Buitenlandse!) Overzicht.
niet met de noodige voorzorgen, die veel geld tos
ten, wordt ingericht, zij op misrekening moet uit-
loopen tot schade of van de toekomstige weduwen
of van het bestuur, dat zioh aansprakelijk stelt. Hij
wijst er op, dat het fonds voor de weduwen van
Rijksambtenaren, begint mot een kapitaal van 32
millioen, en dat een gemeente met 300 ambtenaren
en een pensioen-grondslag van 800,000, volgens
dien maatstaf, ton minste 16,000 'sjaars zou
moeten bijdragen. Vermoedelijk zal er alleen te
Amsterdam blijvend een groot genoeg aantal ambte
naren zijn om daarop «de wet van afsterving» te
kunnen toepassen, maar de oprichting zal ook voor
die gemeente zonder groote offers uit de openbare
kas niet mogelijk zijn. Intusscheu houdt Amsterdam
geen kortingen af voor het eigen pensioen der
ambtenaren en zou dus een hooger bijdrage moge
vragen voor een weduwenfonds. Voor andere ge
meenten zal de zaak veel te bezwarend zijn, ook
wegens de vele afwisseling in het personeel.
De oplossing moet volgens prof. v. G. daarin
worden gezocht, dat de gemeenten zich verbinden en
aansluiten bij het rijk, zooals hij in bijzonderheden
uiteenzet. Dit zou ook den overgang van ambtenaren
van de eene gemeente tot de andere of van rijk
naar gemeenten en omgekeerd gemakkelijker maken.
Een ander middel is het vestigen eener voorzorgs
kas naar het stelsel van De Couroy. Edoch, al
tulko fondsen met gedwongen deelneming zullen be
zwaren opleveren, vooral omdat zij duur zijn en niet
altijd betrouwbaar. Een betere oplossing ware een
ruimer gebruik der levensverzekering. Is de levens
verzekering gezuiverd van de smetten, die haar thans
nog aankleven, dan is zij het voortreffelijkste hulp
middel, dat alle andere kan vervangen. Want alleen
bjj haar bestaat volle vrijheid voor eiken deelhebber
om te verzekeren wat en hoe hij wil. De een ver
kiest de uitkeering bij den dood, de ander die bij
leven op vooraf bepaalden ouderdom, een derde het
weduwenpensioen met of zonder kioderpensioen, een
vierde verlangt niets, omdat hg middelen genoeg
nalaat tot verzorging zijner betrekkingen. Zoo sluit
een ieder het contract naar zijne bijzondere levens
omstandigheden en betaalt hij in verhouding van
zijn ouderdom en de waarde der verzekering. Hier
heerscht dus vrijheid, waar elk ander fonds dwang
oefent.
Aldus kan de levensverzekening tegemoet komen
aan de gebreken, die alle fondsen aankleven. Wan
neer, zoo besluit prof. van Geer, eenmaal de begrip
pen omtrent de verplichting van den huisvader tegen
over zijn gezin en omtrent het juiste gebruik van
zijn inkomen algemeen zijn doorgedrongen, zal ook
de tijd zijn gekomen, dat alle pensioen-fondsen als
onvolkomen hulpmiddelen worden ter zjjde gezet en
vervangen door de vrijwillige levensverzekering. Ver-
eeniging van de bestaande fondsen, opdat het toeval
worde geëlimineerd en de vaste regelen van sterftewet
en rentevoet kunnen worden toegepast, moet daartoe
den weg banen.
Zaterdagmorgen, bij aankomst van den trein uit
Barcelona, werd eene groote kist afgeladen. Nauwe
lijks stond zij op den grond, of eene jonge Spaan-
sche, en een neger van omtrent 18 jaar oud kwamen
er uitgekropen.
Het jonge meisje heet t Anglorazij is 25 jaar
oud. Zij was in het zwart gekleed, met eene
espagnolo op het hoofd. Haar gelaat ia bleek
en licht olijfkleurig i daarin schitteren een paar
zwarte oogen met eene zaohte, droefgeestige uit
drukking.
