Bultenlandsch Overzicht. Burgerlijke Sta Haastrecht wond tot de zeldzaamheden behoort Alle jaren Ter- ergeren daar dan ook de verwoestingen, door over stroomingen aangericht, duiienden hectaren berg- grond worden naar da diepte gesleurd, wegen en spoorbanen worden meegenomen, en toch doet sich nauwelijks een stem hooren om de bergwouden te beschermen. Komt men in de Vereenigde Staten, dan is de houtverwoeeting in Mexico slechts kinderspel, zoodat dan ook in de Unie, als men niet tot bezinning komt, binnen 50 jaren het laatste bosch gerooid zal zjjn. In 1880 waren nog 76 mitlioen H. A. met bosschen beplant, doch sedert is dat cijfer alweer, aanmerkelijk ingekrompen. Langzamerhand schijnen sommigen dan ook wel te gaan inzien welk gevaar er dreigt. Zoo is b. v. op de scholen een algemeene feestdag ingevoerd, die aan het planten van boomstekken moet worden gewijd. Zoolang evenwel de Bondsregeeriug geen krachtiger maatregelen neemt, kunnen al dergelijke slappe ge neesmiddelen niet helpen om- de ernstige kwaal te overwinnen. Diohter en wiskundige. De Engelsche poëta laureatus Tennyson ontving kort na het uitgeven van zijn beroemd gedicht«Visioen van de Zonde», het volgend schrijven van den beroemde!) wiskundige Babbage: «Geerde Heer! In uw onlangs uitge geven gedicht«Visioen van de Zonde" vind ik de volgende geheel onjuiste bewering«Ieder oogenblik sterft een mensch én wordt er een geboren". Ik behoef u nauwelijks op te merken, dat, zoo dit juist ware, de geheele bevolking der aarde steeds gelijk zou moeten blijven, terwijl het een welbekend feit is, dat de geheele bevolking der wereld in aantal niet constant blijft. Ik neem daarom de vrijheid, u in overweging te geven bij de volgende oplaag van uw schoon gedicht de bedoelde zinsnede aldus te verbe toren «Iedêr oogenblik sterft een mensch, maar worden er l'/io geboren. Het juist getal is 1.167 doch men moet met de versmaat eenigszins rekening houden.» (Versbode.) Men schrijft van den 9en Oct. uit PetersburgIn den nacht van den 28en Juni 11. werd Perzië door een hevige aardbeving geteisterd, die groote verwoes tingen aanrichtte. De jonge russische ontdekkings reiziger A. Jelissejew, die zich op zijn tocht van Mesclied naar Teheran bevond, geeft thans in een aan de Notcoye Wrtmya gerichten brief een zeer belang rijke schildering van den schrik wekkenden nacht, dien hij in een karavansera,"verscheiden dagreizen van het eigenlijke tooneel der aardbeving verwijderd, door bracht. Zelfs daar was het onderaardsche vulkani sche gerommel zoo sterk, dat de man uit zijn slaap gewekt werd. Astrabad en omstreken hebben zwaar geleden. Daar stortten verscheiden karavanseras en particuliere huizen, in en begroeven de bewoners on der het puin. Het telegraafbureau werd sterk bescha digd. De muren van het'huis waar de Russische consul woonde, kregen zulke scheuren, dat hij zijn woning Verlaten moest. Het ongeluk maakte veel slaohtoffers; het juiste ge tal dooden zal wel nooit bekend worden. Het vreeselijkst waren de gevolgen der aardbeving in Tasch-zelf. Deze plaats ligt in een vallei aan den rand van een diepen afgrond en is bij veel Europe anen berucht door haar verschrikkelijke vergiftige wantsen (Agarwf Pereicu»), wier beet dezelfde gevol- I schen de weelderige haarlokken; doch met een voorname bescheidenheid sloeg mevrouw de St. Yire de oogen neder, toen zij de dames voorbij schreed, als ware zij zich niet bewust van het opzien dat hare verschijning te wSeg bracht, tenzij zij dit be schouwde als iets dat van zelf spraken dat dus met de moeite