Z. M. den KOMIÏTGr. HET OVERLIJDEN Bultenlandsch Overzicht. brand. Oorzaak onbekend. De woning was wel, de inboedel niet tegen brandschade verzekerd. Door het Hoofdbestuur der Hollandscho Maat schappij van Landbouw zyn voor de afdeelingen kos teloos eonige sprekers beschikbaar gesteld ter behan deling van verschillende onderwerpen, den landbouw rakende. Uit ^oede bron verneemt men, dat het nog wel twee maanden zal moeten duren, alvorens Koch's geneesmiddel in een voldoende hoeveelheid voorhan den is, om alle wetenschappelijke inrichtingen en openbare ziekenhuizen daarvan te kunnen voorzien. Volgens het «Berliner Tageblatt" heeft Koch de beschikking over het geneesmiddel aan Keizer Wilhelm overgelaten. In bot Geneeskundig Genootschap te Berlijn heeft Virchow Koch verdedigd tegen de'^beschuldiging, dat hij zijne ontdekking voorbarig openbaar zou hebben gemaakt. Virchow verklaarde, dat Koch zijne eerste mededeelingeu eerst gedaan heeft, nadat hij daartoe door het beetuur vau hot Intern. Genees kundig Congres en door den minister Von Gossler dringend was uitgenooaigd. Het verslag in het jongste nummer van het «Me- dicinische Wochenschrift" van do geneesheeren Fraentzel, Levy en Kohier over de proefnemingen, welke zy bij tuberkulose-lyders met Koch's middel hebben genomen, bevestigt in hoofdzhak, met statis tieke opgaven, wat Koch zelf reeds over de zaak heeft bekend gemaakt. Vooral echter wordt door hen na druk gelegd op het feit, dat het middel een goeden uitslag heeft opgeleverd by het vaststellen van den aard der ziekte. Dr. Fraentzel heeft door do inspui tingen bij verschillende lijders kunnen constateeren, dat de patiënt aan tuberkulose leed/ daar zich na de inspuiting de gewone tuberkuloso-verschijnselen voor deden, welke de geneesbeerey by den patiënt nog niet hadden kunnen vinden. De proefnemingen bij lijders, bij wie de ziekte reeds ver was gevorderd, deden zien, dat de ziekte in dat geval door het middel niet kon worden tegengehouden. Bij eenige gevallen, waar de ziekte nog ni*|^be ver was gevorderd, maar zich toch reeds geruimen tijd had vertoond, verbeterde de toestand van den lyder echter aan merkelijk. Dit betreft de proefnemingen bij longtuberkulose. Dr. Levy spreekt alleen over lupuslijdersin dit geval bleek het middel afdoende. De geneesheeren Kohier en Westphal beproefden het middel ter genezing van gewone wonden, en komen tot de slotsom, dat het in dit geval zonder werking is. Evenwel bleek het dan tevens geheel onschadelijk, zoodat het veilig kan gebruikt worden om de diagnose te maken en te zien of de patiënt aan lupus lijdt. Te Weenon zijn in de verschillende ziekenhuizen verdere inentingen gedaan. De verschijnselen, die zich cfcar bij de patiënten voordeden, bevestigden eveneens de berichten uit Berlyn. Dr. Ullman, een ervaren bacterioloog, die verschei den maanden met Pasteur en Koch samenwerkte, en die kort geleden te Berlyn is geweest, waarschuwt ook tegen de te hoog gespannen verwachtingen voor het genezen van vergevorderde tering. Naar zyn oordeel zal er een geheel jaar mede heengaan, voor men uit herhaalde inspuitingen, bij lange tusschen- poozen toegediend, zioh een juiste meening over de geneesbaarheid van tering zal kunnen vormen. Wat de uitwendige tuberkulose betreft, kunnen echter nu al gunstige resultaten verwacht worden, ofschoon hot natuurlijk nog niet zeker is, dat de lijder na schijn bare geyezing niet weder zal instorten. hÜit Munchen wordt gemeld, dat dr. Ziemssen, directeur van het stedelijk ziekenhuis aldaar, onder de te Berlyn aangekomen artsen de eerste is geweest, wieu Koch eene hoeveelheid van zijn middel heeft ter hand gesteld. In de Munclieiier chirurgische en medische kliniek is 19 dezer met de behandeling van zreken naar de methode van Koch oen begin gemaakt. Vorvolgens heeft dr. Ziemssen zich ten raadhuize aangemeld- waarop