OedeTanl)rrïCHAipm Bultenlandsch Overzicht. dat er voogden over den Koning moeten benoemd worden. Dergelijke voorziening achtten noch de heer Schimmelpenninck noch de minister Mackay in de tegenwoordige omstandigheden noodig, nu Z. M. in de Koningin-Regentes eene zorgvuldige verpleeg ster en verzorgster heeft. Volgens de Regeering is het voorschrift der Grondwet niet imperatief. Heden komt drze wet in de Eerste Kamer aan de orde. gehouden op ZONDAG 16 NOVEMBER 1890 »in de «Katholieke Lees?ereoniging" te Gouda. Ik weet niet of het onderworp, 't welk ik te uwen overstaan ga l&handelen, u in die mate boeien zal als ik voor mij persoonlijk zou wenschen of - durven hopen, maar van den auderen kant is het een onderwerp, dat> ik om persoonlijke redenen liever niet onbehandeld laat. Het is een onderwerp, dat naar alle zyden de aandacht trekt, dat zeer veel gemoederen in bewe ging brengt en, naar ik hoop, evenveel geesten bezighoudt. Ik wil nu een pogen wagen, om dui delijk en oubewimpleld mijn meening over dit on derwerp te zeggen. Ik vertrouw dat gij als goede en getrouwe Nederlanders 'wel weten zult dat een woord van een man zijn woord is, en dat het strijdt tegen de welvoegelijkhoid, aan het woord van een man te gaan draaien. Men stelle dus geen eigen spitsvondigheden in het zoeken van bedoelingen boren de eerlijkheid van een man, die zijn meening onbewimpeld wil uitspreken. Ik wil u sproken over wat men in politieke taal noemthet Monsterver bond, waarmede men aanduidt de rain of meer ge organiseerde, min of meer op een overeenkomst be rustende samenwerking tusschen Katholieken en Anti-Revolutionnairen bij de stembus. Wat over dat verbond te denken, hoe het te beoordeelen Om die vraag te beantwoorden, moeten wij eenige bladzijden opslaan in de geschiedenis van geheel Ne derland, en meer in 't bijzonder van Neerlands Katholiekeu% Overeen Koninkrijk der Nederlanden, in den zin waarin wij dit thans verstaan, kan men eerst spreken sinds 1840, sinds de laatste gevolgen der Belgische omwenteling waren verdwenen, en de druk,die door de Belgische troebelen op het volk gelegd was, eenigermate ophield te bestaan. In 1840 had men in Nederland twee staatspartijen, van welke de eene was de conservatieve eu 4e andere gold als de liberale. Van een katholieke staatspartij was nog geen sprake. Er waren voor treffelijke Katholieken, en eenige van die voortref felijke Katholieken hebben een plaats gevonden in 's Lands Vertegenwoordiging, maar die plaatsen wa ren tot weinige beperkt, en de leden werden slechts gevonden, in twee provinciën van het Rijk, en bij uitzondering misschien een enkel lid in een dorde. Er is dus nog geen katholieke staatspartij, die medegerekend kan worden. De conservatieve partij dier dagen hield niet al leen vast aan sommige begrippen van behoud, aan sommige eeuwige waarheden, als bijv. dat men niet moet aanvangen met afbreken, maar steeds orga- Dit verslag is overgenomen uit De Zuid-Hollander hetwelk, naar aan De Tijd van geachte zijde wordt mede gedeeld, het gesprokene bijna woordelijk moet wedergeven. «Ik heb den geheelen nacht over alles nagedacht, vader en ik wenschte dat we nooit aankwamen! Ik ben er zoo verdrietig om, dat gij mij alleen bij vreemde meuêchen laat en van mij scheiden wilt." Het was den Tiuden man niet anders te moede. Hij wendde zich af en trok haar mede naar den stiaatweg. «Wees niet dwaas, kind! Blijde moest je zijn, nu je uit de verdrukking van de lui daar beneden komt. Ik heb mij «oorgenomen, dat 't alles anders moet worden. Je zult wat worden ia de wereld. De onder wijzer Zierleiu, bij wien ik je b^ng, is