advertentiën petMbum-noteeringkn öiilteulanilscli Overzicht. 335st0 Staats-lo ter] ij NrDeveSdn Van f 65- W°rden «4* Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam, Burgerlijke Stand. Moordrecht: Stolwijk Haastrecht om by de betrokken personen die kennis van en belangstelling in de aangelegenheden van handel en nijverheid te veronderstellen, welke by de overige aanslagen den grond tot toekenning van het kiesrecht voor de Kamers van koophandel en fabrieken ople vert 3o. verbotering der bepalingen omtrent de wijze van verkiezing en bepaling, dat de verkiezing ter vervulling der plaatsen, die door ontslag, overlijden of door eene andore reden open vallen, binnen zes maanden na dat openvallen geschiedt (thans, even als de gewone verkiezing, in de maand November). I.andbouw-associatie in Noord-Amerika. Een voor beeld van reusachtige coöperatie op landbouwgebied levert de „National Earner's Alliance" in de Ver- eenigde Staten op. Zij strekt zich over de gansche Unie uit en werd opgericht om de steeds drukken der wordende coalitie der Amerikaansche kapitalisten te fnuiken. De „Alliance" verkreeg spoedig een kolossalen omvang en is nu reeds eene geduchte macht geworden in het Parlementzij beschikt over een groep harer aanhangers in den Senaat en in het Huis van afgevaardigden en do „Mac-Kinley Bill" zou zonder de medewerking der Alliance nooit tot wet zijn verheven geworden. Zij wil nu den kring harer bemoeiingen uitbreiden en een ander veld ont ginnen, nl. dat, hetwelk de heer Bauduin de verkoop- vereeniging noemt, maar ook dit weer op Ameri kaansche schaal. Of de zuidelijke staten ook meedoen kan daaruit blijken, dat de Alliance in die richting besloten heeft tot eene poging om de katoenmarkt te beheerschen. Men weet nochtans dat eene poging van denzelfden aard, van kapitalistische zijde op touw gezet, niet zeer lang geleden, geheel mislukte en ontzaglijke verliezen na zich sleepte. Nu wordt beweerd dat het „Cotton-Comittee" der „Earmer's Alliance" eene overeenkomst heeft aangegaan met een Europeesch syndicaat van katoenhandelaren: dit syndicaat zoude, tegen 4 pet. rente, 32 millioen dollars voorschot geven op 1 millioen balen katoen. De farmers konden dan hun product aan de „Alliance" afleveren en de voorschotten successievelijk gestort worden tegen de bewijzen, dat de waar voor en na in bepaalde magazijnen of entrepots opgeslagen werd. Men berekent dat het te gelegener tijd var. de markt terughouden dier massa de prijzen met ca. 13 pet. zal doen stijgen. Het P. v. maakt met ingenomenheid gewag van de beschouwing, door de Stand, gewijd aan de preventieve hechtenis naar aanleiding van het geval van mej. A. Kuypers. Al is het moeielijk het be wijs te leveren, dat in dit geval de preventieve hechtenis inderdaad te lang heeft geduurd, dit eene zou het P. v ook voor dit geval durven volhou den, dat de wijze, waarop by ons over de toepas-' sing en de verlenging der preventieve hechtenis wordt beslist, geen enkelen waarborg geeft aan den beklaagde, dat bij niet buiten noodzaak van zijne vrijheid wordt beroofd gehouden. De rechteloos heid van een beklaagde gedurende de maanden, dat misschien eene instructie wordt voortgezet, is een treurig anachronisme en de waarborg, gegeven in het voorschrift dat iedere maand een nieuw rech terlijk bevel voor verlenging der preventieve hech tenis noodig is, bestaat meer in schijn dan in werkelijkheid, nu dat bevel wordt gegeven zondor contradictoir debat en zonder dat de beklaagde zelf joor den rechter wordt gehoord. De rechter oor deelt op de stukken en zal er niet zoo licht toe komen, by de wijze waarop alle* thans in zijn work gaat, verlenging der preventieve hechtenis te weige