Bultenlandsch Overzicht.
335stóStaats-loterij.
ingezonde»,
pierbaren Koning, mens stoffelijk overschot heden
onse gemeente passeerde.
Te Breda moet dezer dagen op last der justitie de
houder van oen in kwaden reuk staand huis in heoh-
tenis zijn genomen, in verband naar men zegt met het
vermelde feit to Teteriogen waar een echtpaar, waar
van de man 84 en de vrouw 70 jaren oud zyn, in
eene van binnen gesloten kamer hunner woning zyn
aangetroffen, de vrouw reeds overledeu en de man
nog met zooveel besef, dat hij nadere bijzonderheden
kon mededeelen. Het in de kamer bevonden kaohel-
tje zonder pijp was met houtskool gevuld en daar
den vorigen dag door genoemde houder van het be
ruchte huis bezorgd, welke persoon daar ook een
deel van den avond moet hebben doorgebracht. Hjj
had van het echtpaar een huis gekocht voor 4000
met bepaling dat daarvan 30QJ) dadelijk na het
overlijden dor echtelieden aan hunne erven zoude
moeten worden betaald, tevens met verplichting om
het echtpaar levenslang te onderhouden. In verband
met die feiten vreest men dat hior een misdaad in
het spel is.
Naar aanleiding van de daartoe tot hem gerichte
verzoeken heeft de minister van oorlog aan H. M.
Koningin Wilhelmina en aan H. M. de Koningin-
weduwe, regentes-, namens de opper-, hoofd- en ver
dere officieren van de landmacht de betuiging over
gebracht van hunne diepgevoelde deelneming in het
zoo smartelijk verlies, dat het Koninklijk Huis en de
geheele natie heeft geleden door het overlijden van
den Koning, en daarbij ook de eerbiedige verzeke
ring van hunne innige trouw en verknochtheid aan
Hare Majesteiten.
In antwoord daarop, ontving hij b|j brief van den
directeur van het Kabinet des Kouings, van 26 Nov.
1890, op last van H. M. de koningin-weduwe, regen
tes, de mededeeling, dat Hoogstdezelve verlangt, dat
door hem de dank van H. M. de Koningin en van
H. M. de Koningin-weduwe, regentes, aan alle opper-,
hoofd- en verdere officieren van de landmacht worde
overgebracht voor de aan Hare Majesteiten betoonde
deelneming bij het diep betreurde overlijden van
Z. M. Koning Willem den Derde.
In zijn „Petit Journal" trok de heer Jules Simón
kort geleden te velde tezen de geldverspillingen in
den verkiezingsstrijd in Frankrijk en deelde bij die
gelegenheid eenige vermakelijke persoonlijke her
inneringen mede;
„Dikwerf," zegt bij, „ben ik candidaat geweest
cn in tal van districten ik bezit de noodige kies-
ervaring; die ervaring ontbreekt mij echter betrek
kelijk de rol van het geld in de verkiezingen. Mjjn
verkiezing in het departement Cête-du-Nord in 1848
heeft mij ongeveer 1200 frank gekost. Sinds dien
tijd hebben wij een groot eindweegs afgelegd, want
men spreekt nu van een uitgave van 200,000 frank,
zonder iomands verwondering op te wekken.
„In mijn tijd kenden wij slechts drieërlei onkosten
die voor het drukken der affiches en circulaires,
die voor het drukken der stembriefjes, die voor de
troepjes uitdeelers ervan aan de deur der gemeente
huizen. In de groote districten, als er een beetje
verkwisting in het spel kwam, konden deze uitgaven
klimmen tot 10,000 frank. Om die som te over
schrijden, moest men zich aan buitensporigheden
zij aan de zijde van Jean Baptist den Rijnoever langs
wandelde, in een dun versleten zomerkleedje, zat zij
naast den knecht, terwijl de gerechtsdienaar achter
haar plaats genomen had. Zij hield de handen in den
schoot, haar gelaat bad een sombere uitdrukking,
haar kin was op de borst gezonken; zoo zagen de
beide mannen haar te voorschijn komen uit den mor
gennevel, die nog over het landschap verspreid lag.