waard was - om er notitie van te nemen. Trotsch als een koningin ruischte zij daarheen, in een glanzend, ravenzwart kleed van zware zijde. Zij blikte rechts noch links. Uit hare geheele houding sprak een koninklijk bewustzijn, een kalmte vol majesteit en tegelijk eene bekoorlijkheid, die den stempel droeg eener hoog aristocratische afkomst. Hare fraai gevormde voeten raakten te nauwornood het zand van den. oever der Lahnhoewel zij alleen was, scheen dê opmerkzaamheid welke zij trok, haar niet' te derenzij was er aan gewend indruk te maken rij wist dat iedereen den hals rekte om haar na te oogen, dat de heeren opstonden om haar met hun blikken te volgen en zij verdween achter het Kurhaus, een door hare verschijning in opgewondenheid ge raakt gezelschap achterlatend. De heeren waren in verrukking, de dames bewon derden haar om haar toiletmaar aangezien de kritiek nooit rust of zwijgt, werd de opmerking gemaakt, dat zij wat te lang van hals was. Maar ook dit vond zijne bewonderaars. Eugenie, l'rankrijks schoone keizerin, was destijds in de mode. Ook de hals der keizerin was iets langer dan overeen kwam met de wetten der schoonheid, bijgevolg was 'deze hals fraai gen heeft als die van de tarantula. De catastrophe had hier op klaarlichten dag plaats, De mannelijke inwoners bevonden zich ten deele op het veld, en de vrouwen en kinderen waren in het dorp. Daar weerklonken in de bergen plotseling zulke vreese- lijke onderaardsche donderslagen, vergezeld van ont zettende schokken, dat alles in panisohe vrees ter aarde viel. En nu waren de verraste boeren getui gen van een schouwspel, dat in grootsche pracht zyo gelijke niet zal vinden. Kolossale rotsmassaas sprongen als droog leem uit elkaar en verdwenen in de bodemlooze diepte met de weiden, waarop de herders hun kudden bewaakten, en andere reus achtige rotsblokken stortten naar beneden en dekten de graven dicht. Geheele bergen wankelden. «Ik zag,» zoo vertelde een boer in zijn beeldrijke taal, „hoe de rotsen zich tot elkander bogen, boe de bergtoppen elkaar kusten, als na een lang ver wacht wederzien.De plaats Tasch was echter verdwenen met alle ongelukkigon, die te huis ge bleven waren, met haar paar honderd leemen huisjes, haar kleinen bazaar en haar karavansera. Dr. Je lissejew kon uit de verhalen der overgebleven be woners Iniet opmaken,' of het plaatsje iu een nieuw "ontstane aardspleet verzonken was, öf dat het in den afgrond stortte, aan welks rand het lag, waar het door de later vallende rotsblokken begraven werd. In elk gevdl is de plaats volkomen van de aardoppervlakte verdwenen. Thans worden daar ter plaatse graviugen gedaan, waardoor reeds veel lijken werden te voorschijn gehaald. Na het ongeluk heerscht tegenwoordig in Noord- Perzië een volkomen asmoferiache revolutie. Zoo heeft het gedurende de maanden Juni en Juli, niet alleen op de bergen, maar ook zuidelijk van El- broess dagelijks geregend, hetgeen nooit is voorge komen, en de regons waren zoo hevig, dat de beken tot stroomen gezwollen, alle paden overstroomden. De temperatuur is in geheel Noord-Perzië in den laatslen tijd sterk gedaald. De vroegere zomerhitte komt volstrekt niet meer voor, en Europeanen kun nen best den zomer in Teheran doorbrengen, ieta dat nooit voorgekomen is. De winter is aanmerke lijk kouder geworden. In Teheran ligt de sneeuw dikwijls wekenlang, jer, de thermometer daalt niet zelden tot 12o R. In Juli was zooveel water voor handen, dat overal bekeu murmelden en d6 weiden zoo frisch waren als in het voorjaar, terwijl vóór eenige jaren de omgeving