Buitenlandse!) Overzicht.
tending Tan een hoogen commissaris of een commissie,
was liet onduidelijk, wat goedé men dan van de
aanneming dezer motie verwachtte.
Uit de discussie releveeren wij nog, dat de heer
Vermeulen van de gelegenheid gebruik maakte om
namens de dissideerende katholieke fractie den ka
binetsformeerder den oorlog te verklaren en dat de
heer Lieftinck zeer snedig de juiète vraag stelde
waarom een man van het karakter en de antecedenten
van den heer Lohroan te benoemen tot gouverneur
van de West? Vermakelylf was de wijze, waarop
hy 's mans doopceel liehtte. Nog was het merk
waardig te zien, hoe de minister van koloniën in
zijne verdediging van den gonverneur steeds verder
ging en zoo heftig word, dat hij aan zijne reputatie
van kalm en bezadigd" staatsman ontrouw werd.
Ten slotte werd de motie-Van Dedem afgestemd
met 67 tegen 18 stemmen.
Bij het overwegend politiek debat bleven andere
Surinaamsche belangen buiten sprake. De vraag van
den beer Yeegens, hoe het nu stond met de grens
regeling, had de verklaring ten gevolge, dat de Czaar
«ich met de arbritage bezighoudt, maar dat nog
niet bekend was, of de status quo was hersteld. Geen
wonder, dat een bitter woord over de wijze, waarop
wij met ons hebben laten sollen, nfet kon uitblijven.
De Surinaamsche begrooting werd zonder stem
ming aangenomen.
Bij de posten voor Curasao bracht de heer Van
Kerkwijk het belang eener verbetoring van het munt
wezen ter sprake, waarbij hij zich althans in eenige
tegemoetkoming van ministerieels zijde kon ver
heugen.
Ten slotte werd do begrooting aangenomen met
57 tegen 29 stemmen. Onder do tegenstemmers
waren 2L liberalen en 8 katholieken, tot welke de
heeren Haffmans en Van der Schrieck niet behoorden.
De liberalen, die voor het hoofdstuk stemden, waren
ongetwijfeld van oordeel, dat het thaus niet het oogen-
blik was een crisis uil te lokken, die door katho
lieke hulp geboren, slechts verwarring kon baren.
Onverzwakt vertrouwen in het koloniaal beleid koes
terden zij zeker niet.
Heden de Gongo-interpellatie.
Een medewerker van de «Kölnische Zeitung" is
op de gedachte gekomen uit te rekenen, hoeveel
kracht verbruikt wordt bij pianospelen. Om een
toet9 geheel naar beneden te drukken was bij de
piano van den waarnemer, een gewicht van 1X0 gram
noodigom die toets den zwak3ten toon te doen
voortbrengen («ppp leggiero") gebruikt de piano
speler dus een kracht van 110 gram. Om te vinden
hoeveel kracht het voortbrengen van een sterkeren
toon vereischte, gebruikte de proefnemer een veer-
weegschaal, op welke hij herhaaldelijk dezelfde druk
king uitoefende als bij bet sterk aanslaan der toetsen.
Verder stelde hij ook het gewicht der tusschenlig-
gende tonen vast. Bij bet onderzoek naar de voor
akkoorden benoodigde kracht deed zich het opmer
kelijke verschijnsel voor, dat die kracht geringer
was dan de som dor voor afzonderlijke tonen be
noodigde drukkingen, dat b. v. als voor een afzon
derleken toon 2000 gram gebruikt moet worden,
een akkoord van 4 tonen geen 8000, maar slechts
5 tot 6000 gram noodig heett.
Na het onderzoek werd door onzen cijferaar de
volgende schaal opgemaakt, in ronde getallen uit
drukkende het gewioht, dat voor het teweegbrengen
van verschillende tonen en akkoorden noodig is
a. Enkele tonen.
