Buitenlandse!) Overzicht. tending Tan een hoogen commissaris of een commissie, was liet onduidelijk, wat goedé men dan van de aanneming dezer motie verwachtte. Uit de discussie releveeren wij nog, dat de heer Vermeulen van de gelegenheid gebruik maakte om namens de dissideerende katholieke fractie den ka binetsformeerder den oorlog te verklaren en dat de heer Lieftinck zeer snedig de juiète vraag stelde waarom een man van het karakter en de antecedenten van den heer Lohroan te benoemen tot gouverneur van de West? Vermakelylf was de wijze, waarop hy 's mans doopceel liehtte. Nog was het merk waardig te zien, hoe de minister van koloniën in zijne verdediging van den gonverneur steeds verder ging en zoo heftig word, dat hij aan zijne reputatie van kalm en bezadigd" staatsman ontrouw werd. Ten slotte werd de motie-Van Dedem afgestemd met 67 tegen 18 stemmen. Bij het overwegend politiek debat bleven andere Surinaamsche belangen buiten sprake. De vraag van den beer Yeegens, hoe het nu stond met de grens regeling, had de verklaring ten gevolge, dat de Czaar «ich met de arbritage bezighoudt, maar dat nog niet bekend was, of de status quo was hersteld. Geen wonder, dat een bitter woord over de wijze, waarop wij met ons hebben laten sollen, nfet kon uitblijven. De Surinaamsche begrooting werd zonder stem ming aangenomen. Bij de posten voor Curasao bracht de heer Van Kerkwijk het belang eener verbetoring van het munt wezen ter sprake, waarbij hij zich althans in eenige tegemoetkoming van ministerieels zijde kon ver heugen. Ten slotte werd do begrooting aangenomen met 57 tegen 29 stemmen. Onder do tegenstemmers waren 2L liberalen en 8 katholieken, tot welke de heeren Haffmans en Van der Schrieck niet behoorden. De liberalen, die voor het hoofdstuk stemden, waren ongetwijfeld van oordeel, dat het thaus niet het oogen- blik was een crisis uil te lokken, die door katho lieke hulp geboren, slechts verwarring kon baren. Onverzwakt vertrouwen in het koloniaal beleid koes terden zij zeker niet. Heden de Gongo-interpellatie. Een medewerker van de «Kölnische Zeitung" is op de gedachte gekomen uit te rekenen, hoeveel kracht verbruikt wordt bij pianospelen. Om een toet9 geheel naar beneden te drukken was bij de piano van den waarnemer, een gewicht van 1X0 gram noodigom die toets den zwak3ten toon te doen voortbrengen («ppp leggiero") gebruikt de piano speler dus een kracht van 110 gram. Om te vinden hoeveel kracht het voortbrengen van een sterkeren toon vereischte, gebruikte de proefnemer een veer- weegschaal, op welke hij herhaaldelijk dezelfde druk king uitoefende als bij bet sterk aanslaan der toetsen. Verder stelde hij ook het gewicht der tusschenlig- gende tonen vast. Bij bet onderzoek naar de voor akkoorden benoodigde kracht deed zich het opmer kelijke verschijnsel voor, dat die kracht geringer was dan de som dor voor afzonderlijke tonen be noodigde drukkingen, dat b. v. als voor een afzon derleken toon 2000 gram gebruikt moet worden, een akkoord van 4 tonen geen 8000, maar slechts 5 tot 6000 gram noodig heett. Na het onderzoek werd door onzen cijferaar de volgende schaal opgemaakt, in ronde getallen uit drukkende het gewioht, dat voor het teweegbrengen van verschillende tonen en akkoorden noodig is a. Enkele tonen. I. Licht gespeeld. II. Met uitdrukking. Speel wy ze. ppp100 gr. 200 gr. pp200 11 400 h p300 600 h mf.600 1200 f.1000 2000 ff.1500 3000 n b. Samenklanken. ppp500 gr. 1000 gr. pp900 1800 p1400 u 2400 mf.2000 4000 f. 3000 6000 ff4000 8000 Past men deze schaal toe b. v. op de finale der B-raoll Sonate van Chopin, die, met uitzondering van 2 fortissimo's aan het einde, zeer zacht gespeeld moet worden, dan moet dus rubr. A II ppp. wor den toegepast en verkrggt men, daar elke hand juist 900 keer eon toets aanslaat, de becijfering 2 X 200 X 900 gr* 360,000. Daarbij komt