'ES EEN PLEEGKIND. drukte BINNENLAND. ihulw 1. I 1890. Woensdag 26 November. ft’9 4386. aUINCKFJz. l en Zn.| at NCTUTO kleur terug wascht niet per flacon- FEUILLETON. iging. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, 1 rSEN. door i I pe inzending van advertentlèn kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave. ing. - 17 1 i26. IEN t Horlègesj 1' af £man Zoo#. an Bovendien worden alle Advertentien gratia opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’t welk des Maandags verschjjnt. te Gouda- lORDT. ORDT. <DT. RDT— V. D. MSBR. der Zelf- e uitspat- (Naar let Duitecl.) XL torte onge- aatste H.H. Grootmoeder S VAN DIN Ldsianus Dl ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. De uitgave deser Coqrant geschiedt dagelijks met uitsondering van Zon- en Feestdag^p. De prjjs per drie maanden ia 1.25; per poj|t 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTE^ niet loslaat, met de linkerhand het proefglas vasthield. Hij keek op zijnen vriend neei^ Een goedmoedig lachje vloog over zijn breed, door den slaap hoog rood gekleurd gelaat, terwijl het licht ran den lantaarn een stralenkrans om zjjn dikken rooden neus trok. Hij lachte ook het meisje toe en gaf haar zwjjgend met een hoofdknik den morgengroet. «George”, zeide hij met een diepe basstem die door het kelderruim weerklonk«Ga haal ons van den zevon-en-vjjftiger Cabinet, dan kunnen we ons straks een kleine opfrissohing geven.” XII. De boerenwoeing met schuur, bewoond door den eigenaar T. Uitenboogaard, nabij de Hoecsche sluis, onder Borg-Ambacht is gisteren voormiddag afge- afb. Prjjs verschrik- tngd lijdt, >enng, die en van een i het Ver- narkt 34, et bedrag, ten boek- De deskundigen hebben verklaard, dat de plaatsing geen verzakking van het Kerkgebouw zou kunnen veroorzaken en dat de vermoedelijke kosten voor het bouwen, volgens de teekening welke ten huize van den koster ter inzage der belangstellenden ligt, wor den begroot op ongeveer f 2700. Kerkvoogden meenen echter geen vrijheid te hebben die kosten alleen ten laste der Hei vormde Gemeente te brengen en den hóofdelijken omslag daarmede te verhoogen, maar zy willen zich wel met de uitvoe ring van bet werk onder hun toezicht belasten wan neer de ingezetenen de kosten betalen en zenden daarom bijgaand Inschryvingsbiljet aan hen die zij meenen daarin belang te stellen met beleefd, verzoek die zaak te willen ondersteunen on door het ‘eekenen en in vullen van dat biljet toonen te willen medewerken tot het doen ophouden van bovengemelden misstand en tot verfraaiing onzer Gemeente. Uit Gouda schrijft men aan De Tijd dd. 23 Nor. Op luisterrijke wijze werd he&n het 121/,-jarig be staan der Congregatie van O.*. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis, bestaande uit ongeveer 350 jonge doch ters dezer stad, herdacht. Reeds Woensdag-avond waren de leden door den talentvollen pater Van Bergen in een gevoelvolle rede gewezen op het zoete, stichtende en heilzame eener Congregatie als deze, en niet licht zullen zy vergeten hoe de rijke en aantrekkelijke inhoud in de verdere couferentiën, geheel natuurlyk en in onuitputtelyken vloed van uitgekozen woorden, haar riep tot een nog heiliger leven en dankbaarder erkenning van haar verheven eoretitel «kinderen van Maria". Door de zorgen van onzen weleerw. directeur P. L. Dessens straalde de heorlyke kerk, in den eersten glans der nieuw heid nog schitterend, in een haar waardige omge ving een eigenaardig genre van decoratie uit bloe men en vanen, met zuiver goud, kostbaar émail en een keur van edelgesteenten, verhoogde nog haar AG 25 NÖ- >en. ïSTUUR. ’F GOUDA, 25 November 1890. Aan ,de ryks-univeTsiteit te Leiden ia heden be vorderd; tot doctor in de rechtswetenschap de hèer M. M. £Jchim van der Loeff, met acad. proefschrift» getiteld De omvang en het gevaar der recidive, hare oorzagen en de middelen oin haar te bestrijden. Door Kerkvoogden der Hervormde Gemeente al hier is de volgende circulaire rondgezonden Geachte Stad^enooten I Door eenige Ingezetenen dezer Gemeente» werd by Kerkvoogden der Hervormde Gemeente de wensch uitgesproken, dat op het midden der Sint Janskerk alhier, weder een kleine Toren zou worden gebouwd, zoo als bij den bouw tot bijna 40 jaren geleden daarop geplaatst was en die toen is afgebroken uit hoofde er door de zwaarte gevaar bestond dat die, bestaan hlyvende, het gevaar voor het zakken van het Kerkgebouw zou vergrooten en dat gevaar nn, door het in de laatste jaren met ankers voorzien van de muren der Kerk, zou zijn gewekeneu zulks wijl het gemis van zoo’n Toren een misstand veroor zaakt en ook in strijd is met de regelen der archi tectuur. Kerkvoogden zyn echter van meening dat, wijl het het uitwendige der Kerk betreft dit eene zaak is die niet alleen de Hervormde Gemeente maar eigeolyk alle ingezetenen van Gouda aangaat. Evenwel hebben zij, naar aanleiding van dien uit gesproken wensch, door drie deskundigen doen op nemen of werkelijk door de plaatsing van, zoo’n Toren, naar de onlangs plaats gehad hebbende verandering der muren, gevaar voor ’t verzakken van *t Kerk gebouw zou kunnen ontstaan of worden veroorzaakt en zoo neen, welke de vermoedelyke kosten van het bouwen zouden bedragen 20) Zonder een woord te uiten, wenkte de jonge man het meisje; zy volgde hem werktuiglyk over het voor plein naar de lage met ijzer beslagen deur van de kelders, die hy opende, waarna hij een lantaarn aan stak en haar een wenkgaf om de trappen af te dalen. George nam Doortje iby de hand. Zy gaf zich zon der verzet aan zy’ne leiding over. De van den geest van den wijn verzadigde atmospheer belemmerde hare ademhaling; de voetstappen klonken zoo hol. Nu stond haar geleider stil en hield het licht in de hoogte, Doortje zag het eeuwenoude, door den tijd zwart gekleurde beeldhouwwerk van het reuzen vat, waar zij voor stond; zy zag een vleezige hand; die van den ontwakenden Bartel, die zich over het voor hoofd streek, de oogen opende en Doortje verwonderd aanzag. Daar zaten en lagen die twee, zooals zij ingeslui merd waren. Het grijze hoofd van Jean Baptist lag nog op de breede knie van den keldermeester, die, Jean Baptist was het spoe< evenals de krijgsman zelfs in den slaap zijn zwaard Zierlein, betreffende het meisje on^|4«nd vijf j«.W VNP*- 1 HTENen n blik, m. an schilderachtig aanzien en was het bewijs van den echt godsdienstigen geest der congreganisten, wier offervaardigheid zulk een overschoone versiering mo gelijk maakte. Toch wisten de leden onzer Congre gatie ook nog in een anderen vorm uitdrukking te geven aan haar kinderlijke dankbaarheid. Zy boden den zeereerw. deken P. C. Th. Malingré, aan wiens y vervolle zorgen de Congregatie in het jaar 1878 op 24 Mei, den feestdag van ^Hulp der Christenen*, hier ter stede haar ontstaan te danken heeft, een ge heel uit koper vervaardigden lessenaar aan, ten ge- bruike by het H. Offer der Mis. Zeldzaam schoon van teekening en zwaar verguld, is deze een grootsch werk der gothieke kunst zoowel als het degelijk be wijs der warme liefde van onze congreganisten voor deze Congregatie. Waren de leden eiken morgen te 6 uren met stichtende ingetogenheid en diepen eei- bied bij de H. oefeningen tegenwoordig geweest, onschatbaar was de ochtend, waarop een algemeens H. Communie de heilzame vruchten van dit feest bezegelde. Eindelijk volgde op dien heugelijken mor gen de lang verwachte avond. Niet minder dan 73 nieuwe leden spraken toen mot heilige geestdrift de woorden uit der opdracht aan de Allerheiligste Maagd, terwyl de zeereerwaarde deken haar met het eereteeken, de gewijde medaille, versierde. Een laatste maal beklom de zeereerw. pater Van Bergen den kansel en bracht door zijn bezield en bezielend woord de honderden in het kerkgebouw aanwezig, in verrukking, vastbesloten Maria te bly- ven vereeren, omdat aan die vereering haar geluk, haar waar geluk voor tyd en eeuwigheid is ver bonden. GOUDSCHE COURANT. lein had kort te voren zijn eenige dochter verloren en zijn vrouw was ziekelijk. Zierlein dacht er niet meer aan, dat hij eens groote plannen gekoesterd had. Hij was een degelijk man met een eerlyk hart, hij leefde in vrede met den pastoor en met de gemeente. Op één punt raakte hij somwylen met den pastoor in oneenigheid, het betrof het meisje, dat hij tot zich had genomen, hetwelk de pastoor een eigenzinnig, gevaarlyk wezen noemde, dat slechts onrust in de gemeente stichtte. De huis houdster van den geestelijke noemde Doortje altyd een boosaardige, roodharige ^Krol”, die voor niemand respect heeft, die veel te vry was tegen de jongens uit het dorp, waardoor reeds bloedige twisten waren ontstaan en die dus allerminst in de woning van een rechtschapen onderwijzer thuis behoorde. De pastoor zei altyd amen op dergelijke huishoudelijke litaniën en hield niet op, den onderwijzer te vermanen het meisje zijn huis uit te zetten. Dit alles was eerst in het laatstverloopen jaar zoo geworden. Toen Doortje zeventiendjaar oud was, was zij mooier dan de andere dorpsmeisjes, met hun bruine oogen, donkere tint en zwart haar. Haar gelaatskleur was blank gebleven, trots het branden der zonnestralenhet roode haar helde steeds meer naar kastanjebruin overin haar oogen gloeide een innerlijk vuur, haar platneusje was schalker aan ooit en hare lippen waren rood als bosch bessen. Zonder het te weten, had zij iets voornaams over zich en wanneer zij de tuinvruchten in huis bracht, droeg Die morgen was Doortje onvergetelijk gebleven, en ook nu, bijna twee jaren daarna, dacht zij daar aan, want zy dacht aan Jean Baptist, die sedert spoorloos was verdwenen, die zich niet om haar bekommerde, niet naar haar omzag, boe heilig hij ’t ook bij het afscheidnemen had beloofddie mis schien, dood en vergaan, een graf gevonden had in den eenen of anderen hoek van de wereld, waarin hy opnieuw aan het omzwerven was gegaan. Het was alles zoo geheel anders geworden eu Doortje zoude vrede kunnen hebben met den toe stand, waarin zij zich bevond, wanneer men haar slechts den laatsten groet, de laatste woorden van haren pleegvader had overgebracht. ipoedig met zijnen vriend eens geworden. Zier- ico

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1