ren, als O. M. en reohter van instructie 'die wen- schclyk oordooien. Trouwens, bjj de toepassing der preventieve hechtenis zit onze rechterlijke macht nog te veel in oude denkbeelden gevangen om te dien aanzien een zelfstandig optreden tegenover de vervolgende on iustrueerende ambtenaren te mogen verwaohten. Voorts sluit het P. v. J. zich ton volle aan bij het batoog van de Standaard, dat de preventieve hechtenis ten onzent geheel het karakter mist, dat zij behoort te dragen. Doel der preventieve hech tenis is eenvoudige vrijheidsbeneming, desnoods met afsluiting van de buitenwereld. Onze preventieve hechtenis wordt ondergaan op nagenoeg gelijke wijze als de straf zelf, of in de celgevangenis en dan in hoofdzaak volgens de beginselen, in die gevangenis voor de behandeling van veroordeelde gevangenen geldend, of in de gevangenis voor tot gemoenschap- peljjke opsluiting veroordeelden. Tooh wilde de minister Modderman geen imperatieve toerekening der preventieve hechtenis op de straf, omdat die hechtenis geen straf is. Theoretisch heeft hq gelijk en practisch behoorde bij het te hebben. Maar zij, die de practijk kennen, weten hoeverre zjj van de theorie verwyderd is. Eindelijk de schadeloosstelling. Het P. v. J. wilde zich geheel aansluitende bij het heldere en sprekende betoog van de Standaard, ook zijnerzijds nog een pleidooi wagen voor dat instituut, maar legt de pen daarbij moedeloos neer, na de verklaring van den minister van justitie bij het begrootingsdebat dat hem eene dusdanige schadeloosstelling niet gemoti veerd voorkomt. „Wat zat het dus baten, of wij nog éénmaal de gronden gaan ontwikkelen, die voor de schadeloosstelling qjleiten; het roepen in den woestijn vermoeit en maakt schor, zouder dat er kans bestaat een antwoord te krijgen. Zoolang de tegenwoordige minister van justitie aan het hoofd blijft van zijn departement wij erkennen gaarne zjjn verdiensten op menig gebied van wetgeving is slechts van het parlementair initiatief eenig heil te verwachten. Zal men tijd hebben tot zulk een initiatief, nu de hooge politiek weldra weer aller aandacht zal in beslag nemen Wie het durft hopen, vleie zich met de illusie, Wjj koesteren haar niet, maar aarzelen niet in onze uitspraak, dat een nieuwe regeling van de preventieve hechtenis te onzent is .eene zaak van de meest dringeude urgentie. Voor het gerechtshof te Arnhem stonden Dinsdag terecht J. L. 8. te Maastricht en zijn vador J. S., burgemeester, wonende te Broeksittard, ter zake dat zij zich te zamen en in vereeniging althans ieder afzonderlijk op of omstreeks den achtsten Mei 1889 te Broeksittard hebben schuldig gemaakt aan valschheid in authentieke akten, de eerste beklaagde door opzettelijk valschelijk op te maken, eigenhan dig te schrijven, van het zegel der gemeente te voor zien en met den naam en de handteekening van den burgemeester den tweeden beklaagde, te ondertoe- kenen de navolgende verklaringen a. „De onder- geteekende, burgemeester der gemeente Broeksit tard, provincie Limburg, verklaart bij deze dat J. Colaris, koopman, wonende binnen deze gemeente op heden van hier naar België zal vervoeren 240 vette schapen, herkomstig uit deze gemeente, en dat hier noch in den omtrek van twintig kilometer geeaerler besmettelijke veoziekte onder het rund- of wolvee heerscht, noch in de laatste jaren geheersoht heeft. Broeksittard 8 Mei 1889. De burgemeester (was get. J. Sohrjjen"), (dienende deze verklaring om on der dhn waarborg van de handteekening van den burgemeester, omtrent ds herkomst der daarin be- doeldo schapen, en omtrent den gezondheidstoestand van het rund- |en wolvee in en in den omtrek der gemeente Broeksittard te conslateerenb. „Gezien voor