um Bultenlandscü Overzicht. bracht de geredden naar een logement in het dorp West-Terschelling. De reddingsboot, die ook aankwam, behoefde geen dienst* meer te doen. Vijf uur hadden de menschen daar op het dek en den gaffel van een steeds dieper zinkend vaartuig onder sulke omstandigheden door gebracht. Sedert 7 uur des morgens hadden zjj geen voedsel gebruikt; ze hadden het dan ook on mogelijk langer kunnen uithouden en met het oog daarop verklaart de schipper dan ook, dat hij en de zijnen hun leven te danken hebben aan het waag stuk van de Terschellinger zeelieden. Hunne namen zijnK. Spits, K. Bakker, G. Klein, A. Engel, KI. Spits en 1. Sterrenburg. Het vaartuig zit reeds vol zand en zal verloren zijn. Het is gedeeltelijk verzekerd, maar de opva renden hebben hunne kleeren geheel of gedeeltelijk verloren. De beroemde prof. Du Bois Keymond, hoogleeraar te Berlijn, heeft zjjn meening. betreffende hypnotisme en suggestie openbaar gemaakt. Dienaangaande zegt hg o. a.: «Mijn houding tegenover beide is zeer eenvoudig. Van eenigen natuurkundigen invloed van een persoon op den ander is hier geen sprake. De verkregen uitwerking is alleen te danken aan deu indruk, ge maakt op den gehypnotiseerde of op den persoon die aan „suggestie» onderworpen wordt. De bijzon dere kracht en de' gave van te kunnen hypnotiseeren kan alleen hierin bestaan, dat een geschikt sujet, dat zwak van wil en zwak van geest is gekozen en in de overtuiging gebracht wordt, van de meorder- heid van den hypnotiseur. Dat kan onwillekeurig en te goedertrouw geschieden of met bewustheid dat de rol van hooger en machtiger wezen enkel wordt aangenomen. „De toestand van den gehypnotiseerde of van de personen die door suggestie van zekere denkbeelden en beweegredenen tot bepaalde daden aangespoord worden, behoort door den dokter voor krankzinnig heid te worden behandeld. De aandrift die zich daarbij voordoet, indien er werkelijk een is, is een vorm van krankzinnigheid. Het zal dikwijls moeilijk zjjn, de grer.s te trekken tusschen deze storingen en andere afwijkingen in het denkvermogen en de be wustheid." Wijlen de hertog van Wellington ontving eens een brief van een dame, die bijdragen inzamelde voor •ene kerk, waarvoor zij veel moeite deed. Zij schreef hem, dat zij zijn hulpvaardigheid en edelmoedigheid kende en hem genoteerd had voor 200 pond sterling, welk bedrag, zij spooaig hoopte te ontvangen. De hertog antwoordde haar per omgaande en dankte haar voor de goede meening, die zij voor hem koesterde. Zeker kon zij op ziju hulp rekenen. Maar hij was zelf ook aan het inzamelen van bijdragen voor een kerk, waarvoor hij veel moeite deed, en .hij kende haar bereidwilligheid en gulheid en hij had haar ook voor 200 pond genoteerd. Wjj kunnen elkander dus, zoo eindigde zijn brief, met gesloten beurzen betalen. In een „brief uit de Hofstad" aan de „Arnh. Ct." leest men „Ik heb vroeger al eens gezegd, dat men in den ganschen loop van 'sKonings ziekte te werk is ge gaan met eene wonderlijke, onverklaarbare schroom valligheid en terughouding, en deze verkeerde eigen een marokijnen brieventasch in de blanke hand. Ben van de bedienden haastte zich in zaligen ijver haar een stoel bij de tafel te schuiven. Zij aarzelde zonder hem te bodanken. Den beambte, die alleen voor haar oogen had, moest worden herinnerd, dat het tijd was om een nieuwe „taille" te beginnen. Hij riep de medespelers op. Tegelijk zagen wg onze schoone aan het einde van de tafel naast een der „croupiers" gezeten, die eenige banknoten van hoog bedrag naar de kas