Buitenlandse!) Overzicht. Het berolkingacijfer der gem. Gouda rolgens de volkstelling 1890 waa 9241 M. 10463 V. Totaal 19704. Vermeerderd in 1890 door: Mann. Vrouw. Totaal. Geboorte 413 381 794 Vestiging 492 614 1006 Totaal 905 895 1800 Verminderd in 1890" door: Mann. Vrouw. Totaal. Overlijden 244 241 485 Vertrek 536 553 1089 Totaal 780 794 1674 De werkelijke bevolking ia dus iu 1890 vermeer derd met 126 M. 101 V. Totaal 226, en bedroeg op 81 December 1890, 9366 M. 10564 V. on Totaal 19930. in het jaar 1890 zijn 144 huwelijken voltrokken en werd ééne echtscheiding ingeschreven. Naar wij vernemen zal het Maandag den 19en Januari a. s. twintig jaar geleden zyn, dat het Col- legie van Brandmeesters hier ter stede word opge richt. Genoemd Collegie wenscht dit feit feestelijk te herdenken, door het houden van eene buitengewone vergadering in haar gewoon vergaderlocaal. Ongetwijfeld zal de Goudsche burgerij met be langstelling hiervan kennis nemen. Immers gedu rende het algeloopeu 20-jarig tijdperk is bij tal van gelegenheden gebleken hoe verdienstelijk de heeren, die van dat Collegie deel uitmaken, zich kweten van hun taak en dank zij hun ijver en tact zijn dikwijls de gevolgen van een uitgebroken brand tot een minimum teruggebracht. Dank zij hun spoedig en flink optreden is menig onheil en ramp voorko men en op genoemden datum zal zeker aan genoemd Collegie menige dankbare gedachte worden gewijd. Van de gratis-uitdeeling van brood en koffie in het gobouw der Werkinrichting tot wering van bede larij werd hedenmorgen gebruik gemaakt door 117 kinderen en 107 volwassenen. De orde lief niets te wenschen over. Het bestuur der IJtcluh tot ondertteuning van minvermogenden was tegenwoordig alsmede eenige bestuurders der Werkinrichting. Aan de kinderen zal morgen in plaats van koffie, warme melk worden gegeven. Heden morgen is in een der mindere logementen alhier aangehouden de persoon van J. v. V., koop man in schrijfbehoeften, die in het Algemeen Politie blad van het vorige jaar tot 6 dagen gevangenisstraf ■tond gesignaleerd. Hij is teneinde zijne rekening met de justitie te vereffenen overgebracht naar het huis van bewaring te Botterdam. Verleden week is een detachemont van 27 mab met 3 officieren van het garnizoen alhier naar Utrecht gedetacheerd, ten einde onderwezen te worden om bij vorst de grachten voor forten in tijd van oorlog open te houden; daar genoemd detachement nu weder is teruggekeerd, zal bij eenigszins gunstig weder morgen ochtend ten 9 uur een aanvang ge maakt worden nabij de Crabethstraat om in den Kat- tensingel eeno geul met versperring te maken, ten einde de manschappen als zoodanig to oefenenr Loop der bevolking in de gemeente Zevenhuizen in het jaar 1890: Aanwezig op 31 Deoember 1889: 1137 m., 1137 v., te zamen 2274. Geboren 41 m. 46 v, gevestigd 72 m., 71 v., te zamen 230 Overleden 31 m. 22 r.K vertrokken 80 m. 82 v., te zamen 215. Vermeerdering 2 m. 13 v. Bevolking op 31 Deoember 1890: 1139 m. 1150 v., te zamen 2289. Het getal huwelijken was 21. De Haagtche Ct. bevat de volgende waarschuwing: In het «Dagblad" van 29 December jl. kwam de volgende advertentie voor: jyjtw 36 Francs per Week worden in Holland aange boden aan Heeren en Dames met Schrjjven, gemak kelijk Copieerwerk bij zich aan huis. Brieven aan den Directeur van het Journal des Travailleurs, 9 Bue Say, te Parijs. 't Kwam ons zoo vreemd voor, niet. alleen dat er met gemakkelijk copieerwerk zooveel geld zou zijn te verdienen, maar ook dat men daarvoor uit Frankrijk liefhebbers zou moeten gaan zoeken in Nederland, dat wij besloten, de zaak eens nader te bekijken. Er werd daartoe op de advertentie geschreven, en per keerenden post ontving de aanbieder een gedrukte circulaire, waarin werd verteld, dat men met het aangeboden werk, eenige uren daags schrij vende, minstens 20 gld. 