Bultenlandsch Overzicht.
wachten achteruitgang van het Rhijnspoor tot allerlei
moeilijkheden en verwikkelingen aanleiding kon geven.
Zonder eenigen twyfel is het echter een fout ge
weest de nieuwe overeenkomsten reeds met 1 Oct.
in werking te brengen. Deskundigen hebben den
Minister gewaarschuwd maar hij beeft er nitt naar
geluisterd. Thans ziet men de gevolgen van dien
onberaden stap. De spoorwegmaatschappijen schenen
thans zelf nog niet gereed te zijn om alle lynen
naar eisch te exploiteeren. Daarvoor was uoodig
een voldoend personeel, en noch het een, noch het
ander is aanwezig. Het materieel van den Rhijn-
spoorweg is zeer tegengevalleu. De locomotieven
zijn voor een groot deel oud en verouderd. De
Hollandsche Spoorwegmaatschappij, die ongeveer de
helft van het oude materieel heeft overgenomen,
sukkelt daarmede het meest, omdat er slechts weinig
stokers en machinisten van het R'hijnspooit in haar
dienst zijn overgegaan, en zy dus de locbmotieven
moet laten bedienen door mannen, die alan geheel
ander materieel gewoon zijn. Wel heeft siij twintig
nieuwe locomotieven van groote afmetingen besteld,
maar vóór AprUI of Mei zullen die zeker niet ge
reed zijn.
Toen overviel ons in het begin van December de
hevige vorst en daarna werd het, zooals te begrypen
is, nog veel erger. Zoodra de meeste waterwegen
dichtvroren, kwam in bet goederenvervoer lotierlyk
stremming. Niet aileen omdat er groot gebrek was
aan waggons, maar ook omdat men bij den onge-
regelden toestand, waarin men verkeerde, het hoofd
kwijt raakte, verkeerde orders gaf, tal van waggons
dagen, ja weken volgeladen liet staan, ja dikwijls
zelfs niet eens wist, waar de waggons waren. Doch
daarbij komt de buitengewoon groote aanvraag, die
nog dagelijks toeneemt, en de treurige toestand is
zoo al niet te billijken, dan toch te verklaren.
Voor het publiek blijft het echter raadselachtig,
waarom ook de personentreinen bijna alle zooveel te
laat moeten aankomen. Maak het een staat met
het andere in het nauwste verband. De heer Y'iruly
Verbrugge, commissaris van de Hollandsche Spoor
wegmaatschappij, hoeft onlangs in de Tweede Kamer
gezegd, dat men zich moest verwonderen dat onder
de tegenwoordige omstandigheden alles nog zonder
ongelukken afliep. En dat is waarheid. Het eenige
ongeluk is geweest aan het station te Leiden, maar
dat was toe te schrijven aan oorzaken, welke met de
spoorwegexploitatie aU zoodanig niet te maken heb
ben. Wil men echter ook verder ongelukken voor
komen, dan is men genoodzaakt de treinen vertraging
te doen ondergaan. Voordat het sein gegeven is,
dat de weg vrij is, mag natuurlijk geen trein pas-
seeren, en nu spreekt het vanzelf, dat als eenmaal
maar eenige afwijking van den regel plaats vindt,
de volgende treinen daarvan ook weder den last on
dervinden, te meer omdat de personentreinen ook
telkens stuiten op goederentreinen. Vandaar dan
men ook telkens midden op den weg moet stilstaat.
En eindelijk veroorzaakt de hevige vorst dat elke
trein minder snel gaat dan gewoonlijk.
Dr. 8. Greidanua, te Baarn, die eenigen tijd te
Berlijn vertoefde, schrijft aan het «H#l.," oratreni
de resultaten van de behandeling volgens Koch's
methode.
*Eene schaduwzijde is, dat men na de injecties
dikwijls staat voor complicaties, die zich schijnbaar
zonder bijzondere aanleiding voordoen. Het gebeurt
met den koffer uit Southend gegaan. Te Londen
hebt u de Simpkinson's ontmoet en gij, uw broeder
Austin, mejuffrouw Simpkinson, hare moeder en al
de bagage, de twee koffers medéger.kend, reisden
samen van Charing-Cross naar Dover. Is dat zoo?"
