um s m HAwrmKTÏÏICTS-. j. Lii:iuuTsi:\. BiiltealaitM Overzicht. PjmOLEUM-NOTiERINGEN ADVERTENTIES. Caatzlaar Sdulkwgk, Ratterdam, ADVERTENTIEN. braoht, in 't bijzonder wat betreft remmen, draag- ▼eeren, assen, enz. Dè verlichting geschiedt door electriciteit, de signaleering eveneens. De innerlijke inrichting van den trein is eenvoudig, alle bijzondere luxe is vermeden. In don keizerlijken waggon zijn, op verlangen van den Czaar, de meubels van den ouden waggon, voor zoover zij bruikbaar waren, we der opgenomen. Een proefrit, welke dezer dagen met den trein werd gedaan, voldeed volkomen aan de verwachting. Behooren de examens in de beschaafde landen al niet tot de aangenaamste zaken, zij z\jn nog niets, vergeleken bij het let van een Chiueeschon exami nandus. In alle provincie-hoofdplaatsen bevinden zich examengebouwen, welke hoogst eigenaardig ingericht zijn. Op een groot plein, meestal vóór een tempel van confucius, zijn rijen van cellen gebouwd, van elkander gescheiden en in een verbazend groot aan tal. Zoo heeft men bijv. te Canton 7500 en in Peking 9999 van zulke cellen. Zij staan elk afzon derlijk, vier tot vqf voet van elkander verwijderd, en zijn uit steen opgebouwd. Aan beide zijden van deze cellenreeksen bevinden zich torens voor wachten, die toe te zien hebben, dat er geen gemeenschap plaats heeft tusschen de cellen onderling, terwijl ook op den toren des tem pels met hetzellde doel wachten geplaatst zijn. Elk dezer cellen is juist groot genoeg, dat een man er rechtop in kan staan. Het ameublement bestaat uit planken, die in den muur geschoven kunnen worden. De bovenste plank dient voor tafel, de onderste voor zitbank. Drie dagen en drie nachten nu moeten de examinandi, geheel van de wereld afgezonderd, in deze vrijwillige gevangenis doorbrengen. Voedsel ontvangen zij1 uit de groote ketels, die voor een bepaald aantal cellen in een open haard zijn inge metseld. Aan beide zijden der cellen staan groote aarden vaten met drinkwater. De examen-commissie geeft eiken candidaat een gestempeld vel papier, terwijl zich in elke cel een doosje Oost-Indischen inkt, een penseel, een thee pot en een kopje bevinden. De examinatoren en de jury hebben insgelijks hunne cellen in do nabijheid van den tempel, doch deze zijn grooter en geriefelijk ingericht, terwijl zij hier bezoek mogen ontvangen? {Zondagiblad.) Als een Chinees in den vreemde begraven wordt, strooit, terwijl het lijk naar het graf wordt gedragen een der vrienden, feestelijk opgetooid, kleine papier strookjes rond, die met wijze spreuken van Confucius 4 zijn beschreven vóór het sterfhuis worden roode papiertjes met dergelijke opschriften geftrooid. Op het graf wordt een gebraden kip, eene hoe veelheid rijst en eene flesch Chineescne wijn geplaatst, en na afloop dor plechtigheid gaan de treurende verwanten heen zonder om te zien. Daarvan maakt natuurlijk een aantal Amerikaansche vagebonden gebruik om, zoodra de kans schoon is, als wolven op de achtergelaten eet- en drinkwaren aan te vallen en die met de grootste bedaardheid op de plaats-zelve te verbruiken. Wanneer het lijk vergaan is, worden de beenderen opgegraven, gewasschen en zorgvuldig met een bor stel gereinigd, aan kleine pakjes gebonden, sierlijk van etiquetten voorzien, in eene tinnen doos gelegd nieuwsgierigheid u hierheen drijft en ge niet bang zijt voor een mogelijke meelvlek, dan met genoegen." Een behoorlijk redacteur moet alles kennen. Fors ter had gisteren tegenover zijn voorkomenden gastheer, den heer Schwarz, wiens liefste herinneringen samen hingen met een verblijf van vier weken te Berlijn en dio daarom niet gerust had voor dat het inkwartierings- comite hem een echten Berlijner als gast had