I. Licht gespeeld. II. Met uitdrukking.
Speel wy ze.
ppp100 gr. 200 gr.
pp200 11 400 h
p300 600 h
mf.600 1200
f.1000 2000
ff.1500 3000 n
b. Samenklanken.
ppp500 gr. 1000 gr.
pp900 1800
p1400 u 2400
mf.2000 4000
f. 3000 6000
ff4000 8000
Past men deze schaal toe b. v. op de finale der
B-raoll Sonate van Chopin, die, met uitzondering
van 2 fortissimo's aan het einde, zeer zacht gespeeld
moet worden, dan moet dus rubr. A II ppp. wor
den toegepast en verkrggt men, daar elke hand
juist 900 keer eon toets aanslaat, de becijfering
2 X 200 X 900 gr* 360,000. Daarbij komt een
ff slag met eene hand en een anderen met twee
handen 3 X 8000 gr. Een crescendo maakt
een meerder krachtverbruik noodig van 4000 gram,
zoodat een pianospeler, die dit gedeelte van bet
muziekstuk, dat iu 1' minuut kan worden gespeeld,
uitvoert, een krachtsverbruik van 388 kilogr. vor
dert. Bij een zwaarder stuk is volgens een gelijk
soortige berekening niet minder dan 3130 kilogram
noodigEn die kracht moet in 2 minuten 5 sec.
worden aangewend.
Zit een Rubinstein of Carenno aan hot klavier,
dan kan men deze cijfers nog ten minste met
vermeerderen. Wie aan de juistheid dezer cijfers
twijfelt, hoeft van den waarnemer verlof ze na te
rekenen.
In het Sociaal Weekblad vestigt mejuffrouw H.
Mercier de aaudacht op een artikel van prins Kro-
potkine over do taak der machine. Wy ontleenen
daaraan de volgende beschrijving eener Fransche
model-fabriek, die slechts éen fout heeft, nl. haar
doel, want zy vervaardigt kanonnen.
Zy beslaat twintig hectaren lands; over vijftien
hectaren zyn de gebouwen met glas bedekt. Er
worden stalen staven gesmeed, die tot twintig Jpn
wegen. Staat men op dertig pas afstauds van een
reusachtig fornuis, waarin de vlammen een tempera
tuur hebben van meer dan 1000 graden, dan er
vaart men die eerst, wanneer de reuzonmuii ran het
fornuis zich opent om een monster naar buiten te
werpen. Dit gevaarte wordt weggeleid door drie of
vier arbeiders, die daartoe, nu hier dan daar, een
kraan openen, welke door het samendrukken van
water in pypen wipplanken in beweging brengen.
Binnentredende, bereidt men zich voor op het
oorverdoovend geraas vau stoomhamers, die op yzer
slaan. Men ziet ronder zijn geen stoomha
mers de monsters wordeu door waterdruk gesmeed,
en de werkman heeft alweder niets te doen dan een
kraan te openen, om het gevaarte saam te persen
en om te wentelen.
Men denkt een helsch rumoer van knarsende ra
deren te zullen hooren, en men ziet machines, die
i blokken staal van tien meter lengte doorsnijden, zon
der meer geraas te maken dan noodig ia om kaas
Toen ik myn bewondering hierover uitte, kreeg
ik ten antwoord: Ooh, dat is eenvoudig een zui
nigheidsmaatregel. Die machine daar, die het staal
glad schaaft, hebben wy twee-en-veertig jaren ge
bruikt. Maar wij zoudou er geen tien jaren wil van
hebben gehad, indien de deelen zóó slecht in elkaar
hadden gesloten, of zóó onsterk waren geweest, dat
zij by elke beweging piepend en knarsend tegen
elkander stootten.
Hoogovens P Wel, de warmte te doen uitstralen
zonder baar te gebruiken, dat dient nergens toe.
Waarom zouden wij de werklieden roosteren, als wy
die warmte zelf kunnen gebruiken?
Stoomhamers, die vijf mijlen in het rond de hui
zen doen schudden Dat zijn dingen uit de oude
doos. Men smeedt vry wat beier door persen dAn
door slaan, en het is bovendien goedkooper, er is
minder krachtverlies bij.