De knaap, die nog al slim schgnt te zgn, heeft
verschillende namen opgegevon, maar zich eindelijk
aan dien van Erres gehouden.
Hg is in Spanje geboren en droeg een blauw en
wit gestreepte kiel en een bruinen hoed. Hg heeft
groote, zeer wakkWe oogen.
Hg overhandigdoVaan den heer Dignat, commis
saris van het station van Orleans, een in het
Eransch geschreven grief, geteekend Dupuis, en
gericht aan een vriend,\den bakker C., wonende in
de rue Audran. Hg beVeeli. de twee jongelieden,
die elkander innig lief hebben, maar wier huwelijk door
hunne familie belet wordt, in zgne goede zorgen aan.
En inderdaad, Erres en Anglora leggen eene
groote genegenheid voor elkaar aan den dag.
Ziehier hoe zg ongetwijfeld de reis hebben afgelegd:
Te Barcelona hebben zg waarschijnlijk hun ver
driet aan dien Dupuis toevertrouwd, en deze heeft
den brief geteekend en misschien ook de kist doen
maken. De reizigers zijn echter slechts te Orleans
in de kist gekropen, want toen deze daar aankwam,
woog zij slechts 180 kilos, en toen zij te Parijs
kwam woog zij er 240.
Erres en Anglora zjjn dus als gewone reizigers
naar Orleans gekomenzjj waren vergezeld van een
heer, waarschijnlijk Dupuis, en zgn samen in een
hotel afgestapt. De kist, die in het depót stond,
werd 'snachts afgehaald, en 'tis ongetwijfeld toen
dat de jongelieden er in gesloten zgn om de reis
te volbrengen.
Toen zjj te Parijs kwamen, heeft do persoon, die
het vrachtbriefje van de kist had, haar in depót
laten zetten, den bedienden verzoekende ze niet erg
te schudden, daar zjj breekbare voorwerpen bevatte.
Nauwelijks was de man vertrokken, of men hoorde
stemmen in de kistmen brak haar open en de
beide reizigers kwamen er uit, eenigszins verblind
door het daglicht.
De heer Dignat werd aanstonds verwittigd en
men bracht de beide vreemdelingen in eene zaal
van het politie-commisaariaat. Zij zetten zich bjj
het vuur en aten met veel eetlust wat men hun
voorzette. Na het eten zette Anglora zich droomeud
ia een hoek, terwjjl Erres iedereen met veel aan
dacht gadesloeg. Hjj antwoordde zeer openhartig
op de vragen, die men hem door tusschenkomst van
een tolk deed.
Eenigen tijd nadat zij uit de kist gekomen waren
kwam bakker C. in het station, om hen op te
eiachen. Hjj zeide dat een persoon hem was komen
verwittigen, dat eene kist voor hem in bet station
stond. Hg voegde er bg, dat hij Dupuis wel kende
doch hem sedert lang niet meer gezien had.
Het onderzoek heeft bewezen, dat het geheel
enkel eene reclame was. De twee jonge lieden
zouden, na door hunne zonderlinge reis de openbare
nieuwsgierigheid te hebben opgewekt, zich latenkjjken.
Beiden zijn naar het depót gezonden.
Naar aan de *N. R. Ct.» uit Suriname bericht
wordt, werden er, toen de Print Irederik Hendrik
van do K. W.-I. Maildienst, op 13 October II, des
avonds het fort N'iouw-Amatsrdam aan de Suriname-
rivier voorbij stoomde, plotseling, tot aller verbazing,
van dat fort twee etopschoten golost en de boot
verplicht het anker te laten vallen. Toen zjj mocht
opstoomen, was het getjj verloopen en moest zjj tot
den volgenden dag wachten, zoodat de brieven, die
anders denzelfden avond zouden uitgereikt zijn, eerst
den volgenden morgen werdon uitgegeven.
En wat was de aanleiding voor dat oponthoud,
voor die stemming in het postverkeer?