toeschoof, om die voor haar te laten wisselen. Hij zette een gezicht, alsof hem zjjn vermoeiend ambacht nooit zoo begeerlijk was toege schenen als in dat oogenblik en ik houd het er zelfs voor dat hij, geheel in strijd met zijn ambt en plicht, de schoone speelster het meeste geluk heeft toege- wenscht. Tot onze verbazing, toonde deze een be kendheid met het spel, dat ons een bewijs was, dat wg met geen nieuwelinge aan de groene tafel te doen hadden. Wij zagen hoe haar schoone handen met groole geoefendheid met den „rateau" wisten om te gaan, hoe zij de stapeltjes goudgeld toeschoof, hoe zij won en verloor, zonder een spier te vertrekken, hoe zij na verloep van een half uur opstond, toen de stapeltjes alle in de kas van de bank verdwenen wa ren, en, door allen nageoogd, de speelzaal verliet...." Het verhaal van den onden heer was slechts in zooverre pikant als het eenig licht wierp op de veel bewonderde, te midden van het luisterrijke gezelschap eenzame vreemdelinge. Men was er zoo aan gewoon vrouwen uit de hoogere standen aan de speeltafel te schappen hebben de Nederlandsche Begeering in hare verschillende organen tot op het laatste oogen blik niet in den steek gelaten. De in een Luxem- burgsch blad medegedeelde praatjes betrekkelijk het in deze omstandigheden achter den rug der ministers om handelen van verschillende officieele personen zgn te dwaas, en hebben te veel innerlijke bewijzen van onwaarheid en duimzuigerjj, om zelfs weerleg ging waard te wezenmaar uit de aan de Vereenigde Vorgadering overgelegde stukken bljjkt dat men, aan den volke in de „Staatscourant" berichten over •s Konings toestand uitdeelende, het ergste en meest onrustbarende van de rapporten der geneesheeren achterwege hield. In een verslag van de doctoren van 25 October werd geschreven, dat zich bjj den Koning „psychische verschijnselen voordeden, die zich kenmerkten door algemeeno verwarring van denkbeelden en de onmogelijkheid, de aandacht zelfs voor korten tijd op een zelfde punt gevestigd te houden." In de „Staatscourant" nu wordt wel het geen aan deze zinsnede voorafgaat en hetgeen er op volgt vermeld, maar het bovenstaande, waarop eigen lijk alles aankomt, omdat het inhoudt dat 's Konings geestvermogens gekrenkt zijn, weggelaten. Na deze ervaring behoeft men niet meer te vragen, waarom alleen ongeteekende berichtjes en geen formeele ge neeskundige, letterlijk afgedrukte bulletins openbaar werden gemaakt." De „Gids" van November bevat een artikel van dr. Joh. Dyserinck over de zg. „Nachtwacht van Bembrandt". Door een zelfstandig onderzoek naar de lotgevallen dezer schilderij en daaraan de mede- deelingen, bg vroegere schrijvers gevonden, te toet sen, is het thans aan Dyserinck gelukt, de ware levensgeschiedenis van Bembrandt's meesterstuk, van 1642 tot den dag van heden, te reconatrueeren. Dr.Dyserinck heeft zich de beantwoording voor gesteld van twee vragen: „Hoe is het werk in zjjn oorspronkelijker! staat geweest?" en: „Wanneer is er de schendende hand aan geslagen, die de schil derij niet slechts ter zijde, links en rechts, maar ook van boven en beneden heeft ingekort, om haar pas klaar te maken voor den wand tegenover don schoor steen tusschen de twee deuren in de kleine krijgs raadkamer van het stadhuis het tegenwoordig paleis op den Dam?" Aan de hand nu van de volgende bescheidende oudst bekende schets in het album van Banning Cocq, thans het eigendom van jhr. D. de Graeff, en de oudste bekende eopie van Lundens (1660), thans in <je National Gallery te Londen, is het aan dr. Dysennck