Bultenlandsch Overzicht. wachten achteruitgang van het Rhijnspoor tot allerlei moeilijkheden en verwikkelingen aanleiding kon geven. Zonder eenigen twyfel is het echter een fout ge weest de nieuwe overeenkomsten reeds met 1 Oct. in werking te brengen. Deskundigen hebben den Minister gewaarschuwd maar hij beeft er nitt naar geluisterd. Thans ziet men de gevolgen van dien onberaden stap. De spoorwegmaatschappijen schenen thans zelf nog niet gereed te zijn om alle lynen naar eisch te exploiteeren. Daarvoor was uoodig een voldoend personeel, en noch het een, noch het ander is aanwezig. Het materieel van den Rhijn- spoorweg is zeer tegengevalleu. De locomotieven zijn voor een groot deel oud en verouderd. De Hollandsche Spoorwegmaatschappij, die ongeveer de helft van het oude materieel heeft overgenomen, sukkelt daarmede het meest, omdat er slechts weinig stokers en machinisten van het R'hijnspooit in haar dienst zijn overgegaan, en zy dus de locbmotieven moet laten bedienen door mannen, die alan geheel ander materieel gewoon zijn. Wel heeft siij twintig nieuwe locomotieven van groote afmetingen besteld, maar vóór AprUI of Mei zullen die zeker niet ge reed zijn. Toen overviel ons in het begin van December de hevige vorst en daarna werd het, zooals te begrypen is, nog veel erger. Zoodra de meeste waterwegen dichtvroren, kwam in bet goederenvervoer lotierlyk stremming. Niet aileen omdat er groot gebrek was aan waggons, maar ook omdat men bij den onge- regelden toestand, waarin men verkeerde, het hoofd kwijt raakte, verkeerde orders gaf, tal van waggons dagen, ja weken volgeladen liet staan, ja dikwijls zelfs niet eens wist, waar de waggons waren. Doch daarbij komt de buitengewoon groote aanvraag, die nog dagelijks toeneemt, en de treurige toestand is zoo al niet te billijken, dan toch te verklaren. Voor het publiek blijft het echter raadselachtig, waarom ook de personentreinen bijna alle zooveel te laat moeten aankomen. Maak het een staat met het andere in het nauwste verband. De heer Y'iruly Verbrugge, commissaris van de Hollandsche Spoor wegmaatschappij, hoeft onlangs in de Tweede Kamer gezegd, dat men zich moest verwonderen dat onder de tegenwoordige omstandigheden alles nog zonder ongelukken afliep. En dat is waarheid. Het eenige ongeluk is geweest aan het station te Leiden, maar dat was toe te schrijven aan oorzaken, welke met de spoorwegexploitatie aU zoodanig niet te maken heb ben. Wil men echter ook verder ongelukken voor komen, dan is men genoodzaakt de treinen vertraging te doen ondergaan. Voordat het sein gegeven is, dat de weg vrij is, mag natuurlijk geen trein pas- seeren, en nu spreekt het vanzelf, dat als eenmaal maar eenige afwijking van den regel plaats vindt, de volgende treinen daarvan ook weder den last on dervinden, te meer omdat de personentreinen ook telkens stuiten op goederentreinen. Vandaar dan men ook telkens midden op den weg moet stilstaat. En eindelijk veroorzaakt de hevige vorst dat elke trein minder snel gaat dan gewoonlijk. Dr. 8. Greidanua, te Baarn, die eenigen tijd te Berlijn vertoefde, schrijft aan het «H#l.," oratreni de resultaten van de behandeling volgens Koch's methode. *Eene schaduwzijde is, dat men na de injecties dikwijls staat voor complicaties, die zich schijnbaar zonder bijzondere aanleiding voordoen. Het gebeurt met den koffer uit Southend gegaan. Te Londen hebt u de Simpkinson's ontmoet en gij, uw broeder Austin, mejuffrouw Simpkinson, hare moeder en al