BINNENLAND. Buitenlandse!) Overzicht. tegenwoordiger van hnn belangen en dezen den kiesvereenigingen voorstellen als den man, die het aandeel komt eischen in de vertegen woordiging van land en stad, waarop zij als talrijke klasse recht hebben.' En zoo tot in het oneindige, waarbij dan natuurlijk de getalsterkte in aanmerking zoude komen. Men zou hebben vertegenwoordigers der groote kapitalen, der gezeten burgers der kleine burgerijder proletariërs enz. Dit is een gevaarlijke weg, waarop ten slotte bij de gemeenteraadsleden het ge voel van verantwoordelijkheid voor den goe den gang der gemeenschap, der geheele gemeentehuishouding zou te loor gaan. Wij gouden niet aarzelen onze stem te geven aan ehp werkman-candidaat, mits hij toonde te beseffen, dat hij in den raad plaats nam als vertegenwoordiger der geheele burgerij en niet als tribuun der werklieden. Niemand naar de oogen zien, uitstekend, maar dan ook niet naar die der werklieden, die hem op den voor grond plaatsten. Wij hebben met opzet gezwegen van de sociaal-democratische gevoelens van den candi- daat, omdat het hier geldt eene verkiezing voor den gemeenteraad. Met Burgerplicht, dat on langs zijn reglement in dien zin wjjzigde, zijn wij van gevoelen, dat afwijkende politieke in zichten geen beletsel mogen zijn om een geschikt persoon candidaat te stellen voor de stedelijke vertegenwoordiging. Natuurlijk in exceptioneele gevallen, want niemand kan van een kiesver- eeniging vorderen, dat zij in den regel poli- tieken tegenvoeters vertrouwen schenkt. Doch voor de Tweede Kamer zouden wij stellig bezwaar maken een sociaal-democraat af te vaardigen. De aard van den werkkring is dan ook geheel verschillend. Toch zouden wjj ook voor den raad aan een ander verstandig werkman de voorkeur geven boven den sociaal democraat. Om tot ons punt van uitgang terug te kee- ren, de gestelde candidatuur is een merkwaardig feit, vooral indien de keuze der kiezers daaraan mocht beantwoorden. Of echter de overtuiging, dat de billijkheid vordert één der 39 raads- zetels aan èen werkman af te staan, alleen de drijfveer van Burgerplicht geweest is, mag met reden betwijfeld worden. Er komt in de rede van den voorsteller nog iets anders om den hoek gluren. De tijdsomstandigheden, de aan staande verkiezingen voor de Kamer hebben wellicht den doorslag gegeven. Er zijn tbans ook kiezers onder de werklieden en hunne stemmen hebben waarde, no de groote poli tieke partijen met ongeveer geljjke krachten in het strjjdperk treden. Het kan dus wel zijn, dat voor een deel deze candidatuur een gevolg is van politieke kansrekening: laten J wij thans den werklieden ter wille zijn, opdat „O God, o Godjammerde zij, terwijl zij beide handen tegen de slapen drukte, en, over al haar leden bevend, zakte zij machteloos in eeu hoek ineen. „Vader, vaderriep zij eensklaps Inid schreiend uit; en door een hevigen angst aangegrepen, wierp zij zich tegen de deur. „Vader, och vader, laat mij niet alleen! Ik ben zoo bang voor de slechte men- schen Maar niemand gaf haar antwoord. Zij luisterde. Geen geluid werd meer vernomen. Zij kon hot niet langer uithouden in het donkere een zame torenkamertje. Ademloos vloog zij door de gang die naar het dakruim leidde. Haar lichte tred klonk over de losse planken, die bogen onder haren voet en zwiepten en kraakten. De vleermuizen, die zich onder de daksparren hadden verscholen, schrikten op en fladderden om haar hoofd. Door angst voortgezweept, bereikte zij de ladder die naar den klokkenstoel leidde, zij klom die op en dook tusschen de spijlen ineen, opdat niemand haar van do straat af door de open balken zou kunnen zien. VII. De