een ff slag met eene hand en een anderen met twee handen 3 X 8000 gr. Een crescendo maakt een meerder krachtverbruik noodig van 4000 gram, zoodat een pianospeler, die dit gedeelte van bet muziekstuk, dat iu 1' minuut kan worden gespeeld, uitvoert, een krachtsverbruik van 388 kilogr. vor dert. Bij een zwaarder stuk is volgens een gelijk soortige berekening niet minder dan 3130 kilogram noodigEn die kracht moet in 2 minuten 5 sec. worden aangewend. Zit een Rubinstein of Carenno aan hot klavier, dan kan men deze cijfers nog ten minste met vermeerderen. Wie aan de juistheid dezer cijfers twijfelt, hoeft van den waarnemer verlof ze na te rekenen. In het Sociaal Weekblad vestigt mejuffrouw H. Mercier de aaudacht op een artikel van prins Kro- potkine over do taak der machine. Wy ontleenen daaraan de volgende beschrijving eener Fransche model-fabriek, die slechts éen fout heeft, nl. haar doel, want zy vervaardigt kanonnen. Zy beslaat twintig hectaren lands; over vijftien hectaren zyn de gebouwen met glas bedekt. Er worden stalen staven gesmeed, die tot twintig Jpn wegen. Staat men op dertig pas afstauds van een reusachtig fornuis, waarin de vlammen een tempera tuur hebben van meer dan 1000 graden, dan er vaart men die eerst, wanneer de reuzonmuii ran het fornuis zich opent om een monster naar buiten te werpen. Dit gevaarte wordt weggeleid door drie of vier arbeiders, die daartoe, nu hier dan daar, een kraan openen, welke door het samendrukken van water in pypen wipplanken in beweging brengen. Binnentredende, bereidt men zich voor op het oorverdoovend geraas vau stoomhamers, die op yzer slaan. Men ziet ronder zijn geen stoomha mers de monsters wordeu door waterdruk gesmeed, en de werkman heeft alweder niets te doen dan een kraan te openen, om het gevaarte saam te persen en om te wentelen. Men denkt een helsch rumoer van knarsende ra deren te zullen hooren, en men ziet machines, die i blokken staal van tien meter lengte doorsnijden, zon der meer geraas te maken dan noodig ia om kaas Toen ik myn bewondering hierover uitte, kreeg ik ten antwoord: Ooh, dat is eenvoudig een zui nigheidsmaatregel. Die machine daar, die het staal glad schaaft, hebben wy twee-en-veertig jaren ge bruikt. Maar wij zoudou er geen tien jaren wil van hebben gehad, indien de deelen zóó slecht in elkaar hadden gesloten, of zóó onsterk waren geweest, dat zij by elke beweging piepend en knarsend tegen elkander stootten. Hoogovens P Wel, de warmte te doen uitstralen zonder baar te gebruiken, dat dient nergens toe. Waarom zouden wij de werklieden roosteren, als wy die warmte zelf kunnen gebruiken? Stoomhamers, die vijf mijlen in het rond de hui zen doen schudden Dat zijn dingen uit de oude doos. Men smeedt vry wat beier door persen dAn door slaan, en het is bovendien goedkooper, er is minder krachtverlies bij. Het licht De reinheid (er was een steenen vloer, waarvan men pap had kunnen eten). Alweer niet anders dau een maatregel tot bezuiniging. 't Is waar, voegde myn zegsman er by, voordat wy ons hier installeerden, hadden wij hot erg be krompen Dat komt, doordat de grond rondom de steden zoo schrikkelijk duur is. Do heeren land eigenaren zijn zoo schromelijk inhalig. Met de mijnen, gaat Kropotkine voort, is het hetze1 fdw geval. Iedereen weet ongeveer wat heden ten dage een mijn is. Welnu, de mijn der toekomst, dat is de goed geventiloerde myn, waar een tempe ratuur heerscht, even gematigd als die van een studeervertrek, on waarin men geen paarden vindt, veroordeeld om onder den grond te stervendat is de mijn, waar geen ontploffing kan plaats hebben, zoolang de ventilators in werking zijn. En deze mijn is gebn phantasie meer; men treft haar reeds in Engeland aan, ik heb er een bezocht. Ook hier weer is het een bezuinigingsmaatregel. Uit dusdanige mijn toch wordt, al is zy ook 450 meter diep, door 200 