BINNENLAND.
iSUwSra a,,jUdant6n -
Bultenlandsch Overzicht.
Jjeljjke zaak, als hjj zjjn jongensschaar overziet,
"ie uitmunten in het doorslijten van hun
Pantalon of die bjj het vechten vaak hun
buisje aan flarden trekken. Ge vindt keurige
'ricot- en andere costumes, winterjassen, enz.,
bij de Wed. Pino (Markt) en de firma van
Dantzig en van Aalst (Wjjdstraat). Mis
schien wilt gij in denzelfden geest handelen
door uwe vrouw een nieuwe lamp of een
niet stinkend petroleumstel aan te bieden
deze en honderd andere begeerlijke huishou
delijke artikelen zjjn tot uwe beschikking in
de winkels van J. J. van Bemmel (Markt),
P. P. Soos (Lange Tiendeweg) en W. J. van
Leeuwen (Spieringstraat).
Glas, aardewerk en porselein is in het maga
zijn van B. Begeer (firma L. Weiter), op de
Hooge Gouwe, in allerlei vorm en stijl te be
komen. Gelijk U wel bekend zal zijn, treft
men daar tal van vazen, bloempotten, beeldjes
enz., die geschikt zijn om het netste salon te
versieren, naast huishoudelijke artikelen, die
huisvrouwen gaarne iu de keuken en op de
tafel zien. Ieder vindt daar wat wils.
Voor heeren is een kistje sigaren een over
heerlijk cadeau. Gij vindt die in alle prijzen
en nette verpakking op den Langen Tiende
weg bij Grendel (naast de U bekende apotheek
van dien naam.) Dames honden van een
ander geurtje, welnu, bjj L. P. Weiter, coif
feur op de Westhaven, zjjn allerlei heerljjke
odeurs en welriekende zeepen, benevens fraaie
toiletartikelen verkrijgbaar. Verzuim niet ook
aan deze zaken uwe aandacht te schenken.
Wjj komen zoo aan het einde van ons
bundeltje uitgeknipte advertentiën. Doch neen,
als gjj gezellig bjjeenzit op een feestdag, dan
behoort er ook wat extra's te zjjn om te gebrui
ken. I oor blikjes en andere fijne comestibles raad
ik U Sauerbier (Oosthaven) en Crebas (Wjjd
straat) aan zjj kunnen u ook Spaansche en
Portugeesche, wellicht Kaapsche wjjnen leve
ren. Wjjn en gedistilleerd vindt ge ook bjj
M. J. de Graaff (Hooge Gouwe) en de Wed.
Van Ojje (Kleiweg). Bjj de laatste zult gjj
ook reukwerken, surprises, rookgerei enz. vin
den, waaronder zeker veel is, dat voor uw
doel geschikt is.
Hiermede meenen wjj aan uw verzoek te
hebben voldaan. Wellicht hebben wjj het een
of ander vergeten, dat op ow lijstje voorkomt,
maar dan zjjn «ij steeds bereid u van dienst
te zjjn. Wjj gelooven dat het eene goede ge
dachte van was, onze stad uit te kiezen
voor het veld uwer operatiën. Het zal n niet
berouwen, daarvan houden wjj ons overtuigd.
De winkels zjjn hier zoo goed gesorteerd en
de neringdoenden maken ook van hunne uit
stallingen zooveel werk, dat het een lust is in
dezen tjjd des jaars overal op verkenning uit
te gaan. Wjj wenscheu en uwen mede- i
leden veel succes en een feest, zoo prettig als
daj in de gegeven omstandigheden zjjn kan.
Eén ding brengen wij nog onder uwe aan
dacht, geljjk wjj wenscheu zouden dat ieder
het bedachtvergeet bjj uw gezelligen haard
de kinderen der armen niet. Zonder een deel
van de gelden, die beschikbaar zjjn, af, om
wat vreugde en licht te brengen in de wo
ningen, waar thans gebrek en koude geleden
wordt. Met dezen goeden wensch leggen wjj
de pen neder.
een zegen voor ons dierbaar Vaderland. De leden
gaven door luid* applaus hunne instemming met doze
woorden te kennen.