's weeks kon verdienen. De 35 francs waren dus al 45 geworden. Maar er volgde een kleine voorwaarde «Indien gjj geneigd zijt, u met dezen arbeid te belasten, zend ons dan ommestaande verklaring terug met een postwissel van 3 fr. 60, en binnen vijf dagen daarna zult gij, met onze instructies, het noodige materieel ontvangen om uw werk te be ginnen. «Die som vertegenwoordigt de waarde van die bezending en hare frankeering, en zal u bij de eerste betaling worden terug gegeven, terwijl het werk telkens op uwe aanvrage zal worden aangevuld!" Prachtig mooi, niet waar 1 Minstens 20 glcj. -in de week met enkele uren daags copioeren en dij maar dadelijk voor iedereen, die 3 fr. 60 overzendt Doch die 3 fr. 60, daar konden we ons nog maar niet overheen zetten. En «re schreven nog', eens naar Parijs, nu naar iemand die ambtshalve op dergelijke zaken eet^ goeden 'blik heeft. "Het ant woord luidde- i «Het individu, dat de aanbieding doet is vol slagen zonder middelen. Zijne aanbiedingen zijn even onvertrouwbaar als onuitvoerbaar. En men 2al dus verstandig doen, zich van elke relatie met hem te onthouden, met name van het zenden van geld dat moet worden teruggegeven". Het scheen ons plichtmatig, aan deze informatie openbaarheid te geven, ter inlichting van goedge- loovigen. die op dergelijke advertenties mochteo schrijven en er misschien him goede 1.70 aan zouden wagen als er dan van «wagen" sprake kan zijn. De lijkwagen stond voor de deur en de familie was gereed om in te stappen, toen een der bloedverwan ten nog een laatsten kps op het gelaat van den over- ledene wilde drukken. Doch wat was dat f Het vooi- hoofd was niet koudl Er was leren in het «ljjk!" Enterwijl de dokter voorreed, om te sorataWe ren, dat hij den «overledene" bij levenden lijve had dood verklaard en deze nog niet gestorven was, kon den de zwarte mannen onverrichWrzake heengaan. Ijit geschiedde ZaWrdag te Delft, zoo meldt de Haagtche Courant. Het Japansoh Parlementsgebouw, den 29n Nor. 1890 te Tokio geopend, is slechts tijdelijk geheel in hout opgetrokken, maar 't heeft toch circa 500.000 gulden gekost. De openingsplechtigheid had in de zaal van het Hoogerhuis plaats, die in den trant van die van het Amerikaansche Huis van Afgevaar digden is ingericht; de zeWls der leden vormen een halfrond togenover den president, die iu een soort van lagen preekstoel zit, op een estrade, met trappen Wr weerszijden. De stoelen der leden kunnen, als opara-fauWuils worden opgeslagenieder lid heeft een lessenaartje voor zich. Achter de banken der leden heeft men een promenoir. AchWr den .voorzittors- (zetel heeft men oen loge, met een vergulden troon hemel voor den Keizer en daarWgenover, in de galerij, is een loge voor de Keizerin, de eenige Japansche vrouw die in de Kamers wordt toegelaten. De ruimW tussohen de Keizerlijke loges wordt door een galerij gevormd voor aanzienlijke Japanners, het corps-diplo- matiqne en andere hooggeplaaWW vreemdelingen, die ook bi) de openingsplechtigheid talrijk waren opge komen. Boven deze galerij heeft men geen tribunes meer, omdat dit in strijd zou zijn met de Jzpanscbe leer, dat niemand een hooger stelling mag innemen dan de Mikado. Vandaar ook, dat langs don weg, dien 'de Keizer nam toen hij het Parlement ging openen, alle huizen, waj de bovenverdiepingen betreft, waron gesloWn. Eenige dagen geleden kwam te Arnhem zekere Boss, reiziger bjj een Duitseh fabrikant, bij den heer H. in de Kerkstraat commissies opnemen. Hij kocht eenige electrische instrumenten voor zijn patroon, ter waarde van ruirrf*"f 25, waarvoor hij zeide voor zjjn patroon eene commnsie te hebben opgeuomen, doch dat deze niet meer in die artikelen deed. Het gekochte werd in eeu kistje gepakt en door een jongen naar hot hotel «De Paauw* gebracht waar B. logeerde. Onderweg ging de Beiziger B. eene .'tapperij binneu en zond den jongen, die het kistje gedragen had, weg. Toen de heer H. dit vernam, kreeg hij argwaan, maar de vreemdeling had de tapperij reeds verlaWn, toen hij daarbinnen kwam, en was spoorloos Verdwenen. De heer H. schreef toen onmiddelijk aan den pa troon van B. en deze meldo hem, dat B. eeu paar jaar geleden, wegens oneerlijke handelingen uit zijn dienst was ontslagen en daarvoor gevangenisstraf had ondergaan. B. had echter de onbeschaamdheid om den vol genden Zaterdag by denzelfdpn winkelier H. Wrug te komen en trachW toen weder hem voor andere artikelen op W lichten, wat echter niet gelukte. He heer H., verweet hem, dat bjj een zwendelaar was en zeide hem, dat hy bij de poiitié aangifte had ge daan, waarop B. de vlocht nam, gevolgd door knechts van den heer H. die, luid roepende«houd den dief", hem steeds bleven volgen, totdat B. in de Broederstraat door twee' politieagenten werd gegre pen en naar het hoofdbureau van politie overge- Philip Harvey terug te keeren. Misschien kon ik daar van meer nht zij Ik begaf mij dus mot Austin naar het station. Wat hadden wjj beides in de laatste acht en veertig uren niet afgereisd? En toch gevoelde ik, wat my betreft, geen lichamelijke' vermoeienis, of schoon ik zedelijk uitgeput en terneergeslagen was door het mislukken mijner pogingen. Het hinderde my geweldig, dat ik dezen man moest ontvangen, mot hem spreken en hem weer laten vertrekken, zonder hem myn vermoeden voor $(e voeten te wer pen. Zonderling toch, hoe onwaarschijnlijker het werd, des te meer was ik overtuigd dat hij de moor denaar was. Toch moest ik met hem overleggen, wat ons omtrent zjjn broeder te doen stond, alsof 'ik elk zjjner in mijn oog leugenachtige woorden igeloqfde. Wjj gingen samen eene stille straat door, toen ons plotseling iets glinatereqds in het duister voorby snelde. Op hetzelfde oogenblik hergaf eene gedachte mij de hoop eene onmogelijkheid schoot my bliksemsnel door het hoofd. Een wielrijder was ons voorby gesnord! Ik keerde mjj naar Austin Harvey en zeide als doof eene plotselinge ingeving: «Die kerel rijdt goed; ook gij maakt immers vau tjjd tot tjjd ge bruik van een velocipede?" Mot een vloek barstte hij los: «De duivel hale je! Wat weet jij daarvan?" {Wordj vervolgd.) «Derde editie. Gevangenneming van den moor denaar te Dijon. Philip Harvey, de persoon, dien ijle politie verdenkt van juffrouw Baynell te hebben vermoord, werd gisteren aangehouden in den snel trein van Parijs naar Marseille. De arrestatie vond plaats aan het station te Djjon." Ik ging regelrecht naar huis met die krant in mjjne hand, als een versuft man. Ik vond Aastin in mijne zitkamer op mij wachtende. Zonder een woord van welkomst of verklaring liep ik naar hem toe en wierp de krant voor hem op de tafol. Hij las het bericht en ontstelde herig. En wat moeten „wij nu doen bracht hjj met moeite uit. «Doenriep ik bitier«de wet moet haar loop hebben en de misdadiger wordt gehangen." Austin zeide niets. Ik zag dat hij niet spreken kon. «Maar het dient eerst bewezen te worden", ver volgde ik, terwijl ik hem strak aankeek «dat bjj de schuldige is en het gedaan heeft." Austins gelaat vertrok zenuwachtig. «Zeker," bracht hij er met moeite uit«dat is duidelijk, helaas, maar al te duidelijk." «riet is mij nog zoo heel duidelijk niet, mijnheer Austin, dat uw broeder don moord heeft bedreven," zeide ik, hem nog altoos strak aanstarende: «hoe meer ik de zaak naga, hoe minder duidelijk zij mij wordt. Ik Wh er nog zoo heel zeker niet van, dat wij de Ware oplossing gevonden hebben." Wij' stonden elkander aan te staren. Geen van ons Bei den durfde iets verder te zeggen. Ik had Austin ongerust gemaakt, dat zag ik duidelijk; hij was ont hutst