BINNENLAND.
Bultenlandsch Overzicht.
xni.
noodigen. Wis van die allen nu het best n
zou lijken, daaromtrent durveu wij geen uit
spraak te doen. Ga bij allen eens zien, koop
en proef wat, dan zult ge spoedig uw keuze doen.
Bij den een zal u dit, bij den ander dat artikel
bevallen. Goede waar toch prijst zich zelf
aan en "wjj verzekeren u, dat het de moeite
waard is in al die winkelt een kijkje te gaan
nemen. Rjjke keus van lekkers voor de jeugd
en surprises voor groot én klein. Wij hou
den ons overtuigd, dat gij nergens onverrichter
zake zult heengaan. Uw voorraad wordt stel
lig steeds grooter en uw beurs lichter, maar
't is ook maar eens St. Nicolaas en al deze
heeren zulleu u met genoegen helpen in het
vervullen van uw taak: de gezichten der
sche jeugd van blijdschap te doen stralen.
Ja, aan de jeugd denkt men toch maar in
de eerste plaats op zoo'n feest. De echte
pret met Sinterklaas is bij de kinderen, al
wordt het steeds meer het gebruik, dat ook
groote menschen elkander cadeau's toezenden.
Daarom kom ik nu maar met het speelgoed
op de proppen. Er moet toch ook iets ge
geven worden, dat onze kinderen niet dadelijk
opeten. Nu, van dien aard kunt ge ruime
sorteering vinden bij Stroeve op de Markt
(ge weet wel in dien winkel, waar wij in onze
jeugd het moois gingen zien bij Juffr. Schou
ten). Daar is heel wat te kijk, veel meer
dan toen wij nog onze eerste broekjes droe
gen. Men bljjft hier ook met den tijd mee
gaan. Dat ziet gij ook in de magazijnen van
Huinck (Hoogstraat), Backer (de Bazar, Oost
haven) en Mej. De Jong (Tiendeweg), waar
gij in alle prijzen terecht kunt, wonderen van
kunstvaardigheid naast wonderen van goed
koopte: poppen, doozen, tooverlantaarns, te
veel om op te noemen en waarmede gij wel
een heel regiment schoolkinderen gelukkig
kunt maken, mits de commissie maar flink in
bus blaast. Een troost is er echter: ieder
vindt er van zijn gading, groote en kleine
beurzen kunnen er terecht. Laten wij er
schoon minder als speelgoedmagazijn meteen
Schmidt, voorheen Wed. Boelsums, bijvoegen.
Daar zijn kunstvoorwerpen, snuisterijen, huis
houdelijke artikelen, ja wat niet al, te beko
men, die zich uitstekend voor geschenken aan
de leden uwer notabele families eigenen. Ga
gerust aan al die adressen eens een bezoek
brengen; als ge zegt, dat de redactie'van de
Goudsche Courant U gerecommandeerd heeft,
dan kunt ge zeker zijn, dat men U wel zal
ontvangen en de etalages op uw gemak zult
kunnen bewonderen. Bewonderen, dat is het
rechte woord; ik vrees dat ge uw dames vooreerst
niet wmeekrijgt, als zij er eenmaal in zjjn.
Voor ditmaal zij dit voldoende. Gebrek
aan tgd noodzaakt ons het thans hierbij te
laten. Spoedig hoort gij meer.
gloeiende oogen, het haar, door een snelle beweging
van het hoofd, over den schouder worpend, wachtte
zij met gebalde vuisten den aanval af.
Jan lachte luidkeels.
„Nu baat geen tegenspartelen; wij hebben samen
nog een rekening te vereffenen voor wat toen gebeurd
isOntsnappen kun je niet en een goudviscb als jij
bent laat ik niet uit het net glijden
Met beide banden trachtte hij het meisje vast te
houden, wier adem hem het gelaat beroerde.