Het licht De reinheid (er was een steenen
vloer, waarvan men pap had kunnen eten). Alweer
niet anders dau een maatregel tot bezuiniging.
't Is waar, voegde myn zegsman er by, voordat
wy ons hier installeerden, hadden wij hot erg be
krompen Dat komt, doordat de grond rondom de
steden zoo schrikkelijk duur is. Do heeren land
eigenaren zijn zoo schromelijk inhalig.
Met de mijnen, gaat Kropotkine voort, is het
hetze1 fdw geval. Iedereen weet ongeveer wat heden
ten dage een mijn is. Welnu, de mijn der toekomst,
dat is de goed geventiloerde myn, waar een tempe
ratuur heerscht, even gematigd als die van een
studeervertrek, on waarin men geen paarden vindt,
veroordeeld om onder den grond te stervendat is
de mijn, waar geen ontploffing kan plaats hebben,
zoolang de ventilators in werking zijn. En deze
mijn is gebn phantasie meer; men treft haar reeds
in Engeland aan, ik heb er een bezocht. Ook hier
weer is het een bezuinigingsmaatregel. Uit dusdanige
mijn toch wordt, al is zy ook 450 meter diep, door
200 arbeiders 1000 ton per dag gedolventerwijl
uit al de gewone mijneu in Engeland te zamen ge
nomen éón mijnwerker gemiddeld slechts 300 ton
per jaar delft.
Kropotkine meent nog een of twee industrieele
ondernemingen te kunnen noemen, die, wat haar
malerieele inrichting betreft, mede ten bewijze strek
ken, dat Fourier's droombeeld volstrokt ge3n droom
beeld is geweest; dat de fabriek, de mijn, de werk
plaats eveu gezond en aantrekkelijk kunnen zyn als
de beste laboratoria der moderne universiteiten. En
daar het een niet te weerspreken feit is, dat, naar
mate de werkplaats beter wordt ingericht, de men-
schelijke arbeid productiever wordt, lijdt het voor
hem geen twyfel, dat, wat uitzondering is op heden,
regel zal zijn op den dag van morgen.
Te Londen, zijn thans uitvoeriger berichten ont
vangen over het gebeurde met de üamoa. Den lOen
Dec, verliet deze boot Hongkong met bestemming
naar Canton, met 5 kajuits-passagiers en 220 tusschen-
dekspassagiers, Chineesche emigranten, die na in de
Straits eenig gold oververdiend te hebben, naar hun
geboorteland terugkeerden. Te 8 uur in den morgen
vertrokken, was men 's middags te kwart over een
uur ter hoogte van het eilsnd Ping Hoi, toen eens
klaps een gedeelte der Chineesche passagiers, om
streeks 40 of 50 man op het dek verschenen, niet
Bemoefj^ met wat je aangaat, jy
Ik bemoei me met al wat ik wil
Jeantoux, zeide Miilette, terwijl zij trachtte zich
een houding van gewicht te geven, je bent een vech
tersbaas en een akelige jongen. Pierrille miszegt
niets. Zoek dus geen ruzie met hem. Ik weet dat
je niet bang bent uitgevallen en dat je altijd klaar
staat om te gaan vechten, maar ik waarschuw je,
dat als je daarom hierheen bent gekomen, zal ik
het aan mijnheer Plumardie, je meester, zeggen en
die zal wel weten hoe hij 'tje moet afleeren!
Ik zal het hem wel zelf afleeren, dien weerwolf!
riep Pierrille uit, terwijl Jeantoux hem nijdig aan
keek. Hij moet niet denken dat ik bang voor hem
ben, omdat hij vijftien jaar is en ik nog maar twaalf
jaar oud ben.
Kijk me soo'n reus! zei Jeantoux, de armen
over de borst kruisend.
Pierrille! riep Miilette uit, terwijl ze zich voer
den jongen plaatste, die plotseling bleek was gewor
den. Pierrille!