over de arroastatie van zjjn broeder en hjj had een flauw, vermoeden, dat myn geheele wjjze van doen op hem zelf betrekking had. Het ware béter, dacht ik, hem niet te waarsohnwen, alvorens ik be- wyzen had. Dat bewijs moest ik hebben. Philip's arrestatie bewees de dringende noodzakelijkheid van snel han delen. Wat kon ik doen? In hoeverre was Austin aansprakelijk? Welke rol had hy gespeeld? Op deze vragen wist ik geen antwoord te geven, en Austin's alibi was zoo goed als iemand het slechts wenschen kon. Wij spraken verder over het arresteeren van Philip en de onmiddellijke gevolgen. Austin verklaarde, dat hij dien avond met den laatsten trein terug moest. Ik deed myn uiterste best hem over te ha len naar Parijs te gaan. Ik had hem zoo gaarne een poos van de baan geschoven. Mij dacht er moest toch pen maal iets uitlekken, of iots aan den dag komen. Maar hjj had er geen ooren naar. Wjj kwamen dus overeen, dat ik naar Parjjs terugkderen en de zaak zooveel mogeljjk in het oog honden zou. Ik kon niet ontkennen dat dit van Austin's standpunt het beste was. Ik wist geen énkele geldige verontschuldiging te vinden om zijn verzoek te weigeren, en daar men te Southend de geweDschte inlichtingen niet geven kbn, was ik er eerlijk gesproken niet rouwig om tiaar Parjjs en naar raoht, Daar bleek het, dat B. met de opgelichte brtikelen naar Venloo was vertrokken, ze daal te ewaren had gegeven en des morgens met een re tourkaartje weder naar hier gekomen. Hjj is ter be schikking van de justitie naar het huis van bewa ring overgebracht. Bjj het 23 December door den Baad van Minis ters aan de Tweede Kamer ingediend wetsontwerp tot regeling van het inkomen der Kroon wordt het bedrag voorgesteld «op eene som van zeshonderd duizend gulden, alzoo op hetzelfde cijfer, hetwelk bij de wet van 19 Augustus 1849 aan wjjlen Koning Willem den Derde was toegelegd.» Baadpleegt men de we) van 1849, dan kloppen de cjjfers volkomen maar zoo men de zaak wat nauw keuriger bekjjkt is de aangehaalde zinsnede uit de Memorie van Toelichting niet geheel juist. Feitelijk stelt de Begcering eene verhooging van het inkomen der Kroon met tweemaal honderd duizend gulden in het jaar voor. Het geheele inkomen van do Kroon afgescheiden van de renten van het persoonlijk particulier vermogen, waarmede de wetgever niets te maken heeft bestaat uit twee elementen; de in komsten van de Kroondomeinen en het rechtstreeksch inkomen uit 's lands kas, waarvan hier de regeling wordt voorgesteld. In 1849 is, by het voorstellen van dezelfde regeling als uitgangspunt aangeuomen dat het geheele inkomen van de Kroon één millioen gulden zou moeten bedrageo. Men had dus het gemiddeld opbrengstcjjfer van de Kroondomeinen te onderzooken, om te weten welk bedrag uit 's lands kas gevorderd werd om dit totaalojjfer vol te maken. In de Memorie van Be antwoording van het wetsontwerp van 1849 deelde de Begeering mede, dat deze opbrengst in de laatste voorafgegane jaren gemiddeld f 411,831.21 zuiver had bedragen; tot een rond cijfer herleid vier ton dus. In verband daarmede werd het door de schat kist uit te keeren inkomen op zes ton vastgestold, en alzoo het millioen bereikt. Maar in de Memorie van Toelichting tot het tegenwoordige wetsontwerp zegt de regeoring, dat de gemiddelde Opbrengst van de Kroondomoinen «gedurende de regeering van Koning Willem III, hebben bedragen gemiddeld 648,456 per jaar», alweder,tin een rond cijfer: zes ton. Door nu het inkomen uit de schatkist vast te stel len mede op zes ton, stolt de Begeering als geheel inkomen van de Kroon voor, niet het millioen 'a jaars, dat men in 1849 als voldoende aanmerkte, en dat ook nu wél voldoende zal zjjn, maar f 1,200,000 of: twee ton per jaar meer. Ziedaar- dus feitelijk eene verhooging van twee ton 's jaars, die door