EEH PLEEGKIND.
„EN.
I
oping
D,
aeisje,
n disponibel
ld; liefst in
BINNENLAND.
Donderdag 27 November.
CS° 4387.
isyo.
Nieuws-
en
FEUILLETON.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
£OLEN, 1
geleverd tot
lud
5RT.
De intending van advertentlön kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave.
i
Dit luidt aldus
aan het Ba-
an k Zoon.
De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks
met uitzondering van Zon- es Feestdagen.
De pqje per drie maanden ia 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
oemde No-
R te Gouda.
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschijnt.
leer G. O*
Notarü.
srd Gulden
leele leven:
r f 8.11,
3.71,
4.53.
iche Cou-
len door het
KMAN en
otaris
SEVER,
Tegenwoordig waren 15 loden (afwezig waren de
igen) waaronder
Voorzitter met
(Naar Iet Duiteci.)
XII.
goudsche courant.
oensdag tot
lading puike
1 1890, des
jement «hst I
3ER, op het
contracten
bjj de Rok
znpen,opge-
m en tegen-
de Heeren
F. G. 8IL-
N, als Com-
IKN Jbaa,
LEUE, als
te verkrjj-
Reguliers-
indenten in
en bjj de
RAUERJ
en C. H-
te Utrecht,
en, best
in den Zuid-
Moordrecht,
tiaren.
si)
Doortje zat des avonds op de bank voor de woning
van den schoolmeester. Zij dacht aan den zoo spoor
loos verdwenene, aan Jean Baptist, haren pleegvader.
Zjj was droevig gestemd. Vlak boven haar vlogen in
de blauwe avondlucht, tusschen de torenspits en den
zoom van het woud, twee valken rond, wier schel
geschreeuw haar aan hare kindsheid herinnerde en
aan den man, die haar zoo onvergetelijk was.
Zooals zjj meermalen op feestdagen deed, had zjj
den sleutel van de kerk genomen en wsa zij den
toren opgeklommen, om zich ie verlustigen in den
aanblik van het groene vreedzame dal. Maar zjj zag
den Rijn niet, die door de heuvelen langs den oever
aan haren blik werd onttrokken. Telkens als zij zoo
eenzaam daar boven stond, moest zy zich herinneren
wat Jean Baptist haar in den nacht voor de ontvluch
ting uit het stadje had gezegdAls hij daarboven uit
den hoogen toren de plaats waar zijn Doortje ver-
toèfde niet meer kon zien, zoude ook hij bet er niet
langer kunnen uithouden. Hy was dus weggetrokken
AD VERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GR00TE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
hare voortreffelijke moeder, wordt gevormd tot de
gewichtige maar moeilijke taak, die haar eenmaal
wacht, gevormd door baar voorbeeld tot draagster
der schoonste en verhevenste deugden.
Koningin Wilhelmina, door bare geboorte en over-
i eenkomstig de Grondwet thans onze Wettige Koningin,
zij verzekerd van onze hulde en trouw, onwankel-
i bare trouw in lief en leed.
Als wij ons dankbaar willen toonen voor het vele
goede genoten onder de regeering van onzen afge
storven Koning, ah wij Zyne nagedachtenis willen
eeren, dan kunneu wy dit niet beter dan door de
gehechtheid en liefde, die wy Hem toedroegen, over
te brengen op de Dochter, die hij zoo lief had.
Als Hy ’thad aan te wyzen dan zou Hy dit dank
offer boven alles begeeren.
My'ne Heeren I Laten wy hopen dat het Neder-
landsche volk ah één man zich schare om den troon
van onze Koningin, tot verlichting der taak van Hare
I Doorluchtige Moeder, die zich met zooveel liefde
wydt aan de belangen van Nederland.
God zegens onss Konhanaw» bare Koninklijke
i Moeder, God behoede ons dierbaar Vaderland
Myne Heeren I Heeft het Nederlandsohe volk een
zwaar verlies geleden, niet minder het Koninklijk
i Huis. Der Koningin h een Vader ontnomen, die
i met zorgvolle liefde over hare jeugd waakte. De
Koningin-weduwe heeft haar geëertnedigden en ge-
l liefden gemaal verloren.
Het zal, dnnkt mij, in Uwe bedoeling liggen aan de
i voeten van den troonde betuigingnederte leggen dat wij
deelen in hot verlies, dat bet Vorstelijk huh heeft getrof
fen en Hare Majesteit de Koningin-Weduwe toebidden
dat Haar kracht moge worden geschonken haar groot
verlies met gelatenheid te dragen en de moeilijke
taak te verruilen, die haar wordt opgelegd.
In die verwachting hebben B. en W. gemeend een
ontwerp-adres te moeten opstellen, dat zy de eer
hebben aan Uwe goedkeuring te onderwerpen.
Aan Hare Majesteit
de Koningin-Weduwe,
Regentes van bet Koningrijk
der Nederlanden.
IE-, SMEÊ-
ade prjjzen.
Mevrouw 1
De treurmare van het overlijden van Uwer Ma-
jèsteits geliefden en geëerbiedigden Gemaal, Koning
Willem de Derde, is zoowel door de bevolking als
door den Gemeenteraad van Gouda met diepen wee
moed vernomen.
De dood van den voortreffelyken Vorst, Wiens
lange en zegenrijke regeering zich kenmerkte als een
tijdperk van rust, orde en welvaart voor het Va
derland, is voor de Natie een zware slag, die zooveel
te meer wordt gevoeld bij de gedachte welk smar
telijk verlies Uwe Majesteit en het Koninklijk Huis
van Oranje-Nassau getroffen heeft.