Laat me begaan, zei hy. Ik wil hem te woord
staan, dien daar.
Pas op als je een stap nader komt, zeide J ean-
toux, terwijl hij zich bukte
Pierrille was reeds vooruit gevlogen met opgeheven
hand en van toorn fonkelende oogen.
Toen deed Jeantoux een pas achteruit en wierp]
Pierrille een grooten keisteen, dien hij had opgeraapt, 1
in het gelaat.
De arme Pierrille gaf een schreeuw. Hij bracht
de hand aan het voorhoofd en wankelde.
Miilette stond reeds naast hem. Zij wilde hem in
hare armpjes opvangen, maar daarvoor was zij niet
sterk genoeg. Pierrille viel languit op het gras. Hy
zag bleek als een doode eu uit de wond* aan zijn
voorhoofd vloot een straal bloed.
Jeantoux was bang. Hij werd eensklaps even bleek
als Pierrille, en terwijl het kleine meisje niet van
hare plaats week naast den bewusteloozen jongen
schaapherder, zette hij het op een loopen, een Ioopen,
als werd hij door de honden achtervolgd.
De kleine Miilette begon te schreien. Wat moest
20 ^?£\nnen» alleen met haren verwonden vriend.
Zy riep Pierrille bij zijnen naam, zij kuste hem, zij
trachtte hem op te heffen en begon vervol trens te
schreeuwen, hopende dat men haar te La Queyrie
zou hooren, hoewel het op minstens viermaal een
geweerschot afstands van den vliet verwyderd lag.
Kinderen hebben een afkeer van bloed. Miilette
werd bang. Zij meende dat de arme jongen roeds
dood was en begon te beven. Maar omdat zij zoo
veel van hem hield, liet rij hem niet alleen.
Terwijl zij hem naderde en zich over hem heen
boog, hoorde zij hem zuchten. Zij doopte haar zak
doek in den vliet en bette zachtjes met hare kleine
handjes het voorhoofd van haren vriend.
Dank zij de frischheid van het water kwam Pierrille
langzamerhand tot zich zelf. Hij opende de oogen
en vestigde ze met verwondering op Miilette, die over
hem heen gebogen lag.
Arme jongen, die je bent, zeide zy. Heb je
veel pijn, Pierrille P
Hy gaf geen antwoord, waarschijnlyk omdat hy
den zin der woorden nog niet begreep.
Eenige oogenblikken later gevoelde hij zich beter.
Hij richtte zich op zijne ellebogen op en lachtte
Miilette toe.
Is hy weggeloopen Miilette, vroeg hy met een
nog zwakke stem. Heeft hy jo geen kwaad gedaan P
Oh, neen, geheel niet, antwoordde het kind;
maar jou.... die steen je hoofd
Mijn hoofd is zwaar, maar ik voel niets. Help
me, mijn kleine Miilette. We moeten naar hui»
terug, zie je. Zóó! dank jeHeb je ooit zoo'n
laagheid moer gezien, zeg?
't Is waar, het is een valschaard, die Jeantoux.
Wacht, je verband laat los. Zoo, nu zit 't weer goed.
Leun maar op me.
Oh, ik voel me weer sterk. Het boteekent niets,
't Is maar een steenworp. Je valt er van om, dat is
alles. Na vier dagen zul je er niets meer van kunnen
zien, Ahals ik hem te pakken krijg dien steenen-
gooier, dan
Hior, Pierrille, neem dezen stok om je te on
dersteunen. Goddank! dat ik je weer op de been
zie
Ik wed dat je bang waart.
Ja, om jou
Wordt vervolgd
in de kleoding die lij bij liet san boord komen
gedragen hadden, maar in een aoort uniform, niet
ongeluk aan die Chineesche soldaten.
