frlFiPr' 'T ssïï'js:
Buitenlandse!) Overzicht.
BOM VAN NEDERLANDSCBE ONDERWIJZERS.
»rvor i o r°eping te gOTen-"
Een ieder toch kent de denkbeelden ran Prinses
Sophie en aal rich bewust z|jn dat indien H. M.
de „Koningin-Regentes, 's Konings Zuster tot raads-
▼rouw genomen heeft (iets wat uit de genegenheid
welke z\j elkaar bewezen, wel is op te maken) die
verhouding kan strekken tot heil van Nederland en
van de residentie, voor de laatste vooral om dat het
algemeen bekend is, dat de Prinses Haar Hofhou
ding op de meest onbekrompen wijze heeft ingerioht.
In verband hiermede deelt men mede, dat eene
wijziging van de bezoldiging van het dienstpersoneel
aan het Hof van wijlen Z. M. den Koning verbon
den en waarvan do regeling nog altijd dagteekent
uit den tijd van Koning Willem I toen en de le
vensbehoeften goedkooper en de leefwijze eenvoudiger
waren, niet lang meer kan uitblijven.
Volgens waarnemingen, gedaan in Teylers stichting
te Haarlem, heeft het sedert het jaar 1880 nog niet
zoo hevig gevroren als in den nacht van Maandag
op Dinsdag, toen de thermometer 13 graden Fahren
heit wees (dus 19 graden vorst.)
Den 15eo Januari 1880 vroor het niet ttiinder
dan 24 graden, den 21en dierzelfde maand 23'/g
graad, den 22en 22 graden, totdat de koude haar
toppunt bereikte op den 25en en 26eu. Toen wees
de thermometer op niet minder dan 25 graden vorst.
Het k&n dus nóg icouder worden, dan het lieden
nacht reeds is geweest. De laagste thermometerstand
tusschen 1880 en 1890 is geweest den 17on Januari
1886, toen het 18 graden vroor.
Staten-Generaal- Tweede Kamer. Zitting
van Dinsdag 16 Dec.
De begrooting van Justitie (Hoofdstuk IV) is
zonder eenig bezwaar en zelfs zonder hoofdelijke
stemming aangenomen. Als naar gewoonte kwamen
een bonte nj van wenschen ei aanmerkingen het
debat levendig houden.
De heer Veegens drong aan op betere naleving
der fabriekswet; de heer Van JVelsen haalde zich
een interruptie van den voorzitter op den hals door
uit te weiden over de prostitutie, welke onder
Binnenl. Zaken ressorteertde heer Van Kempen
was indachtig aan de vele Haagsche winkeliers, die
kiezer zijn, en bepleitte de beteugeling van Eigen
Hulp, waarin hij trouw werd bijgestaan door den
Loosduinschen burgemeester Van de Velde. Deze
laatste gaf ook den wensch te kennen naar snel
recht voor kleine politie-zaken, een denkbeeld dat
ook steun vond bij den heer Hartogh. Domela
Nieuwenhuijs voDd, dat de arbeidsduur der gevan
genbewaarders te lang was en wees daarbij op zijn
eigen ondervinding. De heeren Travaglino en Van
Houten bespraken den dubbelen rechtsbijstand, doch
in tegenovergestelden geestde katholieke afge
vaardigde wilde dien herstellen, terwijl de Groning-
sche radicaal zich in de afschaffing verblijdde.
Zoo zouden wij misschien nog enkele zaken kun
nen opnoemen, doch de minister zond de meesten
met een kluitje in 't riet, zoodat wij fn dien geest
niet zullen voortgaan. De minister was b. v. vol
goeden wil jegens de neringdoenden en zou nog
eens ernstig overwegen of overdrijving van coöporatie
schadelijk werkt. Op die wijze ging hij voort,
zoodat de andere sprekers niet veel gelukkiger
waren.
