hi Si Sr BINNENLAND. DE TWEE BBOEDEES. MEN It Donderdag 8 Januari. N° 4420. 1891. Nieuws- en texx FEUILLETON. rsEN. LEN. Advertentieblad voor Gouda en Omstreken* iekten tandpijn, ont- De inzending van advertentiön kan geschieden tot eên uur des namiddags van den dag der uitgave. '3 en73‘. Drogist. CHE ,nen, hel beste vereld. m Afamderlgke Nomnrere VIJF CENTEN. -fi sleutel hadt.’ u niemand den huissleutel?” tlT bent dus De uitgave dezer Courant geschiedt dagelgks met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. pond. Bovendien worden alle Ad vertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’t welk des Maandags verschjjni. imeriewinkela eel 50 ets. N, Coiffeur, y. TUIJLL. Tot onderwijzer aan school No. 1 te Swammer dam is benoemd de heer J. Botterop te Gouda. ben Wel, ik haalde hem uit mijn vestzak, waar ik EbUTfl, trtburg, m». goudsche courant. herin ■ndwater, ichen f 1.75, Dr. POPP's le tandpn ge- ”s Tandplom- tegeu eiken n. oemen-zeep, Transparant en, izeepen, welke weeg brengen ■-Mondwater n tjjd. enen. tablfok Mdolijk m, voort- ssteld- potbeker n boven Mrsehe 0 Cents) et, het r doosje onaangename worden zeker (lijks gebruik Huideelt, 8 dagen tgd inste pijn te e gevoeligste een sleutel, vertelde zeggen, had ik te AD VERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. u den sleutel bjj GOUDA, 7 Januari 1891. In ons nr. van gisteren vroegen eenige geachte stadgenooten giften voor een behoeftig gezin met 5 jeugdige kinderen. Bij de hevige kou, die tegen woordig heerscht, bittere armoede te lijden is vree- aelijk en daar hier werkelijke behoefte is, zal me nigeen zich zeker geroepen gevoelen een kleinere of grootere bijdrage te geven. Hier is iedere gift be paald goed besteed. Bedoelde stadgenooten zijn bereid tot het geven van nadere inlichtingen en zullen alle giften met erkentelijkheid ontvangen. Het zijn de hb. A. Ketellapper, A. Thim, Gobi, de Raadt en P. Sauerbier. van den geneeskundigen dienst der landmacht, en L. J. J. A. Joost, commandant der 2de divisie infanterietot secretarisde kapitein W. F. ridder van Rappard, van het 2de regiment veld-artillerie. stukken. De ontbonden Ijsclub heeft hare nog in kas zijnde gelden afgedragen ten behoeve van de alge- meene armen. voor lang uitgespeeld, de heer Baud bleef werkzaam tot de laatste dagen van zijn welbesteed leven. Zijn rust was niet die van een, die heeft afgedaan mot de wereld, want al verliel hij in de laatste jaren zijn woning niet meer, al wat er belangrijks ge beurde, in de eerste plaats in Nederland en in onze koloniën, trok in hoogs mate zijn aandacht. Het nieuwe vond in dezen ouden man met zijn jonge hart steeds een welwillend beoordeelaar, en hij be hield tot zijn laatste levensdagen zijn krachtiger geest en helder oordeel. Meer dan één bewijs daarvan mochten wij nog tijdens het ministerschap van den hoer Keuchenius ontvangen, toen de krasse grjjsaard met ernst en klem opkwam tegen het onverstandige pogen tot kerstening van Indië van regeeringswege, waarvan hij de rampzaligste gevolgen vóórzag. (Pad.) De Staahcourant van 7 dezer bevat een kon. besluit, inhoudende dat de Koninklijke Militaire Academie door eene commissie zal worden geïn specteerd, met het doel een onderzoek in te stellen nopens aangelegenheden van inwendigen en huis- houdeüjken aard. In deze commissie zijn benoemd tot lid en voorzitterde luitenant-generaal C. D. H. Schneider, inspecteur der artillerie; tot leden de generaal-majoors M. R. Timmerman, inspecteur „Ik had hem.” „En toch hebt u aan de voordeur gescheld, toen ge thuis kwaamt?” „Ja, om de waarheid te te veel de hoogte, om mij te herinneren, dat ik den ffMaar is u wel heel zeker, dat hadt.” wOf ik er zeker den volgenden moi hem altoos bewaar." De Haagsche briefschrijver van de Zutph. Crt. deelt mede wat hij, in den trein zittende, van een deskundige in spoorwegzaken vernomen heeft omtrent de oorzaken van de tegenwoordige desorganisatie van ons spoorwegverkeer. Deze wees er op, dat wij op punt van spoorwegexploitatie een weinig verwend zyn. Handel en publiek waren tevreden. De treinen liepen geregeld en in voldoend aantal. Het goede renvervoer geschiedde snel en goedkoop. Toen kwamen de spoorwegovereenkomsten. Uit den handel gingen er al heel weinig stemmen op om ze aan te nemen, maar toch wist de regeering de Kamers over te halen en haar goedkeuring aan te verleenen. De deskundige zou ook thans nog niet durven beweren, dat die aanneming een fout is gewee?t, want ook hier moet men onderscheiden tus- schen hetgeen men ziet en hetgeen men niet ziet. Men zag den bestaanden toestand, die werkelijk weinig te wenschen liet, maar het publiek zag niet zoo goed als de Min. de toekomst, waarbij de