Buitenlandscb Overzicht.
Rijks Hoogere Burgerschool.
Het 25-JARIG BESTAAN
tweede rrucht ken er niet anders dan wel bij Taren
en het is een lnst, soo mooi als het ooft van den
boom komt. Wat den ooftoogst aangaat ia sulk weer
dubbel roordeelig j immers worden de mensehen
als het ware gedwongen om fruit te gebruiken, en
dit heeft natuurlijk grooten invloed op den- prijs, die
nu dan ook seer standvastig blijft.
Het Portugeesche ministerie Abreu de Souzar
heeft de regeering aanvaard. Beide partijen zijn. in
dit kabinet bijna even sterk vertegenwoordigd.
De bejaarde minister-president, tevens minister
▼an oorlog, behoort tot de gematigde liberalen, even
als de minister van marine en binnenlandsohe zaken,
Ennes en Candido. De ministers van financiën en
justitie zijn gematigde conservatieven en de minister
van buitenlandscbe zaken eveneens. Met het oog op
het Ëngejsche tractaat is natuurlijk de minister van
buitenlandsche zaken een gewichtig persoon in het
ministerie. Als zoodanig is 'opgetreden de heer
Barbosa de Bocage, hoogleeraar te Lissabon en lid
van den Senaat. De heer Barbosa is reeds meerma
len met de leiding der buitenlandsche aangelegenheden
belast geweest, zoodat men algemeen vertrouwen
stelt in zijn ondervinding en beleid.
Het ministerie zal voorloopig het Engelsche trac
taat niet aan de goedkeuring der Cortez onderwer
pen. De Cortez .zijn daarom gesloten en inmjddels
zullen nieuwe onderhandelingen met de Engelsche
regeering worden aangeknoopt. Naar alle waar
schijnlijkheid zal een buitengewoon gemachtigde,
men noemt reeds den heer Martens Ferrao naar
Londen worden gezonden, ten einde nog een poging
te beproeven om Lord Salisbury tot toegeven te bewe
gen. Mocht dit niet gelukken, dan kan het geheele
tractaat als een doode letter worden beschouwd,
Intusschen beschouwen de Engelschen de overeen
komst als gesloten. Engelsche kanonneerboten stoo
rnen reeds de Zambesi op, ofschoon de Portugeesche
gouverneur hiertegen protest heeft aangeteekend. Ook
werd te Lissabon al verteld, dat een expeditie van
800 man wiss uitgezonden om reeds tot een formeele
bezetting vgn Mashona-laod over te gaan, maar dit
wordt uit Londen zoef beslist tegengesproken.
Koning Carlos is thans hersteld en met de konin
gin uit Cintra te Lissabon teruggekeerd. Indien de
gebeurtenissen aan dp Zambesi geen aanleiding ge
ven tot nieuwe geschillen, kan men nu weer op
een tijdperk van rust rekenen, totdat de uitslag der
onderhandelingen mot de Engelsche regeering bekend
zal zijn.
Te Parijs liep het gerucht, dat de Minister van
Financiën Bouvier zijn ontslag zou vragen, omdat
de begrootingscom missie niet van nieuwe belastingen
wil weten. Andoren gaan nog verder en meenen dat
behalve Bouvier nog meer zal vallen. Als opvolger
van Bouvier werden genoemd Jules Boche en Ixïon
8ay. Vooralsnog komt ons dit gerucht voorbarig voor
maar men kan niet ontkennen, dat de verhouding
met de begrootiugscommissie niet meer zoo lief is.
Het Journal des Débats zegt, dat er op da begroo
ting van '91 reeds meer dan 60 millioen is bezui
nigd en er verder niets meer te bezuinigen is De
Bépublique Franqaise schijnt ook van oordeel te zijn
dat er niet meer bezuinigd kan worden.
De Minister ven Koophandel is gereed met bet
nieuwq tarief, zoodat het bij de samenkomst der Kamer
bekijkt, is hij ook nog een pseudonieme „zij". Men
zou de brieven niet alle behoeven door te lezen,"
ging hjj boos voort, «maar men is immers niet zeker
of de bewuste schrijfster niet by de aanbeveling van
haar geestproduct nog een middel tegen zomersproe
ten ot tegen roode neuzen benacht te hebben. Enfin
waar men niets aan doen kan, dat moet men dulden."