Men ziet tegenwoordig niet veel vruchten van
's Ministers werkzaamheid, en zoo men hem indachtig
maakt op gewenschte wetswijzigingen, heeft hij maar
al te spoedig dooddoeners b|j de hand. De vraag
naar eenvoudiger berechting van eenvoudige zaken,
waarin de heeren Hartogh en Van de Velde samen-
stemden, werd afgewezen met verwijzing naar den
bestaanden eisch van openbaarheid der uitspraak
van vonnissen. Die van den heer Domela Nieuwen
huijs om schadeloosstelling voor preventief gevan
genen, die werden vrijgesproken, beantwoord met een
sofisme en met een beroep op vroegere beslissingen.
Verlangens om verschillende bepalingen van het
Burgerlijk Wetboek te herzien werden bejegend met
dilatcire excepties. De jachtwet oordeelt de Mi
nister bijna onberispelijk en de prostitutie laat hij
aan 's heeren Van Velsens zedelijk bewustzijn over.
Het heet, dat de Minister zoo erg veel doet aan de
sociale quaestie, zoodat hij geen tijd heeft zuivere
juridische zaken naar eisch te behaudelen.
En toch zijn nieuwe wetboek, inz. herziening van
het Burg. Wetboek dringend noodzakelijk, temeer
daar niets wordt bemerkt van de werkzaamheid op
het gebied der sociale wetgeving. Zg lost zich
thans voornamelijk op in het zeker prijzenswaar
dige streven om de arbeidswet beter nageleefd te
zien, maar noch de aandrang tot vorsterking van
toezicht, noch die tot verscherping der wet; noch
die tot ter hand neming van veldarbeid kon b|j den
Minister bgval vinden. Zijn oorspronkelijk optreden
had meer beloofd.
Bij de artikelen kwam het amendement terug,
dat' verleden jaar is aangenomen, om de weder op
de begrooting gebrachte nieuwe ambtenaren O. M.
bg het kantongerecht daarvau af te voeren. Ditmaal
werd het amendement met groote meerderheid ver
worpen.
Morgen en Vrijdag avondzittingen.
Aan Lodewijk Mulder's blijspel «De kiesvereeniging
van Stellendijk" valt aanstaanden Vrijdag de in de jaar
boeken van ons tooneel zeldzaam voorkomende
onderscheiding te beurt van, bg het leven van zijnen
acteur, voor de honderdste maal te worden opgevoerd.
De directie van de «Vereenigde Rotterdamsche
Tooneelisteu* heeft dan ook aan deze voorstolling
een feestelijk karakter gegeven, door den heer Mulder
uit te noodigen haar bg te wonen, welke uitnoodi-
ging is aangenomen. Ook de leden der jury, op
wier voordracht het stuk indertijd met den eereprijs
bekroond is, de heeren prof. G. A. van Hamel
en P. Iiaverkorn van Rijsewgk, zijnde mr. C. Vosmaer,
het derde jurylid, inmiddels overleden zijn tot de
feestelijkheid uitgeuoodigd.
Men schrijft uit Rotterdam:
Kennis op den Plas! Ja, dat was het Zondag in
den waren zin des woords. Do Kralingsche «plas"
is een water van omstreeks een uur in den omtrek,
dat steeds zeer gezocht is door de Rotterdammers,
des zomers om te spelevaren of visschen, des winters
voor het ijsvennaak. Het duurt soms wel wat lang
vooraleer het ijs in den Plas voldoende vertrouwbaar
is en gewoonlijk eischt het ijs aldaar inden aanvang
of bij dooiweder eenige slachtoffers, maar wanneer
de ijskorst zich eenmaal gezet heeft, dan is het eene
ijsvlakte zoo schoon, als wellicht in weinige plaatsen
te vinden is. Reeds Woensdag jl. gaf de burge
meester van Kralingen vergunning tot het plaatsen
van tenten en Zondag waren deze bij honderden te
tellen. Het gs was er Zondag 24 cM. dik. Duizel
den schaatsenrijders bewogen zich over de banen,
terwgl het getal wandelaars volstrekt niet minder
was. Overal klonken de tonen der muziek den be
zoekers tegen en in de kramen was van alles ver
krijgbaar, tot poffertjes incluis. Van alles P
Dat is echter eenigszins onjuist uitgedrukt, want
vergunning" werd niet gegeven, van welken wgzen
maatregel de gunstige gevolgen, in vergelijking met
vroegere jaren, zeer goed merkbaar waren aan de
bedaardheid en orde, welke er heerschten.