waarschuwende vermaning van Jean Baptist al te letterlijk opvolgend, bracht het ongelukkige Boortje den geheelen dag in het bovenst van den toren, op een rollaag ineengehurkt, door, hij echter keerde nog altijd niet terug. deze ons straks hun steun geven bjj de politieke verkiezingen. Zulks zon alleen bewijzen hetgeen overigens uit allerlei verschijnselen blijkt dat de invloed der werklieden steeds wassende is. Zij hebben groot gelijk daarvan gebruik te maken en als dat geschiedt langs wettigen en regelmatigen weg, al naarmate de belangstelling in en de kennis van de publieke zaak grooter wordt onder de arbeidende standen, dau kan de maatschappij er niet anders dau goede vruchten van plukken. Hoe meer be langstellende en politiek ontwikkelde burgers, hoe heter voor den Staat. Wjj misgunnen dan ook volstrekt niet den werklieden het naar onze meening door hen te hooggeschatte genoegen enkele der hunnen in vertegenwoordi ging van stad en land te zien plaats nemen het is Meeleer wensehelijk dat deze lichamen uit verschillende lagen der samenleving worden gerecruteerd; alleen betwisten wij hun het recht er sj eciale afgevaardigden op na te houden en de meening te verspreiden, dat de andere Kamer- en raadsleden hen niet verte genwoordigen. Wat wij verkeerd achten, is, dat niet-kiesbevoegde werklieden bijeenkomen om een mandataris aan te wijzen en dan aan de kiezers den eiscb stelleD, dezen blindelings te aanvaarden als raadslid. Deze handelwijze is in strijd met den geest onzer vrije instellin gen en riekt eenigszins naar de clubs der Fransche revolutie. GOUDA, 14 November 1890. In de hedenmiddag gehouden vergadering van den gemeenteraad, die door 15 ledon werd bijge woond (afwezig waren de bh. van der Gardeu en Oudijk met kennisgeving wegens ongesteldheid) werd besloten 1. Om tot wachthuis voor de nachtpolitie bij wijze van proef aan te wijzen het voormalige Huis van bewaring aan den Groeneweg, in de plaats van dat achter de Waag. 2. Eene gunstige beschikking te nemen op do vroeger ingekofiien adresaeu der hh. P. J. Huij- brecht en P. de Raadt, eerstgeooemdeü alzoo te ont slaan van de huur van gerioleerde gronden in de Vogelenzang en die op de gewone foorwaarden te verhuren aan den laatstgenoemden, als Voorzitter der Vereeniging tot Heil des Volks. 3. Tot verbrceding van de brug tusschen de Hoogstraat en den Kleiweg, overeenkomstig het vroe ger ingekomen voorstel van B. en W. De verbree ding bestaat uit het maken van een verhoogd trottoir in het verlengde van en aansluitende aan de trottoirs of zoogenaamde kleine steenen" aan de oostzyde van de Hoogstraat en den Kleiweg. De brug, die thans 6.50 Meter breed is, krijgt nu eene breedte van 7.75 Meter. De kosten worden geraamd op rfc 325.— I Over deze laatste zaak werd eene vrij uitvoerige discussie gevoerd, waaraan de meeste raadsleden deel namen. Daarbij bleek dat de Voorzitter de in bet voorstel genoemde minderheid vormde in het colle gia van B. en W. en tegen hun voorstel was. De heer van der Post stelde voor eene verbreeding der brug tot aan de rooilijnen der buizen van don beer Hoogendijk en Mevr. do wed. Oosthoek. Dit werd ten slotte verworpen met 8 tegen 7 stemmen, dio der hh. van Iterson, Lotsy, van der Post, Hoogeu- boom, Hoefhamer, Jager en van Veen. Hot voorstel van B. en W. werd daarop aange nomen met 11 tegen 4 stemmen, die dor hh. For- tuijn Droogleever, van Veen, van Vreumingen en de Voorzitter. x By den Baad kwam een voordracht in van B. en W. ter benoeming van eene hoofdonderwijzeres aan de le openbare bewaarschool. Daarop staan 1. Mej. K. 1). POORTMAN, te Leiden. 2. Mej. M. HELLEMAN, te Kinderdijk. 