Hq ging aan het werk.
Arme schrijfster, die met een angstig hopend hart
haar naar viooltjes riekend stuk inpakt, en het met
tnlke welsprekende woonden den redacteur op het hart
drukt, zegt u geen waarschuwende stem, iat bet uur
dat ge uitkoost, een ongelukkig moest zijn. jjenijdens-
waardig waren heden nog die te noemen, wefke hun
manuscript eenvoudig en met een dier gekleurde for
mulieren terugkrijgen waarop staat, hoezeer de redactie
het betreurt, van het gezondene geen gebrnik te kun
nen maken. Zij hadden tenminste geen smaad bjj haar
ongeluk te dragen. Eindelijk hield Éérster den laatsten
brief in de hand, die den poststempel Weenen droeg.
.Een mooie, raste hand, maar ook van een onbe
kende schrqfster, voegde hij met een blik op de
onderteekening «Uwe dienstwillige Naamloos" erbij.
Hij las
.Ik ben mjj volkomen bewust, dat de misdaad eene
schrqfster te zijn, in de oogen van een redacteur,
door de omstandigheid, dat zq zooals ik eerlijk
Ï;enoeg ben van mjj zelve te bekennen in de
itteraire wereld nog onbekend is, aanmerkelijk ver
zwaard wordt Des te dankbaarder zou'ik daarom
op 20 dezer kan ingediend worden. Er zullen twee
ërlei ontwerpen worden aangeboden. Het een, een
maximum tarief, dat va# toepassing zal zjjn op de
statsn, die aan Frankrijk geen enkol bjjzonder voor
deel aanbiedenhet andere, een minimum tarief,
dat toegepast zal worden op de landen, die Frankrijk
handelsvoordeelen toekennen. Aan deze beide ontwer
pen zijn verder nog wettelijke bepalingen toegevoegd.
Bq een daarvan wordt aan de Begeering de bevoegd
heid gegoven om uit eigen beweging het minimum1
tarief toepasselijk te verklaren voor elk land, dat ook
zqnerzqds aan Frankrijk voordeeion wil verleenen
maar deze concessie, die altijd herroepen aan worden
kan slechts krachtens een wet een bepaalden duur
hebben. Telkens ais de Begeering het raadzaam aoht
uit eigen beweging met oen land voor zekeren duur
een regeling van dien aard te treffen, moet zjj dus
daarop de goedkeuring van het parlement vragen.
Het orgaaa van den Italiaanschen premier Crispi,
de Biforma, van de mislukte onderhandelingen tns-
sehen Italië en Engeland betreffende het gebied aan
de Boode zee sprekend, zegt dat die spoedig zullen
worden hervat en tot een bevredigend einde leiden.
In Tessinó blijft alles rustig. Nu de clericale
regeering hersteld is en de liberalen weten dat de
regent Bispini in November zijn ambt zal neerleg
gen, is de opgewondenheid plotseling geheel bedaard.
Toch blijft" de Bondscommissaris Kuazli, nog voor
loopig met zqn troepen, ten einde te zorgen, dat
hq de aanstaande verkiezing voor den herzienings-
raad alles even kalm en geregeld geschiedt als bq de
volksstemming.
DEK
Hedenmiddag ten 2 are had zioh in de Bemon-
strantsche kerk alhier een groote schare dames en
heeren vereenigd, op nitnoodiging van de Com
missie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs,
om gezamenlijk bovengenoemd jubilé onzer Hoogere
Burgerschool feestelqk te herdenken.
Naast genpemde Commissie, bestaande uit de hb.
Mr. A. A, van Bergen IJzencloorn, Dr. F. H. G..
van Iterson, Dr. H. IJssel dé Scheppér, H. P.
Schim ttan der l.oetf en H. Enno van Gelder, waren
tegenwoordig de Directeur der school Dr. W.
Julius, de leeraren, de leerlingen en vele andere
belangstellenden, waaronder leden van den gemeen
teraad, de kantonrechter en de griffier, de leeraren
van het Gymnasium, de leerlingen dier inrichting,
de hoofden der openbare lagere scholen, het hoofd
der B. K. jongensschool, verscheidene oud-leerlin
gen enz. enz.