«Neen, Austin bracht ons alleen naar het station
en de anderen vertrokken samen. De Simpkinson's
namen met hare bagage kaartjes naar Parijs. Ik
ging niet verder dan Dover, om daar eene week de
buitenlucht te genieten."
«En herinnert gij u nog, dat u de boeken in uw
koffer hebt gepakt?"
«Ja, ik had de boeken Zaterdag ingepakt en liet
den koffer open. Ik tilde het deksel Zondagavond
op, om er nog een paar brieven in te doen, en toen
zag ik, dat er niemand aan de boeken was geweest.
Ik sloot toen den koffer en bond er een touw om."
«Wat! u deedt er Zondagavond een touw om?"
«Ja, dat weet ik zeker. Ik was zoo drommels
bang, dat iemand de brieven zien zou, die ik bo
venop had gelegd."
«Is u linksch, mijnheer Harvey?"
«Neen, waarom vraagt u dat?"
«Wie zorgde voor de bagage te Charii%-Cross
«Ik. Maar er was een groote drukte en verwar
ring. Wij kwamen laat. De koffers werden zoo
maar in de bagagewagens geworpen. Er kan ge
makkelijk een vergissing bobben plaats gevonden."
«Waarom eu wanneer hebt u die letters P. H.
0p uw koffer geschreven?"
toch meermalen, dat de patiënt reeds eenige koeren
de injectie heeft ondergaan zonder buitengewone be
zwaren te ondervinden en er dan op eens, in het
reactie-perk, de verschijnselen eener pleuritis of
pneumonie op den voorgrond treden, soms ook hef
tige diarrheën of pyulyke zwelling der gewrichten.
Dit zijn alt\id onaangi name complicaties en dikwyls
is bet voorkomen daarvan een reden om de behan
deling voorloopig geheel te staken.
«De verklaring van die plotseling bykömendo
ziekten baseert zich hierop, dat er waarschijnlyk
in de weefsels der krankeu zich geheel afgekapselde
tuberkelhaarden bevinden, die afgesloten vau de om
geving eu dus betrekkelylc onschadelyk en misschien
voor altyd zonder eenig bezwaar voor den zieke ge
ïsoleerd zouden blyven liggen, indien niet door de
specifieke werking van de injec'ie-vloeistof het
tuberkel-bacilleu bevattende weefsel weer actief was
geworden en de ziektemakende oorzaak in de weef
sels was opgeuomen.
«Men heeft dus om het eens gemeenzaam uit te
drukken, den slapendeu hond wakker gemaakt, en
dit is niet zeer weuschelyk.
«Deze zelfde hypothese verklaart ook 'tfeit, dat
somtyds, zonder voorafgaand waarschuwend ver
schijnsel, terwijl ettelijke injecties) met klimmende
giften eu zeer matige reacties zijn doorstaan, er op
eens eene euorrn heftige reactie optreedt, met zeer
hooge, soms angstwekkende stijging der tempera
tuur.
«Ook herinner ik mij een geval van een lijder
met tuberkuleoze aandoening der stembanden, by
wien, nadat reeds verscheidene injecties waren ge
daan zonder eenig bezwaar en de lijder zich reeds
veel beter gevoelde, er in eens erne zoodanige zwel
ling van het weefsel ontstond, dat de ter hulpo
geroepeu arts den patiënt zonder pols en zonder
ademhaling, j'dus schijnbaar dood vond. Eene on
middellijk verrichte tracheotomie met opvolgende
kunstmatige ademhaling kon den man nog redden
en de genezing verder ongestoord voortgaan. Was
een dergelijk geval niet in het hospitaal, maar in
de privaat practijk voorgekomen, waar de behan
delde niet steeds onder toezicht kan zyn, dan was
de man onvermijdelijk gestorven.