arbeiders 1000 ton per dag gedolventerwijl uit al de gewone mijneu in Engeland te zamen ge nomen éón mijnwerker gemiddeld slechts 300 ton per jaar delft. Kropotkine meent nog een of twee industrieele ondernemingen te kunnen noemen, die, wat haar malerieele inrichting betreft, mede ten bewijze strek ken, dat Fourier's droombeeld volstrokt ge3n droom beeld is geweest; dat de fabriek, de mijn, de werk plaats eveu gezond en aantrekkelijk kunnen zyn als de beste laboratoria der moderne universiteiten. En daar het een niet te weerspreken feit is, dat, naar mate de werkplaats beter wordt ingericht, de men- schelijke arbeid productiever wordt, lijdt het voor hem geen twyfel, dat, wat uitzondering is op heden, regel zal zijn op den dag van morgen. Te Londen, zijn thans uitvoeriger berichten ont vangen over het gebeurde met de üamoa. Den lOen Dec, verliet deze boot Hongkong met bestemming naar Canton, met 5 kajuits-passagiers en 220 tusschen- dekspassagiers, Chineesche emigranten, die na in de Straits eenig gold oververdiend te hebben, naar hun geboorteland terugkeerden. Te 8 uur in den morgen vertrokken, was men 's middags te kwart over een uur ter hoogte van het eilsnd Ping Hoi, toen eens klaps een gedeelte der Chineesche passagiers, om streeks 40 of 50 man op het dek verschenen, niet Bemoefj^ met wat je aangaat, jy Ik bemoei me met al wat ik wil Jeantoux, zeide Miilette, terwijl zij trachtte zich een houding van gewicht te geven, je bent een vech tersbaas en een akelige jongen. Pierrille miszegt niets. Zoek dus geen ruzie met hem. Ik weet dat je niet bang bent uitgevallen en dat je altijd klaar staat om te gaan vechten, maar ik waarschuw je, dat als je daarom hierheen bent gekomen, zal ik het aan mijnheer Plumardie, je meester, zeggen en die zal wel weten hoe hij 'tje moet afleeren! Ik zal het hem wel zelf afleeren, dien weerwolf! riep Pierrille uit, terwijl Jeantoux hem nijdig aan keek. Hij moet niet denken dat ik bang voor hem ben, omdat hij vijftien jaar is en ik nog maar twaalf jaar oud ben. Kijk me soo'n reus! zei Jeantoux, de armen over de borst kruisend. Pierrille! riep Miilette uit, terwijl ze zich voer den jongen plaatste, die plotseling bleek was gewor den. Pierrille! Laat me begaan, zei hy. Ik wil hem te woord staan, dien daar. Pas op als je een stap nader komt, zeide J ean- toux, terwijl hij zich bukte Pierrille was reeds vooruit gevlogen met opgeheven hand en van toorn fonkelende oogen. Toen deed Jeantoux een pas achteruit en wierp] Pierrille een grooten keisteen, dien hij had opgeraapt, 1 in het gelaat. De arme Pierrille gaf een schreeuw. Hij bracht de hand aan het voorhoofd en wankelde. Miilette stond reeds naast hem. Zij wilde hem in hare armpjes opvangen, maar daarvoor was zij niet sterk genoeg. Pierrille viel languit op het gras. Hy zag bleek als een doode eu uit de wond* aan zijn voorhoofd vloot een straal bloed. Jeantoux was bang. Hij werd eensklaps even bleek als Pierrille, en terwijl het kleine meisje niet van hare plaats week naast den bewusteloozen jongen schaapherder, zette hij het op een loopen, een Ioopen, als werd hij door de honden achtervolgd. De kleine Miilette begon te schreien. Wat moest 20 ^?£\nnen» alleen met haren verwonden vriend. Zy riep Pierrille bij zijnen naam, zij kuste hem, zij trachtte hem op te heffen en begon vervol trens te schreeuwen, hopende dat men haar te La Queyrie zou hooren, hoewel het op minstens viermaal een geweerschot afstands van den vliet verwyderd lag. Kinderen hebben een afkeer van bloed. Miilette werd bang. Zij meende dat de arme jongen roeds dood was en begon te beven. Maar omdat zij zoo veel van hem hield, liet rij hem niet alleen. Terwijl zij hem naderde en zich over hem heen boog, hoorde zij hem zuchten. Zij doopte haar zak doek in den vliet en bette zachtjes met hare kleine handjes het voorhoofd van haren