Mr. A. A. van Bergen IJzendoorn opende de ver
gadering met de volgende toespraak
Ik heb de eer deze vergadering te openen en U
allen, hartelijk welkom te heeten die door uwe
tegenwoordigheid op deze plaats een bljjk van
belangstelling gaf in den dag van heden. De
Commissie van toezicht op het M. O. heeft ge
meend den dag vau hoden, Waarop onze Hoogere
Burgerschool 25 jaar bestaan heeft, niet onop
gemerkt te mogen laten voorbijgaan, daar Gpuda
daartoe te veel aan haar ia verplicht. Ik behoef in
uwe tegenwoordigheid niet in bijzonderheden te ver
melden welke diensten de burgerschool aan de ge-
r -
zijn, wanneer u mq een middel aan de hand zouijt
willen doen om het mogelqk te maken, terstond met
het honderdste in plapfs van met het eerste letter
kundig werk te beginnen. Ik zou zulk een middel
nog des tp liever gebruiken, daar ik de vrees niet
kan onderdrukken, dat de poging om de eerste om
standigheid te veranderen en uit een schrqfster een
schrijver te maken, hopeloos zal bljjven. Ik teeken,
en zoo voorts."
«Iets geestiger aangepakt, dan het overige* ge
schrijf," merkte Förster op, «maar ik heb van daag
geen lust" (de speld stak hem wéér) .om het bijge
voegde gezeur deor te lezen. Voorraad van alle
soorten heb ik nog vdor langen tqd, dus„Wij
betreuren het, u het ingezondens als niet geschikt
voor den Familiekring" te moeten terugsturen."
Eenige dagen later zat Förster weer aan zijn schrijf
tafel en bekeek de inzendiogen. Vandaag had juffrouw
Midler's zorg hem jn een bebageljjke stemming ge
bracht, waardoor de papiermand in minder gevaar
lijke nabijheid dan eerst stond ?n de aanmerkingen
die voor de .Kleine Correspondentie" bestemd waren,
hadden een menscheljjk, welwillend karakter.
Had hij drie dagen geleden geschréven„Wij
hebben uw waardigeu arbeid der papiermand waard
geacht," nu was het gematigd„niet zonder talent,
maar nog niet geschikt voor den druk." Eerst schreef
hjj spottend„Wij zullen het ingezondene wel niet
zooals n wenscht in het volgende nómmer plaatsen,
maar ook in geen latei," heden verzekerde hij be-
meente bewees, een paar woorden zqn daartoe vol
doende. Wq danken aan haar een rij van verlichte
en wetenschappelijk» mannen, die de maatschappij
door hun kennis vele diensten verleenenzij
opende vbor vele jongelieden den weg om' met
niet te ongunstige vooruitzichten den strjjd voor
het bestaan te voerenzq gaf bun die kennis, welk»
in onzen tqd van besohaving slechts noode kan
worden gemist. De Commissie was van oordeel
dat deze dag eenigszins feestelijk' moest worden her
dacht, wel feestelqk, maar toch op eenvoudige wijze
en toen wij Directeur en Leerlingen daarvan in
kennis stelden werd dit door hen luide toegejuioht.
Allen werden bereid bevonden aan die feestviering
deel te nemen en Dr. Julius was zelfs zoo welwil
lend onze uitnoodiging om een feestrede te houden
aan te nemen. Ik betuig U daarvoor, namens de
Oommissie, hartelijk dank I
Daarop hield Dr. W. Julius de volgende i de
Zeer geachte Vergadering I
Waarde Feestgenooten
Er is een sohoou woord van A. von Humboldt
dat zegt: „l'homme naquit pour étro reoonnaissant'.