„Ellendige jongen!" riep Doortje, terwijl zij hem
met beide handen een stomp tegen de borst gaf en
zijwaarts het bosch invloog, waar zij, door eenreus-
achtigen beuk in den rug gedekt, staan bleef. „Zeg
het aan de heele wereld, dat ik hier benschreeuwde
zij Jan toe, wiens voet op de glibberige bodem van
het bosch was uitgegleden. „Jij echter, ellendige
jongen, zult mij met vrede latenOf meen je, al stel
je nog zoo voornaam je aan, dat ik niet evenals ieder
een al lang geweten heb, dat je een van de straat
opgeraapt kind bent, dat van de genade van anderen
leeft
Het bloed begon Jan te koken. Hij drukte de
tanden op elkaar, dat het knarste en in blinde woede
opstuivend, wilde hij zich bp het meisje storten.
„Terug, als je leven je lief isriep Doortje uit.
Om zich heen grijpend had zij het geweer, dat tegen
den boomstam stond, gevat en tot hare verdediging
opgenomen. In hare overspanning slechts op tegen
weer bedacht, trok zij den haan over en legde het
GOUDA, 27 November 1890.
Onze stadgenoot, de hoer D. Samsom, heeft in
zijn magazqn op de Markt eene prachtige rouw-
étalage aangebracht Het welgelqkend borstbeeld
van Z. M. den overleden Koning staat op een voet
stuk, waarop de inscriptie: «Hulde aan de nage
dachtenis van Z. M. Willem IIIKoning der Neder
landen.» Daarvoor ligt in knielende houding H. M.
de Koning-Weduwe in rouwgewaad, terwijl achter
aan de étalage de buste van de jeugdige Koningin
Wilhelmina to zien is. Verscheidene immortellen
kransen completeeren de étalage, die niet alleen als
eerbiedige hulde aan den goHofden Overledene alle
aandacht verdient, maar ook door hare keurige uit
voering der bezichtiging overwaard is.
De afdeeling van den Raad van State voor de ge
schillen van bestuur behandelde gisteren het geschil
tusschen de gemeentebesturen van Gouda en Kra
lingen over de woonplaats van den armen krank
zinnige Willem Sterkenburg. Rapporteur de staats
raad mr. De Vries. De secretaris der gemeente
Kralingen lichtte de belangen dier gemeente toe.
De koninklijke beslissing volgt later.
De Afdeeling Gouda van het Ned. Ond. Gen. ver
gaderde gisterenavond in het lokaal van den heer
A. Dam. Bij de opening herdacht de Voorzitter de
heer R. Leopold, het treurig verlies door iedoren
Nederlander dezer dagen geleden, en uit den wensch
dat der jeugdige Koningin eene langdurige, voor
spoedige regeering moge ten deel vallen.
Na afdoening der huishoudelqke zaken hield de
heer B. P. van Cittert de vergadering eenigen tijd
aangenaam bezig met de voordracht van twee mono
logen getiteld«Een goed geheugen" en «Een
weinig verstrooid".
Van de hand van onzen vroegeren stadgenoot, den
heer Willem van Leer, is eene levensbeschrijving
verschenen van den tooneelspeler C. P. T. Bij$t,
bij gelegenheid van diens 30-jarigen tooneeldienst
welken hij Maandag 1 December a.st. hoopt te her
denken met de opvoering van Molière's Tartuffet
waarin de heer Bigot de titelrol vervult. Het boekje
is onderhoudend geschreven, bevat een goed gelijkend
portret van den acteur en zal zeker door alle too-
neelvrienden met belangstelling gelezen worden. De
heer Bigot is thans een der directeuren van de
Salon des Variétéste Amsterdam, waar genoemde
opvoering plaats heett.
Thans wordt gemeld, dat op Vrijdag 5 December
de teraardebestelling van het stoffelijk overschot van
den Koning zal plaats hebben.
De gelegenheid voor het publiek om een bezoek
te brengen bij de lijkbaar van Z. M. den Koning ten
paleize in den Haag zal bestaan a. st. Dinsdag en
Woensdag van 1 tot 4 uur.