Ook op den llillegersbergscben plas en op de Rotte
was het al even vol. Een tweede eigenaardigheid
bij het Rotterdamsche ijsvermaak is een tochtje op
schaatsen naar het op omstreeks vier uren afstands
gelegen Gouda. Daar worden dan echter Goudsche
pijpen en «Goudsohe sprits" gekocht en keert men
aldus beladen weder terug. Er z|jn er, die geheel
met pijpen omhangen z|jn; doch het /rechte" is een
lange p|jp heel over te brengen. Vroeger lagen tus
schen Rotterdam en Gouda een vijftal «Plassen" als
de boven vermelde, welke men moest oversteken.
Nadat enkele jaren geleden eenige der plassen ge
dempt z|jn, leidt de weg over kanalen.
De rivier voor de stad is zóó vol drgfijs, dat wan
neer de strengo vorst nog een paar dagen aanhoudt,
men al spoedig ook een tochtje over de rivier de
Maas naar Dordrecht zal kunnen maken.
Dat er kormis op de Maas was voor de stad Rot
terdam is al vrgwat jaren geleden en zal, sedert de
spoorwegbruggen den trek zoo oanzienlgk verhoogd
hebben en ook de rivier op een der schoonste punten
in twee deelen scheiden, in 't vervolg wel tot de
vrome wenschen blijven behooren. Wanneer dit het
geval was, was er echter nog wat anders1 te koop
dan nu op den Plas, zooals de fraaie illustraties,
welke daarvan bestaan, te aanschouwen geven.
Jammer dat, zooals alles, ook het Ijsvermaak zijne
keerzijde heeft, want waar de een zich verheugt,
l|jdt de ander dubbel gebrek, en vooral te Rotter
dam, waar het verkeer te water een der eerste
levensbronnen is, doet zich dat al zeor spoedig ge
voelen. IJopen wij dat in het algemeen het genot
dat de meergegoeden mogen smaken, ook in dubbele
mate tot liefdadigheid zal stemmen.
De lnd. Beige kondigt voor 891 een nieuw speel
goed aan, namelijk het spoorweg-ongeluk-spel.
Het zal bestaan uit een spoortrein, die o*ereene
cirkelvormige baan loopt en op een bopaald punt
derailleert. Do wagens worden omver geworpen en
de reizigers, min of meer ernstig gekwetst, enkelen
dood, uit do vernielde wagens te voorschgn gehaald.
Er is ook een wagen in den trein voor zieken-
behandeling, met brancards en anderé benoodigdheden
om de dooden en gekwetsten te vervoeren.
Deze laatste wagen wordt natuurlijk niet omge
worpen en verbrijzeld.
Om een denkbeeld te geven van de kosten, die
een mistige dag als die van Woensdag 11. aan de
Londensche bevolking oplegt, zij alleen vermeld,
dat écn der gasfabrieken dier. dag 5000 pd. st. meer
ontvinz dau gewoonlijk. Voegt men daarbij 't meer
der gebruik van olie en kaarsen, en vooral de winst
derving, die door het staken van rijtuig- en omni-
busverkeer en door het geringer bezoek aan winkels
(juist tegen Kerstmis) wordt veroorzaakt, dan mag
men veilig aannemen, dat één dag van mist den
Londenaars op 600,000 komt te staan.
«En gij zult ontdekken, dat zg niet de voornaamste
schuldige is."
«Waarom vroeg Francois verwonderd.
«Ik weet het niet. Ik kan mij vergissen, maar
ik geloof het stellig."