dat oogenblik de burgemeester met de nnancieele commissie een conferentie had. Onmiddellijk werd in die zitting de vraag behandold .of bij de stedelyke vertegenwoordiging golden ter in voering van het middel van Koch moest worden aangevraagd. Daar zich echter het bezwaar voordeed, dat omtrent het daartoe uoodigo bedrag volstrekt geeue berekening tvas te maken, heeft de commissie met algemeene stommen besloten, den gemeenteraad voor te stellen, eenvoudig een onbepaald crediet toe te staan, opdllt, gelijk nu de directeur van het ziekenhuis de oepte is geweost, die van Koch het middel heeft ontvangen, Munchen dan ook de eerste stad zal zyn om de geneeskundige autoriteiten dadelijk op de ruimst mogelijke wyze in deze zaak te ondersteunen. Volgens de «Pol. Nachrichten" heeft Keizer Wil helm aan dr. Koch het grootkruis van den Koodon Adelaar geschonken. f Keeds sedert eenigen tijd hebben te Berlyn voort durend gevechten tusschen schooljongens plaats, waarbij het gewoonlyk heet toegaat. Dezer dagen werden weder eenige trymnasiasten, die van school kwamen, door een troep andere scholieren met stok ken en andere voorwerpen aangevallen. Een gebrui kelijk wapen is daarbij een gomelastieken slang, aan het eind waarvan oen looden kogel bevestigd is. Een leerling van het gymnasium werd met dit barbaarsche wapen zoo op het hoofd getroffen, dat hij bewusteloos neerviel. Een ander, die er even eens een klap mede kreeg, klaagde sedert, ofschoon hij de school bleef bezoeken, over hevige hoofd- en tandpijnen en onoverwinnelijke loomheid in de leden. Achter zyn linkeroor ontstonden twee groote bulten. Hij moest te bed gebracht worden, hij verloor wel dra zijne bezinning gn twee uren later overleed hij aan hersenontsteking. De begrafenis is nog uitge steld tot het onderzoek naar den dader is afgeloopen. Van den moord wordt een jongen verdacht, die op den dag van het gevecht thuis was gekomen met de mededeeling, «dat hij nü toch een jongen zoo op zijn kop had gegeven, dat hij het niet zou na vertellen." In eene belangrijke voordracht over het Sultanaat Marokko, niet lang geleden gehouden voor de Lon- densche Kamer van Koophandel, deelde Sir John H. D. Hay, gedurende 42 jaren Britseh vertegenwoor diger in Marokko, het volgende medeDe gewoonten, gebruiken, denkwijze en zelfs de kleeding zijn daar, vooral in het binnenland, ver van do havensteden, waar Europeanen wonen, nog altijd zoo, als die in het Oud en Nieuw Testament beschreven worden. Drie vierde van den handel is in handen der Engel- schendan volgt Frankrijk, doch in de laatste jaren heeft ook de Duitsche handel daar veel veld ge wonnen. Hot hoofd-artikel van invoer is suiker. Marokko heeft een uitmuntend klimaat en de grond is er, vooral in de zuidelijke provinciën, zeer vruchtbaar. De toestand van ellende en verval, waarin het land verkeert, is een gevolg van wanbe stuur, sinds de Mooron uit Spanje verdreven werden. Met uitzondering der douane-beambten wordt nie mand betaaldde vizier, de hoofdofficieren van des Sultans Hof, de bashas, sheikhs en allo onderge schikte ambtenaren, tot zelfs de politie, ontvangen hoegonaamd geen salaris en moeten hun bestaau vinden door omkooperij on afpersing. De eigendom is er dan ook, vooral in het binnenland, niet veilig en deze stand van zaken veroorzaakt ieder jaar gelyk nu weer onlangs in eeuig gedeelte des lands een opstand, die dan gedempt wordt door dat do Sultan met een legor van 10 tot 20 duizend man een inval doet in het opgestane district. Bij zoo danige expeditie wordt de oogst vernield, het vee geroofd, worden de dorpen geplunderd en door het gewapend grauw, waaruit des Sultans leger bestaat, allerlei misdaden gepleegd. In, 1884, toen de hooge uitvoerrechten eindelyk allen uitvoer van graan hadden doen ophouden, sloe gen de vertegenwoordigers van drie groote Mogend heden, Duitschland, Engeland en