Zelfs toen zij op den wagen toetraden en den j
knecht wenkten om stil te houden en toen Doortje
hen herkende, verhelderde geen vriendelijke trek het
sombere gelaat. Geen verrassing sprak uit hare oogen,
toen zij die langzaam en werktuigelijk opsloeg. Bleek
en koel zag zij op beiden neer. Zelfs het gevoel van
schaamte Bcheen door de krenking welke haar werd
aangedaan, verdoofd te zijn.
„Doortje! Mijn arme, arme Doortje!" riep de on
derwijzer met door smart ontroerde stem uit, terwijl
hij den wagen naderde en haar de hand toestak.
Zij keek hem met glazige oogen aan. Nu echter
vertoonde zich een trek van diepen weemoed over
haar bleek en door den slapeloos doorgebrachten
nacht ontdaan gelaat, waarover het gevoel van het
onverdiende lot dat baar trof en de toorn over de
beleediging, die men haar aandeed als het ware een
sluier geworpen had. Zij reikte hem sprakeloos de
hand; slechts een enkele warme druk was de tolk
van haren dank voor al de liefde die hij haar bewe
zen had. En toen viel haar oog op den jongen man,
die naast den schoolmeester stond en haar de hand
overgeven en zich blootstellen aan het gevaar van
nietigverklaring der verkiezing.
„Iemand deed m|j het volgende verhaalHet was
Gjfonde- Ik had als tegeo-candidaat een aan
zienlijken w|jnkooper. Ik trok met m|jn vrienden
van dorp tot dorpw|j hielden de mooiste rede
voeringen. De andere kwam ons achterop, en h|j
kocht, zonder zelfs van zyn oandidatuur te spreken,
doodeenvoudig den geheelon oogst. Onder zulke
verhoudingen moet men geen oorlog voeren, als
men niet eenige honderdduizenden frank wil wagen.
«Een andere geschiedenis is die van een candi
daat in Neder-Bretagnede2e sloot een overeen
komst voor de geheele kiesperiode met de logement
houders, herbergiers, koffiehuishouders, drankver-
koopers enz. van het arrondissement.
Hoeveel denkt g|j gedurende de verkiezings
dagen te verdienen
Vyfhonderd frank I
Hier z|jn ze. Nu moogt ge niemand ont
vangen, aan niemand verkoopen, tenzij van m|jn
kaart voorzien.
„Dat was eerst een gevaarlijk man. H|j veroor
deelde zjjn tegenstanders tot den hongerdood. Geen
medediuger kon een verblijf vinden, noch een glas
oider bekomenhij was genoodzaakt zijn levensbe
hoeften mede te sleepen, in de open lucht te spreken
en eiken avond naar huis terug te keeren.
„Een andere candidaat sleepte achter zich een
wagen vol vuurwerk mee. Overal waarheen h|j trok
liet hjj zich een vuurwerk aanbieden door een vriend,
dien hjj heimeljjk van het noodige voorzag.
Weer en ander had in zjjn district een brug, om
welke te pasaeeren men tol moest betalen. Z|jn
mededinger beloofde het bruggeld te doen afschaffen,
als hjj gekozen werd. Dadelijk kocht onze candi
daat aan beide kanten van de brug twee meter
terrein, op elk stukje grond plaatste hjj een waoht-
huisje, en in elk wachthuisje een man. De man
gaf iederen voorbijganger de pas betaalde 5 centi
mes terug, en de heffing was dus zoo goed als op
geheven.
„De candidaat had het slim aangelegd en stelde
zich alles van zjjn kunstgreep voor; maar hjj had
met een sterke tegenpartij te doen. De tegenstan
der huurde een ruim vertrek in de nabijheid der
brug, waar hij eiken avond een conferentie hield,
hoofdzakelijk om den anderen candidaat te bespotten.
Do menigte stroomde toe. Iedere hoorder stak 5
centimes in den zak als hij kwam, ea 5 centimes
a'f hjj terugkeerde. De arme candidaat betaalde
feiteljjk de kosten der conferentie.
