Jol.
BINNENLAND.
1
I
©t sas
1 i
500,-
I
1891.
Donderdag 22 Januari.
N? 443S.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
egen.”
edailles-1
1
De inzending van advertentiën kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave.
FEUILLETON.
nts.
(n
ur8.
JST,
ien,
oort-
n
2—
Aiionderlgke Nommeri VIJF CENTEN.
it bureau de-
warmen
j
i
HOOFDSTUK I.
iburg,
(Haar het Franech.)
EERSTE GEDEELTE.
Bovendien worden allé Adrertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
*t welk des Maandags verschijnt.
I
nde Kunsten
tirectenr der
recht.
R1NKMAN.
ATÜLL
g V/, nar.
gsen.
>tb.k.n, U.
leer A. H.
THIM.
1891.
neelisten.
JPEL8.
n staalhoudende
Quina Larocht
t-Wijp. Aan.
Osnsaiheersn.
GOUDSCHE COURANT.
1 over een te
ibliek
lelijk
teld-
dem>
Ibeker
boven
w
geschilderde
Janskerk te
enis der St.
eningen enz.
irlyk levens-
e Gebroeders
ibcth,
iche
3entm
het
loosje
GOUDA, 21 Januari 1891.
Van de gratis-uitdeeling van brood en
drank (aan de volwassenen koffie, aan de kinderen
melk) werd heden gebruik gemaakt door 282 kinde
ren en 208 volwassenen.
Je zult niet veel visoh thuis te brengen hebben
jelui daar, hoorden zij achter hen een scherpe stem
op spottenden toon zeggen.
Pierrille keerde zich driftig om en de kleine Mil-
lette, die in het gras gezeten was, stond dadelijk op.
All I het is Jeantoux, zeide zij.
Wat wil je, jij vroeg Pierrille den jongen vee
hoeder.
Ik wil niets, antwoordde Jeantoux. En als ik
wat wilde, zou het zeker jou visch niet zijn, mijn
heer Pierrille, want die heb je niet!
den zakdoek in liet water zag werpen, ’t is wel do
moeite waard geweest ze voor je op te visschen!
Wat zouden we er mee hebben aangevangen?
vroeg zij.
De kreeften verspreidden zich snel, te midden van
het water en verschansten zich onder de steenen en
tusschen de wortels der boomen. Weldra zagen zij
er niet één meer.
’t Is gedaan met de vischvangst, riep Piorrille
lachend uit. Daar staan we nu met ledige handen.
Maar dat doet er niet toe, we hebben ons toch
vermaakt.
Zich vasthoudend aan den stronk van een wilg,
heesch Pierrille zich uit het water op; vervolgens
reikte hij Millette de hand, die op hem steunend»
met een vluggen sprong aan den oever stond.
ijsmassa aan de zeekusten en in zee zeer vermeer
derd.
Het schijnt ook, dat er reeds ontzaglijke massa’s
sneeuw in vele landen gevallen zyn.
Met bet oog op een en ander moet de toestand
nog ongunstiger geacht worden, vooral als onver
hoopt van boven plotseling een sterke dooi mocht
intreden.
De waterstanden vooral van den Rijn worden
nog lager; dit is mede nog een bewys dat het boven
steeds sterk vriest.
Omtrent de ijsbezetting van de groote rivieren
enz. deelt ipen mede
Sedert den 12n, na een paar dagen van geringen
dooi, waardoor het ijs zeer weinig in dikte was ver
minderd, zyn overal de rivieren ook met eene sneeuw
laag bedekt, welke met eenig sneeuwwater en door
de inmiddels weer sterk ingetreden vorst, de ijsdikto
voornamelijk aan de bovenzijde met hoogstens 2 a 3
centimeter heeft vermeerderd. Onder die sneeuw
laag en ijskorst van gemiddeld 0.45 M., neemt de
dikte van het ijs niet meer toe. Evenwel is de al-
gemeene ijstoestand, tengevolge van dit voortdurend
streng vriezend wêer, er inmiddels niet gunstiger op
geworden, vooral zijn verder de rivieren naar boven
al meer en meer met ijs bezet geraakt, ook is de
,/We hebben er al heel wat, geloof ik, zei Pierrille
is de zakdoek al vol, Millette?
Neen, .antwoordde zij, nog niet, maar toch
haast. Oh 1 wat maken ze een leven in den doek
het lijkt wel dat ze onder elkaar aan hei vechten
zijn. Ze zullen natuurlyk geen pret hebben, weet je.
Het zijn gevangenen. Men heeft geen plezier,
wanneer men genoodzaakt is te blijven waar men
opgesloten zit.
Dat is waar, zeide de kleine, die eensklaps
De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
8)
Het was een levend schilderij, de verwezenlijking
van een idylle der oudheid, dit lachend kinder-
paar, zich badend in licht en vreugde, terwijl de
Rion bijna onhoorbaar murmelde, zachtkens
zachtkens
AD VERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
van Dinsdag 20 Januari.