van Teheran in Juli reeds een woestijn geleek. Volgens de Dek Ct. zal de overste Pompe van Meerdervoort spoedig tot opvolger van generaal Van Teijn worden benoemd, en zulke volgens den wensch van het legerbestuur. Over deze benoeming werdt aan de Java-bode ge schreven „In de fata-bode van 24 September jl. komt de naam voor van den hoofdofficier, die blijkens een uit de Deli Courant overgenomen bericht bestemd zoude zijn om den gouverneur van Atjeh en Onderhoorig- heden, den generaal-majoor Van Teijn, te vervangen. Druk besproken niet alleen, maar ook gelaakt hetgeen geen verwondering zal baren, als men in aanmerking neemt dat zooveel hoogst verdienstelijke mannen daardoor zullen worden gepasseerd. Ik zeg gepasseerd, omdat eene benoeming tot civiel en militair gouverneur van Atjeh onvoorwaardelijk tot I kolonel, welke in den kortst mogelijken tijd wordt en mode. Aan den avond van denzelfden dag kenden reeds alle badgasten den naam der schoone vreemdelinge; het was mevrouw de St. Vire uit Parijs. Maar was zij weduwe? Verwachtte zij haar echtge noot hier? Vreemd! Zij was als eene voorname dame slechts in gezelschap van haar kind, een meisje van omstreeks drie of vier jaar, zonder bedienden geko men. Evenwel had zij ook dat was men reeds te weten gekomen den hotelhouder gezegd, dat zij een bonne voor haar kind noodig had, aangezien de hare gedurende de reis ziek geworden en aan de grenzen achter gebleven wat, om van daar naar. haar geboorteland terug te keeren. Dat zij zoo alleen gekomen was, dat maakte movrouw de St. Vire nog te interessanter. Zij moest, naar het algemeen gevoelen, weduwe zijn, hetgeen de belangstelling in haar persoon eer verhoogde dan verminderde. Maar ééa ding zou spoedig ongeloof lijk toeschijnen zij moest z>ch niet vervelen, want zij deed geen moeite om mef iemand kennis tè maken. In het hótel gebruikte zij het middagmaal in haar kamer in plaats van aan de table d'höte, die toch zooveel gelegenheid tot kennismaking aam- biedt. Alleen tegen Eet invallen van de duisternis vertoonde zij zich op het baicon van hare vertrekken gedurende den geheelen dag bleven de gordijnen neergelaten. Ook op de volgepde dagen verscheen zij alleen op de promenade en wel met een uitdruk king in haar geheele houding,,, die te kennen gaf, gevolgd door eene benoeming tot ridder van den Ne- derlandsche Leeuw en tot generaal-majoor, weikeu rang de gouverneur van Atjeh volgens de zienswijze van den tegenwoordigen gouverneur-generaal nood wendig behoort te bekleeden. Gaan we in den ranglijst de boven den genoemden hoofdofficier voorkomende namen na, dan zien we, gezwegen nog van de omstandigheid dat een der generaal-majoors billijkerwijze voor eene zoo gewich tige betrekking als die van gouverneur van Atjeh in aanmerking zou moeten komen, o. a. genoemdden kolonel Vetter, ridder der militaiee Willemsorde 4e klasse en versierd met de eeresabel, oud-2e comman dant in Atjeh, die naar beste weten als zoodanig uit stekend heeft voldaanden kolonel Van den Abeelen, eveneens ridder der millitaire Willemsorde 4e klasse en versierd met de eeresabelden luitenant-kolonel Deijkerhoff, ridder der militaire Willemsorde 4e kl. en van den Nederlandschen Leeuwden luitenant kolonel Van Ham, ridder der militaire Willemsorde 4e klasseden luitenant-kolonel Segov, ridder der militaire Willemsorde 8e klasse en versierd met de eeresabel; den luitenant-kolonel Van de Pol. ridder der militaire Willemsorde 4e klasse en van den Ne- derland8cbe Leeuw en versierd met de eeresabel. Doch niet alleen voor den vijand