Bultenlandsch Overzicht.
Burgerlijke Sta
Haastrecht
wond tot de zeldzaamheden behoort Alle jaren Ter-
ergeren daar dan ook de verwoestingen, door over
stroomingen aangericht, duiienden hectaren berg-
grond worden naar da diepte gesleurd, wegen en
spoorbanen worden meegenomen, en toch doet sich
nauwelijks een stem hooren om de bergwouden te
beschermen.
Komt men in de Vereenigde Staten, dan is de
houtverwoeeting in Mexico slechts kinderspel, zoodat
dan ook in de Unie, als men niet tot bezinning
komt, binnen 50 jaren het laatste bosch gerooid zal
zjjn. In 1880 waren nog 76 mitlioen H. A. met
bosschen beplant, doch sedert is dat cijfer alweer,
aanmerkelijk ingekrompen.
Langzamerhand schijnen sommigen dan ook wel te
gaan inzien welk gevaar er dreigt. Zoo is b. v. op
de scholen een algemeene feestdag ingevoerd, die
aan het planten van boomstekken moet worden gewijd.
Zoolang evenwel de Bondsregeeriug geen krachtiger
maatregelen neemt, kunnen al dergelijke slappe ge
neesmiddelen niet helpen om- de ernstige kwaal te
overwinnen.
Diohter en wiskundige. De Engelsche poëta
laureatus Tennyson ontving kort na het uitgeven
van zijn beroemd gedicht«Visioen van de Zonde»,
het volgend schrijven van den beroemde!) wiskundige
Babbage: «Geerde Heer! In uw onlangs uitge
geven gedicht«Visioen van de Zonde" vind ik de
volgende geheel onjuiste bewering«Ieder oogenblik
sterft een mensch én wordt er een geboren". Ik
behoef u nauwelijks op te merken, dat, zoo dit juist
ware, de geheele bevolking der aarde steeds gelijk
zou moeten blijven, terwijl het een welbekend feit
is, dat de geheele bevolking der wereld in aantal niet
constant blijft. Ik neem daarom de vrijheid, u in
overweging te geven bij de volgende oplaag van uw
schoon gedicht de bedoelde zinsnede aldus te verbe
toren «Iedêr oogenblik sterft een mensch, maar
worden er l'/io geboren. Het juist getal is 1.167
doch men moet met de versmaat eenigszins rekening
houden.» (Versbode.)
Men schrijft van den 9en Oct. uit PetersburgIn
den nacht van den 28en Juni 11. werd Perzië door
een hevige aardbeving geteisterd, die groote verwoes
tingen aanrichtte. De jonge russische ontdekkings
reiziger A. Jelissejew, die zich op zijn tocht van
Mesclied naar Teheran bevond, geeft thans in een aan
de Notcoye Wrtmya gerichten brief een zeer belang
rijke schildering van den schrik wekkenden nacht, dien
hij in een karavansera,"verscheiden dagreizen van het
eigenlijke tooneel der aardbeving verwijderd, door
bracht. Zelfs daar was het onderaardsche vulkani
sche gerommel zoo sterk, dat de man uit zijn slaap
gewekt werd. Astrabad en omstreken hebben zwaar
geleden. Daar stortten verscheiden karavanseras en
particuliere huizen, in en begroeven de bewoners on
der het puin. Het telegraafbureau werd sterk bescha
digd. De muren van het'huis waar de Russische
consul woonde, kregen zulke scheuren, dat hij zijn
woning Verlaten moest.
Het ongeluk maakte veel slaohtoffers; het juiste ge
tal dooden zal wel nooit bekend worden. Het
vreeselijkst waren de gevolgen der aardbeving in
Tasch-zelf. Deze plaats ligt in een vallei aan den
rand van een diepen afgrond en is bij veel Europe
anen berucht door haar verschrikkelijke vergiftige
wantsen (Agarwf Pereicu»), wier beet dezelfde gevol- I
schen de weelderige haarlokken; doch met een
voorname bescheidenheid sloeg mevrouw de St. Yire
de oogen neder, toen zij de dames voorbij schreed,
als ware zij zich niet bewust van het opzien dat
hare verschijning te wSeg bracht, tenzij zij dit be
schouwde als iets dat van zelf spraken dat dus met
de moeite waard was - om er notitie van te nemen.
