Bultenlandsch Overzicht. Op het eiland Tessel is iemand in de weer om de erfenis van Neeltje Pater „los te maken". Deze vrouw moest in 1789 te Broek in Waterland gestorven zijn en wel zes millioen hebben nagelaten. De Held. Ct. brengt in herinnering, dat een prakti- zyn en zaakwaarnemer te Haarlem, reeds lang over leden, wei 25 jaren heeft geteerd van de lichtgeloo- ▼igheid van personen, die vermeenden te behooren tot de familie van bovengenoemde erflaatster. Tot opheldering het volgende: Een „net gekleed heer" vervoegde zich, jaren ge leden, by een bewoner van den Helder, voorzien van een „stamboom", met zorg geteekend. Uit dien stamboom kon men nagaan, dat verscheidene menschen in die gemeente //erven konden van een schatrijk familielid, in Oost-Indië gestorven. De erfenis beliep millioenen, dus verzekerde de „net gekleede heer" en zou binnen een half jaar „loskomen," daar was hy zeker van. Na die verzekering gaf de burger, tot wien hij zich vervoegd Uiad, in tegenwoordigheid van andere familieleden, het volgende antwoord. „Mijn heer! dan willen wij u een vierde gedeelte van de te wachten erfenis afstaan en van onze belofte een „be wijs" geven, op zegel geschreven en geregistreerd," De „heer" verlangde echter 500 om te „begin nen", zonder geld kon hij niet „werken." „Wel nu!" was het antwoord, „indien u zeker zijt van de zaak, kunt u op ons bewijs geld genoeg ter leen krijgen." De heer vertrok, van de erfenis is nooit iets terecht gekomen,-en de personen in den Helder, op 'den stamboom vermeld, behielden hun geld. Eergisteren is de algemeene vergadering van don Nederlandschen Protestantenbond te Bolsward ge houden. Prof. W. van der Vlugt, voorzitter van het hoofdbestuur leidde de vergadering. Omtrent den toestand van den bond werd mede gedeeld, dat het aantal afdeelingon sedert Juni 11. met 5 vermeerderd is, terwijl één werd ontbonden, en het aantal correspondentschappen met 3, zoodat het aantal afdeeliDgen bedraagt 157, dat der corres pondentschappen 32, het ledental ongoveer 16870. In de plaats van mr. Th. de Haan Hugenholtz treedt als penningmeester op de heer J. G. Broower Nijhoff, te Utrecht. Tot lid van het hoofdbestuur is gekozen mr. J. G. Gleichrran, lid van de Tweede Kamer, voor de vacature van mr. W. van der Vlugt. Tot secretaris werd herkozen dr. I. van den Bergh, te Zwolle, welke mededeeling met luide toejuichingen werd ontvangen. Besloten werd, den werkkring der commissie voor de maatschappelyke belangen uit te breiden in dien zin, dat zij bevoegd wordt, om, door het geven van adviezen eu door geldelyken eu zedelijken steun, de toepassiijg der zedelijk godsdienstige beginselen van den Boud op maatschappelijk gebied in en door de afdeeiingen te bevorderendaarvoor werd op de begrooting een crediet van f 350 uitgetrokken. Als plaats voor de volgende vergadering is Dordrecht gekozen. Staten-geiieraal. Eerste Kamer. Zitting van Donderdag 30 Oct. Aan de orde waren, behalve de interpellatie van den heer Wertheim over Suriname, een paar kleine wetsontwerpen, waarvan de regeling van de nieuwe spoorwegtoestanden wel het voornaamste was. De van kindsbeen af zijn denkbeelden zich kleedden. Vandaar, dat het Latijn geen hinderlijken invloed op de vorming van zijnen stijl heeft gehad. Van een slechten stijl was Cornhert niet gediend. Onkonstig te zijn was in zijn oog een groot gebrek. In den stijl van zijnen tijdgenoot David Jorisz haatte en verfoeide hij de gedurige herhalingen. Breedsprakigheid, zeide