Van quarantaine kon bij de boot, rechtstreeks uit
Amsterdam komende, natuurlijk geen sprake zjjn
maar het nieuw benoemde lid van het Hof van
Justitie, do heer von Weiier, werd met die boot
verwacht en do heer Lohman scheen er prijs op te
stellen, don nieuw aankomende, vóórdat iemand andere
het kon doen, eone uitnoodiging te doen toekomen,
om te zjjnent te komen logeeren. De heer von
Weiier heeft dan ook bij den gouverneur zijnen
intrek genomen.
Bjj de heerschende spanning tusschen den gouver
neur en de Koloniale Staten zou het meer in over
eenstemming mot eene eerlijke en verstandige staat
kunde geweest zijn, indien de heer Lohman er toe
had willen bijdragen den nieuwaangokomen rechter
zelfstandig en buiten den partijstrijd te laten blijven.
En in ieder geval zou het zeer af te keuren zijn,
indieu werkelijk om de bovenbedoelde reden de heer
Lohman eenen maatregel hoeft genomen, die tot niets
anders kan loiden dan tot wrok togen eenen ambte
naar die boven den partijstrijd moet staan, tot strem
ming in het postverkeer, en wellicht tot schado van
particuliere personen en van den W.-Indischen
maildienst.
Ditmaal althans kan nit deugdelijke officieele be
seheiden de zaak in het ware licht worden gesteld,
nameljjk uit de beëedigde scheepsverklaring van den
gezagvoerder van de Prim Fredèrik Hendriken het
is te hopen dat een ernstig en oprecht onderzoek
de waarheid aan het licht zal brengen.
In de laatste dagen is er in Berljjn omtrent Koch's
geneeswjjze van tuberculose iets meer bekend ge
worden, en wel bepaaldelijk wat betreft de behan
deling van den zoogenaamden «lupus», of tubercu-
leusen wolf in het aangezicht. De legerarts Ffu^l,
Koch's schoonzoon en assistent, heeft in het minis
terie van oorlog oene voorlezing gehouden over
Koch's ontdekking, wier hoogst verrassende, schier
onmiddellijk zichtbare uitwerking bjj «lupus» aan
schouwelijk gemaakt werd. Tegelijkertijd heeft Kooh's
tweede assistent, dr. Libbartz, tijdens een kort vor-
blijf in zijne vaderstad Frankfurt, ten overstaan van
een aantal artsen een geval van «lupus» behandeld.
Telegrammen uit Frankfurt melden hieromtrent het
volgende
Gisteren werd door dr. Libbertz, in de kliniek van
dr. Hereheimers en in tegenwoordigheid van een
aantal genoodigde medici, een zestienjarig meisje, dat
aan verouderden aangezicbts-lupus lijdt, met een
decigram van Koch's entstof op de kranke plek inge
spoten. Binnen 24 uren reeds viel er eene zicht
bare beterschap Waar te nemen, en volgens de gis
teren en heden gedane waarnemingen der bij het
geval betrokken artsen, zou er binnen enkele dagen
op genezing mogen gerekend worden.
Voor zoover tot op het oogenblik bekend is, wil
Koch op 26 dezer in de Berljjnsche «Medizinische
Gesellachaft» mondeling zijne geneeswijze on ont
dekkingen mededeelen. Terstond na deze openbaar
making zal de door Koch en zijne helpers bereide
entstof voor alle geneeskundigen onverwijld besohik-
baar worden gesteld. De prijs per fletchj», voor 20
het bent geweestde korfdragers, de voerlieden
en alle anderen."
Het meisje rukte den arm, dien hg nogmaals heftig
gegrepen had los, sloeg beide banden voor het ge
zicht en barstte in een hevig snikken uit. Freylich
stond roerloos vóór haar en zag hoe de heete tranen
door hsre vingers drupten.
«Laat dat gehuilVertel me, wat er gebenrd is,
eer ze komen om je te halen beval hij stamp
voetend.
Met open mond, als een beeld der verschrikking
staarde het meisje hem aan. Hare tanden begonnen
van angst te klapperen, haar armen zakten slap
langs het lijf neer.