«Dit brengt mij tot een punt, dat ik vooraf
wensch te relevoeren. Naar mijn bescheiden mcening
vind ik het, zooals de zaak nu staat, bepaald roe
keloos, zoo niet misdadig om in de privaat praxis
de meihodo of liever de proefnemiug der methode
in praktijk te brengen. De privaat-arts toch is niet
altijd zeker van zijn tijd. Hij kan de injecties niet
op één tijdstip bij zijne verschillende patiënten doen
en is toch gehouden, ze gedurende het betrekkelijk
lange reactie-tijdperk van uur tot uur te observeeren.
Dat nu is geheel ondoenlijk en de privaat-arts, die
zich aan de uitoefening der behandeling volgens
Koch's methode waagt, handelt onvoorzichtig. On
mogelijk toch kan hij voorzien, welke verschijnselen
zich zulleu voordoen. Ook bij die kranken, by welke
met de uiterste voorzichtigheid de injectie wordt
gedaan en die zeer matig daarop reageerden, kunnen
toch, zooals ik zeide, ineens gevaar dreigende ver
schijnselen optreden.
«Tot nog toe blijft het dus eene proefneming, die
uitsluitend mag Jgedaan worden ih de hospitalen of
privaatkliuieken, in welke de behandelde arts of as
sistent steeds tegenwoordig is, en zoo lang wij niet
meer absolute zekerheid hebben omtrent de behan-
Philip keek mij zeer verbaasd aan.
«Ik schreef in het geheel geen P. H. op mijn
koffer," zeide hij. «Er stonden geen letters op.
Daardoor gebeurde juist de vergissing."
«U* hebt P. H. op een bagagebiljet geschreven.
Zou dat misschien ook iets zyn, wat ge in uw toe
stand van verdooving dien nacht hebt gedaan?"
«In elk geval weet ik er mij niets van te herin
neren," zeide Philip: «maar ik weet letterlyk niet
meer wat ik gedaaD en niet gedaan heb. Ik weet
nauwelijks meer of ik besta of niet."
Ik ging naar beneden naar mijne kamer en haalde
het facsimilé van de letters op Philip's koffer, be
nevens een kaartje aan juffrouw Simpkinson, zyn brief
aan zijn broeder en zijns broeders brief aan mij. Ik
bracht ze allen boven.
Ik zette een tafel voor Philip en legde de kopie
der letter» voor hem.
«Vindt u dat deze letters er uitzien zooals gij ze
zoudt maken?"
«Ja," antwoordde hy, «dat heb ik geschreven.
Wat zou dat?"
«Is dat uw schrift?" vroeg ik, «en ze staan op
uw zwarten koffer te Parijs."
Ik vouwde den brief open en het kaartje en ver
geleek ze nog eens. Dit onderzoek gaf een welkome
afleiding voor het gesprek, dat zeer moeilijk was
gaande te houden. Ik zat de verschillende letters
nauwkeurig te bekijken, omdat.ik voor het oogenblik
niets 'vters te doen had. Plotseling ontsnapte mij
deling of den uitslag daarvan, moet elk privaatarts
zich daarvan onthouden. Bovenal blijft het zaak
nauwkeurig te individualiseeren, m. a. w. iederen
patiënt nauwkeurig te observeeren en te bestudeeren
en op hoogst voorzichtige wijze' onder voortdurend
toezicht de behandeling uit te oefenon.
«Dit alles neemt echter uiet weg, dat mijne opinie
omtrent Koch's methode in het algemeen zeer gunltig
blijft. Welke bezwaren haar ook nog mogen aan
kleven, men bedenke, dat zy nog slechts hare eerste
sohreden op don weg ter volmaking heeft gezet, en
dat zeker nog veel zal opgehelderd en tot zekerheid
gebracht worden door de nauwkeurige en eerlijke
studie van zoovele ernstige mannen, die met prij
zenswaardige zelfverloochening en zonder eenigen
kluingeestigen naijver de voorsohriften des meesters
navolgen ik geloof zelfs, dat tot zekere hoogte eene
gehoele omwenteling in de behandeling van ver
schillende ziekten het gevolg er van zal zijn.
