Buitenlandscb Overzicht. Rijks Hoogere Burgerschool. Het 25-JARIG BESTAAN tweede rrucht ken er niet anders dan wel bij Taren en het is een lnst, soo mooi als het ooft van den boom komt. Wat den ooftoogst aangaat ia sulk weer dubbel roordeelig j immers worden de mensehen als het ware gedwongen om fruit te gebruiken, en dit heeft natuurlijk grooten invloed op den- prijs, die nu dan ook seer standvastig blijft. Het Portugeesche ministerie Abreu de Souzar heeft de regeering aanvaard. Beide partijen zijn. in dit kabinet bijna even sterk vertegenwoordigd. De bejaarde minister-president, tevens minister ▼an oorlog, behoort tot de gematigde liberalen, even als de minister van marine en binnenlandsohe zaken, Ennes en Candido. De ministers van financiën en justitie zijn gematigde conservatieven en de minister van buitenlandscbe zaken eveneens. Met het oog op het Ëngejsche tractaat is natuurlijk de minister van buitenlandsche zaken een gewichtig persoon in het ministerie. Als zoodanig is 'opgetreden de heer Barbosa de Bocage, hoogleeraar te Lissabon en lid van den Senaat. De heer Barbosa is reeds meerma len met de leiding der buitenlandsche aangelegenheden belast geweest, zoodat men algemeen vertrouwen stelt in zijn ondervinding en beleid. Het ministerie zal voorloopig het Engelsche trac taat niet aan de goedkeuring der Cortez onderwer pen. De Cortez .zijn daarom gesloten en inmjddels zullen nieuwe onderhandelingen met de Engelsche regeering worden aangeknoopt. Naar alle waar schijnlijkheid zal een buitengewoon gemachtigde, men noemt reeds den heer Martens Ferrao naar Londen worden gezonden, ten einde nog een poging te beproeven om Lord Salisbury tot toegeven te bewe gen. Mocht dit niet gelukken, dan kan het geheele tractaat als een doode letter worden beschouwd, Intusschen beschouwen de Engelschen de overeen komst als gesloten. Engelsche kanonneerboten stoo rnen reeds de Zambesi op, ofschoon de Portugeesche gouverneur hiertegen protest heeft aangeteekend. Ook werd te Lissabon al verteld, dat een expeditie van 800 man wiss uitgezonden om reeds tot een formeele bezetting vgn Mashona-laod over te gaan, maar dit wordt uit Londen zoef beslist tegengesproken. Koning Carlos is thans hersteld en met de konin gin uit Cintra te Lissabon teruggekeerd. Indien de gebeurtenissen aan dp Zambesi geen aanleiding ge ven tot nieuwe geschillen, kan men nu weer op een tijdperk van rust rekenen, totdat de uitslag der onderhandelingen mot de Engelsche regeering bekend zal zijn. Te Parijs liep het gerucht, dat de Minister van Financiën Bouvier zijn ontslag zou vragen, omdat de begrootingscom missie niet van nieuwe belastingen wil weten. Andoren gaan nog verder en meenen dat behalve Bouvier nog meer zal vallen. Als opvolger van Bouvier werden genoemd Jules Boche en Ixïon 8ay. Vooralsnog komt ons dit gerucht voorbarig voor maar men kan niet ontkennen, dat de verhouding met de begrootiugscommissie niet meer zoo lief is. Het Journal des Débats zegt, dat er op da begroo ting van '91 reeds meer dan 60 millioen is bezui nigd en er verder niets meer te bezuinigen is De Bépublique Franqaise schijnt ook van oordeel te zijn dat er niet meer bezuinigd kan worden. De Minister ven Koophandel is gereed met bet nieuwq tarief, zoodat het bij de samenkomst der Kamer bekijkt, is hij ook nog een pseudonieme „zij". Men zou de brieven niet alle behoeven door te lezen," ging hjj boos voort, «maar men is immers niet zeker of de bewuste schrijfster niet by de aanbeveling van haar geestproduct nog een middel tegen zomersproe ten ot