«Wil ik je eens zeggen waarom zei Léon
lachende «zij is jong, zij is een landgenoot van u
en zij ziet er lief uit, niet waar Enfin, zij is inte
ressant en dan eene moordenares Foei, dat zou
al te erg zijnDaarom moet er een hoofdschuldige
wezen
Ik lachte niet mede, maar vroeg ot wij niet eens
den koffer en het lijk mochten zien. Gelukkig was
dit nog mogelijk. DeD volgenden morgen zou het
lijk zeer vroeg naar de Morgue worden gebracht,
maar men zou het dien nacht nog aan het politie
bureau laten. Francois Dubert nam zijn neef en
mij mede naar een aangrenzend vertrek.
Er stond niets in het vertrek dan een eenvoudige
houten tafel op schragen, een lange bank en een
groote porseleinen kachel. Het lokaal had geen
anderen uitgang dan door het politiebureau. Het
werd in den regel gebruikt voor de getuigen, die
de commissaris voor zich liet verschijnen.
Op de lange, smalle tafel had men het lijk ge
legd. Ik onderzocht het nauwkeurig. Het was het
lichaam eener vrouw, die tot den welgestelden raid-
delstand scheen te behooren, ontwijfelbaar eene dame,
maar ouderwetsch. De dame, die zoo wat tusschen
de zestig en vijf-en-zestig jaren geweest kon zijn,
was gekleed in een lange, eenvoudige, zwarte japon,
van eene fraaie wollen stof, maar ongegarneerd zij
droeg wit linnen manchetten en een sluitend boordje.
Zij had eene zwart kanten muts op, die door
spelden met gitten knoppen werd vastgehouden in
haar grijs haar, dat over haar hoog voorhoofd
lag. Zelfs in don dood had het benepen, perka
menten gezicht geen aangename uitdrukking.
De lichtblauwe oogen waren hard van uitdrukking,
en om de dunne lippen lag een trek van hardnek
kigheid.
Ik bekeek het horloge, een eenvoudig remoutoir
Bennett, van tien guinjes, dat aan een zwart hor
logekettinkje was bevestigd. Ik bekeek het horloge
nauwkeurig en teekende het nummer van het uur
werk op.
«Het zal hoogst moeielijk zijn hare identiteit te
bewijzen," zeide ik«als er n.l. niets meer uitlekt."
De dame had in den zak eene beurs met het
handelsmerk van «Parkins en Gotto", waarin zich,
behalve eenig zilvergeld, drie gouden sovereigns be
vonden. Behalve de beurs was er in haar zak een
fijne kanten zakdoek, E. R. gemerkt, evenals al het
fijne lijflinnen.
Diefstal was klaarblijkelijk niet de aanleiding tot
de misdaad geweest.
Ik lichtte bet hoofd op en nam de muts af. Toen
ik het dunne haar wegstreek, vond ik een groote
kneuzing, hoog boven de lfokerslaap. Ik vroeg
Francois of hij dit. ook had opgemerkt. Hij zeide
j van neen, want de lijkschouwing zou eerst den vol-
genden morgen in de Morgue plaats vinden.
De doode was blijkbaar door een hevigen slag
bewusteloos geworden, maar die slag kon niet on-
middellijk den dood tengevolge hebben gehad. Als
men bij de lijkschouwing geen spoor van vergifti
ging vond, dan was waarschgnlgk mot chloroform^
1 een einde aan haar leven gemaakt. Had eene vrouw
dien slag kunnen toebrengen? Ik bekeek alweer de
kneuzing. Het was natuurlijk moeilijk, iets met
zekerheid te zeggen, maar oogenschijnlijk was de
slag met groote kracht toegebracht.
Ik verzocht tevergeets verlof om hot lichaam te
mogen ontkleeden. De heer Francois wilde het
niet toestaan totdat de deskundigen het lijk gezien
hadden. Natuurlijk had hij hierin volkomen gelgk
Evenwel verkreeg ik verlof, den koffer zorgvuldig
te mogen onderzoeken. Ik deed dit met de groot
ste nauwkeurigheid, maar de uitslag beantwoordde
niet aan mijne verwachting. Het was een eenvou
dige, langwerpige koffer, van stevig hoüt vervaar
digd, zwart geverfd, zonder vernis. Het deksel had
koperen scharnieren. Van binnen was de koffer
beplakt met gewoon rood gestreept papier. In het
deksel was een vierkant naamplaatje van den maker,
Browne Elder, 117 Cheapsijle oen bekende
Engelsche firma.