Uit het Loo wordt omtrent de plechtigheid der
kisting van 's Konings lqk het volgende bericht
Te 8 uren Dinsdag avond kwam uit de residentie
de reeds beschreven lijkkist aan die het stoffelijk
hulsel des Konings zal bevatten. Nadat de kist per
geweer aan. «Terug, of er gebeurt een ongeluk
schreeuwde zij nogmaals, zoodat hst door het bosch
weergalmde. Daar vatte een hand haar van achteren
bij den arm. Het geweer ging af, een sohot knalde
en met een kreet van woede viel Jan achterover,
met beide handen het gelaat bedekkend, waar het
bloed langs liep.
Er ontstond eeu worsteling, Jans jachtgenoot had
haar te laat het wapen ontrukt. Hij vatte haar
bij den schouder en trachtte met een snelle beweging
haar van den grond op te lichten. De worsteliog
tusschen die beiden duurde eenige secondenop het
gesteun nevens hen sloegen zij geen van beiden acht.
Met de lenigheid van een eekhorentje wond het
meisje zich los uit de armen van den jongen man.
Deze gleed uit op het mos en viel met het voorhoofd
tegen een boomstam. Beiden achter zich latend, door
den blaffenden hond vervolgd, met vliegende haren,
vloog het meisje over sloten ep velden en sprong
over het kreupelhout heen den 'tlorpsweg op.
Met de suelheid van den wind verspreidde zich in
het dorp, het gerucht dat de zoon van den landheer
uit Rodenthal met zijn kameraad, die bij hem logeerde,
op de jacht een ongeluk was overkomen.
Men had de beide jongelieden met verbonden ge
laat in de dorpsherberg gebrachtnaar het naburige
stadje waren boden gezonden om een arts te halen.
wagen van Apeldoorn naar het paleis was vervoerd,
begon de treurige plechtigheid even véor 9 uren.
De heer Vlaanderen, 's Konings arts, was by de
plechtighoid tegenwoordig. In de sterfkamer werd
het lijk van het doodsbed op het laken in de kist
neergelegd, waarna deze op eene kleine hand baar werd
geplaatst en door vier lakëien twee kamerdienaren,
twee onderadjudanten-ordonnancen en een sergeant-
majoor-geweermaker word gedragen naar de audiëntie
zaal. De heer Vlaanderen, graaf Dumonceau enjhr.
De Ranitz begeleidden den treurigen stoet door het
paleis. Aan don ingang der rouwzaal werd de stoet
opgewacht door de heeren jhr. Roëll, jhr. Van de Poll,
baron Taets van Amerongen en baron Van Tuyll van
8erooskerkeu. De architect de heer P. W. F. Mou-
ton verleende bij de ovorbrenging zijn bijstand. De
looden kist wordt eerst gisterenmiddag dichtgesoldeerd,
terwijl het eikenhouten omhulsel tijdolijk is dichtge
schroefd.
In de rouwkamer, waar het lijk thans rust, is het
Smyrna's verkleed met een zwart overtrek bedekt.
Langs de wanden hangen met krip omwoelde lusters.
Op den schoorsteen en aan den ingang der zaal
branden waskaarsen. De kist is op twee niet hooge
schragen geplaatst iu een berceau van hoog opgaand
groenaan weerszijden staan candelabres met bran
dende kaarsen. Op ieder, die het rouwvertrek
binnentreedt, maakt het een diep plechtigen indruk.
Kwart voor tien uur was de droevige verrichting
afgeloopen. Twee kamerheereu bleven in de zaal
achter ter bewaking.
De rouwstoet, welke het stoffelijk overschot van
don Koning van hot Loo naar de residentie begelei
den zal, zal eenvoudig zijn.
Achter den koninklijken rouwwagen zullen zich
vier volgnjtuigen aansluiten, waarin gezeten zijn de
grootofficierende kamerheer-ceremoniomeester en
kamerheeron van het Huis van den ontslapen monarch.