toebe deeld, niet weinig op zijn lokale kennis van Berlijn gebluftgeen hoekje der hoofdstad, van het nieuwe museum tot het Orpheum, was hem onbekend,— zooals hy had beweerd. Hoe het er echter in de keuken ran een goed burgerlek gezin uitziet, waar de moeder of de cTochter den potlepel als scepter Toeren, dat wist Fövster, trots zijne vele onderrindingen niet, of liever, hij had het in zijn ongezellig jongelui's leren lang vergeten. Toen hij nu in de zindelijke ruimte rondzag, met het blinkende vaatwerk aan de muren, en de ko kende en borrelende' pannen op het vuur, overvielen hem droevige herinneringen aan zyn hnia en hij dacht aan de keuken, waar hij als jongen bij zijn moeder een eierkoek uit de pan gesnoept en daarbij zijne hand jammerlijk gebrand had, Maar Mela liet hem niet lang tijd zich aan zijne droomerijen over te geven. „A's ge geen paprika kent, zal ik de haantjes maar liever braden. Paprika of Spaansche peper moet men kennen om er van te houden. Maar ge kunt me rheel goed helpen met deze erwten te doppen." «Erwten?" vroeg Förster ijverig een bankje naar en aan een Chineesoh handolshuis toevertrouwd. Heeft dit eene genoegzame hoeveelheid beenderen by elkander, dan wordt een schip afgehuurd, dat de beenderen naar Shanghai, Canton of Hongkong overbrengt. (Zondagsblad) Het Turksche oorlogschip „Ertogroul' vertrok den 15en Sept. van Yokohama en verongelukte drie dagen daarna by don Osima vuurtoren, aan den ingang van het Kii kanaal. Het werd door een typhoon, dien geesel der Chineesche en Japansche zee, beloopen, en tijdens dezen vreeselyken storm barstte de stoom- leibuis, waardoor eene ontploffing werd veroorzaakt, ten gevolge waarvan velen werden gekwetst, gedood, of overboord geworpen, zoodat het gekerm der ge wonden en stervenden de lucht vervulde. Het stoom- sohip was door de ontploffing zoo zwaar besohadigd, dat het klaarblykelyk niet te behouden was. Kapi tein Ali Bey beval onmiddellyk, de booten uit te zettendoch deze sloegen zoodra zij te water kwa men onderste boven en werden door de zee wegge slagen. Degenen die niet door de ontploffing gedood of gewond waren, liepen als razend van angst over het dek, of sprongen door schrik bevangen overboord. De onmogelijkheid inziende om het schip of de op varenden te redden, gaf de kapitein bevel dat ieder zioh zoo goed mogelyk moest zien te redden en sprong zelf in zee, waarin hy onmiddellyk verdween. Vyf minuten daarna zouk het schip. De zee wemelde van zeelieden die traohtten den wal te bereiken, die slechts eene halve mijl verwyderd was, hetgeen echter slechts aan de sterkste zwemmers gelukte- De vice-admiraal Osman Paoha worstelde vruch teloos in de woedende golven. Door een stnk hout aan het hoofd getroffen, zonk hij onmiddellijk daarna. Vele der overlevenden hebben armen of beenen gebroken, vermoedelijk doordat zij door de zee bij het aan land komen togen de klippen werden ge slagen. Door de visschers aan de kust werden zij, zoo goed de middelen het toelieten, verpleegd. Twee der geredden vertrokken om assistente na3r Kotó, dat ongeveer 100 mijlen verwyderd was van de plaats waar het stoomsohip verongelukte. Dewijl er geen Turksche consul was, bood de oommaudant vau het Duitsche oorlogsvaartuig «Wolf" aan, de schipbreu kelingen naar Kobé te vervoeren, hetgeen gebeurde. Van de 653 personen, die zich aan boord be vonden, onder welke vele uit de aauzienlyksto Turk sche familiën, werden er slechts 69t gered. Er zijn „wielrijders" van eiken leeftijd, maar wei nigen zullen er zijn, die den heer Bornaric, gepen- sionneerd ontvanger der indirecte belastingen, oud 82 jaar, eu wonende in het Fransche stadje Olonzac, in leeftijd overtreffen. De rustende ambtenaar