ook één van die menschen, die het altijd tegongeloopen is. Hij is in zijn jonge jaren rentmeester bij voorname lieden geweest, maar omdat hij niet diep genoeg buigen wilde en omdat hij het beneden zijn waardigheid achtte zi^h tegenover zijn meerderen anders voor te doen dan hy is, heeft hij het niet verder dan tot dorpsschoolmeester gebracht. Maar jij, Doortjö, kunt wat degelijks by hem loeren en daarom breng ik je bij hem." B^den liepen voort; het meisje met het hoofdje op de borst gebogen. «Weet gij dan, vader, dat hij mij gaarne in zijn huis opnemen wil?" vroeg zij bedeesd. «Zierlein? Daarvoor steok ik mijn hand in het vuur. Jean Baptist Freylich is niet zonder goede vrienden in de wereldvoegde hij er met zelfingenomenheid by, terwijl hij met zijn stok tb de lucht zwaaide «Kijk daar naar boven!" z©ide hij, naar het noorden nisch moet vastknoopen aan het bestaande. Zij was daarenboven zeer aristocratisch getint en kende alleen aan hoogere standen het recht toe om vertegenwoor diger te worden. De lagere standen mochten kie zen, doch behoorden daarbij blijk te geven van groote deferentie en gehoorzaamheid. Een andere troep dezer partij wordt het best teruggegeven door het woord van een scherpzinnig geschiedschrijver, die kaar zoo te recht heeft genoemdde gPootb protes- tantsche partij. In haar had zich verscholen de souvereiniteit8waan der oude Staatskerk en de alles overheerschende gedafchte, dat de Katholieken wel aanwezig waren eu als aanwezig moesten worden erkend, maar dat men het mosterdzaadje moest be letten op te groeien tot een boom, die de sappen uit den. grond opneemt. De conservatieve partij stond dus beslist tegen de Katholieken, maar ook tegen do liberalen. Deze meenden dat mep niet aan historische overleveringen moest vasthouden, maar dat or ontwikkeling moet komen en verbetering van het bestaande. Het be staande moet, volgons hen, op een gegeven oogen- blflc een anderen vorm aannomen. De Volks\erte gen woordiging wilde zij gevormd hebben uit allen, die in de algemeene zaak belangstelling hadden ge toond en daarvan een soort van bewijs of getuig schrift uit de handen der kiezers hadden ontvangen. Deze kiezers moesten wat minder beperkt zijn en den geheelen broeden zoom der burgerij, die belas- 'ing betalen, omvatten. De liberale party wilde vrijheid van godsdienst, en dus geen herstel der Staatskerk, in welken vorm ook. Die gelykheid van rechten voor personen van elke belijdenis moest onbe wimpeld worden uitgesproken en van hun benoembaar** hei4 zonder eenige terughouding melding worden ge maakt. Het lag voor de hand, dat de Katho lieken» die van de groote protestautsche partij niets te hopen hadden, samenwerkten met de libé rale party. Dit bleek in 1848 bij de grondwets herziening, toen aan do eone zijde de Katholieken en liberalen en aan de andere zijde de groote pro- testantsche partij stonden. Tegen de vrijheid van godsdienst eu de vrijheid van onderwijs werd het hevigst door de synodalen protest nangeteekend. Het kameraadschap mot deliberale?, dat de» Grondwet had gemaakt, was niet van langen duur. Twee oor zaken van verschillenden aard bewerkten al spoedig de splitsing. Vooreerst in de liberale partij na 1849, en vooral na 1853, overgegaan in do parly der mo derne levensbeschouwing. Zy is ertoo gekomen om langzamerhand voor haar levensbeschouwing en haar ethisch streven sjcun te gaan zoekeu bij den êtaat. Zy heeft dien meer en meer gezocht id de wetge ving en vooral op het gebied, dat het gevaarlijkst en verhevenst tevens isvan het onderwijs. Dat gebied betredend, heeft zij ernaar gestreefd dien eigenaardigen geest