Buitenlandse!) Overzicht. niet met de noodige voorzorgen, die veel geld tos ten, wordt ingericht, zij op misrekening moet uit- loopen tot schade of van de toekomstige weduwen of van het bestuur, dat zioh aansprakelijk stelt. Hij wijst er op, dat het fonds voor de weduwen van Rijksambtenaren, begint mot een kapitaal van 32 millioen, en dat een gemeente met 300 ambtenaren en een pensioen-grondslag van 800,000, volgens dien maatstaf, ton minste 16,000 'sjaars zou moeten bijdragen. Vermoedelijk zal er alleen te Amsterdam blijvend een groot genoeg aantal ambte naren zijn om daarop «de wet van afsterving» te kunnen toepassen, maar de oprichting zal ook voor die gemeente zonder groote offers uit de openbare kas niet mogelijk zijn. Intusscheu houdt Amsterdam geen kortingen af voor het eigen pensioen der ambtenaren en zou dus een hooger bijdrage moge vragen voor een weduwenfonds. Voor andere ge meenten zal de zaak veel te bezwarend zijn, ook wegens de vele afwisseling in het personeel. De oplossing moet volgens prof. v. G. daarin worden gezocht, dat de gemeenten zich verbinden en aansluiten bij het rijk, zooals hij in bijzonderheden uiteenzet. Dit zou ook den overgang van ambtenaren van de eene gemeente tot de andere of van rijk naar gemeenten en omgekeerd gemakkelijker maken. Een ander middel is het vestigen eener voorzorgs kas naar het stelsel van De Couroy. Edoch, al tulko fondsen met gedwongen deelneming zullen be zwaren opleveren, vooral omdat zij duur zijn en niet altijd betrouwbaar. Een betere oplossing ware een ruimer gebruik der levensverzekering. Is de levens verzekering gezuiverd van de smetten, die haar thans nog aankleven, dan is zij het voortreffelijkste hulp middel, dat alle andere kan vervangen. Want alleen bjj haar bestaat volle vrijheid voor eiken deelhebber om te verzekeren wat en hoe hij wil. De een ver kiest de uitkeering bij den dood, de ander die bij leven op vooraf bepaalden ouderdom, een derde het weduwenpensioen met of zonder kioderpensioen, een vierde verlangt niets, omdat hg middelen genoeg nalaat tot verzorging zijner betrekkingen. Zoo sluit een ieder het contract naar zijne bijzondere levens omstandigheden en betaalt hij in verhouding van zijn ouderdom en de waarde der verzekering. Hier heerscht dus vrijheid, waar elk ander fonds dwang oefent. Aldus kan de levensverzekening tegemoet komen aan de gebreken, die alle fondsen aankleven. Wan neer, zoo besluit prof. van Geer, eenmaal de begrip pen omtrent de verplichting van den huisvader tegen over zijn gezin en omtrent het juiste gebruik van zijn inkomen algemeen zijn doorgedrongen, zal ook de tijd zijn gekomen, dat alle pensioen-fondsen als onvolkomen hulpmiddelen worden ter zjjde gezet en vervangen door de vrijwillige levensverzekering. Ver- eeniging van de bestaande fondsen, opdat het toeval worde geëlimineerd en de vaste regelen van sterftewet en rentevoet kunnen worden toegepast, moet daartoe den weg banen. Zaterdagmorgen, bij aankomst van den trein uit Barcelona, werd eene groote kist afgeladen. Nauwe lijks stond zij op den grond, of eene jonge Spaan- sche, en een neger van omtrent 18 jaar oud kwamen er uitgekropen. Het jonge meisje heet t Anglorazij is 25 jaar oud. Zij was in het zwart gekleed, met eene espagnolo op het hoofd. Haar gelaat ia bleek en licht olijfkleurig i daarin schitteren een paar zwarte oogen met eene zaohte, droefgeestige uit drukking. De knaap, die nog al slim schgnt te zgn, heeft verschillende namen opgegevon, maar zich eindelijk aan dien van Erres gehouden. Hg is in Spanje geboren en droeg een blauw en wit gestreepte kiel en een bruinen hoed. Hg heeft groote, zeer wakkWe oogen. Hg overhandigdoVaan den heer Dignat, commis saris van het station van Orleans, een in het Eransch geschreven grief, geteekend Dupuis, en gericht aan een vriend,\den bakker C., wonende in de rue Audran. Hg beVeeli. de twee jongelieden, die elkander innig lief hebben, maar