was op zijn ouden dag nog pen hartstochtelijk wielrijder. Veertien dagen geleden reed hij nog van Limoux naar Olonzac, een afstand van 80 kilometers. Laatstleden Zondag Werd hy dood op zijn rywiel gevonden. Juist toen hij weêr een iScbtje had wil len ondernemen, werd hij door een beroerte getroffen en stierf onmiddellyk. Uit de rekening en-verantwoording over 1889/90 door het hoofdbestuur der Maatschappij „tot Nut vau 't Algemeen" aan de departementen toegezonden, ontleenen ,wijDe ontvangsten hebben bedragen 45,184.17'/,, waaronder 1638,51 batig saldo der vorige rekeningaan rente is ontvangen 7746,27'/», dat van Mela toetrekkend, „erwten? dat zijn immers peulen." „Peulen of groene erwten, dat is zoo lang als het breed is," verleide Mela hem. „Strikt genomen hebt gij gelijk, de naam do'et niets ter zake. Weet ge hoe de Franschman, die lust in erwten had, maar niet op den naam kon komen, ze aan den kellner beschreef?" „Hoe dan?" „Als men er op drdkt, zegt ze knak, ze wandelt er uit, vijf of zes personen." „PrachtigJa de nood maakt vindingrijk. Maar zondt ge uw erwten niet wat sneller knak kunnen laten zeggen, mijnheer, en liever de groote gelen dan de kleine groenen snoepen?" „Wanneer ge het verlangt, met het grootste ge noegen ofschoon de, kleinen zooter zijn." Do keukehklok sloeg tien. V „Mijn God, is het reeds zoo laat 1" riep Förster. „Het is hoog tijd, dat ik opstap I" „Kom toch vooral op tijd thuis, ander»'valt de „Faumkoch" (ommelette soufflée) die ge zult krijgeD, geheel in elkander." „Faumkoch wat ia dat nu weer „Dat zult ge zien, als,ze op tafel komt." En Förster ging naaf de vergadering. Misschien had hij het niet gedaan, en het met de znlken gehouden, d je/in plaats van zich er over warm te maken, hoe' men he't eigendom van den geest voor vrijbuiterij beschermen .dh de redacteuren van de ver- aan contributie 25,875.95, van het kapitaal der Maatsohappy 4000. Daarentegen is het fonds vermeerderd door aankoop van inschrijving op het grootboek tot een bedrag van 4888, voortsprui tende uit een legaat en uit het aandeel van de Maatschappy in het reservefonds van de opgeheven spaarbank van het voormalig departement: Westland- sohe dorpen. De kosten van algemeen huishoudelijk bestuur hebben bedragen 8687,36, die van de algemeene vergadering/ 5606,88, de almanak heeft 4969,45 gekost; ten behoeve van.het onderwijs zyn de departementen gesubsidieerd,met 4950. In het geheel is tot bereiking van het doel der Maatschappij uitgegeven 24,876.95. Het saldo in kas was 24,98'/,. Voor het jaar 1890/91 zijn de behoeften begroot °P 43,591.98'/,, de ontvangsten op/ 85,291.98'/,, zoodat 8800 uit het fonds der Maatsohappij zal moeten gesuppleerd worden. De financieele com missie sluit dan ook haar verslag met de verklaring, dat de versterking der middelen dringend noodzake lijk, ja broodnoodig is. Het kapitaal der Maatschappij bestaat uit eene inschrijving op het grootboek tot een bedrag van ƒ202,025, terwyl in prolongatie belegd is/12,000. De „Haarl. Ct." meldt „Omtrent de vermoedelijke vergiftiging te Boden vernemen wij nog, dat na het overlijden van het meisje aan den geneesheer geweigerd werd, het lijk te schouwen. Natuurlijk deed deze hiervan aangifte by de justitie. De misdaad had, gelyk zoo dikwyls, zich^ zelve verraden. Opmerking verdient nog dat herhaaldelijk doch vruchteloos bij den dokter gezonden was om een slaapdrank. Ware hy gegeven, waarschijnlijk zou de moeder dan hebben uitgestrooid dat de drank te sterk en de oorzaak van den dood geweest was. De vrouw had by allen die haar keuden, een zeer slechten naam. Na bet overlijden van haar man was het geld, van hem geërfd, spoedig opgemaakt, evenzoo het erfdeel van den