te drukken op den mensch. Zij heeft dit zeer menschkundig trachten te bereiken door de school, want wie de school heeft, heeft de toekomst, en wie de toekomst heeft, heeft de histo rie. Doch op dit gebied tredend, moest de splitsing komen, en die scheiding werd volkomen verzekerd door het monumentaal en onvergetelijk mandement van het Episcopaat. Er was nog een tweede rettan. Na 1848 is de groote conservatieve partij nog eens geweldig ontwaakt tijdens de Aprildagen van1853. Toen heeft zij getoond dat het mogolyk is de eenheid in de protestautsche partij te stichten, en dat ondor 'de leuze «Jegen Rome" nog een algemeene mobilisatie wijzend, toen zij aan een bocht van den weg gena derd waren, .^iraar boven den boschrand op den ach tergrond een kasteel zichtbaar was. «Daarboven woont ook nog iemand, wiens vriendschap ik in moeilijke dagen ondervonden heb. Je zult eens zien, hoè hartelijk welkom Jean Baptist en zijn kindtdaar zullen zijn. Maar we moeten nog stevig doorstópp^n. Hy zal nu ook wel de handen vol werk hebben i maar dat doet er niet toe; hij zal ons herbergen zoo goed als hy kan, want Je moet rust hebben't is nog wel vyf uren landwaarts van het dorp daar voor ons." Het Verd levendiger op'den landweg; het was klaarlichten dag geworden. De zonneschijn goot troost en bemoediging in het hart .van het kind. Zy was niet bang meer, vervolgd te worden. Moedig knoopte zij den doek over het hoofdje los en liet de roode lokken vrij in den wind fladderen. Frey lich had «haar gedurende de nachtelijke wandeling verteld, hoe .goed zij het daar bij zijnen vriend zou hebben hij had haar -beloofd, dat hij dikmaals naar haar zou komen omzien en bovendien had zij het zichzelf herhaaldelijk voorgehpuden, dat het daar boven in den toren op den duur toch niet gaan kon. Het scheen den ouden man het hart te verlichten en te verruimen, dat hij weer eens stevig door stappen en de vrije lucht der landwegen, zyrt eigen lijk element; inademen koy. Telkens moest hij zijne lange beenen inhouden, om hot meisje niet te veel door oen te Inejlen marsch te vermoeien. Nauwe- lyks bescheen 4e zon het uitgestrekte landschap. van het protestautsche leger mogelijk is. Toen oolc heeft zij haar kracht verloren en is oenerzijds afge daald naar de liberale party en anderzijds, steeds in omvang verminderd en in krachten dalend, hebben de hoogere lagen dezer partij haar blik zien verrui men. De conservatieve party is geworden gematigd en kalm en behoudend, zonder den vooruitgang tegen te werken. In tegenstelling daarmode werden door de liberalen van 1857 1870 beginselen in omloop gebracht over interventiën, voldongen feiten enz., die de onze niet waren. De Katholieken sloten zich in dat tijdperk bij deze conservatieven aan. Hoe zal men die aansluiting noemen Een bondgenootschap of verbond Neen, want daartoe zijn twee zelfstandige en eigenmachtige partijen noodig, die beidon haar zelfstandigheid be houden, maar weten wat zij apn elkander hebben. Maar het zonderlinge van dien toestand was, dat van de Zelfstandigheid der conservatieven niets te bespeuren en* van de eigenmachtigheid der Katbolioken niet alles waar. te nomen 'was, wat men zou wenschen. Spreker wil' echter niet oordeelen, maar zonder hulde te brengen, en vooral zonder in hot minst een blaam uit te spreken, de geschiedkundige schets voortzetten. De Katholieken zijn dus geworden tegenstanders van de liberalen, en in de wetgevende Kamers vereenigen zy zich mot de conservatieven. Dezen verliezen echter in kracht en beteekenis, en de liberalen worden krasser en ruiterlyker in het belydon van hun moderne wereldbeschouwing. Een