IBS. EEN PLEEGKIND. le au. BINNENLAND. tan. York Dinsdag 11 November. 1800. N? 4373. )ts en 1889. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. PA. pü hebben kwall- EIT cr. AM ïalaga uropa H: 62. FEUILLETON. De inzending van advertentiön kan geschieden rot öön uur des namiddags van den dag der uitgave. Aizonderlyke Nommers VIJF CENTEN. 180. wonende op de Kaam wij hier te V. IV. >Wbk Mieuwe botterdam. Bovendien worden alle Advertentien grati. opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’t welk des Maandags verschpnt. 106,208.43 257,717.75 82,645.40 ,797,930.15 192,962.03 i«e/. 174,834.80 GOUDSCHE COURANT. (Naar het Duitech.) In den afgeloopen nacht zyn ten nadeelo van d. J. i een drietal konijnen ont vreemd. AD VERTENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Bij een 1 a—-- scheepsmeter der zeeschepen is heer G. H. van - verificateur. nemen dan vacantie, doch er is nog een andere in vloed, meer direct op de stem-zelf. Een leeraar in den zang leidt uit zijne ervaringen af, dat, wanneer op helder weder eene sombere, regenachtige weers gesteldheid volgt, deze verandering zich reeds 30 uren te voren doet gevoelen door eene neiging in de stem tot zakkenook is dan de klank der stem werkelyk doffer dan anders. Wanneer regonachtig weer omslaat en plaats maakt voor ma< weer, dan zijn ook de verschijnselen bij de zangstem omge keerd de intonatie wordt zuiver, de klank der stem frisch metaalachtig en van de zangers kan veel meer gevergd worden dan in het voiige geval. Is sterke vorst in aantocht, $an ontstaat eene neiging om te hoog te zingen en krygt de stem een bijzon der helderen klank. Door den heer Plichon, voormalig bestuurder van een der grootste kolenmijnen in het noorden van Frankrijk, is, in verband met de jongste werksta kingen in de mijnen van Frankrijk, België en Duitsch land, nagegaan hoe de betrekkelijke stand der loonen in deze drie verschillende landen isen om onjuiste uitkomsten te vermijden, heeft hij zijn onderzoek bepaald tot het kolenbekken, dat zich van Westfa- Na zulk een onrustvollen nacht daalde Jean Baptist Freylich van den toren naar zijne ambtelijke woning af. Het was een koude, maar zonnige en frissche herfst morgen; één van die hertstboden, zooals men ze in de Rijnlanden vindt, wanneer de rivier en zijne oevers begraven liggen onder een dicht nevelfloeis, waaruit de torens, wijnbergen en burchten in flauwe omtrekken oprijzen, tot het zonlicht eindelijk den chaos ver strooit en het paradijs te voorschijn doet treden. Het was reeds laat, want de koster en torenwachter had na den vroegdienst zijn leger weder opgezocht. Nog zweefde de nevel om den toren toen Freylich beneden kwam. Reeds had de herfstzon eenfgouden stralenkrans om de torenspits getrokken, reeds begon zij den nevel van de daken van het stadje te ver drijven en voorspelde zij een prachtvollen dag, zoo als er geen schooner over de aarde kon aar breken; een dag, die er als het ware toe uitnoodigde in het vrije veld te gaan omdwalen, of een tocht door de wijnbergen te gaan ondernemen, om hier en daar den geurigen most bij de wijnbouwers te proeven. Sinds gisteren was namelijk de inzameling be gonnen. Het was des morgens in de straten omge klonken en de bedrijvigheid der her- en derwaarts trekkende lieden had aangekondigd, dat de arbeid in de wijnbergen was aangevangen. Een ieder die een paar gezonde armen] aan het lijf had, was den geheelen dag bij het inzamelen behulpzaam geweest, De uitgave dezer Courant geschiedt dagelyks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. De inboedel van den gshvezen Keizer Pedro van Brazilië in zijn paleis te Rio de Janeiro is dezer dagen geveild. Onder de verkochte voorwerpen bracht een zetel van palissanderhout, voor*t?bon gediend hebbend, 720 milreie (f 968.40) op de meubelen van ’s Kei zers kamer (9 stuks) 4400 milreia (f 5918)een secretaire der Keizerin 6000 milreis 8070) een bidstoel 130,000 mürei» (f 174,850) en een vleu- gelpiano 2000 milreis 2690). Men heeft dus bijna driemaal zooveel voor de piano betaald als voor den troon. De invloed der weersgesteldheid op de zangstem is bekend; de zangers kunnen verkouden worden en 7) Tien jaren zal het geleden zijn toen het vreemde vrouwspersoon men zeide, dat zij uit Frankryk kwam hier ziek in het gasthuis werd opgenomen. Zij had een roodharig kind van vier jaar bij zich nu ja, Doortje zal nu veertien jaar zyn! Die haar gezien hebben meenden, dat er wat voornaams achter staknatuurlyk wat de eenvoudige lieden hier voor naam heeten. Men zeide, dat zij al haar geld in Ems verspeeld had en dat de bank daar haar zelfs uit barmhartigheid het reisgeld had gegeven, om naar Frankrijk te kunnen terugkeeren. Maar wat doet zij? Zy verdwynt heimelyk des nachts en laat het kind hier achter, eer nog de politie had kunnen ontdekken