Trotsch als een koningin ruischte zij daarheen, in
een glanzend, ravenzwart kleed van zware zijde. Zij
blikte rechts noch links. Uit hare geheele houding
sprak een koninklijk bewustzijn, een kalmte vol
majesteit en tegelijk eene bekoorlijkheid, die den
stempel droeg eener hoog aristocratische afkomst.
Hare fraai gevormde voeten raakten te nauwornood
het zand van den. oever der Lahnhoewel zij alleen
was, scheen dê opmerkzaamheid welke zij trok, haar
niet' te derenzij was er aan gewend indruk te maken
rij wist dat iedereen den hals rekte om haar na te
oogen, dat de heeren opstonden om haar met hun
blikken te volgen en zij verdween achter het Kurhaus,
een door hare verschijning in opgewondenheid ge
raakt gezelschap achterlatend.
De heeren waren in verrukking, de dames bewon
derden haar om haar toiletmaar aangezien de kritiek
nooit rust of zwijgt, werd de opmerking gemaakt, dat
zij wat te lang van hals was. Maar ook dit vond
zijne bewonderaars. Eugenie, l'rankrijks schoone
keizerin, was destijds in de mode. Ook de hals der
keizerin was iets langer dan overeen kwam met de
wetten der schoonheid, bijgevolg was 'deze hals fraai
gen heeft als die van de tarantula. De catastrophe
had hier op klaarlichten dag plaats, De mannelijke
inwoners bevonden zich ten deele op het veld, en
de vrouwen en kinderen waren in het dorp. Daar
weerklonken in de bergen plotseling zulke vreese-
lijke onderaardsche donderslagen, vergezeld van ont
zettende schokken, dat alles in panisohe vrees ter
aarde viel. En nu waren de verraste boeren getui
gen van een schouwspel, dat in grootsche pracht
zyo gelijke niet zal vinden. Kolossale rotsmassaas
sprongen als droog leem uit elkaar en verdwenen
in de bodemlooze diepte met de weiden, waarop de
herders hun kudden bewaakten, en andere reus
achtige rotsblokken stortten naar beneden en dekten
de graven dicht. Geheele bergen wankelden.
«Ik zag,» zoo vertelde een boer in zijn beeldrijke
taal, „hoe de rotsen zich tot elkander bogen, boe
de bergtoppen elkaar kusten, als na een lang ver
wacht wederzien.De plaats Tasch was echter
verdwenen met alle ongelukkigon, die te huis ge
bleven waren, met haar paar honderd leemen huisjes,
haar kleinen bazaar en haar karavansera. Dr. Je
lissejew kon uit de verhalen der overgebleven be
woners Iniet opmaken,' of het plaatsje iu een nieuw
"ontstane aardspleet verzonken was, öf dat het in
den afgrond stortte, aan welks rand het lag, waar
het door de later vallende rotsblokken begraven
werd. In elk gevdl is de plaats volkomen van de
aardoppervlakte verdwenen. Thans worden daar ter
plaatse graviugen gedaan, waardoor reeds veel lijken
werden te voorschijn gehaald.
Na het ongeluk heerscht tegenwoordig in Noord-
Perzië een volkomen asmoferiache revolutie. Zoo
heeft het gedurende de maanden Juni en Juli, niet
alleen op de bergen, maar ook zuidelijk van El-
broess dagelijks geregend, hetgeen nooit is voorge
komen, en de regons waren zoo hevig, dat de beken
tot stroomen gezwollen, alle paden overstroomden.
De temperatuur is in geheel Noord-Perzië in den
laatslen tijd sterk gedaald. De vroegere zomerhitte
komt volstrekt niet meer voor, en Europeanen kun
nen best den zomer in Teheran doorbrengen, ieta
dat nooit voorgekomen is. De winter is aanmerke
lijk kouder geworden. In Teheran ligt de sneeuw
dikwijls wekenlang, jer, de thermometer daalt niet
zelden tot 12o R. In Juli was zooveel water voor
handen, dat overal bekeu murmelden en d6 weiden
zoo frisch waren als in het voorjaar, terwijl vóór
eenige jaren de omgeving van Teheran in Juli reeds
een woestijn geleek.