3. Wed. A. P. MINDER AA, te Rotterdam. Heden morgen had ten Bureele van den Garnizoens- Kommandant do aanbesteding plaats van het was- schen der linnen en wollen goederen ten behoeve van het Garnizoens-Nachtleger gedurende het jaar 1891. Eenigste inschrijver was T. N. Joosffcn voor een of tweemaus stroozak 0.04 per stuk nun it bedlaken 0.03 n ii ii wollen deken 0.09» een hoofdkussen 0.01 u Op de voordracht van een onderwijzer aan de open. bare school No. 1 te Zevenhuizen staan de hh. L- M. Kool te Lokkerkerk, L. Bouter te Ouderkerk tt/d IJsel en K. in 't Veld te NLuw-Beijerland. Tot lid van den gemeenteraad te Nieuwerkerk a/d. IJsel, is gekozen de heer L. Mijnlieff Azn. De Commissie van Toezicht op bet lager onder wijs te Oudewater heeft eenparig haar ontslag genomen. Op de voordracht voor onilerwyzer te Oudewater staan de hh. A. van Haaftto te Tiel, M. J. Vrolyk te Zwammerdam en B. Rienks te Siddeburen. De drieëndertigste jaarlijksche vergadering der Ver eeniging voor paedagogiek zal gehouden worden op Zaterdag deu 2 Jen December a. s. te Utrecht. Er zal eene gedachtenwisseling plaats hebben over de volgende onderwerpen. 1°. op bet gebied aer methodiek is het onderwijs aan de lagere scholen in de laatste jaren onmisken baar vooruitgegaan. Voor verschillende leervakken bestaan goede hand leidingen, die de leerstof voor ieder klasse nauwkeu rig bepaler, en de wijze van behandeling tot in by- zonderheden voorschrijven. Zoo gunstig het gebruik dezer uitvoerige methode kan werken voor de school als organisch geheel zoo nadeelig kan hot worden voor de zelfstandige ont wikkeling van den klasseonderwijzer. Het middel moet gevonden worden om dit kwaad te voorkomen. In te leiden door cien heer G. J. Vos Az„ leeraar aan het 's ryks Landbouwschool te Wageningen. Z. Herbart verdeelt de paedagogische practyk in regeering, onderwijs en tucht. De regeering, die bloot orde houdt, die de opvoeding voorbereidt en mogelijk In ieder geluid dat tot haar opsteeg meende zij het gevreesde teeken te hooren. Het was weder eeu klare herfstdag geworden. De nevels die de druiven doet rijpen en waaraan de wijn zijn bouquet te danken heeft, waren door de koude bleeke herfstzon verjaagdoen scherpe wind dreef zo verder en drong koud door het dunne rokje van het kind heen. Het gebeurt slechts zelden, dat de hemel zich aan den oogstenden wijnbouwer vertoont zonder dien dichten sluier, die hem zelf en de edele vrucht van den wijnstok bedekt, die in den vroegen morgen de kleeren der arbeiders dooi weekt en hun de handon doet verkleumen. Naar mate de zon al hooger en hooger steeg, ontplooide zich het panorama, dat aan Doortje's voeten lag uitgestrekt; in al zyn pracht voor haren blik. Maar zij had geen oog voor al de heerlijk heid, waarin zij zich zoo dikwijls met kinderlijke blijdschap had verheugd. De Rijn, nog altijd met een lichten, als met gouddraad doorweven sluier overtogen, dreef zijn machtigen stroom met majestu- euse kalmte voort langs de groene dreven en de eilanden in de verte. Door de zon beschenen, rezen de muren dei eeuwenoude* burchten woonsteden der sagen met hunne tinnen en torens boven het kreupelhout der vlakte op. Stqombooten voeren stroom op- en afwaarts, een donkere rookzuil in de lucht en een breeden streep op deu waterspiegel afteekenend, terwijl breede golvende kringen elkander voortstuwden naar den kant en klotsend braken tegen den oever. I De vensters van de aan den oever gelegen steden en dorpen kaatsten de zonnestralen terug de blader kronen der boomen op de heuvels golfden in den wind en beneden in de vlakte wemelde het, zoover het oog reikte, van menschen die in de wijngaarden