«Wat ik zag van de resultaten bij «lupus vul
garis" kan my niet anders dan bewondering doen
koesteren voor de resultaten, die daarbij verkregen
zijn. Men moge nu zeggen, dat door de behande
ling volgens Koch's methode de genezing tot nog
toe slechts schijnbaar is, dat waarschijnlijk slechts
eene immuniteit is verkregen, van welke men nog
niet woet hoe lang die zal durentoegegeven l
Toch is het zeker, dat bij geen enkele tot nog toe
gevolgde methode absolute zekeiheid bestaat, dat
geene recidive zal komen, en in ieder geval heeft
geone behandelingswijze zoo verrassend snel zulk
een gunstig resultaat.
De geleerden mogen twisten over de al of piet
absolute ^zekerheid der genezing, de arme lijder zal
zeker de hnuden dankend omhoog heffen en den
man zegenen, die hem vorloste van zijn ellendig
misvormend lijden. En vry zoker zullen in de toe
komst, wanneer men reeds in den aanvang kan op
treden, de arme stumperds en ik heb hier vooral
het oog op die kleinen, die reeds in prille jeügd
worden aangetast eu nu dikwijls jarenlang met de
ben misvormendo kwaal rondloopen bewaard
kunnen worden voor den vloek, die nu hun geheel®
leven vergalt."
Een duel tuaschen een ambassadeur en zyn secre
taris ia zeker een niet-alledaagseh geval. Dit i»
voorgekomen tusschen graaf Deym, ambassadeur van
Oosten rij k-Hongarye te Londen, en zijn secretpeis,
graaf Liitzow. Do aanleiding was eene questie van
etiquette. Graaf Deyop en zijne echtgeuooto waren
namelijk van meening, dat gravin Liitzow, als niet
van hoogen adel zynde, dus niet gcinviteerd en in
hunne kringen toegelaten kon worden. Voor deze
beleediging zyner echtgeuooto eischte graaf Liitzow
satisfactie, zooals tusschen edellieden betaamt. Maar
toch was dit moeilijk, want het streed tegen alle
regelen der ambtelijke hiërarchie, dat de onder
geschikte zijn chef uitdaagt. De Minister van Bui-
tenlandsche zaken, graaf Kalnoky, stelde dan ook
alle pogingen in het werk, om graaf Liitzow van
zijn plan te doen afzien, maar te vergeefs en om elk
beletsel uit den weg te rnimen, nam graaf Liitzow
ontslag uit den dienst. Daarop heeft heb duel op
de sabel aldaar in een dpr kazernes plaats gehad,
maar beide tegenstanders zyn ongedeerd gebleven.
Volgens sommigen zou er na afloop van bet tweege
vecht eene verzoening tusschen de partijen hebben
een uitroep. Ik kon het niet helpen. Ik greep
Philip bij den arm en schudde dien heftig.
«rieb je hier een stuk papior en inkt?" vroeg ik.
«Krijg ze dan gauw!"
«Wat bedoel je?" vroeg hy verbaasd.
«Vraag mij niets. Iflkt en papier! Is dit een
inktkoker? Goed zoo. Schrijf nu je voorletters-
vijftigmaal achter elkander zonder op te houden."
Philip gehoorzaamde. Hy bedekte een groot vel
papier met de letters. Ik sloag hem ademloos gAde.
Ik leunde op zijn stoel, terwijl hij regel op regel
schreef. Misschien leidde dit nieuwe denkbeeld tot
niets, maar indien de hand van den schrijver een
maal slechts afweek, dan kwam er niets van terecht.
Eindelijk stond de vijftigste onderteekening er. Ik
haalde diep adem. Ik nam het papier op en bekeek
het nogmaals zeer nauwkeurig. Ik vergeleek het
met don brief en het kaartje. Ik vergeleek het ook
met mijrtè kopie van het bagagebiljet. Er viel niet
aan te twijfelen, ik had goed gezien.
De letters op het bagagebiljet geleken op die,
welke Philip Harvey geschrevon had, maar ze waren
toch niet precies eender. Bij deze was de ophaal
door den neerhaal getrokken, zoodat er van boven
een gesloten oogje ontstond, maar in alle P's en
H's van Philip Harvey eindigde de ophaal bij den
neerhaal.