gelukt „De Nachtwacht" te reconatrueeren en te doen stralen in de volle glorie van Bembrandt's genie. Naast de schets en de eo pie, had dr. Dyserinck voor zjjn onderzoek nog te zijner beschikking de aquarel van den schilder Jacob Cats eigendom van dr. C. L. Wurfbain te Arn hem welke ook het schutterstuk in zijn geheel geeft en waarop eveneens de afwezigheid van het wapenbord bewjjst, dat het ongemotiveerd ophangen van dat bord aan eene poort nooit het werk van Bembrandt zelf kan geweest zijn. Aan het anders voor menigen leok vrij dor verslag over den dienst der posterijen, der Bijks-postspaar- bank en der telegrafen over 1889 willen wij een enkele mededeeling outleenon, omdat die voor hel algemeen haar nut.kan hebben. zienmen kende er zoo velen die ieder jaar weder kwamen om groote of kleine offers aan den Moloch van het spel te brengen; er waren zelfs enkelen, zooals de bekende Bussische gravin K,, die, ofschoon verlamd, in een rolstoel van de eene speelbank naar de andere reisde en die reeds enorme kapitalen ver loren had zonder van haar speelwoede genezen te zijn. Het opmerkelijke van het .geval bestond slechts hierin, dat zulk een schoone, jónge vrouw, wie het leven nog alle genietingen en vreugden volop aan bood, juist datgene versmaadde, wat voor andere leden van haar sekse, bij zooveel jeugd en schoon heid, een natuurlijke behoefte zou zjjn; dat zij on gevoelig scheen voor de stille hulde, die haar als 'tware op den voet volgde; dat zij zelfs de belang stelling, welke aanzienlijke' families haar betoonden, niet wilde opmerken, omdat zij het klaarblijkelijk niet gaarne zag, dat het kind zich speelkameraadjes zocht, waarnaar het, bij haar levendig temperament, ver langde. De hoogstbelangwekkende omstandigheid, dat de schoone vreemdelinge aan de speeltafel verschenen was, maakte dan ook in) hoofdzaak het onderwerp van het gesprek in den tuin vadftet Kurhaus uit. Zooals 't gewoonlijk gaatf'bleef amu niet stilstaan bg de op zichzelf eenvoudige en onbeduidende gebeurtenis, die hare belangrijkheid alleen ontleende aan de per soon, die er bjj betrokken was; want, wie speelde niet in Ems I Het. praatje ging van 'mond tot mond en de laatste, die er nog iets van te vertellen had, Men weet hoe dikwjjls brieven, vooral niet aange- teekende, quasi verloren gaan, waarvan dan aan de post de schuld gegeven wordt, terwijl later blgkt dat niet aan haar, maar aan eigen nonchalance of aan slordigheid van huisgenooten de niet-ontvangst is te wjjten. Zoo bleek ook in 1889 dat menige brief, die op de po.t heette verloren te zijn gegaan behoorlijk was besteld, maar door den broer, den zoon of de dienstbode van den geadresseerde wuin ontvangst genomen en ter zij gelegd, in den zak ge stoken of op een verkeerde plaats geborgen. Bij anderen had de geadresseerde zelf schuld, omdat hij den brief wel ontvangen, maar tusschen andere stuk ken gelegd had, om later, toen hg dien niet vond, bg de post daarvan aangifte te doen dat hij was vermist. Zulke zaken zjjn vrij alledaagsch, maar verschaffen toch den postbeambten noodeloos moeite en onaan genaamheid. Eigenaardig en opmerkelijk is wel het volgende feitEen in het begin van 1888 te Leeuwarden ter post bezorgde aangeteekende brief, die drie bil jetten, elk groot 40, waarvan de letters en num mers genoteerd waren, [moest bevatten, zou zonder de daarin gesloten geldswaarde in handen van den geadresseerde zjjn gekomen. Uit het onderzoek, met medewerking van de justitie, bleek dat geen spoor van wederrechteljjke schending aan den omslag van den brief