aan don arbeid waren. De korfdrager8 daalden tusschen de smalle paden, met hun ben op den rug, omlaag naar de vlakte zwaar beladen karren voerden de tot den rand met most gevulde vaten naar het kelderhuisde uit tak ken en stolen gestookte vuren vlamden hoog op langs de wanden der bergen, hun zwarte met vonken bezaaide rookwolken de lucht inzendend, en donde rend, door de bergen weerkaatst en door de echo herhaald, dreunden de vreugdeschoten, want het was wederom een gezegend jaar, de druif had zijn mane schijn en nevel gehad en er was groot gebrek aan fusten, die met goud werden betaald. Als een eenparig Hasiannah klonk bet gejuich en gejubel door het schoone Rijndal. Lachende en zin gende groepen trokken langs de wegen, het luid hoezee van de mannen die op de gevulde vaten gezeten den oogst binnenbrachten, vervulde de lucht. Alles was cóne vreugde. Wordt vervolgd maakt, heeft een tijdelijk karakter en moet overgaan in de zedelijke vorming, in de tucht. Het onderwijs is hiertoe het middel, omdat, volgens Helbart, al onze wilsuitingen wortelen binnen den kring onzer voorstellingen. Tegen deze opvatting der paedagogiek worden bo- zwaron geopperd. Men acht die verdeeling logisch niet juist, de benamingen gedeeltelijk ongepast en het beginsel, waarop zij rust, in strijd met de natuur van den raenschelijkeu geest. De vraag is, in boeverre deze zienswijze recht van bestaan heoft tegenover die van den beroomdon Duitschen paedagoog. In te leiden door den heer C. A. C. Kruijde, directeur van 'a ryks Kweekschool voor onderwijzers te Deventer. 3°. In de groote steden is de algemeene volks school niet mogelijk. Klasseuscholen blijven nood zakelijk. In te leiden door den lieer D. de Groot, arron- dissements-sohoolopzienor te Utrecht. Op 18 Juli jl. trachtte eene vrouw te Delft haren man te vergiftigen, door hora op zyn werk 3 boter hammen te brengen, besmeerd met eeno zelfstandig heid om ratten en muizen te dooden, althans met eene zelfstandigheid, die in groote mate phosphor bevatto, bij gebruik waarvan de man zou zijn gestor ven, wat voorkomen word dpordat de man, door den onaangenamer! smaak bij de eorsto bete opmerkzaam gewordon, het vergiftigde brood niet gebruikte. Beklaagd van poging tot moord stond gisteren C. A. vrouw vnn J. v. B., voor de rechtbank te s-Hage terecht. De vrouw, 29 jaren oud, met een gunstig uiterlyk, nam luid weenende plaats. De rapporten der scheikundigen verklaarden, dat bedoold mengsel voldoende zou zyn geweest om, bij gebruik van een der voorgezette boterhammen, den dood te voroorzakeu. De echtgenoot, een jong man, timmerman van be roep, verklaarde, in de eerste jaren van zijn huwelijk m vrede met zyne vrouw geleefd te hebben. Later ontstond eene minder goede verhouding, gedeeltelijk door een kostganger, dien de man niet wilde hebben en de vrouw liever wildo houden. Hy vermoedde, dat reeds meermalen door zijne vrouw eeno poging was gedaan om hem te vergiftigen, want vaak vond üy lots onaangenaams aan zijn etoiu doch nimmer had hy nadeolige gevolgen daarvan ondervonden. Up een vraag van deu president, met welke be doeling bekl. haren man de vergiftigde boterhammen zond, antwoordde zy, niet de bedoeling gehad te hebben om haren man van het leven te berooven; zy wist niet dat het vergift zóó erg was. In de instructie had bekl. evenwel bekend, haren man het vergift waarvoor zy gewaarschuwd was door den verkooper te hebben toegediend «om hem van kant te maken," «om zich van hem te ontdoen." Zij kwam nu echter op die bekentenis terug; haar man zeide ze had haar in den laatsten tijd den voet dwars gezet en gedreigd, haar op straat te zullen zetten. De