hebben zij en eenige der niet genoemden hunne sporen verdiend, ook als commandanten van belangrijke millitaire af- deelingen voldeden zjj zeer goed, terwijl enkelen onder hen, belast met het civiel gezag, schitterende bewijzen van geschiktheid hebben gegeven. Ik behoef daartoe o- a. slechts te wijzen óp Van Ham's optreden als civiel gezaghebber in de Zuider- en Oostersafdeeling van Borneo na afloop van don Banjermaoinscben krijg, op Segov's zoo beleid- en succesvol bestuur in de XXII Moekims op Atjeh, gedurende hetwelk aldaar een ongekende toenadering en rust heerachten. Als men daartegenover de vraag stelt, welken zijn dan toeh de militaire verdiensten van den hoofdoffi-' cier, wien men eene zoo hooge onderscheiding toe denkt, dan kan die vraag niet anders dan schouder ophalend beantwoord worden. Zijne tijdgenooten aan de Militaire Academie ver klaren van hem, dat hij volstrekt geene bijzonder vlugge geestvermogens had en dat het alleen aata zijn hard werken is te danken, dat hij- een niet te laag nummer by het eind-examen behaalde. Dit strekt zeer zeker grootelijks tot zijne eer. AU luitenant heeft hij gedurende geruimeu-.tijd ter Sumatra's Westkust gefungeerd als adjudant van den- toenmalige kolonel Kohier; als kapitein is hij naar Nederland gezonden om als instructeur by de lie af- deeling dere krijgsschool voor do Indische officieren op te-.treden. AU majoor in Indië teruggekeerd, heeft hij eenige tijd aU commandant van 'een bataljon infanterie in Atjeh gediend, is bij later in dien rang bij het hoofd bureau van den generalen staf overgeplaatst, om daar na, bjj gebrek van eenig daartoe geschikt hoofdoffi cier bij het korps, als commandant van het regiment cavalerie op te treden, Na vervanging als zoodanig is hij weder op het hoofdbureau van den generalen staf werkzaam gesteld, U in die functie onlangs met den ballon captif alhier opgestegen en is sedert met verlof naar Nederland vertrokken. Voor zoover bekend, heeft hij in de hierboven ge- noemdb bétrekkingen wel voldaan, zonder daarin uit te munten. dat gqeno toenadering door haar gewenscht werd. Intusschen speelde haar dochtortje, een kind, dat in geen enkel opzicht op hare moeder scheen te ge lijken, voor de speelgoedwinkels van het Kurhuis, in gezelschap van de nieuw aangenomen bonne. Het was een, lévendig, vroolijk ding, mot een aardig plat neusje, een fijne, zachte gelaatskleur,.roodachtig haar, dat haar volstrekt niet leelijk stond, en een lUf figüitrtje. Zij wilde, dat alles, wat haar beviel, ge kocht zou worden, en, natuurlijk, stond alles haar aan. Zjj keek naar de juweelen in de winkelkasten der goudsmeden en meende, dat die van hare moeder veel moAer warenzjj speelde gaarne mét andere kinderen en gaf blijk een oprecht, doch prikkelbaar, temperament te hebben. De nieuwsgierigsten onder de dames der badgasten vonden in de nieuwe bonne eene gelegenheid om haar belangstelling in de schoone vrouw te bevredi gen. Deze bonne was eene Schaumburgsche, die men reeds kende, aangezien zij te voreii in dienst van een Russische familie geweest was, die naar den Kaukasus was teruggekeerd. Tot haar wendde men zich met allerhande vragen, terwjjl men het lieve kleine meisje bewonderde. Maar de bonne kon mst den besten wil niets verklappen. De „barones", zooals zij haar meesteres noemde, was bjjzonder ge sloten; alleen wist zij, dat hare mevrouw den vori- gen dag een brief had ontvangen, die van heel ver af gekomen moest zijn. I'Jtordt vervolgd.) Ook zijn commando over de cavhlerie is voldoende doch niet onberispelijk