Erkentelijkheid dus de aangewezen plicht van ieder
mensoh. Dat woord vindt wellioht weerklank in uw aller
hart evenals in het mjjue, nu we bier in feestdosch bij
eengekomen zijn om het 25-jarig bestaan te herden
ken eener inrichting, die eerljjk en trouw er Daar
gestreefd heeft een zegen voor Gouda en omstreken
te wezen. Gaarne voldoe ik dan ook aan de roep
stem der Commissie van toezioht voor het M. 0,
te dezer stade, die mq uitnoodigde om in een kort
woord aan deze plaats leiding te geven aan ons aller
gedachtenloop, en ik wensch deze leiding te ontleenen
aan de zooeven vermelde uitspraak van van Hum
boldt. We sullen nagaan, of er heden aanleiding ia
tot een diep gevoel van erkentelijkheid, eerstens voor
de burgerij van Gouda, dan voor de ouders der
schooljeugd, daarna voor het personeel der leeraren
en beambten, eindelijk voor de vroegere en tegen
woordige leerlingen onzer Bjjks hoogere Burgerschool.
De wet op het Middelbaar Onderwjjs van 2 Mei
1868 was het werk van den begaafden staatsman
Thorbcckezij stelde zich ten doei dien breeden
zoom der burgerijte gerieven, die aan het lager onde»-'
w\js ontwassen behoefte gevoelde aan een ruimere*
grondslag voor die bijzondere kundigheden, welke detc-
genwoordige maatschappij eiacht voor het welslagen
in den handel, iti het fabriekswezen, in den land
bouw, in de landsverdediging, bq den aanleg van
openbare werken, enz, enz. Dadelqk vond deze wet,
en geen wonder, bijval iif een goed deel van ons
vaderland. Gij weet*het, dat door den invloed van
ons verlicht Gemnefltebestuur men er in slaagde ook
te dezer stede eene der eerste wettelijke bopgere
burgerscholen toot B-jarigen cursus van rijkswege te
verkrijgend De Gemeenteraad bestemde met verstan
dige vrijgevigheid een doelmatig gebouw tot huis
vesting voor de nieuwo inrichting. Zjj werd plecht
statig geopend op 17 October 1865 en, uit naam
der burgerij, aanvaardde de Burgemeester het geschenk
der hooge regeering, waarmede Z.Ed.Achtb. ver
trouwde, dat de burgerjj inderdaad gebaat zou sjja,
Dien Burgemeester meer dan 25 jaren met onver-
andetdo sympathien behouden te hebben, dat maakt,
gij erkent het, Gouda's geluk uit, en zal, naar we
hopen, nog menig jaar ons allen ten zegen zijn.
Ook de ioogere burgerschool heeft haar best ge
daan om aan de opgewekte verwachtingen te beant-
leefd Wjj zonden uw fraai gedachte verzen gaarne
opnemen, als de vorm iets ju'ster wasen zoo voort
Daar kwam hem een brief in banden met hetzeliB»
mooie vaste schrift, dat eenige dagen vroeger zjjne
opmerkzaamheid had puurde gemaakt„O, de jonge
dame uit Weenen, die overigens vermoedelijk een
oude jonge juffrouw is, schijnt voorraad te hebben
„Genehte heer Bedacteur", schreef ze, „de fabelaob-
tige snelheid waarmede ik mjjn manuscript in be
geleiding van het onheilspellende gele formulier
terug kreeg, heeft mjj tot de overtuiging gebracht,
dat ik het gemakkelijk wagen ken hetzelfde manus
cript nog eens te zenden, want, leg uw hand op het
hart, wat aan den linkerkant zit, mijnheer de redacteur,
en beken, dat ge het verhaal in het "geheel niet hebt
gelezen. Wanneer dit zoo is, dan veroorloof ik mjj,
u vriendelijk te verzoeken, véér alles een sigaar
op te steken (een der vele veroordeelde, lyrische
gedichten zal n zeker met, genoegen tot „fidibus"
dienen), een gemakkelijken hflet van de soph*
uit te zoeken, spoedig aan iets aangenaams te
denken, en dan pas mijn verhaal ter hand te nemen.
Zeker zal het u bevallen. Klinkt u Bit te aan
matigend I Zie, hooggeachte Bedacteur, aan den
letterkundigen hemel zijn er, volgens mijne mee
ning, sterren vsn de eerste, tweede, derde en vierde
grootte.