„Er zjjn honderd geschiedenissen van dit soort.
De heer Barodet zou met de openbaarmaking ervan
een goed werk doen. Wij zouden uit dat boek
leeren hoeveel millioenen men moet bezitten, om
afgevaardigde van de democratie te worden."
Daar de bezitters van zaken, welke de hebzucht
van heeren dieven opwekken, niet altjjd present kun
nen zijn, om hun bezit eigenhandig tegen de hebzucht
dier heeren te verdedigen, zijn er reeds tal van
middelen uitgevonden, hetzij om de bezitters van de
aankomst van welgemelde heeren te verwittigen, hetzjj
om die heeren zelf, zoodra zij de hebzuchtige hand
naar de zaken uitstrekken, in een knip of valstrik
te vangen. Zoo bijv. was er op de jongste Parjjsche
wereldtentoonstelling een kolossale brandkast te zien,
die bij de geringste poging tot inbraak een soort
ten afscheid bood. Haastig keerde zjj het gelaat af.
„Rijd door!" fluisterde zij den knecht in het oor
en dadeljjk zette de kar zich in beweging, een stofwolk
opwerpend welke haar aan de blikken der beide
manner onttrok.
XV.
In het stadje was alles bjj het oude gebleven ge
durende de twee jaren die voorbjj waren gegaan.
Wel had de oorlog met Frankrijk ook hier veel
onrust gegeven, maar ook dit was thans vergeten.
Iets had hij echter achtergelaten en dat was de im
populariteit van de vrouw van den overste van
Barneveld. Als geboren Francais? had zjj nameljjk
openlijk partij voor hare landgenooten gekozen, zij
had geweigerd aan de verpleging der gewonden
deel te nemen en had het fraaie nieuw gebouwde
hnis met Fransche officieren gevuld, niettegenstaande
haar pleegzoon Jan, in het Duitsche leger tegenover
de Hannoveranen streed en daardoor had het huis
der Barnevelds t|jder.s den oorlog b|j de vaderlands
lievende bewoners van het stadje in een kwaad ge
rucht gestaan.
Intusschen, het volk is kort van geheugen. De
overste van Barneveld, die zich als Hollander streng
neutraal, gehouden had, had zonder medeweten van
zijne v/ftfiw belangrijke sommen voor de verpleging
der Duitsche gewonden beschikbaar gesteld, om daar
door goed te maken wat zjjne vrouw bedierf. Hy
van wanu liet neerkomen, welke den inbreker stevig
gevangen hield, terwjjl tegelijkertijd een luid klin
kende schel de aanwozigheid van den gevangen in-
u -?0r'[on(''8(l0- Zo° b°k, verhaalt men, heeft
zekere Engelsohmau in den aohterzak van zijn over
jas een rattenval laten aanbrengen, die hem in staat
stelde, den pickpooket, die zjjne hand in dien zak
had gewaagd, zeer gemoedelijk naar het politiebureau
op sleeptouw te nemen.
Thans heeft de Parysche rechtbank weer met een
ander voorbehoedmiddel tegen dieven kennis gemaakt,
een nieuw middel, dat echter nog eenige volmaking
behoeft om doelmatiger te zjjn.
Het middel is uitgevonden door een landbouwer,
en het moet gezegd worden dat landbouwers, wien
eiken dag, en zelfs eiken naoht, aanzienlijke hoeveel
heden van hunne producten ontroofd worden, daar
tegen in middelen, als bedoelde brandkas en rattenval,
bitter weinig baat zouden vinden.
De landbouwer in quaestie, vermoedelijk een oud
artillerist, heeft er dan ook wat anders op bedacht;
hjj heeft zich, hoe weet men niet, eene oude, buiten
gebruik gestelde mitrailleuse aangeschaft en tot voor
schreven doel ingerioht, op de wjjze als men straks
zal vernemen.
Hy verschijnt voor do rechtbank als klager en
getuige tegen vrouw Closener, die terechtstaat wegens
diefstal van perziken te zjjnen nadeele.