GOUDA, 27 November 1890.
Do pleohtige begrafenis van Z. M. Willem III is
bepaald op Donderdag 4 December.
Heden namiddag te 1'/, uren werd, ten overstaan
van den Burgemeester en den Schuttersraad, voor
het front der schutterjj, die op de Groote Markt
was verzameld, door den commandant, den majoor
H. W. G. Koning, voorlezing gedaan van de ko
ninklijke proclamatie betreffendo de komst tot den
troon van Hare Majesteit Koningin Wilholmina en
van de aanvaarding van het Regentschap door Hare
Majesteit de Koningin-Weduwe Emma.
Nadat de Commandant de proclamatie had ge
ëindigd met den uitroep „Leve Koningin Wilhelmina',
dat door de troepen driemaal werd herhaald, werd
door de muziok het „Wilhelmus* gespeeld, waarna
de plochtigheid was geëindigd.
Als de Koninkljjke trein, die het stoffelijk om
hulsel van Z. M. Willem III vorvoert, Maandag 1
Deo. het station Gouda uadert, zal deze zjjn vaart
beginnen te temperen om daarop het station zeer
langzaam voorbij te rijden.
Aan het station zullen zich bevinden de Burge
meester van deze gemeente met het Dageljjksch
Bestuur. De Schutterij en het Garnizoen zullen
onder de wapenen zijn, ten einde de militaire eer
bewijzen aan het Koninkljjk Lijk to doen.
Wegens het overlijden van Z. M. den Koning is
de piano-soirée van den heer S. van Groningen tot
een nailer te bepalen datum uitgesteld.
Door den Voorzitter der R. C. Leesvereeniging,
den heer J. G. Kropman, werd gisterenavond in de
jaarlijksche algemeenó vergadering der leden hulde
gebracht aan de nagedachtenis van onzen overleden
Koning. De spreker schetste in korte trekken de
vele en gewichtige werken, die gedurende de lange
en zegenrijke regeering van onzen Vorst op het
gebied des vredes zjjn tot stand gekomen, en
wees meer in het bijzonder op twee feiten die
Koning Willem III bij de katholiekon vooral in
dankbare herinnering zullen doen voortleven n.l.
het herstel der bisschoppelijke hiarchic en het open
stellen van ons Vaderland voor de slachtoffers van
do Duitsche Kultuurkampf. Aan het slot zjjner
rede sprak de voorzitter den wensch uit dat God
de jeugdige Koningin en haar Moeder mocht be
schermen en ook haar bestuur mocht maken tot
Mej. O. J. J. Boers alhier deed met gunstigen
uitslag het examen van apothekers-bediende.
Benoemd tot hoofdonderwijzer aan de op te riohten
vrjje sohool op Gereformeerden grondelag te Gouda,
de heer P. J. Mejjer, onderwijzer aan de kweek-
school voor Geref. onderwjjs te Amsterdam.
Naar inert verneemt zal H. M. de Koningin Emma
hoogstwaarschijnlijk als regentes en voogdes over de
minderjarige Koningin beéedigd worden niet in de
vergaderzaal van de Tweede Kamer, maar in tegen
woordigheid van de lcdon der Staten-Genoranl in
een kerkgebouw in Den Haag, waarschijnlijk de Wil
lemskerk aan de Nassaulaan.
De leden van den Raad van Voogdij zouden eerst
later in eene vereenigdo vergadering der Staten-Ge-
neraal worden beéedigd.
In het begin der vorige week werden te Nijme
gen door twee rechercheurs der politie een tweetal
Duitsohers aangehouden, wier handelingen zeer ver
dacht waren voorgekomen, on die bjj een op hen
gehouden visitatie, nog in het bezit werden gevonden
van een aantal gouden en zilveren horloges, alsmede
van onderscheidene andere kostbare gouden sieraden.
