advertentiën
petMbum-noteeringkn
öiilteulanilscli Overzicht.
335st0 Staats-lo ter] ij
NrDeveSdn Van f 65- W°rden «4*
Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam,
Burgerlijke Stand.
Moordrecht:
Stolwijk
Haastrecht
om by de betrokken personen die kennis van en
belangstelling in de aangelegenheden van handel en
nijverheid te veronderstellen, welke by de overige
aanslagen den grond tot toekenning van het kiesrecht
voor de Kamers van koophandel en fabrieken ople
vert 3o. verbotering der bepalingen omtrent de wijze
van verkiezing en bepaling, dat de verkiezing ter
vervulling der plaatsen, die door ontslag, overlijden
of door eene andore reden open vallen, binnen zes
maanden na dat openvallen geschiedt (thans, even
als de gewone verkiezing, in de maand November).
I.andbouw-associatie in Noord-Amerika. Een voor
beeld van reusachtige coöperatie op landbouwgebied
levert de „National Earner's Alliance" in de Ver-
eenigde Staten op. Zij strekt zich over de gansche
Unie uit en werd opgericht om de steeds drukken
der wordende coalitie der Amerikaansche kapitalisten
te fnuiken. De „Alliance" verkreeg spoedig een
kolossalen omvang en is nu reeds eene geduchte
macht geworden in het Parlementzij beschikt over
een groep harer aanhangers in den Senaat en in het
Huis van afgevaardigden en do „Mac-Kinley Bill"
zou zonder de medewerking der Alliance nooit tot
wet zijn verheven geworden. Zij wil nu den kring
harer bemoeiingen uitbreiden en een ander veld ont
ginnen, nl. dat, hetwelk de heer Bauduin de verkoop-
vereeniging noemt, maar ook dit weer op Ameri
kaansche schaal. Of de zuidelijke staten ook meedoen
kan daaruit blijken, dat de Alliance in die richting
besloten heeft tot eene poging om de katoenmarkt
te beheerschen. Men weet nochtans dat eene poging
van denzelfden aard, van kapitalistische zijde op
touw gezet, niet zeer lang geleden, geheel mislukte
en ontzaglijke verliezen na zich sleepte. Nu wordt
beweerd dat het „Cotton-Comittee" der „Earmer's
Alliance" eene overeenkomst heeft aangegaan met
een Europeesch syndicaat van katoenhandelaren: dit
syndicaat zoude, tegen 4 pet. rente, 32 millioen
dollars voorschot geven op 1 millioen balen katoen.
De farmers konden dan hun product aan de „Alliance"
afleveren en de voorschotten successievelijk gestort
worden tegen de bewijzen, dat de waar voor en na
in bepaalde magazijnen of entrepots opgeslagen werd.
Men berekent dat het te gelegener tijd var. de markt
terughouden dier massa de prijzen met ca. 13 pet.
zal doen stijgen.
Het P. v. maakt met ingenomenheid gewag
van de beschouwing, door de Stand, gewijd aan de
preventieve hechtenis naar aanleiding van het geval
van mej. A. Kuypers. Al is het moeielijk het be
wijs te leveren, dat in dit geval de preventieve
hechtenis inderdaad te lang heeft geduurd, dit eene
zou het P. v ook voor dit geval durven volhou
den, dat de wijze, waarop by ons over de toepas-'
sing en de verlenging der preventieve hechtenis
wordt beslist, geen enkelen waarborg geeft aan den
beklaagde, dat bij niet buiten noodzaak van zijne
vrijheid wordt beroofd gehouden. De rechteloos
heid van een beklaagde gedurende de maanden,
dat misschien eene instructie wordt voortgezet, is
een treurig anachronisme en de waarborg, gegeven
in het voorschrift dat iedere maand een nieuw rech
terlijk bevel voor verlenging der preventieve hech
tenis noodig is, bestaat meer in schijn dan in
werkelijkheid, nu dat bevel wordt gegeven zondor
contradictoir debat en zonder dat de beklaagde zelf
joor den rechter wordt gehoord. De rechter oor
deelt op de stukken en zal er niet zoo licht toe
komen, by de wijze waarop alle* thans in zijn work
gaat, verlenging der preventieve hechtenis te weige
ren, als O. M. en reohter van instructie 'die wen-
schclyk oordooien. Trouwens, bjj de toepassing der
preventieve hechtenis zit onze rechterlijke macht
nog te veel in oude denkbeelden gevangen om te
dien aanzien een zelfstandig optreden tegenover de
vervolgende on iustrueerende ambtenaren te mogen
verwaohten.