Wordt vervolgd.)
{Vervolg.)
Se onzelfstandige positie van den onderwijzer in de
school en de tegenwoordige wijn van benoeming en be
vordering zijn beneden zijne waardigheid en strijdig met
de belangen van het onderwijs.
De mate van zelfstandigheid, waarin de onderwij
zer kan optreden in zijne betrekking, staat in het
nauwste verband met zijn invloed op den gan» en
de methode van het onderwijs op de school, waar
hij werkzaam is. Het Bestuur van den Bond van
Nederlandsohe Onderwijzers drukt in zijne in dit jaar
verspreide circnlaire den bestaanden toestand aldus
uit:
cDo beslissing over den gang en de methode van
het onderwijs; zelfs in de eigen klasse van den on
derwijzer, berust uitsluitend bg het hoofd, niettegen
staande de onderwijzer verantwoordelijk wordt gesteld
voor do resultaten van zijn onderwijs."
Eu soo is het juist.
J™11 men in <le beoordeoling van deze zaak
verschillen en zijne goed- of afkeuring er over te
kennon geven, naarmate het standpunt is, dat men
in deze kwestie inneemt, maar in ieder geval is de
in de circulaire geschetste toestand belangrijk genoeg
om ernstig besproken te worden.
Want deze kwestie betreft niet alleen, zelfs niet in
de eerste plaats het belang van den onderwijzer, zij
hangt ton nauwste samen met de belangon van de
school.
Jammer daarom, dat sommige schoolbladen, bij
de bespreking van dit dool der circulaire, zulk eene
verkeerde voorstelling gaven van de bedoeling van
het Hoofdbestuur, dat men in dozen bijna aan moed
wil zou gaan denken.
Zoo gaf „de Schoolwereld" in een harer nummers
als hare meening te kennen, dat het den onderwij
zers te doen was in afzonderlijke bijeenkomsten dapper
•en en ander van den gang der zaken op eene school
af te keuren, maar dat zij toch nog' altijd moesten
doen, wat het hoofd der school bevoelt.
Ik ben overtuigd, dat niemand van 't bestuur er
een oogenblik aan gedacht heeft, in afzonderlijke
bijeenkomsten van onderwijzers iots af te keuren.
trouwens, waar hoofden en onderwijzers samen met
ernst bezield zgn do belangen van bet onderwijs op
hunne school te bevorderen, daar kan noch van
afkeuren, noch van bevelen sprake zijn. Daar kan
aueen sprake zijn van samenwerking om de resul
taten van het te geven onderwijs zoo gunstig moze-
hlt 1° t n Z]J",' of nu dio gunstige resultaten
IL l fU i°"i worden, door de onderwijzers
geheel wt te sluiten van allen invloed opdesohool-
zaken is, dunkt mg, een vraag, die aanspraak mag
maken op eene meer ernstige overdenking, dan die
waarvan de Bedacteur van „do Schoolwereld» en
anderen blgken hebben gegeven in hunne stukken
tegen bedoelde zinsnede uit de circulaire.
M. i. toch kan de zoo hoogst noodige samen
werking tusschen do onderwijzers in de verschillende
klassen met volkomen zgn, zoolang er geen onder
ling overleg heeft plaato gehad over de wijze, waarop
men zal werken, zoolang men niot de redenen kent
waarom deze of gene methode wordt aanbevolen of
verworpen, zoolang men niet elkanders meening
beert gehoord over de wgze, waarop men de aan
genomen methode in toepassing wenscht te brem/en
zoolang in ééu woord het geheole personeel niet
doordrongen is van den geest, die het geheele on-
deririjs op de school beheerscht.
