L
EENE
l
BIN]
1890.
BulUulaiidsch Overzicht.
FEl
over denkt. Als I
G
Ahótiderlgke
De ii
was
Dit wordt in stemming gebracht met denzelfden
De uitgave d(
met uitzond
De prijs per
per post
Hedenmiddag
heer J. B. vi
water. Gelukk
spoedig w^der
Dat was För
loodzware slaap
morgen gevangi
Mela was rei
wond hart zag
aan. Werktuigel
ging om te kor
hem op de ton,
als iemand on
broodjes smeer
maar heen, ik
Maar wat li
worden uitgeste
//Ik moet je
spanning van zi
//Waarom verzv
mij voelt, Mela
„Ik begrijp j
//Als je hart
Jan niet beter
hadt, voordat ji
in stemming gebracht.
Foor stemmen de hh van
Vreumingen, Hoogenboom,
Straver en van Veen.
Tegen stemmen de hh. Fortuijn Droogleever, Ko-
i van Goor, Prince, van Iterson,
r en de Voorzitter.
De stemmen staakten alzoo en de beslissing
aangehouden tot eene volgende vergadering.
Bij den postn Opbrengst van de gabel voor het
bevaren van de rivier de Gouwe" st< It de heer van der
Garden voor dezen met 2000 te verhoogen en
GO
Gaarne vol
«Tergouwsche
bedrag vau di
sium niet uil
gehaald had
Hoofdstuk V
echter geeft
haar zonderlii
springen. W
fers der begi
die toch al
dan behoort
trouwbaar of
zeggen. Men
cjjfers door a
beter met he
bet een feit, i
subsidie teruf
gedane nitgav
Op het ove
geen wjj in
Alleen meene
brengen, dat
wen, ook wa
wijs geldt1
steed, behoor
daarom het
hierover ia aangehouden tot de volgende vergadering.
In verband daarmede wordt ook de beslissing over
den post: ttGeldleening ter voorziening in de koeten I
van openbare werken”, die op 30000 uitgetrokken I
is, aangehouden en eveneensde postder Plaateelijke dri mi“i(num 'tarief Bordt gelohrapt.
dwecte belasting.
der Garden, Lotsy, van
van der Post, Jager,
spr. moet ronduit zeggen hoe hij er
men de toekomst wegdenkt, ja dan kan men hier
nu wol besluiten de opbrengst der scheepvaart hoog
op te voeren en de pL dir. belasting niet te vor-
hoogen, maar voor ieder, die ernstig de zaken nagaat
is zulks onmogelijk. Men moet Gouda niet gelijk
stellen met andere gemeenten, die vaste inkomsten
hebben en wien geen gevaar boven het hoofd hangt als
ons. Gedurende den tijd dat spr. raadslid was,
hoorde hij telkens met blijdschap zoggende op
brengst van de scheepvaartrechten was deze maand
zóóveel, die maand zóóveel enz. enz. Spr. zeide dan
steeds daarop ik condoleer de gemeente met die
hooge opbrengst, Hoe hooger zij is, hoo vorkeerder
rekening gemaakt wordt. Wij moeten alles doen om
degelijke, flinke verbeteringen aan te brengen, maar
niet besluiten nomen, die ons wol eon uitstekend,
goed-uitziendo rekening over 1891 bezorgen, maar
do toekomst veel donkerder maken. In het belang
der gemeente is het derhalve het voorstel van den
hoer van dor Garden niet aan to nemen Do hoor
van der Gaiden beantwoordt den vorigen spr. en
zegt juist met het oog op de toekomst zijn voorstel
gedaan te hebben. Als men ziet hoe verleden jaar
belangrijke werken werden uitgevoerd zonder dat de
leening, die op de begrooting stond, word aange
gaan, dan is hot duidelijk dat de financioele toestand
dor gemeente zoo slecht niet is. De heer Prince
is een ander gevoelen toegedaan als de vorige spre
ker en betoogt dat do gomeente zoo weinig moge
lijk moet leenen. De eenige gezonde oplossing dor
zaak is dat wij ons zelf een verhoogde belasting
opleggen en spr. is dus voor het voorstel van B- en W.
De heer Jager zegt dat alleen dit de vraag is
zijn wij vóór of tegen verhooging van den hoofde
lijken omslag Om die vraag te beantwoorden moet
men den stand van zaken nagaan on doet men dat
dan komt men tot het resultaat, dat onze finantioele
toestand zeer gezond is. Is hef geoorloofd den post
der opbrengst van de vaart door de gomeente met/6000
te verhoogen? Spr. beantwoordt die vraag bevestigend.