tegen roode neuzen benacht te hebben. Enfin waar men niets aan doen kan, dat moet men dulden." Hq ging aan het werk. Arme schrijfster, die met een angstig hopend hart haar naar viooltjes riekend stuk inpakt, en het met tnlke welsprekende woonden den redacteur op het hart drukt, zegt u geen waarschuwende stem, iat bet uur dat ge uitkoost, een ongelukkig moest zijn. jjenijdens- waardig waren heden nog die te noemen, wefke hun manuscript eenvoudig en met een dier gekleurde for mulieren terugkrijgen waarop staat, hoezeer de redactie het betreurt, van het gezondene geen gebrnik te kun nen maken. Zij hadden tenminste geen smaad bjj haar ongeluk te dragen. Eindelijk hield Éérster den laatsten brief in de hand, die den poststempel Weenen droeg. .Een mooie, raste hand, maar ook van een onbe kende schrqfster, voegde hij met een blik op de onderteekening «Uwe dienstwillige Naamloos" erbij. Hij las .Ik ben mjj volkomen bewust, dat de misdaad eene schrqfster te zijn, in de oogen van een redacteur, door de omstandigheid, dat zq zooals ik eerlijk Ï;enoeg ben van mjj zelve te bekennen in de itteraire wereld nog onbekend is, aanmerkelijk ver zwaard wordt Des te dankbaarder zou'ik daarom op 20 dezer kan ingediend worden. Er zullen twee ërlei ontwerpen worden aangeboden. Het een, een maximum tarief, dat va# toepassing zal zjjn op de statsn, die aan Frankrijk geen enkol bjjzonder voor deel aanbiedenhet andere, een minimum tarief, dat toegepast zal worden op de landen, die Frankrijk handelsvoordeelen toekennen. Aan deze beide ontwer pen zijn verder nog wettelijke bepalingen toegevoegd. Bq een daarvan wordt aan de Begeering de bevoegd heid gegoven om uit eigen beweging het minimum1 tarief toepasselijk te verklaren voor elk land, dat ook zqnerzqds aan Frankrijk voordeeion wil verleenen maar deze concessie, die altijd herroepen aan worden kan slechts krachtens een wet een bepaalden duur hebben. Telkens ais de Begeering het raadzaam aoht uit eigen beweging met oen land voor zekeren duur een regeling van dien aard te treffen, moet zjj dus daarop de goedkeuring van het parlement vragen. Het orgaaa van den Italiaanschen premier Crispi, de Biforma, van de mislukte onderhandelingen tns- sehen Italië en Engeland betreffende het gebied aan de Boode zee sprekend, zegt dat die spoedig zullen worden hervat en tot een bevredigend einde leiden. In Tessinó blijft alles rustig. Nu de clericale regeering hersteld is en de liberalen weten dat de regent Bispini in November zijn ambt zal neerleg gen, is de opgewondenheid plotseling geheel bedaard. Toch blijft" de Bondscommissaris Kuazli, nog voor loopig met zqn troepen, ten einde te zorgen, dat hq de aanstaande verkiezing voor den herzienings- raad alles even kalm en geregeld geschiedt als bq de volksstemming. DEK Hedenmiddag ten 2 are had zioh in de Bemon- strantsche kerk alhier een groote schare dames en heeren vereenigd, op nitnoodiging van de Com missie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, om gezamenlijk bovengenoemd jubilé onzer Hoogere Burgerschool feestelqk te herdenken. Naast genpemde Commissie, bestaande uit de hb. Mr. A. A, van Bergen IJzencloorn, Dr. F. H. G.. van Iterson, Dr. H. IJssel dé Scheppér, H. P. Schim ttan der l.oetf en H. Enno van Gelder, waren tegenwoordig de Directeur der school Dr. W. Julius, de leeraren, de leerlingen en vele andere belangstellenden, waaronder leden van den gemeen teraad, de kantonrechter en de griffier, de leeraren van het Gymnasium, de leerlingen dier inrichting, de hoofden der openbare lagere scholen, het