legalisatie van bovenstaande handteekening van den heer Van der Vorst, rijks-districtsveearts wo nende te Sittard, gesteld in onze tegenwoordigheid te Broeksittard, den Sen Mei 1889. De burge meester (was geteekend J. Schrijen)», dienende deze verklaring om onder den waarborg van de handtee kening van don burgemeester van het stellen der handteekening, in allen gevalle van de handteekening van den ryks-ilistriotveearts Van der Vorst te Sit tard te doen blijken, met het oogmerk om die be scheiden als echt en ouvervalscht door den te Broek sittard wonende koopman in schapen Jan Nicolaas Colaris te doen gebruiken, zoodat daaruit niet zou blijken dat zq door een daartoe onbevoegde waren afgegeven, uit welk gebruik nadeel kon ontstaan; do tweede beklaagde door boven omschreven handelin gen door den eersten te doen plegen, door hem te gelasten op die wijzo met bovenstaande verklarin gen te handelen. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch had bevestigd een vonnis der rechtbank te Maastricht, waarby J. S. wegens valschheid in geschrift was veroordeeld tot 2 dagen gevangenisstraf. Bekl. had tegen dit vonnis cassatie aangeteekend, en de Hooge Eaad had het vonnis van het gerechtshof te 's-llertogen- bosch vernietigd en de zaak naar het gerechtshof te Arnhem verwezen. Door den procureur-generaal werd togen bekl. ge- ëisoht bevestiging van het vonnis van het gerechts hof te 's Hertogenbosch. Mr. F. N. L. Aberson trad als verdediger op en betoogde dat niet aangetoond was op welke wqze uit het gebruik van het valschelijk opgemaakte stuk nadeel kon ontstaan. De uitspraak deelen wy later mede. (A. O.) Dezer dagen werd te Londen in eon zoer gerucht makend proces vonnis gewezen. Het betrof de aan klacht van zekeren Henry Marks, stichter en uitge ver van het Financial Nmoe, tegen den heer Butter- feld, wegens laster en eerberooving. Aanleiding tot de aanklacht was eene in Febr. van dit jaar in 't licht verschenen brochure, waarin de heer Maiks beschuldigd werd eene weduwe te New-York geschaakt, daarna van have en good be roofd on toen in kommervolle omstandigheden ach tergelaten te hebben, nadat hij beproefd had haar als een krankzinnige in een krankzinnigenhuis te doen opsluiten. Hoe interessant deze liefdegeschie denis ook mocht schijnen, het Londensche publiek stelde nog veel meer belang in het tweede deel der aanklacht. Marles werd namelijk in de brochure ook nog beschuldigd, de zwendelarij met Boe Gold mine op touw gezet te hebben. Het publiek had bn deze zaak 80.000 tot 100.000 pond sterling ver loren en de anonyme schry ver der brochure beweerde, dat Marks de ziel van de heele onderneming was geweest, dat hij ze met behulp van zijn blad by brengen. Op een stukje vleeschkleurig papier, dat er uitlag als de omslag van een dagblad, stond met een beverige hand geschreven: „Ik ga voor een paar dagen naar Londen. E. Baynell. Anders niets. Ik vouwde het briefje toe, en legde het in mijn notitieboekje. „Ik zal dit moeten bewaren," zeide ik: „en nu, juffrouw Jessop, heeft iemand hier in huis juffrouw Baynell dien Maandag morgen gezien? U misschien?" „Ik niet," zeide juffrouw Jessop. «Ik blijf niet ten believe mijner huurders den geheelen nacht op. Ik moet overdag hard voort ik had het nooit gedacht, dat ik op mqn ouden dag zou moeten sloven. Maar dan moet ik ook mijn nachtrust hebben." «U denkt dus, dat niemand anders haar^ gezien heeft geen der dienstboden bijvoorbeeld „Ik heb tegenwoordig maar ééae meid," zeide juffrouw Jessop. „Deze meid slaapt hier niet in huis. Zij gaat om negen uur heen en komt 's mor gens vroeg terug." „Hadt u toen geene andere commensalen r „Geen schepsel. De huurder van de tweede ver- dieping komt eerst morgen." „Wie waren er in huis van Zondag op Maandag Geef alle inlichtingen zoo kort en zakelijk moge lijk, zeide ik, terwijl ik een zeer streng gezicht zette. „Juffrouw Raynell was het grootste gedeelte van den Zondag alleen. Zij was des morgens naar de St Stephens geweest. St. Stephens is een der kerken die, zooals mijn man placht te zeggen....