was te bespeuren. Alle nasporingen ble ven vruchteloos. In het laatst van 1889, dus onge veer 17 maanden nadat de vermissing was aangege ven, werden de als verloren beschouwde bankbil jetten gevonden door een sorteerder van papiersnip pers in een fabriek te Eerbeek, en wel iu een ver schreven open omBlag, waarop de naam van den af zendende firma was vermeld. Uit zulk een feit spreekt duidelijk met hoeveel nonchalance sommigen dergelijke zaken behandelen. Eenigen tjjd geleden deelden wij mede, dat inde Kaapkolonie pogingen werden gedaan om de Neder- landsche taal aldaai meer tot haar recht te doen komen en dat or o. a. uitzicht bestond om met dat doel te Kaapstad een „taalcongres" te houden. In de Zuid-Afrikaan van 25 September lozen wij daarover het volgende „Wat men hier wil, dat zal gezien worden bij het Taaloongres dat op handen is en waar men een Taalver bond hoopt op te riohten. Over weinige dagen zullen de voorbereidende maatregelen tot dit congres genomen worden. En wat bedoelt nu die taalbeweging? Wil zij verzet tegen de Engeh>ohe taal, die hier zooveel jaren de eenige officieelo is geweest? Waarlijk niet. De overtuiging is in de Kaapkolonie en zelfs in do Bepublieken vrij algemeen, dat men het in Zuid- Afrika zonder Engelsch niet kan doen, en daarom zjjn zelfs dia woordvoerders der Afrikaner partij, die in het Parlement en bij andere openbare gelegenheden zich van het Hollandsch bedienen, er op gesteld dat hun kinderen Engelsch zullen leeren. Maar kan men het niet best zonder Engelsch doen, men wil het niet doen zonder Hollandsch, en men gevoelt dat thans de tjjd daar is om een krachtige poging ten behoeve van het Hollandsch aan te wenden. Onze overtuiging is, dat die poging alle kans tot slagen heeft, nu op dit punt zich een eendracht begint te openbaren, die men op andere punten onder de Afrikaner bevol king lang niet altijd aantreft. „Nu spreekt het van zelf, dat men niet al teveel verzekerde het met eigen oogen te hebben gezien, dat zjj omstreeks honderdduizend francs verspeeld had, zonder een spier van het gelaat te vertrekken. Het geruoht is soms de voorbode van op handen zjjnde gebeurtenissen. Gedurende do laatste helft van het seizoen van Ems, hoopen zich de badgasten daar als het wam op. Het zjjn niet meer de Ijjdera aan chronische katarrhe' en aanverwante ziekten, die de badplaats rullen, het is de „fine fleur" van de geheele wereld, die zich „rendezvous" geeft aan de oevers rsa_dn Lahnhet behoort tot den goeden joon te Ems te zjjn. Beeds waren er eenige weken sedert de komst van'mevrouw de 8t Vire verstreken. Wel was er onder de vele schoonen, die onder wijl waren gekomen gegaan of nog in Ems vertoef den, geene geweest, die met haar geljjk gesteld had kunnen worden, maar het nieuwe van den eersten indruk was afgesleten; de hofmakers hadden andere tevoorschjjn tredende „phenomenon" gevonden, die hoewel niet schoonèr, voor hen\ interessanter waren omdat zij zich minder ongenaakbaar hielden, Zulk een ongezellig en afgezonderd optreden, als dat van mevrouw de St. Vire was immers zoo ontmoe digend voor anderen? Men meende een recht op haar te hebben voor het genoegljjk samen zijn en achtte zioh in dat recht verkort. Een wandelend standbeeld houdt op belangwekkend te zjjn, wanneer het niet toont, dat er leven in-huist. i {Wordt *ervolgd.) op eens moet willen. Spreekt men, zooals nog onlangs op de openbare vergadering te Middelburg in verband met die van het Bondscomité van deu N. O. Cirkel, van gelijkstelling van Engelsch en Hollandsch, dan bedoeld men