hoofd der B. K. jongensschool, verscheidene oud-leerlin gen enz. enz. Mr. A. A. van Bergen IJzendoorn opende de ver gadering met de volgende toespraak Ik heb de eer deze vergadering te openen en U allen, hartelijk welkom te heeten die door uwe tegenwoordigheid op deze plaats een bljjk van belangstelling gaf in den dag van heden. De Commissie van toezicht op het M. O. heeft ge meend den dag vau hoden, Waarop onze Hoogere Burgerschool 25 jaar bestaan heeft, niet onop gemerkt te mogen laten voorbijgaan, daar Gpuda daartoe te veel aan haar ia verplicht. Ik behoef in uwe tegenwoordigheid niet in bijzonderheden te ver melden welke diensten de burgerschool aan de ge- r - zijn, wanneer u mq een middel aan de hand zouijt willen doen om het mogelqk te maken, terstond met het honderdste in plapfs van met het eerste letter kundig werk te beginnen. Ik zou zulk een middel nog des tp liever gebruiken, daar ik de vrees niet kan onderdrukken, dat de poging om de eerste om standigheid te veranderen en uit een schrqfster een schrijver te maken, hopeloos zal bljjven. Ik teeken, en zoo voorts." «Iets geestiger aangepakt, dan het overige* ge schrijf," merkte Förster op, «maar ik heb van daag geen lust" (de speld stak hem wéér) .om het bijge voegde gezeur deor te lezen. Voorraad van alle soorten heb ik nog vdor langen tqd, dus„Wij betreuren het, u het ingezondens als niet geschikt voor den Familiekring" te moeten terugsturen." Eenige dagen later zat Förster weer aan zijn schrijf tafel en bekeek de inzendiogen. Vandaag had juffrouw Midler's zorg hem jn een bebageljjke stemming ge bracht, waardoor de papiermand in minder gevaar lijke nabijheid dan eerst stond ?n de aanmerkingen die voor de .Kleine Correspondentie" bestemd waren, hadden een menscheljjk, welwillend karakter. Had hij drie dagen geleden geschréven„Wij hebben uw waardigeu arbeid der papiermand waard geacht," nu was het gematigd„niet zonder talent, maar nog niet geschikt voor den druk." Eerst schreef hjj spottend„Wij zullen het ingezondene wel niet zooals n wenscht in het volgende nómmer plaatsen, maar ook in geen latei," heden verzekerde hij be- meente bewees, een paar woorden zqn daartoe vol doende. Wq danken aan haar een rij van verlichte en wetenschappelijk» mannen, die de maatschappij door hun kennis vele diensten verleenenzij opende vbor vele jongelieden den weg om' met niet te ongunstige vooruitzichten den strjjd voor het bestaan te voerenzq gaf bun die kennis, welk» in onzen tqd van besohaving slechts noode kan worden gemist. De Commissie was van oordeel dat deze dag eenigszins feestelijk' moest worden her dacht, wel feestelqk, maar toch op eenvoudige wijze en toen wij Directeur en Leerlingen daarvan in kennis stelden werd dit door hen luide toegejuioht. Allen werden bereid bevonden aan die feestviering deel te nemen en Dr. Julius was zelfs zoo welwil lend onze uitnoodiging om een feestrede te houden aan te nemen. Ik betuig U daarvoor, namens de Oommissie, hartelijk dank I Daarop hield Dr. W. Julius de volgende i de Zeer geachte Vergadering I Waarde Feestgenooten Er is een sohoou woord van A. von Humboldt dat zegt: „l'homme naquit pour étro reoonnaissant'. Erkentelijkheid dus de aangewezen plicht van ieder mensoh. Dat woord vindt wellioht weerklank in uw aller hart evenals in het mjjue, nu we bier in feestdosch bij eengekomen zijn om het 25-jarig bestaan te herden ken eener inrichting, die eerljjk en trouw er Daar gestreefd heeft een zegen voor Gouda en omstreken te wezen. Gaarne voldoe ik dan ook aan de roep stem der Commissie