zoon. De' bezitting van het meisje was by den voogd in vei ligheid doeh zoodra zy den wettigen leeftijd voor het maken van een uitersten wil 19 jaren bereikt had, liet de moeder haar een testament ma ken, waarby Z'J zelvè tot er|gonaam werd benoemd." In de Haagsche Ct. wordt de aandacht gevestigd op de brandverzekering der gemeente eigendommen en wordt de vraag gesteldIs het goede financieels politiek die assurantie te bestendigen? Of fs het te gewaagd, haar pp te zeggen en voortaan zich zeiven te assureeren? Er is in den Haag in de laatste dertig jaren geen enkele brand van eenige beteekenis in een gemeentegebouw geweest. Minstens is in die dertig jaren aan premiën met rente tusschen de 3 en 4 ton goud betaald, zonder dat schade vau beteekenis was te vergoeden. Dit is echter dat spreekt van zelf nobit vooruit te zeggen. Brandgevaar is onzeker, en as surantie natuurlijk een kansrekening. Maar iets an ders is het te vragen of die kansrekening niet voordeelig voor de gemeente zou uitvallen, als zij zich zelve assureerde. Die vraag beantwoordt de H. 'Ct. bevestigend. Zy berekent, dat wanneer de gemeente 's-Gravenhage sinds 1865 het bedrag van ƒ9000, dat zij jaarlijksch aan assurantie-premiën uitgeeft, had opgespaard, zy nu reeds een kapitaal f van omstreeks 325,000 zou hebben belegd. Voert plichtiug tot getuigen omtrent manuscripten bevryden kon, het Weener volksleven in de Liesinger Bierhalle bestudeerden of in Schönbrunn op den Gloriettel pleizier in hun leven hadden, maar Mj moest toch zyne onbekende correspondente gele^raheid geven hem vriendelyk te naderen. De debatten raakten reeds ten einde, toen htjnn- nenkwam. Nieuwsgierig zwierven zyne oogen over de aanwezigen. Dames waren er, zeker. Maar of zyne .schoone onbekende zich onder haar bevond Nu sloot de president de vergadering een levendig 'gewoel ontstond. Oude kennismakingen werden her nieuwd, nieuwe aangeknoopt, hier en daar werd er ijverig verder gedebatteerd. Förster zag juist om zioh heen, naar welken kant hij het best zou kunnen weg komen, toen eene reeds wat oudachtige jonge dame van buitengewone lengte en magerheid, met melancho liek afhangende dunne krollen en in een geel zijden japon gehuld, zich een weg baande door het gedrang. „Ich bin zwar eine Stange,-Doch «ine lange, lange," mompelde Förster spottend. Toen kromp hy ineen van schrik, want de dame kwam recht op hem af en be gon, zonder op zijn ontzetting te letten, met liefelyk Juitende stem. „Ik geloof het genoegen te hebben, mynheer Förster te zien. Ik voel me oneindig gelukkig kennis met u te maken." I - (Wordt vervolgd.) y 4 men hiertegen aan, dat de gemeente geen afzonderlijke fondsen mag hebben, dan antwoordt de H. Ct. dit behoeft ook niet, daar zy eenvoudig jaarlijks het bedrag der assurantie-premiën zou kunnen besteden voor extra-aflossing van schuld, wat precies op het zelfde zou neerkomen. Het voordeel van deze wijze van handelen zou hierin bestaan, dat men by aanneming vpn cjit sys teem een maximum zou vaststellen bv. van 250.000 en met de opsparing van assurantie-kapitaal zou ophouden, zoodra dit maximum kou zijn bereikt, d. i. na ruim twintig jaren. In dion ;tyd zou het voordeel niets mogen bedagenmaar indien intus- schen geen groote ramp de stad had getroffen, zou men daarnalo. de begrooting van do premie van 9000 'sjaars kunnen ontlasten, en 2o. als verdere aangroeiing van het (feitelijk opgespaarde) waarborg kapitaal de rente kunnen boeken, verkregen door die extra aflossing van 250.000 (zynde aanvanke lijk 8700, ongeveer 't bedrag der tegenwoordige premiën, en verder natuurlijk jaarlijks meer rente op rente.) Indien de groote gemeenten, die een goede brand weer hebben, elkaar dan bovendien