Volgens de Dek Ct. zal de overste Pompe van
Meerdervoort spoedig tot opvolger van generaal Van
Teijn worden benoemd, en zulke volgens den wensch
van het legerbestuur.
Over deze benoeming werdt aan de Java-bode ge
schreven
„In de fata-bode van 24 September jl. komt de
naam voor van den hoofdofficier, die blijkens een uit
de Deli Courant overgenomen bericht bestemd zoude
zijn om den gouverneur van Atjeh en Onderhoorig-
heden, den generaal-majoor Van Teijn, te vervangen.
Druk besproken niet alleen, maar ook gelaakt hetgeen
geen verwondering zal baren, als men in aanmerking
neemt dat zooveel hoogst verdienstelijke mannen
daardoor zullen worden gepasseerd.
Ik zeg gepasseerd, omdat eene benoeming tot civiel
en militair gouverneur van Atjeh onvoorwaardelijk tot
I kolonel, welke in den kortst mogelijken tijd wordt
en mode.
Aan den avond van denzelfden dag kenden reeds
alle badgasten den naam der schoone vreemdelinge;
het was mevrouw de St. Vire uit Parijs.
Maar was zij weduwe? Verwachtte zij haar echtge
noot hier? Vreemd! Zij was als eene voorname dame
slechts in gezelschap van haar kind, een meisje van
omstreeks drie of vier jaar, zonder bedienden geko
men. Evenwel had zij ook dat was men reeds te
weten gekomen den hotelhouder gezegd, dat zij
een bonne voor haar kind noodig had, aangezien de
hare gedurende de reis ziek geworden en aan de
grenzen achter gebleven wat, om van daar naar. haar
geboorteland terug te keeren.
Dat zij zoo alleen gekomen was, dat maakte
movrouw de St. Vire nog te interessanter. Zij moest,
naar het algemeen gevoelen, weduwe zijn, hetgeen
de belangstelling in haar persoon eer verhoogde dan
verminderde. Maar ééa ding zou spoedig ongeloof
lijk toeschijnen zij moest z>ch niet vervelen, want
zij deed geen moeite om mef iemand kennis tè
maken. In het hótel gebruikte zij het middagmaal
in haar kamer in plaats van aan de table d'höte,
die toch zooveel gelegenheid tot kennismaking aam-
biedt. Alleen tegen Eet invallen van de duisternis
vertoonde zij zich op het baicon van hare vertrekken
gedurende den geheelen dag bleven de gordijnen
neergelaten. Ook op de volgepde dagen verscheen
zij alleen op de promenade en wel met een uitdruk
king in haar geheele houding,,, die te kennen gaf,
gevolgd door eene benoeming tot ridder van den Ne-
derlandsche Leeuw en tot generaal-majoor, weikeu
rang de gouverneur van Atjeh volgens de zienswijze
van den tegenwoordigen gouverneur-generaal nood
wendig behoort te bekleeden.
Gaan we in den ranglijst de boven den genoemden
hoofdofficier voorkomende namen na, dan zien we,
gezwegen nog van de omstandigheid dat een der
generaal-majoors billijkerwijze voor eene zoo gewich
tige betrekking als die van gouverneur van Atjeh in
aanmerking zou moeten komen, o. a. genoemdden
kolonel Vetter, ridder der militaiee Willemsorde 4e
klasse en versierd met de eeresabel, oud-2e comman
dant in Atjeh, die naar beste weten als zoodanig uit
stekend heeft voldaanden kolonel Van den Abeelen,
eveneens ridder der millitaire Willemsorde 4e klasse
en versierd met de eeresabelden luitenant-kolonel
Deijkerhoff, ridder der militaire Willemsorde 4e kl.
en van den Nederlandschen Leeuwden luitenant
kolonel Van Ham, ridder der militaire Willemsorde
4e klasseden luitenant-kolonel Segov, ridder der
militaire Willemsorde 8e klasse en versierd met de
eeresabel; den luitenant-kolonel Van de Pol. ridder
der militaire Willemsorde 4e klasse en van den Ne-
derland8cbe Leeuw en versierd met de eeresabel.