Uit het vervolgens bjj de Duitsche politie ingesteld
onderzoek naar de herkomst dezer kostbaarheden
kwam aan het lioht, dat die alle dezer dagen te
Bielefeld in Pruisen onder verzwarende omstandig
heden waren gestolen, cn deze dieven herwaarts
waren gekomen om don geroofden buit te gelde te
maken. Dientengevolge zjjn beide Duitsckera Zaler-
dag naar de gevangenis te Arnhem getransporteerd
in afwachting van hunne uitlevering aan de Pruisi
sche justitie, waardoor ons land van een paar ge-
vaarljjke inbrekers wordt verlost.
Op Vrjjdag den 5en December, des avonds te half
zeven, zal do Kiesvereeniging „Nederland en Oranje'
te Ouderkerk a/d IJsel eone openbare samenkomst
houden, waar als spreker zal optreden de amanuensis
der vrije universiteit Van Oversteeg te Amsterdam.
De vergadering is toegankelijk voor allen. Niet-
leden der kiesveroeniging betalen echter 10 cent entrée.
Staten-Generaal. Eerste Kamer. Zitting
van Donderdag 27 November.
De Kamer ontving met dezelfde ceremoniën de
proclamatie der Koningin-Regentes en de Kon. bood
schap betreffende het overlijden van Z. M. Willem IIL
De voorzitter sprak de volgende rede uit:
Mjjne Heeren!
Deze Koninklijke Boodschap vervult ons allen met
innige droefheid. Ofschoon sedert lang gevreesd,
was toch het overlijden van onzen Koning, Z. M.
Willem III, geheel onverwacht, en dubbel treffend,
omdat zoo kort te voren zijne geliefde gemalin het
regentschap aanvaard had. De langdurige regeering
van den laatsten manneljjken telg uit ons dierbaar
vorstenhuis zal steeds eene eervolle plaats in onze
geschiedenis innemen, als een gelukkig tijdperk
dat door de onkreukbare trouw des Konings aan de
Grondwet en zijne volledige toewijding aan de be
langen des lands den eeuwenouden bond tussoheu
n 1 Ik wist niet wat ik deed I Ik smeek je op
mijne knieën om vergeving
Het gelaat van den jongen man trok zich samen
door de stekende pijn van den hagelkorrel die hem
vlak boven het oog in het vleesch gedrongen was en
dien de barbier niet had kunnen verwijderen. Zijn
voorhoofd, zijn slapen en oogzenuwen klopten met
hamerslagen; geblinddoekt, als bjj was, alleen de
stem herkennend, balde bij tandenknarsend de handen
en beet zich op de lippen.
„Terng, jou rood canaille'" riep hij uit, het meisje
met den voot van zich afstootend, zoodat zij rugge
lings op den vloer viel. Smijt dat adderengebroedsel
in het hok, waar zij behoort I Lever haar over aan
de politie, die zal haar brengen waar men haar al
sinds twee jaren heeft gezocht, want zij is het die
mijns vaders huis in brand gestoken heeft en die
daarna verdwenen is, zonder dat iemand wist waar
heen."
Met ontzetting en zwijgend hadden allen de ver
schrikkelijke aanklacht, door den tot woede verroer
den jongen man uitgesproken, mede aangehoord. Er
waren slechts mannen van het dorp tegenwoordig,
die het aardige meisje welgezind waren. Er ontstond
een diepe stilte. Doortje had zich opgericht. Het
gloeiond rood was plotseling van haar gelaat ge
weken; met slap neerhangende handen voor zich
uitziende, het verwarde vochtige haar in dichte stren-
els langs hals en borst afhangend, stond zij bewe-
genloos" daar. Slechts de donkere randen onder de
j neergeslagen oogen, de diepe groef om de mondhoe-
j ken verrieden de zielesmart, welke deze aanklacht,
I deze mishandeling, haar, de berouwvolle en om ver-
geving smeekende, veroorzaakte. Zelfs het gemompel
j dat door het vertrek gonsde, hoorde zjj niet.
j Nu echter werd een h ind op haren schouder ge-
legd. Het was die van den dorpsschout. Een ge-
I bruind, rimpelig boerengolaat boog zich over haren
schouder heen.