vriend. Dank zij de frischheid van het water kwam Pierrille langzamerhand tot zich zelf. Hij opende de oogen en vestigde ze met verwondering op Miilette, die over hem heen gebogen lag. Arme jongen, die je bent, zeide zy. Heb je veel pijn, Pierrille P Hy gaf geen antwoord, waarschijnlyk omdat hy den zin der woorden nog niet begreep. Eenige oogenblikken later gevoelde hij zich beter. Hij richtte zich op zijne ellebogen op en lachtte Miilette toe. Is hy weggeloopen Miilette, vroeg hy met een nog zwakke stem. Heeft hy jo geen kwaad gedaan P Oh, neen, geheel niet, antwoordde het kind; maar jou.... die steen je hoofd Mijn hoofd is zwaar, maar ik voel niets. Help me, mijn kleine Miilette. We moeten naar hui» terug, zie je. Zóó! dank jeHeb je ooit zoo'n laagheid moer gezien, zeg? 't Is waar, het is een valschaard, die Jeantoux. Wacht, je verband laat los. Zoo, nu zit 't weer goed. Leun maar op me. Oh, ik voel me weer sterk. Het boteekent niets, 't Is maar een steenworp. Je valt er van om, dat is alles. Na vier dagen zul je er niets meer van kunnen zien, Ahals ik hem te pakken krijg dien steenen- gooier, dan Hior, Pierrille, neem dezen stok om je te on dersteunen. Goddank! dat ik je weer op de been zie Ik wed dat je bang waart. Ja, om jou Wordt vervolgd in de kleoding die lij bij liet san boord komen gedragen hadden, maar in een aoort uniform, niet ongeluk aan die Chineesche soldaten. Allen waren gewapend met rerolver en groote sabels Voordat het scheopsvolk begreop wat het doel van deze onverwachte verschijning was, had de bende zich volgens een wél overlegd plan m vier groepen geplitst, die te gelijker tijd een aanval deden op hot salon, waar do kapitein met de passa giers aan tafel zaten, op het officierenverblijf, op de brug en op de maohinekamor. Zoo snel ging alles in zijn werk, dat' weerstand onmogelijk wns, te min der (laar de zeeroovers de voorzorg hadden genomen alle' wapens en de ammunitie, die op het schip waren, in beslag te nomen. Verscheidene officieren werden gewond bij hun pogingen, om hnn aanvallers te ontkomen, terwijl andore roovers hun revolvers door het «allicht op den kapitein richtten en hem gelastte boven te komen. In gebroken üngelsoh deelde een der Chineezon hem mede, dat zij de passagiers gingen berooven en eerst met hem wilde afrekenen. Kapitein Pooock sprong van tafel en ijlde naar de deur van hot salon, maar nauwelijks had hij het dok bereikt, of eon der zeeroovers, die aan (le deur stond, schoot op hem. De kogel, die in de rechter borst drong, had niet oogenblikkelijk den dood ton Kapitein Pooock waggelde naar zijn hut, waar hij sterveude op zijn bed neerviel, terwijl een breede straal bloode uit de wonde vloeido, zoodat hij een half uur later overleed. Onderwijl zette de zeeroovers hun werk voort. De passagiers in hot slaon waren eveneens van tafol opgesprongen om zich in hun hutten te ver bergen, waarin zy door kogels achtervolgd werden. Een kajuitsjongen werd door goed gewapende roovers omsingeld en toen gedwongen in het salon te gaan, ten einde de passagiers te zeggeh, dat als zy naar de groote kajuit gingen hun leven gespaard zou worden. Aan dezen eisch werd voldaan, en weldra waron zij in de kajuit, waar kapitein Pooook op sterven lag. Daar werden zij opgesloten en onder bewaking van een wacht van vier man gesteld. Do eerst machinist, die in zyn hut zat te ttën, snelde naar het salon, terwijl verscheidene schoten op hem gelost werden. Hy bereikte do groote kajuit, waar hij bij de anderen werd opgesloten. De eerste officier verborg zich in de provisiekamer, maar ook daarin werd geschoten, zoodat het hem onmogelijk was daar te blyven. Hij verliet dus deze wijkplaats en werd eveneens in de Tgroote ktyuit gestopt, waar men alle officieren en blanke passagiers te zamen wilde hebben. Do tweede en derde machinist en de derde otn- cier