wie zij was en zonder dat zelfs een snip pertje papier bij het kind werd gevonden, waaruit bleek wie het was en wien het toebehoorde. Haar armzalige plunje was alles wat de vrouw aan en bij zich had, want, naar men later vernomen heeft, had zij in Ems alles en alles, haar diamanten, haar kost baarheden, tot^zelfs de japonnen, die zij aan had, Uit den staat van de fondsen, in beheer bij de hoofdcommissie van het ondersteuningsfonds, opgericht door het Nederlandsch onderwijzersgenootschap, blijkt het volgende Het bedrag van het vaste fonds op 1 Januari 1890 was: 70,500, welke som geplaatst is in de onder wyzersspaarbank. De jaarlijksche gif ten en bijdragen, in het jaar 1889 ineens ontvangen, om te voegen bij de jaarlijksche rente zyn 2980.- 48,/j- Deze som is beschikbaar, om te dienen tot uitkeeriug in 1890, volgens artikel 18, alinea c. In het jaar 1889 is aan rente gemaakt: /2710.- 32. Deze som is tfus beschikbaar, om te dienen tot ondersteuning volgons art 18, alin. a en b, in 1890. Het totaal der jaarlijksche giften en bijdragen, ineens ontvangen in het jaar 1889, om te voegen bij het vaste fonds of bij dé jaarlyksche bydragen, beloopt Chretienni is verbonden aan het gezelschap der heeren Van Lier en zal binnenkort in den Plantage- schouwburg te Amsterdam als tooneelspeler optreden. Indertijd heeft de officier van justitie te Leeuwar den bij de installatie van mr. Gockinga zich minder gunstig over ’t departement van financiën, inzonder heid over de administratie der belastingen uitgelaten. Daarop heeft dezer dagen de rijksadvocaat mr. Huber bij de behandeling eener^belastingzaak geantwoord in dezer voege: ,/Ikheb het mijn plicht geacht, uitvoeriger dan anders bij deze zaak te doen uitkomen, dat wij hier te doen hebben met een opzettelijk ontduiken der rijksbelastingwetten. ,/De administratie van ’s rijks belastingen staat toch bij den officier van justitie bij deze rechtbank in geen goeden naam, blijkens hetgeen hij mede- verpand, om het geld bij de bank te verspelen. Ook aan het spoorwegstation was niemand te weten ge komen, wie zy eigenlijk was, zoodat men haar het kind niet heeft kunnen nazenden, noch haar, nóch den vader. De gemeenteraad is wel genoodzaakt ge weest zich het lot van het kind aan te trekken, tot zich de vader, die bij advertentie in de dagbladen werd opgeroepen, bekend zoude maken. Maar niemand heeft iets van zich laten hooren wie weet of het kind wel ooit een vader gehad heeft en zoo is dan Doortje hier gebleven. Men heeft haar Doortje Fransch- man gedoopt, omdat zij toch een naam hebben moest en wijl geen mensch haar familienaam kende. Zij is de gemeente tot last geworden en als’t een paar jaar verder is zal zij wel zorgen, dat de appel niet ver van den boom valt, en dan mogen wij zien, hoe we het presentje weer kwyt raken.” Onder zulke beschouwingen en gevolgtrekkingen werden de eerzame juffrouwen het ook hierover eens, dat het niet goed geweest was, de opvoeding van een kind als dit, aan een sujet als Freylich toe te ver trouwen maar aangezien er in het stedeke geen eigen lijke armoede geleden werd moest men *t elkaar toe stemmen, dat er buiten Freylich bezwaarlijk iemand te vinden zou geweest zijn, bereid om de verzorging van zulk een verdacht kind, tegen zulk een bedelaars- loon, op zich te nemen, en wie kon het, bij slot van rekening, eigenlijk iets schelen, wat er van zulk een onbeheerd ding werd, mits de gemeente er verder geen ergernis aan beleefde. GOUDA, 10 November 1890. te Rotterdam gehouden examen voor r o. a. geslaagd de Poppelen, te Gouda, thans kommies- len uitstrekt naar Aken, Nameu, Charleroi, Borgen en drie of vier noordelijke fransche departementen. In dit gebied is de bodem-formatie overal gelijk vormig, zijn de kolenbeddingen van dezelfde dikte en dus de omstandigheden waaronder de kolen ver kregen worden, gelijk. De loonen zijn, zooals te verwachten was, in Frankrijk hooger dan in België of Duitschland, en ten opzichte van laatstgenoemd land komt hij op grond van een enquête der Prui sische Regeering in 1887, tot het besluit, dat het gemiddelde loon van den mijnwerker in die districten 2 fr. 95 cm. per dag bedraagt. In de Belgische kolenvelden bevond hij, dat daar het dagloon van 2 fr. 70 cm. in 1887 gestegen was tot 2 fr. 90 cm. in 1889, terwijl in Fraukrijk de mijnwerkers per dag in het departement du Nord 3 fr. 55 cm. en in Pas-de-Calais 3 fr. 65 cm. verdienden. Een ander voordeel, dat deze werklieden genieten, is, dat zij meerendeels wonen in modelwoningen met tuintjes, op hoogstens een kwartier afstand van den mond der mijn, welke woningen de mijn-eigenaren hun zeer goedkoop verhuren. In België en Duitschland zyn bijna nergens voorzieningen van dien aard ge troffen, ten minste niet op zulk een ruime schaal.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1