Wordt vervolgd.}
woorden. Ingericht naar 'de zaakkunnige adviezen
van wijlen den Inspecteur, Dr. D. J. Steyn Parvé,
ving zjj des anderen daags hare lessen aan met 26
leerlingen en zette haar onderwijs jtsr op jaar voort
met een toenemend aantal, vooral ook uit de om
liggende gemeenten afkomstig, hoewel clerieale in
vloeden dien toevloed zochten te breken. Te ver
geefs 1 Zelfs een kostbare concurreerende school voor
meer uitgebreid lager onderwijs, waarvoor de gemeente
zich belangrijke opofferingen getroostte, vermocht
niet afbreuk te doen aan hare welvaart. Eene an
dere openbare jongensschool leverde Eteeds een aan
zienlijk contingent bruikbaar timmerhout. En weldra
verhieven zich invloedrijke stemmen, die de school
uitgebreid wenschten te zien tot eene met 5-jarigen
cursus. Toen de hooge regeering, in verband met de po
litiek van den dag, zich daartoe ongeneigd betoonde,
besloot eindelijk het Gemeentebestuur de meerdere
kosten op zich te nemen, en de Minister W. Six
zwichtte na tien jaren voor dit royale aanbodhij
verhief in 1881 de school tot eene met 5-jarigen
cursus, tot de unieke gesubsidieerde rijksschool,
waarvoor deze gemeente jaarljjks 7000 aan het
Eqk bijdraagt, opdat de stoffelijke, noch de verstan
delijke' welvaart der gegoede burgerij schade lijde.
In 't zelfde jaar werden ook vrouwelijke leerlingea
tot de lessen toegelsten, tot heden zonder het ge
ringste nadeel voor den goeden gang van zaken, zoo
dat het aangroeiend getal leerlingen in dezen cursus 79
bedraagt. Toch staat sedert het vorige jaar naast
onze school eene andere inrichting, mede bestemd
voor hoogere vorming, het Gymnasium. De leeraren
daarvan weten het „tempora mutanlnr, et nos mu-
tamur in ipsis', (de tjjden veranderen en wq met
deze), maar de liefde voor de jeugd blijft beide in
stellingen gelijkelijk drjjven en zal het meerendeels
overeenkomstige personeel steeds broederlijk doen
samengaan. De Hoogere Burgerschool slaagde dus
kalm en gestadig, zij groeide en Moeidezij juioht
in haar ietwat eerbiedwaardigen levensduur en moent,
dat ondanks vele tekortkomingen een verheffing in
rang en oen verdriedubbeling van diaeipelental een
niet ongunatig getuigenis afleggen ran haar pogen
en werken. Zou de burgerij in't algemeen, gedachtig
aan de vruohten stad en land van dien boom in
den sohoot gevallen, ook reden hebben watduukt
V, tot dankbaarheid?
Maar gjj, oudera der schooljeugd, welke weleer
deze kweekplaats bezocht of thans daar de grond
slagen legt voor haar verder levensgeluk, voelt gij
U heden geroepen om lof en dank uit te spreken
voor genoten weldaden. Ik weet het, dat gevoel
doortintelt slechts iu beperkte mate de borst van som
migen. Niet allen herdenkt of hebt gij kinderen,
die uwe zoetste droomer. verwezenlijken. Er waren
en er zijn trflge onder hen, minder begaafde, wispel
turige, ja onwillige. Bechtmatig leed voor U, en
smart ook ivoor ons, leeraren, wanneer wij door onze
menscheljjke zwakheden of gebrekkige bemoeiingen
er iets toe bijdroegen om dat minder gewenschte
resultaat in 't leren te roepen. Toch weet ik, dat er
een grooter aantal oudera ia, die der hoogere bur
gerschool een warm hart toedragen. Den raad, hun
bq de opening, der school gegeven „audita et alteram
partem" (verneemt de dingen van twee kanten) volg
den zq trouw op, en zij bevorderden die eenheid
tuaaehen huis en school in oordeelen en handelen,
welke niet genoeg kan worden aanbevolen. Want,
naar we ons vleiden, werd ook van hnn kant een
bezwaar, een verlangen nnar opheldering steeds open
hartig medegedeeld, omdat ze niet wilden afgaan op
de berichten van hunne kinderen alleen. Én toen