En dit is niet mogelijk wanneor hot hoofd alleen
alles vaststelt, alles regelt, om daarna den einduit
slag van zgne overdenkingen omtrent methode gang
en tuoht aan de onderwijzers op de school voor te
'W" als eon bevel dat zij hebben op te volgen.
Wie meent, dat alleen door zoo te handelen" de
eenheid in de opvoeding en het onderwijs op de
school goed wordt behartigd, moet zich zelf ai bij
zonder hoog en zijne onderwgzers laag stellen, moet
ben zoo wat beschouwen als de deelen van oen
'machine, waarop hjj zelf als machinist is geplaatst
en die bij langs de door hem gelegde rails van
m 8anï en tiieht naar het doel voert.
Maar met deze opvatting slingert hjj de zwaarste
beschuldiging tegen de inrichiing der tegenwoordige
acte-examens, tegen de examen-commissiën, die jaar-
V-ü bonderden onbekwame personen de bevoegd-
beid verleent om op te treden in eenen werkkring,
»aarhij de gewichtigste volksbelangen zijn gemoeid
en waardoorwie weet hoevele binderzielen in zede-
lijken zin worden vermoord.
Want al is die machinist ook nog zoo bekwaam,
hg kan niet verhinderen, dat de raderen wier weg
scherp is afgebakend en wier bewegingen onmogelijk
'e geljjkertijd door den machinist kunnen gevolgd
worden, op hunnen tocht, menig jong plantje ver-
pletteren of verminken.
Weg daarom met elk stelsel dat de individualiteit
*an den onderwijzer doodt en hem verlaagt I
In 't belang van de verheffing van den onder-
wgzerestand, in 't belang van het onderwijs, vraag
ifja",on! Jj do «f"e plaats erkenning van de
dii mul mot betrekking tot schoolzakon van
ia dan? ZT"' e" ?°°r hunne omwikkeling
lv hunne er?a™8 daar°P aanspraak mogen
wLf "T" in de 'woede plaats: aan-
sXts Llf nh zelf9tandi«heid bV b«n die, hoewel
slechts half beewaam toch onder de tegenwoordige
wet als onderwgskrachton worden toegelaten,
dat b' tö ,bereiken is het m.i. noodig,
de hoefrlo der,8c '°o|. ("f in kleinere gemeenten
de hoofden van scholen gezamenlijk) zich in nadere
Mvolf h ,8tel' met zii"° onderwijzers, waar het de
regeling betreft van do zaken welke betrekking heb-
kondonP i ontwijs in zijne school. Daarvoor
konden onderlinge besprekingen worden gehouden
besnrTT °P g6Zfe tLid°n be'e8de bijeenkomsten,
besprekingen waardoor het oordeel van den ervaren
onderwijzer, die volgens den Redacteur van „de
hoofd veTf f'f P i. Tn bekwa"m i8 als he'
hoofd zelf, tot zgn recht kwam, besprekingen waar
door miasohien de opinie van sommige hoofden
omtrent methode, tncht enz., wel eens ten goede
konden gewgzigd worden, besprekingen die in ieder
geval er toe zonden leiden, dat men elkanders wer
ken en streven meer leerde waardeeren en daardoor
eeuo banu zou leggen voor onderlinge samenwerking
die hot onderwgs ten goede zou komen.
j vo™ do i°nSe. meer onei varen onderwgzers
zouden zulke besprekingen zeker een leersohool zijn,
die hen misschien zouden terughondon van verkeerde
proefnemingen omtrent hun eigen opvatting van
methode en tucht, waardoor zoo licht den geheelon
gang van het onderwgs op de school verstoord wordt.
Men klaagt dikwijls over do weinige ervaring die
de onderwgzers hebben, wanneer zij op aehttienja-
rigen leeftijd van kweekschool of normaallessen als
onderwgzer voor eene klasse worden gezet, van de
weinige tact, die zij nog hebben om met kinderen
om te gaan, van de soms zonderlinge wijze, waarop
zg de eene of andere methode toepaseen;
Hoe kan er nu een betere gelegenheid voor die
jonge onderwijzers worden gevonden om een goed
inzicht in al deze zaken te krijgen, dan de bespre
kingen met het ervaren hoofd en de oudere onder-
wijzers.