van toezioht voor het M. 0, te dezer stade, die mq uitnoodigde om in een kort woord aan deze plaats leiding te geven aan ons aller gedachtenloop, en ik wensch deze leiding te ontleenen aan de zooeven vermelde uitspraak van van Hum boldt. We sullen nagaan, of er heden aanleiding ia tot een diep gevoel van erkentelijkheid, eerstens voor de burgerij van Gouda, dan voor de ouders der schooljeugd, daarna voor het personeel der leeraren en beambten, eindelijk voor de vroegere en tegen woordige leerlingen onzer Bjjks hoogere Burgerschool. De wet op het Middelbaar Onderwjjs van 2 Mei 1868 was het werk van den begaafden staatsman Thorbcckezij stelde zich ten doei dien breeden zoom der burgerijte gerieven, die aan het lager onde»-' w\js ontwassen behoefte gevoelde aan een ruimere* grondslag voor die bijzondere kundigheden, welke detc- genwoordige maatschappij eiacht voor het welslagen in den handel, iti het fabriekswezen, in den land bouw, in de landsverdediging, bq den aanleg van openbare werken, enz, enz. Dadelqk vond deze wet, en geen wonder, bijval iif een goed deel van ons vaderland. Gij weet*het, dat door den invloed van ons verlicht Gemnefltebestuur men er in slaagde ook te dezer stede eene der eerste wettelijke bopgere burgerscholen toot B-jarigen cursus van rijkswege te verkrijgend De Gemeenteraad bestemde met verstan dige vrijgevigheid een doelmatig gebouw tot huis vesting voor de nieuwo inrichting. Zjj werd plecht statig geopend op 17 October 1865 en, uit naam der burgerij, aanvaardde de Burgemeester het geschenk der hooge regeering, waarmede Z.Ed.Achtb. ver trouwde, dat de burgerjj inderdaad gebaat zou sjja, Dien Burgemeester meer dan 25 jaren met onver- andetdo sympathien behouden te hebben, dat maakt, gij erkent het, Gouda's geluk uit, en zal, naar we hopen, nog menig jaar ons allen ten zegen zijn. Ook de ioogere burgerschool heeft haar best ge daan om aan de opgewekte verwachtingen te beant- leefd Wjj zonden uw fraai gedachte verzen gaarne opnemen, als de vorm iets ju'ster wasen zoo voort Daar kwam hem een brief in banden met hetzeliB» mooie vaste schrift, dat eenige dagen vroeger zjjne opmerkzaamheid had puurde gemaakt„O, de jonge dame uit Weenen, die overigens vermoedelijk een oude jonge juffrouw is, schijnt voorraad te hebben „Genehte heer Bedacteur", schreef ze, „de fabelaob- tige snelheid waarmede ik mjjn manuscript in be geleiding van het onheilspellende gele formulier terug kreeg, heeft mjj tot de overtuiging gebracht, dat ik het gemakkelijk wagen ken hetzelfde manus cript nog eens te zenden, want, leg uw hand op het hart, wat aan den linkerkant zit, mijnheer de redacteur, en beken, dat ge het verhaal in het "geheel niet hebt gelezen. Wanneer dit zoo is, dan veroorloof ik mjj, u vriendelijk te verzoeken, véér alles een sigaar op te steken (een der vele veroordeelde, lyrische gedichten zal n zeker met, genoegen tot „fidibus" dienen), een gemakkelijken hflet van de soph* uit te zoeken, spoedig aan iets aangenaams te denken, en dan pas mijn verhaal ter hand te nemen. Zeker zal het u bevallen. Klinkt u Bit te aan matigend I Zie, hooggeachte Bedacteur, aan den letterkundigen hemel zijn er, volgens mijne mee ning, sterren vsn de eerste, tweede, derde en vierde grootte. Wordt vervolgd.