waren ondertusschen nog in do machinekamer verborgen, maar ook hier werd de kajuitsjongen door do roovers gedwongen te gaan zeggen, dat hun, zoo zij te voorschijn kwamen, geen leed ge schieden zou. Ook zy volgden dit hevel op en wer den bij de anderen opgesloten, zoodat toen allen daar verzameld waren. De deur werd daarop dicht gespykerd en de ramen gesloten. Een wacht van vier roovers bleef op post, van tijd tot tyd de ge vangenen bang makende door hun sabels en de loopen hunner revolvers door do reten der jaloezieën te steken. Na acht uur meester van het schip te zijd ge weest, vertrokken de roovers, na vooraf den inland- scben stoker den zak met 200 dollars te hebben toegeworpen. Een kwartier nadat zij vertrokken waren, dus 's avonds tegen half tien, gelukte hot den passagiers uit hun benauwde gevangenis waarin zij met het lyk van den kapitein opgesloten waren ge weest, uit te breken. Zoo spoedig mogelijk werd het schip toen in ge reedheid gebracht, om naar Hong-Kong terug te stevenen, waar de gewonden naar hot hospitaal werden gebracht. Behalve het lijk van kapitein Pooook, dat in de kajuit lag, werd op het dek nog dat van den passagier Petersen gevonden. Het dek was verder bedekt met tal van, door de roovors weggeworpen goederen, die tot do bagage der pas- sagiors behoorden, terwijl ovoral de sporeu van kogels zichtbaar waren. Van de loding hebben de roovers, hoewol er 10 kisten opium aan boord waren, niets medegenomen. Do waarde van het geroofde wordt op 20,000 dollars geschat. Behalve de Europeesohe waren er nog tal van vermogende Chineesche pas sagiers aan boord, die van 9an Francisco, de Straits enz. huiswaarts koerden. Prof. Pel deelt in een uitvoerig artikel in de laatste nummers van het *,Ned. Tijdschrift voor Genees- kunde'i de resultaten mode van de in de genees kundige kliniek te Amsterdam met Koch's middel gedaue proefnemingen. Het onderzoek strekt zich - over 30 patiënten uit. Do gevolgtrekkingen, waar toe de hoogleeraar op grond dezer eigen ervaring is gekomen, zijn in hoofdzaak de volgendevoor eene zoogenaamde floepende behandeling" is het middel van Koch ten eenenmale ongeschikt, terwyl het in de kliniek met groote bedachtzaamheid moet worden toegepast. In Amsterdam waar steeds met zeer kleine inspuitingen werd begonnea, kwamen gevaar lijke accidenten in het geheel niet voor. De reaolieverschijn8elen waren dergelijke als die welke elders waargenomen en reeds herhaaldelijk be schreven zijn. Prof. Pel legt echter den nadruk op de onberekenbaarheid en het verrassonde der reactie verschijnselen, zoowei wat hevigheid als duur be treft. Zoo reageerden ook allo ingespoten gezonden op het middel, sommigen zelfs hevig. Mogelijk is hot natuurlijk, dat ook doze lieden iuberculeuse verborgen haarden in hun lichaam bevatten. Zoo niet, dan wordt de waarde der vloeistof van Koch als diagnosticum voor tuberculose op bedenkelijke wijze geschokt. Tooh blijft de ontdekking uit een wetenschap pelijk oogpunt hoogst merkwaardig, wijl het middel verborgen tuberculeuso haarden opspoort, wier be staan te voren onbekend was. De praotisohe resultaten staan helaas nog niet op ééne lijn met do wetenschappelijke vondsten. Bij goen enkelen der lijders aan longtering kon tot dus verre noemenswaardige verbetering worden opge merkt. Van de lyders aan keeltering daarentegen bleven drie in stationairen toestand j bij twee werd eene zeer aanmerkelijke verbetering vastgesteld; in het eene geval echter is deze meer too te schrijven aan bet verblijf en de verzorging in het gasthuis dan aan hot middel van Koch. Zijn dus de praotisohe resultaten nog weinig be vredigend, zoo meent prof. Pel, dat toch het bewijs geleverd is, dat deze wetenschappelijke ontdekking eenmaal het uitgangspunt eener gansche andero, eener specifieke behandeling onzor zieken kan worden. Dook eveneens was diep