Bnlteolaoüscb Overzicht.
PETR0LEUM-N0TEËRINGEN
Caatzlaar 4 Schalkwijk, te Rotterdan,
ende korpsen onderzochte manschappen, welke kon
den lezen noch sohrjjven:
in 1888 in 1887 in 1865
Zuidholland2.7 4.6 12.6
Noordholland2.9 4.7 8.8
Friesland7.8 6. 17.
Utrecht8.4 6.6 18.4
Gelderland7.1 8.1 22.
Overjjsel6.1 9.8 17.6
Groningen9.1 10.2 10.5
Limburg9. 11.2 24.1
Zeeland10.9 11.8 27.2
Drente9.9 11.6 8.8
Noordbrabant15.4 16.8 81.9
Uit dezen staat (1) blijkt, dat Tan alle provin
ciën vooruitgang is te melden, zjj het ook van de
eene in veel grootere mate dan van de andere;
alleen de provinciën Friesland en Utrecht zijn achter
uit gegaan.
(1) Ontleend ud de jaarcijfers No. 6 van het leerboekje,
uitgegeven door het Statistisch lostitout der Vereeniging voor
de statistiek in Nedeilsnd.
Men meldt uit East Otto (Staat New-York), dat
aldaar uit 30.000 pond melk op den 6en November
één kaas gemaakt is. Het is de grootste, die ooit
bestaan heeft, echt Amerikaansoh, want dit onding
weegt ruim 4000 pond. (Dagblad.)
De toevloed van geneeshoeren en zieken naar
Berljjn, ten gevolge van de ontdekking van prof.
Koch, overtreft nog de verwachtingen. De genees-
heeren, die met Kooh samenwerkten en dus in het
bezit zgn van het geneesmiddel, hebben alle moeite
om zich tegen den aandrang van geneesheeren en
zieken te vrijwarenwant het middel is nog niet
in zoo groote hoeveelheid gereed, dat allen terstond
kunnen geholpen worden.
Alle inrichtingen, waar zieken verpleegd worden,
zijn reeds vol lijders, en ook de hotels. Vele genees
heeren beginnen dan ook reeds tot kalmte aan te
sporen. Zoo o. a. zeide prof. Albert te Weenen, toen
hg op zijn college Koch's ontdekking besprak
«Voor alles is kalmte noodig. De menschheid ver
keert in een roes, die weinig strookt met Koch's
streng wetenschappelijke verklaringen. Koch zelf zegt,
dat de oude tuberkulose met ziju geneesmiddel niet
te geneezen is. Niettemin stroomen de lijders vol
hoop van alle kanten naar Berlijn, en indien de uit
slag niet aan hun verwachting beantwoordt, zal dit
aan Koch's middel worden geweten. Wellicht zal
deze groote toevloed aan de goede zaak meer kwaad
dan goed doen.»
Intusschen worden steeds tuberkuloselijders door
de Berljjnsche geneesheeren Cornet en Fraenzel be
handeld. Bij lupnsgevallen blijft de uitslag gunstig,
maar bij long-tuberculose is dit nog slechts gedeel
telijk het geval. Men zegt dat een vrouw uit Coru-
berg, die door Libbertz werd behandeld, geheel ge
nezen is van een oude longtuberknlose. Prof. Fraenzel
hield in een vergadering der Geneeskundige Veree
niging een voordracht, waarin hij verslag gaf over
12 longlijders, die hij volgens Koch's methode had
behandeld. Bij vier, bij wie de ziekte reeds groote
vorderingen had gemaakt, bleef het middel zonder
werking; maar bij de acht overige, bij wie de tu-
berkuloze zich pas had vertoond, werd na een be
handeling van vier tot aeht weken een gunstige
uitslag verkregen. Bjj deze patiënten verdwenen de
tuberkel-baoillen geheel uit het sputum, terwijl de
algemeene toestand verbeterde en het gewicht der
Ujjders toenam.
Te Weenen is gisteren het eerste fleschje met het
geneesmiddel aangekomen. Koch zond het persoon
lijk aan den Weener hoogleeraar prof. Sohrötter,
die met de behandeling zal beginnen, zoodra zjjue
adsistenten, die nu te Berljjn vertoeven, zjjn terug
gekeerd.