Coornhert, is woord vette maar zinmagere welsprekendheid. Had David Jori3Z een dropje kennis gehad van de klare bron der echte welsprekendheid, hij zou zijn geschriften niet beklad hebben met den modder van zijn knoeiwerk. Het schrijven van zijne populair-wetenschappelijke boeken heeft Coornhert groote inspanning en wor steling met de taal gekost. Opmerkelijk is het ■woord, dat hij daarvan in zijn werk over de Predes tinatie schrijft„mij is niet onbekent, hoe swaer- lijck het valt, de gbedachten eijgentlijck met woor den uyt te beelden. Ick bekenne oock gaarne, dat in dese schilderije myn ongheleerde penne noch noyt mynes herten verbeeldingh so eygenthlyck heeft con- nen afmalen, dat des pincels verven mynen sinne gbenoegh deden, veele rain, dat het werek den ▼oorbeelde ghelyck was. Maar my is oock wel kont, dat de aldergheleerdste mannen oyt daerover ghe- klaegd hebben, namentlyck dat sy de saecken beter bedenken dan bewoorden conden. Coornhert was overtuigd, do kristal heldere door zichtigheid van den stijl, die hij verlangde, niet altijd verkregen te hebben, zoodat er in dit opzicht heer Van de Putte verweet by de discussie aan den minister van financiën, dat hy het gunstige oogenblik om voor 3°/0 te leeuen had laten voorbijgaan. De Minister slaagde er niet in zich volkomen te recht vaardigen. Het was waar, dat het kasgeld hem in staat stelde de vereischte betalingen to doen zonder de kosten oener geldleening reods terstond te beloo- penwaar ook dat dezen zomer niemand voorzag, dat het geld zoo spoedig duur zou wordenmaar de vraag bleef, of de Minister zich tegen deze mogelijke kwade kansen niet had kunnen vrijwaren, door een contract op termijn, toen het geld nog goedkoop was. Thans moot hij wachten op de onzekere kans, dat het geld weer goedkooper wordt, zoo niet de staat van 's lauds kas hem eerlang dwingt op ongun stig tijdstip te leenen. De spanning tusschen den gouverneur en de be volking van Suriname was het onderwerp der inter pellatie, die door den heer Wertheim met eene uit voerige rede werd ingeleid. Hy betoogde, dat de toestand aldaar langzamerhand onhoudbaar wordt en dat de verhouding tusschen de Staten en 's Konings vertegenwoordiger stellig nadeelig is voor 's lands belang. De Minister van Koloniën kou natuurlijk de gespannen toestand niet ontkennen, maar pleitte ver zachtende omstandigheden voor don gouverneur. Vol gens hem was de heer Lohman bits, scherp, soms terugstootend geworden tengevolge van het tergende en sarrende optreden dor Staten. Zeer van pas her innerde do heer Wertheim, dat de goede verstand houding de eerste 9 maanden van zijn bestuur niets te wen8chon overliet, maar de strijd door hem zelf was begonnen met zyn antwoord op de Pura-inter- pellatie en zijn berisping van de Statenleden. Sints dien tijd ontbrandde de oorlog, waarin de driften van weerszijden hoog zijn gestegen en die zeker niet bezworen zal worden, zoolang de Gouver neur voortgaat de Staten van zich af te atooten en het met recht en waarheid zoo nauw niet te nemen. Dat er ernstige spanning bestaat, is eenvoudig niet weg te cijferen, ook al zwegen de couranten, wat de Minister blijkbaar zoo gaarne zou willen. Dat ras senhaat en godsdiensthaat worden aangewakkerd, is niet te ontkennen, en zoo daarvoor de Gouverneur niet in die mate verantwoordelijk ie, als zijn vijanden beweren, laat de Minister, die West-Indisch couran tengeschrijf zoo diep afkeurt, dan zijn ontevredenheid eens in de eerste plaats doeu