De heer Keuchenis zette zijn wijdloopige rede
voering ten gunste van den Surinaamschen gouver
neur en de Regeering voort. Als gewoonlijk veel
woorden en weinig nieuws. De meeste overige spre
kers konden zich met de motie van den heer van
Dedem evenmin vereenigen, de meeste omdat zij te
onbestemd was. Ook de felste tegenstanders van
den gouverneur kwamen tot die conclusie. De
waarschuwingen, die men ter rechterzijde heeft ge
hoord tegen afstemmen der Surinaamsche begrooting,
waren overbodig. Dat het niet op den weg der
Tweede Kamer ligt door afstemming dezer louter
administratieve wet indirect een aan haar niet ver
antwoordelijk ambtenaar te treffen, werd algemeen
genoeg erkend. Een motie ware de weg geweest
om de Regeering tot krachtdadig ingrijpen te nopen.
Maar zoodra de Regeering weigerde de bedoeling
der motie-Von Dedem te aanvaarden, en door ver
schillende sprekers daaraan uiteenloopende beteeke-
nissen werden gehecht, was deze een stomp wapen
geworden. De poging om in een zelfde motie ver
trouwen en wantrouwen uit te spreken moest mis
lukken. En waar de Regeering verklaarde niet bij
machte te zijn de spanning, die steeds had bestaan,
te doen ophouden, en zich tevens ongenegen betoonde
het middel eener enquête te aanvaarden door uit
houding niet alle achting waard is. Zijn houding
tot dusver. Het spreekwoord zegt, dat men den dag
niet loven moet vóór het einde. De vuurproef, of
hij, wat de beginselen der wetsvoordracht betreft,
zichzelven getrouw zal blyvon, heeft de heer Ber-
gansius nog te doorstaan. Maar indien hij die door
staat, dan verdient hij van een ieder, geheel afge
scheiden van het oordeel over het voorgestelde zelf,
een eeresaluut voor het geenszins alledaagsche ka
rakter, waarvan hy blijk geeft.
Staten-Generaal. Twebde Kamer. zitting
ernstig werd. Gevangenen zijn heel ongelukkig
Wat dat betreft, ja dat zyn ze. Ik beklaag ze.
Maar toch, wanneer ze iets slechts gedaan hebben
heeft men gelijk ze tusschen vier muren op te sluiten,
anders zouden ze het misschien nog eens doen.
Ja, die soort, de dieven en moordenaars.
Maar er zijn nog andere!
Andere?,... Hoe is ’tnu, zeide Pierrille, waar
om wordt je op eens zoo bedroefd, Millette?
Waar denk je aan?
Wel, zei het kind, aan mijn broeder Placide,
die misschien op dit oogenblik de gevangene van de
Bedouïnen is, slechte menschen, zooals papa Pascal
zegt, groot, kijk, wel zóo groot en heelemaal zwart,
zwart als steenkool.... Als ik er aan denk dat Pla
cide misschien bij zulke menschen is!....
En het arme kind begon hevig te schreien, want,
ofschoon zij hem niet kende, had zij haren broe
der lief.
Je behoeft je niet zoo bedroefd te maken, kleine
Millette, troostte Pierrille, Waarom je te verbeelden
dat Placide in de gevangenis zit? Wie heeft je ge
zegd, dat dit zoo is? Heb je ooit iemand zien schreien
over iets, wat niet gebeurd is?
Ach, je hebt gelyk, antwoordde Millette, terwijl
zij hare tranen4 droogde. Ik huil om alles en niets,
’t Is al over. Maar om het even, ik wil deze beestjes
niet uit het water houden. DaarIk maak ze liever
weer vrij en gelukkig, dan dat ik ze bewaar.
Nu, zei Pierrille, toen hij haar den inhoud van
In de gisteren gehouden zitting der Rotterdamsche
Arrondissements-rechtbank werd o. a. veroordeeld
W. N., oud 29 jaar, bakker wonende te Gouda,
wegens diefstal van een paar schoenen, tot 2 maan
den gevangenisstraf.
Voorts stond terecht G. 8. oud 14 jaar, slagers
jongen, en W. B., oud 19 jaar, arbeider, wegens
diefstal van een flesch met hoest-tabletten op 4 No
vember te Gonda gepleegd ten nadeele van vrouw
Ouwel.
Eisch voor ieder dor beklaagden 3 maanden ge-
Uitspraak over 8 dagen.
Het «Sociaal Weekbl.* brengt den minister Ber-
gansius eene betuiging van hulde over zijne houding
tegenover hetgeen er woelt en kookt in de gemoe
deren van de leiders zyner r.-katholieke landge-
nooten.
«Hoe fel de broederstryd tusschen deze laatsten
wezen moge, hierover zijn zy het eens, dat de per
soonlijke dienstplicht moet worden geweerd, als het
Inaar even mogelijk is zonder nog hooger belangen
te schaden. Of lieverde strijd is ontbrand^hierom,
dat het eene smaldeel geen hooger belang schijnt te
kennen, hetwelk door het uiteenspatten van het
verbond met de anti-revolutionairen zou worden
geschaad, terwijl het andere zoover niet gaat, maar
toch ook den persoonlijken dienstplicht uit den booze
acht. In dit opzicht staat, hoe zonderling het
schijne, gansch het r.-katholieke Nederland, dat zijn
stem laat hooren, schouder aan schouder. En nu
is het juist een r.-katholiek minister niet een
katholiek in naam slechts, maar een erkend zeer
getrouw zoon der kerk*die van den boozen toe
leg de hoofdschuldige en daarvoor boven allen ver
antwoordelijk is.
Men verplaatse zich in zijn positie, bedenke wat
.hij natuurlijk meer nog achter de schermen, dan
in het openbaar over zijn euveldaad te hooren
krijgt, en geve dan antwoord op de vraag, of zijn