I „Doortje," klonk de zachte stem van den ouden
man dicht aan haar oor, „is het waar wat hij gezegd
heeft Wees oprechtJe weet, ik meen het goed
met je."
Vergeefs wachtte de oude man op een antwoord.
Stompzinnig, zwijgend, zonder een spier van haar
gelaat te vertrekken, de kin op de borst gezonken,
stond het meisje daar. Het scheen alsof de mishan
deling, haar door den jongen man aangedaan, het
gevoel bjj haar verdoofd, haar denkvermogen tot
stilstand had gebracht. Zelfs het bloed scheen zjjn
omloop te zullen staken; haar gelaat en handen
waren altha: s marmerwitde tint van jeugdige
frischheid was verdwenen en ter nauwernood verried
de flauwe ademhaling dat er nog leven iu haar was.
Doortjes verstoktheid maakte zelfs hen boos, die
op hare hand waren. De stemming keerde zich tegen
haareen gemompel van ontevredenheid verhief
zich al luider, men drong vijandig gezind om haar
heen.
„Je moet mij volgen 1" zeide de schout, nogmaals
de hand op haren schouder leggend. Nu schrikte zij
op voor den toon zjjner stem en den druk zjjner
hand in haren nek.
De dorpsschout koek gebiedend om zich heen. Hjj
stond daar als de vertegenwoordiger van het open
baar gezag. Men maakte plaats voor hem.
Wie het dichtst bjjstond in den gang bij de deur
van de gelagkamer, toen de gerechtsdienaar i het
meisje bij den arm gegrepen had. om haar meê te
voeren, was de arme schoolmeester. Doodsbleek, de
handen wringend, wierp hij een smeekende blik op
het strenge gelaat van den schout en op het verstokte
meisje.
„Doortje! om aller heiligen wil, spreek tochI" riep
hjj naar voren tredend, als wilde hjj den mannen
van het gezag den weg versperren.
Het meisje herkende de stem, doch scheen er on
gevoelig voor te blijven. Zjj waagde het niet op te
zien. Het was alsof iedere gewaarwording in haar
gestorven, iedere gedachte aan zelfbehoud in haar
gedood was. Zjj hief het oog niet op, haar gesloten
lippen bewogen zich niet. Vernietigd, zich weerloos
buigend onder den smaad, waarmede zjj in het aan
gezicht van al deze menschen beladen werd, verplet
terd door de blikken die zjj op zich gericht gevoelde,
doch niettemin lichaamlijk ongebogen, volgde zij met
vaste schreden, terwijl men haar de kamer uitvoerde.
(Wordt vervolgd.)
Oranje en Nederland nader bevestigde. Laten wij
daarvoor onze dankbaarheid hewjjzen door steeds
met hart en ziel trouw te zjjn aan hetgeen den
Koning het dierbaarst was, aan zijne geliefde dochter,
Koningin Wilhelmina, do hoop des vaderlands en aan
zjjn trouwe gemalin, die wij zoo gaarne als'Koningin-
Ilegentes onze hulde bieden. Moge geheel het Neder-
lnndsobe volk met zjjne vertegenwoordiging steeds
eensgezind zjjn in onverbreekbare trouw aan zijne ge
liefde Koningin en bare uitstekende moeder, dan zal
het ons dierbaar vaderland welgaan, indien de Al
machtige zjjn onmisbaren zegen aan Nederland en
Oranje blijft schenken.
De Kamer besloot tot het zenden van een adres
van rouwbeklag, dat heden wordt vastgosteld.