gevoelen aan het ver foeilijke blaadje, dat door den Gouverneur gepatro neerd wordt en dat een kruistocht tegen do Joden is begonuen, een in een land als Suriname dubbel gevaarlijk bedrijf. De heer Wertheim stelde geen motie voor maar trok toch de volgende conclusie uit het debat Ter wijl het vroeger zeldzaam voorkwam, worden thans telkens verordeningen verworpen. Wat is daartegen te doen Ontbinding der Staten is onmogelijk wijziging van 't kiesreglement is verworpen wijziging van het Regeerrags-Rogleraent baat nieteen enquête is niet mogelijk het eenig mogelijke is dus dat de Iteg. den Gouv. dwingen zich binnen de perken van 't recht te houden en zoo niet dat op hem worde toegepast het gevleugeld woord van Gambettase soumettre ou se démettre. Het antwoord, dat de heer Van do Putte omtrent de grensregeling den Minister nog ontlokte, schijnt te toonen, dat wij nog steeds het kind van de reke ning zijn en blijven. te weuschen overbleef1. In zijne eerste voortbrengselen is wei degelijk on beholpenheid op te merken,. Ook later blijft de stijl nog wel eens stroef en gedrongen. Men raeene niet, dat de lectuur van Coornhert eene soort van uit spanning is. Integendeel, men moet er zich voor inspannen en ter deeg toe zetten. Maar dan leert meD er behagen in scheppen en krijgt smaak voor het zaakrijke, het degelijke, het juiste van taal en stijL Men begrijpt dan ook, dat zijne werken, zoo als hij zelf zegt, berekend zijn voor de gemeene ver standen, d. i. voor het groote publiek. Hij zou anders ook niet zooveel lezers onder het volk ge vonden hebber. Men zou hem uitsluitend als gids der geleerden hebben beschouwd. En dat wilde hij uietVolksschrijver wilde hij zijn, en volksschrij ver is hij geweest, wiens werken veertig jaar na zijnen dood nog in eene compleete editie hebben kunnen verschijnen. Zelfs zijne felste tegenstanders hebben moeten getuigen, dat hij geen onbekwamen stijl had en alles met menschelijke en politieke redenen voor treffelijk wist in te kleeden. III. Coornhert als Libertijn en Humanist. Om zich goed voor te stellen, welk standpunt Coornhert heeft ingenomen, moet men bedenken, dat hij optrad, toen het eerste tijdperk der Reformatie reeds geëindigd wa9. Van de pauselijke Kerk ha^ In de „Landbouwcourant" worden de gevolgen der mutatierechten, in verband met den druk op den landbouw, geschetst door den heer P. Heidema Sr., te Westernieland. De schryver wijst er op, dat in Nederland in het algemeen vastgoed, b.v. land, niet in den handel is. Er drukt op den handel in land een zware belas ting, die den otnzet van den grond zooveel mogelyk beperkt, zooveel mogelijk tegenhoudt. Voor den zeer gefortuneerde is dit geen groot bezwaar. Indien hy gelden moet gebruiken tot een of ander doel, is hij zelden genoodzaakt zijne vaste goederen van de hand te doen, dewijl zijne middelen ruim genoeg zijn om zich op andere wijze van kapi taal te voorzien. Geheel anders is dit echter met den minder wel gestelde, wien9 geheele bezitting bestaat in niets anders dan zijne bezitting in vast goed ('t zy boer derij, 't zij woonhuis, winkel, bergplaats of fabriek), en vooral wordt het lastig als dit bezit nog is be zwaard met op hypotheek genomen gelden, gelyk veelal 't geval is. Mocht zoo iemand door omstandigheden gonood- zaakt worden zijn bezitting te verkoopen, hetzij door verandering van bedrijf, hetzij dat hij niet meer in staat is zijne znken met voordeel te dry ven of dat veranderde omstandigheden het noodig maken, dat