wier huwelijk door hunne familie belet wordt, in zgne goede zorgen aan. En inderdaad, Erres en Anglora leggen eene groote genegenheid voor elkaar aan den dag. Ziehier hoe zg ongetwijfeld de reis hebben afgelegd: Te Barcelona hebben zg waarschijnlijk hun ver driet aan dien Dupuis toevertrouwd, en deze heeft den brief geteekend en misschien ook de kist doen maken. De reizigers zijn echter slechts te Orleans in de kist gekropen, want toen deze daar aankwam, woog zij slechts 180 kilos, en toen zij te Parijs kwam woog zij er 240. Erres en Anglora zjjn dus als gewone reizigers naar Orleans gekomenzjj waren vergezeld van een heer, waarschijnlijk Dupuis, en zgn samen in een hotel afgestapt. De kist, die in het depót stond, werd 'snachts afgehaald, en 'tis ongetwijfeld toen dat de jongelieden er in gesloten zgn om de reis te volbrengen. Toen zjj te Parijs kwamen, heeft do persoon, die het vrachtbriefje van de kist had, haar in depót laten zetten, den bedienden verzoekende ze niet erg te schudden, daar zjj breekbare voorwerpen bevatte. Nauwelijks was de man vertrokken, of men hoorde stemmen in de kistmen brak haar open en de beide reizigers kwamen er uit, eenigszins verblind door het daglicht. De heer Dignat werd aanstonds verwittigd en men bracht de beide vreemdelingen in eene zaal van het politie-commisaariaat. Zij zetten zich bjj het vuur en aten met veel eetlust wat men hun voorzette. Na het eten zette Anglora zich droomeud ia een hoek, terwjjl Erres iedereen met veel aan dacht gadesloeg. Hjj antwoordde zeer openhartig op de vragen, die men hem door tusschenkomst van een tolk deed. Eenigen tijd nadat zij uit de kist gekomen waren kwam bakker C. in het station, om hen op te eiachen. Hjj zeide dat een persoon hem was komen verwittigen, dat eene kist voor hem in bet station stond. Hg voegde er bg, dat hij Dupuis wel kende doch hem sedert lang niet meer gezien had. Het onderzoek heeft bewezen, dat het geheel enkel eene reclame was. De twee jonge lieden zouden, na door hunne zonderlinge reis de openbare nieuwsgierigheid te hebben opgewekt, zich latenkjjken. Beiden zijn naar het depót gezonden. Naar aan de *N. R. Ct.» uit Suriname bericht wordt, werden er, toen de Print Irederik Hendrik van do K. W.-I. Maildienst, op 13 October II, des avonds het fort N'iouw-Amatsrdam aan de Suriname- rivier voorbij stoomde, plotseling, tot aller verbazing, van dat fort twee etopschoten golost en de boot verplicht het anker te laten vallen. Toen zjj mocht opstoomen, was het getjj verloopen en moest zjj tot den volgenden dag wachten, zoodat de brieven, die anders denzelfden avond zouden uitgereikt zijn, eerst den volgenden morgen werdon uitgegeven. En wat was de aanleiding voor dat oponthoud, voor die stemming in het postverkeer? Van quarantaine kon bij de boot, rechtstreeks uit Amsterdam komende, natuurlijk geen sprake zjjn maar het nieuw benoemde lid van het Hof van Justitie, do heer von Weiier, werd met die boot verwacht en do heer Lohman scheen er prijs op te stellen, don nieuw aankomende, vóórdat iemand andere het kon doen, eone uitnoodiging te doen toekomen, om te zjjnent te komen logeeren. De heer von Weiier heeft dan ook bij den gouverneur zijnen intrek genomen. Bjj de heerschende spanning tusschen den gouver neur en de Koloniale Staten zou het meer in over eenstemming mot eene eerlijke en verstandige staat kunde geweest zijn, indien de heer Lohman er toe had willen bijdragen den nieuwaangokomen rechter zelfstandig en buiten den partijstrijd te laten blijven. En in ieder geval zou het zeer af te keuren zijn, indieu werkelijk om de bovenbedoelde reden de heer Lohman eenen maatregel hoeft genomen, die tot niets anders kan loiden dan tot wrok togen eenen ambte naar die boven den partijstrijd moet staan, tot strem ming in het postverkeer, en wellicht tot schado van particuliere personen en van den W.