De rouwtrein van de S'aatsspoorwegraaatschappq
gaat over Amersfoort, Utrecht, Woerden en Gouda,
waar het garnizoeu onder de wapenen komt tot het
brongen van het eeresalut.
Te 's Hage aan het Staatsspoorweg-station (voor
malig Rijnstation) aangekomen, wordt het koninklijk
lijk overgebracht in den rouwwagen, die, gevolgd
door den kleinen stoet, denzelfden weg naar het
paleis zal nemen als Z. M. de Koning tijdens zqn
leven steeds gowoon was te volgen, t. w.Rijnstraat,
Bezuidenhout, Prinsessegracht, Korte en Lange Voor
hout, Heulstraat en Noordeinde.
Het geheele garnizoen der residentie komt onder
de wapenen, en ook zal de schutterij Maandag tot
den dienst worden opgeroepen.
Bij de Dinsdag te Amsterdam gehouden verkie
zing van een lid van don Gemeenteraad zijn uitge
bracht 6592 stemmen. Van onwaarde 93alzoo
6499 geldige stemmen.
Gekozen is Mr. W. 8. J. van Waterschoot van
der Gracht, rpet 3678 steramen.
DeHeer A. Rot verkreeg 1764, de Heer B.
Poesiat 906 stemmen, terwijl 151 stemmen op ver
schillende andere personen waren uitgebracht.
Staten-generaal. Tweede Kamee. Zitting van
Woensdag 26 November.
Het adres van rouwbeklag aan Hare Majesteit de
Koningin-weduwe-Regentes is een zeer gematigd
stuk. Er wordt gesproken van de ontroering, waar-
Het oog van den een was door een hagelkorrel getrof
fen, het voorhoofd van den ander, zwaar, hoewel niet
gevaarlijk, gewond; en deze was in staat de ge-
wenschte inlichtingen over het voorgevallene te geven.
«Doortje klonk het allerwegen. «Alsof zq er
aan gestorven zou zijn, als de jonge heeren haar ge
kust hadden voegden de vrouwen er spottend bij.
Het alarm werd luider iu het dorp, welks autori
teiten zich iu allerijl naar de herberg begaven.
Intusschen was Doortje ademloos, met vuurrood
gelaat en vliegende haren den tuin van het huis vau
den schoolmeester ingevlogen, waar zij op een bank
neerviel. Zij verborg het gelar.t in haar voorschoot
en begon zoo hevig te snikken, dat Zierlein, clie juist
achter bij zijne bijenkorven was, naar voren ijlde.
«Om Godswil, Doortje, wat is er g^eurd riep
hij, hare beide handen grijpend en met geweld van
haar betraande oogen rukkend. «Ik zie de menschen
te hoop loopen wat is er geschied F"
Doortje, wier handen nog door den onderwijzer
vast gehouden werden, wier tranen nog over de wan
gen stroomden, staarde somber en wfokkend voor
zich heen. De aderen op haar voofhoofd waren ge
zwollen, hare handen gloeiden en schokten, haar
borst bewoog zich onstuimig op en neef.
«Ik heb Jan neergeschoten!" zeide zij, terwql een
nieuwe tranenstroom hare oogen ontvlood, «Janj,
J riep zij over het gebeele lichaam bevend.
Wordt vervolgd
mede de Tweede Kamer het owerlqden vernomen
heeft van den zoon uit het roemruchtig Huis vsn
Oranjevan de erkentelijke hulde die de vertegen
woordigers der natie brengen aan den vorst, die
gedurende een lang tijdperk zqne krachten wijdde
aan de bevordering der belangen van den Staat.
Verder wordt er op gewezen dat de Koning zijne
belofte van 1849 getrouw is nagekomen om aan de
Grondwet volledige werking te geven, en dat zijn
naam verbonden is aan vele belangrijke maatregelen.
Ton slotte betuiging van deelnoming in het verlies,
dat het Koninklijk Huis heeft geleden, de verzeke
ring van trouw voor de toekomst en de inroeping
van Gods zegen. Volstrekt geen opgeschroefde ver
heerlijking van de verdiensten van den overledene.