hij van plaats verandere, dan kan hij die zware belas ting niet vermijden, maar is hij in de noodzakelijk heid dien heolen zwaren druk van dit bedrag aan overgangsrechten te dragen. Ily ziet dan met de kosten, die hij aan den no taris moet betaleu, wellicht 10 pCt. of meer van zyn kapitaal teloorgaanbezit hij zijne goederen onder hypothecair verband en heeft hjj de helft der waarde er op beleend, dan verdient hij geen 10 maar 20 pCt., dat is van zijn geheele vermogen. Deze belasting drukt dien stand dus in ernstige mate en 't is te denken, dat in dergelijke gevallen niet dan in de uiterste noodzakelijkheid tot verkoop wordt besloten en de zaken, zoo goed en zoo kwaad het gaat, worden aangehouden. Vandaar dan ook het spreekwoord „vernestelen kost bedstroo." De minder gefortuneerde eigengeerfde landbouwer ia dan ook geheel in zijne bewegingen belemmerd, terwyl de overgangsrechten op vastgoed een uiterst vruchtbaar middel zyn, dat do eigengeërfden boeren stand doet verdwijnen en dat krachtig wefkt den grond te brengen in de handen van meer gofortu- noerdeu. Hy, die een dergelijko belastingregeling voor het eerst hoorde, zou zicu misschien zeer verwonderen, dat een belasting, die jaarlijks eenige millioenen aan de schatkist opbrengt, voor het grootste deel werd betaald door de mindere bezittende klasse. De gewoonte heeft ons met dergelijke heffing echter geheel vertrouwd gemaakt, zoodat wij bet onbillijke en tot verarming van den middenstand leidende er volstrekt niet meer van inzien, maar integendeel deze belasting nog gansch niet kwaad vinden. Bracht de Bakkerscourant" onlangs aan het licht, dat onze soldaten niet slechts minder brood ont vingen dan die van andere legers, maar bovendien ongebuild, dus weinig voedzaam brood, van bevoegde zijde ontvangt thans het „Hbl." eenb mededeeling van nog ernstiger aard. Eene van de grootste afnemers van tarwe voor men zich losgemaakt. Men gevoelde zich van d® knellende banden der priesterheerschappij ontslagen. Ook het tweede tijdperk dat der Wederdoopers was voorbij gegaan. Zij waren van het tooneel verdwenen, die onstuimige dweepers en oproerig® geesten, die met omverwerping van al het bestaande het nieuwe Godsrijk hadden wjllen stichten, eu wat er in gewijzigden vorm van de Wederdoopers ills Doopsgezinden was overgebleven, droeg wel een® edele kiem in zich om maar bleef in kleinen kring beperkt. De aandacht werd in do tweede helft der zestiende eeuw vooral geboeid door de Kalvinisteo. De predikers uit de school van Kalvijn vielen in den smaak van velen uit ons volk, hunne opvatting van de Christelijke leer schoot in Holland en Zeeland wortel en kwam dagelijks krachtiger te voorschijn. Kennelijk «ras het Kalvinisme bestemd om de heer schappij te voeren en zijn stempel te drukken op het leven van ons volk. Onder den naam van Ge reformeerde Kerk is zij de volkskerk geworden. Har® belijdenis is aan de jeugd geleerd, hare psalmen zijn door de gemeente gezongen, hare predikanten hebben aan de opvoeding van ons volk gearbeid, haar geest is in de harten doorgedrongen. De Prins van Oranje zelf heeft zich bij haar aangesloten, begrijpende, dat hij niet anders kon en mocht. {Slot volgt) eigen consumtie is het Departement van Oorlog, dat in zijne bakkerijen voor het geheele leger enkele kleine garnizoenen uitgezonderd brood doet bBk- ken. Instede nu dat het Departemont daarvoor by voorkeur neemt de inlandsche soorten, worden bij voorkeur genomen de buitenlandsche. Dat is zoo