Frankrijk, de handen ineen om in dit land eene verandering ten goede te bewerkstelligenzij wilden te dien einde van het Moorsche bewind zien to verkrygen, dat de handels conventie vau 1856 werd gewijzigd e« daarmede de belemmeringen bij den handel werden weggenomen. Hun oondrachtig streven, het eerste feit van dien aard in de jaarboeken der diplomatie in Marokko, bleef zonder succes. Na langgerekte zittingen en beraadslagingen bleek het, dat de drie Moorsche commissarissen, door den Sultan aangewezen, geen volmacht hadden tot eonige concessie, behalve in die artikelen der conventie, die juist gemaakt waren om willekeur der Moorsche beambten te voorkomen. Indien de Europeesche Mogendheden, 'is het ge voelen van Sir John Hay, over zich konden ver krijgen, alle heerschzuchtigo voornemens te laten varen en de sedert de laatste jaren zoo naijverige pslitiek hunner vertegenwoordigers te logenstraffen, zouden zij omtrent Marokko zich wel kunnen verstaan. De eerste stap daartoe zou moeten zijn, dat ieder harer de verklaring aflegde, geen veroveringsplannen to hebben en eene overeenkomst, door allen goedgekeurd, om de onafhankelijkheid van den Sultan en zijn gebied te handhaven. Den Sultan zou daarna moe ten worden aangezegd, dat de integriteit van zijn gebied door de Mogendheden was gewaarborgd, doch dat hem niet langer vergund zou zijn, een Regee- ringstelsel vol te houden, waaronder geen veiligheid van eigendom bestaat en de ontwikkeling van land bouw en handel wordt tegengehouden, dat hy langs geleidelijken weg hervormingen in het bestuur moet aanbrengen en verbeteringen in het land-zelf, zooalswegen, bruggen, spoorwegen, telegrafen, havens enz., flat de gezanteu voortaan in de hoofdstad, en steeds waar de Sultan is, moeten ver blijf houden en niet langer te Tanger, waar zy slechts in aanraking komen met een Minister voor Buiten- landsche Zaken, die zelfs voor kleinigheden geen vol macht heeft. Iets van dien aard zal spoedig tot stand gebracht dienen te norden, want indien men het «status quo« zij het ronde draagkussen zoo fier op het hoofd, als ware het een diadeemzij wist haar rokje met on bewuste bevalligheid op te nemen, wanneer zy op bet veld aan het werk was, en als zy op zon- en feestdagen in haar fraaiste kleedje voor de deur zat te breien, was dit voor de jongens van het dorp een voorwendsel om het huis van den onderwijzer voorbij te gaan. «Ze is frisch en blank als een bloesem en zoo rein, dat nog niemand een vlekje aan haar ontdekt heeft. Geene van de meisjes in het dorp kan in haar schaduw staan," riepen hare bewonderaars haar na, namelijk de mannen en jongelingen, als Doortje voorbijging. «Jawel, maar wie kan zeggen van welken boom deze vrucht gevallen is?" spot'teden de vrouwen. «Zoo'n lange kerel met grijze haren heeft haar hier gebracht, opdat de vrouw van den meester zich niet langer zou doodkniezen over het verlies van haar eigen kindmaar wie weet, waar die vent, het meisje opgeraapt heeft?" Jean Baptist had tegenover Zierlein geen woord gerept van wat er in het stadje was voorgevallen. Hy had Doortje voorgesteld als zijn pleegkindhij was arm, de stad wilde niet langer voor het meisje betalen, men wilde haar in het werkhuis plaatsen en dat kon niet anders dan ten nadeele van het kind zijn. Hij wilde weer eens eenige jaren de wereld ronddolen en Zierlein kon het meisje best in het huishouden gebruiken. Het dorpje lag afgescheiden van den grooton weg, diep in het dal verborgen en niemand wist er, wat op tien uren van daar was voorgevallen. Er zijn raenschen die op het eerste gezicht voor zich innemenen dat was met Doortje het geval. De schoolmeester zag het open, kindei lijk hoogmoe dige gelaat met de stralende donkere oogenhij las de wilskracht op het naar voren springend voor hoofd, de onbewuste bevalligheid in de houding van het meisje. Wel wierp hij zynen