-Indischen maildienst. Ditmaal althans kan nit deugdelijke officieele be seheiden de zaak in het ware licht worden gesteld, nameljjk uit de beëedigde scheepsverklaring van den gezagvoerder van de Prim Fredèrik Hendriken het is te hopen dat een ernstig en oprecht onderzoek de waarheid aan het licht zal brengen. In de laatste dagen is er in Berljjn omtrent Koch's geneeswjjze van tuberculose iets meer bekend ge worden, en wel bepaaldelijk wat betreft de behan deling van den zoogenaamden «lupus», of tubercu- leusen wolf in het aangezicht. De legerarts Ffu^l, Koch's schoonzoon en assistent, heeft in het minis terie van oorlog oene voorlezing gehouden over Koch's ontdekking, wier hoogst verrassende, schier onmiddellijk zichtbare uitwerking bjj «lupus» aan schouwelijk gemaakt werd. Tegelijkertijd heeft Kooh's tweede assistent, dr. Libbartz, tijdens een kort vor- blijf in zijne vaderstad Frankfurt, ten overstaan van een aantal artsen een geval van «lupus» behandeld. Telegrammen uit Frankfurt melden hieromtrent het volgende Gisteren werd door dr. Libbertz, in de kliniek van dr. Hereheimers en in tegenwoordigheid van een aantal genoodigde medici, een zestienjarig meisje, dat aan verouderden aangezicbts-lupus lijdt, met een decigram van Koch's entstof op de kranke plek inge spoten. Binnen 24 uren reeds viel er eene zicht bare beterschap Waar te nemen, en volgens de gis teren en heden gedane waarnemingen der bij het geval betrokken artsen, zou er binnen enkele dagen op genezing mogen gerekend worden. Voor zoover tot op het oogenblik bekend is, wil Koch op 26 dezer in de Berljjnsche «Medizinische Gesellachaft» mondeling zijne geneeswijze on ont dekkingen mededeelen. Terstond na deze openbaar making zal de door Koch en zijne helpers bereide entstof voor alle geneeskundigen onverwijld besohik- baar worden gesteld. De prijs per fletchj», voor 20 het bent geweestde korfdragers, de voerlieden en alle anderen." Het meisje rukte den arm, dien hg nogmaals heftig gegrepen had los, sloeg beide banden voor het ge zicht en barstte in een hevig snikken uit. Freylich stond roerloos vóór haar en zag hoe de heete tranen door hsre vingers drupten. «Laat dat gehuilVertel me, wat er gebenrd is, eer ze komen om je te halen beval hij stamp voetend. Met open mond, als een beeld der verschrikking staarde het meisje hem aan. Hare tanden begonnen van angst te klapperen, haar armen zakten slap langs het lijf neer. «Vader," zeide zg, toen 't haar weer mogelijk was een woord uit te brengen, «eer dat gebeurt spring ik boven van den toren «Onzin 1" Freylich schudde haar nogmaals ver stoord bg den arm, en zeide«Ga daar op dien stoel zitten en vertel I Ik kan je niet helpen, onge lukkig schepsel, als je me niet de volle waarheid zegt! Wat is er gebeurd, ik wil het weten, nauw keurig, op een haar Hij sleepte het kind naar don stoel, en plaatste haar, die in haar doodeljjken angst er niet aan dacht wederstand te bieden, daarop. «Doortje," hernam hij, na een tusschenpoos, ver- teederd door den jammerlijken toestand, waarin het kind zich bevond, «Doortje, wees verstandig, zooals je het altijd tegenover mij bent geweest. Je weet, de geheele stad heeft een hekel aan jeik ben de eenige die 't altijd goed met je heeft gemeend. Doortje, heb je niet gelogen, zeg mjj alles! Ik zsl het je vergeven, dat je bjj Barnoveld geweest bent, maar zeg mjj de geheele waarheid. Ik zelf zal je verbergen, zoodat geen mensch je vinden kan, ook al ben je schuldig; maar weten wil ik het, de volle zuivere waarheid, opdat ik je kan beschermen, als je een onvoorzich tigheid mocht hebben begaan." Het meisje zat machteloos neer, door haar verdriet overstelpt. Freylich's woorden «wanneer je schuldig bent" riep haar tot zelfverdediging wakker. Zjj beefde nogmaals over al hare leden van innerlijke opgewon denheid, hief beide hare armen omhoog, drukte ver volgens hare handen tegen hare wangen en zag Freylich met betraande oogen aan. «Vader, hoe kunt gij zoo spreken!" zeide