nog onderling assureerden, dun zou elke kans op een flnancieele ramp verdwenen zijn en die gemeenten reeds in het jaar 1910 belangrijk gebaat wezen, alzoo, indien wy 'tal niet beloven, dan toeh onze kinderen, en zoo vermag een gemeentebestuur waarlijk wel voor uitzien. Vooral wanneer het, een blik achterwaarts werpende, optelt wat het al groote sommen aan particuliere maatschappijen betaalde. Bij het overnemen van het bedryf der Ned. Bhynspoorwegmaatschappy door den Staat, te midder nacht van 14 op 15 October, werd de directie dor B. S. Mij. gelijktijdig door den deurwaarder Have- kotto gesommeerd, om een bedrag "an ƒ95,412,83 aan leges te betalen. Dit werd geweigerd, zoodat nu de reohter zal hebben uit te maken of de maatschappij tot beta ling van dat bedrag verplicht is. Met 1 Januari 1891 zal het Volksbladorgaan van de Vereeniging Volksonderwijs, als maandblad verschijnen by den heer C. A. M. van Vliet, uitge ver te 's-Gravenhage. By het besluit tot deze verandering hebben, naar het VMsblad mededeelt; financieele redenen wel ge wicht in de schaal gelegd, maar geenszins den door- slag gegeven. Voornamelijk bestonden dio redenen daarin, dat het wenachelyk werd geacht voor andere doeleinden meer geld beschikbaar te hebben, dan by de uitgave vau een weekblad mogelijk bleek. De^ heer Hugo Muller bespreekt in de /Nieuwe Gids" het door den heer van Houten ingediende wetsontwerp op de onteigening. In ,zyn inleiding wjjst hij op de veranderingen, die in den Insta ten tijd op economisch gebied heb- hgp plaats gehadden val der Manchester sohool, bit meer en meer verplaatsen der macht naar de vereenigde proletariërs en de wijziging, die de eigen domsbegrippen hebben ondergaan. In ops land, dat volgens schrijver in vele opzichten zoo bedroevend achterlijk is, is het indienen van het wetsontwerp des heeren Houten een teeken, dat ook hier de symptomen vin voortschrijdende ontwikkeling worden waargenomen. Dat het wetsontwerp nu eenige kans zou hebben wet te worden, gelooft hy echter niet. Tegen het voorgestelde ontwerp als zoodanig heeft de sohr, overigens een groot bezweer, namelyk dat de onteigende perceelen niet eigendom van de ge meente blijven, maar verkocht moeten worden aan een eigenaar. Hierdoor, zegtr hy, blijft de gemeente niet aansprakelijk voor de gevolgen, zy doet niet anders dan makelaerediensten zonder courtage en het ie te vreezen, dat daaruit misbruiken zullen voort vloeien, die het hooger administratief gezag niet «al kunnen weren. Z. i. moet dalgrond aan de ge meente blijven. Welke waarborgen heeft men endera, dat de volgende eigenaar den grond wel aan zyn nieuwe bestemming zei doen beantVoordea De' de heer Van Houten in zyn ontwerp den ifidividueelen eigendom handhaaft, berust vooral op practische gronden. Hy aoht de voordeelen, van een vaat erfelyk en, behoudens onteigening, onher roepelijk recht op den bodem zeer groot, maar bo vendien meent hy, dat de zegenrijke gevolgen dezer wet zullen uitblijven ale de nieuw eigenaar niet eeu onherroepelijk recht houdt op (Ju groud, dien hy aan zijn bestemming «ril doen beantwoorden. De heer Muller bestrydt deze punten. Tegenover de rooraeelen, die hy oo|c erkent, staan vele nadeelen en dat de wet niet .gunstig zou werken zonder dit voorbehoud, aeht hy ook onjuist en verwyst naar den landbouw op gepachte grondeir. Bovendien kan, als de gemeente den grond weer terugneemt, ver goeding worden gegeven voor aangebrachte verbete ringen. Voor de bebouwde of te bebouwen gronden acht de heer Muller erifelyk bezit evenmin gewenscht. Z. i. zon de gemeenschap meer naar de eischen der hygiëne bouwen, dan de bouwers thans in groote steden doen. Een ander bezwaar van den heer Van