Allen waren gewapend met rerolver en groote
sabels Voordat het scheopsvolk begreop wat het
doel van deze onverwachte verschijning was, had de
bende zich volgens een wél overlegd plan m vier
groepen geplitst, die te gelijker tijd een aanval
deden op hot salon, waar do kapitein met de passa
giers aan tafel zaten, op het officierenverblijf, op de
brug en op de maohinekamor. Zoo snel ging alles
in zijn werk, dat' weerstand onmogelijk wns, te min
der (laar de zeeroovers de voorzorg hadden genomen
alle' wapens en de ammunitie, die op het schip
waren, in beslag te nomen. Verscheidene officieren
werden gewond bij hun pogingen, om hnn aanvallers
te ontkomen, terwijl andore roovers hun revolvers
door het «allicht op den kapitein richtten en hem
gelastte boven te komen.
In gebroken üngelsoh deelde een der Chineezon
hem mede, dat zij de passagiers gingen berooven en
eerst met hem wilde afrekenen.
Kapitein Pooock sprong van tafel en ijlde naar de
deur van hot salon, maar nauwelijks had hij het
dok bereikt, of eon der zeeroovers, die aan (le deur
stond, schoot op hem. De kogel, die in de rechter
borst drong, had niet oogenblikkelijk den dood ton
Kapitein Pooock waggelde naar zijn hut, waar hij
sterveude op zijn bed neerviel, terwijl een breede
straal bloode uit de wonde vloeido, zoodat hij een
half uur later overleed.
Onderwijl zette de zeeroovers hun werk voort.
De passagiers in hot slaon waren eveneens van
tafol opgesprongen om zich in hun hutten te ver
bergen, waarin zy door kogels achtervolgd werden.
Een kajuitsjongen werd door goed gewapende
roovers omsingeld en toen gedwongen in het salon
te gaan, ten einde de passagiers te zeggeh, dat als
zy naar de groote kajuit gingen hun leven gespaard
zou worden. Aan dezen eisch werd voldaan, en
weldra waron zij in de kajuit, waar kapitein Pooook
op sterven lag. Daar werden zij opgesloten en onder
bewaking van een wacht van vier man gesteld. Do
eerst machinist, die in zyn hut zat te ttën, snelde
naar het salon, terwijl verscheidene schoten op hem
gelost werden. Hy bereikte do groote kajuit, waar
hij bij de anderen werd opgesloten. De eerste officier
verborg zich in de provisiekamer, maar ook daarin
werd geschoten, zoodat het hem onmogelijk was
daar te blyven. Hij verliet dus deze wijkplaats en
werd eveneens in de Tgroote ktyuit gestopt, waar
men alle officieren en blanke passagiers te zamen
wilde hebben.
Do tweede en derde machinist en de derde otn-
cier waren ondertusschen nog in do machinekamer
verborgen, maar ook hier werd de kajuitsjongen
door do roovers gedwongen te gaan zeggen, dat
hun, zoo zij te voorschijn kwamen, geen leed ge
schieden zou. Ook zy volgden dit hevel op en wer
den bij de anderen opgesloten, zoodat toen allen
daar verzameld waren. De deur werd daarop dicht
gespykerd en de ramen gesloten. Een wacht van
vier roovers bleef op post, van tijd tot tyd de ge
vangenen bang makende door hun sabels en de
loopen hunner revolvers door do reten der jaloezieën
te steken.
Na acht uur meester van het schip te zijd ge
weest, vertrokken de roovers, na vooraf den inland-
scben stoker den zak met 200 dollars te hebben
toegeworpen. Een kwartier nadat zij vertrokken
waren, dus 's avonds tegen half tien, gelukte hot den
passagiers uit hun benauwde gevangenis waarin zij
met het lyk van den kapitein opgesloten waren ge
weest, uit te breken.