zij op klagenden toon, snikkend en handenwringend. «Ik heb niets meer voor u te verbergen, nu ik u bekend heb, dat ik bjj de Barnevelds ben geweest. Ik ben daar heen gegaan' met geen andere bedoeling, dan om te maken, dat zjj een paar stevige armen meer hadden, om bjj het plukken te helpen, ofschoon zij 'taan u niet hebben verdiend. Ge weet hoe moeiljjk het in dezen tijd is een arbeider te vinden, zelfs tegen ruime betaling en dus meende ik dat bet dubbel goed op genomen zou worden." Op Freylich's voorhoofd rimpelden zich verdrietige plooien. Goedhartig als hjj was, meendo hij toch dat alles zjjne grenzen moest hebben en vooral tegenover deze lieden, voor wie hjj, zooals hjj altijd zeide, «geen woord meer over had." Doortje had intussohen in zoover zichzelf en haar angst overwonnen, dat zjj met korten, haastigen adem tocht begon te vertellen. «Toen ik van den straatweg deor de groote poort in de hofstede kwam, omdat ik niet over den muur kon klimmen en omdat de wijngaard langt den weg nog door rijswerk was afgesloten, zag ik Jan meteen geweer over den rug en een knecht by zich voor de deur van de schuur staan. Ik zag dat bn eigens pleizier over had, terwjjl de knecht op de deur ha merde. Ik wilde achter hem om, over den hof en door den tnin naar den wijnberg sluipen, die vol plukkers was, en verbeeld u, vader, wat ik toen zag. De boosaardige jongen had een halfdooden roofvogel op de schuurdeur laten vastspijkeren. Het stomme dier bloedde uit beide vleugels en spartelde tegen de deur't hief den kop op enliet dien moedeloos weer zakken, toen het plotseling luide kreten van pijn uitstootte. Dat schreeuwen kende ik, vader! Ik sprong Jan voorbjj, zonder mg om hem te bekommeren en toen de vogel mij zag be gon hij allerverschrikkelijkst te schreeuwen. Het was mijn arme Jacob, die mg zoo smeekend aanzag, als vroeg hg mij, hem van dea dood te redden. (Wordt vervolgd.) tot 30 inspuitingen, zou voorloopig 25 hf. bedrageb. Genezing bij nog jonge gevallen van long-tubercu- lose wordt als absoluut zeker aangegeven. Ook in diagnostisch opzicht heeft de methode hooge waarde, aangezien de entstof slecht den tuber kelbacillus doodt en op niet-tuberculeuse ziekteaan doeningen niet reageert. Koch heeft tweemaal don Keizer eene mondelinge medodeeling gedaan. Het gerucht loopt, dat de Keizer 2,000,000 M. voor Koch ter beschikking wil stellen: óón millioen als persoonlijke eeregift aan Koch, die, zonder op eenig voordeel voor zich aanspraak te maken zijne uitvinding aan de geheele wereld schenken wilen een tweede millioen tot het bouwen van eeue staatsinrichting ter bereiding van het geneesmiddel. Van eone andere zgde wordt gemeld dat er onder Koch's toezicht een groot militair hospitaal zal gebouwd worden voor de aan tering lijdenden onder het Ber- lgnsche garnizoen, en dat er bg den Rijksdag een krediet van 500.000 M. zal worden aangevraagd tot stoffelijke bevordering van proefnemingen ter genezing van andere, met name besmettelijke ziekten. (IV. It. a.) De grootste bloem ter wereld ie volgens W. Watson eene Aroïdee, AmorphopkaUus Titanum, die op het eiland 8umatra inheemsch is. Zjj werd daarin 1878 door Odoardo Beocari aan den voet van den vulcaan Singalang (provincie Padang) ontdekt op eene hoogte, 864 meter boven den spiegel der zee. De "plant maakt tegen dat zij gaat bloeien maar een enkel blad; dat verbazend groot kan worden. Beccari mat er een van 15 M. omtrek. De hierbjj behoorende bladsteel vormt een zuil van 2.5 meter hoogte en 0.90 meter omtrek, die zioh aan den top in drie dijbeen-dikke armen vprtakte. Zoo'n bladsteel ziet or in het woud der tropen uit als een boomstam met gladden bast die met witte korstmossen is begroeid. De bladschede, die de bloeikolf omhult, vormt, wanneer zjj zich ont plooit, een kolossalen liohtgroenen, van boven witten en 1.20 broeden treohler, welks fluweelglanzeude bin nenvlakte donker ,'wijnrood is gekleurd. De room