de bagage, de twee koffers medéger.kend, reisden samen van Charing-Cross naar Dover. Is dat zoo?" «Neen, Austin bracht ons alleen naar het station en de anderen vertrokken samen. De Simpkinson's namen met hare bagage kaartjes naar Parijs. Ik ging niet verder dan Dover, om daar eene week de buitenlucht te genieten." «En herinnert gij u nog, dat u de boeken in uw koffer hebt gepakt?" «Ja, ik had de boeken Zaterdag ingepakt en liet den koffer open. Ik tilde het deksel Zondagavond op, om er nog een paar brieven in te doen, en toen zag ik, dat er niemand aan de boeken was geweest. Ik sloot toen den koffer en bond er een touw om." «Wat! u deedt er Zondagavond een touw om?" «Ja, dat weet ik zeker. Ik was zoo drommels bang, dat iemand de brieven zien zou, die ik bo venop had gelegd." «Is u linksch, mijnheer Harvey?" «Neen, waarom vraagt u dat?" «Wie zorgde voor de bagage te Charii%-Cross «Ik. Maar er was een groote drukte en verwar ring. Wij kwamen laat. De koffers werden zoo maar in de bagagewagens geworpen. Er kan ge makkelijk een vergissing bobben plaats gevonden." «Waarom eu wanneer hebt u die letters P. H. 0p uw koffer geschreven?" toch meermalen, dat de patiënt reeds eenige koeren de injectie heeft ondergaan zonder buitengewone be zwaren te ondervinden en er dan op eens, in het reactie-perk, de verschijnselen eener pleuritis of pneumonie op den voorgrond treden, soms ook hef tige diarrheën of pyulyke zwelling der gewrichten. Dit zijn alt\id onaangi name complicaties en dikwyls is bet voorkomen daarvan een reden om de behan deling voorloopig geheel te staken. «De verklaring van die plotseling bykömendo ziekten baseert zich hierop, dat er waarschijnlyk in de weefsels der krankeu zich geheel afgekapselde tuberkelhaarden bevinden, die afgesloten vau de om geving eu dus betrekkelylc onschadelyk en misschien voor altyd zonder eenig bezwaar voor den zieke ge ïsoleerd zouden blyven liggen, indien niet door de specifieke werking van de injec'ie-vloeistof het tuberkel-bacilleu bevattende weefsel weer actief was geworden en de ziektemakende oorzaak in de weef sels was opgeuomen. «Men heeft dus om het eens gemeenzaam uit te drukken, den slapendeu hond wakker gemaakt, en dit is niet zeer weuschelyk. «Deze zelfde hypothese verklaart ook 'tfeit, dat somtyds, zonder voorafgaand waarschuwend ver schijnsel, terwijl ettelijke injecties) met klimmende giften eu zeer matige reacties zijn doorstaan, er op eens eene euorrn heftige reactie optreedt, met zeer hooge, soms angstwekkende stijging der tempera tuur. «Ook herinner ik mij een geval van een lijder met tuberkuleoze aandoening der stembanden, by wien, nadat reeds verscheidene injecties waren ge daan zonder eenig bezwaar en de lijder zich reeds veel beter gevoelde, er in eens erne zoodanige zwel ling van het weefsel ontstond, dat de ter hulpo geroepeu arts den patiënt zonder pols en zonder ademhaling, j'dus schijnbaar dood vond. Eene on middellijk verrichte tracheotomie met opvolgende kunstmatige ademhaling kon den man nog redden en de genezing verder ongestoord voortgaan. Was een dergelijk geval niet in het hospitaal, maar in de privaat practijk voorgekomen, waar de behan delde niet steeds onder toezicht kan zyn, dan was de man onvermijdelijk gestorven. «Dit brengt mij tot een punt, dat ik vooraf wensch te relevoeren. Naar mijn bescheiden mcening vind ik het, zooals de zaak nu staat, bepaald roe keloos, zoo niet misdadig om in de privaat praxis de meihodo of liever