Voorts sluit het P. v. J. zich ton volle aan bij
het batoog van de Standaard, dat de preventieve
hechtenis ten onzent geheel het karakter mist, dat
zij behoort te dragen. Doel der preventieve hech
tenis is eenvoudige vrijheidsbeneming, desnoods met
afsluiting van de buitenwereld. Onze preventieve
hechtenis wordt ondergaan op nagenoeg gelijke wijze
als de straf zelf, of in de celgevangenis en dan in
hoofdzaak volgens de beginselen, in die gevangenis
voor de behandeling van veroordeelde gevangenen
geldend, of in de gevangenis voor tot gemoenschap-
peljjke opsluiting veroordeelden. Tooh wilde de
minister Modderman geen imperatieve toerekening
der preventieve hechtenis op de straf, omdat die
hechtenis geen straf is. Theoretisch heeft hq gelijk
en practisch behoorde bij het te hebben. Maar zij,
die de practijk kennen, weten hoeverre zjj van de
theorie verwyderd is.
Eindelijk de schadeloosstelling. Het P. v. J. wilde
zich geheel aansluitende bij het heldere en sprekende
betoog van de Standaard, ook zijnerzijds nog een
pleidooi wagen voor dat instituut, maar legt de pen
daarbij moedeloos neer, na de verklaring van den
minister van justitie bij het begrootingsdebat dat
hem eene dusdanige schadeloosstelling niet gemoti
veerd voorkomt. „Wat zat het dus baten, of wij
nog éénmaal de gronden gaan ontwikkelen, die voor
de schadeloosstelling qjleiten; het roepen in den
woestijn vermoeit en maakt schor, zouder dat er
kans bestaat een antwoord te krijgen. Zoolang de
tegenwoordige minister van justitie aan het hoofd
blijft van zijn departement wij erkennen gaarne
zjjn verdiensten op menig gebied van wetgeving
is slechts van het parlementair initiatief eenig heil
te verwachten. Zal men tijd hebben tot zulk een
initiatief, nu de hooge politiek weldra weer aller
aandacht zal in beslag nemen Wie het durft hopen,
vleie zich met de illusie, Wjj koesteren haar niet,
maar aarzelen niet in onze uitspraak, dat een nieuwe
regeling van de preventieve hechtenis te onzent is
.eene zaak van de meest dringeude urgentie.
Voor het gerechtshof te Arnhem stonden Dinsdag
terecht J. L. 8. te Maastricht en zijn vador J. S.,
burgemeester, wonende te Broeksittard, ter zake
dat zij zich te zamen en in vereeniging althans
ieder afzonderlijk op of omstreeks den achtsten Mei
1889 te Broeksittard hebben schuldig gemaakt aan
valschheid in authentieke akten, de eerste beklaagde
door opzettelijk valschelijk op te maken, eigenhan
dig te schrijven, van het zegel der gemeente te voor
zien en met den naam en de handteekening van den
burgemeester den tweeden beklaagde, te ondertoe-
kenen de navolgende verklaringen a. „De onder-
geteekende, burgemeester der gemeente Broeksit
tard, provincie Limburg, verklaart bij deze dat J.
Colaris, koopman, wonende binnen deze gemeente op
heden van hier naar België zal vervoeren 240 vette
schapen, herkomstig uit deze gemeente, en dat hier
noch in den omtrek van twintig kilometer geeaerler
besmettelijke veoziekte onder het rund- of wolvee
heerscht, noch in de laatste jaren geheersoht heeft.