Intusschen kon het ontwerp niet behagen aan den
heer Domela Nieuwenhuis, die aan geen enkele der
werkzaamheden van de laatste weken heeft deelge
nomen, doch dezer dagon weder eens op zijn bank
was verschenen. Dat de heer Nieuwenhuis hoege
naamd geen rouw gevoelt bq den dood van den
laatsten raannelijken telg uit het Vorstenhuis van
Oranjedat hij, die beweert republikeiii to zijn,
geen behoefte gevoelt om zqne deelneming te be
tuigen bij hot uitsterven in rechte mannelijke
Jqn van hotgeen een buitonlandsch republi-
keinsch dagblad «la dynastie républicaine" genoemd
heeft, dit misgunnen wij hem en zijn niet zeer
talrqken vrienden niet. De Schoterlandsche afgevaar
digde, die aan deze Kamer bet recht betwist zich ver
tegenwoordiging des volks te noemen, bad, zichzolven
alzoo ook onbevoegd verklarende, zeker betor gedaan te
zwqgen.
Intusschen kunnen wij den spreker dankbaar zijn
dat zijne rede gematigd was. Hq begreep trouwens
zelf wel, dat de Kamer in de gegeven omstandig
heden weinig geneigd zou zqn een niet gematigde
rede aan te hooren.
Het was goed gezien, dat geen der leden op de
aanmerkingen van den Schoterlandschen afgevaar
digde antwoordde. Er zy'n zaken waarover men
liefst niet in discussio treedt, allermiust in oogen-
blikken als thans. Het voorstel der commissie is
met 83 tegen 1 stem aangenomen. Het zal aan de
Koningin worden aangeboden door eene commissie
uit de Kamer met den presideut aan het hoofd.
Leden dier commissie zijn de redacteuren van het
adres, benevens het oudste lid in jaren, de heer
van der Schriek, ,en de twee oudste leden naar an-
oienniteit, de hoeren van Kerkwqk en Viruly.
De raad van beheer der kon. vereeniging «Het
Ned. Tooneel" heeft besloten, niet gebruik te maken
van de tqdelijke vergunning tot het geven van too-
neelvoorstellingen na 30 November a. s., en dus geene
opvoeringen te doen plaats vindon dan na de begra
fenis van Z. M. den Koning, en dit als dankbare
hulde aan haren koninklijken beschermheer.
Voor uitgebreide kringen zal het van groot gewicht
zijn te vernemen, hoe de oudste en ervarenste van
alle levende doctoren, na Brehraer, die longlijders be
handelen ln gesloten inrichtingen, hoo dr. Dettweiler
M.i fl' ns^'n' l'on'tt over de werking van Koch's
ontdekking in de toekomst op de behandeling van
longlijders. Daarom deelen wij hier het antwoord
mede, dat dr. Dettweiler gaf op de vraag van een
Zijner vroegere patiënten over dit alles bewegende
vraagstuk8
Falkeotteix in den Taunus 20 November.
„Hoewel ik het zeer druk heb, wil ik toch volgaarne
aan uw vriendelijken wensch gehoor geven, door mijne
meening te zeggen over de ontdekking van prof.
heele wereld in beweging brengt, even
als over de houding, die de natuurlijkerwijze zeer ge
spannen doctoren en patiënten hierbij, naar mijn oor
deel, moeten aannemen. Ik houd mij daarbij liefst
aan de vragen, die gij mij hebt gesteld en daarom zeg
w°feret 611 'onduit, dat ik na een verblijf
W '!ag?U, ,tu Berliin' garende welken tijd de
Tnn-llol.u ,,z mÜ °P de vriondelijkste wijze
e' .f «lotsom van mijne ervaringen en waar-
n ndon zieken sterk afraadt een overijlde reis
naar Berlijn te ondernemen. Het middel van den
.°°e' °P het oogonblik nog slechts in
S "age hoeveelheden voorhanden, en voor zoover
f',.2?' het vooreerst alleen wordon uit-
E5 klinieken en gasthuizen, benevens aan
enkele doktoren, die zich op dit gebied een buiten
gewonen naam hebben verworven, teneinde hen tot
verüero proefnemingen in staat te stellen.