Verschillende Begrootiugs-Com missiën hebben daar
jaren achtereen al op aangedrongen en daar de op
brengst ieder jaar veel aanzienlijker is dan de daar
voor uitgetrokken som is een verhooging zeer ge
rechtvaardigd.
De heer Ussel de Schepper vraagt aan den Voor
zitter of hem de opbrengst van de vaart door de
Gemeente over de 9 maanden van 1890 ook bekend
is, wy weten dan de vooruitzichten voor dit jaar.
De Voorzitter antwoordt dat de opbrengst van do 9
maanden van dit jaar ongeveer gelijk is aan die van
het vorige jaar, maar de ongunstige maanden staan
voor de deur en derhalve is daarover thans weinig
te zeggen.
De heer Noothoven van Goor merkt den heer van
der Garden op dat B. en VV. blijkens andere uitge
trokken posten, niet schromen hoog te ramen, maar
men moet niet uit het oog verliezen dat bij eenigen
tijd sterke vorst de opbrengst aanzienlijk minder zal
zijn dan vorige jaren. Bovendien eene verhooging
van dezen post zal nooit kunnen dienen om den
hoofdelijken omslag te verminderen, maar alleen om
de leening te verlagen. Door den heer Jager werd
gezegd dat de eenige vraag ivoor of tegen den
hoofdelijken omslag Dat is niet juist, als men zich
verklaart tegen verhooging daarvan, moet men aan-
toonen hoe men daar buiten kan. De heer van
Iterson, ofschoon lid der Commissie, die verhooging
van den post „opbrengst van de vaart door de gemeente"
voorstelde, verklaart door het antwoord van B. en W.
op het rapport der Commissie overtuigd te zijn en
zal, daar nu de uitgaven vastgesteld zijn, tegen het
voorstel stemmen. De uitgaven, waartoe daar
straks besloten is, moeten toch gedekt zijn. Spr. is
het volkomen eens met hen, die zeggen voor gewone
uitgaven mogen wij niet leenen I
ujowuvu vo wggeu. Nadat nog eenige sprekers het woord hebben ge-
Nadat de begrooting der uitgaven is afgehandeld voerd, wordt het voorstel van den heer van der Garden
en de post voor //Onvoorziene Uitgaven" is aange
houden tot na de vaststelling der begrooting van
inkomsten, is aan de orde
De Begrooting der Inkomsten.
Bij den post: wPlaatselijke Directe Belasting' stelt icycn aioiuiucu
de heer van der Garden voor dezen, uitgetrokken i ning, Noothoven van Gw.,
op 46000, te verminderen tot 38000. Hoefhamer, Ussel de Schepper
Op voorstel van den heer Prince wordt de behan-
deling van dezen post echter aangehouden tot na do i
vaststelling der inkomsten.
De heer van der Garden stelt daarop bij den post
"Opbrengst van brug-, kaai-, haven-, kraan-, sluis-, j -o
dok-, boom- en veergelden” voor de belasting op de te brengen van f 22000 op 24000.
vaart door de Gemeente te verhoogen met f 6000 Dit wordt in stemming gebracht met denzelfden
en dit in verband met zijn voorstel tot vermindering uitslag als de hier boven gehouden stemming, zoodat
van den hoofdelijken omslag. wederom de stemmen staakten en ook de beslissing
De heer Koning betoogt dat, als men ernstig aan
de toekomst denkt, dit voorstel ónmogelijk kan wor- i
den aangenomen, daar op die wijze onze finantieele i
toestand afhankelijk wordt gesteld van toevallige
baten. Men wil den hoofdelijken omslag niet ver- I
hoogen, welnu, men moet weten wat men doet, maar
De vaststelling der begrooting kan alzoo eerst in
eene volgende vergadering geschieden.
De* Vergadering wordt daarop door den Voor
zitter gesloten.
De uitslag der Engelsche verkiezing in het district
Eccles, dat tot dusver door eenen conservatief vertegen
woordigd werd, on waar thans de Gladstoniaau Roby
met eene meerderheid van 205 (4901 tegen 4696) op
den conservatief Egertondozege behaalde, wordt door de
pers der oppositie als eene schitterende overwinning
begroot. Schitterend of niet, zij heeft opnieuw de
toch alreeds geringe meerderheid van het Kabinet-
Salisbury in het Lagerhuis doen afbrokkelen, en zij
verstormt de verwachting, dat thans voor de partij
van Gladstone de beurt van aan het roer te staan
weder ophanden is.