Zoo spoedig mogelijk werd het schip toen in ge
reedheid gebracht, om naar Hong-Kong terug te
stevenen, waar de gewonden naar hot hospitaal
werden gebracht. Behalve het lijk van kapitein
Pooook, dat in de kajuit lag, werd op het dek nog
dat van den passagier Petersen gevonden. Het dek
was verder bedekt met tal van, door de roovors
weggeworpen goederen, die tot do bagage der pas-
sagiors behoorden, terwijl ovoral de sporeu van kogels
zichtbaar waren. Van de loding hebben de roovers,
hoewol er 10 kisten opium aan boord waren, niets
medegenomen. Do waarde van het geroofde wordt
op 20,000 dollars geschat. Behalve de Europeesohe
waren er nog tal van vermogende Chineesche pas
sagiers aan boord, die van 9an Francisco, de Straits
enz. huiswaarts koerden.
Prof. Pel deelt in een uitvoerig artikel in de laatste
nummers van het *,Ned. Tijdschrift voor Genees-
kunde'i de resultaten mode van de in de genees
kundige kliniek te Amsterdam met Koch's middel
gedaue proefnemingen. Het onderzoek strekt zich
- over 30 patiënten uit. Do gevolgtrekkingen, waar
toe de hoogleeraar op grond dezer eigen ervaring is
gekomen, zijn in hoofdzaak de volgendevoor eene
zoogenaamde floepende behandeling" is het middel
van Koch ten eenenmale ongeschikt, terwyl het in
de kliniek met groote bedachtzaamheid moet worden
toegepast. In Amsterdam waar steeds met zeer
kleine inspuitingen werd begonnea, kwamen gevaar
lijke accidenten in het geheel niet voor.
De reaolieverschijn8elen waren dergelijke als die
welke elders waargenomen en reeds herhaaldelijk be
schreven zijn. Prof. Pel legt echter den nadruk op
de onberekenbaarheid en het verrassonde der reactie
verschijnselen, zoowei wat hevigheid als duur be
treft. Zoo reageerden ook allo ingespoten gezonden
op het middel, sommigen zelfs hevig. Mogelijk is
hot natuurlijk, dat ook doze lieden iuberculeuse
verborgen haarden in hun lichaam bevatten. Zoo
niet, dan wordt de waarde der vloeistof van Koch
als diagnosticum voor tuberculose op bedenkelijke
wijze geschokt.
Tooh blijft de ontdekking uit een wetenschap
pelijk oogpunt hoogst merkwaardig, wijl het middel
verborgen tuberculeuso haarden opspoort, wier be
staan te voren onbekend was.
De praotisohe resultaten staan helaas nog niet op
ééne lijn met do wetenschappelijke vondsten. Bij
goen enkelen der lijders aan longtering kon tot dus
verre noemenswaardige verbetering worden opge
merkt. Van de lyders aan keeltering daarentegen
bleven drie in stationairen toestand j bij twee werd
eene zeer aanmerkelijke verbetering vastgesteld; in
het eene geval echter is deze meer too te schrijven
aan bet verblijf en de verzorging in het gasthuis
dan aan hot middel van Koch.
Zijn dus de praotisohe resultaten nog weinig be
vredigend, zoo meent prof. Pel, dat toch het bewijs
geleverd is, dat deze wetenschappelijke ontdekking
eenmaal het uitgangspunt eener gansche andero, eener
specifieke behandeling onzor zieken kan worden.
Dook eveneens was diep te betrouren, dat de geniale
onderzoeker zich heeft laten bewegen, zijne ontdek
king nu reeds, dus ontijdig, bekend te maken. Thans
gelijkt zij op eene edole doch onrijpe vrucht, wier
kern wellicht gezond is, doch wier ondoordringbare
bast overal van scherpe dorens is voorzien en iedere
onvoorzichtige, die haar onbehoedzaamnadert, op
gevoelige wijze kwetst. In gelijke mate is het te
bejammeren, dat de polilieke bladen met schier
koortsachtige gejaagdheid het publiek, dat altijd in
zijne oordeelvelling buiten de maat gaat met de on
derzoekingen van Koch hebben bekend gemaakt.
Hierdoor zijn in alle kringen verwachtingen gewekt,
die nimmer zullen kunnen worden verwezenlijkt en
tot grievende teleurstellingen aauleiding zullen geven."