waar, dat men bijna overal op do graanzolders der militaire bakkerijen de roode buitenlandsche tarwe vindt. De zware blanke tarwe nu is beter dan de bui tenlandsche, die gewoonlijk bovendien zeer vuil aan de markt komt en afgekeurd wordt. Men heeft zelfs naar middelen moeten zoeken, om de massa vuil, klei enz., die aan den buitenlandscben korrel zit, te verwijderen. De landbouwschool, fabrikanten uit Goes of elders zijn in den arm genomen, om een z.g. trieur, die het vuil wegzift, te verkrijgen. Men kreeg er een, die zelfs 7 kilo vuil uit een bektoliter haalde, zoodat men een verlies had van 10 pet. Bo vendien is bij een gelijk gewicht de voedingswaarde van inlandsche tarwe grooter dan die der buiten landsche. Werd de voedingswaarde in geld omgezet, dan zou allicht do balans ten gunste van de inland sche tarwe overslaan. Het is niet elk een, zelfs in de kracht van zyn leven, die het wagon zal om den geheelen weg van Kimberiey af tot aan Klerksdorp, eene distantie van 200 mijlen, te loopen en toch kwam verleden Woens dag alhier een oud man van 84 jaren, genaamd Van Vuuren, die deu geheele distantie en alleen van Kimberley af tot hier geloopen heeft. Bovendien is hy van plan deze reis te voet voort te zetten tot aan Pretoria, alleen om to gaan kuieren bij president Kfruger, aan wiens zijde hij meer dan eens gestaan en gevochten had tegen de zwarte vijanden van de Transvaal, De oude man vond vele hior die niet alleen met hem medelijden hadden, maar zijn dwazen moed om zulk oen lange en gevaarvolle reis alleen te ondernemen, bewonderen, en die met gulhartigheid middelen bijdroegen om hem op zijne verdere reis te ondersteunen. Moge hij veilig te Pretoria aan komen en die ontvangst genieten die hij verdient. {Klerkedorp advertiser Het „Centrum" deelt een stuk mee uit de „Reich- anzeiger", waaruit blijkt dat de Pruisische Staatsspoor het als oen zijner voornaamste plichten beschouwt, om het regelmatige dagolijksche verkeer van de ar beidersbevolking tusschen haar woonplaatsen en de groote fabriekssteden te bevorderen. Voor ongeveer twintig jaren is men daarmee begounen en ziju kaar ten uitgereikt togen l>/8 pf. per persoon en per kilometer op het geheele spoorwegnet. Later is deze zeer geringe prijs nog verlaagd en op 1 pf. (iets meer dan een halve cent) gesteld. Deze kaarten gelden voor de vierde klasse, maar geven den arbeider het recht om in de derde klasse plaats te nemen, wan neer geen vierde klasse-wagens voorhanden zijn. De voor Berlijn en omstreken uitgegeven arbeiders- kaarten zijn zelfs nog lager in prijs gesteld, nl. ]/3 pf. per man en per kilometer. Herhaaldelijk is er van overheidswege bij de directe der spoorwegen op aangedrongen, de gelegenheden voor den werk man om zich gemakkelijk van zijn huis naar zijn werk en omgekeerd të begeven, zoo geriefelijk moge- lijk te maken. En dat van die gelegenheden een druk gebruik wordt gemaakt, blijkt wel hieruit, dat in 1889 niet minder dan 12 millioen arbeidskaarten zyn uitgegevendaarvan komen er op rekening van Berlijn alleen 7,/a millioen. Op de thans afgeloopen algemeene tentoonstelling te Keulen worden de van de Singer-maatschappij geëxposeerde origineele Singer-naaimachines wederom met den hoogsten prijs, het eere-diploma, bekroond en deze onderscheiding werd nog daardoor verhoogd, dat genoemde firma buitendien ook nog den van de stad Keulen uitgeloofden eereprijs, bestaande in eene zilveren medaille, ontving. Deze dubbele onder scheiding moet als