bq de viering van het 12</i jarig bestaan der school,
April 1878, hun meer uitvoerig de bekoort jjïe, maar
moeielijke taak der opvoeding in huis en school voor
oogen werd goeteld, toen keerde menig ouderpaar
tot zich zelf iu en gedroeg zioh meer nog dan vroeger
naar het voorschrift dee diohters:
Geh' fleissig urn mit deinen Kindern, habe
Sie Tag und Nacht urn dich, und liebe sie,
"Und lass dich lieben einzig-schöne Jahre;
Denn nur den engen Traum der Kindheit sind
Sie dein 1 nicht langer
Ook mochten zq ervaren) dat de school in gelijken
'geest handelde. Zij herinneren zich zoo menig ge
sprok, dat het heil huuner spruiten uitsluitend be
oogde, zoo menige bljjde, eigen erkenning hunner
lievelingen, dat deze vooruitgingen in kennis, en
hun studielast voelden aanwakkeren, zoo menig blijk
van goedkeuring der hier verkregen ontwikkeling,
aan onze kweekelingen in de groote maatschappij ten
deel gevallen, wanneer huh de stempel der bruik-
baarhoid onder allerlei vormen op het voorhoofd werd
gedrukt. Ouder/rots, moeder- of vadertrots ioagt
geen verstandig mensoh, want die leidt tot blindheid
voor de gebreken onzer kinderen, maar oudervreugde,
ja, die voegt den bevoorrechten onder ons, en zq'
wekt goed geplaatste harten onvermijdelijk op tot
diepe erkentelijkheid. Dezo moet heden wel de
stemming zijn, niet enkel van den spreker, maar ook
van nog vele ouders onder ons.
Het ambt van leeraar is een schoon ambt, en,
moeilqk levens. Of is het niet schoon zich te wijden
aan de belangen der jeugd, der hoop van ons va
derland? Men kan zbo dwepen en terecht
met bet kleinood van Nederland, met prinses Wil-
belmina. Maar zijn dan onze eigen zonen en doch-
teren, de hope van ons volk, de toekomstige steun
pilaren onzer natie, zqn die geen algeheele toewij
ding, geen dwepende vereeriug waard? Welk een
verheven levenstaak, om in de hoofden en harten der-
zulken kiemen te leggen van kennis en deugd, deze
kiemen te keesteren en op te kweeken, en dat steeds,
met onverdroten toewijding, met waarachtige liefde
Want wie geen liefde heeft voor hetgeen hij doet
doet het sleoht. Zonder liofde kan men niet goed
dresseeren, geen hqnden, geen paarden, maar nog
veel minder jonge menschen. (Soc. Weekbl. 27 Sept.
90). Er is, zeggen 's lands wetten, lager en mid
delbaar en gymnasiaal of voorbereidond hooger on
hooger onderwijs. Doch er is ook hoogete onder
wijs, dat gegeven kan worden op alle sporten van
den ladder der staatswet. Dit hoogste ouderwqs is
door geen wet te regelen, noch te reglementeeren.
En toch luistert het naar een ongeschreven wet, de
zodewet, waaruit het voortspruit. Het stelt zich ten
doel door woord èn door voorbeeld èn door daad
menschen te votmen d. i. beelddragers Gods, die
voelen wat hun levenstaak is, die weten door hun
kundigheden daaraan te voldoen, die willen wat ze
voelen en weten. Immers meusch te zqn in den wa
ren zin des woords, dat eisebt als hoofdstreven van
iedor onzer, de grootste som van waar geluk in den
rnimat mogelijken kring rondom ona te verspreiden.
Kan men zich schooner ambt denken dan 't welk de
jeugd daartoe zoekt op te leiden Intusschen, ik
beweerde, dat het leeraaraambt moeielijk ia ook. Na
tuurlijk, groote bekwaamheden, met inspanning ver
gaard, "zijn een eerste vereiaolite. De gave der me-
dedeeling, der heldere uiteenzetting van gedaohten,
ia noodig, zoo goed als de tact om belangstelling te
wekken en de jeugd te boeien. Maar naast die gees
tesgaven behoeft de ware leeraar nog zoovele wen-
schelijke eigenschappen van lichaamssterkte, van tem
perament, van karakter, van hart, dat wel niemand
mij zal tegenspreken, als ik het ambt zwaar noem.