} woorden. Ingericht naar 'de zaakkunnige adviezen van wijlen den Inspecteur, Dr. D. J. Steyn Parvé, ving zjj des anderen daags hare lessen aan met 26 leerlingen en zette haar onderwijs jtsr op jaar voort met een toenemend aantal, vooral ook uit de om liggende gemeenten afkomstig, hoewel clerieale in vloeden dien toevloed zochten te breken. Te ver geefs 1 Zelfs een kostbare concurreerende school voor meer uitgebreid lager onderwijs, waarvoor de gemeente zich belangrijke opofferingen getroostte, vermocht niet afbreuk te doen aan hare welvaart. Eene an dere openbare jongensschool leverde Eteeds een aan zienlijk contingent bruikbaar timmerhout. En weldra verhieven zich invloedrijke stemmen, die de school uitgebreid wenschten te zien tot eene met 5-jarigen cursus. Toen de hooge regeering, in verband met de po litiek van den dag, zich daartoe ongeneigd betoonde, besloot eindelijk het Gemeentebestuur de meerdere kosten op zich te nemen, en de Minister W. Six zwichtte na tien jaren voor dit royale aanbodhij verhief in 1881 de school tot eene met 5-jarigen cursus, tot de unieke gesubsidieerde rijksschool, waarvoor deze gemeente jaarljjks 7000 aan het Eqk bijdraagt, opdat de stoffelijke, noch de verstan delijke' welvaart der gegoede burgerij schade lijde. In 't zelfde jaar werden ook vrouwelijke leerlingea tot de lessen toegelsten, tot heden zonder het ge ringste nadeel voor den goeden gang van zaken, zoo dat het aangroeiend getal leerlingen in dezen cursus 79 bedraagt. Toch staat sedert het vorige jaar naast onze school eene andere inrichting, mede bestemd voor hoogere vorming, het Gymnasium. De leeraren daarvan weten het „tempora mutanlnr, et nos mu- tamur in ipsis', (de tjjden veranderen en wq met deze), maar de liefde voor de jeugd blijft beide in stellingen gelijkelijk drjjven en zal het meerendeels overeenkomstige personeel steeds broederlijk doen samengaan. De Hoogere Burgerschool slaagde dus kalm en gestadig, zij groeide en Moeidezij juioht in haar ietwat eerbiedwaardigen levensduur en moent, dat ondanks vele tekortkomingen een verheffing in rang en oen verdriedubbeling van diaeipelental een niet ongunatig getuigenis afleggen ran haar pogen en werken. Zou de burgerij in't algemeen, gedachtig aan de vruohten stad en land van dien boom in den sohoot gevallen, ook reden hebben watduukt V, tot dankbaarheid? Maar gjj, oudera der schooljeugd, welke weleer deze kweekplaats bezocht of thans daar de grond slagen legt voor haar verder levensgeluk, voelt gij U heden geroepen om lof en dank uit te spreken voor genoten weldaden. Ik weet het, dat gevoel doortintelt slechts iu beperkte mate de borst van som migen. Niet allen herdenkt of hebt gij kinderen, die uwe zoetste droomer. verwezenlijken. Er waren en er zijn trflge onder hen, minder begaafde, wispel turige, ja onwillige. Bechtmatig leed voor U, en smart ook ivoor ons, leeraren, wanneer wij door onze menscheljjke zwakheden of gebrekkige bemoeiingen er iets toe bijdroegen om dat minder gewenschte resultaat in 't leren te roepen. Toch weet ik, dat er een grooter aantal oudera ia, die der hoogere bur gerschool een warm hart toedragen. Den raad, hun bq de opening, der school gegeven „audita et alteram partem" (verneemt de dingen van twee kanten) volg den zq trouw op, en zij bevorderden die eenheid tuaaehen huis en school in oordeelen en handelen, welke niet genoeg kan worden aanbevolen. Want, naar we ons vleiden, werd ook van hnn kant een bezwaar, een verlangen nnar opheldering steeds open hartig medegedeeld, omdat ze niet wilden afgaan op de berichten van hunne kinderen alleen. Én toen bq de viering van het 12</i jarig bestaan der school, April 1878, hun meer uitvoerig de bekoort jjïe, maar moeielijke taak der opvoeding in huis en school voor oogen werd goeteld, toen keerde menig ouderpaar tot zich zelf iu en gedroeg zioh