Te Berljjn worden pogingen in het werk gesteld
om een afzonderljjk hospitaal voor tuberoulose-ljjdera
te stichten. Hiervoor is echter meer geld noodig,
dan nu nog ter beschikking is. Men verwacht echter
dat Begeering en Gemeenteraad hiortoe krachtige
financieele hulp zullen verleenen. Tot dusver moeten
de patiënten verpleegd worden in nood-hospitalen
en bij particulieren. De behandeling moeë naar men
zegt, zes weken duren, en de prjjs, die nu voor
verpleging wordt gevraagd, is reeds gestegen tot
15 per dag.
Er wordt, o. a. in de „Frkf. Ztg.» dringend op
aangedrongen, dat de Staat krachtig zal optreden,
om te verhinderen dat de prachtige uitvinding, ge
heel tegen de bedoeling van don belangeloozen dr.
Koch, door speculanten worde geëxploiteerd.
Dat prof. Koch, niettegenstaande de hoogst voor
zichtige wjjze, waarop hij zich in zijn artikel in het
„Mediciniscbe Wocbonschrift» uitlaat, do genezing
ook van vergevorderde gevallen niet onmogelijk acht,
blijkt uit het volgende bericht der „Neue Freie
Presse J
«Een 17-jarig meisje uit eene aanzienlijke familie
te Weenen, de dochter van oen Oostenrijksch gene
raal, was zwaar ziek aan tering en bevond zich in
het Silezische „Kurort" Görbërdorf. Daar verergerde
hare kwaal, en haar toestand scheen hopeloos te zjjn
zoodat de wanhopige ouders reeds besloten hadden,
haar naar Weenen terug te laten verroeren, opdat
zjj hare laatste levensdagen niet in den vreemde,
maar in den schoot van haar gezin zou doorbrengen.
Toen Koch's ontdekking bekend werd wendde de
vader zich tot don geleerde en verkreeg met
groote moeite toestemming om haar naar Berlijn te
mogen brengen, waar prof. Koch haar in behande
ling nam.
Volgens dezer dagen te Weenen ontvangen be
richten, heeft Koch de hoop uitgesproken, dat hij
het meisje, niettegenstaande het gevorderd stadium
van hare kwaal, nog zou kunnen redden."
Koch heeft aan zijn geneesmiddel den naam ge
geven van „paratoloïdine".
Uit Pretoria schrijft men aan het Haagtche Dagbl.:
Er is in onze maatschappij hier éen ding, dat door
de meeste lioden, die voor het eerst in de Zuid-
Afrikaansche Bepubliek komen, bjjna terstond wordt
opgemerkt, omdat het zulk een treffende tegenstel
ling vormt met hetgeen de Europeesche samenle
ving te aanschouwen geeftik bedoel de jeugdigheid
van de personen, die hier te lande gewichtige ambten
en betrekkingen vervullen. Ook mjj is dit verschijnsel
opgevallen, toen ik inderljjd voor het eerst nader
kennis maakte met „la société de Pretoria", gewend
als ik was aan de sociale toestanden in Nederland
en elders, waar een man beneden de veertig jaren
welke ook overigens zijn verdiensten en bekwaam
heden mogen wezen in politieke, financieele, let
terkundige, wetenschappeljjke of welke andere krin
gen ook gewoonljjk nog als een kwajongen pleegt
te worden aangekeken en behandeld, en met angst
vallige zorg door do ouderen van dagen als door
een streng besloten confrérie wordt geweerd uit den
alleen voor laatstgenoemden openstaanden toegang
tot „baantjes" en gesalarieerde posten. En voor
iemand, die deze kunstmatige sociale minderjarig
heid van geestelijk eu lichamelijk volwassen mannen
gadegeslagen enmissohien ook ondervonden heeft en
die door de omstandigheden is groot gebracht ia
het idee dat men geen goed volksvertegenwoordiger,
minister, rechter, directeur eener onderneming of
wat ook zjjn kan zonder de voorbereidende jaren
van min of meer ernstige inspanning, por zoo iemand
levert de aanblik der verhoudingen in onze in vele
opzichten tjonge" Zuid-Afrikaansche Republiek in
derdaad een menigte verrassingen op.