de proefnemiug der methode in praktijk te brengen. De privaat-arts toch is niet altijd zeker van zijn tijd. Hij kan de injecties niet op één tijdstip bij zijne verschillende patiënten doen en is toch gehouden, ze gedurende het betrekkelijk lange reactie-tijdperk van uur tot uur te observeeren. Dat nu is geheel ondoenlijk en de privaat-arts, die zich aan de uitoefening der behandeling volgens Koch's methode waagt, handelt onvoorzichtig. On mogelijk toch kan hij voorzien, welke verschijnselen zich zulleu voordoen. Ook bij die kranken, by welke met de uiterste voorzichtigheid de injectie wordt gedaan en die zeer matig daarop reageerden, kunnen toch, zooals ik zeide, ineens gevaar dreigende ver schijnselen optreden. «Tot nog toe blijft het dus eene proefneming, die uitsluitend mag Jgedaan worden ih de hospitalen of privaatkliuieken, in welke de behandelde arts of as sistent steeds tegenwoordig is, en zoo lang wij niet meer absolute zekerheid hebben omtrent de behan- Philip keek mij zeer verbaasd aan. «Ik schreef in het geheel geen P. H. op mijn koffer," zeide hij. «Er stonden geen letters op. Daardoor gebeurde juist de vergissing." «U* hebt P. H. op een bagagebiljet geschreven. Zou dat misschien ook iets zyn, wat ge in uw toe stand van verdooving dien nacht hebt gedaan?" «In elk geval weet ik er mij niets van te herin neren," zeide Philip: «maar ik weet letterlyk niet meer wat ik gedaaD en niet gedaan heb. Ik weet nauwelijks meer of ik besta of niet." Ik ging naar beneden naar mijne kamer en haalde het facsimilé van de letters op Philip's koffer, be nevens een kaartje aan juffrouw Simpkinson, zyn brief aan zijn broeder en zijns broeders brief aan mij. Ik bracht ze allen boven. Ik zette een tafel voor Philip en legde de kopie der letter» voor hem. «Vindt u dat deze letters er uitzien zooals gij ze zoudt maken?" «Ja," antwoordde hy, «dat heb ik geschreven. Wat zou dat?" «Is dat uw schrift?" vroeg ik, «en ze staan op uw zwarten koffer te Parijs." Ik vouwde den brief open en het kaartje en ver geleek ze nog eens. Dit onderzoek gaf een welkome afleiding voor het gesprek, dat zeer moeilijk was gaande te houden. Ik zat de verschillende letters nauwkeurig te bekijken, omdat.ik voor het oogenblik niets 'vters te doen had. Plotseling ontsnapte mij deling of den uitslag daarvan, moet elk privaatarts zich daarvan onthouden. Bovenal blijft het zaak nauwkeurig te individualiseeren, m. a. w. iederen patiënt nauwkeurig te observeeren en te bestudeeren en op hoogst voorzichtige wijze' onder voortdurend toezicht de behandeling uit te oefenon. «Dit alles neemt echter uiet weg, dat mijne opinie omtrent Koch's methode in het algemeen zeer gunltig blijft. Welke bezwaren haar ook nog mogen aan kleven, men bedenke, dat zy nog slechts hare eerste sohreden op don weg ter volmaking heeft gezet, en dat zeker nog veel zal opgehelderd en tot zekerheid gebracht worden door de nauwkeurige en eerlijke studie van zoovele ernstige mannen, die met prij zenswaardige zelfverloochening en zonder eenigen kluingeestigen naijver de voorsohriften des meesters navolgen ik geloof zelfs, dat tot zekere hoogte eene gehoele omwenteling in de behandeling van ver schillende ziekten het gevolg er van zal zijn. «Wat ik zag van de resultaten bij «lupus vul garis" kan my niet anders dan bewondering doen koesteren voor de resultaten, die daarbij verkregen zijn. Men moge nu zeggen, dat door de behande ling volgens Koch's methode de genezing tot nog