Maar voor den onderwijzer die uit kracht van
zgne bekwaamheid en ervaring evengoed als het
hoofd aanspraak mag maken op een zelfstandig
oordeelen in zake, methode enz. was nog een ander
voordeel aan die besprekingen verbondon.
Waar lijj verantwoordelijk wordt gesteld voor de
resultaten van zgn onderwgs in zijne eigene klasse,
daar heeft hg het recht te eisohen, dal zjjn oordeel
omtrent de inrichting van het onderwijs in zijne
klasse bekend wordt, wanneer dat oordeel mocht
verschillen van dat van het hoofd der school, opdat
bg opvolging van de bevelen van het hoofd de
mogelgk ongunstige resultaten van het onderwgs
mot aan den onderwijzer kunnen geweten worden.'
Daarvoor zon dan alleen noodig zijn de hoofdza-
en van het gesprokene op die bijeenkomsten, te
notuleeren en deze steeds ter inzage te leggen van
schoolautoriteiten die daardoor tevens een uitmun
tende gelegenheid hadden om op de hoogte te komen
van de zienswijze omtrent methode, gang, tncht enz.
der hoofden en onderwgzers wat misschien, bij de
afschaffing der vergelijkende examens een leiddraad
kon worden hij benoemingen.
Zoodoende zou ton minste eenigszins te gemoet
gekomen worden aan het zoo dikwijls geuile verlangen
der onderwgzers naar opheffing uit hunnen te*en-
woordigen onmondigen toestand, al is daardoor voor
den ervaren en bekwamen onderwijzer ook lang no»
niet alles verkregen, wat hg uithoofde van die erva"
ring en bekwaamheid kan vorderen.
Ik wensch echter hierover thans niet verder uit
te weiden daar deze zaak belangrijk gonoeg is om
een afzonderlijk punt van bespreking uit temaken.
Wordt vervolgd.)
Het bericht, door de „Nat. Zeitung» medege
deeld, aangaande de gezondheid van den Paus, is
sterk overdreven. Z. H. lijdt slechts aau eene lichte
verkoudheid.
De meening blijft te Brussel stand houden, dat de
Noderlandsche regeering haar toestemming zal geven
tot het heffen van invoerreohten in den Congo-staat,
zoodra de tarief-commissie het eens is geworden over
de vaststelling van het tarief. Vermoedelijk zal de
verwachte schikking nog in deze week getroffen
worden. De wijziging van Nederlands houding in
dit opzicht wordt toegeschreven aan het besluit der
Congo-regeering om wijziging te brengen in eenige
der directe belastingen, waardoor bjjzonder de Afri-
kaansche Handols-Vennoolsohap werd getroffen.
l'rins Albert, tweede zoon van den Graaf van
Vlaanderen, is aas de militaire school te Brussel
als cadet opgenomen. Koning Leopold is siin neef
aan het leeraars-personeel komen voorstellen, in tegen
woordigheid van den Graaf en de Gravin van Vlin
deren en van den Minister van oorlog. Daaririi
nam hg de gelegenheid waar om nog eens te doen
dèra°mdenkt"HhlJ V' algemeen8n dienstplicht an-
,l! V de tegenwoordige meerderheid-
de Koning se.de„Het is voor mij een groot gel
noegon u mijn jongsten neef te komen voorstellL
evenals ,k met zgn ouderen broeder gedaan heS'
Ik wensch daarmede een bewijs van waardeerinv te
geven aan deze inrichting, waar de Prins de°OD-
leidmg ontvangen tal, dienstig om hem de eieen
schapp? een k ofl*.er (e 7j8y«;K--
§[6Q. Ik Wil tsV6Q3 Op d0Z6 wilPfl mïin in.t
te kennen geven met het beginsel, krachtens h™ welk
verdedig vaThr^ebrrteT^;8 H*Vf 1
heeft behoefte aan kr-aehtig^rgeoetlndo™ 0^
In het leven der mensehen komen dagen van