Immers het aantal dergenen, die in dit land op
nog vrjj 'jeugdigen loeftjjd betrekkingen bekleeden
van hooge verantwoordeljjkheid en van veel gewicht,
betrekkingen, welke in de oude wereld bekleed ple
gen te worden door jmenschen, die meestal groot
vaders konden zjjn, is haast te groot om te noemen.
Ik herinner mjj nog de verbazing van iemand die,
zelf in Holland een hooge maatschappeljjke positie
bezittende en dus natuurlijk reeds de vijttig ach
ter deo rug hebbende een eerste bezoek aan Pre
toria bracht en door mjj geïntroduceerd werd hjj
eenige der „leading men" van de hoofdstad. Wjj
brachten achtereenvolgens bezoeken aan den Staats
secretaris der Republiek, dr. W. 1. Leyds, aan des
Staataprooureur dr. Krause, aan den Minister van
het Telegraafwezen, den heer O. K. Van Trotsen-
burg, aan den heer A. Du Toit, thans Hoofdrechter
in Swaziland, aan „managers" van loeale Banken,
die uitgebreide zaken doen en werken met kapitalen
van evenveel ponden sterling als in Nederland van
guldens, aan eenige rechters, advocaten, notarissen
en „businees-menschen"; welke was niet de verwon
dering van mjjn metgezel toen hjj in al deze lieden
personen zag van een leeftijd, waarop niet weinigen
ia zjjn land zonder of tegen nagenoeg geen salaris
„werken" op ministeries, griffies, secretarieën en
kantoren, bljjde met den kans dat zij over een paar
jaren, na het genoegzame aantal audiënties en solli-
citatiën, zich misschien in een of ander ambtje zullen
geplaatst zien.
Doch het meest verwonderljjke van dit alles is
misschien wel het feit dat, niettegenstaande gemelde
personen allen om en bjj de dertig jaren oud zjjn,
zij toch de hun in hun betrekkingen opgedragen,
vaak zeer vermoeiende, steeds veel tact en zaak
kennis eischende taak zeker niet slechter vervullen
dan hun bejaarde colleg&s in Europa. Integendeel,
door dien jeugdigen leeftjjd zjjn eerstgenoemden
waarschijnlijk des te geschikter voor hun werkkring,
omdat deze een weerstandsvermogen tegen afmattende
invloeden van klimaat en plaatseljjke gesteldheden
vereischt, dat onderen van dagen misschien in min
dere mate zouden bezitten. En zoo verklaart het
zich dat in een land als de Zuid-Afrikaansche
Republiek jeugd geen ongeschiktheid oplevert tot
de vervulling van verantwoordeljjke en hooge be
trekkingen, mits natuurljjk die jeugd gepaard ga
aan karakter en kennis van het vak dat men om
helsd heeft, om niet eens te spreken van andere
hoedanigheden, die iu een samenleving als de Trans-
vaalsche onontbeerljjk zjjn, wanneer men vooruit
wil komen.
Met den jjver van een kunstenaar, die een uitge
lezen publiek tegenover zich heeft, voerde hjj zijne
kunststukken als goochelaar uit. Hij nam geen aan
stoot aan de breede wijdgeopende monden van het
landvolk, noch aan de ruwe uitdrukkingen, waarmede
zjj kunne bewondering te kennen gaven; hij was er
zelfs dankbaar voor, wanneer een van deze natuur
mensehen, vervoerd door zijne kunststukken, met den
broeden krachtigen vuist op de tafel sloeg dat de
glazen er van opsprongen. Hjj dacht zelfs niet meer
aan Doortje en zag het gevaarlijke van den toestand
eerst in, toen het* meisje hem bij herhaling angstig
met de hand in de zijde stiet.