Houten is, det de gemeente misschien gaat speculeerea met den grond of de pachten opjaagt. Doch, antwoordt de heer Muller, speculatie is onmogelijk als de gemeente de perceelen steeds in eigendom behoudt. En als zij eens de pachten opjoeg, die zou der gemeenschap ten goede komen. Er is nog een voordeel, waarop de heer Mifller wjjst. Als de gemeente in erfpacht geeft, kunnen onbemiddelde personen daarvan gebruik maken die niet genoeg kapitaal hebben om bij verkoop meo te dingen. Voor de schadeloosstelling, die wordt gegeven bij onteigening, dient als basis40-maal de belastbare opbrengst, d. i. de jaarlijksche zuivere pacht of huur waarde. Hierbij wordt in rekening gebracht de waarde aan hout enz. die op of aan delfstoffen die in den grond aanwezig is. Meent de eigenaar, dat zjjn eigen dom meer waarde heeft, dan kan hij aan het Ge meentebestuur die meerdere waarde opgeven. Die opgegeven hoogere waarde wordt, bij eventueele onteigening, als bedrag der schadeloosstelling aange nomen tenzij blykt, dat de opgegeven waarde denkbeeldig is of dat do opgave alleen -geschiedt om de werking der wet te belemmeren. De waardebepalingwordt dus bijna geheel aan den eigenaar overgelaten. Min of meer wordt hij in zjjn schatting gemaligd, ten eerste doordat die eigen schatting geldt als grondslag van registratie- en sucoessierecht en ten tweede doordat de gemeente van het opgegeven surplus een belasting van 2 per mille per jaar mag heffen. Toch is de heer Muller bevreesd, dat menigmaal de tusschonkomst van den reohter zal moeten ingeroepen worden tot het ver krijgen eener matige taxatie. Het tweede hoofdbeginsel der wetde vaststelling voor altijd van de waarde van den grond, aeht hij vooral bezwaarlijk voor do gronden, die in ciiftunr gebracht worden. Stel by v. een stak dat getuit oord is voor 5000.Dit |pvert bjjv. het eerste jaar 160, daarna door bemesting enz. na 20 jaren 250 en na 30 jaren f 350. Welk e'en wanver houding tusschen opbrengst van den grond en kapi taalsrente 1 Wordt de grond dan ten tweeden male onteigend en weer verkocht, dan ontneemt de ge meente de voordeelen aan den eenen eigenaar om zo den ander in den schoot te werpen, zonder dat de gemeenschap eenig voordeel or bij geniet. Ook/dit zou men kunnen voorkomen, als de gemeente eige nares bleef. i In Frankrijk schijnt het gevaar voor een minis- terieele crisis voorloopig geweken te zijn. Men ge looft ten minste niet, dat de meerderheid in de begrootiugsoommissie by haar verzet tegen de regee ring zal volharden.Het is ook uu weer de oude geschiedenis. De meerderheid, die het ministerie en vooral den minister vaa financiën Bouvier aanvalt, bestaat uit radicalen en anli-republikeiuen. Men meent uit dit begin van den parlementairen arbeid te mogen opmaken, dat het ministerie-De Freyoinet zich weer op een aanval van verbonden radicaleu en ^oonservatievon kan voorbereiden en daarbij wel- lioht het leven zal laten. De begiootings-commissie schijnt'zelve niet reeht te weten, wat zij eigenlyk wil. Eerst werd het ont werp van den heer Bouvier tot belasting van ge neesmiddelen en toiletbehoeften eenvoudig ter zijde gelegd, daarna werd besloten het ontwerp ten minste te onderzoeken, vervolgens werd het verworpen en eindeljjk werd besloten de geheele begrooting nog' eens to behandelen, ten eiodo te zien, wat nog kon bezuinigd worden. Zeer veel beeft dit niet gebaat, want in hetgeheel heeft de commissie niet meer dan 1,695,000 fr. kunnen vinden, en wel 1,011,000 fr. op de begrooting van financiën en het overige op de begrootingen van onderwys, schoone kunsten en landbouw. Ook op de begrooting voor marine werd nog een paar hond.erd duizend francs bezuinigd, maar ten slotte zag de commissie