«Vader," zeide zg, toen 't haar weer mogelijk was
een woord uit te brengen, «eer dat gebeurt spring
ik boven van den toren
«Onzin 1" Freylich schudde haar nogmaals ver
stoord bg den arm, en zeide«Ga daar op dien
stoel zitten en vertel I Ik kan je niet helpen, onge
lukkig schepsel, als je me niet de volle waarheid
zegt! Wat is er gebeurd, ik wil het weten, nauw
keurig, op een haar
Hij sleepte het kind naar don stoel, en plaatste
haar, die in haar doodeljjken angst er niet aan dacht
wederstand te bieden, daarop.
«Doortje," hernam hij, na een tusschenpoos, ver-
teederd door den jammerlijken toestand, waarin het
kind zich bevond, «Doortje, wees verstandig, zooals
je het altijd tegenover mij bent geweest. Je weet, de
geheele stad heeft een hekel aan jeik ben de eenige
die 't altijd goed met je heeft gemeend. Doortje, heb
je niet gelogen, zeg mjj alles! Ik zsl het je vergeven,
dat je bjj Barnoveld geweest bent, maar zeg mjj de
geheele waarheid. Ik zelf zal je verbergen, zoodat
geen mensch je vinden kan, ook al ben je schuldig;
maar weten wil ik het, de volle zuivere waarheid,
opdat ik je kan beschermen, als je een onvoorzich
tigheid mocht hebben begaan."
Het meisje zat machteloos neer, door haar verdriet
overstelpt. Freylich's woorden «wanneer je schuldig
bent" riep haar tot zelfverdediging wakker. Zjj beefde
nogmaals over al hare leden van innerlijke opgewon
denheid, hief beide hare armen omhoog, drukte ver
volgens hare handen tegen hare wangen en zag
Freylich met betraande oogen aan.
«Vader, hoe kunt gij zoo spreken!" zeide zij op
klagenden toon, snikkend en handenwringend. «Ik
heb niets meer voor u te verbergen, nu ik u bekend heb,
dat ik bjj de Barnevelds ben geweest. Ik ben daar
heen gegaan' met geen andere bedoeling, dan om te
maken, dat zjj een paar stevige armen meer hadden,
om bjj het plukken te helpen, ofschoon zij 'taan u
niet hebben verdiend. Ge weet hoe moeiljjk het in
dezen tijd is een arbeider te vinden, zelfs tegen ruime
betaling en dus meende ik dat bet dubbel goed op
genomen zou worden."
Op Freylich's voorhoofd rimpelden zich verdrietige
plooien. Goedhartig als hjj was, meendo hij toch dat
alles zjjne grenzen moest hebben en vooral tegenover
deze lieden, voor wie hjj, zooals hjj altijd zeide, «geen
woord meer over had."
Doortje had intussohen in zoover zichzelf en haar
angst overwonnen, dat zjj met korten, haastigen adem
tocht begon te vertellen.
«Toen ik van den straatweg deor de groote poort
in de hofstede kwam, omdat ik niet over den muur
kon klimmen en omdat de wijngaard langt den weg
nog door rijswerk was afgesloten, zag ik Jan meteen
geweer over den rug en een knecht by zich voor de
deur van de schuur staan. Ik zag dat bn eigens
pleizier over had, terwjjl de knecht op de deur ha
merde. Ik wilde achter hem om, over den hof en
door den tnin naar den wijnberg sluipen, die vol
plukkers was, en verbeeld u, vader, wat ik toen
zag. De boosaardige jongen had een halfdooden
roofvogel op de schuurdeur laten vastspijkeren. Het
stomme dier bloedde uit beide vleugels en spartelde
tegen de deur't hief den kop op enliet dien
moedeloos weer zakken, toen het plotseling luide
kreten van pijn uitstootte. Dat schreeuwen kende
ik, vader! Ik sprong Jan voorbjj, zonder mg om
hem te bekommeren en toen de vogel mij zag be
gon hij allerverschrikkelijkst te schreeuwen. Het
was mijn arme Jacob, die mg zoo smeekend
aanzag, als vroeg hg mij, hem van dea dood te
redden.