Uwe Majesteit vergunne den Gemeenteraad ook
namens de Ingezetenen Haar zijne innige deelneming
in deze droeve dagen te betuigen en de hoop te
voeden, dat Haar de kracht niet zal ontbreken het
bittere Itfsd met berustend vertrouwen te dragen.
Dankbare hulde brengende aan de nagedachtenis van
Koning Willem III verzoekt de Raad Uwe Majes
teit eerbiedig de verzekering te willen aanvaarden
van zijnen trouw en gehechtheid aan Hare Majesteit
Koningin Wilhelmina met den wensch, dat de door
Uwe Majesteit in Haren naam gevoerde regeering in
alle opzichten gelukkig en voorspoedig moge zyn.
De Raad der gemeente Gouda,
De Secretaris, De Voorzitter,
BROUWER. Van BERGEN IJZENDOORN.
Gouda, don 26 November 1890.
De Baad vereenigde zich met dit ontwerp-adres
en stelde dit vervolgens rast.
De vergadering ging daarop uiteen.
GOUDA, 28 November 1890.
Heden vergaderde de Gemeenteraad tot vaststel
ling van een adres van rouwbeklag aan H. M. de
Koningin-Weduwe.
r-
- w- w
hh. ven der Garden en van Vroumüy
ook de heer Ondyk, die door den
zyn herstel werd geluk gewensoht.
De Voorzitter, Mr. A. A. ran Bergen IJzen-
dporn, hield daarop de volgende rede:
Mype Heereu I
Met diepe smart is in deze gemeente evenals door
geheel het land de dood des Konings vernomen.
Door dien dood heeft het Vaderland een onher
stelbaar verlies geleden.
In Willem III is ons een Koning ontnomen, die ge
durende een veertigjarig tijdperk ons land geregeerd
hoeft on onder wiens bestuur wy vrede en een onge
kends* naorspoed genoten,' een Koning, die hoog
verheven boven alle partijen, do rechtvaardigheid
betrachtte, een vriend des volks was en een consti
tutioneel Vorst by uitnemendheid.
Het valt ons zwaar, onnoemelyk zwaar Hem van
ons te zien weggaan, don heren Oranje-Vorst, den
laatsten telg van een roomrijk Vorstenhuis, dat meer
dan 8 eeuwen door de nauwste banden aan ons land
was verbonden.
Wy kunnen begrypen dat menigeen met beklemd
gemoed de toekomst te gemoet gaat
Maar toch, één troost bljjft ons over, uit den
ouden stam ontsproot een tëodere twyg, die naar
wjj hopen en bidden zal opwasaen tot een krachtigen
boom, onder wiens schaduw het volk van Nederland
vrede en welvaart moge genieten.
De kroon van Nederland is thans geplaatst op het
hoofd der jeugdige vorstin, dié onder het oog van
w—
op den zwerftocht, zonder haar nog eens vaarwel te
zeggen, wijl dit zoowel hem als haar slechte noode-
loos smart zou hebben veroorzaakt.
De valken in de Incht spraken haar ook nu van
l hem en van den ongelukkigen Jacob, van de arme
Lite en de verweesde kinderenO, de vogels
hadden het goed; hun vleugels brachten hen waar
zy wilden en als de herfst naderde, trokken zy weg,
erenals in het vorige jaar
Zierlein kwam zich op de bank zetten. Hij, de
bleeke, magere man, die nooit klaagde, hoewel hy
altyd ontbeerde, was thans eemgazins opgewonden
hy nam een der rijsjes, waarvan het meisje een
mandje vlocht, in de hand en trok er strepen mede
in het zand, en zeide eindelijk aarzelend: voor hem
was de wereld afgesloten; hem heeft zij met geschon
ken, wat zy hem eens had beloofd; hy denkt aan dat
alles niet meer; maar of zy, nu zij volwassen was,
geen lust gevoelde om de wereld in te gaan, wan
neer zich ergens een goed heenkomen voor haar
mocht voordoen.
Zwygend schudde Doortje het hoofd, terwijl een
zucht aan hare lippen ontvloed.
„Ik kan mij niet voorstellen,” zeide zij voor zioh
heen, .dat gij u van my wilt ontdoen, mynheer
Zierlein I”
„NOen, Doortje, stellig wil ik dat niet I Je kent
mij,” sprak de onderwijzer mot ontroerde stem, „maar
ik ben ’t aan je verplicht over het voorstel van den
pastoor te spreken.” b
Doortjes gelaat werd door een hoogen blos over
togen. Van den pastoor viel voor haar niet veel
goeds te verwachten. Het vlechtwerk beefde in
hare band.
„Hy heeft my gesproken over eene plaatsing, welke
hy voor je had bij een voorname familie, in je ge
boortestad.”
„Er zyn daar geene voorname families, en een
geboortestadI
„Ik meende, omdat je dikmaals met ingenomen
heid sprak
„O neen! Ik sprak alleen maar van den armen vader!”
„Zoo, zoo I Ik begryp bet Doortje. Maar het is
mijn plicht je tenminste bekend te maken met het
voorstel van den pastoor. Hy sprak over eene me
vrouw van Barneveld, vermoedelyk eene Hollandsche
damehaar man is overste.
Het halfafgewerkte mandje viel het meisje van den
schoot; zy liet de handen rusten en keek met een
strakken blik voor zich uit.
„Je kent die dame!1”
„Ja!” Haar antwoord klonk toonloos. Zy gaf
het zonder op te zien.
„Versta mij niet verkeerd Doortjel Wij zullen zeer
bedroefd zijn als je van ons weggaat, dat weet je 1”
Doortje voelde het bloed opstygen naar hare wan
gen. Zij stond op en keerde zich om, teneinde hare
ontroering te verborgen.
„Ik zal er mij op bedenken, mynheer Zierlein.”
Zonder hem aan te zien, liep zij rechtuit door do
I
11