Ten slotte de vraagis het zaak thans aan tering
lijders den raad te geven zich volgens de methode
van Kooh te laten behandelen
AntwoordTot dusverre niet. In dubiis abstme.
Aan de betooging te Brussel ten gunste van de
grondwet-herziening namen naar schatting 4000 per
sonen deel. Voorafgegaan door eon afdeeling politie
agenten, trok de stoet door de voornaamste straten,
zonder dat er iets bijzonders voorviel. In don stoet
droegen teleu schilden mot opschriften //Vive la
Revision."
Om kwartier over zes kwam de stoet bij het stad
huis. Hot bestuur dei «Association libérale" over
handigde daar het adres aan 16 liberale Kamer
leden, uit Brussel en de provincie, die zich daar
hadden vereenigd om do deputatie te ontvangen.
Burgemeester Buis betuigde zijn dank aan de
betooger8 voor do kalmte, welke zij hadden in acht
genomen en beloofde dat hy het adres aan den
voorzitter der Kamer zou overhandigen. De heor
Buis eindigde met de verklaring, dat grondwether
ziening noodig is en ook tot stand zal somen.
De deputatie, die het adres had overhandigd, ver
trok toen, met een«Lev$ de herziening. De
orde werd niet gestoord. Het geheele garnizoen
was in de kazerne geconsigneerd.
Het wetsontwerp betreffende de «Sperrgelder (de
16,000,000 mark, welke wegens het inhouden van
bezoldigingen van weerspannige geestelijken en de
uitkeeringen aan de Katholieke Kerk tijdens den
„Culturkampf" door de Pruisische regoermg zyn
bespaard) is door de regeering bij don Landdag
ingediend. De regeering stelt voor, het geheele
kapitaal ter beschikking te stellen van die diocesen,
welke door gemis hunner uitkeeringen tot vorming
*an dit fonds hebben bijgedragen. Aan het hoofd
van elke diocese wordt opgedragen aan alle instel
lingen en personen, welke aanspraken kunnen doen
gelden, het hun toekomende bedrag uit te keeren.
De beslissing over deze aanspraken berust in hoogste
ressort bij een commi sie, bestaande uit drie geeste
lijken, twee rechters en drie leeken, die geen staats
betrekking bekleedeu.
Hetgoen na de uitkeering
stelling nog overblijft.
van deze schadeloos-
wordt door de hoofden der
diocesen besteed tot het ondersteunen van gemeenten
als deze kerken willen bonwen of herstellen en tot
andere, uitsluitend tot ondersteuning der kerk die
nende, doeleinden.
Het hoofd van elke diocese is verplicht den mi
nister van eeredienst verantwoording af te leggen van
de wijze, waarop hot geld is besteed.
Morgen hervat het Britsohe parlement zijn werk
zaamheden. Indien vóór dien dag de Parnell-crisis
niet eindelijk haar beslag heeft gekregeu, staat het
te vreezen, dat de belangstelling dor leden voor de
te behandelen onderwerpen niet grooter zal zyn dan
de laatste dagen vóór de Kerstvacantie. De geheele
politieke toestand wordt nog steeds beheerscht door
do tweedracht binnen de Iersche partij. Zal Par-
nell eindelijk besluiten goedschiks de leiding neer
te leggen of den strijd tot het uiterste voeren,
deze vragen wisselen af met de anderehoe staat
het met «Home Rule?" Mr. Chamberlain zegt:
«Home Rule is zoo dood als koningin Anna", terwijl
lord Derby verklaart: «Home Rule is niet dood,
geloof het toch niet." Daar beiden tot do unionis
tische party bohoorsn en alzoo aeti-Home Rulers zijn,
kenschetst hun uiteenloopend gevoelen krachtiger
dan iets anders de onzekerheid van de Iersche zaak.