toe slechts schijnbaar is, dat waarschijnlijk slechts eene immuniteit is verkregen, van welke men nog niet woet hoe lang die zal durentoegegeven l Toch is het zeker, dat bij geen enkele tot nog toe gevolgde methode absolute zekeiheid bestaat, dat geene recidive zal komen, en in ieder geval heeft geone behandelingswijze zoo verrassend snel zulk een gunstig resultaat. De geleerden mogen twisten over de al of piet absolute ^zekerheid der genezing, de arme lijder zal zeker de hnuden dankend omhoog heffen en den man zegenen, die hem vorloste van zijn ellendig misvormend lijden. En vry zoker zullen in de toe komst, wanneer men reeds in den aanvang kan op treden, de arme stumperds en ik heb hier vooral het oog op die kleinen, die reeds in prille jeügd worden aangetast eu nu dikwijls jarenlang met de ben misvormendo kwaal rondloopen bewaard kunnen worden voor den vloek, die nu hun geheel® leven vergalt." Een duel tuaschen een ambassadeur en zyn secre taris ia zeker een niet-alledaagseh geval. Dit i» voorgekomen tusschen graaf Deym, ambassadeur van Oosten rij k-Hongarye te Londen, en zijn secretpeis, graaf Liitzow. Do aanleiding was eene questie van etiquette. Graaf Deyop en zijne echtgeuooto waren namelijk van meening, dat gravin Liitzow, als niet van hoogen adel zynde, dus niet gcinviteerd en in hunne kringen toegelaten kon worden. Voor deze beleediging zyner echtgeuooto eischte graaf Liitzow satisfactie, zooals tusschen edellieden betaamt. Maar toch was dit moeilijk, want het streed tegen alle regelen der ambtelijke hiërarchie, dat de onder geschikte zijn chef uitdaagt. De Minister van Bui- tenlandsche zaken, graaf Kalnoky, stelde dan ook alle pogingen in het werk, om graaf Liitzow van zijn plan te doen afzien, maar te vergeefs en om elk beletsel uit den weg te rnimen, nam graaf Liitzow ontslag uit den dienst. Daarop heeft heb duel op de sabel aldaar in een dpr kazernes plaats gehad, maar beide tegenstanders zyn ongedeerd gebleven. Volgens sommigen zou er na afloop van bet tweege vecht eene verzoening tusschen de partijen hebben een uitroep. Ik kon het niet helpen. Ik greep Philip bij den arm en schudde dien heftig. «rieb je hier een stuk papior en inkt?" vroeg ik. «Krijg ze dan gauw!" «Wat bedoel je?" vroeg hy verbaasd. «Vraag mij niets. Iflkt en papier! Is dit een inktkoker? Goed zoo. Schrijf nu je voorletters- vijftigmaal achter elkander zonder op te houden." Philip gehoorzaamde. Hy bedekte een groot vel papier met de letters. Ik sloag hem ademloos gAde. Ik leunde op zijn stoel, terwijl hij regel op regel schreef. Misschien leidde dit nieuwe denkbeeld tot niets, maar indien de hand van den schrijver een maal slechts afweek, dan kwam er niets van terecht. Eindelijk stond de vijftigste onderteekening er. Ik haalde diep adem. Ik nam het papier op en bekeek het nogmaals zeer nauwkeurig. Ik vergeleek het met don brief en het kaartje. Ik vergeleek het ook met mijrtè kopie van het bagagebiljet. Er viel niet aan te twijfelen, ik had goed gezien. De letters op het bagagebiljet geleken op die, welke Philip Harvey geschrevon had, maar ze waren toch niet precies eender. Bij deze was de ophaal door den neerhaal getrokken, zoodat er van boven een gesloten oogje ontstond, maar in alle P's en H's van Philip Harvey eindigde de ophaal bij den neerhaal. Dit verschil, hoe gering ook, was oen feit. Wordt vervolgd laats gehad, en zouden graaf en gravin Deym zich oreid verklaard hebben, grav.n Lützow, die zich van geboorte