„Terwjjl ik," verhaalt hy, „op een afstand van
zoowat 800 meters van mjjne woning af aan het
werk was, hoorde ik eensklaps eene ontploffing.
„Mooi 1" zeg ik, „dat zjjn mjjn perzikendieven 1 Ik
op af, en onderweg ontmoette ik al mijn bediende,
die deze vrouw (de beklaagde) naar de gendarmerie
bracht; zjj had mjj honderd perziken ontstolen."
Voorzitter: „Vanwaar kwam die ontploffing F'
„Getuige: „Van eene mitrailleus, die ik verscho
len en zdó ingericht had, dat ze moest afgaan, zoodra
men de yzerdraden van het latwerk aanraakteze
was slechts met los kruit geladen."
Voorz.„Maar ze was niet onfeilbaar, uwe mi
trailleuse, daar zc eerst bij het wegnemen van de
honderdste perzik afging. Had de beklaagde zich
met 99 perziken tevreden gestold, dan zou zjj niet
betrapt zjjn geworden."
Get.„Ja, dat komt doordat zij de ijzerdraden
niet eer aanraakte."
Voorz.„Dat kan dikwijls zoo gedaan worden,
en daarom zou 't beter zjjn, dat de mitrailleuse afging,
zoodra men de eerste de beste perzik aanraakte."
Getuige erkent de juistheid dezer opmerking, en
beklaagde bekont het haar telastgelegde feit.
Get„Zij had drlo kwajongens bij hssv, die
haar over den muur hielpen klauteren, om zoo in
mjjn boomgaard te komen."
Voorz.: „O zoo! dus diefstal met inklimming;
dat's nog erger I"
De reohtbauk veroordeelt de beklaagde tot voer-
tien dagen gevangenisstraf. De klager hoeft du»
eenig succes met zjjne nitvinding, die hij zich echter
voorstelt te perfeclioneeren. (P. e.
De heer Marey, te Parjjs, heeft een photographeor-
toestel uitgevonden, waarmede 60 afbeeldingen inde
seconde worden vervaardigd. Hjj heeft aan de
Académie de» Sciente» photographiën vertoond van
een duel, waarbij een der kampioenen zijn degen
liet vallen. Voordat dit wapen den grond bereikte
waren ei 9 afbeeldingen gonomen.
was overigens een man van de wereld die de kunst
verstond met menschen om te gaanhjj gaf jaar
lijks veel voor de armen, zoodat de onvermogende
gemeente hem noodig had. Bijgevolg drukte men
een oog toe.
Aan Jean Baptist Froylich werd n net stadje niet
meer gedacht.
Een andere torenwachter was in zjjne plaats aan
gesteld, een rechtschapen, bezadigd man, die niet
naar de herberg liep, en het roode Doortje
Met die was het al heel raar geloopen.
Sedert mevrouw van Barneveld bij de lieden zoo
over de toog gegaan was en sedert het afgebrande
huis herbouwd was met een weelde, die het tot een
der fraaiste moderne kasteelen aan den Rijn gemaakt
had, waren er, die meenden dat dè overste niet slecht
bjj den brand was weggekomenwaarschjjnljjk had
men het arme moisje van alles den schuld gegeven
opdat de assurantie geen zwarigheid zou maken.
Maar daarom, zeide men, was dan ook alle vreugd
en vrede het huis ontvlucht. De pleegzoon, Jan,
was in den oorlog zwaar gewond geraakt en gevangen
genomen. Na het sluiten van den vrede had hij het
Fransche hospitaal verlaten om, na een vluchtig be
zoek aan zjjne ouders, naar een herstellingsoord af
te reizen, waar hij zich nu nog bevond.
Wordt vervolgd.)
a
Het manifest, dat de beor Parnoll tot bet Iersobe
tolk heeft uitgeraardigd en waarin hy den heer
Gladstone heftig aanvalt, wordt door de Londensche
bladen algemeen veroordeeld. De groote grief is,
dat Parnell, nu hy in de engte is gedreven, als wapen
tegen Gladstone openbaar maakt, wat beide staats
lieden in een strikt vertrouwelijk onderhoud hebben
behandeld. De organen der Unionisten, gelijk de
z/Times" en de //Standard", laten zich daarom zeer
heftig uit tegen Parnell, die nu ook toonde geen
vertrouwen te verdienen en zijn woord heeft ge
broken.