Dit verschil, hoe gering ook, was oen feit.
Wordt vervolgd
laats gehad, en zouden graaf en gravin Deym zich
oreid verklaard hebben, grav.n Lützow, die zich van
geboorte eene Fraül. Von Bornemann utt Mecklen
burg is, op hun diplomatieke soirées en bals te ont
vangen.
Onderzeesche vaartuigen. De nieuwste onder
zoekingen over de diepte, tot waarop het daglicht
onder water doordringt, hebben tot uiislag gehad,
dat de commandant van een onderzeesch vaartuig
op eene diepte van 100 voet (8048 M.) slechts tot
op 25 voet (7.62 M.) ver zien kan. Ook liet zich niet
met zekerheid vaststellen, dat het electriach licht in
staat zou zijn, de op deze diepte heerschende duister
nis zooverre op te heffen als dit de veiligheid der
scheepvaart vordert.
Door een onderzoeker werd buitendien bericht, dat
het licht op weinige meter onderdo wateioppervlakte
zoo groen is, dat roode voorwerpen totaal onzichtbaar
zijn. Deze omstandigheid zou de onderzeesche vaart
op eene zeer bedenkelijke wijze bezwaren, daar bij
onherkenbaarheid der zijdelicbten aanvaringen onver
mijdelijk zouden worden.
Van de bestaande typen der onderzeesche booten
valt weinig te zeggen, dat eene spoedige en bevre
digende oplossing van het probleem der onderzeesche
vaart zal vermoeden.
(Mitth. aus dem Gebiete des Seetcesms)
Als een jaar ten einde noigt, klopt do heilige
Silvester aan onze deur en vindt ons feestelijk, ge
stemd. Wij laten alles wat gedurende het in de
zee der eeuwigheid verzinkende tijdsverloop mot ons
is voorgevallen, nog oens voor ons geestesoog voor
bijglijden, verdiepen ons in gepeins en verheugen
ons, dat het|voor velen zoo moeielijke jaar ten einde is
en dat er een nieuw en natuurlyk beter zal begin
nen. Want de hoop dat het beter zal zijn, verlaat
ons nooit en door baar gedragen, vieren wij blijde
het voorbijsnellen van den tyd, waarover, wij eigen
lijk treuren moesten. Ook huldigen wij de gewoonte
om uit te vorschen wat de toekomst ons brengen
zal. Die gewoonte bestónd reeds bij de Germanen,
wier Oudejaarsavond den 24en December op het
Julfeest werd gevierd. Zoo klopten de moisjes als
de klok twaalf sloeg, aan de staldeur om de koeien
te hooren spreken, en uit haar gebulk op te maken
of zij dit jaar trouwen zouden of niet. Dit bijge
loof is nog in IJsland en Bulgarye in zwang. Verder
waren er onder de oude Duitschers niet weinigen,
die hunne vurigste weuschen en begeerten op oude
jaarsavond herhaalde malen luide uitspraken, daar
zij vast geloofden dat dien nacht op een gegeven
oogenblik, alle uitgesproken wenschen vervuld werden.
Het gebruik om het oude jaar feestelijk te sluiten
bestond in den ouden tijd niet. Noch ook had de
oudejaarsavond eenige kerkelyke beteekenis, daar het
kerkjaar in de voorbereidende week vóór Kerstmis
eindigde. Eerst in de zestiende eeuw werd het ge
bruikelijk om het jaar met eene plpchtige godsdienst
oefening te sluiten.