boterhammen had zij met het vergift besmeerd om hem te plagen. Tot het voor jaar van 1890 hebben zij goed met elkaar geleefd, en alleen door dien kostganger zyn onaangenaamhe den ontstaan. Het vergift was door haar gekocht met het bepaalde doel, om het aan te wenden tegen ratten en muizen. De tweede getuige, dienstbode, verklaarde, dat de aanwezigheid van het vergift in huis haar onbekend was. Bekl. valt getuige in de rede en verwijt haar, eene valsche verklaring af te leggen. De getuige houdt echter volde juffrouw had haar niets mede gedeeld van ratten en muizen of van vergift. De deskundigon wezen op de onwaarschijnlijkheid, dat de man cle hem voorgezette boterhammen zou opeten, wegens den walgelyken smaak en reuk, die onmiddellijk opvielen. De subst.-officier van just., mr. Van Buttingha Wichers, meende dat aan het wettig en overtuigend bewijs wol niet meer zou getwijfeld kunnen worden hy wees er ook op, dat hare houding ter terecht zitting hartstocht en verbittering tegen haren man toekende. De voorbedachte raad was aanwezig, mepnde hy'; het voornemen om dezen man van het J? 1berooven. beeft by bekl. in elk opzicht duidelijk bestaan. Waar door den echtgenoot gesmeekt werd, om der wille van zijne kinderen, genade voor recht te doen geldon, daar zou het O. M. tot medelijden gestemd zijn; doch bij het aanschouwen van de bekl. verdween dit medelijden, en de eisch was dan ook 10 jaren gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, jhr. mr. W. Th. C. van Doorn, stelde de vraag: hebben wij hier te doen toet eene ernstige poging tot vergiftiging? Dit nu geloofde pi. niet. Voorts betwistte hij de voorbe de "te raad, daar het z. i. zeer wel aannemelijk is, dat bekl. het vergif heeft gekocht voor ratten. d0 poging tot moord moet een begin van uitvoering zijn; doch alleen dan is er begin, wan neer de geheele voltooiing mogelijk is; en die was hier onmogelijk, want niemand zou dergelijke boter hammen opgegeten hebben. PI. besloot zijn pleidooi met op juridieken grond vrijspraak te vragen, daar 'de strafbare poging ont breekt, en mocht de rechtbank dit gevoelen niet -deelen, dan een zachtere straff ook om der wille van de kinderen. ^Uitspraak Donderdag a. s. De Standaard schrijft Aan de Ryks-Universiteit te Leiden bereikte dezer dagen ook de hoogleeraar Dr. M. de Vries den fata len 'termijn. Hij vierde zijn zeventigsten jaardag, en daarmee sloeg het klokje van gehoorzaamheid ook voor dezen geleerde, om uit het openbare universiteitsleven terug te" treden. Nu leeft in den regel het grootere publiek in deze lotgevallen van (le Republiek der Letteren niet mee. «Le Roi est mort, vivo le Roi!" Eerlang staat een jeugdiger raan op de verlaten katheder te leeraren. En alles geeft den indruk, dat men eer wou dan verloor. Maar met het heengaan van De Vries is dit anders. Al was bet maar door het woordenboekje van De Vries en te Winkel, is de naam van De Vries onder ons een der meest populaire, in vollen zin een nationale uaam gewordennationaal in zoo eigenlijken zin, als het bij geen ander hoogleeraar kon. Immers het is Dr. M. de Vries geweest, die, staande ojj de schouders van Lambertus ten Kate, en door de voerkracht der school van Grimm voortgedreven, het eerst ook onze Noderlandsche taal heeft opge beurd uit haar Siegenbeekiaanschen sarcophaag en ons volk, eerst in ziju hoogero, straks iu zijn lagere standen, weer heeft doen beseffen, hoe, naast Religie en heldenmoed, in het kerngezond houden van onze Moedertaal eon der prinoipaalste stukken zit van onzo Nationale Defensie. Onvermoeid en met rustige geestdrift heeft De Vries aan dit hooge doel zyn manlijke krachten gewyd. Hij