eene Fraül. Von Bornemann utt Mecklen burg is, op hun diplomatieke soirées en bals te ont vangen. Onderzeesche vaartuigen. De nieuwste onder zoekingen over de diepte, tot waarop het daglicht onder water doordringt, hebben tot uiislag gehad, dat de commandant van een onderzeesch vaartuig op eene diepte van 100 voet (8048 M.) slechts tot op 25 voet (7.62 M.) ver zien kan. Ook liet zich niet met zekerheid vaststellen, dat het electriach licht in staat zou zijn, de op deze diepte heerschende duister nis zooverre op te heffen als dit de veiligheid der scheepvaart vordert. Door een onderzoeker werd buitendien bericht, dat het licht op weinige meter onderdo wateioppervlakte zoo groen is, dat roode voorwerpen totaal onzichtbaar zijn. Deze omstandigheid zou de onderzeesche vaart op eene zeer bedenkelijke wijze bezwaren, daar bij onherkenbaarheid der zijdelicbten aanvaringen onver mijdelijk zouden worden. Van de bestaande typen der onderzeesche booten valt weinig te zeggen, dat eene spoedige en bevre digende oplossing van het probleem der onderzeesche vaart zal vermoeden. (Mitth. aus dem Gebiete des Seetcesms) Als een jaar ten einde noigt, klopt do heilige Silvester aan onze deur en vindt ons feestelijk, ge stemd. Wij laten alles wat gedurende het in de zee der eeuwigheid verzinkende tijdsverloop mot ons is voorgevallen, nog oens voor ons geestesoog voor bijglijden, verdiepen ons in gepeins en verheugen ons, dat het|voor velen zoo moeielijke jaar ten einde is en dat er een nieuw en natuurlyk beter zal begin nen. Want de hoop dat het beter zal zijn, verlaat ons nooit en door baar gedragen, vieren wij blijde het voorbijsnellen van den tyd, waarover, wij eigen lijk treuren moesten. Ook huldigen wij de gewoonte om uit te vorschen wat de toekomst ons brengen zal. Die gewoonte bestónd reeds bij de Germanen, wier Oudejaarsavond den 24en December op het Julfeest werd gevierd. Zoo klopten de moisjes als de klok twaalf sloeg, aan de staldeur om de koeien te hooren spreken, en uit haar gebulk op te maken of zij dit jaar trouwen zouden of niet. Dit bijge loof is nog in IJsland en Bulgarye in zwang. Verder waren er onder de oude Duitschers niet weinigen, die hunne vurigste weuschen en begeerten op oude jaarsavond herhaalde malen luide uitspraken, daar zij vast geloofden dat dien nacht op een gegeven oogenblik, alle uitgesproken wenschen vervuld werden. Het gebruik om het oude jaar feestelijk te sluiten bestond in den ouden tijd niet. Noch ook had de oudejaarsavond eenige kerkelyke beteekenis, daar het kerkjaar in de voorbereidende week vóór Kerstmis eindigde. Eerst in de zestiende eeuw werd het ge bruikelijk om het jaar met eene plpchtige godsdienst oefening te sluiten. De aan 8ilvester-avond verbonden bygeloovige ge bruiken hebben nooit aanleiding gegeven tot ernstige twistvragen, daar zy hiervoor te onschuldig van aard zijn. Zoo wordt op vele dorpen op oudejaarsavond een schimmel rondgeleid. Als alle landbouwers een bos hooi vooi! de deur van stal of schuur hebben neergelegd, laat men den schimmel het dorp door stappen. Al» het paard van een bos hooi eet, is dit een teeken dat de landbouwer, die er dat hooi heeft neergelegd, een goeden oogst zal hebben. Dit gebruik heerscht echter slechts op sommige Duitsche dorpen, terwyl overal in Duitsehland en op alle plaatsen waar Duitsch gesproken wordt, de boeren meisjes op oudejaarsavond naar de schaapskooi gaan, en in het donker naar die dieren grypen, Pakken zij een