i pree'iseerende geneesheeren zullen dus voor-
°Plg» totdat een nieuwe voorraad is vervaardigd,
£0 wongen zijn zeer zuinig te zijn met hetgeen hun
evertrouwd, doch ik ben er zeker van, dat zij in
g en gsval zullen kuntien voldoen aan de eischen, die
wordt °°r tij1 0 ri^)e9f; hrij folijkeu toedrang van zieken
In geen vorm kan er twijfel bestaan over de spe-
werking van het middel ik zelf heb mij
daarvan in talrjjke gevallon kannen overtuigonten
minste voor zoover dit in een week mogelijk was, door
eigen aanschouwing, door het onderzoeken van vroeger
bekende zoowel als van nieuwe zieken, door hunne
mondelinge mededeelingen, door kennisneming van de
prneparateu en de tabellen. Men kan slechts met
verbazende bewondering eenvoudig onvoorwaarde
lijk erkennen, wat Koch zelf heeft uitgesproken
het is onmogelijk een commentaar, een opheldering
te geven, en dit zou ook een vruchtelooze, nuttelooze
poging zijn. Ook den sterksten twijfelaar, in geval
hij logische conclusieën weet te trekken moet het
helder worden, dat de ongetwijfeld buitengewone
anti-tuberculeuse kracht, die van het middel uitgaat,
ook den longlijders, al naar het stadium hunner ziekte
onvoorwaardelijk ten goede zal komen.
Hoe ver en hoo snel dit, voornamelijk bij begin
nende tering, geschiedt, zal de beroemde onderzoeker
opmaken uit do ervaringen, die h(j thans opdoet. Aan
de overdreven, met alle pliysiologie en pathologie den
spot drijvende verwachtingen van de zware zieken
die gehoopt hadden na eene enkele inspuiting onder
welke omstandigheden ook geschied als uit een
verjongingsbron te voorschijn te zuilen komen, heeft
Koch zelf op de hem eigene zeer voorzichtige manier
paal en perk gesteld. Dit is misschien het eenige
punt waarover ik een weinig van zijne opvatting
aiwijk. Na 20 jaar als specialiteit gewerkt te hebben,
ken ik een belangrijk aantal geheel en sedeit langen
tijd genezen gevallen, die men tot de zware, enkele
zelfs tot de zeer zware moest rekenen. Mijn hoop,
dat nu door het nieuwe middel in vorband met
de tot nu toe strenge, doeltreffende behandeling in
de inrichtingen, het aantal van deze (genezen zware)
gevallen aanmerkelijk zou stijgen, is zeker niet
ongemotiveerd. Wel is waar is hiertoe een kundige,
systematische behandeling, een streug geregelde °en
doorgezette leefregel onder gunstige voorwaarden
noodig, maar dit heeft ook prof. Koch in zijne zoo
warme aanbeveling van geschikte inrichting duide
lijk aangetoond.
Hiermee is ook uwe laatste vraag beantwoord. De
meening vau velen, dat de thans eerst tot zijn recht
gekomen behandeling van longlijders in goede in
richtingen en sanatoriën overbodig is geworden, is
volkomen in strijd met de werkelijkheid. Nu zullen
we integendeel eerst recht, en voor een nog niet te be
rekenen tijd, gesloten inrichtingen noodig hebben, het
geen li waarschijnlijk, naar ik hoop zal aansporen met
allen ijver mede te werken aan de voltooiing van het
sanatorium bij Honnef. Ik hoop nu ook, dat er spoe
dig volkssanatoria 7ullen ontstaan, waut het hoofdbe
zwaar is voor deze onsterfelijke ontdekking opgehe
ven. De kuur zal korter, goedkooper en buitengewoon
veel rijker aan goede resultaten zijn. Dit laatste is
volkomen zeker; het hoogste percent van genezingen
zal bereikt worden, wanneer de doctoren er zich op
toe leggen, alle gevallen van het eerste stadium van
tering aan een systematische behandeling te onder
werpen.