te betrouren, dat de geniale onderzoeker zich heeft laten bewegen, zijne ontdek king nu reeds, dus ontijdig, bekend te maken. Thans gelijkt zij op eene edole doch onrijpe vrucht, wier kern wellicht gezond is, doch wier ondoordringbare bast overal van scherpe dorens is voorzien en iedere onvoorzichtige, die haar onbehoedzaamnadert, op gevoelige wijze kwetst. In gelijke mate is het te bejammeren, dat de polilieke bladen met schier koortsachtige gejaagdheid het publiek, dat altijd in zijne oordeelvelling buiten de maat gaat met de on derzoekingen van Koch hebben bekend gemaakt. Hierdoor zijn in alle kringen verwachtingen gewekt, die nimmer zullen kunnen worden verwezenlijkt en tot grievende teleurstellingen aauleiding zullen geven." Ten slotte de vraagis het zaak thans aan tering lijders den raad te geven zich volgens de methode van Kooh te laten behandelen AntwoordTot dusverre niet. In dubiis abstme. Aan de betooging te Brussel ten gunste van de grondwet-herziening namen naar schatting 4000 per sonen deel. Voorafgegaan door eon afdeeling politie agenten, trok de stoet door de voornaamste straten, zonder dat er iets bijzonders voorviel. In don stoet droegen teleu schilden mot opschriften //Vive la Revision." Om kwartier over zes kwam de stoet bij het stad huis. Hot bestuur dei «Association libérale" over handigde daar het adres aan 16 liberale Kamer leden, uit Brussel en de provincie, die zich daar hadden vereenigd om do deputatie te ontvangen. Burgemeester Buis betuigde zijn dank aan de betooger8 voor do kalmte, welke zij hadden in acht genomen en beloofde dat hy het adres aan den voorzitter der Kamer zou overhandigen. De heor Buis eindigde met de verklaring, dat grondwether ziening noodig is en ook tot stand zal somen. De deputatie, die het adres had overhandigd, ver trok toen, met een«Lev$ de herziening. De orde werd niet gestoord. Het geheele garnizoen was in de kazerne geconsigneerd. Het wetsontwerp betreffende de «Sperrgelder (de 16,000,000 mark, welke wegens het inhouden van bezoldigingen van weerspannige geestelijken en de uitkeeringen aan de Katholieke Kerk tijdens den „Culturkampf" door de Pruisische regoermg zyn bespaard) is door de regeering bij don Landdag ingediend. De regeering stelt voor, het geheele kapitaal ter beschikking te stellen van die diocesen, welke door gemis hunner uitkeeringen tot vorming *an dit fonds hebben bijgedragen. Aan het hoofd van elke diocese wordt opgedragen aan alle instel lingen en personen, welke aanspraken kunnen doen gelden, het hun toekomende bedrag uit te keeren. De beslissing over deze aanspraken berust in hoogste ressort bij een commi sie, bestaande uit drie geeste lijken, twee rechters en drie leeken, die geen staats betrekking bekleedeu. Hetgoen na de uitkeering stelling nog overblijft. van deze schadeloos- wordt door de hoofden der diocesen besteed tot het ondersteunen van gemeenten als deze kerken willen bonwen of herstellen en tot andere, uitsluitend tot ondersteuning der kerk die nende, doeleinden. Het hoofd van elke diocese is verplicht den mi nister van eeredienst verantwoording af te leggen van de wijze, waarop hot geld is besteed. Morgen hervat het Britsohe parlement zijn werk zaamheden. Indien vóór dien dag de Parnell-crisis niet eindelijk haar beslag heeft gekregeu, staat het te vreezen, dat de belangstelling dor leden voor de te behandelen onderwerpen niet grooter zal zyn dan de laatste dagen vóór de Kerstvacantie. De geheele politieke toestand wordt nog steeds beheerscht door do tweedracht binnen de Iersche partij. Zal Par- nell eindelijk besluiten goedschiks de leiding neer te leggen of den strijd tot het uiterste voeren, deze vragen wisselen af met de anderehoe staat het met «Home Rule?" Mr. Chamberlain zegt: «Home Rule is zoo dood als koningin Anna", terwijl lord Derby verklaart: «Home Rule is