geen enkel argument wordt gedekt of ge steund. Misschien bestaan daarvoor goede redenen, maar dan had de Memorie van Toelichting ze bo- hooren mede te doelenwij kunnen ze vooralsnog niet bespeuren. Integendeel gelooven wij dat de tegenwoordige verhoudingen en toestanden, zoowel die in de maatschappij in het algemeen als die be trekkelijk de schatkist in het bjjzonder, oene goede aanleiding geven om juist dit ejjfer van staatsuit gaven niet indirect te verlioogen. Het geldt hier eene kiesche en teedere zaak zal men zeggonjuist daarom is het ieders plicht om die onpartijdig en zonder sohroom noch valsche, schaamte to beooreeelen. (Arnh. Ct.) In 1886 vervoegde zich de heer D. v. d. Z., des tijds procuratiehouder van de te Oleh-loh (Atjeh) gevestigde firma Gebrs. v. d. Z., bjj den toenmaals te Padang wonenden advocaat en procureur mr. X. met verzoek om voormelde firma rechtskundigen bystand te willen verleenen in een tegen haar door de firma B. en Co. ingestelde rechtsvordering. Be doelde advocaat verzocht en bekwam een voorloopig voorschot van f 500 en liet zich vervolgens eene schriftelijke volmaoht door zjjne cliènte teekenen, waarin' aan het slot omtrent de te genieten beloo- ning her volgende bepaald werd«dat mr. X. voor de te verrichten werkzaamheden, behalve de reeds aan hem toegestelde ƒ500, zal genieten zooveel als de firma Gebrs. v. d. Z. aan de firma B. en Co. minder zal hebben te vergoeden dan eene som van tien duizend gulden 10,-000), zoodat, wordt bij rechterlijk gewijsde de firma Gebrs. v. d. Z. niet veroordeeld om iets aan de firma B. en Co. te ■vergoeden, dan wordt aan mr. X. uitgekeerd de som van tienduizend guldenmoest daarentegen minder dan f 10,000 worden betaald, dan ontvangt mr. X. het verschil en wanneer 10,000 of meer moet worden betaald, krjjgt hjj ook niets meer. De advocaat mr. X. won voor dé firma Gebrs. v. d. Z. het geding, zoodat aan de eischende Irma geeno schadevergoeding behoefte betaald te worden, en vorderde nu op grond vat; bovenstaande over eenkomst van zijne clients eene som van f 10,000. Toen deze, hoewel volkomen .bereid eene billijke declaratie te betalen, weigerde aan deze vordering te voldoen, dagvaardde X. zijn vroegere cliënte den persoon van den heer W. r. d. Z», die in 1886 solidair aansprakelijk vennoot der sedert ontbondene firma geweest was, en thans te Amsterdam woont, voor de Amsterdamsche rechtbank tot betaling der bedoelde 10,000. Onder de verschillende vragen, die zich in dat geding voordeden, was vooral deze voor do Indische advocatuur van belangIs het voormelde beding geldig 1 w Met den gedaagde beantwoordde de rechtbank die yjaag in ontkenneuden zin. Immers volgens art. 191 rechterlijke organisatie mag de advocaat en procureur in Ned.-Indië, die als ambtenaar is te beschouwen, uit geenerlei hoofde en onder tfelk voor wendsel ook, geene andere belooningen vorderen óf ontvangen dan die, welke bij de wettelijke verorde ningen zijn toegestaan en is een beding in strijd met deze bepaling, welke van openbare orde is, nietig. Mitsdien werd de eischer in zijne vordering niet ontvankelijk verklaard en in de kosten veroordeeld, Voor den eischer werd gepleit door mr. C. Bruyn, voor don gedaagde, den weigerachtigen cliënt, door mr. L. W. van Gigch, beiden advocaten te Amsterdam. De nieuwsgierigen, die Zondag, door het overheer lijke, aangename winterweder uitgelokt, zich op de ijsvlakte in de Gonwzoe v<5or Monnikendam bevon den, om aan kiud of nageslacht dit zoldzame feit, als het mede-beleefd te hebben, te kunnen vorhalen, waren by duizendon te tellen. De straten van //bet doode stadje aan de Zuider zee'' waren gevuld met kermisgasten, die reeds zeer vroegtgdig allen levensvoorraad in de herbergen en bakkerijen in beslag hadden genomen, zoodat zij die na 1 uur