Evenwel zijn het niet alleen do organen der regee-
ring8partij, die Parnolls handelwijze voroordeelen,
maar ook de //Daily News", het hoofdorgaan der
liberale Home-rulers, breekt nu voorgoed met den
leider der Iersehe party. Nu Parnell zich op deze
wijze tegenover Gladstone poogt te handhaven, werpt
de //Daily News" Parnell voorgoed overboord en
vertrouwt, dat ook het Iersehe volk tot hetzelfde
inzicht zal komen. De Iersehe nationalisten zegt
de //Daily News" hebben slechts te kiezen, om
of Parnell te laten gaan, of de hulp en sympathie
van het Engelscho wolk voorgoed te verbeuren.
Het belangrykste van Parnell's manifest, is natuurlyk
hetgeen over de onderhandelingen met Gladstone,
betreffende de //homo rule" quaestie wordt gezegd.
Het doel van deze onthullingen is den Ieren te doen
zien, dat zy minder zullen verliezen, indien zij don
schyn-home-ruler Gladstone, dan indien zij den
echten //home-ruler" Parnell over boord werpen.
Vandaar dan ook de uitdagende en dreigende toon,
dien Parnell tegen Gladstone en zijn mede-strijder
voor //home-rule" John Morley" aanslaat.
Tijdens het bezoek, dat Parnell Gladstone te Hawar-
warden bracht, werden de voornaamste punten van het
home-rule-plan besproken. Volgens Parnells verhaal
achtte Gladstone het in de eerste plaats noodig dat,
do landquaestie door het Iersehe parlement, dat er zou
komen, zou worden opgelost, maar dat het Parlement
te Londen daarover zou beslissen. Eveneens wilde
Gladstone de politie in Ierland laten onder boheer
dor regeering, terwijl toch de daarvoor noodige gel
den door Ierland moeeten worden verschaft. En
bovendion wilde Gladstone nog, dat de aaustelliog
van rechters en overheidspersonen nog gedurende
twaalf jaren by de regeering zou blijven.
Geduiende twee uren werden deze punten bespro
ken, maar voegt Parnell er bij ik moet erken
nen dat de heer Gladstone byna altijd alleen het
noord voerde. Blykbanr heeft Parnell toen, gelijk
de heer Gladstone nu ook mededeelt, zijn bezwaren
tegen deze plannen niet ontwikkeld. Nu echter doet
rarnell dit wel in zijn manifest eu zegt hy, dat hij
van Gladstone's beperkingen niets wil weten en voor
Ierland een volkomen zelfstandig bestuur verlangt,
len slotte zegt Parnell deelde de heer Glad
stone my mode, dat hjj en zjjn mede-ministers be
stolen hadden gedurende de verkiezingen hetstrikste
stilzwijgen te bewaren betrelfende de beperking van
het aantal Iersehe afgevaardigden.
ooral is Parnell zoer veitoornd op den heer John
morley. Toen de regeering de landwet indiende,
werden de besprekingen hernieuwd en ook toen bleef
arnell1 zyn standpunt handhaven. De heer Morley
00(1 Parnell toen een hoogon post aan bij het be
stuurT(,n Ierland, maar zegt Parnell veront-
Tt -i lI',' a,anbod van de hand' omdat ik
haven 1 I W Ior8oh° Partii wilda hand"
Mn l'. j I"Sen d«r Ieren niet wilde opofferen
aan die der liberalen in Engeland.