-" „Zoo kort mogelijk," schreeuwde ik. „Hm 1 Dien namiddag kwam haar neef Austin. Zij hadden samen woorden ten minste de oude dame schold haar neef uit. Ik moet zeggen, dat die mijnheer Austin Harvey zijne tante nooit een onvriendelijk woord zeidehij is altijd zoo zacht en vriendelijk mogelijk. De dame at alleen en Austin kwam de» «wonds nog een half uurtje. Er was toen alweer eene scène ten minste, de meid zegt het ik ben te doof, ik hoor er niets van. Toen mynheer Austin wegging, zat de oude dame alleen in de voorkamer te lezen en om tien uur ging zij naar bed. Dat was het laatst, dat wij haar zagen. Zij verliet des Maandags morgens voor zeven uur het huis, eer het dienstmeisje er was: zij wilde zeker den eersten trein nog halen. Ik hoorde de deur dichtslaan." „U zag haar dus niet heengaan?" „Neen." „Had zij wel meer de gewoonte het huis zoo stoetsgewijze te verlaten „Ja- Zq ging wel eens vóór het ontbijt eene wandeling maken. De» avonds zetten wy altoos een glas melk in het salon, en dat gebruikt zij meteen beschuit eer zjj uitgaat." „Was het glas Maandagmorgen leeggedronken „Ja zeker." Ik aarzelde een oogenblik. De moordenaar moet het leeggedronken hebben, dacht ik. Die mijnheer Philip Harvey is geen alle- daagsehe moordenaar 1 „En die Philip Harvey vervolgde ik wan neer was hij hier het laatst?" w „Philip Harvey sliep hier van Zondag op Maandag. Ik sprong op, maar viel haar niet in de rede. „Hij was hier het laatst des Zaterdags geweest. Hij kwam Zaterdagavond om half tien. Ik het hem in, want de meid was juist heengegaan. „Wanneer ging hij Maandag weer been „O, in den roge'. stond hij zoo vroeg met op, daar kunt u op aan, maar hy was dien morgen bijzonder vroeg. Hij vertrok om negen uur naar Londen." A.1160D P" ''Neen, zijn broeder kwam hem afhalen. Hjj ont beet in zijne slaapkamer en toen reden zy samen oen rijtuig weg." jl! eengaporte-manteau en den gffooten zwarten koffer had hij vol met boeken zeide hy. „Met boeken? Volgen» uwe beschrijving Philip toch niet iemand zijn die veel leest. „Hij heeft zoo zijn luimen, mynheer. Hy i» student, of heet ten minste in de medicqnen studeeren, en hij had veel boeken op «jn kamer. „Kon hij vrij in- en uitgaan, juffrouw Jessop [Wordt vervolgd). het publiek aangeprezen en al liet geld in zjjn zak had gestoken. Volgens den aanklager had zioh het bedrog volgenderwijs toegedragen: Een zwager van den heer Henry -Marks, zekere heer Benjamin, reisde met een brouwerij-ingenieur, die zich onderweg ih een ingenieur voor het mjjnwezen metamorphoseerde, naar de Kaapkolonie. Daar werd de eerste de beste waardelooss hoeve voor den spotprjjs van BOO pond gekocht en de nieuwbakken deskundige in mjjnzaken bracht een rapport uit waarin de gronden dezer hoevo een waar Eldorado werden genoemd en met dit rap port, met den koopbrief en eenige in Kaapstad ge kochte stukken gouderts keerde de heer Benjamin naar Londen terug. Hjj verkocht de „Goldfarm" dadelijk voor 60,000 pond aan zekeron Mr. Smith en deze deed haar nog denzelfden dag voor 80,000 pond over aan een consortium, dat op zijn beurt do „farm" in eene naamlooze vennootschap bracht met een aandelenkapitaal van 100.000 pond, waarop voor het publiek de inschrjjving werd opengesteld. Het „Finnnoial News" prees de „Bae Gold-mine" aan als eene zeer solidé geldbelegging en toen een paar