ram beet, dan trouwen zij in het jaar dat voor de deur staat. Ook wordt er by velen tegen het kippenhok geklopt, omdat het kraaien van een haan als een zeker teeken wordt beschouwd dat men trouwen zal. In Beieren, evenals in Oostenrijk, nemen de meisjes een handvol kiezelsteentjes uit de beek. Als zij een oneven getal in de hand hebben, bestaat er geen kans, dat zy het eerstkomende jaar voor het altaar zullen gebracht wordeu. In het koninkryk 8akaen laat de jeugd notedoppen op het water dryven. Als de schaal, dien een jongeling op het water heeft gelegd, in botsing komt met den water- dop vnn een der meisjes, gaan die twee samen trou wen. In Weenen en in geheel Oostenrijk bestaat nog do gewoonte van het «pantoffolwerpen." Als een meisje weten wil of zij het volgende jëar zal trouwen, moet zij met haar rug tegen de deur gaan staan en een pantoffel achter zich werpen. Als deze met den punt naar beneden valt, staat de bruiloft van haar die den pantoffel geworpen heeft voor de deur, maar als dit niet gebeurt, blijft zy het eerst komende jaar nog ongetrouwd. Al deze gebruiken zijn voornamelijk bij vrouwen in zwang. De mannen vieren den oudejaarsavond bij vele volken, op het plattetand, in de herberg met andere vermakelijkheden. Onder deze is in Oostenrijk, zoowel als in vele zuidelijke landen, het Silvester-af kloppen eeuwenoud. Men komt daarvoor in de met groene denneiakken versierde gelagkamer bijeen. Midden in het vertrek hangt een krans van dennen aan de balken en bij de kachel staat een bleeke, vlasharige jongeling met een krans van ma retakken op het hoofd. Deze stelt den heiligen Silvester voor. Komt een jongeling door toeval met den krans aan do zolde ring, dan springt Silvester uit zijn hoek te voorschijn en geeft hem een kus. Dit duurt tot middernacht en dan geeft de kastelein aan alle gasten een den- uetak waarmede, zoodra het twaalf uür ^laat, Silves ter de deur wordt uitgejaagd. Dan is het oude jaar, dat door Silvester wordt vertegenwoordigt, voorbij en is men een nieuw ingetreden. In vele gezinnen draait men evoo voor twaalven het gas uit en als «Ie klok heeft uitgeslagen, steekt men het weder op en wenscht men elkander geluk. Iu Berlijn heerscht de gewoonte om op oudejaars avond bij elkander viscli te komen eten en geen Berlijnsche huisvrouw zal vergeten een koolblad achter den spiegel te steken, daar zij hierdoor haar gezin in het komende jaar voor ziekte bewaart. Vandaar de gewoonte in Duitsehland om op Nieuw jaarsdag kool te eten, zooals men bij ons stok- viscb eet. Twee gebruiken zijn in alle landen inheemsch elkander mondeling of schriftelijk geluk te wenschen en het uitreiken van fooien. Reeds do Deonsche koning Kanut de Groote, overleden in 1036, hield dit gebruik in eere en nog heden ten dege is het in alle landen in zwang. Doch nergens is het zoo algemeen als in Japan, waar op Nieuwjaarsdag alle schulden moeten betaald worden. Vandaar dat in China de Nieuwjaarsdag de grootste feestdag van het jaar is, terwijl op dien dag ook de graven der afgestorvenen worden bezocht. De Japaneezen echter,die oudejaarsavond «Setsebun" noemen sedert 1868 wordt daar het nieuwe jaar ook op 1 Januari gevierd verbannen alle zorgen en geven zich geheel aan de vreugde van het leven over. Nieuwjaarsdag is bij hen een echt nationale feestdag. En daar de gemoedstemming op Nieuw jaar bij rijken en armen, aanzienlijken en geringen, tot maatstaf dient van hotgeen zij het geheele vol gende jaar zal zyn als