(Wordt vervolgd.)
tot 30 inspuitingen, zou voorloopig 25 hf. bedrageb.
Genezing bij nog jonge gevallen van long-tubercu-
lose wordt als absoluut zeker aangegeven.
Ook in diagnostisch opzicht heeft de methode
hooge waarde, aangezien de entstof slecht den tuber
kelbacillus doodt en op niet-tuberculeuse ziekteaan
doeningen niet reageert.
Koch heeft tweemaal don Keizer eene mondelinge
medodeeling gedaan. Het gerucht loopt, dat de Keizer
2,000,000 M. voor Koch ter beschikking wil stellen:
óón millioen als persoonlijke eeregift aan Koch, die,
zonder op eenig voordeel voor zich aanspraak te
maken zijne uitvinding aan de geheele wereld schenken
wilen een tweede millioen tot het bouwen van eeue
staatsinrichting ter bereiding van het geneesmiddel.
Van eone andere zgde wordt gemeld dat er onder
Koch's toezicht een groot militair hospitaal zal gebouwd
worden voor de aan tering lijdenden onder het Ber-
lgnsche garnizoen, en dat er bg den Rijksdag een
krediet van 500.000 M. zal worden aangevraagd tot
stoffelijke bevordering van proefnemingen ter genezing
van andere, met name besmettelijke ziekten.
(IV. It. a.)
De grootste bloem ter wereld ie volgens W. Watson
eene Aroïdee, AmorphopkaUus Titanum, die op het
eiland 8umatra inheemsch is. Zjj werd daarin 1878
door Odoardo Beocari aan den voet van den vulcaan
Singalang (provincie Padang) ontdekt op eene hoogte,
864 meter boven den spiegel der zee. De "plant
maakt tegen dat zij gaat bloeien maar een enkel blad;
dat verbazend groot kan worden. Beccari mat er een
van 15 M. omtrek. De hierbjj behoorende bladsteel
vormt een zuil van 2.5 meter hoogte en 0.90 meter
omtrek, die zioh aan den top in drie dijbeen-dikke
armen vprtakte. Zoo'n bladsteel ziet or in het woud
der tropen uit als een boomstam met gladden bast die
met witte korstmossen is begroeid. De bladschede,
die de bloeikolf omhult, vormt, wanneer zjj zich ont
plooit, een kolossalen liohtgroenen, van boven witten
en 1.20 broeden treohler, welks fluweelglanzeude bin
nenvlakte donker ,'wijnrood is gekleurd. De room
kleurige spadix wordt soms 1,50 meter hoog en ver
spreid een doordringende stank naar vischljjken.
Deze stank lokt geheele zwermen van vliegen, die
langs de bloeikolf in de bloeischede naar binnen
kruipen eu aldus het stuifmeel op de stempels over
brengen en de bevruohting bewerkstelligen. Zaden
van deze plant werden indertijd in de kassen van den
markies Corsi bjj Floronce uitgezaaid en tot kieming
gebracht. Een kleine kiemplant kwam in do konink
lijken tuin te Kew, waar hot, na tien jaar boven
het lauwwarme waterbekken van de Victoria regia
gekweekt te zgn, in Juni van het vorige jaar ging
bloeien. Met de geheele ontwikkeling der plant tot
den bloeitijd waren dus elf jaren heengegaan.