Het uitvoerige manifest eindigt met een beroep op
het Iersohe volk, dat alleen kan oordeelen. of hik
leren beh"?" i leider d" Partij do belangen der
die den T g?e,Lnu. moet ZWI°hten roor Gladstone,
dlG r,t0!h ?.i8t WÜ Beren, wat zy verlangen!
fost ,"3° an'TOord op Parnell's mani-
wlZ™ ""I?"" Betuigend van kalme verent-
doar ifl uf arne'' 8 miabruik van vertrouwen
hebreen Van kouwelijke gesprekken,
In de lil u '"menwerking onmogelijk maakt,
wens mmf 6 ^T" Tan EnBeland i, men trou-
oell's m« 'f Bebelgil. Zelfs Davitt beschouwt Par-
ler Hi! wanhopigen zet van een spe-
zwaariW 7 l de Iersehe zaak kwalijk
zwaarder sleg had kunnen toebrengen.
GMstones antwoord begint met te verklaren dat
„ii. ,mamfe8t niet wenscht te qualifleoeren.
U t Gladstone s houding tijdens de Pigott-commissie
blykt voldoende, dat by Parnell rechtvaardig bejege-
en wil. Betreffende de vertrouweljjke besprekingen
in het najaar van 1889 op Hawarden meldt Glads
tone, dat bepaalde definitieve voorstellen destyds niet
gedaan zijn, maar wel wensohen werden kenbaar re-
maakt om het „Home Ruleplan» van 1886 te ver-
eteren en Parnells oordeel afgevraagd aangaande
Omgingen daarin, Gladstone verzekert, dat Parnell
toen geen tegonwerping mankte, noch ook later. Hij
zeide met, dat degeopperde wijzigingen onaannemelij
waren. Hij hielil zyne meening geheim tot Novem
ber 1890 en verklaart nu dat zij aanleiding gaf tot
eene gansch andere persononquaestie. Gladstone ont
kent dat hy zioh destyds uiet uitliet over de Ier
sehe landquaestie, de politie quaestien en do quaestie
der magistratuur, gelyk Pnrnell aanduidt. De leden-
quaestie werd niet eens behandeld. In hoofdzaak
deelde Gladstone de besprekingen mede aan zijne
medo-leden van hot Kabinet van 1886, onder ver
klaring dat Parnell gein bezwaren opperde.
Gladstone zegt ten slotte, dat hij steeds oordeolde
dat de Iersohe partij onafhankelijk van de Engelsche
liberale partij moest blijven; maar een „Home-Rule-
voorstol» in te dienen hetwelk geheel afweek van de
vastgestelde grondslagen, gelijk Parnells manifest in
sinueert, ware (zegt Gladstone) onzinnig ea tevens
deloyaal tegenover Ierland.
I)e Duitsche Reichsanzeiger deelt een Keizerlijk
besluit mede, waarbij gelast wordt, dat de invalidiieits-
en ouderdoms-arboidsverzekeringswet met 1 Januari
n. s. in werking zal treden. Het besluit heeft
eonigszins verwonderd, omdat er tegen de uitvoering
nog altijd onopgeloste moeielijkheden bestonden.
B|j den Ryksdag is ingediend het wetsontwerp be
treffende de suikerbelasting. De belasting bedraagt
22 M. per 100 KG; do wel treedl in werkin» i
Aug. 1892. Tot 31 Juli 1895 worden faculteiten
verleend. Het invoerrecht zal van 1 Au». 1892 af
36 M. per 100 KG. bedragen.
De hoofdzakelijke inhoud der rede van den mi
nister Gozler, in het Pruisischo Huis van afgevaar
digden gehouden, was het volgende: Kocii had
eerst het voornemen volkomen openhartig de samen
stelling vnn zjjn genoesmiddel aan de geheele we
reld mede te deelcn. Op aandringen van den mi
nister liet hij dit echter na, en dit besluit werd
hejp gemakkelijk gemaakt, doordien het in den loop
devsurnensprekirigen tusschen hem en den minister
bleek, dat hij wel de stof noemen kon, waaruit het
middel werd samengesteld, maar de methode, naar
welke dit geschiedde, niet z66 nauwkeurig beschrij
ven kon, dat daardoor de werkzame toebereiding
door vreemde handen gewaarborgd scheen. De
raethodo van samenstelling toch kan zelfs door een
geoefend man slechts door eigen proefnemingen en
door de toebereidingsmethode door eigen aanschou
wen na te gaan geleerd worden, waartoe minstens
zes maanden noodig zijn. Zelfs Kooh probeert nu
nog elke gewonnen hoeveelheid lymphs op hare
werkzaamheid, alvorens hij dio voor geneeskundig
gebruik afgeeft. Onder deze omstandigheden be
zwoer Gosler den uitvinder zyn geheim voorloopig
niet aan de openbaarheid {irijs te geven.