Doch niet alleen voor den vijand hebben zij en
eenige der niet genoemden hunne sporen verdiend,
ook als commandanten van belangrijke millitaire af-
deelingen voldeden zjj zeer goed, terwijl enkelen onder
hen, belast met het civiel gezag, schitterende bewijzen
van geschiktheid hebben gegeven. Ik behoef daartoe
o- a. slechts te wijzen óp Van Ham's optreden als
civiel gezaghebber in de Zuider- en Oostersafdeeling
van Borneo na afloop van don Banjermaoinscben
krijg, op Segov's zoo beleid- en succesvol bestuur in
de XXII Moekims op Atjeh, gedurende hetwelk aldaar
een ongekende toenadering en rust heerachten.
Als men daartegenover de vraag stelt, welken zijn
dan toeh de militaire verdiensten van den hoofdoffi-'
cier, wien men eene zoo hooge onderscheiding toe
denkt, dan kan die vraag niet anders dan schouder
ophalend beantwoord worden.
Zijne tijdgenooten aan de Militaire Academie ver
klaren van hem, dat hij volstrekt geene bijzonder
vlugge geestvermogens had en dat het alleen aata zijn
hard werken is te danken, dat hij- een niet te laag
nummer by het eind-examen behaalde. Dit strekt
zeer zeker grootelijks tot zijne eer.
AU luitenant heeft hij gedurende geruimeu-.tijd ter
Sumatra's Westkust gefungeerd als adjudant van den-
toenmalige kolonel Kohier; als kapitein is hij naar
Nederland gezonden om als instructeur by de lie af-
deeling dere krijgsschool voor do Indische officieren
op te-.treden.
AU majoor in Indië teruggekeerd, heeft hij eenige
tijd aU commandant van 'een bataljon infanterie in
Atjeh gediend, is bij later in dien rang bij het hoofd
bureau van den generalen staf overgeplaatst, om daar
na, bjj gebrek van eenig daartoe geschikt hoofdoffi
cier bij het korps, als commandant van het regiment
cavalerie op te treden,
Na vervanging als zoodanig is hij weder op het
hoofdbureau van den generalen staf werkzaam gesteld,
U in die functie onlangs met den ballon captif alhier
opgestegen en is sedert met verlof naar Nederland
vertrokken.
Voor zoover bekend, heeft hij in de hierboven ge-
noemdb bétrekkingen wel voldaan, zonder daarin uit
te munten.
dat gqeno toenadering door haar gewenscht werd.
Intusschen speelde haar dochtortje, een kind, dat
in geen enkel opzicht op hare moeder scheen te ge
lijken, voor de speelgoedwinkels van het Kurhuis,
in gezelschap van de nieuw aangenomen bonne. Het
was een, lévendig, vroolijk ding, mot een aardig plat
neusje, een fijne, zachte gelaatskleur,.roodachtig haar,
dat haar volstrekt niet leelijk stond, en een lUf
figüitrtje. Zij wilde, dat alles, wat haar beviel, ge
kocht zou worden, en, natuurlijk, stond alles haar
aan. Zjj keek naar de juweelen in de winkelkasten
der goudsmeden en meende, dat die van hare moeder
veel moAer warenzjj speelde gaarne mét andere
kinderen en gaf blijk een oprecht, doch prikkelbaar,
temperament te hebben.
De nieuwsgierigsten onder de dames der badgasten
vonden in de nieuwe bonne eene gelegenheid om
haar belangstelling in de schoone vrouw te bevredi
gen. Deze bonne was eene Schaumburgsche, die men
reeds kende, aangezien zij te voreii in dienst van
een Russische familie geweest was, die naar den
Kaukasus was teruggekeerd. Tot haar wendde men
zich met allerhande vragen, terwjjl men het lieve
kleine meisje bewonderde. Maar de bonne kon mst
den besten wil niets verklappen. De „barones",
zooals zij haar meesteres noemde, was bjjzonder ge
sloten; alleen wist zij, dat hare mevrouw den vori-
gen dag een brief had ontvangen, die van heel ver
af gekomen moest zijn.
I'Jtordt vervolgd.)