nieuwe partij staat op, de anti-revolutiomiairezij tolt weinig leden, maar man nen van buitengemeen talent. Haar beginselen zijn soms kwetsend en hard, voor velen terugstootend, voor weinigen aanlokkelijk, maar zij belydt beginselen, en dat is de groote, ja byna de grootste kracht in de wereld. Zy staan zopder bondgonooten zij moenen dat boudgenooten hun schade zullen doen, en roemen hun kracht in hun isolement. In dat isolement schijnt ook hun kracht niet te verminderen, niet te vergaan. Zy zijn niet in bloedverwantschap, maar in aanverwantschap vermaagschapt met de conser vatieven, en men is voor het oogenblik niet zeker, of men te doen hocfft met streng—geloovige conser vatieven of met conservatieve streng-gelpeVigen. De conservatieven 2yu daarentegen hoe langer zoo minder te vertrouwen op onderwijsgebied en krijgen een niet zeer sprekeflde kleur. De bevolking richt zich thans tot hen tèiie het met h«ar; eons zyn ton opzichte van den schoolstrijd. Terwijl de conservatieven op dit gebied minder vpsthoudend zyn, laat de anti-revo- lutionnairö. partij>haar kleuren wapperen en heeft die baan 'gelijk met de onze. Wat is nu natuurlyker dan d^t "de katholieke kiezers, waar zij alleen niets verraogpn, hun stem uitbrengen op den Anti-Revo- lutiounair, uit eigen aandrang, zonder gevraagd te fszijn De tijden worden ernstiger, de politieke ont wikkeling neemt toe, er begint beweging te komen in het volk. De kiezers willen werken en vruchten zien van hun werk. Zij willen niet langer alleen hun beginselen belyden, maar ook een goeden uitslag. Zij zijn echter machtelooswaar do Katholieken en Anti-Revolutionairen ieder 1/3 ofte zamon 3/5 heb ben, worden zij nog verslagen. Moet men nog langer aan hen die in de minderheid zijn de macht laten De vraag rijst op, zonder gesteld te zyn en zonder dat leiders of staatslieden er zich mede bemoeien, ?it de zucht om niet altijd geslagen to worden. Het ontstaat als een historisch feit, uit den drang der feiten-zei ven, uit de omstandigheden. waar allerwegen vroolijk gestemde menschen aan den arbeid wareo, terwijl het schoono panorama al de heerlijkheden van den Ryn stukv voor stuk de dorpen, de kasteelen, de boomgaarden en de,bosschen in herfstdo» voor zijn oog ontroldenaywelijks snoof hy den gehr van den most op, die door krach tige handen geperst links en rechts in de vaten stroomde en zinbedwelmend door den frisschen morgen wind van de berghellingen over de velden en wegen gedragen werd, of hij nam den hoed van het hoofd en zwaaide dien hoog in den lucht. Zijne neusvleugels zetten zich uit, zijne oogen straalden, Mjn ledematen herkregen hun jeudige veer kracht. Het werd hem te benauwdhy maakte dus den halsdoek los en liet de slippen in den wind waaienen toen ook de klokken der dorpskerken t alle als op een gegeven teeken begonnen te luiden, steeg een jubelkreet van vrijheid en bevrijding uit de borst van den ouden man op. «Vinum bonum!" galmden de klokken allerwege, aan welker geluid de echte Rijnlander het kan hooren of het een goed of een slecht oogstjaar is. «Gijlieden daar beneden kunt lang op Jean Baptist wachten!" weerklonk het in zijn binnenste, terwijl hij zijn stok op do schouders legde. «Zelfs als ik het bij ulieden zoo goed had gehad Ms de vogel in het hennepzaad, kwam ik 'toch niet terug! De wereld behoort mij weer toe, de wijde, schoone wereld, en ik weet dit keer wat mij te doen staat!" Wordt vervolgd.) Terwijl deze ontwikkeling plaats heeft, do katho lieke party zich iu vasten vorm vertoont en de anti- revolutionnairo partij bijna al te scherp haar omlij ningen trekt, schijnt de