Juist had hij tot algemeene verbazing een kurk in
een ledige flesch laten dansen en vervolgens een
vleermuis uit het dikke kroeshaar van den tegenover
hem gezeten schout gehaald, toen Doortje hem toe
fluisterde
„Maar vader, ziet gij dan den poelier en den groen-
tenverkooper uit het stauje niet? Zij zijn zoo even
gekomen en zitten daar ginds
Freylich keek het kind in het door angst ver-
bleekte gelaat. Tusscben de hoofden der anderen
door zag hij de béide aangewezen personen.
„Ga vooruit I" fluisterde hjj, in wieris hoofd de
„Nieuwe" reeds begon te merken, eensklaps ontnuch
terd. Wacht mij buiten het dorp in de groote laan.
Met afgewend gelaat, den doek weder over bet
roode haar geslagen, trad Doortje naar buiten. En
daar ir de laan zat zij wel meer dan een uur, eer
Freylich eindelijk kwam. Het werd haar steeds banger
te moede. Zij gevoelde zich zoo alleen. Zij moest het
aardige gezi'chtje in den dook verbergen, wanneer de
jongens, vroolijk en brooddronken gemaakt door den
most, haar voorbijgingen en hun moedwil aan haar
wilden koelen. Zoo had zij Jean Baptist tot nog toe
niet gekend. Zoo opgewonden vroolijk was hij in
hare tegenwoordigheid nog nooit geweest.
„Vader, wat heb ik een angst uitgestaanriep zjj
opstaande van den steen, waarop zij zich had neer
gezet; zij liep hem tegemoet, toen zjj hem zwaaiend,
als ware de laan hem nog te smal, hit het dorp zag
aankomen. „Ik heb mij de jongens haast niet van
het ljjf kunnen houden!"
Freylich ging voor haar staan en streek haar onder
de kin.
„Alle jongens moeten schik in je hebben, Doortje,"
zeide hjj lachend, „zulk een frissche meid als jjj bent
mogen alle menschen graag zien. Overigens heb ik
niet eerder weg gekund. De poelier had mjj herkend
ik zei hem dat ik op marsch was om je te zoeken
en toen is hij npast mjj komen zitten, heeft het eeno
glas na) het andfere besteld en gezegd dat het voor
de genteente vS groot belang zou zjjn je te hebben
en voor goed Jlschadeljjk te maken!"
Freylich laëïtè luidkeels. Hij nam het moisje aan
do hand, trok haar met zich voort en geen van
beiden sprak gedurende een langen tjjd een enkel
woord.
Het was middag geworden; het werd namiddag
en reeds dreigde de zon onder te gaan eer zjj het
kasteel en het dorp, waar zjj dien nacht verbljjven
zouden, op nog wel een uur afstands iu de verte
voor zich zagen.
Zjj liepen langzaam voort en eindeljjk toen de
duisternis reeds inviel boreikten zjj' de wjjebergen,
waar de arbeiders aan het oogsten waren. Niemand
lette op hen.
Alles was aan het werk.
Freylich liep het meisje vooruit en sloeg den weg
naar het kasteel in, een middeleeuwsch gebouw, dat
met zjjne door 'den tjjd zwartgeverfde uitstekken en
torens, uit de massieve van reusachtige granietblok-
ken gebouwde grondslagen hoog boven het landschap
oprees.
Hjj vroeg aan een oude vrouw die aan den weg
zat kastanjes te pellen, naar den heer Bartel.
„Bartel? wel, die zal in het kelderhuis zjjn 1" ant
woordde het oudje, als begreep zij niet, hoe iemand
meenen kon dpt hjj ergens anders zou zijn.
„In het kelderhuis 1" weerklonk het in het hart
van het meisje. Dat woord bevatte voor haar slecht»
nieuwe beproevingen. Ondanks al haar liefde veor
haar pleegvader eu weldoener sloop er wantrouwen
in haar hart. Jean Baptist was zwak als de flesch
voor hem stond en hier rook alles naar most, de
geheele atmospheer was als het ware vervuld vaft
den geest van den wjjn.
(Wordt vervolgd.)