vriend een vragen- den blik toe, omdat het hem bevreemdde, dit eigen aardig wezen zoo armoedig gekleed te zien maar hij vroeg naar niets en Jean Baptist trok, na een roerend, afscheid van zijn pleegkind te hebben genomen, de wijde wereld in. Zierlein zelf geroeide spoedig be wondering voor het meisje, dat zoo stil haar weg ginghij praatte gaarne met haarhet werd hem een lust haar, die zoo aandachtig toeluisterde, iets te vertellen. Niet alleen voor zyne vrouw, maar ook hem was Doortje een hulp en een steunwant als hij ziek was, nam zij zijne plaats in de school in, met de waardigheid van een professor. Wat hij haar eens geleerd had, was voor altijd opgenomen in het heldere verstand van het meisje, evenals alles wat Jean Baptist haar had onderwezenen dikmaals gebeurde het, dat als hij het juiste woord niet kon vinden, zij hem op weg hielp. Zierlein bezocht sedert alle drie maanden zijnen vriend Bartel, om te gaan hooren of er nog altijd geen naricht van Jean Baptist gekomen was. Hij wist niet wat hij ton laatste met het meisje moest aanvangen, dat ongemerkt tot een statige jonkvrouw was opgegroeid. Een boerenzoon zou zij wel nooit trouwen, gesteld dat zoo oen in ernst op haar mocht verlieven. Er schoot dus niets anders over dan te trachten haar bij vreemden geplaatst te krygen, maar daartoe ontbrak hem de gelegenheid. «Laat 't maar aan het lot over, vriend!" antwoordde Bartel. «Ik ken Jeanni, die komt op een goeden dag, als we er het minst aan denken, boven water." Intusschen liet de huishoudster van den pastoor niet los. «Die weggeloopen meid" was haar een doorn in het oog, sinds den laatsten kerkgang, toen Doortje zich als een voorname dame had aangesteld. Zierlein had een erfenisje gehad en het meisje een «statieus" kleedje meegebracht. De tyd van de kerkwijding was aangebroken. Doortje durfde daarbij niet te ontbreken. Zij verscheen in het bewuste «statiekleed". Het kwam des avonds tusschen een paar jongens van het dorp tot messen trekken. Do gerechtsschryver werd naar het d%orp gezonden om de zaak te onderzoeken en Doortje werd aangewezen als de oorzaak aan deze bloedige affaire, want de beide ryke boerenzoons durfde men niet te moeien. Acht dagen na dit voorval bracht de pastoor Zierlein een bezoek, om hem mede te deelen, dat er voor Doortje plaatsing bij een aanzienlijke familie en wel by de gemalin van den overste van Barneveld in H. gevonden was. Wordt vervolgd*) in Marokko laat voortduren, zal niet alleen de toe komst van dat land hopeloos zijn, maar zullen ook weldra verwikkelingen ontstaan, die den voorspoed kunnen benadeelen van alle volken, die belang hebben bij de handhaving der vrije vaart in de Middel- landsche Zee en naar het verre Oosten. Zondagsbl Het ministerie van openbare werken in Frankrijk hoeft voor het congres ter behandeling van de be langen dor binnenlandsche scheepvaart een dik book doen vervaardigen, bevattende eone «statistiek der binnenlandsche vaart van Frankrijk." In dat boek komt eene merkwaardigo 'graphisohe kaart voor, die een overzicht geeft van het verkeor op de waterwegen van 1847 lot 1889. Uit welk overzicht bfijkt dat het vervoer, in 1847 bedragende 1813 millioen tonnen, (l), in 1848 daalt tot 1222; daarna geleidelijk stijgt en in 1853 2002 geworden is, doch in 1854 eene dalende richting aanneemt, die duurt tot 1858, toen het 1649 geworden was. Daarna weder stijging tot 1863, toen het 2.132 ge worden was; in 1864 was het 2.082, in 1865 2.059, in 1866 2.225, in 1867 2.029, in 1868 2.1723, in 1869 1.999 en in 1870, het oorlogsjaar, 1.448. Daarop werd de beweging weder stijgende en had met grootere en kleinere sprongen en schommelingen in 1880 weer het stnndpunt van 2.007 bereikt. Nu volgt eene aanhoudende en snelle stijgiug 1881 2.174 1886 2.798 2.265 1887 3.073 2.383 1888 3.180 2.452 1889 3.238 2.453 Dus eene toenemiug met ongeveer 50 