kleurige spadix wordt soms 1,50 meter hoog en ver spreid een doordringende stank naar vischljjken. Deze stank lokt geheele zwermen van vliegen, die langs de bloeikolf in de bloeischede naar binnen kruipen eu aldus het stuifmeel op de stempels over brengen en de bevruohting bewerkstelligen. Zaden van deze plant werden indertijd in de kassen van den markies Corsi bjj Floronce uitgezaaid en tot kieming gebracht. Een kleine kiemplant kwam in do konink lijken tuin te Kew, waar hot, na tien jaar boven het lauwwarme waterbekken van de Victoria regia gekweekt te zgn, in Juni van het vorige jaar ging bloeien. Met de geheele ontwikkeling der plant tot den bloeitijd waren dus elf jaren heengegaan. Aan Z. M. den Koning is een adres gerioht van den volgenden inhoud: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Het Centraal Bestuur van het Algemeen Neder- landsch Werkliedenverbond, dat in de laatstgehouden algemeene vergadering van dat Verbond besprekingen zgn gehouden over den toestand waarin de woningen der lagere klassen zich bevinden; dat bjj die gelegenheid met eene reeks voorbeel den is aangetoond, dat die toestand vrjj algemeen slecht is; dat het in die woningen in den regel ontbreekt aan voldoende ruimte, licht en lucht; dat dit in groote mate het geval is met do oude woningen en in geringer mate met de nieuwe; dat, wat de eerstgenoemde soort woningen aangaat, in bjj na alle gemeenten, maar vooral in de groote, ruimte en verblijven worden gevonden, die veeleer bergplaatsen dienen te heeten dan woningen, bergplaatsen evenwel die iemand in de allereerste plaats zou kiezen voor voorwerpen waaraan hg eenige waarde hecht en die bg voor bederf wil gevrijwaard zien, verblijven die voor de gezondheid hoogst nadeelig, veelal kweekplaatsen van besmetting zgn, waarin de eenvoudigste voorschriften, ter bevordering fan reinheid en ter voorkoming van ziekte, niet kun nen worden toegepast, waar elke gelegenheid ont breekt tot geregelden afvoer van zooveel wat zoo spoedig mo^elgk uit de woning en hare onmiddellijke omgeving dient te worden verwjjderd; dat dergelijke ruimten, voor woning bestemd of gebezigd, daarvoor althans verhuurd, allerminst strek ken tot bevordering der zedelijkheid en aankweeking van andere deugden; dat zjj meestal aftchuwwekkend zijn en alles ont beren wat de gezelligheid en het huiselijk en fami lieleven bevorderlijk kan zjjn dat zjj voorname oorzaken zjjn van uithuizigheid, kroegloopen en drankmisbruik; dat de goede kiemen van opvoeding en bescha ving, die de onderwijzer in het kindergemoed tracht te planten, onder zulk een verwaarloosd huiselijk en familieleven veelal verstikken; dat onder die omstandigheden, bij een zeer groot deel der lagere klassen, geen sprake kan zijn van het zoo gewenschto verband tusschen huisgezin en school, zoodat de eene aanvult wat de andere onge daan moet laten; dat een en ander mede een van de voorname re denen is, waardoor het onderwijs, waaraan milliocnen worden besteed, niet de vruchten afwerpt die er van mogen worden verwacht en de ontwikkeling der lagere klasse dientengevolge op een peil blijft, zóó laag, dat er tot ernstige bezorgdheid voor de toekomst alle aanleiding bestaat; dat spoedige opruiming dier verblijven en de ver vanging er van door andere, die aanspraak mogen maken op den naam van woning, dringend noodig is iu het algemeen belang, ter bevordering van ge zondheid, zedelijkheid, beschaving, maatschappelijke welvaart en orde; dat de 2e soort, de nieuwe woningen, wel is waar in een beteren toestand verkeeren; dat dit vooral te danken is aan de verordeningen op het bouwen van woningen die in verschillende gemeenten gelden; dat in vele gemeenten zulk eeno verordening echter nog ontbreekt; dat in andere gemeenten, waarin zij bestaat, eens deels de gestelde voorwaarden te gering zijn om eene goede woning to waarborgen, en anderdeels aan de uitvoering zóó ongenoegzaam de hand wordt gehou