En nu de moraal. Er is hier te lande nog heel
wat plaats voor menschen die willen en kunnen
werken, niet alleen in de benedenste lagen der
maatschappjj, maar ook in de hoogere, We ver-
keeren nog altjjd in de periode van wasdom, van
uitzetting van alle organen van het sociale lichaam
telkens verrjjzen nieuwe financieele en commercieele
instellingen, voortdurend worden nieuwe Staatsambten
gecreëerd. We kunnen dus nog heel wat handen
en hoofden gebruiken. En wanneer ik mjj nu mijn
vroegere Europeesohe omgeving herinner, dan tee
kent die zich af als oververzadigd van ontwikkelde,
vaak zeer ontwikkelde en werklustige jonge mannen,
die de energie hunner jeugd verslijten aan dikwjjls
onfruchtbare stndion, aan tantalus-achtige inspan
ning, of wel aan verstompenden klerken-arbeid of
verslappend, quasi-druk leegloopendan denk ik
aan zoovelen mjjner acadflmievrienden, menschen
met helder verstand en onwaardeerbare talenten,
die thans elkaar vordringen in de ontvangkamers
van ministers en hun adem schier kwijt raken in
den ontmoedigonden wedren naar een burgemeesters-,
substiluuts-, onder-secretaris-, adjuncts- of candidaata-
Slaats ergens in een afgelegen hoek der provincie
an verwjjl ik in gedachten bjj talentvolle kennissen,
die zioh, zonder eenige geldelijke vergoeding te krij
gen, zonder misschien zelfs eenige waardeering van
hun werk te ontvangen, uitsloofden als medewerkers
van wetenschappeljjke rijdschriften of als factotums
van Staats- en andere commissiën. Al die jonge
menschen vol ambitie en lust om wat te presteeren,
in spanning wachten ze, en wachten nog eens en
wachten voortdurend, tot ook zij grjjze haren en
kale hoofden zullen hebben. Want dan eerst zullen
zjj wellicht hjjgend kunnen neerzinken op een open
gevallen plaats achter de groene tafels van gerechts
hoven, directie-kamers of parlementszalen 1
Ik wil volstrekt niet beweren dat het in de Zuid-
Afrikaansohe Republiek gemakkeljjk is zich een
positie te veroveren. Evenmin geloof ik dat heden
ten dage talenten van den vierden of vijfden rang
veel kans hebben hier verder te komen dan elders.
Maar dat hier te lande een schooner gelegenheid is
om spoedig te maaien in evenredigheid van wat en
hoe men gezaaid heeft, toonen de feiten in vol
doende mate aan. Jonge mannen, die, wie weet hoeveel
examens gedaan en hoeveel academische graden be
haald hebben en van wie gezegd kan worden, dat
zjj knap en energiek en werklustig zijn, behoeven
hier niet de beste jaren van hun leven door te
brengen met enerveerenden, in de meoste gevallen
slecht of in het geheel niet bezoldigden geestesarbeid.
Wie 'mjj niet gelooft,jjkome hierheen en probeere
het zelf maar eens I
In het „HStel de Bede", gelegen aan den „Bou
levard des Italiens", te Parijs, heeft eergisteren een
moordaanslag plaats gehad op den Russischen gene
raal Seniwerstoff, gewezen „aide de camp" van den
Czaar, vroeger bevelhebber van de gendarmerie en
van de Se Keizerijjke sectie, d. i. van de geheime
politie in Rusland. De generaal bevond zich sedert
een dag of 14 te Parjjs, met het doel geneesheeren
te raadplegen over zijne verzwakte gezondheid. Hij
had kamers betrokken in het genoemde hotel, en
was vergezeld van een kamerdienaar, die meer dan
eeu jaar in zijnen dienst was. Te omstreeks II uren
in den morgen, verzocht Dinsdag een, tot dusver
onbekend gebleven, persoon, bjj den generaal te wor
den toegelaten, om hem een kaartje, dat hjj ver
toonde, te overhandigen. Aan den kamerdienaar
zjjnen naam genoemd hebbende, werd hjj binnenge
laten bjj den generaal, die zich alleen in het vertrek
bevond. Weinige oogenblikken daarna vertrok de
persoon, zonder tot eenigerlei vermoeden aanleiding
te geven. De kamerdienaar, eenigen tjjd daarna zich
naar den generaal begevende om diens bevelen te
ontvangen, vOnd hem in een stoel ineengezonken
liggen, met bloed bedekt, en ternauwernood adem
halende. Op het hulpgeschrei van dén kamerdienaar,
kwamen de bedienden van het hotelmen haalde
een doetSr, en waarschuwde den commissaris van po
litie van .de wijk. De generaal stierf spoedig daarna.
