JNEN M, T8N d, rten, IZ.» >t een be- EEH PLEEGKIND. BINNENLAND. EEN, LATEN EST wleefdeljjk EVÜLDE IB£, r. rS° 4392. .rukts Woensdag 3 December. 1890. Nieuws- en ’S. Lnjes ►EN. nant FEUILLETON. en Zn. Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. a; 5, Cinasap- Choco- door! De inzending van advertentiön kan geschieden tot eén uur des namiddags van den dag der uitgave. EN: Horloges, dat hunne Afzondertjjke Nommen VIJF CENTEN. i H in ■i IWE C 5. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is f 1.25, franco per post 1.70. Bovendien worden alle Advertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD *t welk des Maandags verschgnt. 1 dat zjjne D zal zgn, lectie Is: (Naar M Duitwh.) XV. en weken lang aan den nawer- het Oostindische klimaat op zijne ill Vind void tornn in rln "KTodoW- Naar wij vernemen is eenige dagen geleden door een onzer stadgenooten aan de Directie dar Staats spoorwegen vergunning verzocht het station ^Gouda* gisteren in rouw te mogen steken geheel in over eenstemming met de droeve plechtigheid, die hier plaats had en dit wel geheel belangeloos, maar het werd hem niet toegestaan. GOUDA, 2 December 1890. Hot Dagelijksch Bestuur dezer gemeente heeft heden zich naar de residentie begeven om in hot rouw-vertrek ten Paleize een laatste hulde te brengen namens de gemeente Gouda aan het stoffelijk over schot van onzen geliefden Koning Willem III. In ons verslag van de droeve plechtigheid van gisteren aan het Station alhier verzuimden wij te vermelden dat daar ook tegenwoordig was eene Deputatie van hh. Officieren der Artillerie uit Schoonhoven, aan het hoofd waarvan Kap. Telch- huis, commandant van de Instructie-Kompagnie aldaar. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centeniedere regej meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Wij zagen heden bij den bloemist H. W. Otto alhier een prachtigen krans, bestemd voor de konink lijke Ijjkbaar. Deze wordt aangeboden door de Pu pillenschool te Nieuworsluis, waarvan M. Willem III beschermheer was. De fijnheid der bloemen, de smaak waarmede deze zijn aangebracht en de kunst waarmede zij zijn gerangschikt, vormen een geheel dat grooten lof verdient. Onder de vele kransen, dezer dagen naar het Loo en de residentie gezonden, zal deze ongetwijfeld een eervolle plaats innemen. GOUDSCHE COURANT. W •10 -17 -25 ons land j rijf jaar. LN DUK. De penanten] tusschen de deuren waren met ge plooid rouwlaken behangen en de fronton daarboven met draperieën van dezelfde stof bedekt, hier en daar bezet met palmtakken, die ook de donkere be- kleeding in het salon zelf—waar volle licht brandde sieren. De vestibule was mede in rouw gestof feerd en aan den uitgang daarvan bevond zich de ontvangkamer voor de autoriteiten en een rouwkapel, door afscheiding van een gedeelte van de stations- veranda verkregen een en ander uitgevoerd door de firma Mutters. Om 2 uur waren nabij het plein voor het station opgesteld een bataljon van het reg. grenadiers en jagers met het omfloersde vaandel en de stafmuziek, alsmede drie escadrons huzaren, eveneens met stan daard en muziek. In het stationsgebouw waren de reeds vroeger vermelde autoriteiten samengekomen. De Kamers der Staten-Generaal waren vertegen woordigd door hare voorzitters met de griffiers en de commiezen-griffiers, de Raad van State door de heeren Swart, Van Alphen, Heijdenrijck, Van Hu- malda van Eijsinga en Rochussen met den secretaris, de Rekenkamer door haren voorzitter, den heer De Roy van Zuidewyn, de leden Six en Van Vliet en den secretaris, de Hooge Raad door den voorzitter, den ondervoorzitter, twee raadsheeren, den procureur- generaal er den griffier; voorts de Commissaris des Konings met de leden van Gedep. Staten en den griffier en de Burgemeester met de Wethouders en den secretaris. De deputatie van het Eereteeken voor belangrijke ^Krijgsverrichtingen” stond bij de Rijnstraat. Toen de rouwtreiu naderde, viel het eerste saluut schot en presenteerde de compagnie schutterij, onder bevel van kapitein Galjaard op het perron opgesteld, bet geweer, terwijl de trein het station binnen stoomde. De kist met ’s Konings lijk werd daarop door 24 onderofficieren gedragen naar den rouwsalon en door zag de bleeke vrouw met vermoeide, half geloken oogen, een slanke meisjesgestalte zich tusschen de paden bewegen, zich neerbuigen over de bloemen, terwijl de tuinman bezig was de losse ranken der klimplanten tegen het latwerk op te binden. Het haar van het meisje was losjes onder den grooten tuinhoed opgebonden het eenvoudige don kere kleedje deed hare jeugdige en bevallige vormen voordeelig uitkomen, een blauw lint, dat langs den rug afhing, was het eenige sieraad van het toilet, hetwelk aantoonde dat het meisje met het huishou delijk bestier belast was. Als zich zelf verrassend te midden eener gedwon gen belangstelling in het meisje, geraakte mevrouw van Barneveld plotseling in een staat van opgewon denheid. Zij zag