meer nog dan vroeger naar het voorschrift dee diohters: Geh' fleissig urn mit deinen Kindern, habe Sie Tag und Nacht urn dich, und liebe sie, "Und lass dich lieben einzig-schöne Jahre; Denn nur den engen Traum der Kindheit sind Sie dein 1 nicht langer Ook mochten zq ervaren) dat de school in gelijken 'geest handelde. Zij herinneren zich zoo menig ge sprok, dat het heil huuner spruiten uitsluitend be oogde, zoo menige bljjde, eigen erkenning hunner lievelingen, dat deze vooruitgingen in kennis, en hun studielast voelden aanwakkeren, zoo menig blijk van goedkeuring der hier verkregen ontwikkeling, aan onze kweekelingen in de groote maatschappij ten deel gevallen, wanneer huh de stempel der bruik- baarhoid onder allerlei vormen op het voorhoofd werd gedrukt. Ouder/rots, moeder- of vadertrots ioagt geen verstandig mensoh, want die leidt tot blindheid voor de gebreken onzer kinderen, maar oudervreugde, ja, die voegt den bevoorrechten onder ons, en zq' wekt goed geplaatste harten onvermijdelijk op tot diepe erkentelijkheid. Dezo moet heden wel de stemming zijn, niet enkel van den spreker, maar ook van nog vele ouders onder ons. Het ambt van leeraar is een schoon ambt, en, moeilqk levens. Of is het niet schoon zich te wijden aan de belangen der jeugd, der hoop van ons va derland? Men kan zbo dwepen en terecht met bet kleinood van Nederland, met prinses Wil- belmina. Maar zijn dan onze eigen zonen en doch- teren, de hope van ons volk, de toekomstige steun pilaren onzer natie, zqn die geen algeheele toewij ding, geen dwepende vereeriug waard? Welk een verheven levenstaak, om in de hoofden en harten der- zulken kiemen te leggen van kennis en deugd, deze kiemen te keesteren en op te kweeken, en dat steeds, met onverdroten toewijding, met waarachtige liefde Want wie geen liefde heeft voor hetgeen hij doet doet het sleoht. Zonder liofde kan men niet goed dresseeren, geen hqnden, geen paarden, maar nog veel minder jonge menschen. (Soc. Weekbl. 27 Sept. 90). Er is, zeggen 's lands wetten, lager en mid delbaar en gymnasiaal of voorbereidond hooger on hooger onderwijs. Doch er is ook hoogete onder wijs, dat gegeven kan worden op alle sporten van den ladder der staatswet. Dit hoogste ouderwqs is door geen wet te regelen, noch te reglementeeren. En toch luistert het naar een ongeschreven wet, de zodewet, waaruit het voortspruit. Het stelt zich ten doel door woord èn door voorbeeld èn door daad menschen te votmen d. i. beelddragers Gods, die voelen wat hun levenstaak is, die weten door hun kundigheden daaraan te voldoen, die willen wat ze voelen en weten. Immers meusch te zqn in den wa ren zin des woords, dat eisebt als hoofdstreven van iedor onzer, de grootste som van waar geluk in den rnimat mogelijken kring rondom ona te verspreiden. Kan men zich schooner ambt denken dan 't welk de jeugd daartoe zoekt op te leiden Intusschen, ik beweerde, dat het leeraaraambt moeielijk ia ook. Na tuurlijk, groote bekwaamheden, met inspanning ver gaard, "zijn een eerste vereiaolite. De gave der me- dedeeling, der heldere uiteenzetting van gedaohten, ia noodig, zoo goed als de tact om belangstelling te wekken en de jeugd te boeien. Maar naast die gees tesgaven behoeft de ware leeraar nog zoovele wen- schelijke eigenschappen van lichaamssterkte, van tem perament, van karakter, van hart, dat wel niemand mij zal tegenspreken, als ik het ambt zwaar noem. Leert er uit, toehoordors, zacht en dus verstandig te zijn in uw oordeel over zulke personen 1 Aan onze school heeft in de afgoloopen 25 jaren het personeel dor