De aan 8ilvester-avond verbonden bygeloovige ge
bruiken hebben nooit aanleiding gegeven tot ernstige
twistvragen, daar zy hiervoor te onschuldig van aard
zijn. Zoo wordt op vele dorpen op oudejaarsavond
een schimmel rondgeleid. Als alle landbouwers een
bos hooi vooi! de deur van stal of schuur hebben
neergelegd, laat men den schimmel het dorp door
stappen. Al» het paard van een bos hooi eet, is
dit een teeken dat de landbouwer, die er dat hooi
heeft neergelegd, een goeden oogst zal hebben. Dit
gebruik heerscht echter slechts op sommige Duitsche
dorpen, terwyl overal in Duitsehland en op alle
plaatsen waar Duitsch gesproken wordt, de boeren
meisjes op oudejaarsavond naar de schaapskooi gaan,
en in het donker naar die dieren grypen, Pakken
zij een ram beet, dan trouwen zij in het jaar dat
voor de deur staat. Ook wordt er by velen tegen
het kippenhok geklopt, omdat het kraaien van een
haan als een zeker teeken wordt beschouwd dat men
trouwen zal. In Beieren, evenals in Oostenrijk, nemen
de meisjes een handvol kiezelsteentjes uit de beek.
Als zij een oneven getal in de hand hebben, bestaat
er geen kans, dat zy het eerstkomende jaar voor het
altaar zullen gebracht wordeu. In het koninkryk
8akaen laat de jeugd notedoppen op het water
dryven. Als de schaal, dien een jongeling op het
water heeft gelegd, in botsing komt met den water-
dop vnn een der meisjes, gaan die twee samen trou
wen. In Weenen en in geheel Oostenrijk bestaat
nog do gewoonte van het «pantoffolwerpen." Als
een meisje weten wil of zij het volgende jëar zal
trouwen, moet zij met haar rug tegen de deur gaan
staan en een pantoffel achter zich werpen. Als deze
met den punt naar beneden valt, staat de bruiloft
van haar die den pantoffel geworpen heeft voor de
deur, maar als dit niet gebeurt, blijft zy het eerst
komende jaar nog ongetrouwd.
Al deze gebruiken zijn voornamelijk bij vrouwen
in zwang. De mannen vieren den oudejaarsavond
bij vele volken, op het plattetand, in de herberg
met andere vermakelijkheden. Onder deze is in
Oostenrijk, zoowel als in vele zuidelijke landen, het
Silvester-af kloppen eeuwenoud. Men komt daarvoor
in de met groene denneiakken versierde gelagkamer
bijeen. Midden in het vertrek hangt een krans van
dennen aan de balken en bij de kachel staat een
bleeke, vlasharige jongeling met een krans van ma
retakken op het hoofd.
Deze stelt den heiligen Silvester voor. Komt een
jongeling door toeval met den krans aan do zolde
ring, dan springt Silvester uit zijn hoek te voorschijn
en geeft hem een kus. Dit duurt tot middernacht
en dan geeft de kastelein aan alle gasten een den-
uetak waarmede, zoodra het twaalf uür ^laat, Silves
ter de deur wordt uitgejaagd. Dan is het oude
jaar, dat door Silvester wordt vertegenwoordigt, voorbij
en is men een nieuw ingetreden. In vele gezinnen
draait men evoo voor twaalven het gas uit en als
«Ie klok heeft uitgeslagen, steekt men het weder op
en wenscht men elkander geluk.
Iu Berlijn heerscht de gewoonte om op oudejaars
avond bij elkander viscli te komen eten en geen
Berlijnsche huisvrouw zal vergeten een koolblad
achter den spiegel te steken, daar zij hierdoor haar
gezin in het komende jaar voor ziekte bewaart.
Vandaar de gewoonte in Duitsehland om op Nieuw
jaarsdag kool te eten, zooals men bij ons stok-
viscb eet.
Twee gebruiken zijn in alle landen inheemsch
elkander mondeling of schriftelijk geluk te wenschen
en het uitreiken van fooien. Reeds do Deonsche
koning Kanut de Groote, overleden in 1036, hield
dit gebruik in eere en nog heden ten dege is het
in alle landen in zwang. Doch nergens is het zoo
algemeen als in Japan, waar op Nieuwjaarsdag alle
schulden moeten betaald worden. Vandaar dat in
China de Nieuwjaarsdag de grootste feestdag van
het jaar is, terwijl op dien dag ook de graven der
afgestorvenen worden bezocht.