heeft iu don kring der wetenschappen voor onze Nederlandsche Taal een plaats der eere gevraagd en verkregen. Hij heeft een school gevormd van degelijke geleerden, die in de studie onzer taal het oogmerk huns levens hebben gesteld. Hij heeft Bilderdijk op Siegenbeek gewroken, maar tegelijk Bilderdijks te wilde loten uitgokapt en de dege wetenschap vau den proza-geleerde voor de poëtische gissingen ven onzen eersten dichter in de plaats ge steld. Hij heeft Noord- en Zuid-Nederland, hoe ook politiek en nationaal gescheiden, toch weer aan huu verwantschap in de eenheid hunner taal horin- nerd. En bovenal, by heoft door het niet invoeren, maar aanbevolen van eene betere spelling ons vorlost van de sjofele Siegenbeekiaansche plunje, en ons weer gestoken in een taakleed, waarin ons nationaal besef zich nogmaals vrij bewogen kan. En moge al de droom, dien hij eens droomde, niet verwezenlijkt zijn, om nog eer hij aftrad het groote Woordenboek voltooid te zien, toch was hij het, die de grootsche onderneming aandorstwas hij de bouwmeester, die er het bestek voor ontwierp, en er het fundamentstuk voor in den nationalen bodem legde en blijft het zijn «monumentum aere perennius", dat hij aan onze Nederlandsche natie eeu genealogie van haar taal tresoren schonk, die, zelfs na Grimm's arbeid, de oostelijke nabuur ons moet benijden. Men schrijft aan het Utr. Dagblad: De tering in haar onderscheiden vormen is ongetwyfeld een der meest smartelijke ziekten van de menschheid. Eene ziekte, zonder eenige kans, zonder eenige hoop. Meu ziet zyne lievelingen lijden, soms slechts enkele weken of maanden, maar dikwerf ook vele jaren, met de schier tot vertwijfeling voerende zekerheid, dat slechts de dood aan de lyderes of den lyder verlossing kan brengen. Er is in ons land bijna geene familie, waar die ziekte geen slachtoffers heeft geëischt en nog altijd vordert en waar zy niet wordt geducht als een der vreeselykste beproevingen, die aan het gezin ih dit leven kunnen worden opgelegd. En nu komt plotseling de haast ongeloofelijke mare, dat er een middel is gevonden, om die ziekte te bestrijden, te overwinneneen middel, niet van een onbekende, vari oen speculant op de lichtgeloovig- heid en dwaasheid van het mmnchdom, maar van een man, als mensch en als geleerde gekend en koog geacht door geheel de beschaafde maatschappij. Dr. Koch, de beroemde Berijjnsche hoogleeraar, heeft dat middel gevonden, na langdurige, zeer ernstige en wetenschappelijke onderzoekingen en proefnemingen. Binnen weinige dagen zal hij het raiddei openbaar en daarmede tot gemeen goed maken van de ge heele menschheid. Wij behoeven waarlijk üiet aan te toonen, hoe boyen alles heerlijk de gave is, die daarmede aan den mensch zal worden geschonken. Het zal nu echter aankomen op het gebruik on het verstandig en beleidvol gebruik, dat mén'van die gave zal weten te maken. Het is daarom dat wij ons veroorloven een be roep te doen op onze jonge doctoren en artsen, die zich nog niet op eene bepaalde plaats gevestigd'heb ben of die gelegenheid kunnen vinden, zonder nadeel voor hunne patienjen, zioh voor eenige weken buiten s lands te begeven. Wij sporen hen aan pogingen in het werk te stel len (en dat onmiddellijk, zullen niet anderen voor zijn) om zich te Berlijn onder dr. Koch of een van diens assistenten in de behandeling van teringlijders met liet nieuwe geneesmiddel te bekwamen. Daarna kan dan hier en elders, onder hunne lei ding, een speciale cliniek voor dat doel worden ge- opend. 