te Zekere V., te Giesendam, liet bij bekkenslag be kend maken, dat ieder die wilde, bij hem een tarwe brood kon bekomen. Daarvan werd door zestig behoettigen gebruik gemaakt. Op de vraag van een lid van het armbestuur, hoe hij, die zelf niet rijk was, zoo iets kon doen, was het eenvoudige antwoord/»Och, ik had een winter jas noodig en heb het aanschaffen daarvan nu maar uitgesteld, in de gedachte dat velen meer behoefte hadden aan een brood dan ik aan een jas.” In den ouderdom van 89 jaren is gisteren te *s Gravenhage overleden de heer G. L. Baud, die in in het ministerie Donker-Curtius-De Kempenaer met de portefeuille van koloniën belast was (21 Nov. 1848 tot 18 Juni 1849) en die dus tijdens de troons bestijging dos overleden Konings een ministerschap bekleedde. De heer Baud was de eenige der hoog geplaatste Staatsleden uit die dagen, die bij het overlijden van koning Willem III nog in leven was. Om zijne diensten, iu Indië en Nederland aan den Staat bewezen, had de Koning hem nog voor 1861 benoemd tot staatsraad in buitengewonen dienst, waarop hij na invoering der wet van 1861 den titel erlangde van honorair Staatsraad. Al was zyn rol op het politiek tooneel reeds In het bericht de locomobile, die de firma Van Dorser en Ter Horst te Dordrecht Zaterdag over de Merwede naar Papendrecht deed vervoeren, komt eene drukfout voor, die daaraan alle betepkenis ontneemt. De locomobile was namelijk niet 800, maar 8000 KG. zwaai. De te Boskoop nieuw opgerichte Ijsclub //Een dracht maakt Macht" houdt heden eene hardrijderij voor behoeftigen om levensmiddelen en kleeding- greep dadelijk, dat men de koffers bij toeval verruild had. Ik wist, dat juffrouw Simpkinson er precies zoo een had, omdat ik haar aanried dien te nemen. Ik was zoo bang, dat zij eenige hm, eenige brie ven zien zou, die ik in myn koffer had. Maar ik zweer u, dat ik op dat oogenblik niet het flauwste vermoeden had, dat ik den dood mijner tante had veroorzaakt. Ik moet krankzinnig geweest zijn.” //Waarom ontroerde u dan zoq, toen ik voor het eerst haar naam noemde?” „Ik ik werd door angst gekweld, dat ik haar bezeerd had. Ik herinnerde mij alles slechts verward. Ik jvist, dat ik haar de kamer had uitgezet, en sedert dien avond hoorde ik niets meer van haar.” z/En nu gelooft ge, dat gij haar gedood hebt?” ffHoe kan het anders?” fluisterde hij rillend. z/Austin zegt het. En de boeken bewijzen het im mers z/Kan er niemand anders in dien nacht van Zon dag op Maandag in huis zijn gekomen; had behalve de juffrouw, niemsnd den huis?10,1 fal 9” vNeen.” „Juffrouw Raynell had toch mij juffrouw Jessop.” //Ja, dat’s waar. Zij ging gaarne heel vroeg uit, eer er nog iemand op was. En soms gaf zij mij den sleutel 's avonds.” wWaar,” zoo vervolgde ik bij het verhoor dat ik Philip liet ondergaan //waar was die huis sleutel Zondagavond?” {Uit het Engehch.) //Wanneer was dat en waarheen nam u hem mede z/’t Zal zoo wat twee maanden geleden zijn. Ik reed regelrecht naar Greenwich, waar ik toen woonde en nog mijne kamers heb.” //Een heele rit!” zeide ik. Myn beroep maakte my van nature wantrouwend. //Ja, maar ik had een aantal zaken gekocht, en nam ze nu alle te gelijk mede.” n/En hoe dikwijls hebt u sedert met den koffer gereisd?” ^Slechts tweemaal. Eens van Greenwich naar Southend en toen verleden Maandag morgen van Southend naar Dover zooals ik dacht. Toen ik daar kwam, bemerkte ik, dat ik met mijn sleutel den koffer, dien ik |by mij had, niet kon openen. Ik dacht eerst dat er (iets aan het slot haperde, en ik liet het opensteken, maar de koffer was vol pho- tographische toestelleri, die ik dadelijk voor het eigen dom van mejuffrouw Simpkinson herkende. Ik liet er een nieuw slot op maken en zond den koffer den volgenden morgen afln mejuffrouw Simpkinson. Ik schreef en telcgraphebrde aan mijn broeder. Ik bo- van orgen Dit stelde mij teleur. z/En is u zeker, dat niemand in huis kan ge drongen zijn Was er een ketting op de voordeur //Neen, een ketting is er niet, maar de deur was op het nachtslot. Wat ik den looper noem, was dood eenvoudig de gewone huissleutel; een eigen lijken looper hadden wij niet.” z/Hm!” zeide ik. ffU is dus des morgens wegge gaan met het lijk van uw tante in uw koffer gepakt. U bent immers zeker, dat u ’s morgens, nadat u wakker werdt, niet meer in uw koffer gezien hebt z/Heel zeker. Ik wilde er in kijken en zocht overal naar den sleutel, maar ik kon dien niet vinden. Eindelijk vond Austin den sleutel.” «En waar vond Austin dien?” z/In de kamer van mijne tante,” zuchtte Philip. z/Waarom het nog langer te ontkennen? Mijn schuld is zoo klaar als de dag.” z/Vonr zooverre ja,” herb n’<1 >k.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1