geweest. Zoodra dan ook een geschikt hoofdofficier van dat wapen disponobel kwam, U deze tot chef daarvan aangewezen. De in de Deli Courant genoemde oversto heeft den naam een man uit een stuk te zjjn. Zijne beschou wingen en adviezen over menig militair onderwerp zouden echter eerder aan het tegendeel doen gelooven. Men kan zich dan ook in het leger voUtrekt niet vereenigen met de keuze van den legercommandant. De besproken hoofdofficier heeft nimmer bewijzen van bijzondere militaire verdiensten gegeven, terwjjl evenmin van hem bekend is dat hij eene meer dan gewone gesohiktheid bezit om het civiel gezag te voeren of met Inlandsche hoofden om te gaan. Intusschen, Atjeh is het land der verrassingen. Wie weet of ook de aldaar met den hierboven be doelden hoofdofficier te nemen proef niet gelukt. Een andere vraag is het echter of men de natie en het Indische leger aan dergelijke proeven mag blootstellen. De Atjehoorlog heeft reeds zoo lang geduurd en zooveel aan menscheulevens en aan geld gekost dat het landsbelang vordert, dat slechts aan een daarvoor volkomen bekend man het hoogste gezag in dat ge west in handen worden gegeven. Een dergelijk man is naar mijne overtuiging beter onder de iu den aan hef dezes genoemde hoofdofficieren te vinden dan daar buiten. Ik hoop en vertrouw dus dat, indien het couran tenbericht uit Deli afkomstig juist is en werkeljjk de daarin genoemde hoofdofficier de mau der keuze is van den legercommandant, de regeering alvorens tot diens benoeming over te gaan, de zaak nog eens rjjpeljjk zal overwegen en de groote verantwoordelijk heid van een zoo onberaden stap, waardoor zoovele hoogst verdienstelijke mannen moreel gedwongen zouden worden het leger te verlaten dat hen nog zoo dringend noodig heeft, niet van den legercommandant zal overnemen. De dagen der telegrafische Nieuwjaarskaarten schij nen geteld te zjjn. Zjj zjjn gebleken, niet alleen niet in „een bestaande behoefte" te voortien, maar "j zelfs die behoefte niet te kunnen doen ontstaan. r Toen er op 1 Januari 1886 de proef mede geno men werd, maakten bijna 12,000 personen gebruik van. Een jaar later waren er echter nog geen 7000 met het begin van 1888 verzonden nog slechts 3800 personen zulk een telegrafischen wensch, en bjj den aanvang vén 1890 waren op 2418 na alle Nederlanders weer tot het voorvaderlijke visitekaartje teruggekeerd. In Beieren was het bierbrouwen altjjd een der gewichtigste takken vgn njjverheid, maar in de laatste jaren heeft deze een ver bazen den omvang gekregen. In 1868 werden in Beieren in het geheel ruim 7'/a millioen hectoliters bier gebrouwen, doch in 1888-89 13'/, millioen of meer dan 28 percent der productie van geheel Duitschland. De hoeveelheid, per hoofd der bevolking gebrouwen, was in Beieren 2.47 en in Duitschland 0.91 hectoliter. De Beiersche uitvoer ia van millioen hectoliters in 1875 gestegen tot meer dan 2 millioen in 1889, waarvan 1'/, naar Noord-Duitschland gingen en 189,000 heotoliters naar het buitenland. In 1888 bestonden in Beieren 6931 brouwerjjen, waarvan er 4718 behoorden aan particulieren, 52 aan maatschappijen en de overige aan plaatselijke vereenigingen. De hoeveelheid van het gebruikte mout bedroeg juist 6 millioen hecto- liters. In 1889 steeg de bierproductie tot i t1/, millioen hectoliters. Het brouwen is in Beieren nog een gedecentrali seerde nijverheid, daar meer dan de helft der brou wers minder dan 100 hectoliters mout verwerken en meer dan vijfzesde minder dan 500evenwel is het aantal kleine brouwerijen aan het verminderen. 