welverdiend beschouwd worden, aangezien de tentoongestelde Singer-machines door menigvuldigheid en doelmatigheid ten opzichte van de verschillende doeleinden, zoowel voor legerbe- hoefte, als voor industrieele bedrijven en huishoude lijk gebruik, moeilijk zullen kunnen worden over troffen. De machines werded meerendeels door stoom kracht gedreven en haar productievermogen door onafgebroken vervaardiging van practische goederen aan het publiek getoond. Do expositie der Singer- maatschappij was dan ook een der grootste aantrek- kingspunten der geheele tentoonstelling. Twee jonge mannen, de heeren Besan<jon, lucht reiziger en Hermite, sterrekundige, zijn voornemens een reis per luchtballon aan de Noordpool te onder nemen om te zien of er aan de magnetische pool water, land of ijs is. Van hetgeen zy zien zullen zij photographieëh maken en verder weerkundige waarnemingen doen. De ballon, welke de heeren Besanpon en Hermite laten maken, zal met 15000 meter waterstofgas ge vuld worden en 16500 kilo's kunnen opheffen. Het luchtschip zal gemaakt worden uit een dubbele laag Chineesche zijde, welke een drukking van 1000 kilo zal kunnen weerstaan. Het omhulsel zal bedekt worden met een bijzonder vernis, dat volkomen on doordringbaar is gemaakt door een smeerselolie en collodion. Aan het schuitje zal een zware kabel bevestigd worden, die over het ijs zal sleepen of door het wa ter en den ballon op een vaste hoogte houden. Het schuitje zal gesloten voor de koude en gemaakt wor den uit teen beslagen met stalen platen. Behalve de reizigers en hun instrumenten zal het bevatten acht bonden, een slede, een reddingsbootje en levens behoeften voor een maand. De kosten van dezen buitengowoDen ballon wor den op 500,000 francs begroot. De duur van den tocht, die niet voor 1892 zal plaats hebben, zal zes maanden zijn. Het schimmel- of klok-en-hamerspel is van zeer ouden oorsprong. Uit eenjezing van den Berlijnschen hoogleeraar Reuleaux is onlangs gebleken, dat het den wedstrijd tusschen Wodan, den Hemelgod eu beschermer van den adel, en Thor, den god der boe ren on van don oogst, om het bozit van Walhalla, voorstelt. Het zinnebeeld van Wodan was de schim mel, het zinnebeeld van Thpr de hamer. Bij de invoering van hei Christendom zocht men het oude spel met de omstandigheden in overeenstem ming te brengen, door eWöU tu^fllHrijd tusschen het nieuwe en hot oude geloof vau tel maken. In plaats van den schimmel kwam de klok. Nog tegenwoordig heeft Wodan echter in het volks geloof zijne macht behouden in den schiramelruiter, die bij de feestelijkheden der Zuid-Duitsche boeren eene rol speelt en in Beieren zelfs het recht heeft de kerk binnen te rijdennog tegenwoordig wordt „het witte paard" met voorliefde tot uithangbord gekozen. Ook de bamer van Thor heeft zich in de zeden en gebruiken gehandhaafd. De afslager slaat nog met den hamer den koop toe, even als Thor zijn zegen moest geven bij do verdeeling van land- en veldge wassen. Lord Salisbury heeft zich bereid verklaard de on derhandelingen met de Portugeesche regeering over een nieuw tractaat betreffende Oost-Afrika te openen. Zoolang deze onderhandelingen duren, zal een voor- loopige schikking worden vastgesteld, welke van kracht zal blijven, totdat een definitieve regeling der quaestie zal zijn getroffen. De Portugeesche regeering heeft te Londen de voorwaarden medegedeeld, waarop een dergolijk voorloopig „modus vivendi" kan getroffen worden en de Engelsche regeering heeft dit