maanden later de telegraaf het bericht bracht, ------ uuiiuut uruuui, dat er ook op de Rae-farra een diamant was gevon- deft, stegen de anndqelen zoodanig, dat de oorspron- kelijke houders zo alle met agio van de hand konden doen. Toen het evenwel op dividend-uitkeering aankwam, bleek alles oen kolossale zwendelarij te zijn. De aau- deelen vielen van 25 shillings en hooger tot lty, shilling en tot den laatsten prijs werden zjj werkelijk door iemand opgekocht. Er werd nu eene algemoone vergadering van aandeelhouders bijeengeroepen. Hier werd besloten de „Farm" aan eene naburige goudmijn af te staan en daarmee scheen de zaak voor goed uit te zjjn. Daar verscheen onverwacht de anonyme brochure en beweerde, dat Benjamin Smith en alle directeuren der vennootschap slechts strooraannen van Henry Marks waren geweest. Hij had de hoeve gekocht, aan zjjn strooman Smith verkocht en dan in de naaml. vennootschap ingebracht, de aandeolen waren ook door stroomannen geteekend, door zjjn blad in de hoogte gedreven en toon de zwendelarij aan 't lioht kwam, waarbjj het „Financial News" de rol van den ontstelden censor speelde had hij de aandeelen opgekocht en zich zoo in de algemoeuo vergadering de absolute meerderheid verschaft. brochure noemde de uamen van de oorspron kelijke onderteekenaars der slukken, over't algemeen naaste bloedverwanten van Marks en verder do gouvernante en het dienstpersoneel van zijn huis. „Het was Henry Mark» onder 30 verschillende namen segt de brochure. De bedrogen aandeelhouders sloegen thans alarm. Voor Henry Marks begon de zaak lastig te worden; zjjn voorname positie, behalve uitgever van de krant was hjj ook lid van den nieuwen stedeljjkon raad liep gevaar. Hij zei dat hjj onschuldig was en klaagde den drukker der brochure bjj bet gerecht aan. De laatste noemde thans den schrijver, zekeren heer Butterfield. Henry Marks kreeg nu weor moed. Butterfiold (een Amerikaan) was zelf naar Londen gekomen om het Britsche publiek een Amerikaansch goudveld voor de kleinigheid van een millioen pond op den hals te schuiven, hg was daarin door Marks tegengewerkt en zelf arm bij zyne speculatie gewordende brochure was dus als eene daad van wraak te beschouwen. Marks hing dit terstond aan de groote klok en be werkte zelfs Buttorfield's inhechtenisneming. Maar Marks had vele vijanden, en Butterfield vond vermo gende vrienden. De laatste werd tegen borgtocht op vrye voeten gesteld,liet gotuigen uit Afrika en Amerika overkomen, waaronder ook de interessante weduwe en den strooman „Smith", die bekende voor zijn rol als koopor en verkooper van do „Rao Goldmine" J00 pond als fooi ontvangen te hebben. Uetzy genoeg te vermelden, dat Butterfield door de jury werd vrijgesproken, terwijl de tegen Marks in gebrachte beschuldiging volkomen bewezen werd ver klaard. De aanklacht tegen den drukker werd hierop ingetrokken en Marks tot betaling der kosten van beide processen voroordeeld, wat hem waarschijnlijk op een paar duizend pond zal te staan komen. In het gouverngment Bombay, in Engelsch-Indië, is vergiftiging een niet zelden voorkomende misdaad. De Regeerings-ontleedkundige te Bombay beeft in 1889 niot minder dan 170 gevallen van vermoedelijke vergiftiging onderzocht, waarbij in 66 gevallen het vergift werkelijk gevonden werd. In 33 gevallen was bet gebruikte vergift arsenicum, in 20 opium, in 5 gestampt glas, in 3 dhaturo, in 3 kwik en in unz vomica. Lekkernijen, die arsenicum bevatten, werden eens in het bezit gevonden eener vrouw, vau welke bewezen werd, dat zij gelast had die te zendon aap personen met wie zij in vijandschap leefde, en in een ander geval aten negen menschen van brood, dat eone groote hoeveelheid arsenigzuur