Dat het lang duurt eer boslissingen vallen, wanneer
er autoriteiten, vooral wanneer er verschillende auto
riteiten bij een zaak betrokken zjjn,zegtde„Arnb.
Ct." spreekt van zelf. Zoolang het papieren beschei
den betreft, is daar echter minder aan verbeurd maar
wanneer het menschen geldt, ware het toch wensche-
ljjk, dat wat spoediger reoht wieril gesproken. Een
soldaat die voor den tjjd van 14 dagen weder werd
opgeroepen, had een breuk, zoodat hij niet kon dienen.
Hjj werd dan ook door den militairen geneesheer
afgekeurd; maar dit moest door hooger macht wor
den bekraohligd, en in afwachting daarvan word de
man in de infirmerie geplaatst. Daar vertoefde hjj,
volgens „de Fabrieksbode', sedert 3 Noi ember en
was don 21n nog niet ontslagen, dusal ovei
de 14 dagen, waarvan hjj vrijgesteld moest worden I
Eu in dien tjjd kon hij niets voor zjjn gezin ver
dienen I Vergoedt het Rijk dat soms P
het plaatsen nl. van een aantal borden aan de gren
zen, waarop goed zichtbaar te lezen staat: Ce pays
est eonfié a la garde des honnêtes gens. Dat zult
gjj tooh niet willen!"
De luit.-kolonel van Tuerenhout is in een „Open
brief," opgekomen tegen den aanval, door mr. van
Houten iu zjjn laatsten staatkundigen brief gericht
tegen de ontwerp-legorwet. Hjj toont in bjjzonder-
heden aan, dat het stelsel-Reuther, vroeger stelsel-
Do Roo, thans stelsel-Van Houten geworden, ons
niet datgene waarborgt, wat wij behoeven, om in
staat te zjjn onze onafhankelijkheid te verdedigen
en onze neutraliteit te handhaven. En hjj noemt
dat stelsel, sohjjnbaar zoo goed passend» voor oen
niet militaristisch volk, inderdaad een wreed stelsel,
omdat het in een eventueelon oorlog troepen tegen
over den vijand brengt, die, onvoldoenae geoefend,
georganiseerd en geëncadreerd, eene smadelijke neder
laag met noodeloos verlies van kostbare monschen-
levens moeten tegemoet gaan.
De schrijver herinnert, dat de drie groote grieven
tegen onze bestaande regeling deze zjjn, dat de
sterkte te gering is, dat de reserve van het leger
onvoldoende is, dat geen personeel beschikbaar is
ter aanvulling van geleden verliezen. Welnu, in
geen dezer drie leemten kan het stelsel-Van Houten
voorzien. De sterkte van het eigenlijke leger bljjft
onvoldoende. De soort van burgerwapening, die de
heer Van Houten in de plaats wil stellen van de
bestaande schutterjjen, in den vorm van actieve,
reserve- en landstormschutterjjen, zal als reserve
volkomen onbruikbaar zjjn. Voor aanvulling van
geleden verliezen is in 't geheel niet gezorgdde
heer van T. beweert, dat in zjjne plannen van orga
nisatie geen spoor is te ontdekken, maar als een
organisatie naar zjjn beginselen wordt beproefd, dan
bljjkt hoe weinig daarvan kan terecht komen. De
oefeningen, willen zjj iets beteokonen, zullen de be
volking op zeer veel tijd en geld te staan komen.
Daarbjj is het onmogeljjk een voldoende kader te
verkrjjgen, en de tucht, het eerste voreischte voor
een leger, zal niet te leeren zijn. Do reserve-schut
terijen eindelijk zujlen minder dan niets boteekenen.
En dan komt er in dit stelsel nog bjj de handhaving
der plaatsvervanging, althans der nummerverwisse
ling, waardoor de vorming ven kader en oflioieren,
zoowel in 't leger als in de schutterij, belemmerd
wordt, en waardoor wordt prjjsgegeven een der
krachtige middelen om hot leger in aanzien en ge
halte te verheffen.