haar de tuintrap opstijgen, recht op het paviljoen aankomen, met een bouquet rozen in de hand, die zij, bescheiden voor zich heen ziende met een nijging overhandigde. nDe laatste rozen, mevrouw, die de regen ons ge laten heeft.” zeide zij, den bouquet aanbiedend. Uit de houding van het meisje sprak een demoed, die wellicht meer uit plichtsbesef dan uit verknochtheid voortkwam. Een woord van dank of een nader bevel afwachtend, stond zij daar, den breedgeranden stroo- hoed van het hoofd nemend en het haar van de slapen wegstrijkend een geestig, frisch meisjesge laat, met donkere helglanzende oogen, licht te zamen gegroeide wenkbrauwen, het krullend haar D. in af trekken van den rouwwaggon met het stoffelijk over schot van Z. M. den Koning, vele personen op de bevroren slooten [nabij het station. Een tweetal hunner zijn door het ijs gezakt, doch natuurlijk spoedig op het drpoge geholpen. Ook gisterenmojrgen had een geacht ingezetene dezer gemeente het ongeluk nabij het Station door het ijs te gaan. Sinds eenige dagen biedt hot terrein op Stolwijker- sluis van do IJadub „Gouda1 weer een vroolijk tooneel van wintervermaak aan. Tal van heeren en dames vertoonen daar hun kunsten op schaatsen en het is een recht prettig gezicht voor de wandelaars op den dijk die vroolijke dniktc te aanschouwen. Dat ook de Goudsche jeugd daar ruim vertegen woordigd is, behoeft geen betoog. Uit Bodegrave wordt van gisteren gemeld t Op de plek, waar de tramlijn met een bocht in het dorp komt, had heden namiddag een ongeluk plaats. Een wagen met stroo beladen kantelde, toen de voerman, zekere A. V. uit de Lange Ruige Wei de, dwars over do rails wilde steken. Het paard, hierdoor verschrikt, ploeg op hol waardoor genoemde persoon zoo hevig tegen een gebouw werd geslingerd, dat de dood zoo goed als onmiddelijk volgde. Omtrent de aankotpst van het stoffelijk overschot van Z. M. den Koning in de residentie meldt men het volgende van gisteren Het was op 17 Mei 1888, dat Koning Willem III de residentie verliet i om haar niet weer te zien. Heden kwam zijn stoffelijk overschot hier ter stede aan voor den laatst^n tocht naar Delft. In de straten, waarlangs de rouwstoet zich bewoog, was uit bijna alle woningen de vlag halfstok uitgestoken. Aan het Staatsspoprstation waren de lantarens Gisterenmiddag bevonden zich tijdens het door- met rouwfloers omwonlden. zoeken van een der Eransche badplaatsen, dat zij tot nog toe eiken nazomer gedaan had, was ditmaal opgogeven. De overste liet haar vrij en ongemoeid en zocht verstrooiing in den omgang met zijne buren. Zoo zat de schoone bleeke vrouwe van Barneveld ook heden op een der schoonste namiddagen van den nazomer eenzaam en oogenschijnlijk verstoord in den geurenden rozentempel van haren tuin. Het opengeslagen boek lag voor haar op de tafel, doch zij sloeg er geen ong inde kaarten lagen voor haar, maar zij vergat geheel het anders zoo geliefkoosde patientie-spelhet kleine boloneezer hondje speelde aan hare voeten met het kluwen van het haakwerk en richtte daarin een heillooze verwarring aan, maar zij zag het niet. Haar starende blik was op den Ryn gevestigd, welks oppervlakte door een zachten wind in een lichte golvende beweging gebracht werd, terwijl de koesterende Augustuszon millioenen lichtstralen daarop liet spelen. Een open brief lag in haren schoot. Jan, haar pleegzoon, had haar uit de bad plaats, waar hij vertoefde, geschreven, dat hij heden zou terugkeeren, maar dit bericht schonk haar geen vreugde. Het kind, dat haar echtgenoot eens in huis genomen had als een afleidingsmiddel tegen de luimen zijner vrouw, dat kind had tegen hare landgenooten i gestreden en sedert was het weinigje genegenheid, dat zij uit gewoonte voor den knaap had opgevat, i bijna in afkeer veranderd. Het gruwde haar bijkans hem terug te zien. s Beneden in den tuin, nabij het hek aan de rivier, achter op het hoofd te saam gebonden Doortje, 26) Het nieuw verrezen huis der Barnevelds zag er uit als konden alleen gelukkige menschen daar wo- I nen, zoo vroolyk glansden zijn witte torentjes, zijn I hoekstukken, zijn zonnige terrassen over de rivier, I zoo smaakvol versierden de bloemen zyn weelderig aangelegden tuin en zoo net en zindelyk werd alles onderhouden als durfde geen stofje of zandkorrel den huiselyken vrede storen. Niettegenstaande zijn levenslustigen aard leed de L overste soms dagen en weken lang aan den nawer- kenden invloed van 1 1111 r - I gezondheid, want hij had vele jaren in de Neder- landsche koloniën gediend. Zijne gemalin, toch reeds voortdurend ziokelijk, was sinds verscheiden jaren lijdende aan een ongeneeslijke keelziekte en de be- dienden vertelden dat de eenmaal ongetwijfeld zeer schoone vrouw dagen lang met niemand, zelfs niet met haren gemaal een enkel woord wisselde. De eenige, die zij in haar bijzijn dulde was het jonge meisje, dat zq tot zich genomen hadook het be-

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1