inhield. In nog eon ander geval mengde een man vergift onder <2yn eten en beschuldigde een ander, hem te hebben willen vergeven. Eene vrouw beleende hare glszen sieraden te hebben fijngestampt en het poeder in hasrs mans brood te hebben gedaan. Glas schijnt voor dit foei nogal jdikwyls te worden aangewend, als geen ander vergift ter beschikking is, doch de misdaad mislukt dan veelal, omdat men bij het gebruik der daarmede vergiftigdo spijze te spoedig onraad merkt. Arsenicum, dal gemakkeljjk te krijgen is, wordt meestal door den Indischen sluipmoorder gekozen en veelal in lekkernijen gemengd; in de tweede plaats kiest hg opium. anderd. De lagere geestelijken, die slecht bezol digd en ontevreden zjjn, bljjven echter bjj iun ver zet volharden en beroepen zich nu toch on het schry ven van sPausens secretaris tegenover de aan sporing der bisschoppen, om toe te geven. Do liberale party vei langt, dat de regeeri Ie Brussel heoft, onder voorzitterschap van den afgevaardigde Paul Janson, gedurende twoe dagen een progressistisch congres plaats gehad. Er is veel gepraat en ook veel besloten. Behalve de reeds door ons gemelde beslissingen, werd nog met groote meerderheid de wensohelykheid van een evenredig kiesstolsel, naast het algemeen stemrecht, uitgemaakt en voorts, evenoens met groote meerderheid, beslo ten dat de geleidelijke invoering van de volksstem ming over de wetten noodig is. Men besloot tevens alle geestverwanten uit te noodigen tot eeu krach tige propaganda en mocht de Kamer voor 1 April 1891 nog niet begonnen zijn met de Grondwets herziening tot een groote protestbeweging mede te werken. Tot zoover den eersten dag. In de tweede zitting werden des ochtends eenige quaesties geregeld betreffende de statuten der progressistische partij, voornamelijk betreffende de organisatie bij verkiezingen en de samenwerking met andere grse- pen. Ook de namiddagzitting was gewijd aan de vast stelling der statuten van oiganipatie ou aan het kiezen vau provinciale gedelegeerden in een alge meen en raad. Met een speech van Janson werd het congres ge sloten. Sedert eenigeu tyd heeft ook Hongarije zijn Cul- turkampf. De Hongaarsche regeering kan het niet eens worden mot de geestelijkheid over het doopen van kinderen uit gemengde huwelijken, en, gelijk de zaak nu staat, is nog weinig vooruitzicht dat weldra eën schikking tot stand zal komen. Overeenkomstig de bestaande wet moeten kinderen, geboren uit een huwelijk tusschon Katholieken en Protestanten, gedoopt worden, en wel de zoons in 'den godsdienst van den vader en de dochters in dien van de moeder. Daarbij moet de priester, die Katholieke kinderen doopt, een afschrift van het doopbewijs zonden aan den predikant en omgekeerd. Nu zijn deze bepalingen van Katholieke zijde niet zeer streng toegepast, zoodat van Protestantsche zijde herhaaldelijk klachten kwamen over onregelmatig heden, welke hierby voorkwamen, Ten einde den twist uit te maken, bepaalde toen de minister-pre sident, graaf Czaky, zelf een ijverig Katholiek, dat de doopceelen niet meer aan de wederzydsche gees telijken, maar bij de burgerlijke ambtenaren moesten worden gedeponeerd. Daardoor kreeg het den schijn, alsof de burgerlijke ambtenaren in hoogste instantie over de al of niet geldigheid van den doop mochten beslissen, en hiertegen kwam de Katholieke geeste lijkheid in verzet. Inmiddels deelde de minister van justitie Szilagyi in de Kamer mede, dat hij een ontwerp zou indie nen, waarbij de huwelijken tusschen protestanten en katholieken het burgorlyk huwelyk verplichtend werd gesteld. De leider der conservatieve oppositie, graaf Appenyi, vereenigde zich met dat voornemen van den minister, omdat daardoor wellicht aan