De schr. stelt de vraag, hoe hot toch komt, dat
een stelsel, waarvoor een kern der vrijzinnigen zoo
veel bjjval heette te toonen, volstrekt geen bjjval
vond, toen het in wetsontwerpen was belichaamd,
en nu plotseling weer als ideaal wordt aanbevolen.
Voorts zet hjj uiteen, dat het stelsel der regeering,
zoo 't niet in alle opzichten aan zjjn ideaal beant
woordt, Oohter zonder overmatigen druk voor de
bevolking misschien met minder persoonljjken en
financieelen druk dan het stolsel-Van Houten "de
ernstigste fouten van het bestaande verbetert. „Lie
ver daji uw stelsel dus eindigt bij dat ik niet
aarzel nogmaals een wreed stelsel to noemen, zou ik
de sterkte der levende strjjdkraohten binnen de engst
mogeljjke grenzen beperkt willen zien, alleen bestemd
tot aanvulling van ons Indisch leger en tot rustbe-
waring. Maar dan zal tevens het middel to baat
genomen moeten worden, indertijd, naar ik meen,
door den heer Van Wassenaar van Catwijck in de
Tweede Kamer voor een zoodanig geval aangegeven
De Staatecourant bevat het progiamma voor het
vervoer van het ljjk van Zjjne Majesteit Willem III,
Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau'
Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz., van
het Kasteel Het Loo naar 's-Gravenhage.
Daaraan ontleenen wjj het volgende:
Op Maandag den 1 December 1890, dos voormid
dags ten ll'/j ure, zal het Koninkljjk Lijk vervoerd
worden van het kasteel Het Loo op de volgende wijze:
Een escadron van het le regiment huzaren met
den standaard, onder bevel van eenen hoofd-officier,
tot opening van den trein.
Eene compagnie van het 8e regiment infanterie
met het vaandel, en (1e regiments-muziek, ouder be
vel van eenen hoofd-officier.
Twee adjudanten onderofficieren-ordonnansen des
Konings te voet.
Het Koninkljjk Lijk in de kist, onder eer, rouw
kleed, gedragen door twaalf jachtopzieners dis Ko
nings en twaalf onderofficieren uit omliggende gar
nizoenen.
De Koninkljjke Kroon, gehecht op een rood flu-
weelon kussen, de sjerp, de sabel, de veldmaarscbalks-
staf, en de Nederlandsche en Luxemburgsche orden,
door Zijne Majesteit gedragen, zullen op het rouw
kleed, dokkende de kist, bevestigd zijn.
Ter rechterzijde van het Koninklijk Lijk, gaat de
opperkamerheer, grootmeester van het huis des Ko
nings en van Hare Majestoit de Koningin-Regentes,
mr. R. J. graaf Schimmelpenninck van Njienhuijs,
en de oppor-hofmaarsohalk generaal-majoor C. H.
F. graaf Du Monceau, en ter linkerzijde de adjudant-
generaal der marine, chef van het militaire huis des
Konings, jonkheer J, H. van Capellen.
Achter het Koninklijk Lijk volgen
De adjudanten, de kamerheer en de ordonnaus-
officier van dienst op het Loo.
De jagermeester des Koning3 in Gelderland V.
W. R. baron Bentinck tot Sohoonheton.
De intendant van het koninkljjk paleis en domein
Het Loo J. A. van Steijn.
De geneesheer van 's Konings hofhouding op Het
Loo J. Vlaanderen Cz.
Eeno compagnie van het 8ste regiment infanterie.
Een eskadron van het 1ste regiment huzaren.
Het geheele dienstpersoneel van het paleis Het
Loo zal zich op het voorpleiri op eone rij opstellen,
het personeel van het domein „en haie" van af het
hek van het koninklijk paleis tot aan het perron
van den spoorweg, en blootshoofds, den stoet laten
voorbijtrekken.