Ook zijn commando over de cavhlerie is voldoende
doch niet onberispelijk geweest. Zoodra dan ook een
geschikt hoofdofficier van dat wapen disponobel kwam,
U deze tot chef daarvan aangewezen.
De in de Deli Courant genoemde oversto heeft den
naam een man uit een stuk te zjjn. Zijne beschou
wingen en adviezen over menig militair onderwerp
zouden echter eerder aan het tegendeel doen gelooven.
Men kan zich dan ook in het leger voUtrekt niet
vereenigen met de keuze van den legercommandant.
De besproken hoofdofficier heeft nimmer bewijzen
van bijzondere militaire verdiensten gegeven, terwjjl
evenmin van hem bekend is dat hij eene meer dan
gewone gesohiktheid bezit om het civiel gezag te
voeren of met Inlandsche hoofden om te gaan.
Intusschen, Atjeh is het land der verrassingen.
Wie weet of ook de aldaar met den hierboven be
doelden hoofdofficier te nemen proef niet gelukt.
Een andere vraag is het echter of men de natie
en het Indische leger aan dergelijke proeven mag
blootstellen.
De Atjehoorlog heeft reeds zoo lang geduurd en
zooveel aan menscheulevens en aan geld gekost dat
het landsbelang vordert, dat slechts aan een daarvoor
volkomen bekend man het hoogste gezag in dat ge
west in handen worden gegeven. Een dergelijk man
is naar mijne overtuiging beter onder de iu den aan
hef dezes genoemde hoofdofficieren te vinden dan
daar buiten.
Ik hoop en vertrouw dus dat, indien het couran
tenbericht uit Deli afkomstig juist is en werkeljjk de
daarin genoemde hoofdofficier de mau der keuze is
van den legercommandant, de regeering alvorens tot
diens benoeming over te gaan, de zaak nog eens
rjjpeljjk zal overwegen en de groote verantwoordelijk
heid van een zoo onberaden stap, waardoor zoovele
hoogst verdienstelijke mannen moreel gedwongen
zouden worden het leger te verlaten dat hen nog zoo
dringend noodig heeft, niet van den legercommandant
zal overnemen.
De dagen der telegrafische Nieuwjaarskaarten schij
nen geteld te zjjn. Zjj zjjn gebleken, niet alleen
niet in „een bestaande behoefte" te voortien, maar
"j zelfs die behoefte niet te kunnen doen ontstaan.
r Toen er op 1 Januari 1886 de proef mede geno
men werd, maakten bijna 12,000 personen gebruik
van. Een jaar later waren er echter nog geen 7000
met het begin van 1888 verzonden nog slechts 3800
personen zulk een telegrafischen wensch, en bjj den
aanvang vén 1890 waren op 2418 na alle Nederlanders
weer tot het voorvaderlijke visitekaartje teruggekeerd.
In Beieren was het bierbrouwen altjjd een der
gewichtigste takken vgn njjverheid, maar in de laatste
jaren heeft deze een ver bazen den omvang gekregen.
In 1868 werden in Beieren in het geheel ruim 7'/a
millioen hectoliters bier gebrouwen, doch in 1888-89
13'/, millioen of meer dan 28 percent der productie
van geheel Duitschland. De hoeveelheid, per hoofd
der bevolking gebrouwen, was in Beieren 2.47 en
in Duitschland 0.91 hectoliter. De Beiersche uitvoer
ia van millioen hectoliters in 1875 gestegen tot
meer dan 2 millioen in 1889, waarvan 1'/, naar
Noord-Duitschland gingen en 189,000 heotoliters
naar het buitenland. In 1888 bestonden in Beieren
6931 brouwerjjen, waarvan er 4718 behoorden aan
particulieren, 52 aan maatschappijen en de overige
aan plaatselijke vereenigingen. De hoeveelheid van
het gebruikte mout bedroeg juist 6 millioen hecto-
liters. In 1889 steeg de bierproductie tot i t1/,
millioen hectoliters.