leeraren weinig, dat der beambten geen afwisseling ondergaan. (Ik stel mij voor te zijner tijd en plaats deze en aildero bijzonderheden be treffende do historie der school in het vervlogen tijdperk publiek te maken mijn geëerd publiek van heden bied ik liever iets ander» dan namen, cijfers en feiten). Menschelijk werk is gebrekkig en menschen zijn we, die niets menscheljjks aan' zich vreemd achten. Elk van ons, docenten, elk van de beambten, weet, dat hij in meerdere of mindere mate achterbleef bij zjjne roeping. Maar aller bedoeling is steeds geweest om ieder naar zijn vermogen zijn werk ernstig te verrichten. Ik sprak zoo aanstonds van het betrekkelijk slagen der school, en weet zeker, dat zulks hoofdzakelijk te wijten is aan het onderwijzend en dienstdoend personeel. Maar dan het geheim daarvan? Ik zeg niet te veel, als ik beweer, dat de eendrachtige, bqna onverstoorde samonwerking de voorname oor zaak is van het welslagen. En hoe werd die har monie verkregen te midden van zooveel uiteenloof>ende meeningen en inziohten .De ware wqshejd is, dat men, naar Kant, de dingen doé'om de dingen. Das niet om de personen. Personen hebben hunne zwak heden en gebreken, waarvan het goed is den oor sprong, zooveel doenlijk, te bestudeeren, opdat men voor elkaar mild en toegevend zij bjj het beoor- deelen. Immers op den bodem van elk mensehen- hart ligt een kern van goedheid, die het plicht is te doen uitkomen en ontkiemen. Waar nu met ernst en verdraagzaamheid in dien geest gehandeld wordt, daar kunnen geen klevende botsingen ontslaan tusschen mannen, die een zelfde levensdoel najagen. Dat we, en in zoover we daarin slaagden gedurende een korter of langer roeka van jaren, ziet, dat maakt op heden onze innige vreugde uit, dat doet ons op recht erkentelijk zqn. Eindelijk ndjj eenige woorden en gedachten, die meer bijzonder betrekking hebben op U, vroegere en tegenwoordige leerlingen onzer rijks hoogere bur gerschool. Het is U missohien bekend, dat van den aanvang af oen portret-album werd aangelegd, waarin de beeltenis werd opgenomen van iederen gediplo meerde, die, 'tzij den S-jarigen, 't zij den 5-jarigen cursus met gewenschten uitslag had afgeloopen. Al die portretten zqn aanwezig op één ha, en zullen op het feest van dezen avond ter inzage liggen voor een iegelqk, die gaarne oude schoolkameraads terug ziet. Gjj verkeerdet of verkeert nog ih eentqdperk des levens, waarvan ik den gemoedstoestand wensch te kenschetsen langs liiatorisohen weg. Het kan U niet verwonderen van den leeraar in de geschiedenis. Luistert dus naar mijn lort verhaal. Toen voor ongeveer 80,; jaren onze Staat door een spoorweg wet flinke uitbreiding wilde geven aan de verkeers wegen en dus de Staata-spoorwegljjnen zonden worden aangelegd, ontstond er een wakker geschil tusschen meerdere steden, die naar de eer, neen het voordeel dongen om bij den nieuwen aanleg als middelpunt des lands te worden beschouwd. Gq weet, dat het pleidooi gewénnen is door Utrecht, de oude bisschopsstad, waar nu nog de hoofdbureaus gevestigd zijn. In die dagen van twistgeschrijf ver scheen ook het volgend rijmpje in een der strij dende dagbladen Bij als ons doen en laten, Hoe ooljjk wq ook praten, Ja zelfs op 't oogenblik, Dat wij het 't meest negeeren, Blqft, hoe we ons wenden, keeren, 't Centraalpunt altjjd ik. Toehoorders Die regelen teekenen het stand punt, de natuurlijke gemoedsstemming der jeugd. Velerlei voorrechten, honderden zorgen haar gewjjd, doen ons zulks volkomen begrijpen. Ik laat daar, dat kinderen uit onze beschaafde kringen