Aan Z. M. den Koning is een adres gerioht van
den volgenden inhoud:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
Het Centraal Bestuur van het Algemeen Neder-
landsch Werkliedenverbond,
dat in de laatstgehouden algemeene vergadering
van dat Verbond besprekingen zgn gehouden over
den toestand waarin de woningen der lagere klassen
zich bevinden;
dat bjj die gelegenheid met eene reeks voorbeel
den is aangetoond, dat die toestand vrjj algemeen
slecht is;
dat het in die woningen in den regel ontbreekt
aan voldoende ruimte, licht en lucht;
dat dit in groote mate het geval is met do oude
woningen en in geringer mate met de nieuwe;
dat, wat de eerstgenoemde soort woningen aangaat,
in bjj na alle gemeenten, maar vooral in de groote,
ruimte en verblijven worden gevonden, die veeleer
bergplaatsen dienen te heeten dan woningen,
bergplaatsen evenwel die iemand in de allereerste
plaats zou kiezen voor voorwerpen waaraan hg eenige
waarde hecht en die bg voor bederf wil gevrijwaard
zien, verblijven die voor de gezondheid hoogst
nadeelig, veelal kweekplaatsen van besmetting zgn,
waarin de eenvoudigste voorschriften, ter bevordering
fan reinheid en ter voorkoming van ziekte, niet kun
nen worden toegepast, waar elke gelegenheid ont
breekt tot geregelden afvoer van zooveel wat zoo
spoedig mo^elgk uit de woning en hare onmiddellijke
omgeving dient te worden verwjjderd;
dat dergelijke ruimten, voor woning bestemd of
gebezigd, daarvoor althans verhuurd, allerminst strek
ken tot bevordering der zedelijkheid en aankweeking
van andere deugden;
dat zjj meestal aftchuwwekkend zijn en alles ont
beren wat de gezelligheid en het huiselijk en fami
lieleven bevorderlijk kan zjjn
dat zjj voorname oorzaken zjjn van uithuizigheid,
kroegloopen en drankmisbruik;
dat de goede kiemen van opvoeding en bescha
ving, die de onderwijzer in het kindergemoed tracht
te planten, onder zulk een verwaarloosd huiselijk en
familieleven veelal verstikken;
dat onder die omstandigheden, bij een zeer groot
deel der lagere klassen, geen sprake kan zijn van
het zoo gewenschto verband tusschen huisgezin en
school, zoodat de eene aanvult wat de andere onge
daan moet laten;
dat een en ander mede een van de voorname re
denen is, waardoor het onderwijs, waaraan milliocnen
worden besteed, niet de vruchten afwerpt die er van
mogen worden verwacht en de ontwikkeling der
lagere klasse dientengevolge op een peil blijft, zóó
laag, dat er tot ernstige bezorgdheid voor de toekomst
alle aanleiding bestaat;
dat spoedige opruiming dier verblijven en de ver
vanging er van door andere, die aanspraak mogen
maken op den naam van woning, dringend noodig
is iu het algemeen belang, ter bevordering van ge
zondheid, zedelijkheid, beschaving, maatschappelijke
welvaart en orde;
dat de 2e soort, de nieuwe woningen, wel is waar
in een beteren toestand verkeeren;
dat dit vooral te danken is aan de verordeningen
op het bouwen van woningen die in verschillende
gemeenten gelden;
dat in vele gemeenten zulk eeno verordening echter
nog ontbreekt;
dat in andere gemeenten, waarin zij bestaat, eens
deels de gestelde voorwaarden te gering zijn om eene
goede woning to waarborgen, en anderdeels aan de
uitvoering zóó ongenoegzaam de hand wordt gehou
den, dat de bouwondernemers, wier eenige drijfveer
gewoonlijk winstbejag is, er weinig last van hebben.
Redenen waarom ons Centraal Bestuur tot Uwe
Majesteit het dringend verzoek richt, Hare regeering
aan te sporen:
lo. van rijkswege een onderzoek te doen instellen
naar den toestand der eerstbedoelde verblijven en
naar de middelen om die, op de geschiktste wijze, in
verschillende gemeenten te doen vervangen door wo
ningen, voldoende aan de noodigste eischen voor
gozondheid en zedelijkheid en aan zulke andere,
welke minatgenomen aan eene woning in den tegen-
woordigen tijd en ter bevordering vau beschaving en
welvaart onder de lagere klasse, kuunen worden ge
steld
2o. haren invloed te doen gelden bjj gemeentebe
sturen, tot het maken van verordeningen op hot
bouwen van woningen en waarborgen gevende dat
de te bouwen woningen gezond zijn, voldoende
ruimte bevatten, dat zjj het noodige licht kunnen
ontvaugen en behoorlijk kunnen worden gelucht.