Herhaaldelijk hoort men door tegenstanders aan
Gladstone verwijten, dat hij consequent in zijn incon-
s-quenties is en zijn politieke beginselen als zijn
kleeren verwisselt. In geen geval kan men dit ver
wijt toepassen op de poli'iek; sedert vele jaren door
hem ten opzichte van Ierland gevolgd. Aan het
banket op do korenbeurs te Edinburg was dan ook
de lersche quaestie de kern zijner redevoering, waarin
hij overigens allerlei zaken, ook het sociale vraag
stuk aanroorde. Volgens hem vei sperde de lersche
quaestie den weg voor elke nuttige wetgeving, zoo
lang Ierland geen autonomie was geschonken, moest
het parlement alle overige voor Engeland en Schot
land gewichtige vraagstukken, hot politieke en sociale
gebied betreffend, laten rusten.
Vervolgens onderwierp Gladstone het lersche be
stuur der tegenwoordige regeering aan eon scherpe
ciitiek. Niet de Ieren zoo verklaarde de grijze
staatsman maar de regeering maakte zich dagelijks
feitelijk aan vergrijpen tegen de wetgeving schuldig.
Hy hekelde het ministerie, wijl hot tot nu toe in ge
breke is gebleven de zoo dringend noodzakelijke
local government bill voor Ierland in te dienen.
»De welvaart van het ryk zoo eindigde hjj zijn
rede is met de oplossing der lersche quaestie
nauw verbonden. Deze oplossing, waaraan niet» in
den weg moest staan, zou het rijk van een ondraag-
lijken last en den diepston smaad bevrijden en mot
schitterender glans dan ooit te voren de laatste jaren
eener roemrijke regeering bekronen.*
Zooals men weet, beschouwt Gladstone het als zijn
laatste levenstaak dit werk der bevryding van bet
lersche volk door te voeren. Ook voor hem zou dit
de schoonste kroon zijn op een roemvolle staatkundige
loopbaan.
De Fransche Kamer is eindelijk met de behande
ling der begrooting begonnen, evenwel niet dan na
dat eerst nog eenige pogingen waren aangewend om
dit te verhinderen.
De radicale hoeren Barrès en Madior de Mautjeau
hadden eerst elk nog een interpellatie. De heer Bar
rès klaagde over het monopolie, dat de boekhande
laars Hachette bezitten tot den verkoop van boeken
aan de spoorwegstations en waarvan zij misbruik
maken. Volgens hem weigerde Hachette de werken
van vele goede schrijvers, o. a. van Zola, Catulle
Mendès en den anti-semiet Drumont daar i9 laten
verkoopen, maar do minister van openbare werken,
Y ves Guyot, verzekerde, dat daartegen niets is te
doen. De radicalen en conservatieven waren echter
niet overtuigd en stemden tegen, toen het voorstel
werd gedaan om over te gaan tot de orde van den
dag. Toch werd dit voorstel ten slotte met 231 te
gen 204 stemmen aangenomen.
Zonderling was het voorstel van den beer Madier de
Moujean. Deze bejaarde radicale afgevaardigde welke
voor de afgevaardigden naar willekeur te kunn en afzet
ten, zoodru de helft der kiezers dit wenschelyk acht. JSTa
eenige discussie waarbij het onpractische van een dergè-
lijk plan in het licht werd gesteld, werd natuurlij kook dit
voorstel verworpen en wol met 326 tegen 123 stemmen.
Toen eerst kon men beginnen met de begrooting.
De voorzitter stelde de algemeene beraadslaging aan
do orde en verleende het woord aan den heer Bou-
dinot, die verschillende hervormingen verlangde.
Verder kwam men echter niet, doch nu de Kamer
eenmaal met de begrooting is begonnen, kan de be
handeling geregeld worden voortgezet.
Bij het oritwerp voor het nieuwe tarief voor in
voerrechten in Frankrijk, wordt vrije invoer toege
staan voor ruwe zijde, wol, onbewerkte huiden en
katoen, vlas en hennep Landbouw-voortbrengselen,
I worden onder twee afdeelingen gebracht. Graan, le-
vend vee en vleesch komen onder het maximumta-
rief en blijven bij alle onder handelingen met buiten-
landsche mogendheden buiten beschouwing. Alle
andere producten behooren tot de 2de afdeeling en
1 komen onder het minimumtarief, dat uitsluitend
toegepast wordt voor landen, die bertid zijn van
hun kant aan Frankrijk concessies te doen. Ver
scheidene afgevaardigden zijn voornemens aan te
De heor van Veen zeide met genoegen gezien te
hebben dat een tweede ommanteldo urinoir was ge
plaatst. Spr. zou er gaarne ook een zien aangebracht
op de sluis bij de Gouwe en vestigt ook do aandacht
op den toestand van die in de Patcrsteeg.