Broeksittard 8 Mei 1889. De burgemeester (was
get. J. Sohrjjen"), (dienende deze verklaring om on
der dhn waarborg van de handteekening van den
burgemeester, omtrent ds herkomst der daarin be-
doeldo schapen, en omtrent den gezondheidstoestand
van het rund- |en wolvee in en in den omtrek der
gemeente Broeksittard te conslateerenb. „Gezien
voor legalisatie van bovenstaande handteekening van
den heer Van der Vorst, rijks-districtsveearts wo
nende te Sittard, gesteld in onze tegenwoordigheid
te Broeksittard, den Sen Mei 1889. De burge
meester (was geteekend J. Schrijen)», dienende deze
verklaring om onder den waarborg van de handtee
kening van don burgemeester van het stellen der
handteekening, in allen gevalle van de handteekening
van den ryks-ilistriotveearts Van der Vorst te Sit
tard te doen blijken, met het oogmerk om die be
scheiden als echt en ouvervalscht door den te Broek
sittard wonende koopman in schapen Jan Nicolaas
Colaris te doen gebruiken, zoodat daaruit niet zou
blijken dat zq door een daartoe onbevoegde waren
afgegeven, uit welk gebruik nadeel kon ontstaan; do
tweede beklaagde door boven omschreven handelin
gen door den eersten te doen plegen, door hem te
gelasten op die wijzo met bovenstaande verklarin
gen te handelen.
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch had bevestigd
een vonnis der rechtbank te Maastricht, waarby J.
S. wegens valschheid in geschrift was veroordeeld
tot 2 dagen gevangenisstraf. Bekl. had tegen dit
vonnis cassatie aangeteekend, en de Hooge Eaad
had het vonnis van het gerechtshof te 's-llertogen-
bosch vernietigd en de zaak naar het gerechtshof
te Arnhem verwezen.
Door den procureur-generaal werd togen bekl. ge-
ëisoht bevestiging van het vonnis van het gerechts
hof te 's Hertogenbosch.
Mr. F. N. L. Aberson trad als verdediger op en
betoogde dat niet aangetoond was op welke wqze
uit het gebruik van het valschelijk opgemaakte stuk
nadeel kon ontstaan.
De uitspraak deelen wy later mede.
(A. O.)
Dezer dagen werd te Londen in eon zoer gerucht
makend proces vonnis gewezen. Het betrof de aan
klacht van zekeren Henry Marks, stichter en uitge
ver van het Financial Nmoe, tegen den heer Butter-
feld, wegens laster en eerberooving.
Aanleiding tot de aanklacht was eene in Febr.
van dit jaar in 't licht verschenen brochure, waarin
de heer Maiks beschuldigd werd eene weduwe te
New-York geschaakt, daarna van have en good be
roofd on toen in kommervolle omstandigheden ach
tergelaten te hebben, nadat hij beproefd had haar
als een krankzinnige in een krankzinnigenhuis te
doen opsluiten. Hoe interessant deze liefdegeschie
denis ook mocht schijnen, het Londensche publiek
stelde nog veel meer belang in het tweede deel der
aanklacht. Marles werd namelijk in de brochure
ook nog beschuldigd, de zwendelarij met Boe Gold
mine op touw gezet te hebben. Het publiek had
bn deze zaak 80.000 tot 100.000 pond sterling ver
loren en de anonyme schry ver der brochure beweerde,
dat Marks de ziel van de heele onderneming was
geweest, dat hij ze met behulp van zijn blad by
brengen. Op een stukje vleeschkleurig papier, dat
er uitlag als de omslag van een dagblad, stond met
een beverige hand geschreven: „Ik ga voor een
paar dagen naar Londen. E. Baynell.
Anders niets. Ik vouwde het briefje toe, en legde
het in mijn notitieboekje.
„Ik zal dit moeten bewaren," zeide ik: „en nu,
juffrouw Jessop, heeft iemand hier in huis juffrouw
Baynell dien Maandag morgen gezien? U misschien?"
„Ik niet," zeide juffrouw Jessop. «Ik blijf niet
ten believe mijner huurders den geheelen nacht op.
Ik moet overdag hard voort ik had het nooit
gedacht, dat ik op mqn ouden dag zou moeten
sloven. Maar dan moet ik ook mijn nachtrust
hebben."
«U denkt dus, dat niemand anders haar^ gezien
heeft geen der dienstboden bijvoorbeeld
„Ik heb tegenwoordig maar ééae meid," zeide
juffrouw Jessop. „Deze meid slaapt hier niet in
huis. Zij gaat om negen uur heen en komt 's mor
gens vroeg terug."
„Hadt u toen geene andere commensalen r
„Geen schepsel. De huurder van de tweede ver-
dieping komt eerst morgen."
„Wie waren er in huis van Zondag op Maandag
Geef alle inlichtingen zoo kort en zakelijk moge
lijk, zeide ik, terwijl ik een zeer streng gezicht
zette.
„Juffrouw Raynell was het grootste gedeelte van
den Zondag alleen. Zij was des morgens naar de
St Stephens geweest. St. Stephens is een der kerken
die, zooals mijn man placht te zeggen....-"
„Zoo kort mogelijk," schreeuwde ik.