Het brouwen is in Beieren nog een gedecentrali
seerde nijverheid, daar meer dan de helft der brou
wers minder dan 100 hectoliters mout verwerken en
meer dan vijfzesde minder dan 500evenwel is het
aantal kleine brouwerijen aan het verminderen. 1889
was het gunstigste jaar, dat de brouwers in Beieren
ooit gehad hebben; een goede gerst-oogst, een over-
vloedig hopgéwas en groote vraag, zoo van binnen-
als buitenland, werkten daartoe samen. De voort-
durende vraag naar Beiersch bier, vooral in Noord-
Duitschland, hield aan en schjjnt niet te zullen ver
minderen. Het oplossen van kleine brouwerijen in
groote is<niet aan Beieren alleen eigen, maar vindt
iu geheel Duitschland plaats. Iu vijf jaren hielden
door gelijke oorzaken 2100 kleine brouwerjjen in
Duitschland op te bestaan en voornamelijk was dit
het geval in Pruisen en Noord-Duitschland.
Miinchen is de eerste stad, wat het brouwen, uit
voeren en uitdrinken van bier aangaat. In het begin
dezer eeuw bezat München 72 kleine brouwerijen,
terwijl er in 1876 niet meer dan 28 groote brouwe
rjjen van bruin bier bestonden, die echter meer dan
'/is van al het Beiersch bruine bier opleverden, dat
grootendeels te München zelf werd verbruikt. De
consumptie van bier b'eliep in die stad ia 1876 5.56
hectoliters per hoofd en per jaar (het grootste ver
bruik der geheele wereld.) In Weenen bedroeg dit
2.96, te Londen 2.54, te Berlijn 2.4, te Petersburg
0.67 en te Parijs 0.14 hectoliter.
Er wordt in Beieren van het bier belasting ge
heven iu den vorm van eene belasting op het mout,
waarbij de gerst of het mout u^rrdt gemeteneene
manier, ook in Engeland gebrüikelp. Volgens de
nieuwe wet van 8 December 1889 wordt bjj een
verbruik van niet meer dan 10,000 hec.oliters mout
voor het vervaardigen van bier of azijn een recht
gehevon van 5 Mark 87'/, Pf- per hectoliter. Bij
een verbruik van 10,00040,000 hectoliters wordt
dit recht 6 M. 12'/j Pf. en bij een verbruik van
meer dan 40,000 hectoliters 6 M. 89'/, Pf. per
hectoliter. Hierbij komt nog het aoorvoerrechj. der
Duitsche staten van 3 M. 19 Pf. per hectoliter bier
en 6 M. 39'/s Pf. |per hectoliter gebroken mout voor
bier of azijnboreiding. Onder de laatste wet bedroeg
de netto-ontvangst uit deze belasting in Beieren
31,352,280 Mark en in geheel Duitschland 72,298,520
Mark.
Beieren staat bovenaan in de reeks der hoptelende
landen, wat de hoeveelheid der opbrengst en bijna
bovenaan, wat do qualiteit betreft. De groote toe
name in den verbouw en het verbruik van en den
handel iu hop dagteekent van do jaren 185560.
In 188889 was er anderhalfmaal zooveel land voor
de hopteelt bestemd als in 1863. De slechtste oogst
van dit gewas was in 1882 en de beste in 1886,
toen de opbrengst ongeveer het dubbele van die van
1882 was. De hoeveelheid, voor het inlandsch go-
bruik benoodigd, bedroeg in 1889 108,240 cente
naars, waardoor 214,216 centenaars voor den uitvoer
beschikbaar bleven. Beieren voert de meeste hop
uit en brengt van dit gewas ook na Engeland het
meest voort, doch hoewel in Engeland van eene
bepaalde uitgestrektheid grond meer hop gewonnen
wordt dan in Beieren, staat het Engelsche gewas
toch in qualiteit bij het Beiersche achter.