1889 was het gunstigste jaar, dat de brouwers in Beieren ooit gehad hebben; een goede gerst-oogst, een over- vloedig hopgéwas en groote vraag, zoo van binnen- als buitenland, werkten daartoe samen. De voort- durende vraag naar Beiersch bier, vooral in Noord- Duitschland, hield aan en schjjnt niet te zullen ver minderen. Het oplossen van kleine brouwerijen in groote is<niet aan Beieren alleen eigen, maar vindt iu geheel Duitschland plaats. Iu vijf jaren hielden door gelijke oorzaken 2100 kleine brouwerjjen in Duitschland op te bestaan en voornamelijk was dit het geval in Pruisen en Noord-Duitschland. Miinchen is de eerste stad, wat het brouwen, uit voeren en uitdrinken van bier aangaat. In het begin dezer eeuw bezat München 72 kleine brouwerijen, terwijl er in 1876 niet meer dan 28 groote brouwe rjjen van bruin bier bestonden, die echter meer dan '/is van al het Beiersch bruine bier opleverden, dat grootendeels te München zelf werd verbruikt. De consumptie van bier b'eliep in die stad ia 1876 5.56 hectoliters per hoofd en per jaar (het grootste ver bruik der geheele wereld.) In Weenen bedroeg dit 2.96, te Londen 2.54, te Berlijn 2.4, te Petersburg 0.67 en te Parijs 0.14 hectoliter. Er wordt in Beieren van het bier belasting ge heven iu den vorm van eene belasting op het mout, waarbij de gerst of het mout u^rrdt gemeteneene manier, ook in Engeland gebrüikelp. Volgens de nieuwe wet van 8 December 1889 wordt bjj een verbruik van niet meer dan 10,000 hec.oliters mout voor het vervaardigen van bier of azijn een recht gehevon van 5 Mark 87'/, Pf- per hectoliter. Bij een verbruik van 10,00040,000 hectoliters wordt dit recht 6 M. 12'/j Pf. en bij een verbruik van meer dan 40,000 hectoliters 6 M. 89'/, Pf. per hectoliter. Hierbij komt nog het aoorvoerrechj. der Duitsche staten van 3 M. 19 Pf. per hectoliter bier en 6 M. 39'/s Pf. |per hectoliter gebroken mout voor bier of azijnboreiding. Onder de laatste wet bedroeg de netto-ontvangst uit deze belasting in Beieren 31,352,280 Mark en in geheel Duitschland 72,298,520 Mark. Beieren staat bovenaan in de reeks der hoptelende landen, wat de hoeveelheid der opbrengst en bijna bovenaan, wat do qualiteit betreft. De groote toe name in den verbouw en het verbruik van en den handel iu hop dagteekent van do jaren 185560. In 188889 was er anderhalfmaal zooveel land voor de hopteelt bestemd als in 1863. De slechtste oogst van dit gewas was in 1882 en de beste in 1886, toen de opbrengst ongeveer het dubbele van die van 1882 was. De hoeveelheid, voor het inlandsch go- bruik benoodigd, bedroeg in 1889 108,240 cente naars, waardoor 214,216 centenaars voor den uitvoer beschikbaar bleven. Beieren voert de meeste hop uit en brengt van dit gewas ook na Engeland het meest voort, doch hoewel in Engeland van eene bepaalde uitgestrektheid grond meer hop gewonnen wordt dan in Beieren, staat het Engelsche gewas toch in qualiteit bij het Beiersche achter. Het brouwen van bruin bier neèmt in Beieren zeer veel sneller toe dan het bevolkingscjifer, nl. in de laatste 17 jaren 2.47 hectoliters per hoofd en por jaar. Dit is een gevolg van den verbazenden uitvoer naar Noord-Duitschland, waar ook de bier industrie zich wel zeer uitbreidt, doch zonder nadeel voor het zoo populaire Beiersoh. Bedoelde uitvoer is in tien jaren verdrievoudigd. Het eigenlijk ver bruik in Beieren houdt gelijken tred met de toe name der bevolking. Zondagsblad Het bericht, dat oen of moer der Europeesche mo gendheden bemiddelend zjjn opgetreden tusschen Por tugal en Engeland, ten eindt een overeenkomst tus schen