De procureur der Republiek Banaston heeft onmid
dellijk met een gerechteljjk onderzoek een aanvang
gemaakt. Het parket bewaart intusschen volmaakte
stilzwjjgendheid en geheimhouding. In het vertrek
is geen wapen gevonden, en de kamerdienaar be
weert geen schot té hebben gehoord. Intusschen
heet het dat ey uit den wond, aan het hoofd, een
revolverkogel gehaald is. i
De aanslag wordt toegeschreven aan nihilisten;
waarmede men in verband brengt dat de generaal,
des morgens vóór den aanslag, in stede van zjjne
gewone wandeling te maken, eenige lieden, behoo-
rende tot de Russische kolonie te Parjjs, bjj zioh,
ontvangen had.
Verleden Maandag is een der buitenwjjken van
MadHd op de spoorbaan het in stukken gesneden
ljjk eener vrouw gevonden, wolke verscheidene da
gen vroeger vermoord scheen te zjjn. De kleederen
waren armoedig, maar 900 peseta's aan bankbiljetten
werden in het oorset genaaid gevonden. Natuurljjk
ia de naam van „Jack the Ripper" bjj deze afgrjjse-
Ijjke vondst terstond genoemd.
Verleden Zaterdag avond kwam eene mme. B. te
Parjjs thuis, toen op de trap iemand haar tegen
het lijf liep, die zich voorts met groote haast uit
de voeten maakte. Iu hare kamer gekomen, bevond
zjj dat haar voor 27,000 fres. aan effecten en 3000
fros, aan goud ontstolen waren. Zondag is de dief
gevangen genomen, zekere L., 27 jaar oud, bediende
in een wjjnhuis.
Herhaaldelijk is in de laatste weken uit verschei
dene plaatsen in Dnitschland gemeld, dat zich daat
weder gevallen van influenza hadden voorgedaan.
Het valt natuurlijk niet te beoordeelen of die be
richten juist waren en of niet voor influenza is
aangezien wat niet anders dan eene gewone catarrhalo
aandoening was. Maar één ding is zeker, dat de
voorzitter van een vergadering van Berlijnsche artsen
deze week gevraagd heeft of een der aanwezigen
weder een geval van influenza in zjjn practjjk had
waargenomen en dat daarop gèen van die genees
heeren der Duitsche hoofdstad een bevestigend ant
woord gegeven hoeft.
Ip de Fransehe Kamer heeft de bekende Boulaugist
Laur zioh weer eens flink geroerd. De heer Laur
achtte het noodig den minister van financiën te inter-
pelleeren over de 75,000,000 fr., welke de Fransehe
Bank aan de Engelsche Bank heeft geleend. De
heer Rouvier had geweigerd door deze interpellatie
de beraadslagingen over de begrooting te storen,
maar verklaarde zioh bereid aan het slot der zitting
antwoord te geven.
De heer Laur had echter geen tijd om zoolang
te wachten en begon toch de interpellatie toe te
lichten. Toen de heer Rouvier eu de voorzitter
Floquet hiertegen protesteerden, begondo Boulangist
uit te varen tegen den minister van financiën, dien
bij beschuldigde van te speculeeren „a la hausse*.
Tweemaal werd Laur tot de orde geroepen, .maar
hjj weigerde de tribune te verlaten, zoodat de heer
Floquet genoodzaakt was, zioh op de Kamer, te be-
roepep.
De meerderheid verklaarde zich natuurljjk tegen
Laur. Men besloot dat de interpellatie een maand
uitgesteld, derhalve in den doofpot gedaan zou worden.