liberale partij door over spanning van krachten te sterven. De periode van zetbazen breekt aan. Deze mannen, alhoewel handelend met gróoto gematigdheid, treden op voor de libe ralen, die zich nog altijd den naam geven van alles te doen. In iedere wet en in ieder besluit moet nog iets gevonden worden wat aan hen herinnert. Is het wonder dat Antirevolutionnairen en Katholieken verlangen dat er een einde komt aan het doode punt en aan het regeeren van hen die in do minderheid zijn Is het wonder, dat men nu zooveol mogelijk de voorwaarden stelt en komt tot het monsterver bond Het is alleen wonder, dat men hiertoe niet eerdor gekomen is. Het kwam en bracht een meerderheid en het Mi nisterie. Was dit nu opgaan van de eene partij in de andere Neen Onderwerping Nog minder Ieder bleef vrij, beleed eigen beginselen, had eigen verlangens. Beidon gingen zelfstandig te zamen, om te doen wat mogelijic was. Die toestand was de beste. Nu is er in den laatsten tyd een beweging openbaar geworden tegen dit monsterveibond. Men heeft dien storm hooren loeien, razen en bulderen, van liberale zijdedat spreekt vanzelf. Ik heb de beweging zien uitgaan van do Vaderlander, WageningerStemmen voor Waarheid en Vrede. Eendracht maakt macht en de Christelijke Unie noemden dien storm een zogen en een noodzakelijkheid. Doeh, dit moot niet wei nig verwonderon, ook van katholieke zijde ramoit men tegen het bondgenootschap. Spreker zal hiervan niet veel zeggen, maar een enkel woord mag niet achter wege blyven. Nanr zijn meening is de Legerwet niet de oorzaak, maar slechts de aanleiding gewpest. Over de Legerwet zal hij echter niet sprekenmaar als men er prijs op stelt, te weten of hij over den persoonlyken dienstplicht nog eveneens denkt als vroeger, dan kan hrj de heeren volkomen geruststellen. Ik heb de gewoonte, myn meening uit te spreken, klaar en duidelyk, ^s^der mijn eigen naam, en aan de meening, vroeger uitgesproken, blyf ik getrouw. Ik zwyg dus over de Legerwet, niet om persoonlijke redenen, maar omdat uur noch tijd mij goschikt voor komen. Maar ik wil u herinneren aan een woord van kardinaal Manning over deu toestand dor Katho lieken in Engeland «De Katholieken in Engeland verkeeren in een toestand van volkomen vrijheid en rechtsgelijkheid. Zy hebben niets te vreezen, en somtijds meen ik dat zij bet bijna te goed hebben en te hoog worden geëerbiedigd en geëerd. Maar ik herinner altyd myn geestolijken en tnijn leeken, dat zy de rechten van anderen moeten eerbiedigen en in éere houden en voor zich-zelven sfeohts de rechten van Aderen anderen ouderdaan van Engeland. Als ik voor mij iets anders zou willen, dan zou een storm tegen mij opgaan. Want vergeet nooit dat Olivier Cromwell niet gestorven is; hij slaapt, wel, maar elk oogenblik kan hij ontwaken." Die les vun den kardinaal, waaruit apostolische en politieke wijs heid spreekt, schijnt mij bij de Legerwet niet altijd inv t oog te zijn gehouden. Ik zie niet in, waarom men vergeten moest, dat de persoonlijke dienstplicht ook kan verdedigd wörden, en dat zij die hem verdedigen, nog wel aanspraak kunnen maken opgezond verstand en doorzicht. Maar ik den persoonlijken dienstplicht bestrijd,meen ik niet te moeten beginnen met te zeggen Gy hebt geen recht mode te spreken! Wij hebben te doen mot een punt van vrij beraad, on dan alleen is men sterk, als men do sterke punten van zyn te genpartij erkent. Men moet in. alle punten billijk zyn. Als wij zeggen dat men ons tot pariaas wil maken, omdat men vasthoudt aan een meeniug, dan kunnen de ébderon met veel recht zeggen dat wij heb •tot pariaas willen maken. Veronderstel toch