daarmede, dat niet slechts in Parlement en Gerechtshoven de «ene taal evenzeer gebruikelijk zal zjjn als de andere, maar dat men de Kolonie waarljjk tweetalig wit maken, en dus het onderwijs zoo inrichten, dat op alle scholen de beide talen ge lijkelijk gebruikt worden. Dit kan echter niet op eens en als door een tooverslag geschieden. Een school volgons het tegenwoordige stelsel, dat zeer op prijs wordt gesteld, in stand te houden, is geen gemak kelijke taak, want het eischt samenwerking tusschen de Begeering en het plaatselijk publieken als nu hei Parlement maatregelen verordende die dit publiek van het in stand houden van scholen afschrikte, dan zou men hier spoedig verkeerde gevolgen van zien. De gevolgen van de voorkeur, zoo lang om verschil lende redenen aan E"gelsch op scholen gegeven, laten zich niet op eens wegvagen. Voor tweetalige scholen ontbreekt nog veelszins het rechte personeel, het rechte toezigt en bet rechte begrip bij het publiek. Dat alles kan en moet vorbeterd worden, maar die verbetering moet met zorg en naar het beginsel van langzaam haasten geschieden. Wjj zeggen dit waar ljjk niet om kqud water overahet vuur te gieten waarmede menig Afrikaner de zaak zjjner moedortaai zou willen behartigen, maar integendeel omdat wij geen stroovuur met helle vlam, doch de werking van een stadige, warmte en louterenden gloed willen. Ook op andere wijze blijkt van pogingen om de oudste der twee Europeescho talen van Zuid-Afrika weer in aanzien te brengen. In Kaapsche bladen komt bv. tegenwoordig de volgende advertentie voor: Tegen het einde des jaars zal verschijnenNeder landsche Spraakkunst voor Zuid-Afrika met talrijke oefeningen, ten dienste van scholen en de lagere klassen van colleges en onmisbaar voor candidaten voor het examen van den civielen dienst, door van der Tuui, professor in de moderne talen aan het Zuidafrikasnache College." Verder vinden wjj vermeld, dat in [Kaapland] Middelburg onlangs eene „Hollansohe Debatvereenl ging werd opgericht, die reeds 17 leden telt. En in de Zuid-Afrikaan van 30 September kwam het vol gende voor: „Voorlezingen 'worden hier ter stedo [Kaapstad] heel wat gehouden, maar in den regel hebben zij in het Engelsch plaats. ïhnns heeft men hier echter, voor het eerst na zeer langen tjjd, weder Hollandsche voorlezingen, en dat wel Donderdag om de veertien dagen in do Wioht Zaal. Dj, Muller heeft hiermede een begin gemaakt door een eerste «oorlezing over Egypte, die hij overmorgen door eou tweede, opge luisterd door gezichten bjj kalklicht, zal laten volgen en als afwisseling heeft men Hollandsche koorzangen en muziek. Dit is een goed plan, en nu er morgen eene bijeenkomst van voorstanders van het Hollandsch hier ter stedo plaats heeft, zal het niet moeilijk zjjn om van die gelegenheid gebruik te maken tot het uit- noodigen van lezers uit de buurt." En uit Hope Town, Brokkies, plaatste genoemd blad het volgende sohrjjven van een zijner lezers: „Mjjnheer. Door het lezen der advertentie van den heer prof. Mansvelt kwam het mij te binnen de ondervermelde punten aan te bevelen I. Dat er voor het elementair examen in plaats van Engelsche taalkunde, de Hollandsche gebezigd worde. II. Dat de Koloniale gesohiedenis voor het opgemeld examen in het Hollandsch moet worden geleerd, en er in plaats van Engelsche gesohiedenis, Hollandsche Bij bel-geschiedenis aan toe-te vofegen. Ik geloof wel, dat beide punten zeer veel tot be vordering dor Holiandsohe taal zullen strekken. Met -betrekking tot hef eerste puntWij weten dat er taalkunde vereischt