aankwamen, geen bete brood meer konden bekomen. Dat was de keerzijde van den tocht, waarvan zooveel Amsterdammers, die op ijsschuivers of per tram naar Monnikendam kwamen, zich de grootste genoegens hadden voopgesteld. Daarenboven kon de tram het groote getal passa giers niet vervoeron, wat dikwijls tot onverkwikke lijke botsingen en onaangenaamheden onder het pu bliek aanleiding gaf, en waardoor nu de „Noord- Hollandsche Tram-Maatschappij'' ook al in oen slech ten reuk wat de exploitatie betreft gekomen is. v Het kermisterrein was afgesloten, en voor 25 cent per persoon toegankelijk, wat aan de exploitanten, naar men zeide, p.m. 1000 moot hebben opge bracht. Binnen do ruimte, door pal^n en ijzerdraad afge sloten van het ijsvlak der zee, bevonden zich een geïmproviseerde restaurant, waar allerlei sterke dran ken zonder vergunning, doch a la barbe der politie worden geschonken en gedronken. Men trof er voorts een turksche schop, een slag en krachtmeter-machine, een volslagen oliekoeken- bakkerg, een schor draaiorgel en, last not least,^een, Zoeloekaffer aan, die onzen morgengroet in goed Hollandsch beantwoordde, doch onmiddellijk daarna zijn gefingeerde nationaliteit hernam, toen een paar bezoekers aanmerking maakten op de onvolkomen heid van zijn zwart gemaakt gezieht en hem met «eruus, eruus" dreigde. Op het afgerasterde terrein werd Zondag*» ook wedstrijd gehouden in het schoonrijden door mannen en vrouwen. Ook werd een luchtballon door middel van aether, op een spons uitgegoten en daarna in brand gesto ken, het luchtruim ingelaten, die, wanneer het ge wed was, het van alle hard- en schoonrijders in vlugheid en sierlijkheid van bewegingen won. Van hot tochtje naar Marken in een ijsschüitje moest, wegens totaio windstilte, worden afgezien. Ook op schaatsen kon dit tusschen 1 en 3 uur niet geschieden. De baan was zoo smal en zóó vol sneeuw, of liever ijsschraapsel, dat zij van weerszij den onmogelijk, vanwege de files van menschen aan de zgde van Marken, kon bereden worden. Jammer, dat heden de dooi is ingevallen. Voor Monniken dam brak een goed jaar aan met den winter. De afgeloopen zomer bracht veel vertier door ongekende ansjovisvangst. De Amerikaansche dagbladschrijver Pulitzer heeft zijn blad The World onlangs voor nagenoeg 10 mil lioen gulden verkocht. De man is Hongaar van geboorte en kwam indertijd met leege zakken, maar veel wifskracht naar Amerika. Hij moest, om zijn brood te verdienen, aanvatten wat hij krijgen kon en diende o. a. als koetsier. Later beproefde hij zijn geluk op letterkundig gebied, verdienflo met onderscheidene ondernemingen veel geld, kocht ein- delijk The World en maakte er een blad van groote beteekenis van. Op zekeren dag, toen Pulitzer reeds oen rijk en aanzienlijk man was, kwam een zeerschooue en jonge dame hem een bezoek brengen. //Kent gij mij niet? 'vroeg de vreemdelinge met een lieflijk lachje. «Ik kan mg niet herinueren ooit de eer te hebben gehad kennis met u te makengaf Pulitzer ten antwoord. „En toch zijt gij bij ons te huis ge weest Werkelijk „Ja, als koetsier. Thans eerst herinnerde Pulitzer zich den millionair in wiens huis hg in zóó nederige betrekking was geweest, dat hg de oogen niet tot de schoone dochter had durven opheffen. De dame had zich den knappe koetsier des te beter herinnerd en zg had gewacht tot hij iets ia de wereld geworden was, om hem haar hand en de dvarin liggende millioenen aan te bieden. Pulitzer werd haar echtgenoot. De Pruisische minister van financiën heeft beden de sCaatsbegrooting voor 1891 92 bij het Huis *an Afgevaardigden ingediend. De inkomsten en uit gaven sluiten met een bedrag van 1,720,834,749 M. waarvan aan gewone uitgaven voor ééns 50,382,572 M. De gewone uitgaven zijn 125,672,033 M., de gewono ontvangsten i32,610,434 M., hooger