De Voorzitter deelt mede dat er bij de Kerksteeg
een geplaatst zal worden.
Bij den postw Onderhoud der lantaarns en verdere
kosten der verlichting" geeft de heer van der Garden
in overweging aan de Jan Kattenbrug steeds de 4
lantaarns te doen branden. Het opryden op die
brug is gevaarlijk en om ongelukken te voorkomen
zou betere verlichting aanbeveling verdienen. Ook
voor de scheepvaart zou dat goed zijn. De heer van
Vreumingen beveelt betere verlichting van do Stoof
steeg aan. De Voorzitter meent dat dit laatste door
verplaatsing van een lantaarn is te vinden en wat
betere verlichting van de Jan Kattenbrug betreft, de
noodzakelijkheid daarvan is spr. niet gebleken, doch
gam-ne zal hij daaromtrent een onderzoek instellen.
Bjfaden postHKosten van het in stand houden van
schoollokalen en onderwijzerswoningen" zegt de heer
iJ&ol de Schepper met genoegen gezien to hebben,
dat B. en W. binnen kort een voorstel zullen doen
tot verbouwing van do 2e Burgerschool voor meisjes.
Spr. heeft daaruit afgeleid dat B. en VV. na onder
zoek gebleken is, dat de toestand van die school
lokalen veel te wenschen overlaat. Deze school die
door een toenemend aantal leerlingen bezocht wordt,
voldoet niet aan billijke eischen. Spr. wenschte
gaarne de aandacht van B. en VV. (in verband met
het verbouwen der voormalige Gasthuiskerk) te ves
tigen op het gebouw der Burgeravondschool, dat zoo’n
groot gedeelte van het jaar leeg staat. Wellicht
zou eene verwisseling van schoollokalen aanbeveling
verdienen. Zou het niet mogelijk zijn, vraagt spr.,
om de 2o Burgerschool voor jongens te verplaatsen
naar het gebouw der Burgeravondschool, de 2e Bur
gerschool voor meisjes naar de school van den heer
Leopold in de Groenendaal en het gebouw op de
Turfmarkt te bestemmen voor Muziekschool. Deze
is nu gevestigd in 3 of 4 lokalen, wat in meer dan
één opzicht verkeerd is, zoodat daarin dan verbetering
kan worden gebracht.
De Voorzitter zegt dat dit denkbeeld ook bij B.
en W. ter sprake is gekomen. Het is niet ónmo
gelijk dat zoo’n verwisseling zal worden voorgesteld,
maar een bepaalde verklaring daaromtrent is nu nog
niet te geven.
By den post"Kosten van verlichting en verwar
ming f» van het schoonhouden der lokalen" vestigt de
heer Uttel de Schepper de aandacht van B. en W.
op het gebrekkige reinhouden van urinoirs en priva
ten op de openbare scholen. Spr. is gebleken dat
daar in hooge mate luchtbederf heerscht, b. v. is dat
het geval in bet gebouw van do bewaarschool in de
Patersteeg, waar ook muzieklessen worden gegeven.
De Voorzitter belooft daarop de aandacht te zullen
vestigen van hen, die met het schoonhouden belast zijn.
Bij den post"Belegging der gelden afkomstig uit
den boedel van wijlen Mej. II. H. Hoffmann op het
Grootboek der Nationale Schuld" geeft de heer \an
der Garden in overweging het bedrag van dezen post
op te nemen by de gewone ontvangsten. De Voor
zitter merkt op dat dit zou strijden met den mhoud
van het testament van Mej. Hoffman. Zoolang de
gestichten in het testament genoemd er niet zijn
moeten die gelden belegd worden. De heer van Iter
son betoogt de wenschelykheid bedoeld testament
wat meer oekend te maken. Vele menschen hebben
daarover vreemde ideeën en meenen dat met de gel
den op minder goede wijze gehandeld wordt. Door
bekendmaking van het testament zal veler opinie be
schaamd worden. De Voorzitter merkt op dat de
hoofdinhoud van het testament bekend is en indertijd
in de Verslagen werd opgenomen. Spr. heeft echter
geen bezwaar dit testament b.v. 14 dagen voor de
raadsleden ter visie te leggen.