De Japaneezen echter,die oudejaarsavond «Setsebun"
noemen sedert 1868 wordt daar het nieuwe jaar
ook op 1 Januari gevierd verbannen alle zorgen
en geven zich geheel aan de vreugde van het leven
over. Nieuwjaarsdag is bij hen een echt nationale
feestdag. En daar de gemoedstemming op Nieuw
jaar bij rijken en armen, aanzienlijken en geringen,
tot maatstaf dient van hotgeen zij het geheele vol
gende jaar zal zyn als mogelijk is, een bijgeloof,
dat eoor alle andere volken behoorde gehuldigd te
worden en dat niet genoeg is aan te prijzen.
{Alg. Ubl.)
In het laatst van de vorige en in deze maand
heeft de minister van oorlog, met het oog op de
weersgesteldheid, in het belang der verpleging van
de troepen der landmacht, enkele maatregelen en
voorzieningen bevolen, met betrekking tot sommige
dienstverrichtingen, de nachtligging, het uitreiken van
warmen drank aan het personeel der wachten, enz.
Hij acht het niet ondoelmatig bij deze gelegenheid
de aandacht der autoriteiten der landmacht er op te
vestigen, dat, in omstandigheden als hier bedoeld,
ook van de zijde der betrokken militaire autoriteiten,
op eigen initiatief, het noodige behoort te worden
verricht tot bevordering van het welzijn van den
soldaat en het voorkomen van nadeelige gevolgen
voor zijne gezondheid.
Hij wenscht hun dan ook, voor nu en later, aan
te bevelen, in voorkomende gevallen in dien zin te
handelen.
Voor zooveel de bestaande reglementen eu voor
schriften het toelaten, kunnen maatregelen en voor
zieningen van bedoelden aard, desvereischt na over
leg tusschen de verschillende daarbij betrokken
autoriteiten, uit den aard der zaak te allen tijde
door die autoriteiten zelfstandig in toepassing
worden gebracht. Wordt het een of ander noodig
geacht, waarin bij die reglementen of voorschriften
niet is voorzien, bijv. het beschikbaar stellen van
grootere bedragen voor verwarming van lokalen, het
wijzigen van de tenue bij bijzondere gelegenheden,
als o. a. militaire begrafenissen, dan behoort daar
toe, zoo mogelijk tijdig, een voorstel aan de bevoegde
autoriteit of aan den minister te worden gedaan,
althans indien do zaak van zooveel belang moet
worden geacht dat eene hoogere autoriteit of de
minister van oorlog daarin moet worden gemoeid.
In dringende gevallen zullen evenwel in afwachting
van de later, meer in het bijzonder wegens gedane
uitgaven, ter zake te vragen goedkeuring, zoodanige
maatregelen, op eigen gezag en verantwoordelijk
heid, door die autoriteiten moeten wórden aan
bevolen.
De minister houdt zich overtuigd, dat ook in
laatstbedoelde gevallen, met 's lands geldelijke belan
gen op oordeelkundige wijze rekening zal worden
De Fransche bladen hebben het natuurlyk druk
over den uitslag der Senaats verkiezingen. De mo
narchisten en Bonapartieten troosten zich over hun
nederlaag door er op te wijzen, dat het er. weinig
toe doet, of de republikeinen iets sterker zijn ge
worden ^n den Senaat, die toch niet veel te betee-
kenen heeft. De radicale bladen zijn nog veel min
der tevreden en de Justice maakt van de gelegen
heid gebruik om nog eens op heftige wijze uit te
varen tegen den Senaat, «die alle radicale hervor
mingen tegenhoudt."
De gematigde republikeinen zijn daarentegen bij
zonder tevreden. Het Journal des Bébats ziet in den
uitslag het bewijs dat er in den lande meer tevre
denheid komt ep ook de andere opportunisten be
schouwen de overwinning der republikeinen als het
bewijs dat de Senaat blijft, gelijk Gambetta hot
noemde, het plechtanker der republiek.
Vooral treden bij dezen strijd de verkiezingen op
den voorgrond van de heeren Jules Ferry en De
Freycinet. De heer Ferry, sedert 1889 'van het
politieke tooneel verdreven, werd -in de Vogeezep
met 723 van de 922 stemmen bij eerste stemming
gekozen, maar nog opmerkelijkor is de herkiezing
van den heer De Freycinet te Parijs.