wordt om een taal te leeren, en daarom moeten «ij in plaats van.Engelsche taal kunde, Hollandsonn laten leeren, om zoodoende de Hollandsche taal op vlen voorgrond tekrjjgen. Met betrekking tot het tweede puntWij zijn geene Engelschen, en waarorh moet onze landgeschiedenis dan in het Engelsch geteerd worden? En waarom kunnen er ook niet uit oeu Bjjbel ter bevordering der godsdienstoefening in publieke examens vragen gedaan worden Soortelijke brieven verschenen ook in de vorige nummers van het blad, waarbjj onder meer een schrij ver in den breede uitweide over het geruitnen tjjd voor hem onvruchtbare elementaire onderricht dat*hjj in zjjne jeugd had .ontvangen, omdat dit in eene voor hem vreemde taal (het Engplsoh) werd gegeven. De verdrietelijkheden dien hjj om die reden als jongen had' te doorworstelen waren inderdaad vele. Toen was het „Dutoh" de verachte boerentaal. Nu tpreekt men ten minste van geljjke rechten der twee talen. Maarstrikt genomen is het Engelaoh nog altjjd: de taal. Het Nedorlandsch strekt tot aanbeveling, maar is nog geen vereisohte voor den Kaapschen •onderwijzer. Het beste bljjkt dit b. v. uit de oproeping voor onderwijzers of onderwijzeressen in de Kaapsche bla den. Hier is b. v. eene uit de Zuid-Afrikaan van 30 September „Gevraagd. Een onderwijzeres voor de Jongens en Meitjes Niet-Kerkeljjke School te Adelaide. Salaris 120 per jaar. Een die Hollandsch kan onderwij zen geniet de voorkeur, maar die kwalificatie is niet verplichtend. De voorzitter van het schoolbestuur te Adelaide is een dr met een Nederlandscheu naam, maar de secretaris is een Engelschman I Door den heer C. Paulus is het volgende adres aan den Amsterdamschen gemeenteraad gezonden: „De Gemeenteraad heeft het besluit genomen tot het nemen van een proef met schooibaden in de scholen le klasse. Maar hoe kort zal verfrissching van de kinderen duren, als zjj in hunne vaak niet frissohe kleeding moeten kruipen? Daarom besluite de Baadaan iedere leerling worden van Gemeente vorstrekt twee stel onderkleeren. Met den aan maak en het onderhoud zijn belast de onderwijze ressen en de onderwjjzeressen in de handwerken, ge holpen door de kinderen van de handwerksschool. Maar hoe kort zal die frischbeid duren als de kin deren 's avonds in een wie Weet hoe ongelukkig bed moeten? Daarom besluite de Baad: iedere leerling krijgt van Gemeentewege een eenvoudig maar goed nachtleger. Er wordt een stoomwasscherij opgericht voor de wekelijksohe reiniging van ljjf- en beddegoed. De onderwijzeressen geven, les in het behandelen van de schoone en het innemen van do vuile wasch. De hoofden der schoten zullen zich persoonlijk overtuigen of de kinderen een behoorlijk gebruik maken van het hun verstrekte. Maar hongerig naar bed en naar school, 'tis akelig. Daarom richte de Gemeente kosthuizen op, geve 's middags warm eten, 's morgens en 's avonds brood met koffie of thee of krachtig bier. Maar na een warm maal in de schrale plunje door de koude lucht,, dat kan akelige ziekten geven. Daarom geve de Gemeente aan ieder kind een stel bovonkleedeïen etf schoenen of klompen. Het best zjjn schoonen voor de zwakke voeten. Er wordt een werkplaats ingericht voor de kleeclerenmakerij, de schoenen- en klompenmakers. De hoofden der scho len zjjn de" bewaarders der magazijnen en houden de administratie. De onderwijzers houden toezicht op maat en snede dor goederen en geven les in hot schoonhouden van de kleeding, het smeren der schoe nen en schuren der klompen. Zoo komt op eenvou dige wjjze veei goeds tot stand. Maar het goede