„Hm 1 Dien namiddag kwam haar neef Austin.
Zij hadden samen woorden ten minste de oude
dame schold haar neef uit. Ik moet zeggen, dat
die mijnheer Austin Harvey zijne tante nooit een
onvriendelijk woord zeidehij is altijd zoo zacht en
vriendelijk mogelijk. De dame at alleen en Austin
kwam de» «wonds nog een half uurtje. Er was
toen alweer eene scène ten minste, de meid zegt
het ik ben te doof, ik hoor er niets van. Toen
mynheer Austin wegging, zat de oude dame alleen
in de voorkamer te lezen en om tien uur ging zij
naar bed. Dat was het laatst, dat wij haar zagen.
Zij verliet des Maandags morgens voor zeven uur
het huis, eer het dienstmeisje er was: zij wilde
zeker den eersten trein nog halen. Ik hoorde de
deur dichtslaan."
„U zag haar dus niet heengaan?"
„Neen."
„Had zij wel meer de gewoonte het huis zoo
stoetsgewijze te verlaten
„Ja- Zq ging wel eens vóór het ontbijt eene
wandeling maken. De» avonds zetten wy altoos een
glas melk in het salon, en dat gebruikt zij meteen
beschuit eer zjj uitgaat."
„Was het glas Maandagmorgen leeggedronken
„Ja zeker."
Ik aarzelde een oogenblik.
De moordenaar moet het leeggedronken hebben,
dacht ik. Die mijnheer Philip Harvey is geen alle-
daagsehe moordenaar 1
„En die Philip Harvey vervolgde ik wan
neer was hij hier het laatst?" w
„Philip Harvey sliep hier van Zondag op Maandag.
Ik sprong op, maar viel haar niet in de rede.
„Hij was hier het laatst des Zaterdags geweest.
Hij kwam Zaterdagavond om half tien. Ik het hem
in, want de meid was juist heengegaan.
„Wanneer ging hij Maandag weer been
„O, in den roge'. stond hij zoo vroeg met op,
daar kunt u op aan, maar hy was dien morgen
bijzonder vroeg. Hij vertrok om negen uur naar
Londen."
A.1160D P"
''Neen, zijn broeder kwam hem afhalen. Hjj ont
beet in zijne slaapkamer en toen reden zy samen
oen rijtuig weg."
jl! eengaporte-manteau en den gffooten zwarten
koffer had hij vol met boeken zeide hy.
„Met boeken? Volgen» uwe beschrijving
Philip toch niet iemand zijn die veel leest.
„Hij heeft zoo zijn luimen, mynheer. Hy i»
student, of heet ten minste in de medicqnen
studeeren, en hij had veel boeken op «jn kamer.
„Kon hij vrij in- en uitgaan, juffrouw Jessop
[Wordt vervolgd).
het publiek aangeprezen en al liet geld in zjjn zak
had gestoken. Volgens den aanklager had zioh het
bedrog volgenderwijs toegedragen: Een zwager van
den heer Henry -Marks, zekere heer Benjamin, reisde
met een brouwerij-ingenieur, die zich onderweg ih
een ingenieur voor het mjjnwezen metamorphoseerde,
naar de Kaapkolonie. Daar werd de eerste de beste
waardelooss hoeve voor den spotprjjs van BOO pond
gekocht en de nieuwbakken deskundige in mjjnzaken
bracht een rapport uit waarin de gronden dezer hoevo
een waar Eldorado werden genoemd en met dit rap
port, met den koopbrief en eenige in Kaapstad ge
kochte stukken gouderts keerde de heer Benjamin
naar Londen terug. Hjj verkocht de „Goldfarm"
dadelijk voor 60,000 pond aan zekeron Mr. Smith
en deze deed haar nog denzelfden dag voor 80,000
pond over aan een consortium, dat op zijn beurt do
„farm" in eene naamlooze vennootschap bracht met
een aandelenkapitaal van 100.000 pond, waarop
voor het publiek de inschrjjving werd opengesteld.
Het „Finnnoial News" prees de „Bae Gold-mine"
aan als eene zeer solidé geldbelegging en toen een
paar maanden later de telegraaf het bericht bracht,
------ uuiiuut uruuui,
dat er ook op de Rae-farra een diamant was gevon-
deft, stegen de anndqelen zoodanig, dat de oorspron-
kelijke houders zo alle met agio van de hand konden
doen.