den, dat de bouwondernemers, wier eenige drijfveer gewoonlijk winstbejag is, er weinig last van hebben. Redenen waarom ons Centraal Bestuur tot Uwe Majesteit het dringend verzoek richt, Hare regeering aan te sporen: lo. van rijkswege een onderzoek te doen instellen naar den toestand der eerstbedoelde verblijven en naar de middelen om die, op de geschiktste wijze, in verschillende gemeenten te doen vervangen door wo ningen, voldoende aan de noodigste eischen voor gozondheid en zedelijkheid en aan zulke andere, welke minatgenomen aan eene woning in den tegen- woordigen tijd en ter bevordering vau beschaving en welvaart onder de lagere klasse, kuunen worden ge steld 2o. haren invloed te doen gelden bjj gemeentebe sturen, tot het maken van verordeningen op hot bouwen van woningen en waarborgen gevende dat de te bouwen woningen gezond zijn, voldoende ruimte bevatten, dat zjj het noodige licht kunnen ontvaugen en behoorlijk kunnen worden gelucht. Hetwolk doende enz. Voor den Hoogeii Raad pleitte eergisteren mr. Ph. A. Haas, van Amsterdam, voor de derde maal in de zaak van een Amsterdainschèn bouwondernemer die door de rechtbank veroordeeld werd wegens overtre ding der verordening op de bouwpolitie te Amster dam. In 1887 had de Hooge Raad dezen requirant ontslagen van roahtsvorvolging, omdat hij begonuen was te bouwen op een terrein aan de Nassau-kado, vroeger voor houtzaagmolen gebruikt. Sedert was de politie-verordening van de hoofdstad gewijzigd en terwijl requirant was voortgegaan met bouwen op dat terrein, wordt hjj nu vervolgd wegens den bouw van twee perceelen op de fundeering van den vroe- gereu molen op grond van strjjd met de politie-ver- ordening die eisoht dat men niet op verderen afstand mag bouwen dan van 10 M. van den openbaren weg, waaronder de gemeente nu echter niet gelieft te verstaan het openbaar water dat het terrein omringt, zoodat feiteljjk bij toepassing der verordening het bouwen op zjjn terrein den ondernemer zou zjjn be nomen. Verschillende middelen van vormenafond voerde pleiter aan en concludeerde tot vernietiging van het vonnis. Conclusie 24 November. Sedert verleden jaar wordt door kerkvoogden van de Ned. Herv. gemeente te Leeuwarden een hoofde lijke omslag geheven over de leden dier gemeente, daaronder begrepen zjj, die door doop of geloofsbelij denis bjj andere Herv. gemeente tot leden zjjn aan genomen, doch thans onder het ressort der gemeente Leeuwarden wonen. Daar onder de laatstgenoemden waren die weigerden den omslag te betalen, werden zjj ten dien einde voor den kantonrechter gedagvaard. Bij de behandeling der zaak werden door de ge daagden onderscheidene verweermiddelen aangevoerd, zooals nietigheid der dagvaardingde doop aan een zuigeling toegediend, verbiudt dezen later niet, Omdat alleen meerderjarigen tot een gemeente kunnen toe treden; de doop, ontvangen in eene andere gemeente, of de geloofbeljjdenis, afgelegd in eone andere ge meente, heeft niet tot gevolg, dat men zich elders metterwoon vestigende, daardoor lid wordt van de Herv. gemeente te dier plaatse. De kantonrechter heeft echter al die verweermiddelen verworpen en veroordeelde de nalatigen tot betaling van hun aan slag in den omslag en in de kosten van het proces. Door deze vonnissen, die nog voor hooger beroep, nog voor cassatie vatbaar zjjn, is alzoo de wettige verplichting der leden van de Ned. Herv. Kerk te Leeuwarden tot betaling van hun aanslag in den kerkelijken omslag erkend. Kerkvoogden zullen thans ook de overige nala- tigen doen dagvaarden. Het antwoord op het Indische begrootingsverslag is verschenen. Voor het geven van een nieuw re- geenngsprograra bestaat geen redenin het alge meen zal de minister het bestuur voeren in den geest van minister Keuehenius. Ken voorstel tot beperkte herziening der comptabiliteitswet zal weldra worden ingediend. Waarschijnlijk zal de regeling van het mijnwezen spoedig worden afgedaan. In de gedrags- lgn