voorstel in overweging genomen. Dit is op het oogenblik de stand van het En- gelsch-Portugèesche geschil. Dat de Engelsche re geering de onderhandelingen weer hoeft begonnen, is het gevolg van de bemiddeling der Duitsche, Oostenrijksche en Italiaansche regeeringen, op wier steun door Portugal een beroep is gedaan. De drie regeeringen zullen haar best doen een vergelijk tot stand te brengen, zoodat, indien ten minste de Por tugeesche regeering niet te veeleischend is, de kan sen op een rainnelyke schikking tusschen beide regeeringen aanmerkelijk gunstiger zijn geworden. Het nieuwe Portugeesche ministerie is begonnen met den gezant te Londen, Sonor F rei tas, terug te roepen. Vermoedelijk zal nu de heer Martens Fer- rao tot zijn opvolger benoemd en met de leiding der nieuwe onderhandelingen belast worden. Hoe meer het tijdstip van de hervatting der parle mentaire werkzaamheden in het Britsche rijk ïiadert, hoe ijveriger alle partijen zich beginnen te weren. Terwyl de Iersche afgevaardigden Dillon en O'Brien na de Britsche regeering door hun onverwachte escapade gefopt te hebben, de reis Daar Amerika aanvaardden om aldaar nieuwe propagando voor de Iersche zaak te maken, begaf de heer Balfour zich zelf naar Ierland, waarschijnlijk om stof te verzame len voor zyn aanstaande redevoeringen in het parle ment, waar hij hoog op zal geven vau de zegenin gen van zyn dwangbestuur voor de Ieren. Tegelij kertijd kan hij zich met eigen oog overtuigen, welke ellende en honger, onder de bevolking geleden zullen worden dezen winier, tengevolge van de mislukking van den aardappeloogst. Intusschen volbracht Gladstone, ondanks zijn een en tachtig jaren, met het vuur der jeugd zijb nieu wen Midlothian-veldtocht. In de achtereenvolgens door hem.gehouden redevoeringen hield ,hy zijn ge hoor met alle quaestiën, welke "op het oogenblik den Britschen politieken kringen belang inboezemen, be zit. In de eerste plaats besprtlk hy de Iersche quaestie, waarbij hij zich thans onomwonden verklaarde,voor het behoud der Iersche afgevaardigden in Westrain- i ster; verder behandeldo hij „Home Rule" voor Schotland, scheiding van kerk en staat in dat deel van het rijk, de Britsche vertegenwoordiging bij den paus, de jodenvervolging in Rusland en de mishan deling der Armeniërs door de Turksche overheid. Hoezeer de „Old Man Eloqueut" nog de kunst verstaat zijn gehoor door de macht, de jeugd en den glans van zijn woord mede te sleepen bewijst het volgende, over zijn rede te Dalkeith aan de „Times" geschreven, een blad dat niemand van Gladstone- adoratie zal durven betrichten. Niet alleen was er in de geheele uitvoerige rede helderheid van gedachte, vlugheid van voorstelling eu gevatheid in het rangschikken der feiten en ar gumenten, maar er was bovendien die gemakkelijkheid die beheersching van den geheelen toestand in, welke aanduidt dat de spreker zijn onderwerp geheel onder de knie heeft. Alle kunstgrepen van overredende wel- sprekenheid, het kenmerk van den ervaren redenaar, werden met volmaakte gevatheid aangewend. Teedere gevoelens, oorspronkelijke humor, vroolijke scherts, scherp sarcasme en duidelijk onvoorbereide tusschen- voegsels werden om de beurt gebruikt, en altijd met den besten uitslag. Hij speelde bij afwisseling met zijn onderwerp en met zijn gehoor, en somwijlen ook met zijn tegenstanders, on hij wist altijd de vergade ring mede te sleepen." Was de uitslag der algemeene verkiezingen in Griekenland niet eerst bekend geworden, dan