pCt. Nu is in dien tijd dit moot er bij gezegd worden de lengte van bevaarbare rivieren en kanalen toegeuomen, at wel van 1094 myriameters in 1880 tot 1247 -iff' 1889, maar dit verklaart do snelle toeneming niet, te minder omdat de lengte van 1888 tot 1889 ongeveer gelyk gebleven is. Deze toeneming wordt alleen verklaard door de wet van 19 Februari 1880, die alle rechten op de scheep vaart heeft afgeschaft. Eene uitkomst te opmerke lijker, omdat zij eene algemeene stijging te zien geeft. Tot dusver, zegt de N. R. C.heeft men, althans hier te lande, zich uitsluitend kunnen beroepen op vrye wegen naast of tegenover belaste wegen. Men kon dus bewereu, dat natuurlijk do vrije vaart boven de belaste gekozen werd, maar dat dit eenvoudig eene verplaatsing was, met andere woorden, dat hel verkeer in het algemeen niet toenam, maar alleen op vrye wegen vermeerderde ten koste van dat op de niet-vrije. Dat bezwaar zoo men er al eenige waarde aan heeft willen hechten kan niet gelden tegenover deze ervaring, die door hare algemeenheid de onbe twistbare juistheid in het licht stelt van de stelling; dat vryheid van verkeer leidt tot ontwikkeling van het verkeer, en dus tot vermeerdering der algemeene welvaart. 1882 1883 1884 1885 (1) Per kilometer. VAK Van de openbare gebouwen en uit sommige par ticuliere woningen in deze gemeente is "lie rouwvlag uitgestoken. Driemaal per dag zal de klok luiden, 'a morgens van 8—9, a middags van 12—1, en 's avonds van 4—6 ure, en dit zal geschieden tot en met Maandag X December en eveneens op den dag der begrafenis en den dag daaraan voorafgaande. De dag der be- grafenis zal waarsohijnlijk zijn Dinsdag 9 December. Alle publieke vermakelijkheden zyn verboden tot en met Zondag 80 Novomber en eveneens op den dag der begrafenis. v Het overlijden van Zijne Majesteit WUlem III, asn de Staten-Generaal medegedeeld by de volgende koninklijke boodschap Mijne Heer en 1 r dieP bewogen hart vervullen wy den 'g™ V-r e?,nu W gevon »an het overlijden van onzen innig geliefden gemaal. kon'r,beWe,Gode Zijne Majesteit Willem III, heden tfi 7-1. ln den vroeKea ochtend van neaen tot Zioh te nemen, na een smartelijk ziekbed, at, met gelatenheid gedragen, in de laatste oogen ic m. kalmte wer<1 doorleefd. ?Üa o'ortuigd dat door u, myne heeren, en door geheel het Nederlaudsehe volk met innigen weemoed wordt gedeeld in den rouw van het ko- mnklyk huis. «En hiermede, myue heeren, bevelen Gods heilige bescherming. wy u in »Het Looden 23sten November 1890. «EMMA." 1 Door de firma Janssens is een gipsafgietsel van '8 Konings gelaat genomen. Naar men verneemt zal het vorstelijk overschot hoogst waarschijnlijk Maandag 1 December, des och tends half 12, 'per extra trein naar Den Haag wor den overgebracht. Denzolfden dag zullen de Koningin en de Koningin-weduwe to 108/4 uur in de residentie aankomen met haar gevolg, om aldaar dan geruimen tyd te verblijven. Zondag avond 30 November heelt oen plechtige lijkdienst op het Loo-paleis plaats, waarvoor dr. Beets uitgenoodigd is de lijkrede te, houden. Het geheele personeel is daarbij uitgonoodigd. De gepons. luiU-goneraal jhr. G. M. Verspijck, adjudant-generaal van wijlen Z. M. deu Koning, en jhr. J. II. van Capellen, vice-admiraal, adj.-generaal der marine en chef van het militair huis vau wijlen Z. M. zullen naar men bericht, naar Berlijn en St. Petersburg vertrekken, om aan de keizers van Duitsch land en Rusland het bericht van het overlijden des Konings over te brengen. Behalve de departementen van algemeen bestuur hebben ook de verschillende staats- on rechtscolleges den rouw aangenomeu. Ook ten paleize Het Loo wordt op het condoléance register druk getoekend door velen uit den omtrek. De schilder I). Josselin de Jong heeft op last van Hare Majesteit eene crayon-teekening gemaakt van het hoofd van den overleden Koning. Hot golaat heeft