doorgaans het voorwerp zijn der innigste liefde, der telkens wederkeerende oplettendheden, der dagelijksche opof feringen hunner ouders. Maar welke zorgen om ringen hen niet bovendien Ah 'leerlingen onzer school zien zjj door de benoeming der hooge regee ring over het middelbaar onderwijs een Inspecteur waken, die krachtens zijn ambt de onmisbare bemid delaar is, de deskundige voorlichter, de invloedrijke raadsman van den Minister. Ze zien en ondervinden S. v. heden de warme belangstelling, de levenwek kende genegenheid eener Commissie van toezicht voor hunne inrichting, ze kennen de goede bedoe lingen hunner leermeesters zelfs ondanks hunne eigene tekortkomingen, en vragen zich af met N. Seets, die tevens in een distichon het antwoord gaf met leerrijken wenk, of zo zooveol onverdiende toewijding begrijpen Begrijpen Neen, dat zal niet gaan Maar grijp het onbegrepene aan Geen wonder dua, dat de leerlingen van vroeger err thans het onbegrepene toch aangrijpen, dat ze innig dankbaar zijn voor zooveel goeds als hun ten deel viel. Ze zijn het met ons eens „l'homme naqnit etc." En dien plicht der erkentelijkheid achten ze niet zwaar, omdat hq voortvloeit uit erkenning san het goede, en omdat het goede op te merken voor iedereen een genot is. Ik weet het wel, som migen Uwer vieren dezer dagen nog andere dank feesten, uit historische herinneringen voortgosproten, heden het „Loofhuttenfeest," morgen de „Vreugde der Wet." Maar hebben dan de dageljjksche zege ningen ook voor do aanhangers van hot Christendom niet een waarde, althans even beteekenisvol als de historische Laten we niet onderdoen voor onze ïsraëlietische stad- en landgenooten, en beide soorten van zegeningen in eere houden, niet enkel door feestviering, maar meer nog door daden van onver droten toewijding, doqr handelingen en gedragingen, die dag aan dag getuigen van ons levendig dank gevoel. Geliefde leerlingen dezer school, brave jon gens en meisjes, als zoo aanstonds de feesttonen verstomd zullen zqn, als wjj in do volgende week terugkeeren tot het dagelijksche „einerlei" van den geregelden schoolgang, dan bljjve toch de kern, de bedoeling van dit feest, namelijk U te stemmen tot noeste pliobtsbetrachdng. Bedenkt toch vooral steeds, wat de dichter Longfellow in zijn Psalm of Life zoo sohoon zingt Not enjoymont, and not sorrow, Is our destined end or way But to act, that each to-morrow "Find us farther than to-day Let us then bé up and doing, With a .heart for any fate Still achieving, still pursuing, Learn to labour and to wait. Laat de volgende eeuw het ondervinden, dat de hoogere-burgersohoolieren van 1890 waarachtig er kentelijk waren voor genoten weldaden, dat ze zich ernstig wijdden aan de studie, zoodat zjj met liefde en inspanning één voor één de .kroon .zetten op het hoofd hunner 25-jarige alma mater, hunner voed ster. Dan zullen de dogeljjk ontwikkelde mannen en vrouwen van 't jaar '90 een kern der burgerjj vormen, Gouda en het vaderland ten zegen. Dan wordt do heilbede verwezenlijkt, die het slot vormde van een warm, deelnemend schrijven, 't welk onze oud-collega Dr. Gleuns onlangs tot mij richtte, en die uw aller instemming mojje wegdragene vivat, crescatflor eat Zjj leve de E. H. B. te Gouda, zjj moge voor spoedig groeien, sjj bloeie in lengte van dagen Ik heb gezegd. Een daverend applaus volgde op deze schoofi1 toespraak en daarop nam Mr. van Bergen IJzendoorn opnieuw het woord en sprak ongeveer aldus Ik zeg den Directeur Dr. JuliuS hartèljjk dank

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2