eens een oogenblik, hoe moeilijk u dit ook zal vallen» dat wy voorstanders van den persoonlijken dienstplicht zouden zyn. en de Auti-Revolutionnairen handhaving van de plaatsvervanging in hun program zouden heb- en geschreven. Zoo .de liberalen ons nu ter wille zou en zyn op dit punt, hoe zouden wij het dan vin- en, als de Anti-Revolutionnairen ons toeriepenAls gy onzen zin niet doet, willen wij niet langer samen werken Laten wij dus erkennen dat iedere bond- genoo nog het recht heeft, zijn eigen hoofd op zijn eigen schouders te dragen. Een andere vraag ia Wat zij die zich verzetten gen het bondgenootschap, ons daarvoor in de plaats willen gevon. Me» wil ons geven, wat ik altijd als quadraat van een cirkel heb beschouwd, een staatsparty uit de gematigde elementen van verschil- ta „lT »ng-n H°° zal het «"Ojteiyv zijn, daartoe te geraken Eendracht maakt macht en Christelijk nationaal hebben naar hetzelfde doel gestreefd, en as men hen aan het knoeien ziet, dan komen ijit dezen heksenketel niets dan anti-Kuyperianon en anti- Jiapisten. Zeker, gematigde elementen bestaan en jn voor iedere partij noodig. Maar wat men hier eonT der gematigdheid, en dit is niet mogelijk, In de partij der gematigdheid krijgt men ongematigden, en die winnen het spel. De polen beheersphen de wereld, maar de gematigde lucht streek brengt April-stormen en November-buien. En wie is daarop gesteld? Maar als die partij mogelijk zou zijn, welke zal daarin de overheerschende richting zijn, wie den boventoon voeren? De room- sche richting? Gelooft gij dit soms, denk dan aan Olivier Cromwell, die hier een anderen naam draagt en onder dien naam bij iedere stembus opdoemt; die Olivier Cromwell slaapt, maar is niet dood! Deze roomsche partij zaa dadelijk alle protestautsche elementen verliezen en weldra alleen staan. Wan neer de roomsche partij niet de toongever is, wat zullen^ wij dan zijn? Men spreekt na van pariaas en slippedragersmaar welke naam zou dan noo dig zijn? Maar laten wij dan een zelfstandige partij vormen als het Centrum in Duitschland, meegaand met hen mot wie ons belang dit medebrengt. Men moet daar toe in omstandigheden verkeeren als het Centrum. In den duitschen Rijksdag is zij, als op zich-zelve staande partymachtiger of minstens eveD machtig als iedere andere partij. Dus onze toestand is niet dezelt'dy, Het gevolg van deze politiek van het Cen trum is, "dat het wel op eenig punt heeft gewonnen; maar het heeft geen invloed gehad op de vorming der Regeering. Dit is in Duitschland niet noodig, omdat een parlementair Ministerie ais in Noderiand er niet bestaat. Maar een partij, die hier niet verwant is aan het Ministerie, beteekent weinig. Hier heeft een Regeering een meerderheid noodig en als zij die heeft, geeft zij geen lieve blikken aan bondgonooten, die een enkelen keer met (haar medegaan. (Na eenige stonden pauze ging de redeuaar onge veer als volgt voort) Tegenover de beweging, die niet om één, maar om tneerdere redenen het bondgenootschap afbreken en daarvoor iets anders in de plaats stellen wil tegenover die beweging bob ik mij de vraag gesteld wat, in 't algemeen gesproken, voor de Katholieken van Nederland wensohelijk is het handhaven of het opgeven van het monsterverbond. Ik heb mij de v™ag gesteld, of ik, nu de ondervinding sinds ette lijke jaren opgedaan, in t algemeen genomen, geen beteren toestnna ken en geen betere wijze van han delen zie dan die welke tot op het oogenblik gevolgd is en haar uitdrukking in het monsterverbond zelf vindt. Ik spreek in 't algemeen en zal mij wel wachten, practische waarheden voor eeuwig geldende waarbeden