Een koninkljjk saluut van 101 kanonschoten wordt
gegeven, zoodra het Koninklijk Lijk het paleis het
Loo verlaat.
Bjj het spoorwegstation van het kasteel het Loo
plaatsen de infanterie en de huzaren zich ter rechter-
en linkerzijde in bataille.
Aan voormeld station wordt het Koninklijk Lijk
plechtig opgewacht door den Commissaris des Konings
in de provincie Geldorland en Gedeputeerde Staten
der provincie, en door den gepensioneerden luitenant-
generaal K. van der Hejjden, adjudant des Konings
in buitengewonen dienstdoor den generaal-majoor
commandant der tweede divisie infanterie, en den
chef van den staf der divisiedoor den burgemeester
van Apeldoorn, met het dageljjksch bestuur der ge
meente door den kolonel-commandant van het 8sto
regiment infanterie, met den kapit in-adjndant van
het regiment, en door den kolonel—commnndaut van
het 1ste regiment huzaren, met don ritmeester
adjudant van het regiment.
Het Koninklijk Ljjk wordt door de vier en twintig
dragers in don trein geplaatst en begeven zich de
opper-kamerheer, grootmeester van het huis des
Konings en van Hare Majesteit do Koningin-Regentes,
mr. R. J. graaf Schimmelpenninck van Nijenhuis
de adjudant-generaal der marine, chef van het mili
taire huis des Konings, jonkheer J. H. van Capellen
de opper-hofmaarschalk, generaal-majoor C. H. F.
graaf Du Monseaude adjudanten, de kamerhreren
en de ordonnaus-oflicier, begeleiders van het Konink
ljjk Ljjk in de voor hen bestemde rjjtuigen.
De orde en regeling der plechtigheid op het ko
ninkljjk paleis en domein van het Loo en de vorming
van den stoet aldaar, is opgedragen aan den kapitein
jonkheer S. M. S. de Ranitz, adjudant en particulier
secretaris des Konings.
Do koninkljjke trein, de stations Amersfoort, Utrecht,
Woerden en Gouda naderende, rjjdt die stations lang
zaam voorbjj, waar B. en W. beneven s het gar
nizoen en dej schutterjj het Kpninkljjk Ljjk de
versohuldigde eer bewjjst.
Bij het passeeren van den koninkljjken trein aan
de stations zullen de militaire muziekkorpsen op het
perron geplaatst treurmuziek uitvoeren.
Aan het station van de Staatsspoorwegmaatschappij
bevindt zich eene compagnie der dienstdoende schut
ten/ van s-Gravenhage met het vaandel en de muziek
Deze compagnie zal bjj aankomst van den koninkljjken
trein op het perron opgesteld en wordt een koninklijk
saluut gedaan van 101 kouonschoten.
Aan het station van de Staatsspoorwegmaatschappij
sal het Koninklijk Lijk door den opper-oeremonie.
meester, mr. M. W. baron du Tour van Bellinchaven
door den hofmaarschalk-kamerheer-ceremoniemeester:
j. D .0. C. W. baron de Constant Rebecque door
Konnin„amA ri ""I9' Tter i™" Zijne Maiestó' den
Konmg, A C. baron Snouokaert van Schauburg, en
door de leden van het dienstdoende militaire huis
ÏZÏrDg\ he' Koninkl'ik Lij'k sullen volgen
plechtig worden ontvangen.
Aldaar bevinden zich
Do ministers, hoofden der departementen van alge
meen bestuur en de ministers van staat.
majors'v^^Kopngs'^ee^^lanirinachH^Nedor-
Deputation van de hooge collegien van staat en
ven den Hoogen Raad der Nederlanden
De Commissaris des Koningsin de provincie Zuid-
Holland en Gedeputeerde Staten der provincie
De burgemeester der residentie met het dagelijksch
bestuur der gemeente. «s«"t|Asi,n
Vier en twintig onderofficieren van's Konings zee-
en landmacht brengen het Koninklijk Ljjk op den
aan het station gereed staanden Ijjkwagen.