8 Is voor de inrichting van zulk een cliniek geld noodig, nergens, maar vooral niet in Utrecht zal het aan personen ontbrekeu, die daarvoor gaarne een ruime bijdrage zuilen geven. Voor de gezonden is er geen haast, maar voor hen die lijden en stervende zijn, kan er niet te snel ge handeld worden Sta ten-generaal. Vekeemgde zitting van Donderdag 13 November. Slechts even kwamen de beide Kamers samen om te hooren, hoe de commissie van rapporteurs is sa mengesteld. Heden te II uur zal het ontwerp tot benoeming eener regentes behandeld worden. Tweede Kamek. Zitting van Donderdag 13 Nov. In de onmiddellijk op de Vereenigde Vergadering, waaruit do leden der Eerste Kamer zich haastten zich' te verwijderen, volgende vergadering der Tweede Kamer werd mededeeling gedaan o. a. van het wets voorstel, behelzende de bepaling van de kosten van het regentschap, hetwelk met nog eenige andere naar do afiteelingen werd verzonden. Eene som van 175,000 per jaar wordt ter beschikking der ro gentos gesteld, natuurlijk in mindering van het inkomen der kroon. Het is waarschijnlijk aan de toenemende gelegen heden tot het houden van politieke redevoeringen buiten het parlement in Engeland toe te schrijven, dat de zoogenaamde "Gnildhall Speech,» op het Lord Mayors banket in November te houden, elk jaar aan beteekenis verliest. Langzamerhand gaat het oude „caohet" van deze redevoeringen, die voorheen mi- nisterieele staatsprogramma's waren, verloreD. Met geen enkel woord roerde lord Salisbury de Iersche quaestio aan, die dan .toch door den dreigen den hongersnood dubbele belangstelling verdient, of sprak hij over de aanstaande wetsontwerpen, had'hij behalve eenige banaliteiten, iets te zeggen over dé 80cialo vraagstukken. Mist men een heldere uiteenzetting van den bin- nenlandschen politieken toestand in lord Salisbury's „Guildhall Speech," voor de zesde maal door hem als minister-president gehouden, uitvoerig stond de spreker bij de buitenlandsohe staatkunde stil. Als een der beste voorteekenea voor het behoud van den Europeeschen "rede achtte de Engelscbe minister de reis van den Bussischen troonopvolger naar Indië; voor het eerst zag men Rusland vriendschappelijke gezindheid jegens Britsch-Indië aan (den dagleven, wat slechts van weldadigen invloed op de betrek kingen der beide rijken en op hot behoud van den vrede kan zyn. Vervolgens vestigde de spreker de aandacht zijner toehoorders op de hoogst gewichtigo anti-slavernij conferentie van Brussel. De eenige hinderpaal, welke de verwezenlijking van dit werk nog in den weg staat, is, zeide hij, de weigering van Nederland om aan de uitvoering mede te werken. Volgens den tory- minister was nergens een groot resultaat te verkrij gen, wanneer de minderheid zich niet neerlegt bij de wenschen der meerderheid. Ook onze regeering zou ten slotte deze waarheid inzien en het middel zou gevonden worden om de moeilijkheid uit den weg te ruimen, welke na nog de uitvoering van een der edelste werken belemmert. Ten overvloede verklaarde lord Salisbury het nog voor eeu noodzakelijkheid bij internationale regeling dat men somwijlen verplicht is deze te aanvaarden,' al bad men zo ook niet verkozen, indien men alleen de quaestio had moeten oplossen. De eene staat moet aan den anderen iets toegeven, iedien het Europeescb congres zjjn vruchten voor de beschaving zal dragen. Voorts sprak lord Salisbury over de vraagstukken Afrika betreffende, beter uitgedruktde vordeeling van dit werelddeel onder de Europeesche mogend heden. Lang stond hy daarna stil bij de tarieven- quaestie, die thans zoozeer de twistappel tusschen de verschillende rijken dreigt te worden. Amerika had het initiatief voor zulk een systeem van beperkende tarieven genomen. De tijd zou leeren

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2