Eerst toen moest de Boulangist toegeven eu 'de tri
bune verlaten, zonder dat hjj zijn doel had bereikt.
Na dit standje werden de gewone beraadslagingen
voortgezet, met dezen uitslag, dat ten slotte pok de
begrooting voor openbare werken werd aangenomen.
Met zeker ongeduld werd de rede van Crispi op
het hem te Turjjn aangeboden feestmaal te gemoet
gezien. Wel is waar was het nog niet lang geleden,
dat hjj te Milaan eene groote rede heeft gehouden;
maar toen sprak hij hoofdzakeljjk over de buiten-
landache staatkunde, ook iu verband met het irre-
dentismemaar ditmaal zou het naar aanleiding der
verkiezingen zijn, en men zag dus, met het oog op
den binnenlandschen toestand, een programma van
hem te gemoet- x
In den aanvang zijner rede verklaarde hij, dat de
beloften, die hjj in 1887 te Turjjn gedaan had, nog
niet ten volle vervuld tjjn; maar de yoortgaande
ontwikkeling de9 lands is door niets belemmerd.
Het verwijt dat hjj in dit opzicht aan Mazzini's
leer ontrouw was geworden, mist allen grond. Hij
heeft die steeds in «eht genomen, maar ondergeschikt
gemaakt aan de. belangen van den staat. Ook het
ver'wjjt dat zijne ambtgenooten aan de ministorstafel
tot willooze werktuigen zjjner politiek vernederd
zijn, houdt geen steek. Elke beslissing is met hunne
goedkeuring genomen. Wat in Afrika, dank zjj de
dapperheid dor troepen en het wijs beleid, van
Italie's gemachtigden, bereikt is, overtreft alle ver
wachtingen. Het wordt nu tjjd elk denkbeeld van
verdere uitbreiding van grondgebied en van uieuwe
offers te laten varen. De natie kan met vertrouwen
den uitslag der onderhandelingen met Engeland af
wachten. Zijnen tegenstanders is het niet gelukt,
het volk tegen de buitenlandsche staatkunde der
regeering op -te zetten. Italië isegeen slaaf id
het gevolg van Duitschland en Oostenrijk. De
harteljjke betuigingen van souvoreinen en leidende
ministers bewijzen integendeel hoe geëerd Italië iu
Europa is. De tegenstanders, op dit terrein, gesla
gen, verwijten nu der regeering, dat zij de financiën
in de war gebraohW den oeconomischon toestand van
het laod onhoudbaar gemaakt heeft; en dien staat
van zaken miskennende, geen maatregelen daartegen
heeft genomen. Spreker is zich bewust geen dier
verwijten verdiend te hebben. Toen bij aan he
bestuur kwam, bestond de crisis reeds. Zjj is een
gevolg van het overmatige gebruik, dat van het
openbaar orediet is gemaakt, van eene goed ge
meende overschatting der nationale kracht. Zjj heeft
niets te maken met Italië's militaire toerustingen.
Zonder het drievoudig verbond, zou Italië eene
drievoudige wapenrusting, een drievoudigen vesting
gordel aan zijne grenzen en kusten noodig hebben.
Voor het overige kan gezegd worden dat het
tekort in de staatshuishouding afneemt, en op het
einde van 1892 zal het evenwicht hersteld zjjn. De
regeering is vast besloten dat doel te bereiken zon
der toevlucht te nemen tot nieuwe belastingen.
Van Frankrjjk hoopt Italië, al mag die hoop niet
sterk zijn, eene tegemoetkoming voor de afgesohafte
differentieele rechten. In de aanstaande parlements-
zitting zal eene reeks sociaal-politieke wetsontwerpen
ingediend worden, onder anderen een betreffende de
verzorging der arb'eidende klasse voor den ouden
dag. Spreker, kan intusschen niet nalaten de werk
lieden te waarschuwen voor werkstakingen met oen
politieken achtergrond. Zij behooron zich te herin
neren, dat de maatschappij hun rechten verleent,
maar dat daar plichten tegenover staan, voor wier
nakoming de staat streng zal waken.