Hetwolk doende enz.
Voor den Hoogeii Raad pleitte eergisteren mr. Ph.
A. Haas, van Amsterdam, voor de derde maal in de
zaak van een Amsterdainschèn bouwondernemer die
door de rechtbank veroordeeld werd wegens overtre
ding der verordening op de bouwpolitie te Amster
dam. In 1887 had de Hooge Raad dezen requirant
ontslagen van roahtsvorvolging, omdat hij begonuen
was te bouwen op een terrein aan de Nassau-kado,
vroeger voor houtzaagmolen gebruikt. Sedert was
de politie-verordening van de hoofdstad gewijzigd en
terwijl requirant was voortgegaan met bouwen op
dat terrein, wordt hjj nu vervolgd wegens den bouw
van twee perceelen op de fundeering van den vroe-
gereu molen op grond van strjjd met de politie-ver-
ordening die eisoht dat men niet op verderen afstand
mag bouwen dan van 10 M. van den openbaren weg,
waaronder de gemeente nu echter niet gelieft te
verstaan het openbaar water dat het terrein omringt,
zoodat feiteljjk bij toepassing der verordening het
bouwen op zjjn terrein den ondernemer zou zjjn be
nomen. Verschillende middelen van vormenafond
voerde pleiter aan en concludeerde tot vernietiging
van het vonnis.
Conclusie 24 November.
Sedert verleden jaar wordt door kerkvoogden van
de Ned. Herv. gemeente te Leeuwarden een hoofde
lijke omslag geheven over de leden dier gemeente,
daaronder begrepen zjj, die door doop of geloofsbelij
denis bjj andere Herv. gemeente tot leden zjjn aan
genomen, doch thans onder het ressort der gemeente
Leeuwarden wonen. Daar onder de laatstgenoemden
waren die weigerden den omslag te betalen, werden
zjj ten dien einde voor den kantonrechter gedagvaard.
Bij de behandeling der zaak werden door de ge
daagden onderscheidene verweermiddelen aangevoerd,
zooals nietigheid der dagvaardingde doop aan een
zuigeling toegediend, verbiudt dezen later niet, Omdat
alleen meerderjarigen tot een gemeente kunnen toe
treden; de doop, ontvangen in eene andere gemeente,
of de geloofbeljjdenis, afgelegd in eone andere ge
meente, heeft niet tot gevolg, dat men zich elders
metterwoon vestigende, daardoor lid wordt van de
Herv. gemeente te dier plaatse. De kantonrechter
heeft echter al die verweermiddelen verworpen en
veroordeelde de nalatigen tot betaling van hun aan
slag in den omslag en in de kosten van het proces.
Door deze vonnissen, die nog voor hooger beroep,
nog voor cassatie vatbaar zjjn, is alzoo de wettige
verplichting der leden van de Ned. Herv. Kerk te
Leeuwarden tot betaling van hun aanslag in den
kerkelijken omslag erkend.
Kerkvoogden zullen thans ook de overige nala-
tigen doen dagvaarden.
Het antwoord op het Indische begrootingsverslag
is verschenen. Voor het geven van een nieuw re-
geenngsprograra bestaat geen redenin het alge
meen zal de minister het bestuur voeren in den geest
van minister Keuehenius. Ken voorstel tot beperkte
herziening der comptabiliteitswet zal weldra worden
ingediend. Waarschijnlijk zal de regeling van het
mijnwezen spoedig worden afgedaan. In de gedrags-
lgn ten opzichte van Aljeh kan geen plotselinge
verandering worden gebracht.