Toen het evenwel op dividend-uitkeering aankwam,
bleek alles oen kolossale zwendelarij te zijn. De aau-
deelen vielen van 25 shillings en hooger tot lty,
shilling en tot den laatsten prijs werden zjj werkelijk
door iemand opgekocht. Er werd nu eene algemoone
vergadering van aandeelhouders bijeengeroepen. Hier
werd besloten de „Farm" aan eene naburige goudmijn
af te staan en daarmee scheen de zaak voor goed
uit te zjjn. Daar verscheen onverwacht de anonyme
brochure en beweerde, dat Benjamin Smith en alle
directeuren der vennootschap slechts strooraannen
van Henry Marks waren geweest. Hij had de hoeve
gekocht, aan zjjn strooman Smith verkocht en dan in
de naaml. vennootschap ingebracht, de aandeolen
waren ook door stroomannen geteekend, door zjjn blad
in de hoogte gedreven en toon de zwendelarij aan 't
lioht kwam, waarbjj het „Financial News" de rol van
den ontstelden censor speelde had hij de aandeelen
opgekocht en zich zoo in de algemoeuo vergadering
de absolute meerderheid verschaft.
brochure noemde de uamen van de oorspron
kelijke onderteekenaars der slukken, over't algemeen
naaste bloedverwanten van Marks en verder do
gouvernante en het dienstpersoneel van zijn huis.
„Het was Henry Mark» onder 30 verschillende namen
segt de brochure.
De bedrogen aandeelhouders sloegen thans alarm.
Voor Henry Marks begon de zaak lastig te worden; zjjn
voorname positie, behalve uitgever van de krant
was hjj ook lid van den nieuwen stedeljjkon raad
liep gevaar. Hij zei dat hjj onschuldig was en klaagde
den drukker der brochure bjj bet gerecht aan. De
laatste noemde thans den schrijver, zekeren heer
Butterfield.
Henry Marks kreeg nu weor moed. Butterfiold (een
Amerikaan) was zelf naar Londen gekomen om het
Britsche publiek een Amerikaansch goudveld voor
de kleinigheid van een millioen pond op den hals te
schuiven, hg was daarin door Marks tegengewerkt
en zelf arm bij zyne speculatie gewordende brochure
was dus als eene daad van wraak te beschouwen.
Marks hing dit terstond aan de groote klok en be
werkte zelfs Buttorfield's inhechtenisneming. Maar
Marks had vele vijanden, en Butterfield vond vermo
gende vrienden. De laatste werd tegen borgtocht op
vrye voeten gesteld,liet gotuigen uit Afrika en Amerika
overkomen, waaronder ook de interessante weduwe
en den strooman „Smith", die bekende voor zijn rol
als koopor en verkooper van do „Rao Goldmine"
J00 pond als fooi ontvangen te hebben.
Uetzy genoeg te vermelden, dat Butterfield door de
jury werd vrijgesproken, terwijl de tegen Marks in
gebrachte beschuldiging volkomen bewezen werd ver
klaard. De aanklacht tegen den drukker werd hierop
ingetrokken en Marks tot betaling der kosten van
beide processen voroordeeld, wat hem waarschijnlijk
op een paar duizend pond zal te staan komen.
In het gouverngment Bombay, in Engelsch-Indië,
is vergiftiging een niet zelden voorkomende misdaad.
De Regeerings-ontleedkundige te Bombay beeft in
1889 niot minder dan 170 gevallen van vermoedelijke
vergiftiging onderzocht, waarbij in 66 gevallen het
vergift werkelijk gevonden werd. In 33 gevallen
was bet gebruikte vergift arsenicum, in 20 opium,
in 5 gestampt glas, in 3 dhaturo, in 3 kwik en in
unz vomica. Lekkernijen, die arsenicum bevatten,
werden eens in het bezit gevonden eener vrouw, vau
welke bewezen werd, dat zij gelast had die te zendon
aap personen met wie zij in vijandschap leefde, en
in een ander geval aten negen menschen van brood,
dat eone groote hoeveelheid arsenigzuur inhield. In
nog eon ander geval mengde een man vergift onder
<2yn eten en beschuldigde een ander, hem te hebben
willen vergeven. Eene vrouw beleende hare glszen
sieraden te hebben fijngestampt en het poeder in hasrs
mans brood te hebben gedaan. Glas schijnt voor dit
foei nogal jdikwyls te worden aangewend, als geen
ander vergift ter beschikking is, doch de misdaad
mislukt dan veelal, omdat men bij het gebruik der
daarmede vergiftigdo spijze te spoedig onraad merkt.