nadat Gladstone zijn kruistocht ton oinde gebracht had, zoo zou hij voorzeker ook nog deze quaestie van den dag ten aanhoore van zijn volgelingen in Schotland besproken hebben, want in Engeland trekt de neder laag van den Griekschen minister Tricoupis bij de stembus ten zeerste de aaudacht en wordt daar alge meen betreurd. Ook in de overige toonaangevende Europeesche staten zal dit het geval zijn, wijl men met bezorgd heid Delyannis in Griekenland wisselen de kabi netten Tricoupis en Delyannis elkander geregeld af aan het hoofd der regeering te Athene ziet op treden. Met hot oog op vele smeulende kraters, welke in het oosten van ons werelddeel een voort durend oorlogsgevaar opleveren, vreest men dat Dely annis, minder omzichtig dan Tricoupis, zich in de Kretische kwestie of eenige andere moeilijkheid voor het Turksche rijk, waarbij Griekenland nauw betrok ken is, tot een lichtzinnigen stap zal laten meeslepen en daardoor den vrede van geheel Europa op het spel zet. Over eenige dagen zullen de kiezers in de Ver- eenigde Staten ter stembus gaan om de loden voor het Huis van Afgevaardigden te kiezen. De demo craten noch republikeinen worden kosten en moeite gespaard om hun candidaten de meerderheid te verschaffen, en natuurlijk vormt de M'c Kinlev wet schering en inslag bij (lezen verkiezingsstrijd. Er schijnt inderdaad kans te bestaan, dat de ontworper der wet, majoor M'c Kinley, niet her kozen zal worden. Voor eenigen tijd is in den staat Ohio de verdeeling der kiesdistricten eenigszins ge- wijzigd en het toeval heeft gewild, dat daardoor in het district, dat den heer M'c Kinley afgevaar digde, de democratische partij aanmerkelijk is ver sterkt. Vandaar dat de republikeinen hun uiterste krachten inspannen. De maatschappijen, die door de Mc Kinley-wet bevoordeeld zijn, verschaffen met milde hand het noodige geld voor den strijd. Gelijk do „New-Yorker Handelszeitung" mededeelt, heeft alleen de Vereeniging van vensterglasfabrikanten, voor welke de nieuwe wet bijzonder voordeelig is, reeds groote sommen ter beschikking gesteld van het verkiezingscomité. Op deze wijze vertrouwen do republikeinen dat zy, met behulp van den dol lar, de ongunstige omstandigheden toch over de democraten zullen zegepralen. De „New-Yorker Handelszeitnng" gelooft echter niet, dat de M'c Kinley-wet bij deze verkiezingen den doorslag zal geven, omdat de tijd tusschen de inwerkingtreding der wet en de verkiezingen te kort is geweest om de nadoelen der hooge invoerrechten duidelijk genoeg te doen gevoelen. Eerst in 1892 bij de presidentsverkiezing zal de invloed der nieuwe wet haar geheelen invloed doen gevoelen. Evenwel denken allen er niet evenzoo over. Een ander onafhankelijk handelsorgaan te New-York, dat tot geen van de beide partijen behoort, de „Com mercial Advertiser" betoogt, dat indien nu, in plaats van leden van het Huis van Afgevaardigden, een president der republiek moest worden gekozen» de democraten zeker de overwinning zouden behalen. De stemmen der werklieden, die nu meer moeten betalen voor hun levensbenoodigdheden en die der kooplieden te New-York en hun ondergeschikten zouden alleen reeds de schaal ten gunste van de democraten doen overslaan, want president Harrison werd slechts met een meerderheid van 25,000 stem men gekpzen. Voor de New-Yorksche invoerhandelaart is de Mc' Kiuley-wet natuurlijk een groote slag. Groote handelshuizen zijn gedwongen hun zaken aan den

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2