mogelijk is, een bijgeloof, dat eoor alle andere volken behoorde gehuldigd te worden en dat niet genoeg is aan te prijzen. {Alg. Ubl.) In het laatst van de vorige en in deze maand heeft de minister van oorlog, met het oog op de weersgesteldheid, in het belang der verpleging van de troepen der landmacht, enkele maatregelen en voorzieningen bevolen, met betrekking tot sommige dienstverrichtingen, de nachtligging, het uitreiken van warmen drank aan het personeel der wachten, enz. Hij acht het niet ondoelmatig bij deze gelegenheid de aandacht der autoriteiten der landmacht er op te vestigen, dat, in omstandigheden als hier bedoeld, ook van de zijde der betrokken militaire autoriteiten, op eigen initiatief, het noodige behoort te worden verricht tot bevordering van het welzijn van den soldaat en het voorkomen van nadeelige gevolgen voor zijne gezondheid. Hij wenscht hun dan ook, voor nu en later, aan te bevelen, in voorkomende gevallen in dien zin te handelen. Voor zooveel de bestaande reglementen eu voor schriften het toelaten, kunnen maatregelen en voor zieningen van bedoelden aard, desvereischt na over leg tusschen de verschillende daarbij betrokken autoriteiten, uit den aard der zaak te allen tijde door die autoriteiten zelfstandig in toepassing worden gebracht. Wordt het een of ander noodig geacht, waarin bij die reglementen of voorschriften niet is voorzien, bijv. het beschikbaar stellen van grootere bedragen voor verwarming van lokalen, het wijzigen van de tenue bij bijzondere gelegenheden, als o. a. militaire begrafenissen, dan behoort daar toe, zoo mogelijk tijdig, een voorstel aan de bevoegde autoriteit of aan den minister te worden gedaan, althans indien do zaak van zooveel belang moet worden geacht dat eene hoogere autoriteit of de minister van oorlog daarin moet worden gemoeid. In dringende gevallen zullen evenwel in afwachting van de later, meer in het bijzonder wegens gedane uitgaven, ter zake te vragen goedkeuring, zoodanige maatregelen, op eigen gezag en verantwoordelijk heid, door die autoriteiten moeten wórden aan bevolen. De minister houdt zich overtuigd, dat ook in laatstbedoelde gevallen, met 's lands geldelijke belan gen op oordeelkundige wijze rekening zal worden De Fransche bladen hebben het natuurlyk druk over den uitslag der Senaats verkiezingen. De mo narchisten en Bonapartieten troosten zich over hun nederlaag door er op te wijzen, dat het er. weinig toe doet, of de republikeinen iets sterker zijn ge worden ^n den Senaat, die toch niet veel te betee- kenen heeft. De radicale bladen zijn nog veel min der tevreden en de Justice maakt van de gelegen heid gebruik om nog eens op heftige wijze uit te varen tegen den Senaat, «die alle radicale hervor mingen tegenhoudt." De gematigde republikeinen zijn daarentegen bij zonder tevreden. Het Journal des Bébats ziet in den uitslag het bewijs dat er in den lande meer tevre denheid komt ep ook de andere opportunisten be schouwen de overwinning der republikeinen als het bewijs dat de Senaat blijft, gelijk Gambetta hot noemde, het plechtanker der republiek. Vooral treden bij dezen strijd de verkiezingen op den voorgrond van de heeren Jules Ferry en De Freycinet. De heer Ferry, sedert 1889 'van het politieke tooneel verdreven, werd -in de Vogeezep met 723 van de 922 stemmen bij eerste stemming gekozen, maar nog opmerkelijkor is de herkiezing van den heer De Freycinet te Parijs. De heer De Freycinet verkreeg 579 van de 654 stemmen en werd