Mot da verzekering, enz.,
Dr. P. Dettweiler.
Dirigeerend genees
heer van de „Heil-
anstalt Falkenstein I T.
Het Engelsche Parlement is gisteren weder ge
opend. Deze buitengewone najaarszitting was noo
dig, omdat de zomerzitting bijna geheel vruchteloos
is gebleven. Men herinnert zich de langdurige be-
I raadslagingen over de verganningswet, welke de
regeering ten slotte toch moest terugnemen. Hier
door werd zooveel tijd verspild, dat de Iersche land
wet en de tiendenwet voor Wales onafgedaan bleven.
De regeeringspartij achtte het echter verkeerd, dat
in oen geheel jaar geen der gegeven beloften ver
vuld zou worden en zoo moesten de afgevaardigden
ten slotte wel in een buitengewone najaarszitting
toestemmen.
Veel nieuws bevatte de troonrede niet. De poli
tieke toestand in Europa is nog even rustig als in
het begin des jaar». In dit opzicht kon de regee
ring gunstige verklaringen (afleggen, maar nu kon
zij er nog bijvoegen, dat dè oplossing van het ge
schil tusschen Engeland en Portugal op den goeden
weg is. Met een enkel woord werd ook nog mel
ding gemaakt van de onderhandelingen met Italië
over Kassala en met Frankrijk over Newfouudland,
doch ovorigens bevatte 4Éo bijzondero koi te rede al
zeer weinig bijzonders.
Of de heer Parnell weer aan het politieke loven
zal deelnemen, is nog onzeker. De Daily News
keert zich nu ook tegeu den Ierschen luider en zegt,
dat de Homerule-partij Parnell als Jonas over boord
moet werpen. Deze verklaring strookt volkomen
met de meening van den heer Gladstone, die Parnell
sommeerde als leider der nationalisten af te treden.
De heer Parnell antwoordde, dat hij de beslis
sing overliet aan de Ierc#he afgevaardigden. Deze
herkozen hem als hun leider, maar toch zal ParneU.
nu ook Gladstone zich tegen hem verklaart, zich
wel met langer kunnen handhaven. Zelfs vrienden
van Parnell betoogen, dat de Iersche leider zich in
elk govs voorloopig moet terugtrekken. In dit ge-
va wordt de historieschrijver M'c Curthy als Par-
nells aanstaande opvolger beschouwd.
Spreken is zilver, maar zwqgen is iroud ron
denkt echter de Duitsche Keizer er niet over. Deze
Vorst heeft, pas aan de Regeering en hij is nog
jong nu al meer publiek gesproken dan menig
Europeesch Vorst gedurende zijn heele leven. Op
het diner bij den Rijkskanselier Caprivi sprak de
Keizer onder en nu het eten zeer druk. Het diner
had plaats in de groote congreszaal en was verro
van eenvoudig; eer het tegendeel; Z. M. schijnt er
echter geen aanmerking op gemaakt te hebben-
trouwens de voorschriften van Z. M. worden door
hem zelf ook met altqd gevolgd. Na tafel nam de
Keizer in een andere zaal plaats op een sofa en liet
zich uit over alles en nog wat, over de belasting-
ontwerpen over het socialistencongres te Halle, over
de Protestantsche kerk, deze moest de dogmatiek
laten rusten en aan praetische theologie doen
over Kochs tenngmiddel, enz. enz. De aanvoerder
van het Centrum, de bekende Windthorst, word
door den Keizer zeer beleefd begroet. Z. M. had
den merkwaardigon man nog nooit ontmoet. Windt
horst is ook een mensch en hij gevoelde zich ge
vleid door de onderscheiding. Vau daar tot conces
sies op kerkelgk gebied is voor Windthorst echter
nog een groote stap. Z. M. deed ook zijn best om
gevleugelde woorden te maken. Zoo kwam het onder