hot getwist een einde kon komen, maar dit maakte de zaak nog erger en deed het verzet der geestelijkheid tegen de regeering nog toenemen. Te vergeefs heeft kardinaal Siraor, het hoofd der katholieko kerk in Hongarge, beproefd de lagere geestelijken te bewegen zich naar de wenschen der regeeriug to schikken. De geestelijken big ven hals starrig, maar ook de regeering blyft op haar stuk en wil des noods tot strengere maatregelen haar toe vlucht nemen. Van groot belang was het natuur lijk te weten, hoe het hoofd der Katholieke kerk, de Paus, over deze zaak denkt. Tot dusver werd steeds beweerd, dat de Paus de regeering steunde, totdat dezer dagen een der clericale Hongaarsche bladen de „Magyar Allam" der regeering in dit opzicht een zeer onaangename verrassing bereidde. In dit blad nl. worden dezer dagen twee brieven bekend gemaakt, van 's pausen secretaris kardinaal Rampolla aan kardinaal Simor, waarin de Paus zich zeer duidelijk tegen de opvatting der regeering ver klaart. Kardinaal Simor antwoordde terstond met een decreet, waarin h\i betoogde dat deze brieven niets waard zgn. Dit is ook wel eenigszins het geval, want de brieven zgn geschreven in September en sedert dien tgd zyn, naar men zegt, van het Vati can de meeningen over de doopquaestie geheel ver- eo ïsraeueten zgn tot^4us»6r in Hongarge ten eenenmale verboden. Cokdit wenschen de liberalen te veranderen en daarom ver langen zy dat de regeering van Eet ban iieklrig verset der katholieke geestelijkheid, tegen de wettig" beid van gemengde huwelijken, gebruik zal maken, teneinde tevens het middeneouwsch verbod betref- Het df..!;uwellJken v8n Israëlieten op te hJffen. Het blijkt thans dat de protectionistische koorts waardoor op t onverwachtst de Spaansche reèoering bevangen, zelfs grooter proportiën heeft aLenc, men, dan de eerste berichten deden gelooven Het doei van den minister van Financiën is, hij komt er rondweg voor uit, met Amerika en de Europeesche protectionistische Staten te wedijveren in de felste bestrqding van den vrqen handel. En zoo worden 1869 Tr,lSRu kl|ik besluit' de tarieven T v0?' ®en <le«l huiten werking ge steld. Tevens wordt hut recht op paarden, nuü- veerHi6" a"i -V?6' vleesoh (gez°i>'en en geccnser- veerd) meel, rijst en granen, belangryk verhoogd voor veulens moet 110 in plaats van 25 perlstuk to°i;Lr T i06 ',1 plaat8 ?au 18 lire per hec- tóór 27Wn k 1' alleen <le 'orsendingea die A\t TT rWO n geëxpedieerd, zijn no. van dit verhoogd tarief vrqgesteld. Volgens de Gi«tta zullen met 1891 alle tractaton 'tPransctie is 1892eenicnaan d' h0"' W°rden °PSozegd en legon 1892 nieuwe, nog protectionistischer tarieven werden in„evoerd, zonder dat daarom het sluiten van niiuwe tractaten zal zyu uitgesloten. 4e Klasse. Trekking van Maandag 29 Deoen ber. No. 3190, B703. 8417, 10767 flOOO No. 10785, 19685 400. No. 2929, 7018, 9840, 11971 200 No. 312, 1333, 3326, 9081, 18242 100 van de Makelaars De markt was heden vast. Loco Tankfust 7.80.. Geïmporteerd fust 7 |85 Januari-, Februari- en Maart-levering 7.80. OVERLEDEN: A. Kortleven, 68 j. M. Bloot. 76 j. oA^TwilJe""" M"ri""' °Ude" L A' «-kang^ OVERLEDEN P. Graveland, 88 j. OVERLEDEN*C. Hollander, 50 j. Heden overleed ^den^deTd^ 66 jaar en 4 maanden onze geliefde Echfcm noot Vader en Behuwd-Vader den heer r KOORN. J van re- Waddinxveen Gouda De Wed L. KOORN, geb. v. d. Zwalm J. BIK P. BIK. geb' K00M- H. GOSSELINK, geb. Koorn H. GOSSELINK. 27 Dec. 1890. Voor de vele bewijzen van deelneming gedarende de ziekte „n bjj overljjden vanmjjne geliefde Echtgenoote ondervonden, betuig ik mynen harteljjken dank. r j C' ^SMEULEN. Gouda, Wydstraat, 29 Dec. 1890.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2