Verklaarbaar is het, dat onder deze omstandighe
den de verkiezing te Harlepool de partijen in ze
nuwachtige spanning houdt. Do uiterste krachts
inspanning wordt van beide kanten aangewend om
zich een overwinning te waarborgen. Maar ook
hier heerscht onzekerheid. Terwijl de unionisten
voor hun candidaat op een meerderheid van 1200
stemmen rekenen, vleien de liberalen zich met de
hoop, dat zij, mot 500 stemmen meerderheid zullen
zegevieren.
Zoo kort vóór de heropening van hot parlement
kabbelen de beokjes der politieke welsprekendheid
met vroolijken moed. De een spreekt, de ander
schrijft, sir William Harcourt gaf aan het laatste
de voorkeur, Chamberlain redevoerde to Birmingham,
Trevelyan te Hartlepool, lord Derby te Manchester,
John Morley weder elders en zoo zouden wij nog
een geheele reeks sprekers bij deze enkelen kunnen
voegen. Ieder bekijkt daarbij op zijn manier den
stand van zaken en acht hem gunstig of ongunstig
naar gelang van politieke overtuiging.
In de Fransche Kamer is de strijd over de han-
delsstaatkunde begonnen.
De heer Bourgeois, de republikeinsche afgevaar
digde uit de Jura, interpelleerde den minister van
buitenlandscho zaken eu vroeg of het waar is, wat
men zegt, dat de regeering niet voornemens is de
handelstractaten, die op den voet der "meest begun
stigde natie" gesloten zijn, op te zeggen. Zijns in
ziens moeten alle tractaten worden opgezegd en mo
gen alleen aan die mogendheden voordeden worden
toegestaan, welke deze zelf geven. Zeer verkeerd
achtte de heer Bourgeois het b. v. dat Rusland dat
voor 240.000.000 fr. in Frankrijk invoert en slechts
voor 10.000.000 francs ontvangt, voortaan op den
voet der meest begunstigde natie zou behandeld wor
den.
De heer Ribot antwoordde, dat de handelstractaten
met België, Zwitserland, Spanje, Nederland, Zweden
en Portugal roeds zijn opgezegd, maar toch zal het
mogelijke beproefd worden om de handelsbetrekkin
gen met deze staten te regelen, vooral met België.
Zwitserland en Spanje, die aan Frankrijk grenzen.
Opzegging van de tractaten met Rusland en Oos
tenrijk, die graan en ruwe producten invoeren is
van goen belang en zelfs zou het nadeelig zijn de
tractaten met Mexico en China op te zeggen, omdat
Frankrijk dwarvan voordeel trekt. Derhalve bleef
de regeering de vrijheid eischen om, zoo zij dit
noodig acht, de bekende clausule der meest begun
stigde natie te mogen handhaven.
De heer Bourgeois was echter nog niet overtuigd
en stelde een motie voor, waarbij de regoering Wordt
uitgenoodigd alle handelstracten zonder onderscheid
op te zeggen. De heer Peytral trad als bemiddelaar
cp en wilde eenvoudig overgaan tot de orde van don
dag, maar de heer Ribot wilde een beslissing heb
ben over het heginsel. Aldus werd gestemd over
het voorstei-Bourgeois, dat met 471 tegen 64 stem
men werd verworpen. Hiermedo was men echter
nog niet tevreden. Met 458 tegen 11 stemmen
werd daarna nog een ander voorstel aangonomen,
luidende«De Kamer vereenigt zich met de ver
klaring der regeering en keurt het goed, dat Frank
rijk meester blijve over het tarief van invoerrechten."
Duidelijker verklaring kon de heer Ribot niet
weuschen, zoodat de regeering alle reden heeft om
over dit begin van den strijd tevreden te zijn.
Het grootste gedeelte van de vloot van Chili, een
8-tal groote oorlogsschepen, heeft zich bij de revo
lutie aangesloten, terwijl 4 groote oorlogsschepen en
8 torpedo's aan den President trouw bleven. Twee
schepen zijn in de straat Magellaan gestationeerd,
om drie nieuwe oorlogsschepen, die uit Europa wor
den aangevoerd, op te wachten en voor de Regee-