ten opzichte van Aljeh kan geen plotselinge verandering worden gebracht. De handhaving der militaire positie, tot afwering en bestraffing van den vijand, ter vermindering van het weerstandsvermogen des vijands en tot krachtig optreden tegen den vgand, zooals in Edi, als de ge legenheid zioh voordoet, zal moeten worden volge houden. In zake de koffiecultuur verwacht de minis ter het advies der Indische autoriteiten, omtrent het rapport der koffie-commissie. De inkomsten uit de koffiecultuur kunnen niet gemist worden, daar het invoeren van andere belasting met even groote op brengst in de naaste toekomst onmogelijk is. De toekomst belooft echter voorshands niet somber te worden ingezien, daar alleen het ongekend ongun stige weer oorzaak was van de mislukking van den oogst. Do financieels toestand is ernstig, maar niet zoo ongunstig, dank zij de saldo's vpn vorige jaren. Do koffieprijs is met 52 cents te laag geraamd, lettende op de verkoopprijzen dor jongste veilingen. Eer stijging dan daling van prijs is te verwachten. De te verkoopen koffie is thans op 145.000 picols ge raamd. 6 Do particuliere industrie wordt niot tegengewerkt al maakt men sieh overdreven voorstellingen van dé inkomsten voor de schatkist. De Regeeriug verwacht weldra tot eenstemmigheid met Engeland te zullen komen over de grensregolen op Borneo. De staatsexploitatie der Ombiliën-kolenvelden in verband met den spoorwegaanleg wordt voorbereid en het plan daartoe zal te zijner tijd aan het oordeel der wetgevende macht worden onderworpen. De beraadslagingen in de Fransche Kamer ovér do begrooting gaan in dit jaar al buitengewoon vlot Achtereenvolgens werden de begrootingen voor buL tenlandsche zaken, koloniën en oorlog zonder hevigen strgd goedgekeurd, en nu is ook reeds de begrooting voor eeredienst aangenomen, evenwel niet dan nadat daarbij de gewone spiegelgevechten van radicale zijde tegen de clericalen werden gehouden. Een poging om dit te voorkomen werd beproefd door den heer Maurice Faure, die voorstelde de af- zonderlgke artikelen niet te behandelen. Dit voorstel werd echter met 338 tegen 154 stemmen verworpen en roo werd de gelegenheid tot het voorstellen van verschillende beperxingen geopend. Veel geluk had den de aanvallers echter niet, want alle voorstellen waartegen de regeering zich verklaarde, werden met flinke meerderheid verworpen. Het radicaalste voorstel werd gedaan door dan Boulangist De Belleval, die wenschte, dat de geheele begrooting voor eeredienst na 1 Juli 1891 zon op houden en dat de som, die daardoor wordt uitge wonnen, zal gestort worden in de verzekeringskas voor gebrekkige werklieden. Dit voorstel was het radicaalste, maar het werd ook met de grootste meer derheid verworpen. Slechts 76 afgevaardigden —de Boulangisten en de uiterste radicalen steraden er voor. Ten slotte werd de geheele begrooting voor eere dienst aangenomen. Het gewichtigste gedeelte de begrooting voor financiën, zal nu weldra aan' de orde komen. Bg den Duitschen Bondsraad is een wetsontwerp ingekomen tot ondersteuning dor behoeftige huisge zinnen van manschappen bg de reserve, landweer of zeeweer, die in viedestgd aan de oefeningen deel nemen. Volgens het wetsontwerp zullen de onder steuningen minstens bedragenvoor de vrouw in Mei, Juni, Juli, Augustus, September en October 20 in de overige maanden 30 penn. daagsvoor ieder der andere op ondersteuning recht hebbende personen minstens 10 penn. daags. De betaling geschiedt wekeljjks. In de toelichting wordt inzonderheid er op gewezen, dat er geen ondersteuning zal worden verleend zonder bewijs dat het gezin werkelijk be hoeftig is, daar anders de ondersteuning het karakter zou vorkrijgen van eene vergoeding voor de schade die een gezin door de oproeping van den kostwinner lgdt. Dit toch zou in strijd zgn met de grondge dachte in den geest der fegerwet, dat de militaire

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2