zijne rustige uitdrukking behouden. Naar men verneemt, zal het stoffelijk overschot van Z. M. den Koning worden neergelogd in een herme tisch gesloten looden kist, die aan do binnenwanden met matrassen van witte zijde is gecapitoneerd. Om deze kist zal eene kist van zwaar eikenhout worden geplaatst, die wederom zal omsloten worden door eene kist van prachtig gepolijst mahoniehout met zilveren garnituur. Dit garnituur bestaat uit twaalf massief zilveren handvatsels met de zinnebeelden des doods, en een gelijk aantal zilveren schroeven gedekt mot kronen. Op ^et» deksel wordt eene zilveren plaat vastgehecht, waarop gegraveerd zijn dö data van de geboorte en het overlijden. Onder deze dokplaat wordt eene opening gelaten, waarover een glazen plaat zal worden bevestigd, zoodat het gelaat vau den ont slapen Monarch zal zichtbaar zijn. De kist wordt gedragen door acht zilveren leeu- wenklauwen. De vervaardiging is opgedragen aan de bekende firma P. Mouton en Zoon, te VHage, die zich met den meesten spoed van de taak kwijten, zoodat de kist reeds gisteren avond vermoedelijk gereed zou zijn. Aan de autoriteiten der landmacht is, ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koning in-weduwe regentes, door den minister van oorlog ter kennis gebracht, dat voor den rouw wegens het overlijden van Zijne Majesteit koning Willem den Derde de volgende bepalingen worden vastgesteld De rouw zal rekenen in te gaan met den dag van hot overlijden. De duur van den rouw zal zijn drie maanden, waarvan zeven weken zware en zes weken lichte rouw. De zware rouw bestaat voor de officieren van de landmacht in het omfloersd dragen van de dragon en in het dragen van den rouwband met rosette; de lichte rouw in het dragen van een rouwband alleen. Gedurende de drie maanden van- -den rouw zal voorts geen groote parade worden gehouden, en zal bij het optrekken der wacht geen trom worden ge roerd of hoorn worden goblazen. Een buitengewoon nomraer van do Staatscourant bevat de navolgende proclamatie ln naam van Hare Majesteit Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wij Emma, Koningin-weduwe, regentes van het Koninkrijk Het heeft Gode behaagd mijnen geliefden en ge- ëerbiedigden Gemaal koning Willem den Derde, tot Zich te nemen. Ruim een-en-veertig jaren schaarde zich het Nederlandsche volk om zijnen troon, en gedurende dit tydvak werden, onder 's Heeren zegen, rust, vrede en welvaart aan het vaderland geschonken. De Kroon is door zijn afsterven, dat ons allen met diepen rouw vervult, overgegaan op mijne be minde dochter Wilhelmina Helena Pauline Maria. Haar Troon vinde zynen hechten steun in de innige trouw en verknochtheid van het Nederlandsche volk aan het Huis van Oranje. Moge de Almachtige God de gebeden verhooren, die tot Hem opgezonden worden voor onze koningin WilhelminaHij neme haar onder zijne heilige hoede en bescherming. Krachtens de wet ben ik gedurende hare minder jarigheid geroepen als regentes van het koninkrijk het koninklijk gezag voor haar waar te nemen. Vertrouwende op Hem, in wiens hand het lot is der vorsten en volkeren, neem Ik de Mij toevertrouwde regeeringstaak op Mij, met de bede, dat hare ver vulling in allen deele mogo strekken tot heil van' land en volk en tot bevestiging van het koninkrijk. Lasten en bevelen, dat deze proclamatie in al de gemeenten des rijks zal worden aangeplakt en afge kondigd ter plaatse waar zulks gebruikelijk is, en dat zij in het Staatsblad zal worden geplaatst. Paleis Het Looden 24sten November 18.90. Emma. De proclamatie draagt de mede—onderteekening van al de ministers. Omtrent de verkiezingen in Italië ia tot uu toe het volgende bekend Gekozen zijn 814 ministerieel- gezinden, 20 van de oppositie der linkerzijde, 10 van de oppositie der rechterzijde, 36 radicalen en drie socialisten. De minister-president Criapi is in 4 districten gekozen. De