Koch zelf zet zijne onderzoekingen op het ge
bied van verschillende infectieziekten voort, en hoopt
in twee of drie jaar zoover te zijn, dat hij van al
de resultaten zjjner onderzoekingen volledig kennis
kan geven aan hot publiek.
De minister is van het nut der voorloopigo ge
heimhouding in het belang der zaak zoozeer door
drongen, dat hij verklaart de verantwoordelijkheid
daarvoor tegenover de wereld te willen dragen. De
bereiding van het middel zal dus tot nader alleen
;n_ handen blijven van Kooh en zijne leerlingen, ter
wijl de Pruisische regeeriug den verkoop van het
middel tot eene zaak van den staat maakt. Als
leidende gedachte zweeft de rogeering voor den
geest, het middel ook in de toekomst niet prijs te
geven aan particuliere vervaardiging en speculatie,
maar het onder besehorming van de wet alleen in
staatslaboratoria te doon samenatelleu., Dit ge
schiedt echter niet mot de bedoeling om winst te
maken, manr alleen om van staatswege een waar
borg te hebben voir de deugdelijke toebereiding.
Nadat deze quaestie het eerst voor Pruisen, resp.
Dnitschland, zal geregeld zyn, zal het er later om
te doen zijn, ook met andere beschaafde staten
daaromtrent tot overeenstemming te komen, ten einde
overal in het belang der zekerheid van de lijdende
menschheid de samenstelling en den verkoop van
wege den staat te regelen.
Daar Koch als uitvinder de intellectueele eigenaar
van het middel is, hetwelk aan een zoodanig staats
monopolie onderworpen zal worden, zoo moet bij de
plaats hebbende verdere ODdorhandelingen tusschen
Koch en de regeering ook de vorm voor eene gel
delijke schadeloosstelling vastgesteld worden, welke
hem van wege de regeering, wanneer hij het middel
aan den staat overlaat, als eene welverdiende eere
soldij toekomt. Dat het overigens bjj de vestiging
van een staatsmonopolie volstrekt niet te doen is
om geldelijke winsten te maken, blijkt hieruit, dat
thans reeds de sterkste dosis voor ééne inspuiting
slechts vijf pfennige kost en eene geringere dosis
slechts een halve pfennig. Met de invoering van
het staatsmonopolie zal waarschijnlijk later, wanneer
de tegenwoordige klinische verwachtingen bevestigd
worden, verplichte inenting op gelijke wijze als by
de pokken verbonden worden, waarbjj dan kostelooze
behandeling van onbemiddelde zieken van staatswege
zal plaats hebben.
De Fransche begrootingscommissie heeft voor eenige
maanden besloten een bijzonder rapport op te maken
over den financieelen toestand des lands. Geen Ce-
makkelijke taak, zooals de commissie zioh die voor
stelde. De som van Frankrijks schuldenlast zou
hierbij opgemaakt worden. En de opgaven daarvan
liepen ver uiteen. Het verschil liep over milliarden.