Leert er uit, toehoordors, zacht en dus verstandig
te zijn in uw oordeel over zulke personen 1
Aan onze school heeft in de afgoloopen 25 jaren
het personeel dor leeraren weinig, dat der beambten
geen afwisseling ondergaan. (Ik stel mij voor te
zijner tijd en plaats deze en aildero bijzonderheden be
treffende do historie der school in het vervlogen tijdperk
publiek te maken mijn geëerd publiek van heden
bied ik liever iets ander» dan namen, cijfers en feiten).
Menschelijk werk is gebrekkig en menschen zijn we,
die niets menscheljjks aan' zich vreemd achten. Elk
van ons, docenten, elk van de beambten, weet, dat
hij in meerdere of mindere mate achterbleef bij zjjne
roeping. Maar aller bedoeling is steeds geweest om
ieder naar zijn vermogen zijn werk ernstig te verrichten.
Ik sprak zoo aanstonds van het betrekkelijk slagen
der school, en weet zeker, dat zulks hoofdzakelijk
te wijten is aan het onderwijzend en dienstdoend
personeel. Maar dan het geheim daarvan? Ik zeg
niet te veel, als ik beweer, dat de eendrachtige,
bqna onverstoorde samonwerking de voorname oor
zaak is van het welslagen. En hoe werd die har
monie verkregen te midden van zooveel uiteenloof>ende
meeningen en inziohten .De ware wqshejd is, dat
men, naar Kant, de dingen doé'om de dingen. Das
niet om de personen. Personen hebben hunne zwak
heden en gebreken, waarvan het goed is den oor
sprong, zooveel doenlijk, te bestudeeren, opdat men
voor elkaar mild en toegevend zij bjj het beoor-
deelen. Immers op den bodem van elk mensehen-
hart ligt een kern van goedheid, die het plicht is
te doen uitkomen en ontkiemen. Waar nu met ernst
en verdraagzaamheid in dien geest gehandeld wordt, daar
kunnen geen klevende botsingen ontslaan tusschen
mannen, die een zelfde levensdoel najagen.
Dat we, en in zoover we daarin slaagden gedurende
een korter of langer roeka van jaren, ziet, dat maakt
op heden onze innige vreugde uit, dat doet ons op
recht erkentelijk zqn.
Eindelijk ndjj eenige woorden en gedachten, die
meer bijzonder betrekking hebben op U, vroegere
en tegenwoordige leerlingen onzer rijks hoogere bur
gerschool. Het is U missohien bekend, dat van den
aanvang af oen portret-album werd aangelegd, waarin
de beeltenis werd opgenomen van iederen gediplo
meerde, die, 'tzij den S-jarigen, 't zij den 5-jarigen
cursus met gewenschten uitslag had afgeloopen. Al
die portretten zqn aanwezig op één ha, en zullen op
het feest van dezen avond ter inzage liggen voor
een iegelqk, die gaarne oude schoolkameraads terug
ziet. Gjj verkeerdet of verkeert nog ih eentqdperk
des levens, waarvan ik den gemoedstoestand wensch
te kenschetsen langs liiatorisohen weg. Het kan U
niet verwonderen van den leeraar in de geschiedenis.
Luistert dus naar mijn lort verhaal. Toen voor
ongeveer 80,; jaren onze Staat door een spoorweg
wet flinke uitbreiding wilde geven aan de verkeers
wegen en dus de Staata-spoorwegljjnen zonden
worden aangelegd, ontstond er een wakker geschil
tusschen meerdere steden, die naar de eer, neen het
voordeel dongen om bij den nieuwen aanleg als
middelpunt des lands te worden beschouwd. Gq
weet, dat het pleidooi gewénnen is door Utrecht, de
oude bisschopsstad, waar nu nog de hoofdbureaus
gevestigd zijn. In die dagen van twistgeschrijf ver
scheen ook het volgend rijmpje in een der strij
dende dagbladen
Bij als ons doen en laten,
Hoe ooljjk wq ook praten,
Ja zelfs op 't oogenblik,
Dat wij het 't meest negeeren,
Blqft, hoe we ons wenden, keeren,
't Centraalpunt altjjd ik.
Toehoorders Die regelen teekenen het stand
punt, de natuurlijke gemoedsstemming der jeugd.