mag niet ten halve gedaan Worden. Uit uw goedheid zal jaloezie met al haar ellende ontstaan. Daarom vervolge de Gemeente haar begonnen werk bij de niet schoolgaande kinderen, en daar het opvoeden een opgeruimd gemoed en een tevreden hart eischt, denke de Baad aan de ouders, door die ook te geven wat de kinderen genieten en bedenke tevens, dat eene goede woning, matige uitspanning en niet te schraal zakgeld, zooveel bjjdragen om opgeruimd te zijn en dat opgeruimdheid gezondheid wekt. En dan, Edelachtb., is uw taak der volksopvoeding nog niet volbracht. Gjj zult vinden kinderen, die teven in de verpestende omgeving van twistende ouders. Hier een man, die de moeder zijner kinderen niet meer duldt en haar verschopt. Daar eon vrouw, die den man de kroon van het hoofd rukt. Bjj kinderen uit zulk een huis wisschen alle duin-, rivier- of zeebaden de slechte indrukken niet weg. Daar helpt geen boterham van waar of wie Ook om de gevolgen van de slechte voorbeelden wog te nemen. Bedt zulke kinderen. Bicht voor hen een asyl op, nog eerder dan baden en boter hammen uit te deelen. De hootden der scholen zijn belast met het onderzoek naar het huiaeljjk teven, waarin de kinderen opgroeien. Vrouwelijke hoofden en onderwjjzeressen mogen zich daarvan onthouden. De kosten zjjn matig berekend. Voor u'tgaven van inrichting van 3 tot 5 millioen. De jaarlijks terug- keerende zjjn matig gesteld, écu mülioen gulden. Met deze aanwijzing van doel en middelen beveel ik het aan uwe wijsheid, Edelachtbaren." Zaterdag hebben in Engeland de verkiezingen plaats gehad voor de gemeenteraden. De uitslag is gun stig voor de liberale partjj, maar men kan daaruit geen gevolgtrekking maken betreffende den algemeenen stand der politieke partjjen, omdat plaatseljjke be langen overal den doorslag gaven. Te Sheffield, Bristol, Cardiff en Liverpool wonnen de liberalen eenige, zotels, en te Manchester, Leeds en Stafford wonnen do oonservatieven het. Te New castle leed de candidaat der werklieden de nederlaag. De Duitsche regeering heeft bjj den bondsraad een wetsontwerp ingediend, waarbjj wordt voorgesteld het eiland Helgoland bij het koninkrijk Pruisen in te ljjven. De bepalingen betreffende deze oorlogshaven zullen bij keizerljjke verordening worden uitgevaardigd. Tot bescherming tegen een vijandeljjke overrompeling zal het eiland versterkt worden. Het eiland bLjifl builen het Duitsche tolverbond, maar toch zullen invoerrechten geheven worden van spiritus, wjjn, bier en petroleum. Bij de onderhandelingen tusschen Duitschland en Oostenrjjk-Hongarije over het handelstractaat is, naar uit goede bron wordt verzekerd, het invoerrecht voor tarwe van 5 Mk. tot 3,50 Mark verlaagd. Deze verlaging komt ook Amerika en alle Europeesche staten die ipet Duitschland verdragen hebben ge sloten, behalve Rusland ten goede. De Norddeutsche Allgemeine, eertijds officieus misscjuen nog wel, deelt mede, dat Duitschland zioh niet in het geschil tusschen Engeland en Portugal bemiddelend heeft gemengd, omdat dit geschil door vreemde inmenging slechts verzwaard had kunnen wordeneen bevredigende oplossing van "den strijd zou de Duitsche Begeeriug intussohen met voldoe ning begroeten. Men ziet 'tis eigenlijk maar een verschil van naam. Duitschland en andere Mo gendheden hebben oen beleefden wensch te kennen gegeven, van bemiddeling kon geen sprake zijn. De Duitsche Oost-Afrikaansche Maatschappij is geslaagd in haar onderhandelingen met een consor tium van bankiers over een leening, naar aanleiding van haar overeenkomst .met do1 Duitsche