De veroordeeling van den heer Parnell, den be
kenden leider der Iersche nationalisten, wegens zjjn
verhouding tot de echtgenoote van zijn vriend kapi
tein O'Shea, is in geheel Engeland natuurljjk het
onderwerp van den dag. Zelfs de financieele crisis
en het huis Baring Brothers raken daardoor voor
een oogenblik op den achtergrond, want de uitslag
vau het echtsoheidingsproces zal naar alle waarschijn
lijkheid ten gevolge hebben, dat de heer Parnell zich
geheel uit het politieke leren zal moeten terugtrekken.
Dit wordt niet alleen betoogd door organen der
Unionisten, geljjk de „Standard," Daily „Chronicle"
en „Times", maar zelfs de „Daily News", het hoofd
orgaan der Engelsche home-rulers, weet njets ter
verdediging vans den heer Parnell in te brengen.
'Het eenige blad, dat zioh verklaart voor Parnell's
handhaving als leider der Iersche partij, is bet te
Dublin verschijnende „Freemaus Journal», maar dit
blad is dan ook Parnells bijzonder lijforgaan.
Evenwel maakt mén uit deze houding van het
nationalistische blad op, dat de heer Parnell niet
voornemens is zich uit eigen beweging terug te
trekken. In dit -geval zullen zijn partijgenooten hem
wel dwingen, want ook zjj begrjjpen zeer goed, hoe
nadeelig het voor hun partij zou wezen, indien Par
nell nu nog de leiding blijft behouden. In Engeland
eischt men van allen, die deel nemen aan het open
bare leven, vóór alles een strikt zedelijk leveu. Men
zal zich herinneren, dat de liberale staatsman sir
Charles Dilke wegens een dergeljjk geval geheel van
het politieke tooneel is verdwenen eu daarom wordt
ook nu van alle zijden het verlangen uitgesproken,
dat Parnell zich terugtrekke. Mocht Parnell wei
geren, dan zullen, naar de „Standard* verzekert, de
Iersche geestelijken, die zijn aftroden als leider ver
langen, openlijk tegen hem optreden.
Toch heeft de heer Parnell anders gehandeld dan
sir Charles Dilke. De liberale staatsman verdedigde
zioh qn gaf zoo aanleiding tot een langdurig en
opzienwekkend proces, maar de heer Parnell liet zich
niet verdedigen, zoodat de zaak in een paar dagen, en
zonder veel gerucht afliep. De rechter te Brighton,
waar kapitein O'Shea woonde, hoorde den kapitein
en zijn getuigen, nam Inzage van de brieven, die
tusschen Parnell en de familie'O'Shea waren gewis
seld, en kwam spoedig tot de overtuiging van Par
nells schuld. De beschuldigde partjjen waren niot
vertegenwoordigd, en zoo hadden de gezworenen niets
anders te doen dan de echtscheiding tusschen kapitein
en mevrouw O'Shea uit te spreken, waardoor tevens
ParneUs vonnis was geveld.
Naar de vrienden van den heer Parnell beweren,
is het niet noodig, dat hjj zich geheel uit het poli
tieke leven terugtrekt. Zoo o. a. geeft de „Pall
Mall Gazette" Parnell den raad, zjjn mandaat als
afgevaardigde neer te leggen, mevrouw O'Shea te
trouwen en dan zich weer candidaat te stellen, opdat
de kiezers zeiven hun oordeel kunneq uitspreken.
Dat de heer Parnell weerstand zal kunnen bieden
aan de algemeene verontwaardiging', is echter niet
waarschijnljjk. De eenigen, die hem steunen, zjjn
diegenen zijner partjjgenooten, die meenen, dat Parnell
niet als leider der partjj kan gemist worden en hem
daarom, ondanks zijn veroordeeliuga willen handhaven.
Vermoedelijk zullen echter die rellen der partjj de
overhand behouden, die gelooven, dat de Home-ruler*
meer schade zullen lijdeb als Parnell onder deze
omstandigheden bljjft dan indien zjj zijn leiding geheel
moeten ontberen.
van de Makelaars
De markt was heden onveranderd.
-Loco Tankfust 7.80. Geïmporteerd fust 7.85.