Velerlei voorrechten, honderden zorgen haar gewjjd,
doen ons zulks volkomen begrijpen. Ik laat daar,
dat kinderen uit onze beschaafde kringen doorgaans
het voorwerp zijn der innigste liefde, der telkens
wederkeerende oplettendheden, der dagelijksche opof
feringen hunner ouders. Maar welke zorgen om
ringen hen niet bovendien Ah 'leerlingen onzer
school zien zjj door de benoeming der hooge regee
ring over het middelbaar onderwijs een Inspecteur
waken, die krachtens zijn ambt de onmisbare bemid
delaar is, de deskundige voorlichter, de invloedrijke
raadsman van den Minister. Ze zien en ondervinden
S. v. heden de warme belangstelling, de levenwek
kende genegenheid eener Commissie van toezicht
voor hunne inrichting, ze kennen de goede bedoe
lingen hunner leermeesters zelfs ondanks hunne eigene
tekortkomingen, en vragen zich af met N. Seets,
die tevens in een distichon het antwoord gaf met
leerrijken wenk, of zo zooveol onverdiende toewijding
begrijpen
Begrijpen Neen, dat zal niet gaan
Maar grijp het onbegrepene aan
Geen wonder dua, dat de leerlingen van vroeger
err thans het onbegrepene toch aangrijpen, dat ze
innig dankbaar zijn voor zooveel goeds als hun ten
deel viel. Ze zijn het met ons eens „l'homme naqnit
etc." En dien plicht der erkentelijkheid achten ze
niet zwaar, omdat hq voortvloeit uit erkenning
san het goede, en omdat het goede op te merken
voor iedereen een genot is. Ik weet het wel, som
migen Uwer vieren dezer dagen nog andere dank
feesten, uit historische herinneringen voortgosproten,
heden het „Loofhuttenfeest," morgen de „Vreugde
der Wet." Maar hebben dan de dageljjksche zege
ningen ook voor do aanhangers van hot Christendom
niet een waarde, althans even beteekenisvol als de
historische Laten we niet onderdoen voor onze
ïsraëlietische stad- en landgenooten, en beide soorten
van zegeningen in eere houden, niet enkel door
feestviering, maar meer nog door daden van onver
droten toewijding, doqr handelingen en gedragingen,
die dag aan dag getuigen van ons levendig dank
gevoel. Geliefde leerlingen dezer school, brave jon
gens en meisjes, als zoo aanstonds de feesttonen
verstomd zullen zqn, als wjj in do volgende week
terugkeeren tot het dagelijksche „einerlei" van den
geregelden schoolgang, dan bljjve toch de kern, de
bedoeling van dit feest, namelijk U te stemmen tot
noeste pliobtsbetrachdng. Bedenkt toch vooral steeds,
wat de dichter Longfellow in zijn Psalm of Life zoo
sohoon zingt
Not enjoymont, and not sorrow,
Is our destined end or way
But to act, that each to-morrow
"Find us farther than to-day
Let us then bé up and doing,
With a .heart for any fate
Still achieving, still pursuing,
Learn to labour and to wait.
Laat de volgende eeuw het ondervinden, dat de
hoogere-burgersohoolieren van 1890 waarachtig er
kentelijk waren voor genoten weldaden, dat ze zich
ernstig wijdden aan de studie, zoodat zjj met liefde
en inspanning één voor één de .kroon .zetten op het
hoofd hunner 25-jarige alma mater, hunner voed
ster. Dan zullen de dogeljjk ontwikkelde mannen
en vrouwen van 't jaar '90 een kern der burgerjj
vormen, Gouda en het vaderland ten zegen. Dan
wordt do heilbede verwezenlijkt, die het slot vormde
van een warm, deelnemend schrijven, 't welk onze
oud-collega Dr. Gleuns onlangs tot mij richtte, en
die uw aller instemming mojje wegdragene vivat,
crescatflor eat
Zjj leve de E. H. B. te Gouda, zjj moge voor
spoedig groeien, sjj bloeie in lengte van dagen
Ik heb gezegd.
Een daverend applaus volgde op deze schoofi1
toespraak en daarop nam Mr. van Bergen IJzendoorn
opnieuw het woord en sprak ongeveer aldus
Ik zeg den Directeur Dr. JuliuS hartèljjk dank