Dit veel onderzoek vereischend werk is thans ten
einde gebracht en in een rapport van den heer Ca
naille Pelletan saamgevat. Ten bewijze hoo omvang-
rijk dit work was, dient dat, om de geleidelijke
vermeerdering van den schuldenlast aan te wijzen
het onderzoek zich heeft uitgestrekt over het tijdperk
der Restauratie tot nu toe, waarbij ia het oog moet
worden gehouden, dat de verschillende regeeringen
onder allerlei vormen geleend hebben, om het passief
klein™ m0g J V00r het °°B dar wereld ie ver-
Do heer Pelletan nu wijst aan, dat sedert de Res-
tauratie de uitgaven de inkomsten bijna telken iare
overschreden hebben. Zelfs ten tijde der Nationale
Vergadering, waarin de monarchalen de meerderheid
hadden, is do schuldenlast verhoogd, ondanks den
roep die van haar uitging, dat er overschotten waren
verkregen tengevolge der orde, welke zij op de zaken
gcsieiii naci„
Alles te samen gonomen: de gevestigde schuld de
amortisable, de annuïteiten aan de spoorwegmaat
schappijen, de schuldbrieven op langen en korten
termijn, de vlottende schuld, de liquidatiebons, komt
(lo heer Pelletan tot de slotsom, dat het nominaal
bedrag der schuld het cijfer bereikt van 30,300,813 594
fr. nominaal, waarvoor werkelijk gestort' is
1.82 ,043,696 fr. Naar de nominale som berekend
wordt daarvoor jaarlijks eene rente van 3.48 pet en'
keerd<l6 Wezenlidk;n 90m' eena van 4-62 pCt. uit'ge-
Mijnheer de Redacteur!
In het verslag mijner lezing over de „Chasidim"
dat door u uit het Utrechlsch Dagblad werd overge
nomen, en waarvoor ik anders niets dan lof heb
daar het objectief en waar is, komt ééne onjuistheid
voor die ik u, en genoemd blad eveneens, vriendelijk
verzoek te willen rectificeeren.
Ik heb niet zoo generaliter beweerd, gelijk het
genoemde verslag mij zeggen laat, dat er b|j de
Joden mets dan achteruitgang op godsdienstig gebied
te constateeren valt, en dat dit zonder meer do schuld
van den Talmud is. Ik geloof veeleer dat wanneer
allo Joden de vele zedelijke, diep-religieuze voor
schriften van den Talmud j waarlyk volgden zjj er
niet" te minder om zouden zijn. Ook heb ik mij
wel gewacht zoo in 't algemeen het hedendaagsche
Jodendom van irreligiositeit te beschuldigen.
Slechts zeide ik dat door den Talmud een geest
in wettelijkheid en werkheiligheid is aangekweekt
die met ons christelijk geloof op menig punt in
botsing geraakt. Vergeet nietik sprak als chrieten-
theoloog voor een eJraAw-jongelingsvereeniging en
bezie in deze lezing de zaken door mijn eigen bril.
Staande, en van heeler hart staande, in het geloof
dat alle verwachtingen Israels waarlijk vervuld tm
in den historischen Jezus van Nazaret, kan het
natuurlijk veel en velerlei in den Talmnd en de
ieeringon van het Jodendom niets anders dan be
treuren en afkeuren. En dit heb ik in deze lezing
Ook eerlijk uitgesproken. Maar ik heb er niet aan
gedacht eene Talmud-hetze in 't klein te provo-
ceeren of zelfs maar goed te keuren.
Nu denkt daar gewis de verslaggever van 'tütrechtsch
Dagblad evenmin aan als u of ik, maar omdat deze
woorden mij een bevriend Israëliet aanstoot gaven
nam ik gaarne de pen op mij even nader te ver
klaren. U dankende voor de verleende gastvrijheid
ip Uw blad.
Uw Dw. Dienaar,
J- H. GUNNING J.Hzn
Gouda, 1 Dec. 1890.
2e Klasse. Trekking van Maandag 1 Deo. 1890
No. 167, 1011, 14458 ƒ1000.
No. 156, 891, 13089, 18829 ƒ400.
No. 1565, 11460, 16934 ƒ200.
No. 728, 3207, 3876, 5986, 9191 10464
19119 ƒ100. 46d'
Pryzen van 30.
43 3213 5530 7961 10362 14035 16298 18660
52 3222 5552 7989 10389 14087 16326 1866?
99 3241 5651 8001 10395 14098 16373 1867e
111 3256 5653 8077 10431 14098 16406 18676
142 3258 5705 8086 10446 14113 16410 18704
186 3282 5759 8152 10485 14128 16468 187?«
201 3292 5791 8180 10505 14129 16521 18720
240 3318 5812 8281 10584 14146 16546 18769