ministers van marine, van justitie en van landbouw en de onder-secretaris van staat bij buitenlandscho zaken zijn allen herkozen. Te Milaan verliezen de radicalen twee zetels. De' verkiezing van den irredentist Bnrzilai gaf te Rome aanleiding tot vele manifestatiesmen ging naar de woning van Imbrmni om hem toe te juichen. Allerwegen hebben de regeeringsgezinde candidaten eene groote meerderheid behaald. Van de 22,500 ingeschreven kiezers in het arronr dissement Brussel zijn 16,000 tor stembus opgekomen) Met eene meerderheid van ruim 1500 stemmen is de liberale candidaat Charles Graux gekozen. In eene schitterende rede, door den gekozene uitge sproken in de vergadering der „Ligue libérale», zeide hij dat zijne verkiezing beteekont do overwinning der eendracht onder de liberalen en dar herziening van de grondwet. Na afloop dezer vergadering is de heer Graux in triomf naar de zaal der „Association libé rale» geleid. De Duitsche Rijksdag zal op 2 Dec. a. s., des namiddags te 2 uur, geopend worden. Aan de orde van don dag is de eerste beraadslaging over het wetsontwerp betreffende de inlijving van Helgoland bij het Duitsche rijk, en over het voorstel betref fende het toezicht op den oeconomischen toestand in Elzas-Lotharingen. In eene proclamatie, onderteekend door al de Luxemburgsche ministers, wordt kennis gegeven van het overlijden van den Koning-Groothertog, die het land achterlaat in diepen rouw, maar ook in een toestand van vrijheid, onafhankelijkheid en voorspoed. De geschiedenis zijner veertigjarige regeering zoo luidt het verder getuigt van ruime binnenlandsche autonomie, van vrijheid, vooruitgang en onafhanke lijkheid. De dankbaarheid en de zegen des volks zullen hem in het graf bijblijven. Met Willem III is de oudste mannelijke lijn van het roemrijke Huis van Nassau uitgestorven, waarvan de kroon thans met volle recht op Hertog Adolf van Nassau overgaat. Met vast vertrouwen ziet het land de bescherming zyner belangen en geheiligde rechten in hadden van hertog Adolf overgaan Het verleden van den sjm- pnthieken en fleren hertog doet allen godenken aan de ridderlijke toewijding, waarmede de réttnt zyne moeiolijke plichten heeft vervuld, en heeft Tem aller harten doen winnen. Luxemburg ziet kalm en ver trouwend de toekomst to gemoet. Met de kroon zal de Hertog de getrouwheid, den eerbied en de onwrik bare genegenheid erven, welke dé Luxemburgers altoos den souverein hebben bewezen. God beschérme don souverein, de hertogelijke familie en het dierbaar vaderland, die voor altoos onafscheidelijk aan elkaar verbonden zijn. De nieuwe groothertog wordt aanstaanden Woens dag verwaoht om den eed af te leggen. Hy' zal de autoriteiten aan hot Luxemburger station ontvangen, maar zal op het kasteel van Walferdange zijn intrek nemen. De strijd tusschen de Duitschers en Ctechen in Bohome is weer een schrede gevorderd, maar ot daardoor de kansen voor de aanneming van het bekende vergelijk wel zyn gerezen, wordt ernstig betwijfeld. Toen in don Boheemschen landdag het ontweip ter sprake kwam betreffende de verdeeling van den landbouwraad in oen Czechische en Duitsche af- deeling, stelden de Jong—Czechen, die nog steeds by hun verzet blijven volharden, voor het ontwerp niet in behandeling te nemen. 'Dit voorstel werd echter verworpen mot 158 tegen 53 stemmen. Ook de leider der Ond-Czechen, dr. Rieger, stemde tegen, hetgeen een der Jong-Czechen aanleiding gaf hem voor een „verrader" uit to maken. Hierdoor ont stond een groot kabaal, maar eindelyk gelukte het toch den stadhouder de órde te herstellen. Deze uitslag is dus gunstig voor de Duitschers, vooreerst omdat Riegers zioh openlyk voor het ver gelijk verklaarde, en ten tweede omdat dus het ont werp in behandeling zal worden genomen. Toch zijn de Duitschers niet tevreden over de stemmen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2