uit te geven. Welnu, ik ben nog altijd voorstander van het bond genootschap, en ik zal de redenen aangeven. Deze samenwerking, waarborgt op zijn best wat iedere partij behoeft, onze onafhankelijkheid. Deze wordt juist gewaarborgd door de onafhankelijkheid en zelf standigheid, die door de Anti-Revolutionnairen ont wikkeld worden. Juist omdat de ami-revolutionnaire partij wil dat men weet wat men aan elkander heeft, juist daarom meen ik dat onze onafhankelijkheid het best door de samenwerking wordt gewaarborgd. Ik weet wel dat men vaak, en niet ten onrechte, van der Antj-R'evolutionnairen steilheid spreekt, maar hun steilheid waarborgt onze steilheid. Wij zullen er op deze wyze niet toe komen, om, ter wille van de lieftalligheden der praktijk, iets te offeren van onze beginselen. Er is nog een reden. In Nederland, hebben de Katholieken voor één zaak te waken. Men! ntoet zorgen, dat men zich in geen enkel opzicht meester kan maken van de geestes richting van het volk. Men kan van den Staat vragen zijn tegemoetkomingdie moet hij verleenen. Men kan zijn arm vragen voor een bijzondere gees tesrichting, en hiertegen moeten wij vooral waken, en ik ken slechts een partij, die ons op dat punt volkomen afdoening geeft,-en dit is de anti-revoiu- tiounaire partij. De Anti-Revolutionnairen, zij zeggen het ronduit, willen geen besoherming voor de Cal vinisten alleen. aDenk aan Calvy'n, denk aan Servet," roept men ons toe, en anderzyds grijflst men Denk aan de Inquisitie, dénk aan de* brandstapels. Ik zie van dit alles niets, en zal er dus niets van zeggen. Alleen ditEr. is een zekere soort van kettervervolging, die hierin bestaat, dat men alles wat door de tegenpartij wordt gedaan ignoreert. Weike partij heeft nu meer dit ignoreeren in het werk gesteld dan do liberale partij P Wanneer men nu een bondgenootschap sluit, dan kan men dat sluiten op twee verschillende wijzen. Men kan het sluiten, om op een bepaald punt tot eenzelfde doel te komen.» Dit bondgenootschap geldt niet voor alle tijden. Maar als men een bondgenootsohap voor een gemeen- schappelijke actie op regeeringsgebied wil, dan is een zekere overeenstemming tusschen Anti-Revolu tionnairen- en Katholieken noodig. Die overeen stemming tusschen Anti-Revolutionnairen en Katho lieken bestaat hp het gebied van den groofen strijd der geesten voor of tegen de souvereiniteit» Gods voor of tegen het bestaan van een hoogere wet, die - van God gekoipen is en tot God terugvoert. Op dien strijd komt het aan, en in dien strijd ken ik van partijen gesproken, maar één bebouwbaren bond genoot de anti-revolutionnaire party. Wat toch tusschen ons bestaan kan, voor ons geldt wat de groote Katholiek Albordingk Tjiijm aan den grooten x rotestant Da Costa to .zoog «Strijdgenoot, en vriend en vijand tevens." Spreker komt dus tot de conclusie, dat het bond genootschap ons het best in staat stelt om onzen voller, plicht als burger van den Staat der Neder landen te doen. Wij zyn de oudste partij in Neder land, en met onze ouderen is Nederland in de rij der christelijke natiën opgenomen. Maar wij zijn het langst verwyderd gehouden van ons eigen erf on daardoor nog niet vo: komen geoefend; doch dit mag ocs niet beletten ten volle voor ons Noderlaudschap op te komen. Wij moeten in de eerste plaats zyn goede Katho lieken, maar in dezelfde mate goede Nederlanders. Daarom moeten wij onze kracht niet zoeken in iso lement of toeval, maar ons woord vol en mannelijk meespreken en die stem laten klinken als die diepe, alles beheerschende bastoon, die hot mannelijkst ge luid is en tevens het geluid, dat alles bijeenhoudt. De Fransche