beide landen ten gunste van het zwakkere voor te bereiden, wordt nader bevestigd. Bank zjj deze' tu8schenkom8t moet lord Salisbury zich welwil lender tegenover Portugal'toonen dan hij tot heden deed. Men verzekert dat een «modus vivendi" tot stand zal komen, waarbij bepaald wordt, dat de scheep vaart op Zambesi vrij zal blijven eu dat Engeland geen verdragen me t de kleine negervorsten zal slui ten, wier gebied binnen de Portugeesche Interessen- sphüre ligt, voordat een definitieve regeling van bei der Afrikaanscne bezittingen heeft plaats gevonden. Of het nu Duitschland alleen dan' wei de triple- alliantie is, die de Britsche regeering een //halt" heeft toegeroepen, doet ter juiste beoordeeling der zaak niets af. Het is zonder twijfel in ieder geval de jonge Duitsche keizer, als het hoofd der triple— alliantie, die door deze handel wyze eed» daad van ridderlijkheid en solidariteit met zijn broeder op den Portugeeschen troon heeft bedreven. Bovendien heb ben de drie verbonden vorsten er belang bij de .Portugeesche dynastie tegen de aanmatiging van de buitenlandsohe vijanden en de omwentelingsgezindheid van haar binnenlandsche tegenstanders te beschermen. De koningin-moeder van Portugal is de zuster «van den koning* van Italië; op den Spaanschen troon zetelt een Oostenrijksohe prinses en het gevaar is niet denkbeeldig, dat do republiek, te Lissabon uit geroepen, zou gevolgd worden door een revolutie in Spanje. De vorsten der triple-alliantie handelen der halve slechts in hun eigen belang, Wanneer zij d» mo narchie en dynastie in Portugal onder hun hoede nemen. Hoe echter te oordeelop over de politiek der Brit sche tory-regeering? Na eerst door zijn provocaties en zijn cynische aanmatiging het Portugeesche koning schap aan den rand van den afgrond te hebben ge bracht, deinst lord Salisbury onmiddellijk achteruit, zoodra hij zich tegenover een machtiger invloed ge plaatst ziet. Zoo lang het kleine Portugal geïsoleerd stond, kende de brutaliteit van lord Salisbury geen grenzen; zoodra niet vindt de zwakke tegenstander een krachtige hand,die hem steunt, of John Buil bindt in. De Fransche minister voor handel, de heer Jules Roohe, heeft in de Kamercommissie voor »in- en uitgaande rechten de handelsstaatkunde, welke de Fransche regeering na 1892 wil volgen, uitvoerig toegelicht. Het doel der 'regeering is een einde te maken aan de oude bepaling betreffende de «meest begunstigde* natie" en aan de tractaten, die bindend zijn voor een bepaald aantal jaren. De Fransche regeering heeft daarom twee tarieven van invoerrechten opgesteld, één hoog en één iets lager. Het lager tarief wordt alleen toegestaan aan landen, die aan Frankrijk voor rechten verleenen boven andere Staten. Indien de regeering meent, dat aldus termen bestaan voor de toepassing van het lage tarief, dan zal zy het voor stel daartoe by de Kamer indienen en der Volksver tegenwoordiging verzoekende overeenkomst met dezen Staat te bekrachtigen. Over het algemeen acht de regeering het wensche- lyk geen tractaten voor bepaalden tyd te sluiten, maar toch kunnen er omstandigheden voorkomen, die het sluiten van een overeenkomst voor eenige jaren noodig maken. Tot dit doel vraagt de regeering machtiging om zonder toestemming van de Kamer tractaten te sluiten voor den tijd van 5 jaren. Voor verdragen voor langer tijd is echter de toestemming der Volksvertegenwoordiging noodig. Eenige artikelen komen met hetzelfde bedrag op beide tarieven voor. Dit geschiedt als waarborg voor die Staten, welke nog tractaten hebben met Frank rijk en dus