wezenl"gA T°°r' °F Z'J voorbweid behooren te
wezen en evenals de mensehen, zoo doorleven ook
de volken hun tijdperken van beproevin^Sla.1Z
ernstige ure waarop hun bestaan in gevaa'r verkeert
dan is een goed ingericht leger een bolwerk van dè
vrge instellingen der natie. Ik zon mij velukkie-
achten alle jongelingen in het leger te zien en od
vorstenzonen rust de plicht aan allen het voorbeeld
De Franse lie Senaat is nog niet begonnen met de
algemeene beraadslagingen over de begrooiin» De
rapporteur Bon anger is nog niet gereed m"et zdn
uitgesteld zitling tot W«aaadag moest wordin
Het schgnt zeker, dat do Italiaansohe minister van
oorlog generaal Barthole Vitali zij„ ontsla* heeft ge
nomen. Over de reden, welke de minister daartoe
noopte, wordt verschillend geoordeeld. Vol*ens de
ministerie010 bladen is de minister ziek, ma.r wa.r-
schgnlgker is de gissing, dat de minister geen
lo7b?g™ot5.aemen m8' <l9 d« oor-
In Pruisen blijft de onderwijsqnaestie aan do orde
De commissie welke een plan tot hervorming van
het hooger onderwgs moet ontwerpen, is bijna gereed
met haar arbeid en zal nog in deze week uiteengaan
Naar men zegt, zal de zitting der commissie^2
Keizer geslote^ wordenW6rd g8°P8"d> °°k door'den
vanIntfge™rdigta,0naar° wXm ttwe'rp^
wijziging van de wet op het lager onderwgs's ver
wezen, haar eerste bijeenkomst. De vertegenwoordi
gers van het centrum bleven zich met alle kracht
tegen het ontwerp verzetten. Nadat ook de vraag
aan de orde was gesteld, of het ontwerp wel strookt!
mot de grondwet, werden de algemeene beraadsla
gingen gesloten. Ofschoon ook de vertegenwoordigers
van het centrum tot tweemaal het woord hadden
gevoerd om bun standpunt toe te lichten, was to!h
de heer Windthorst zeer boos over de ÜuitTn* en
dreigde zelfs dat hg en zijn vrienden zich aan de
beraadslagingen zouden onttrekken, indien hun weer
de ge egenheid o,n te protesteeren werd afgesneden
Trouwens te oordeelen naar hetgeen reeds ove;
is d. .„d„.
aanmerkelijk gunstiger geworden.
De minister van onderwijs, de heer Von Gossler
woonde de vergadering bij en verdedigde zelf zijn
ontwerp. Nadat de algemeene besprekingen gesloten
waren, ging de oommissie tot de behandeling der
afzonderlijke artikelen over. De eerste bepalingen
werden zonder beduidende wijzigingen aankomen
maar met de overige zal dit wel niot zoo vlot gaan'
daar door de verschalende partijen een reek» Tn
amendementen !s ingediend. Do voorstanders achten
het echter reeds veel gewonnen, dat de andere partijen
die evenals het centrum bezwaien hebben tegen de
wet, daarom toch niet het ontwerp reeds bg vLbaa!
verwerpen raaar ernstig willen beproeven of Z
een schikking mogelgk is.
De Keizer van Oostenrgk heeft op vrij duidelijke
wijze de Czochen gewaarschuwd, niet langer in hun
verzot '«gen den „Ausgleioh" te volharden. Reeds
vroeger had Frans Jesef gezegd dat de overeenkomst
niets nadeehgs voor de Czeehen bevatte, en deze
slechts opgehitst werden. Ditmaal zeide hij tot den
burgemeester van Praag „de Jong Czeehen hande
len zeer lichtzinnig, hun gedrag kan slechte gevel-
gen voor het volk hebben.» Deze wenk schijnt
echter nog met veel geholpen te hebben, want de
strijden 0C 8aaD V°°rt' met llet TOrgei'jk 'e be-
Het Huis der afgevaardigden heeft het voorste! van