Kamer werkt nog steeds met grooteu ijver voort. Na de aanneming van de hegrooting voor marine werden na geringe discussie in de vol gende zittingen do begrootingen voor Algiers en de posterijen beiden aangenomen. Aan de orde is nu de hegrooting voor openbare werken. De nieuwe Pruisische Minister van Landbouw Von HeydenCadow is een man van 51 jaar. Hij was langen tyd politiechef te Stettin en daarna opperbre- sident te Frankfort a/O. Van 1877—86 was hij lid van den Pruisischen Landdag voor Stettin en van 1884 af lid van den Staatsraad. De heer Von Heyden behoorde steeds tot de conservatieve partij, maar toch heeft hij zich nooit als een agrariër doen kennen. Bovendien heeft de nieuwe minister zich nooit by den strijd om de be schermende rechten op den voorgrond gesteld, zoodat hij niet door zijn verleden gebonden is. De slotsom, waartoe de liberale Fossische Zeitung komt, is, dat I Von Heyde:i8 verleden den liberalen het recht geoft tc gelooveu, dat hij liberaler denkt dan zijn voorganger. De National Zeitung verklaart daarentegen niet do minste zekerheid te hebben, hoe de minister over de verlaging der graanrechten denkt, maar algemeen neemt men aan, dat de verwisseling in het ministerie van landbouw in elk geval een verbetering is. Door het aftreden van den heer Lucius, die de graanrechten zelf hielp tot stand breugen en het optreden van een minister, die in dit opricht geen verleden heeft, is ten minste de weg-geopend voor de meer vrijzinnige politiek, welke de Duitsche regeering naar alle waar schijnlijkheid zal volgen. Do Italmansche oud-minister Bacolli heeft to Rome aan een verkiezingsbanket een rede gehouden en zich daarin verklaard voor krachtige maatregelen ten bate van den werkmansstand, voor het bondgenootschap met Duitschland, maar tevens voor vriendschappelijke betrekkingen met Frankrijk, enz. Er waren 480 aanzittenden. Een ander oud-minister, Terti, die onder Dtepretis do portefeuille van Landbouw be kleedde, heeft,, te Carmagnola het woord voerende, eveneens uitgeweid in den lof van het Drievoudig Bondgenootschap. Dp heer Cernusohi heeft den radi calen Italiaanscheu^fgevaardigde Cavalotti 100.000 francs gezonden voor zijn te Rome oandidaat gestelde geestverwanten en in het bijzonder ter bestrijding van 's ministers Crispi's candidatuur te Palermo. Ter gelegenheid van een nieuw jubileum van Leo XIII zal er te Rome in Februari 1893 een groot internationaal katholiek congres gehouden worden. Na reeds wil men weten, dat alle kardinalen, tal van aartsbisschoppen en bisschoppen en de leiders der katholieke partij in alle landen er deel aan zullen nemen. De stemming in het district van Parijs,- waar in- dortijd de schoone gijneraal werd verkozen Mont- martre-Clignancouit heeft tot geen resultaat ge leid; van de 18716 kiezers kwamen 10133 op. Er waren niet minder dan 'vijf liefhebbers, meost allen van verschillende fracties der werkliedenparty. De minste stemmen, 712, verkreeg de Boulangist Lnnol en de meeste de werkman Lavy, die 2343 stemmen op zich vereenigde. Men moet evenwel in aanmer king nemen, dat db generaal onthouding gecomman deerd had. Longuet, een vriend van Clémencean kreeg 1143; de revolutionair Lissagaray 2041. Het bericht, dat de bekende Engelsche firma Baring Brothers, na 120 jaren bestaan te hebben, haar betalingen zon hebben moeten staken, indien de Engelsche Bank haar niet had geholpen, heeft natuurlijk aan allo Europoesche beurzen grooten indruk gemaakt. Algemeen tkerd het besluit der Engetsohe Bank goedgekeurd. De Temps vergelijkt den toestand van

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2