weten, dat zij gedurende den duur dezer tractaten op den ouden voet zullen behandeld worden. Eenige artikelen, gelijk o. a. landbouwproducten, komen alleen op het hooge tarief voor. l)it is het bewijs, dat voor deze producten elke schikking wordt uitgesloten. Daarentegen komen alle andere producten met verschillende prijzen op beide lijsten voor, ten bewijze, dat al deze waren tegen concession verlaging kunnen worden verkregen. De oud-minister Méline wees terstond op het ge vaar, om vee en graan van elke schikking uit te sluiten, omdat daardoor een schikking met andere landen, gelijk Italië b. v., geheel onmogelyk wordt. De minister van landbouw, Develle, achtte dit be zwaar niet overwegend, want in de eerste plaats moest de regeering den Franschen landbouw beschermen. Vooral in Oostenrijk-Hongarije, dat toch reeds veel lydt onder de M'c Kinley—wet, is men alles behalve ingenomen met het voornemen om haar gren zen nog erger af te sluiten dan nu reeds het geval is. Hongarije levert Frankrijk veel voe en graan, waar voor de invoerrechten aanmerkelijk verhoogd zullen worden, maar bovendien worden uit de bosschen van Slavonië en Croatië gedurende de laatste jaren veel ruw en gezaagd timmerhout en duigen ua&r Frank rijk uitgevoerd. Deze handel in duigen heeft in den laatsten tijd toch reeds veel geleden door het heer- schen der phyioxera in Frankrijk, zoodat zelfs toen de Hongaarsche regeering onlangs het hout in haar domeinen liet verkoopen, dit niet meer dan een derde der gewone prijzen opbracht. Voorheen werd van hout geen invoerrechten geheven, maar indien het nieuwe tarief wordt aangenomen, zal het ook met den Hongaarschon houthandel in Frankryk spoedig gedaan zyn. De Hongaarsche regeering zal natuurlyk doen wat zij kan om dit te verhinderen. Tot dusver wordt van champagne in Hongarije geen invoerrecht gevergd, maar dit voorrecht zal natuurlyk terstond verdwijnen, zoodra de Franschen hun uitsluitingsplannen ten uitvoer brengen. Op deze wijze zai spoedig een algemeene tarief oorlog in Europa ontstaan. Toen Gladstone dezer dagen te Dundee over de M's Kinley-wet sprak, zeide de oude vrijhandelaar*«Voor zoover my be kend, is nog nooit een volk door h^et beschermend handelsstelsel rijk geworden." Zondej twyfól zullen dan ook de Fransche verbruikers na 189,2 weldra ondervinden, dat beschermende rechten alleen hun ten goede komen, die de //beschermende" waren voortbrengen. De Groote Baad van het Zwitsersche kanton Tessino kwam bijeen. De uiterste linkertyde was niet verschenen. De heer Tognetti, van de rechter zijde, tot voorzitter gekozen, hield een lofrede op het vermoorde lid van den Kantonnalen Raad Rossi, en zeide dat bij de stemming van 5 October de be volking zich in twee gelijke deelen had gesplitst, maar dat by de verkiezingen van den 26n gebleken was, hoe de meerderheid aan de «conservatieve" be ginselen trouw gebleven was. Hij eindigdg met oen vermaning tot eendracht. De leden van den Kanton nalen Raad Respini en Bonzanigo namen hun ontslag. De linkerzijde heeft te kennen gegeven, dat zij tot de Regeering wil toetreden, mits haar twee zetels in den Kantonnalen Raad ter keuze werden gelaten. Verder hebben de clericalen bij monde van Soldati een voorstel ingediend tot wyziging der kieswet, dat naar een commissie werd verzonden. Men begrijpt hetde clericalen willen den Bondsraad voor zijn, die de tegenwoordige kiesknoeiwet wil opheffen en de vroegere wet van '80 weer van kracht verklaren. OVBBLEDSN M. Knoers. 44 j. n d.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2