De heer De Freycinet verkreeg 579 van de 654
stemmen en werd dus ook bij eerste stemming ge
kozen. De eenige, welke deze ouderscheiding met
hem genoot, was de heer Poirrier, een vrijhandelaar
en gematigd republikein, die 392 stemmen verwierf.
De overige caudidaten verkregen allen minder dan
260, het cijfer der volstrekte meerderheid. Deze
uitslag is kenmerkend voor de populariteit welke de
heer De Freycinet op het oogenblik geniet. Bij de
vorige Senaatsverkiezing te Parijs werden alleen Vic
tor Hugo en de onlangs overleden Peyrat, beiden
oudstrijders voor de republiek, bij de eerste stem
ming gekozen. De heer De Freycinet werd toen
ook gekozen, maar eerst bij tweede stemming en
met geringe meerderheid. Nu echter valt den mi
nister-president in de hoofdstad dezelfde onderschei
ding »en deel, welke een man als Victor Hugo ver-
leeud werd.
Zondag was het de Gambetta-bedevaartsdag. Men
zag dien dag in Gambetta's huis to Ville d'Avray
een driehonderdtal belangstellenden. De groote
vriend van den overledene, Spuller, was wegens de
Senaatsverkiezingen verhinderd, gelijk gewoonlijk,
bót woord te voeren en daarom hield in zijn plaats
zijn neef Delpech, lid der Kamer een toespraak,
waarin hij Gambetta's verdiensten jegens Frankrijk
herdacht. Denzeltden dag begaven zich een paar
honderd Eoulangisten naar Père la Chaise tot her
denking van Blanqui's sterfdag. De leiders der
Blanquisten, Granger en Roche, hielden redevoe
ringen bij Blanqui's graf, waarop zij een krans
legden van roode immortellen, een geschenk van
Rocheforts blad Intransigeaut. Eerst bij den ingang
van het kerkhof werd de roode vlag ontplooid. Van
Blanqui's graf begaf de stoet zich naar het graf van
den bekenden communist Eudes, waar een derge
lijke krans, eveneens een geschenk van de Intran-
sigeant, werd neergelegd. Alles liep zonder onge
regeldheden af. Zoo worden niet alleen in de kerk
maar ook in de politiek de «heiligen" in eere
gehouden.
Deeer dagen zal de commissie uit het Pruisische
Huis van Afgevaardigden, welke bezig is met het
onderzoek van het wetsontwerp tot hervorming van
de gemeenten in de oostelijke proviuciëu, den arbeid
hervatten. Voor zoover bekend, hebben de conser
vatieven, die niets van liet voorstel willen weten,
nog geen enkel bewijs van toenadering gegeven.
Zelfs wordt beweerd dat ook de nationaal-liberale
partij de regeering in don steek heeft gelaten en
bereid is de eischen der conservatieven ten minste
voor een gedeelte in te willigen.
De nationaal-liberale «Kölnische Zeitung" is in
staat gesteld dit gerucht zeer beslist tegen te spre
ken. Het Keulsche blgd verzekert, dat de natiouaal-
liberalen over dezo quaestie nog evenzoo denken als
in den beginne eu de regeering 'met alle kracht
tegen het verzet der conservatievo grondeigenaars
zullen steunen. De regeering blijft ook bij baar
besluit en wil niets toegeven. Blyven de grond
eigenaars halsstarrig, dan zal de Landdag worden
optbonden.
De vrij-conservatieve party zal pogen een schik
king tusschen de regeering en de conservatieven tot
stand te brengen, maar deze heeft weinig kans van
slagen, want de regeeriug kan geen aannemelijke
concessies doen, daar het sch'oolontwerp op deze
nieuwe gemeente-regeling berust. Het eenige mid
del om den stryd, zonder ontbinding te beslissen,
is dat de riddergoed-bezitters ten slotte het hoofd
voor den keizer buigen óf dat het Centrum, ten
einde een ontbinding en nieuwe verkiezingen onder
de tegenwoordige ongunstige on ..m dig heden te