Be lijkwagen zal bespannen zijn met acht paarden
elk paard zal geleid worden door eenen koetsier
Bij aankomst van het Koninklijk Lijk aan het pa
leis in het Noordeinde zal het op do stoep van het
paleis worden afgewacht en ontvangen door ilcn hof
maarschalk en door de hoeren aan het paleis van
dienst zijnde bij Hare Majesteit de Koningin-Rogent s
Een half uur te voren vereenigen zich aldaar do
leden van het dienstdoende civiele en militaire huis
voor zoover zij zich niet in den stoet bevinden
Voorafgegaan door de dienstdoende kamerheeren
de groot-officieren, den opper-ceremoniemeester en
den hofmaarschalk, en gevolgd door het militaire
huis, zoomede door de hoofdofficieren, die van af
l?lS!lt:w-d,en, 9t0«' hebben begeleid, wordt het
Koninklijk Lijk door de vieren twintig onderofficieren
van a Konings zee- en landmacht uit den lijkwaden
genomen zijnde, door dezen naar de daartoe bestemde
estrade gebracht.
Zoodra het Koninklijk Lijk op de estrade ge
plaatst wordt, verwijderen zich allen, met uitzonde-
doen ïan d'e beSt6md Z'jn daarbÖ <lie"st te
Van dit oogenblik tot den dag der plechtige be-
gr,.?.1,8 za\de wacht gehouden worden bij het Ko
ninklijk Lijk door oen groot-officier, een adjudant
een kamerheer en een ordonnans-officier.
Gedurende den tijd dat de rouw-estrade voor het
publiex toegankelijk is, zal eene dubbele civiele en
militaire dienst bij het Koninklijk Lijk aanwezig
zijn, en de orde bij den toegang tot do rouw-estrade
handhaven.
Voor het paleis zal de eerewacht worden betrok
ken door afdeehngen van de schutterij en hel leger
op nader te bepalen uren.
Sir James Fergusson deelde in het Engelsohe
Lagerhuis mede, dat Nederland volhardt in zijne
weigering om de akte der anti-slavernij-conferentie
te Brussel te teekeuen.
Het Huis heeft bij eerste lezing aangenoraon hot
eerste hoofdstuk van het wetsontwerp op de tienden
en met 268 tegen 117 stemmen, insgelijks in eerste
lezing, het voorstol tot aankoop van gronden in
Ierland.
Te Londen ziet men met belangstelling den uit
slag te gemoet van het geschil lusschen 'de heeren
Gladstone en Parnell.
In een brief, aan zjjn vriend den heer John Morlev
geschreven en door alle bladen openbaar gemaakt
doelt de heor Gladstone mede, dat hij het aftreden van
den heer Parnoll als leider van den Ierschen vleugel
der Home-rule-parlij onvermijdelijk acht. „Na de
zaak rijpelijk overwogen te hebben schrjjft de heer
Gladstone ben ik tot de slotsom gekomen dat
ondanks de groote diensten, door don heer Parnell
aan Ierland bewezen, zijn aanbljjven als leider van
de Iersche partij zeer noodlottige gevolgen voor Ier-
land zou hebben.
Dit besluit van den hoofdleider der oppositie was
aan Parnell bekend, toen de Iersche afgevaardigden
hun bjjeonkomat hielden, maar hij zweeg er over, ten
einde geen invloed te oefenen op zjjn partjjgenoo'ten.
Gelijk bekend is, kozen deze, met het oog op Par-
nell's verdiensten jegens Ierland, hem ondanks het
gebeurde, ook nu weer tot hun leider. Dit besluit
verwekte natuurljjk groot opzien onder de leden van
het Parlement, vooral onder de liberalen die na