Het brouwen van bruin bier neèmt in Beieren
zeer veel sneller toe dan het bevolkingscjifer, nl. in
de laatste 17 jaren 2.47 hectoliters per hoofd en
por jaar. Dit is een gevolg van den verbazenden
uitvoer naar Noord-Duitschland, waar ook de bier
industrie zich wel zeer uitbreidt, doch zonder nadeel
voor het zoo populaire Beiersoh. Bedoelde uitvoer
is in tien jaren verdrievoudigd. Het eigenlijk ver
bruik in Beieren houdt gelijken tred met de toe
name der bevolking. Zondagsblad
Het bericht, dat oen of moer der Europeesche mo
gendheden bemiddelend zjjn opgetreden tusschen Por
tugal en Engeland, ten eindt een overeenkomst tus
schen beide landen ten gunste van het zwakkere
voor te bereiden, wordt nader bevestigd. Bank zjj
deze' tu8schenkom8t moet lord Salisbury zich welwil
lender tegenover Portugal'toonen dan hij tot heden
deed. Men verzekert dat een «modus vivendi" tot
stand zal komen, waarbij bepaald wordt, dat de scheep
vaart op Zambesi vrij zal blijven eu dat Engeland
geen verdragen me t de kleine negervorsten zal slui
ten, wier gebied binnen de Portugeesche Interessen-
sphüre ligt, voordat een definitieve regeling van bei
der Afrikaanscne bezittingen heeft plaats gevonden.
Of het nu Duitschland alleen dan' wei de triple-
alliantie is, die de Britsche regeering een //halt"
heeft toegeroepen, doet ter juiste beoordeeling der
zaak niets af. Het is zonder twijfel in ieder geval
de jonge Duitsche keizer, als het hoofd der triple—
alliantie, die door deze handel wyze eed» daad van
ridderlijkheid en solidariteit met zijn broeder op den
Portugeeschen troon heeft bedreven. Bovendien heb
ben de drie verbonden vorsten er belang bij de
.Portugeesche dynastie tegen de aanmatiging van de
buitenlandsohe vijanden en de omwentelingsgezindheid
van haar binnenlandsche tegenstanders te beschermen.
De koningin-moeder van Portugal is de zuster «van
den koning* van Italië; op den Spaanschen troon
zetelt een Oostenrijksohe prinses en het gevaar is
niet denkbeeldig, dat do republiek, te Lissabon uit
geroepen, zou gevolgd worden door een revolutie in
Spanje. De vorsten der triple-alliantie handelen der
halve slechts in hun eigen belang, Wanneer zij d» mo
narchie en dynastie in Portugal onder hun hoede nemen.
Hoe echter te oordeelop over de politiek der Brit
sche tory-regeering? Na eerst door zijn provocaties
en zijn cynische aanmatiging het Portugeesche koning
schap aan den rand van den afgrond te hebben ge
bracht, deinst lord Salisbury onmiddellijk achteruit,
zoodra hij zich tegenover een machtiger invloed ge
plaatst ziet. Zoo lang het kleine Portugal geïsoleerd
stond, kende de brutaliteit van lord Salisbury geen
grenzen; zoodra niet vindt de zwakke tegenstander
een krachtige hand,die hem steunt, of John Buil
bindt in.
De Fransche minister voor handel, de heer Jules
Roohe, heeft in de Kamercommissie voor »in- en
uitgaande rechten de handelsstaatkunde, welke de
Fransche regeering na 1892 wil volgen, uitvoerig
toegelicht.
Het doel der 'regeering is een einde te maken aan
de oude bepaling betreffende de «meest begunstigde*
natie" en aan de tractaten, die bindend zijn voor een
bepaald aantal jaren. De Fransche regeering heeft
daarom twee tarieven van invoerrechten opgesteld,
één hoog en één iets lager. Het lager tarief wordt
alleen toegestaan aan landen, die aan Frankrijk voor
rechten verleenen boven andere Staten. Indien de
regeering meent, dat aldus termen bestaan voor de
toepassing van het lage tarief, dan zal zy het voor
stel daartoe by de Kamer indienen en der Volksver
tegenwoordiging verzoekende overeenkomst met dezen
Staat te bekrachtigen.
Over het algemeen acht de regeering het wensche-
lyk geen tractaten voor bepaalden tyd te sluiten,
maar toch kunnen er omstandigheden voorkomen,
die het sluiten van een overeenkomst voor eenige
jaren noodig maken. Tot dit doel vraagt de regeering
machtiging om zonder toestemming van de Kamer
tractaten te sluiten voor den tijd van 5 jaren. Voor
verdragen voor langer tijd is echter de toestemming
der Volksvertegenwoordiging noodig.