De handhaving der militaire positie, tot afwering
en bestraffing van den vijand, ter vermindering van
het weerstandsvermogen des vijands en tot krachtig
optreden tegen den vgand, zooals in Edi, als de ge
legenheid zioh voordoet, zal moeten worden volge
houden. In zake de koffiecultuur verwacht de minis
ter het advies der Indische autoriteiten, omtrent het
rapport der koffie-commissie. De inkomsten uit de
koffiecultuur kunnen niet gemist worden, daar het
invoeren van andere belasting met even groote op
brengst in de naaste toekomst onmogelijk is. De
toekomst belooft echter voorshands niet somber te
worden ingezien, daar alleen het ongekend ongun
stige weer oorzaak was van de mislukking van den
oogst.
Do financieels toestand is ernstig, maar niet zoo
ongunstig, dank zij de saldo's vpn vorige jaren. Do
koffieprijs is met 52 cents te laag geraamd, lettende
op de verkoopprijzen dor jongste veilingen. Eer
stijging dan daling van prijs is te verwachten. De
te verkoopen koffie is thans op 145.000 picols ge
raamd. 6
Do particuliere industrie wordt niot tegengewerkt
al maakt men sieh overdreven voorstellingen van dé
inkomsten voor de schatkist. De Regeeriug verwacht
weldra tot eenstemmigheid met Engeland te zullen
komen over de grensregolen op Borneo.
De staatsexploitatie der Ombiliën-kolenvelden in
verband met den spoorwegaanleg wordt voorbereid
en het plan daartoe zal te zijner tijd aan het oordeel
der wetgevende macht worden onderworpen.
De beraadslagingen in de Fransche Kamer ovér
do begrooting gaan in dit jaar al buitengewoon vlot
Achtereenvolgens werden de begrootingen voor buL
tenlandsche zaken, koloniën en oorlog zonder hevigen
strgd goedgekeurd, en nu is ook reeds de begrooting
voor eeredienst aangenomen, evenwel niet dan nadat
daarbij de gewone spiegelgevechten van radicale zijde
tegen de clericalen werden gehouden.
Een poging om dit te voorkomen werd beproefd
door den heer Maurice Faure, die voorstelde de af-
zonderlgke artikelen niet te behandelen. Dit voorstel
werd echter met 338 tegen 154 stemmen verworpen
en roo werd de gelegenheid tot het voorstellen van
verschillende beperxingen geopend. Veel geluk had
den de aanvallers echter niet, want alle voorstellen
waartegen de regeering zich verklaarde, werden met
flinke meerderheid verworpen.
Het radicaalste voorstel werd gedaan door dan
Boulangist De Belleval, die wenschte, dat de geheele
begrooting voor eeredienst na 1 Juli 1891 zon op
houden en dat de som, die daardoor wordt uitge
wonnen, zal gestort worden in de verzekeringskas
voor gebrekkige werklieden. Dit voorstel was het
radicaalste, maar het werd ook met de grootste meer
derheid verworpen. Slechts 76 afgevaardigden —de
Boulangisten en de uiterste radicalen steraden er
voor.
Ten slotte werd de geheele begrooting voor eere
dienst aangenomen. Het gewichtigste gedeelte de
begrooting voor financiën, zal nu weldra aan' de
orde komen.
Bg den Duitschen Bondsraad is een wetsontwerp
ingekomen tot ondersteuning dor behoeftige huisge
zinnen van manschappen bg de reserve, landweer of
zeeweer, die in viedestgd aan de oefeningen deel
nemen. Volgens het wetsontwerp zullen de onder
steuningen minstens bedragenvoor de vrouw in
Mei, Juni, Juli, Augustus, September en October 20
in de overige maanden 30 penn. daagsvoor ieder
der andere op ondersteuning recht hebbende personen
minstens 10 penn. daags. De betaling geschiedt
wekeljjks. In de toelichting wordt inzonderheid er
op gewezen, dat er geen ondersteuning zal worden
verleend zonder bewijs dat het gezin werkelijk be
hoeftig is, daar anders de ondersteuning het karakter
zou vorkrijgen van eene vergoeding voor de schade
die een gezin door de oproeping van den kostwinner
lgdt. Dit toch zou in strijd zgn met de grondge
dachte in den geest der fegerwet, dat de militaire