scheid ter sprake tusschen het oudere en het jongere
geslacht. De Keizer meende het onderscheid aldus
te kunnen aangeven: het oudere geslacht zegt altijd
„ja aber, het jongere: „ja also." De Keizer
wees daarbp op don nieuwen Minister van Finan-
geslachr 6n ZOid0: "üatiaereen »an het jongere
Wanneer men nu het verslag in de Duitsche bla
den van het diner bij Caprivi leost, dan krijgt men
geheel den .naruk van een navolging van Bismarck
bij zulke gelegenheden. Dat moet iedereen opge
vallen zijn, maar een Duitsche krant mag dat natuur
lijk met zeggen. Het kan echter heel goed zijn, dat
de Keizer zich van die navolging volstrekt niet be
wust ishet is waarschijnlijk weer een merkwaardio-
geval van suggestie. Vroeger noemde men dat een
voudig don sterkeu indruk, dien deze of gene persoon
op iemand had gemaakt. En dat de Keizer een
zeer sterken indruk van Bismarck heeft ontvangen
j is vroeger meermalen.gebleken; men herinnere zich
o. a. ^de zonderlinge uitdrukking van den „banier
drager En die werking der suggestie blijft, ook
nadat de persoonlijke verhouding een andere is ge
worden. Ja, wellicht is de indruk van Bismarck op
den Keizer vroeger te sterk geweest en moest er
later wel reactie volgen. In dat opzicht is het o-e-
dwongen ontslag van den grondlegger van Duitschlands
eenheid ook psychologisch merkwaardig.
De Keizer moet ook gesproken hebben van het
verleenen van een dotatie aan Koch, maar niet op
welke wijze. Wellicht dat wij spoedig daar wat meer
van hooren, want in den Pruisischen Landdag komt
een interpellatie van Dr. Graf-Elberfeld over het
geneesmiddel van Koch; die interpellatie is onder-
teekend door zes leden van elke partij en men wil
dat de Regeering het aangenaam vindt, dat haar een
gelegenheid wordt aangeboden over Koch te spreken.
De belangeloosheid van Koch is bekend, maar
men kan bij den aard der menschelijke natuur niet
Verlangen, dat iedereen een Koch zal zijn. Toch,
ook hier is een grens voor winstbejag, zou men zoo
zeggen. Die grens is, naar luid der bladen, over
treden 'door dr. Levy te Berlijn. Deze man, dio door
Koch van den aanvang af in staat gesteld is de
zieken in zijn kliniek met het middel te behandelen
heett aan een zieke te Davos, die naar Berlijn wilde
komen, gemeld, dat de behandeling 300 Mark per
injectie of 1000 Mark per week zou kosten. De
Koln. Zeitung doet uitkomen dat dr. Levy dan een
millioen mark zou kloppen uit een flescbje lymphe
waarvoor prof. Koch 25 mark vraagt. De zieke té
Davos zal echter wel buiten de beurssnijderij van
dr. Levy kunnen, want Koch heeft aan de inrich
tingen voor teringzieken zoowel te Davos als te Meran
en Falckenstein de stof gezonden om er proeven mee
te nemen. Dr. Levy antwoordde, dat bij geen long
lijders, maar alleen lupuslijders behandelt. Vandaar
dat hij alle aanbiedingen van teringlijders van de
hand wijst. Tevens voegt de docter er bij, dat de
brief buiten zijn voorkennis door een zijner assistenten
was geschreven, zoodat hij daarvoor niet verantwoor
delijk kan worden gesteld.
Overigens komen in de Duitsche bladen verschil
lende artikelen voor, blijkbaar van bevoegde zijde,
waarin opnieuw wordt gewaarschuwd tegen over-
r even verwachting van het middel ten opzichte van
o genezing van longtubefculose. Hoe voortreffelijk
et middel ook in den aanvang der ziekte werkt,