Arsenicum, dal gemakkeljjk te krijgen is, wordt
meestal door den Indischen sluipmoorder gekozen
en veelal in lekkernijen gemengd; in de tweede
plaats kiest hg opium.
anderd. De lagere geestelijken, die slecht bezol
digd en ontevreden zjjn, bljjven echter bjj iun ver
zet volharden en beroepen zich nu toch on het
schry ven van sPausens secretaris tegenover de aan
sporing der bisschoppen, om toe te geven.
Do liberale party vei langt, dat de regeeri
Ie Brussel heoft, onder voorzitterschap van den
afgevaardigde Paul Janson, gedurende twoe dagen
een progressistisch congres plaats gehad. Er is veel
gepraat en ook veel besloten. Behalve de reeds
door ons gemelde beslissingen, werd nog met groote
meerderheid de wensohelykheid van een evenredig
kiesstolsel, naast het algemeen stemrecht, uitgemaakt
en voorts, evenoens met groote meerderheid, beslo
ten dat de geleidelijke invoering van de volksstem
ming over de wetten noodig is. Men besloot tevens
alle geestverwanten uit te noodigen tot eeu krach
tige propaganda en mocht de Kamer voor 1 April
1891 nog niet begonnen zijn met de Grondwets
herziening tot een groote protestbeweging mede
te werken. Tot zoover den eersten dag. In de
tweede zitting werden des ochtends eenige quaesties
geregeld betreffende de statuten der progressistische
partij, voornamelijk betreffende de organisatie bij
verkiezingen en de samenwerking met andere grse-
pen.
Ook de namiddagzitting was gewijd aan de vast
stelling der statuten van oiganipatie ou aan het
kiezen vau provinciale gedelegeerden in een alge
meen en raad.
Met een speech van Janson werd het congres ge
sloten.
Sedert eenigeu tyd heeft ook Hongarije zijn Cul-
turkampf. De Hongaarsche regeering kan het niet
eens worden mot de geestelijkheid over het doopen
van kinderen uit gemengde huwelijken, en, gelijk
de zaak nu staat, is nog weinig vooruitzicht dat
weldra eën schikking tot stand zal komen.
Overeenkomstig de bestaande wet moeten kinderen,
geboren uit een huwelijk tusschon Katholieken en
Protestanten, gedoopt worden, en wel de zoons in
'den godsdienst van den vader en de dochters in
dien van de moeder. Daarbij moet de priester, die
Katholieke kinderen doopt, een afschrift van het
doopbewijs zonden aan den predikant en omgekeerd.
Nu zijn deze bepalingen van Katholieke zijde niet
zeer streng toegepast, zoodat van Protestantsche zijde
herhaaldelijk klachten kwamen over onregelmatig
heden, welke hierby voorkwamen, Ten einde den
twist uit te maken, bepaalde toen de minister-pre
sident, graaf Czaky, zelf een ijverig Katholiek, dat
de doopceelen niet meer aan de wederzydsche gees
telijken, maar bij de burgerlijke ambtenaren moesten
worden gedeponeerd. Daardoor kreeg het den schijn,
alsof de burgerlijke ambtenaren in hoogste instantie
over de al of niet geldigheid van den doop mochten
beslissen, en hiertegen kwam de Katholieke geeste
lijkheid in verzet.
Inmiddels deelde de minister van justitie Szilagyi
in de Kamer mede, dat hij een ontwerp zou indie
nen, waarbij de huwelijken tusschen protestanten
en katholieken het burgorlyk huwelyk verplichtend
werd gesteld. De leider der conservatieve oppositie,
graaf Appenyi, vereenigde zich met dat voornemen
van den minister, omdat daardoor wellicht aan hot
getwist een einde kon komen, maar dit maakte de
zaak nog erger en deed het verzet der geestelijkheid
tegen de regeering nog toenemen.