zieh toch genoodzaakt^ haar toevlucht te nomen tot Bouviers belasting-ontwerp, dat met 15 tegen 6 stemmen ter beoordeeling aan een onder-commissie werd verzanden. Men meent dit besluit te mogen beschouwen als het bewijs, dat de commissie ten shotte toch zal toegeven. He Duitsche Byksdag komt, zooals men zich wel licht herinnert, eerst ae volgende maand bijeen en zal verwacht worden zoo spoedig mogelyk de be grooting af-te doen. Op die begrooting komt Oor log voor, met een oyfer, dat pl. m. 24 millioeu M. hooger is dan het vorige. Deze verhooging vloeit hoofdzakelijk voort uit de vroeger aangenomen ver sterking van het leger, wegens het rooklooze, tegen woordige rookzwak genoemde kruit werdt 6 million gevraagd, deels voor het maken, deels voor oefenin gen. Verder zou de hoogste zuinigheid betracht zijn. Men weet 't, ieder is in de wereld zuini" op zijn eigen manier. De ontmoeting van den Duitschen rijkskanselier, Caprivi, met den Italiaanschen minister-president', Crispi, zal naar men thans weer bericht, 23 dezer te Genua plaats hebben. Vóór het einde van het jaar zullen Duitsche en Oostenrijksche gevolmachtigden te Weenen in confe rentie bijeenkomen, ten einde over de handelspolitiek der beide rijken van gedachten te wisselen en 'een Duitsch-Oostenrijkseh handelsverdrag voor te be reiden. De rijkscommissaris Wismann zal met zyn adju dant Buwiller, 25 dezer do terugreis naar Oost- Afrika aanvaardem De bezwaren met betrekking tot d^ toekomstige positie van Wissmann in Oost- Afrika schijnen dus uit den weg geruimd. De Oost-Afrikaansche kolonie zal, naar men verzekert geplitst worden in twee onderling onafhankelijke districtenhet kustgebied onder baron Soden als civiel gouverneur,, en het gebied der meren ouder Wissmann als militair gouverneur. De oonferentie, welke de leiders der liberalen en clericalen m Tessino te Bern hielden, heeft geen afdoenden uitslag opgelevord, omdat men geen grond slag kon vinden, waarop een schikking kon worden getroffen. De conservatieven namelijk weigeren te spreken over de herziening der grondwet, voordat de termijn verstreken is, binnen weikon nog protesten tegen de geldigheid der volksstemming kunnen worden inge diend. Verdere beraadslagingen waren daarom ge heel nutteloos, zoodat de conferentie onverrichter zake uiteenging. Evenwel werden toch drie libe ralen en drie conservatieven aangewezen, ten einde later do beraadslagingen voort te zetten. In beginsel .hadden ook de conservatievbn geen bezwaar tegen en regeering samengesteld uit vertegenwoordigers van beide partijed, zoodat een schikking nog niet geheel onmogelijk is. Je Charleroi is op verscheidene kolenbranderijen hot werk gestaakt^ Drieduizend werklieden eischen hooger loon. Men gelooft dat (Jp boweging Maan dag zich uitbreiden zal. vftn de Makelaar» De markt w^s heden vast. Loco Tankfust 7.90. Geïmporteerd fust 7.95 Januari- en Fobruari-levering 8.05. Novembrr- levering 7.85. December-levering 7,95. Aan a"en d'e mij, bij gelegenheid van den 17e dezer bewijzen van belangstelling gaven, betuig ik b|j dezen mijn iqnigen dank en in 't bjjzonder aan de Leerlingen der Rijks Hoogere Burgerschool. H. J. STEENBERGEN. 20 October 1890. Het BESTOOK der School voor Christelijk Nationaal Onderwijs in de Lange Groenendaal betuigt zjjn oprechten daak voor de milde gaven in de pas gehouden Collecte, die de som opbracht van 223.26'. Namens het Bestuur, J. a ZELDENRIJK, Voorz. G. van dee ZWALM, Sec. Zoet en fijn van smaak, 40 Cent het Pond, extra kwaliteit in alle Binnen- en Buitenlandsche Cou ranten, worden dadeljjk opgezonden door het Advertentie-Bureau van A. BRINKMAN en ZOON, te Gouda.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2