rijksregee- ring. De leening is gesloten voor een bedrag van ongeveer tien millioen mark, waarvan een gedeelte bestemd is ter uitbetaling der gecontracteerde ver goeding aan den sultan van Zanzibar, wegens zijn afstand van zekere rechton, terwjjl het overige voor andere uitgaven zal dienen. De moeilijkheid, waarin de Luxemburgsche Staats raad verkeerde met het oog op het openen van de zitting der Kamer, welke in dit jaar is gekozen en morgen door den groothertog moest worden geopend, is opgelost door den hertog van Nassau. De hertog heeft zich bereid verklaard terstond na^r Luxemburg te komen en na den èed als regent te hebben afge legd, de Kamer te openen. Heden wordt de hertog in Luxemburg verwacht. De ministers zullen den regent to Wasserbillig ont vangen, maar feestelijkheden blijven geheel achter wege. De hertog denkt een paar dagen in Luxem burg te blijven, en zal, ten minste volgens het tegenwoordige plan, dan naar zijn buitenverblijf bij Frankfort terugkeeren. Heden werden in de Vereenigde Staten de ver kiezingen gehouden voor het Huis van Afgevaardigden. De verkiezingsstrjjd is zeer hevig geweest, maar of schoon zoowel demoeraten als republikeinen op del. overwinning rekenen, is de uitslag volkomen onzeker Van beide zijden is niets gespaard en is de laatste man opgeroepen. Zelfs president Harrisson is naar Indiana vertrokken,: ten einde zjjn burgerplicht uit te oefenen en zjjn stem uit te brengen op den renu- blikeinschen candidaat. Met de meeste belangstelling ziet men den uitslag te gemoet van de verkiezing in Ohio, omdat daar da groote „M'c Kinley in het strjjdperk zal treden De republikeinen ziju volstrekt niet gerust over den uit slag. Zelfs de leider der republikeinsche partjj de minister Blaine, is naar Ohio vertrokken, ten einde daar redevoeringen te houden. Van Ohio ging de heer Blame naar Philadelphia, waar hij zjjn verkie zingsveldtocht met een groote rede besloot Of do werking van de M'c Kinley-wet, reeds bn deze verkiezingen den doorslag zal geven, wordt 1»J twijfeld, omdat do tjjd tusschen de aanneming der wet en de verkiezingen te kort is geweest. Ook indien dit werkeljjk het geyal zal blijken geven toch de steeds toenemende klachten, der misleide verbrui kers goede hoop, dat de (tósluitingswet van majoor M c Kinley niet van lurigeh' duur zal zjjn Het goe derenverkeer tusschen de oude en nieuwe wereld lijdt natuurlijk zeer door die afslaitingswet, maar bovendien beginnen zelfs de fabrieksarbeiders in Amerika den invloed te ondervinden. De eigenaars der groote staalfabrieken te Cleveland, die nu geen mededingers met de Engelsche en Duitsche fabrieken te vreezen hebben, zjjn begonnen met de weekloonen met 80 pa te verlagen. De werklieden zjjn hier- over natuurlijk zeer verstoord en zoo vermeerdert eiken dag het aantal der ontevredenen. Zeer ongunstig is ook de toestand op het eiland Cuba Wegens de verhooging der invoerrechten op- de tabak hebben alleen op dit eiland ongeveer 40 kleine tabaksplanters hun zaak moetep sluiten en 4 dagfdoor zgn natuurlijk vete werklieden broodeloo. geworden. De benadeelde tabakshandelaars hebben zich nu gewend tot de Spaansohe regeering, maar deze kan er niet veel aan doen; In een ministerfaad, onder leiding van koningin Christina te Madrid gehouden, werd de zaak onlangs ter sprake gebracht. De minister-president, de heer Canovas, verklaarde dat hjj nog hoopte op verlaging der invoerrechten op de voortbrengselen van het eiland Cuba, krachtens de machtiging, welke het

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2