geraamd dan het vorige dienstjaar. De begrooting sluit zondor leeningook behoeft geen beroep te worden gedaan op vroegere overschotten. Het overschot voor dit jaar bedraagt 33a/l0 millioen. In zijne toelichting verklaarde de minister o. a., dat additioneele kredieten kunnen verwacht worden ten behoeve van de verbetering der bezoldiging van de lagere ambtenaren, naar rang van anciënniteit. Ook deelde hij mede, dat het overschot op de spoorT wegen bruto 42 millioen, doch netto slechts 5 mil lioen M. bedroeg. De vrijzinnige partij heeft in den Rijksdag hot voorstel ingediend om het verbod van iuvoer van Amerikaansch spek op te heffen. Het geschil tusschen Frankrijk en Engeland over de visscherij te Newfoundland, schijnt voorloopig nog geen reden tot ongerustheid te geven. Dö Fransche vissohers uit St. Malo lieten door den af gevaardigden La Chambre den minister van buiten- landsche zaken vragen, of zg ook dit jaar weer even gerust ter visch vangst kondeu uitzeilen als ge woonlijk,. De heer Ribot antwoordde, dat de vissohers zich volstrekt niet ongerust behoefden te maken. De on derhandelingen met Engeland zijn nog niet geëindigd. De minister verwachtte spoedig een bevredigenden uitslag daarvan, maar ook al mocht deze niet zoo spoedig verkregen worden, dan zal toch in elk geval dc tegenwoordige toestand nog een jaar worden ge handhaafd. De visschtrs kondon dus gerust uit zeilen, te meer daar een Fransch eskader ter plaatse is om hen, zoo nOodig, tegen overlast van de zijde der New-foundlanders te beschermen. Zaterdagochtend is in Frankrijk do inschrijving opengesteld voor de leening van 869,000,000 francs, welke de regeering, naar men weet, wil sluiten, ten einde de vlottende schuld, hoofdzakelijk veroorzaakt door de buitengewone legerüitgaven, te delgen en tot een drie pCts. leening te consolideoren. Wegens de felle koude was te Parijs de toeloop niet zoo groot als anders bg dergelijke gelegenheid het geval. Toch stonden, toen de beido bureaux om tien uur rterden geopend aan het ministerie van financiën reeds een driehonderdtal personen te wachten, en dit aantal werd gedurende dan och tend steeds aangevuld. Te gelijker tgd werd de gelegenheid tot inschrijving opengosteld in het stad huis, aan de Cais9e des dépots et consignations, in de mairie van elk arrondissement, bij de ontvan gers en bij alle groote banken. Blijkens de mededeeliugen van het ministerie van financiën, van Zondag is de leening in Frankrgk 161/® maal volteekend. De regeering vroeg 869,000,000 en er werd ingeschreven voor 14,500,000,000 fr. Natuurlgk zullen de meeste inschrijvers hierbij wel in overweging hebben genomen, dat hun slechts een gedeelte zou worden toegewezen, zoodat zij ook voor een grooter bedrag hebben ingeschreven dan de som, welke zg wilden hebben. De eerste storting was bepaald op 145,000,000 francs, zoodat de regeoring Zondag 2,340,000,000 fr. heeft ontvangen. De koers van uitgifte was nu be paald op 92.55, een bijzonder hooge koers. In 1886 vroeg de regeering 600,000.000 francs tegen den koers van 79,80 fr. en toen wordt voor 10,000,000,000 dus twintig maal het gevraagde bedrag, ingesdhreven, De groote banken hebben allen een groot aandeel gehomen aan de leening. Het Crédit Foncier heeft alleen ingeschreven voor het geheele-bedrag en be taalde 141,000,000 francs. Het Comptoir National d'Escompte de Banque de Paris, het Crédit Industriel en het Crédit Lyonnais schreven elk ongeveer voor een derde deel van het geheele bedrag in. Het ge heele bedrag van de som, welke bij de, inschrijving gestort moest worden, is dus reeds tweemaal meer dan het 'geheele bedrag der keening. ïfict alleen te Parijs, maar ook in de departemeu- en was do deelneming zeer aanzienlijk. Te ltouaan

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2