dus ook bij eerste stemming ge kozen. De eenige, welke deze ouderscheiding met hem genoot, was de heer Poirrier, een vrijhandelaar en gematigd republikein, die 392 stemmen verwierf. De overige caudidaten verkregen allen minder dan 260, het cijfer der volstrekte meerderheid. Deze uitslag is kenmerkend voor de populariteit welke de heer De Freycinet op het oogenblik geniet. Bij de vorige Senaatsverkiezing te Parijs werden alleen Vic tor Hugo en de onlangs overleden Peyrat, beiden oudstrijders voor de republiek, bij de eerste stem ming gekozen. De heer De Freycinet werd toen ook gekozen, maar eerst bij tweede stemming en met geringe meerderheid. Nu echter valt den mi nister-president in de hoofdstad dezelfde onderschei ding »en deel, welke een man als Victor Hugo ver- leeud werd. Zondag was het de Gambetta-bedevaartsdag. Men zag dien dag in Gambetta's huis to Ville d'Avray een driehonderdtal belangstellenden. De groote vriend van den overledene, Spuller, was wegens de Senaatsverkiezingen verhinderd, gelijk gewoonlijk, bót woord te voeren en daarom hield in zijn plaats zijn neef Delpech, lid der Kamer een toespraak, waarin hij Gambetta's verdiensten jegens Frankrijk herdacht. Denzeltden dag begaven zich een paar honderd Eoulangisten naar Père la Chaise tot her denking van Blanqui's sterfdag. De leiders der Blanquisten, Granger en Roche, hielden redevoe ringen bij Blanqui's graf, waarop zij een krans legden van roode immortellen, een geschenk van Rocheforts blad Intransigeaut. Eerst bij den ingang van het kerkhof werd de roode vlag ontplooid. Van Blanqui's graf begaf de stoet zich naar het graf van den bekenden communist Eudes, waar een derge lijke krans, eveneens een geschenk van de Intran- sigeant, werd neergelegd. Alles liep zonder onge regeldheden af. Zoo worden niet alleen in de kerk maar ook in de politiek de «heiligen" in eere gehouden. Deeer dagen zal de commissie uit het Pruisische Huis van Afgevaardigden, welke bezig is met het onderzoek van het wetsontwerp tot hervorming van de gemeenten in de oostelijke proviuciëu, den arbeid hervatten. Voor zoover bekend, hebben de conser vatieven, die niets van liet voorstel willen weten, nog geen enkel bewijs van toenadering gegeven. Zelfs wordt beweerd dat ook de nationaal-liberale partij de regeering in don steek heeft gelaten en bereid is de eischen der conservatieven ten minste voor een gedeelte in te willigen. De nationaal-liberale «Kölnische Zeitung" is in staat gesteld dit gerucht zeer beslist tegen te spre ken. Het Keulsche blgd verzekert, dat de natiouaal- liberalen over dezo quaestie nog evenzoo denken als in den beginne eu de regeering 'met alle kracht tegen het verzet der conservatievo grondeigenaars zullen steunen. De regeering blijft ook bij baar besluit en wil niets toegeven. Blyven de grond eigenaars halsstarrig, dan zal de Landdag worden optbonden. De vrij-conservatieve party zal pogen een schik king tusschen de regeering en de conservatieven tot stand te brengen, maar deze heeft weinig kans van slagen, want de regeeriug kan geen aannemelijke concessies doen, daar het sch'oolontwerp op deze nieuwe gemeente-regeling berust. Het eenige mid del om den stryd, zonder ontbinding te beslissen, is dat de riddergoed-bezitters ten slotte het hoofd voor den keizer buigen óf dat het Centrum, ten einde een ontbinding en nieuwe verkiezingen onder de tegenwoordige ongunstige on ..m dig heden te

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2