niet dood, geloof het toch niet." Daar beiden tot do unionis tische party bohoorsn en alzoo aeti-Home Rulers zijn, kenschetst hun uiteenloopend gevoelen krachtiger dan iets anders de onzekerheid van de Iersche zaak. Verklaarbaar is het, dat onder deze omstandighe den de verkiezing te Harlepool de partijen in ze nuwachtige spanning houdt. Do uiterste krachts inspanning wordt van beide kanten aangewend om zich een overwinning te waarborgen. Maar ook hier heerscht onzekerheid. Terwijl de unionisten voor hun candidaat op een meerderheid van 1200 stemmen rekenen, vleien de liberalen zich met de hoop, dat zij, mot 500 stemmen meerderheid zullen zegevieren. Zoo kort vóór de heropening van hot parlement kabbelen de beokjes der politieke welsprekendheid met vroolijken moed. De een spreekt, de ander schrijft, sir William Harcourt gaf aan het laatste de voorkeur, Chamberlain redevoerde to Birmingham, Trevelyan te Hartlepool, lord Derby te Manchester, John Morley weder elders en zoo zouden wij nog een geheele reeks sprekers bij deze enkelen kunnen voegen. Ieder bekijkt daarbij op zijn manier den stand van zaken en acht hem gunstig of ongunstig naar gelang van politieke overtuiging. In de Fransche Kamer is de strijd over de han- delsstaatkunde begonnen. De heer Bourgeois, de republikeinsche afgevaar digde uit de Jura, interpelleerde den minister van buitenlandscho zaken eu vroeg of het waar is, wat men zegt, dat de regeering niet voornemens is de handelstractaten, die op den voet der "meest begun stigde natie" gesloten zijn, op te zeggen. Zijns in ziens moeten alle tractaten worden opgezegd en mo gen alleen aan die mogendheden voordeden worden toegestaan, welke deze zelf geven. Zeer verkeerd achtte de heer Bourgeois het b. v. dat Rusland dat voor 240.000.000 fr. in Frankrijk invoert en slechts voor 10.000.000 francs ontvangt, voortaan op den voet der meest begunstigde natie zou behandeld wor den. De heer Ribot antwoordde, dat de handelstractaten met België, Zwitserland, Spanje, Nederland, Zweden en Portugal roeds zijn opgezegd, maar toch zal het mogelijke beproefd worden om de handelsbetrekkin gen met deze staten te regelen, vooral met België. Zwitserland en Spanje, die aan Frankrijk grenzen. Opzegging van de tractaten met Rusland en Oos tenrijk, die graan en ruwe producten invoeren is van goen belang en zelfs zou het nadeelig zijn de tractaten met Mexico en China op te zeggen, omdat Frankrijk dwarvan voordeel trekt. Derhalve bleef de regeering de vrijheid eischen om, zoo zij dit noodig acht, de bekende clausule der meest begun stigde natie te mogen handhaven. De heer Bourgeois was echter nog niet overtuigd en stelde een motie voor, waarbij de regoering Wordt uitgenoodigd alle handelstracten zonder onderscheid op te zeggen. De heer Peytral trad als bemiddelaar cp en wilde eenvoudig overgaan tot de orde van don dag, maar de heer Ribot wilde een beslissing heb ben over het heginsel. Aldus werd gestemd over het voorstei-Bourgeois, dat met 471 tegen 64 stem men werd verworpen. Hiermedo was men echter nog niet tevreden. Met 458 tegen 11 stemmen werd daarna nog een ander voorstel aangonomen, luidende«De Kamer vereenigt zich met de ver klaring der regeering en keurt het goed, dat Frank rijk meester blijve over het tarief van invoerrechten." Duidelijker verklaring kon de heer Ribot niet weuschen, zoodat de regeering alle reden heeft om over dit begin van den strijd tevreden te zijn. Het grootste gedeelte van de vloot van Chili, een 8-tal groote oorlogsschepen, heeft zich bij de revo lutie aangesloten, terwijl 4 groote oorlogsschepen en 8 torpedo's aan den President trouw bleven. Twee schepen zijn in de straat Magellaan gestationeerd, om drie nieuwe oorlogsschepen, die uit Europa wor den aangevoerd, op te wachten en voor de Regee-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2