Eenige artikelen komen met hetzelfde bedrag op
beide tarieven voor. Dit geschiedt als waarborg voor
die Staten, welke nog tractaten hebben met Frank
rijk en dus weten, dat zij gedurende den duur dezer
tractaten op den ouden voet zullen behandeld worden.
Eenige artikelen, gelijk o. a. landbouwproducten,
komen alleen op het hooge tarief voor. l)it is het
bewijs, dat voor deze producten elke schikking wordt
uitgesloten. Daarentegen komen alle andere producten
met verschillende prijzen op beide lijsten voor, ten
bewijze, dat al deze waren tegen concession verlaging
kunnen worden verkregen.
De oud-minister Méline wees terstond op het ge
vaar, om vee en graan van elke schikking uit te
sluiten, omdat daardoor een schikking met andere
landen, gelijk Italië b. v., geheel onmogelyk wordt.
De minister van landbouw, Develle, achtte dit be
zwaar niet overwegend, want in de eerste plaats moest
de regeering den Franschen landbouw beschermen.
Vooral in Oostenrijk-Hongarije, dat toch reeds
veel lydt onder de M'c Kinley—wet, is men alles
behalve ingenomen met het voornemen om haar gren
zen nog erger af te sluiten dan nu reeds het geval is.
Hongarije levert Frankrijk veel voe en graan, waar
voor de invoerrechten aanmerkelijk verhoogd zullen
worden, maar bovendien worden uit de bosschen van
Slavonië en Croatië gedurende de laatste jaren veel
ruw en gezaagd timmerhout en duigen ua&r Frank
rijk uitgevoerd. Deze handel in duigen heeft in den
laatsten tijd toch reeds veel geleden door het heer-
schen der phyioxera in Frankrijk, zoodat zelfs toen
de Hongaarsche regeering onlangs het hout in haar
domeinen liet verkoopen, dit niet meer dan een derde
der gewone prijzen opbracht. Voorheen werd van
hout geen invoerrechten geheven, maar indien het
nieuwe tarief wordt aangenomen, zal het ook met
den Hongaarschon houthandel in Frankryk spoedig
gedaan zyn.
De Hongaarsche regeering zal natuurlyk doen wat
zij kan om dit te verhinderen. Tot dusver wordt van
champagne in Hongarije geen invoerrecht gevergd,
maar dit voorrecht zal natuurlyk terstond verdwijnen,
zoodra de Franschen hun uitsluitingsplannen ten
uitvoer brengen.
Op deze wijze zai spoedig een algemeene tarief
oorlog in Europa ontstaan. Toen Gladstone dezer
dagen te Dundee over de M's Kinley-wet sprak,
zeide de oude vrijhandelaar*«Voor zoover my be
kend, is nog nooit een volk door h^et beschermend
handelsstelsel rijk geworden." Zondej twyfól zullen
dan ook de Fransche verbruikers na 189,2 weldra
ondervinden, dat beschermende rechten alleen hun
ten goede komen, die de //beschermende" waren
voortbrengen.
De Groote Baad van het Zwitsersche kanton
Tessino kwam bijeen. De uiterste linkertyde was
niet verschenen. De heer Tognetti, van de rechter
zijde, tot voorzitter gekozen, hield een lofrede op
het vermoorde lid van den Kantonnalen Raad Rossi,
en zeide dat bij de stemming van 5 October de be
volking zich in twee gelijke deelen had gesplitst,
maar dat by de verkiezingen van den 26n gebleken
was, hoe de meerderheid aan de «conservatieve" be
ginselen trouw gebleven was. Hij eindigdg met oen
vermaning tot eendracht. De leden van den Kanton
nalen Raad Respini en Bonzanigo namen hun ontslag.
De linkerzijde heeft te kennen gegeven, dat zij tot
de Regeering wil toetreden, mits haar twee zetels
in den Kantonnalen Raad ter keuze werden gelaten.
Verder hebben de clericalen bij monde van Soldati
een voorstel ingediend tot wyziging der kieswet, dat
naar een commissie werd verzonden. Men begrijpt
hetde clericalen willen den Bondsraad voor zijn,
die de tegenwoordige kiesknoeiwet wil opheffen en
de vroegere wet van '80 weer van kracht verklaren.
OVBBLEDSN M. Knoers. 44 j.
n d.