Te vergeefs heeft kardinaal Siraor, het hoofd der
katholieko kerk in Hongarge, beproefd de lagere
geestelijken te bewegen zich naar de wenschen der
regeeriug to schikken. De geestelijken big ven hals
starrig, maar ook de regeering blyft op haar stuk
en wil des noods tot strengere maatregelen haar toe
vlucht nemen. Van groot belang was het natuur
lijk te weten, hoe het hoofd der Katholieke kerk,
de Paus, over deze zaak denkt. Tot dusver werd
steeds beweerd, dat de Paus de regeering steunde,
totdat dezer dagen een der clericale Hongaarsche
bladen de „Magyar Allam" der regeering in dit
opzicht een zeer onaangename verrassing bereidde.
In dit blad nl. worden dezer dagen twee brieven
bekend gemaakt, van 's pausen secretaris kardinaal
Rampolla aan kardinaal Simor, waarin de Paus zich
zeer duidelijk tegen de opvatting der regeering ver
klaart.
Kardinaal Simor antwoordde terstond met een
decreet, waarin h\i betoogde dat deze brieven niets
waard zgn. Dit is ook wel eenigszins het geval,
want de brieven zgn geschreven in September en
sedert dien tgd zyn, naar men zegt, van het Vati
can de meeningen over de doopquaestie geheel ver-
eo ïsraeueten zgn tot^4us»6r
in Hongarge ten eenenmale verboden. Cokdit
wenschen de liberalen te veranderen en daarom ver
langen zy dat de regeering van Eet ban iieklrig
verset der katholieke geestelijkheid, tegen de wettig"
beid van gemengde huwelijken, gebruik zal maken,
teneinde tevens het middeneouwsch verbod betref-
Het df..!;uwellJken v8n Israëlieten op te hJffen.
Het blijkt thans dat de protectionistische koorts
waardoor op t onverwachtst de Spaansche reèoering
bevangen, zelfs grooter proportiën heeft aLenc,
men, dan de eerste berichten deden gelooven Het
doei van den minister van Financiën is, hij komt
er rondweg voor uit, met Amerika en de Europeesche
protectionistische Staten te wedijveren in de felste
bestrqding van den vrqen handel. En zoo worden
1869 Tr,lSRu kl|ik besluit' de tarieven
T v0?' ®en <le«l huiten werking ge
steld. Tevens wordt hut recht op paarden, nuü-
veerHi6" a"i -V?6' vleesoh (gez°i>'en en geccnser-
veerd) meel, rijst en granen, belangryk verhoogd
voor veulens moet 110 in plaats van 25 perlstuk
to°i;Lr T i06 ',1 plaat8 ?au 18 lire per hec-
tóór 27Wn k 1' alleen <le 'orsendingea die
A\t TT rWO n geëxpedieerd, zijn no. van
dit verhoogd tarief vrqgesteld. Volgens de Gi«tta
zullen met 1891 alle tractaton 'tPransctie is
1892eenicnaan d' h0"' W°rden °PSozegd en legon
1892 nieuwe, nog protectionistischer tarieven werden
in„evoerd, zonder dat daarom het sluiten van niiuwe
tractaten zal zyu uitgesloten.
4e Klasse. Trekking van Maandag 29 Deoen ber.
No. 3190, B703. 8417, 10767 flOOO
No. 10785, 19685 400.
No. 2929, 7018, 9840, 11971 200
No. 312, 1333, 3326, 9081, 18242 100
van de Makelaars
De markt was heden vast.
Loco Tankfust 7.80.. Geïmporteerd fust 7 |85
Januari-, Februari- en Maart-levering 7.80.
OVERLEDEN: A. Kortleven, 68 j. M. Bloot. 76 j.
oA^TwilJe""" M"ri""' °Ude" L A' «-kang^
OVERLEDEN P. Graveland, 88 j.
OVERLEDEN*C. Hollander, 50 j.
Heden overleed ^den^deTd^
66 jaar en 4 maanden onze geliefde Echfcm
noot Vader en Behuwd-Vader den heer r
KOORN. J
van
re-
Waddinxveen
Gouda
De Wed L. KOORN,
geb. v. d. Zwalm
J. BIK
P. BIK. geb' K00M-
H. GOSSELINK,
geb. Koorn
H. GOSSELINK.
27 Dec. 1890.
Voor de vele bewijzen van deelneming
gedarende de ziekte „n bjj overljjden vanmjjne
geliefde Echtgenoote ondervonden, betuig ik
mynen harteljjken dank.
r j C' ^SMEULEN.
Gouda, Wydstraat, 29 Dec. 1890.