afstand van doen. Italië daarentegen verlangde alleen de bevoegd heid om daartoe over te gaan, wanneer de omstan digheden het raadzaam mochten maken. Het Journal dos Débats houdt het er voor, dat Engeland, zelf het oog op Soedan geslagen hebbende en zijn eigen plannen koesterende, er niemand naast zich gedoogen wil. Frankrijk, zegt hot blad, had gaarne gezien, dat Italië zich westwaarts uitbreidde, hoe meer mogendheden aan de Roode Zee elkaar in even wicht houden, hoe wenscholijker zulks voor aller vrijheid is. Sommige berichtgevers kraken al weer kwade noten over het met zooveel moeite gevormde Portugeesche Ministerie. Het schijnt echter, dat dit minder juist juist is. Het Ministerie hoeft althaus den eed afge legd. De ontevredenheid over de Engelschen is echter weer toegenomen na het bericht van het op- stoomen van de Engelsche kanonneerbooten op de Zambesi. Indien het nieuwe Ministerie een vaste houding aanneemt, zal de volksbeweging waarschijn lijk zulk een vaart niet loopen. Men wil, dat het nieuwe ministerie het tractaat betreffende de Zambesi niet weer bij de Cortes zal indienen, maar het voor on bepaalden tijd zal laten liggen. De Koning zou naar Lissabon vertrekken. MARKTBERICHTEN. Gouda, 16 October 1890. Bij voldoenden aanvoer was de handel heden weder zeer vlug. Tarwe met veel vraag 25 cent hooger gemakkelijk te plaatsen. TarweJarige Zeeuwsche 9.80 a 9.40. Nieuwe dito ƒ9.30 a 9.75. Mindere dito 8.70 a 9.Afwijkende 7.a 7.25. Nieuwe Polder 8.a ƒ8.50. Rogge: Zeeuwsche ƒ6.10 a 6.60. Polder 5.a 5.40. Buitenlandsche per 70 kikr 5.30 a 5.50. Gerst: Winter 4.60 a 5.10. Zomer 4.40 a 4.80. Chevalier 5,25 a 6 60. Haver: per Heet. 3.10 a 4.t per 100 kilo 7.50 a 8.25. Hennepzaad: Inlandsch 6.a 6^5. Buitenlandsch 5.75 a 6.Kanariezaad V.5G a 8.50. Bruine boonen 10.a 12.Maïf per 100 kilo^ Bonte Amerikaansche 6.40 a 6.5ü. Cyujuafa^ .1 tine 6.25 a 6.50. Veemarkt. Melkvee goede aanvoer, handel vlug en prijshoudend. Vette varkens, tamelijke aanvoer, handel vlugger, 23 a 251/, ct per half KG. Biggen voor Engeland weinig aanvoer, handel gewoon, 19 a 21 ct. per half KG. Magere Biggen, goede aanvoer, handel flauw 0.80 a 1.30 per week. Vette schapen, goede aanvoer, handel vlugger f 18.a 27.Weilammeren, tamelijke aanvoer, handel vlugger f 12 a f 20. Nuchtere kalveren, eenige aanvoer, handel vlug. Graskalveren, groote aanvoer, handel vlug, 40 a 85. Aangevoerd 82 partijen kaas. Handel matig, late qualiteit 27.— a 29 2de qualiteit 23,a 26.Noord-llollandsche f 24. h 28.—. Boter, redelijke aanvoer. Handel vlug. Goeboter 1.50 a 1.60. Weiboter f 1.25 a f 1.40. van de Makelaars De markt was heden vast. Loco Tankfust 7.87. Geïmporteerd fust 7.90. November- en December-levering 7.97. GEBOREN 14 Oct. Eijmert Augustijn, ouders L. Spaink en M. Anker. OVERLEDEN: 14 Oct. D. A. J. Veening, 9 d. J. A. vaa Maaren, 17 m. J. de Jong, 4 w. 15. W. Uoudijk, 7 bi.J. C. Reebeen, 58 j. GEHUWD: 15 Oct. P, de Knegt en A. Gibbon. OVERLEDEN J. Schilt, 19 j. - G. Boon, 5 j. A. J. de Groot, 10 d. GEHUWD: T. de Jong en A. Tretlfe. GEBOREN Johannes Wilhelmus, ouders W. *an der Maat en G. van Vu oren. Allen die iets te vorderen hebben van of verschuldigd zijn aan de nalatenschap van den HoogWelGeb. Heer Jhf. M. CF. J. de HOTTE, in leven Arts gewoond heb bende te Gouda en aldaar overleden den 19 September 1890 worden verzocht daarvan vóór 1 December 1890 opgave of betaling te doen ton kantore van den Notaris H. GROENEN- DAAL te Gouda. De GARNIZOENS-VOEDINGSCOMM1SSIE te Gouda, zal op ZATERDAG 1 NÖVEMBER e. k., des middags om 12 uur, op bet Bureel van den Garnizoens-Commandant aldaar, onder nadere goedkeuring van het Departement van Oorlog, in het openbaar De voorwaarden liggen dagelijks ter lezing op voormeld Bureel. Voor de Garnizoens-Voedingscommissie, De Secretarie, C. DOORMAN. Door ongesteldheid der vorige Dienstbode, wordt zoo spoedig mogeljjk GEVRAAGD van middelbaren leeftijd; eerlijk heid en goede getuigen zijn vereischte. Adres onder letter B. bij den Bóekh P van OUDSHOORN, Kleiweg.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2